Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | nr. 39, item 16 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | nr. 39, item 16 |
Aan de orde is het VAO Huiselijk geweld en dierenwelzijn (AO d.d. 16/10).
De voorzitter:
Het algemeen overleg is gehouden op 16 oktober 2014. Dat is ruim een jaar geleden. Ik heet de minister van Veiligheid en Justitie en de staatssecretaris van Economische Zaken van harte welkom. De heer Wassenberg is de aanvrager van het VAO en krijgt als eerste het woord.
De heer Wassenberg (PvdD):
Voorzitter. Huiselijk geweld en dierenmishandeling zijn helaas onlosmakelijk met elkaar verbonden. Geweld tegen dieren kan een opstap zijn voor geweld tegen mensen. Slachtoffers van misbruik en geweld kunnen bovendien worden gechanteerd, doordat de dader het huisdier bedreigt. Door deze cirkel van geweld te erkennen, komen we tot een concretere aanpak van huiselijk geweld en dierenmishandeling. Ik dien daartoe twee moties in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit onderzoek blijkt dat 41% van de vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld de vlucht naar de opvang uitstelt vanwege hun huisdieren;
constaterende dat het niet is toegestaan een huisdier mee te nemen naar de vrouwenopvang;
overwegende dat geen enkel slachtoffer van huiselijk geweld bij een vrouwenopvang zou mogen worden geweigerd;
constaterende dat het International Fund for Animal Welfare (IFAW) samen met vrouwenopvang Kadera de pilot Blijf van mijn dier, waarbij de huisdieren van slachtoffers van huiselijk geweld tijdelijk worden opgevangen in gastgezinnen, succesvol heeft afgerond en dat het project wordt gecontinueerd en uitgebreid;
verzoekt de regering, in overleg te treden met de VNG, de Federatie Opvang en het IFAW om de mogelijkheden voor een Blijf-van-mijn-dierproject in gemeenten met een vrouwenopvang te onderzoeken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de staatssecretaris in de voortgangsrapportage huiselijk geweld (28345, nr. 132) heeft toegezegd op de website www.vooreenveiligthuis.nl aandacht te besteden aan de wederzijdse relatie tussen huiselijk geweld en dierenmishandeling;
constaterende dat op de genoemde website het onderwerp dierenmishandeling slechts wordt genoemd in de vraag- en antwoordsectie en niet onder de hoofdsectie "geweld thuis", waar wordt uitgelegd hoe huiselijk geweld kan worden herkend;
overwegende dat het doel van de website is om bewustwording en deskundigheid rondom huiselijk geweld voor publiek en professionals te vergroten en dat het daarom essentieel is om een volledig beeld van de risico's te schetsen;
verzoekt de regering, in de sectie "geweld thuis" een kopje over dierenmishandeling toe te voegen, waarin de relatie tussen huiselijk geweld en dierenmishandeling expliciet wordt uitgelegd,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Voorzitter, u zei het al. Het algemeen overleg vond in oktober 2014 plaats. Welke voortgang is er inmiddels geboekt? Worden er inmiddels al meer zaken aan de rechter voorgelegd? Worden inmiddels minder zaken afgedaan via een schikking door het OM? Zijn de opgelegde boetes inmiddels hoger? Ik krijg graag een brief met cijfers.
Om bovenstaande redenen moeten diereninspecteurs wel van heel goeden huize komen om niet ontmoedigd te raken. Bovendien moeten inspecteurs telkens bij dezelfde adressen langsgaan. In april 2010 werd een motie van D66 aangenomen waarin wordt gevraagd om een houdverbod als een zelfstandige straf. Dit is van groot belang om te voorkomen dat dierenbeulen nieuwe dieren gaan houden. Graag nu binnen drie maanden de wetswijziging!
Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering, middels een enquête onder diereninspecteurs, dierenpolitie en betrokken NVWA-inspecteurs te onderzoeken of menskracht en expertise bij het OM op het gebied van dieren daadwerkelijk voldoende zijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat 41% van de vrouwen die slachtoffer is van huiselijk geweld, de vlucht naar de opvang uitstelt vanwege huisdieren;
verzoekt de regering, voor de zomer van 2016 met een plan te komen om te realiseren dat opvanghuizen mogelijkheden bieden voor opvang van huisdieren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Graus (PVV):
Voorzitter. Ik dien alleen een aantal moties in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit diverse onderzoeken is gebleken dat er in plusminus 40% van de gevallen sprake is van een een-op-eenrelatie tussen dierenmishandeling en huiselijk geweld;
verzoekt de regering, eventuele aanwezigheid van dieren dan wel dierenmishandeling mee te nemen als indicator op de vragenlijsten ten behoeve van slachtoffers van huiselijk geweld en de diverse meldcodes in dezen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering, een (verkorte) lesmodule Dierenmishandeling en huiselijk geweld standaard op te nemen in de opleiding tot algemeen opsporingsambtenaar van de Nationale Politie,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering, een module Herkenning dierenmishandeling op te nemen voor en door de faculteit voor diergeneeskunde ten behoeve van de opleiding tot dierenarts en taakaccenthouder dierenwelzijn binnen de Nationale Politie,
en gaat over tot de orde van de dag.
Hoeveel moties hebt u nog?
De heer Graus (PVV):
Dit is de laatste.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er een relatie bestaat tussen kindermishandeling, andere vormen van huiselijk geweld en dierenmishandeling;
voorts constaterende dat betrokken instanties vaak niet op de hoogte zijn van elkaars meldingen en hierdoor niet tijdig kan worden ingegrepen;
verzoekt de regering, ervoor zorg te dragen dat de diverse meldcodes ten behoeve van dierenartsen, kinderartsen, huisartsen, betrokken politiediensten en andere door het Rijk erkende instanties op het gebied van dierenmishandeling, jeugdzorg en huiselijk geweld, in één overzichtelijke databank te raadplegen zijn door daartoe aangewezen bevoegden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Graus (PVV):
Een deel van deze moties heb ik al eens eerder ingediend bij voormalig staatssecretaris van Economische Zaken Dijksma, maar zij verwees altijd naar de minister van Veiligheid en Justitie. Die zit hier nu!
De voorzitter:
Dus u dacht: ik doe het opnieuw!
De heer Leenders ziet af van zijn spreektijd.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Voorzitter. Gedurende het AO vorig jaar oktober stipten veel partijen aan hoe groot en sterk de relatie tussen huiselijk geweld en dierenmishandeling is. Mijn collega Schouw stelde toen ook al dat 40% van de vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld, de vlucht uitstelt omdat zij hun huisdier niet in de steek kunnen laten. Als er sprake is van huiselijk geweld, is er ook sprake van dierenmishandeling, maar andersom werkt het net zo. Mensen die dieren mishandelen, hebben vaak een lagere grens als het gaat om het mishandelen van mensen. Daarom is het ontzettend belangrijk dat deze twee zaken aan elkaar worden gekoppeld.
Vandaar dat mijn fractie een vraag heeft over de paardenmishandelaar — of -mishandelaren — die vorig jaar op meerdere plekken roekeloos en bijna gevoelloos te werk ging. Niemand kan dat hebben gemist. De bruutheid van deze dader, gefocust op het vernietigen, het verwoesten van geslachtsorganen van paarden, doet mij afvragen of deze dader, die helaas nog steeds niet is gepakt, misschien vindbaar is als we meer informatie hebben over bijvoorbeeld zedendelicten, gekoppeld aan dierenmishandeling, als het gaat over de daderprofielen. Kan de minister zeggen of er op deze wijze al eens onderzoek is gedaan? Als dat niet zo is, is hij dan eventueel bereid om daar onderzoek naar te doen? Ik hoor dat graag.
Tot slot kom ik bij de laatste vraag van mijn fractie. Wij wachten nog steeds op een brief over een alweer heel oude motie van mijn collega Van der Ham, uit 2010. Die ging over het houdverbod. Er is toegezegd dat wij dit jaar nog een brief zouden krijgen. Wanneer kunnen wij die brief verwachten?
De heer Graus (PVV):
Ik pleit al heel lang voor forensisch dierenonderzoek. Staatssecretaris Van Dam gaat een en ander ook onderzoeken, mogelijk met de minister van Veiligheid en Justitie. Mocht dat niet het geval zijn, dan hoop ik wel dat wij op de steun van D66 kunnen rekenen, want die paardenbeul die ons al jarenlang ontsnapt, kan alleen gepakt worden door forensisch onderzoek. We moeten DNA proberen te traceren. We moeten methodes gaan onderzoeken. Dat kan enkel door forensisch onderzoek. Ik hoop dat mevrouw Bergkamp alles wat zij nu vlak voor de kerst zegt, dadelijk in januari ook nog waarmaakt.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Ik vind dat een terechte vraag van de PVV. Mijn vraag aan de bewindspersonen is ook hoe wij die paardenmishandelaar of -mishandelaren kunnen oppakken. Wat is daarvoor nodig? En helpt het als wij profielen van daders van huiselijk geweld en zedendelicten aan elkaar kunnen koppelen? Ik wacht op de reactie van de bewindspersonen.
De vergadering wordt van 14.53 uur tot 15.00 uur geschorst.
Minister Van der Steur:
Voorzitter. Ik dank de leden voor de vragen die zijn gesteld. In alle eerlijkheid moet ik zeggen dat ik mij het algemeen overleg van 16 oktober 2014 niet levendig kan herinneren, niet omdat het zo lang geleden is, maar vooral omdat ik er toen nog niet was in deze functie. Ik zal eerst antwoord geven op de vragen die mevrouw Bergkamp heeft gesteld en daarna zal ik op de moties ingaan.
Mevrouw Bergkamp vraagt naar de uitwerking van de motie-Van der Ham van enige jaren geleden over het houdverbod. Eind januari zend ik de Kamer de evaluatie van het houdverbod, voorzien van de beleidsreactie. Het WODC is bezig met die evaluatie van dierenmishandeling en -verwaarlozing. Daar komen de cijfers nog bij en er zal gekeken worden naar de expertise van het Openbaar Ministerie. Dat loopt even vooruit op een motie die ik later nog zal bespreken. Dat komt allemaal aan de orde. Voorzien is dat voor 1 mei de evaluatie van het WODC naar de Kamer wordt gezonden, inclusief een beleidsreactie. Daar is vertraging in opgetreden, omdat er veel en vrij ingewikkelde discussies zijn geweest — zo heb ik begrepen — over de uitvoering van het onderzoek.
Mevrouw Bergkamp heeft gevraagd hoe het staat met de relatie tussen dierenmishandeling en zeden. Zoals ik in de begrotingsbrief heb bericht, wordt op dit moment in opdracht van de Stichting Politie en Wetenschap onderzoek gedaan naar de kenmerken en achtergronden van dierenmishandeling en daders. Ook dat onderzoek komt in 2016 uit en ik stel voor dat we naar aanleiding daarvan het debat vervolgen, omdat we dan precies kunnen zien of er een relatie is en, zo ja, wat die relatie dan is.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Ik ben blij dat er onderzoek wordt uitgevoerd en dat dit onderzoek in 2016 naar de Kamer wordt gestuurd. Ik heb het voorbeeld van de paardenmishandelaar of -handelaren genoemd. Zou het geen idee zijn om dat in ieder geval als een pilot of experiment mee te nemen om daar te kijken of die relatie er eventueel is?
Minister Van der Steur:
Ik neem aan dat het zal worden meegenomen omdat het onderzoek al gaande is. Ik weet niet wat de stand van dat onderzoek is, maar ik zal deze suggestie meegeven aan de Stichting Politie en Wetenschap. Toen mevrouw Bergkamp sprak over die kwestie, bedacht ik mijzelf dat ik toch aanneem dat bij deze afschuwelijke misdrijven — daar zijn we het toch met elkaar over eens — DNA-materiaal zal zijn afgenomen, waardoor de DNA-databank kan bijdragen aan de opsporing van deze vreselijke misdadigers.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Dat is een duidelijk antwoord van de minister. Kan hij ons daar ook over informeren op het moment dat het onderzoek naar de Kamer gaat, specifiek kijkend naar die paardenmishandelaar? Ik vind het wel interessant te weten wat er in dat geval precies gebeurd is.
Minister Van der Steur:
Dat zou alleen kunnen als het niet een al lopend strafrechtelijk onderzoek is. Beter gezegd, als ik de Kamer daarover kan informeren, zal het slecht nieuws zijn want dan zou het strafrechtelijk onderzoek zijn beëindigd. Hopelijk is het dat met de arrestatie van de daders, maar dan nog kan ik er niet veel over zeggen. Als blijkt dat er geen opsporingsindicaties zijn, kan ik de Kamer daarover informeren.
De heer Graus (PVV):
Een belangrijke opmerking — staatssecretaris Van Dam weet dat inmiddels — is dat het veterinair forensisch team dat nu nog vrijwillig werkt met dr. Frank van de Goot van het NFI en ook dierenarts, de paarden niet onder ogen krijgt. Om de paardenbeul te pakken te krijgen, willen zij die paarden graag onder ogen krijgen, maar dat gebeurt niet. Het NFI doet geen onderzoek meer op dieren sinds MH17. Dat is misschien wel begrijpelijk, maar het is zo belangrijk dat het wel gebeurt. Nu hebben we eindelijk de minister in onze commissie aan wie we kunnen vragen om daar spoed achter te zetten, zodat de kadavers van die paarden bij dat kleine veterinair forensisch team terechtkomen.
Minister Van der Steur:
Ik heb begrepen dat staatssecretaris Van Dam al toezeggingen in deze richting heeft gedaan. Wij zullen samen bekijken of die mogelijkheid er is.
In de motie op stuk nr. 144 verzoekt de heer Wassenberg om nu al in de sectie "Geweld thuis" een kopje over dierenmishandeling toe te voegen, waarin de relatie tussen huiselijk geweld en dierenmishandeling expliciet wordt uitgelegd. Er is een onderzoek gedaan naar de samenloop van huiselijk geweld en dierenmishandeling. Er is naar ik heb begrepen geen directe relatie tussen de twee elementen aangetroffen. Er is een tweede onderzoek gaande. Dat komt in 2016 uit. Dat kijkt naar de verschillende scenario's, ook naar dit aspect. Daarom vraag ik de heer Wassenberg en mevrouw Thieme of ze zo vriendelijk willen zijn om die motie nog even aan te houden tot het tweede onderzoek er is. Dan kan ik hun in een beleidsreactie laten weten wat wij ermee doen. Als er dan nog aanleiding is om de motie in stemming te brengen, dan zou dat nog kunnen.
De heer Wassenberg (PvdD):
De motie gaat er vooral over om dat onderwerp een wat prominentere plaats te geven. Dat staat nu ergens weggemoffeld bij een vraag- en antwoordsectie. Mijn motie gaat erover om het allemaal wat prominenter op die website naar voren te brengen.
Minister Van der Steur:
Ik ken die website en ook de volgorde zelf niet, maar ik kan wel toezeggen dat ik dit verzoek van de heer Wassenberg doe aan de makers van de website, voor zover ik daarover ga. Desondanks vraag ik hem om die motie even aan te houden. Zo niet, dan zal ik de motie moeten ontraden omdat pas volgend jaar volledig kan worden beoordeeld of dit wenselijk en noodzakelijk is.
De voorzitter:
Ik kijk naar de heer Wassenberg. Hebt u tijd nodig om erover na te denken?
De heer Wassenberg (PvdD):
Ja.
De voorzitter:
Dat is prima. Als het maar voor de stemmingen gebeurt.
Minister Van der Steur:
De heer Van Dijk verzoekt in zijn motie op stuk nr. 145 om een enquête specifiek gericht op de expertise bij het Openbaar Ministerie. Ik heb net al gesproken over het WODC-onderzoek. Dat vindt plaats op basis van interviews. Op die manier wordt ook de evaluatie gemaakt waar de heer Van Dijk om vraagt. Daarin wordt ook gekeken naar de kwaliteit van het Openbaar Ministerie. Dat WODC-onderzoek komt in 2016. Ik zal de Kamer daarover informeren. Om die reden zal ik deze motie, die daarop vooruitloopt, moeten ontraden.
De heer Graus verzoekt in zijn motie op stuk nr. 147 om een indicator op te nemen op de vragenlijsten ten behoeve van slachtoffers van huiselijk geweld en de diverse meldcodes in dezen. Daarop heb ik een uitgebreide reactie, maar die kan ik nu even niet vinden. Dat is altijd ingewikkeld. Die sla ik even over. Dan ga ik over naar de volgende motie. O, wacht. Die heb ik wel. Ik ben er. Sorry hoor, dit was even verwarrend. Uit het rapport van het onderzoek naar de herijking van het Risicotaxatie-instrument Huiselijk Geweld, dat naar de Kamer is gezonden, blijkt dat er volgens de experts op het gebied van dierenmishandeling geen reden is voor het opleggen van een huisverbod. Nee, dit gaat niet goed. Nee, dit is de meldcode. Wacht even.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport — nu ben ik er — heeft het afgelopen jaar sterk geïnvesteerd in de vergroting van de bewustwording en de deskundigheid van betrokken professionals over de wederzijdse relatie tussen geweld in huiselijke kring en dierenmishandeling. Op de website "Een veilig thuis, daar maak je je toch sterk voor?" wordt extra aandacht besteed aan die relatie. Ook is dit jaar in de campagne een radio-interview over huiselijk geweld en dierenmishandeling uitgezonden door 169 lokale radiostations. Het geschatte bereik daarvan was 3,5 miljoen mensen. Dat zal de heer Graus vast bekend zijn.
Daarnaast heeft de Signaalkaart Huiselijk geweld en Dierenmishandeling van Kadera een prominentere plaats gekregen binnen de toolkit van de meldcode. In de tweede helft van 2015 is de quickscan naar het gebruik van de meldcode onder humane hulpverleners uitgevoerd. Op basis van de uitkomsten daarvan zal in 2016 worden bezien in hoeverre het onderwerp dierenmishandeling ook aandacht kan krijgen binnen de voorgenomen acties, waaronder acties voor humane hulpverleners in opleidingen en gespreksvaardigheden. Wat dat betreft heb ik niet stilgezeten. Inmiddels is naar aanleiding van de toezegging van mijn voorganger het onderzoek naar de herijking van het Risicotaxatie-instrument Huiselijk Geweld afgerond. Hierin is onder meer bekeken of de relatie tussen dierenmishandeling en huiselijk geweld meer expliciet naar voren moet komen. Ik zal de Kamer over dat onderzoek informeren in de voortgangsrapportage huiselijk geweld in afhankelijkheidsrelaties, die zeer binnenkort uitkomt. Ik weet, gegeven ook de bijzondere betrokkenheid van de heer Graus bij het onderwerp, hoe lastig het verzoek bij hem binnenkomt, maar ik verzoek hem op dat punt even geduld te betrachten. Als het onderzoeksrapport naar de Kamer is gezonden, kunnen wij het erover hebben. Ik denk dat het goed is dat wij dan even bekijken of wat de heer Graus vraagt nodig is.
De heer Graus (PVV):
Ik zal de motie op stuk nr. 147 aanhouden. Ik dank de minister voor zijn inzet in dezen. Ik heb in mijn bijdrage in eerste termijn ook niet gezegd dat hij heeft stilgezeten.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Graus stel ik voor, zijn motie (28345, nr. 147) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Minister Van der Steur:
In de motie op stuk nr. 148 verzoekt de heer Graus ons om een verkorte lesmodule "Dierenmishandeling en Huiselijk Geweld" standaard op te nemen in de opleiding tot algemeen opsporingsambtenaar van de Nationale Politie. Op 3 november jongstleden is daarover een brief geschreven door de minister van Economische Zaken, mede namens mij. In die brief hebben wij geschreven dat er op dit moment in de opleiding van de Nationale Politie voldoende aandacht besteed wordt aan de relatie tussen die twee zaken. Daarom zie ik geen reden om dat op een andere manier te doen. Wel kan ik de heer Graus zeggen dat ik graag bereid ben om te faciliteren dat hij even spreekt met de Politieacademie om zelf te horen hoe dat plaatsvindt. Mocht er naar aanleiding daarvan naar het oordeel van de heer Graus een noodzaak zijn om alsnog een motie in te dienen, dan kan dat altijd.
De heer Graus (PVV):
Ik zal ook deze motie aanhouden. Graag ga ik het gesprek met de Politieacademie aan. Dat heb ik ook in het verleden, toen de heer Opstelten er nog was, altijd gedaan. Wel wil ik even tegen de minister gezegd hebben waar het over gaat. Zelfs dierenartsen kunnen heel moeilijk geweld herkennen. Zij kunnen heel moeilijk aan een hematoom zien of dat is veroorzaakt door dierenmishandeling, of doordat het hondje zich gestoten heeft. Vandaar dat zelfs dierenartsen vragen om op dit punt bijgeschoold te worden, omdat zij het niet kunnen herkennen, laat staan dat de mensen van de Nationale Politie dat kunnen herkennen. Vandaar mijn motie. Ik zal de motie echter aanhouden.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Graus stel ik voor, zijn motie (28345, nr. 148) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Minister Van der Steur:
In de motie op stuk nr. 149, eveneens ingediend door de heer Graus, wordt de regering verzocht een module "Herkenning Dierenmishandeling" op te nemen voor en door de Faculteit voor Diergeneeskunde ten behoeve van de opleiding tot dierenarts. Daarnaast wordt de regering verzocht hetzelfde te doen voor de opleiding tot taakaccenthouder dierenwelzijn binnen de Nationale Politie. Ik ga alleen over het laatste deel van het dictum van de motie, maar ik heb over deze motie overleg gehad met mijn collega. Onze beleving is dat op beide terreinen, wetende overigens hoe moeilijk het is, voldoende aandacht is voor deze zaak. Om die reden ontraden wij de motie op stuk nr. 149. Overigens merk ik nog op dat dierenartsen in opleiding zich standaard één dagdeel buigen over de relatie tussen huiselijk geweld en dierenmishandeling, met aandacht voor herkenning van dierenmishandeling. Daarnaast is er een keuzevak forensische diergeneeskunde met uitgebreidere aandacht voor deze onderwerpen. Dat zal de heer Graus als muziek in de oren klinken. Het NFI participeert tijdens deze keuzeweken. Ook de taakaccenthouders dierenwelzijn van de politie delen hun kennis met de studenten. Dat zijn allemaal zaken die nu al gebeuren. Tijdens de komende Voorjaarsdagen van de KNMvD — ik weet nu even niet waar die afkorting voor staat …
De heer Graus (PVV):
Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde.
Minister Van der Steur:
Ik wist dat zowel de staatssecretaris als de heer Graus dat beter weet dan ik. Tijdens de komende Voorjaarsdagen van de KNMvD zal opnieuw de aandacht worden gevestigd op deze onderwerpen. Het dwingend regelen van bepaalde keuzemodules strookt niet met de academische vrijheid die is neergelegd in de Wet hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Daarom kunnen wij de motie ook op die wettelijke grond niet anders dan ontraden. Ik denk echter dat de heer Graus daar geen moeite mee heeft. Misschien mag ik hem vragen om deze motie in te trekken.
De heer Graus (PVV):
Dan kies ik voor de gulden middenweg en zal ik de motie aanhouden. Het veterinair forensisch team, waarvan ook de heer Van Dam en de minister inmiddels op de hoogte zijn, wil zich hier graag mee gaan bemoeien. Dit team kan namelijk heel goed aangeven, net als een patholoog-anatoom, of een hematoom is veroorzaakt door een mishandeling of een gevecht met een andere hond. Om die reden houd ik de motie aan.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Graus stel ik voor, zijn motie (28345, nr. 149) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Minister Van der Steur:
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 151, ingediend door de heer Graus, waarin de regering wordt verzocht er zorg voor te dragen dat de diverse meldcodes ten behoeve van dierenartsen, kinder en huisartsen, betrokken politiediensten en andere door het Rijk erkende instanties op het gebied van dierenmishandeling, jeugdzorg en huiselijk geweld in één overzichtelijke databank te raadplegen zijn door daartoe aangewezen bevoegden. Tijdens de vijf minuten schorsing heb ik snel even overleg gevoerd. Mij wordt geadviseerd om de heer Graus te vertellen dat er geen noodzaak is om al deze aspecten in één databank onder te brengen. Het gaat om een heleboel organisaties die allemaal een eigen databank hebben. Het zou dus een enorme investering vergen en het is de vraag of dit effectief is. Om die reden ontraad ik de motie. Ik denk echter dat de heer Graus na mijn woorden — en ongetwijfeld na de woorden van de heer Van Dam — wel zal hebben begrepen dat er inmiddels heel veel aandacht voor dit onderwerp is. Ik hoop dat ook de heer Graus beseft dat dit vooral ook komt door zijn vasthoudende aandacht voor dit onderwerp.
De heer Graus (PVV):
Ik wil de minister er hartelijk voor danken; we doen het allemaal voor de dieren, we doen het ook niet voor onszelf. Deze motie zal ik wel in stemming gaan brengen, want dit is typisch een motie waarvan over een paar jaar wordt gezegd dat ik mijn tijd ver vooruit was. Dit gaat er gewoon nooit van komen en daarom leg ik het vast voor later in de Handelingen.
De voorzitter:
Dan is het woord aan de staatssecretaris.
Van Dam:
Voorzitter. Er zijn drie moties ingediend op mijn terrein. Op de motie die op ons beider terrein lag, heeft de minister zojuist al gereageerd.
Ik begin met de motie op stuk nr. 143 van de heer Wassenberg en mevrouw Thieme, waarin de regering wordt verzocht om in overleg te treden met VNG, Federatie Opvang en IFAW over het blijf-van-mijn-dierproject. Die motie is overbodig omdat na de succesvol verlopen pilots IFAW heeft besloten om door te gaan en VNG en de Federatie Opvang de pilots volgend jaar al zullen bespreken. Er zal een eventueel vervolg plaatsvinden in het gezamenlijk project Regioaanpak Veilig Thuis. Wat de heer Wassenberg vraagt, gebeurt dus. Deze motie is overbodig en daarom ontraad ik haar.
De motie van de heer Jasper van Dijk op nr. 146, waarin de regering wordt verzocht om voor de zomer van 2016 met een plan te komen om te realiseren dat opvanghuizen mogelijkheden bieden voor opvang van huisdieren, ontraad ik ook. Ik verwijs daarbij naar wat ik net heb gezegd over de succesvolle pilots. Dat lijkt mij de weg om te gaan. Als de heer Van Dijk mij echter vraagt om het vanuit hier op te leggen of om met een plan te komen om te realiseren dat vrouwenopvang ook de mogelijkheid biedt voor de opvang van huisdieren, moet ik zeggen dat het aan gemeenten is om samen met die opvanginstellingen te bekijken hoe ze willen omgaan met huisdieren. Indien een vrouw die wordt opgevangen zelf niet kan voorzien in een oplossing, kan er bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van gastgezinnen of via de pilot van dat specifieke blijf-van-mijn-dierproject. Daarom ontraad ik deze motie.
De voorzitter:
Mevrouw Bergkamp, alleen als het van belang is voor uw stemgedrag. Het is namelijk een motie van de heer Van Dijk.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Daarom loop ik ook even naar de microfoon; de motie is medeondertekend door mij en de heer Van Dijk is weg. Ik heb een korte vraag over de motie. De wijziging is net ingediend.
De voorzitter:
O, vandaar. Die hebben we nog niet, maar dat geeft niet.
Mevrouw Bergkamp (D66):
Dank u wel voorzitter. Er wordt gevraagd om een plan. Kunnen wij de staatssecretaris vragen of hij in overleg wil treden met de VNG? Kan hij in ieder geval dit onderwerp onder de aandacht brengen en bespreken? Als we de motie zodanig aanpassen, is de staatssecretaris dan bereid om dat te doen?
Van Dam:
Dat was de vraag in de motie op stuk nr. 143 van de heer Wassenberg. Ik heb aangegeven dat de VNG naar aanleiding van de pilot al in overleg is met de Federatie Opvang en in contact staat met de IFAW. Ik zeg dit overigens mede namens mijn collega's van VWS, die over de opvang gaan. Als je zegt dat vrouwenopvang altijd plaats moet bieden voor huisdieropvang, heeft dat financiële consequenties. Dat betekent dat je eigenlijk tegen de vrouwenopvang zegt: u moet uw instellingen zodanig aanpassen dat er voortaan ook huisdieren gehouden kunnen worden. In de pilot wordt gekeken of er voor vrouwen die in aanmerking komen voor opvang maar daarbij niet kunnen voorzien in de opvang van hun huisdier, ook een alternatief is. Dat lijkt mij de verstandigere weg. Je ziet dus ook dat die pilots resultaat opleveren, dat daarover verder wordt gesproken en dat er ook wordt gekeken om die pilot verder te brengen. Het overleg waarom in de motie op stuk nr. 143 wordt gevraagd, vindt plaats tussen de VNG en de Federatie Opvang. Dat vind ik de route die we moeten bewandelen.
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 150 van de heer Graus. Ik zou haast zeggen: dat is een bekende motie, want deze maar ook andere moties zijn natuurlijk al eerder ingediend. De heer Graus heeft altijd volop aandacht voor een verplichte meldcode ten behoeve van dierenartsen bij de constatering van dierenmishandeling. Daarom vrees ik ook dat hij het antwoord al een beetje kent. Er is een meldcode van de KNMvD, die volgend jaar opnieuw onder de aandacht van dierenartsen wordt gebracht. Dat is ook gemeld in de brief van 3 november. Dat is de dag dat ik begon, maar die brief was nog niet van mij. Die was nog mede namens mijn voorgangster. Daarin is aangegeven waarom we geen voorstander zijn van verplichting. Verplichting is nogal een zwaar wettelijk middel. Dat betekent dat je vervolgens moet controleren of die verplichting wordt nageleefd. Als dierenartsen zelf graag willen meewerken aan die meldcode, is het volgende een betere aanpak. Het initiatief komt nu vanuit de sector zelf en die brengt dat ook onder de aandacht. De KNMvD gaat dus ook proberen om dierenartsen daar meer mee te laten werken en hen op eigen initiatief melding te laten doen. Dat heeft onze sterke voorkeur boven een wettelijke verplichting. Daarom ontraad ik deze motie.
De voorzitter:
Een korte vraag, mijnheer Graus.
De heer Graus (PVV):
Soms wint de aanhouder en soms niet. Maar met name omdat door wetenschappers in meer dan 40% van de gevallen de relatie is aangetoond tussen huiselijk geweld en dierenmishandeling en tussen dierenporno en andere zaken, is het wel belangrijk dat als een veterinair iets constateert, hij verplicht is dat te melden. We hoeven daar dus ook niet opnieuw onderzoek naar te doen, zo wil ik tegen mijn collega van D66 zeggen. Maar voor hetzelfde geld zijn we te laat en gaan er een paar kinderen aan. Het gaat er vooral om dat we de boel voor zijn, want ook vrouwen en kinderen lopen gevaar.
Van Dam:
Ik weet zeker dat de heer Graus en ik hetzelfde doel nastreven, namelijk dat het gemeld wordt. De relatie zoals de heer Graus beschrijft, is bekend. We hebben hetzelfde doel, namelijk dat als er dierenmishandeling wordt geconstateerd, dat ook wordt gemeld. De aanpak is nu om via de KNMvD dierenartsen ervan te doordringen dat het belangrijk is om dat te doen. Dat vindt ook steeds meer navolging. Op het moment dat je dat wettelijk gaat verplichten, kom in je in een heel ander regime terecht. Dan moet je de dierenarts die dat niet doet, bestraffen. Dat is echter niet het doel dat we zoeken. We willen dat dierenartsen het uit zichzelf melden. Daarom volgen we het traject via de KNMvD, brengen we het steeds onder de aandacht en sporen we de mensen aan om dat te doen. Dat heeft de voorkeur boven een wettelijke verplichting.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Hiermee zijn we aan het einde gekomen van dit VAO. Over de ingediende moties zullen we vandaag stemmen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20152016-39-16.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.