Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 18 juni 2003 over de continuï-teit en toegankelijkheid van de notariële dienstverlening.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Naar aanleiding van het overleg met de minister over de Wet op het notarisambt wil ik de volgende motie indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat drie jaar na de inwerkingtreding van de Wet op het notarisambt de beoogde kostentransparantie nog niet bereikt is;

overwegende dat het vrijgeven van de tarieven zal leiden tot hogere tarieven, aanzienlijke tariefsverschillen en juist afbreuk zal doen aan de beoogde kostentransparantie;

van mening dat de continuïteit van een toegankelijke notariële dienstverlening essentieel is voor een samenleving;

voorts van mening dat het thans volledig vrijgeven van de tarieven de continuïteit van een toegankelijke notariële dienstverlening in gevaar brengt;

verzoekt de regering, de beschermende werking van de huidige algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 54 van de Wet op het notarisambt met ingang van 1 juli 2003 te continueren voor de duur van een jaar,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Wit. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 51(23706).

De heer Jan de Vries (CDA):

Voorzitter. Naar aanleiding van het gevoerde overleg over het vrijlaten van de tarieven van het notariaat wil ik graag mede namens de collega's Griffith en Wolfsen twee moties indienen. De eerste motie betreft de positie van de consumenten.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat per 1 juli 2003 ook de notariële tarieven voor de onroerendgoedpraktijk volledig vrij zullen zijn;

overwegende dat bij het vrijlaten van de notariële tarieven de toegankelijkheid voor met name consumenten gewaarborgd moet zijn;

van oordeel dat consumenten gebaat zijn bij transparantie in de notariële tarieven;

verzoekt de regering, in het overleg met de Koninklijke notariële beroepsorganisatie (KNB) te bewerkstelligen dat:

  • - het voor consumenten duidelijk wordt welke (forfaitaire) tarieven per transactie of dienst een notariskantoor hanteert;

  • - notariskantoren daartoe deze tarieven actief openbaar maken;

  • - er voor declaraties van notariskantoren een onafhankelijke klachtenregeling wordt ingericht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jan de Vries, Griffith en Wolfsen. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 52(23706).

De heer Jan de Vries (CDA):

Voorzitter. Daar wij ook de behoefte hebben om in de toekomst betrokken te zijn bij het bewaken van de ontwikkeling van de gevolgen van het vrijlaten van de tarieven, dien ik graag mede namens de collega's Griffith en Wolfsen de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat per 1 juli 2003 ook de notariële tarieven voor de onroerendgoedpraktijk volledig vrij zullen zijn;

overwegende dat bij het vrijlaten van de notariële tarieven de toegankelijkheid, kwaliteit en continuïteit van het notariaat blijvend gewaarborgd moeten zijn;

van oordeel dat daarvoor een vervolgonderzoek naar de gevolgen van het vrijlaten van de notariële tarieven noodzakelijk is;

van oordeel dat de Kamer jaarlijks inzicht moet krijgen in de gevolgen van het vrijlaten van de notariële tarieven;

verzoekt de regering, in goede samenspraak met de Koninklijke notariële beroepsorganisatie (KNB) een voorstel voor de aard en inrichting van het vervolgonderzoek aan de Kamer voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jan de Vries, Griffith en Wolfsen. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 53(23706).

Minister Donner:

Voorzitter. Mede gelet op hetgeen ik heb opgemerkt tijdens het algemeen overleg, zal het duidelijk zijn dat ik aanneming van de motie van de heer De Wit sterk ontraad. Als de toegankelijkheid in gevaar komt, kan er altijd op grond van artikel 54 ingegrepen worden. Wij moeten nu de consequentie trekken uit de keuze die de wetgever ten aanzien van het stelsel heeft gemaakt. Wij doen dit al drie later dan de wetgever indertijd heeft voorzien. Verder uitstel betekent dat de beoogde transparantie nog steeds niet bewerkstelligd is.

In de motie van heer De Vries, mevrouw Griffith en de heer Wolfsen wordt in feite het omgekeerde bepleit. Ik wil proberen om volledig aan het gevraagde te voldoen, namelijk het bevorderen van transparante tarieven. Ik geef de indieners echter in overweging om hetgeen achter het eerste gedachtestreepje staat van het verzoek staat, anders te formuleren, namelijk dat het voor consumenten duidelijk wordt welke tarieven een notariskantoor hanteert. Het gaat er primair om dat de tarieven openbaar gemaakt worden en dat er een klachtenregeling in het leven geroepen wordt.

Er is een soort klachtensysteem. In de meest recente uitgave van het blad voor notarissen wordt een uiteenzetting gegeven van de behandeling van geschillen. Ik heb echter de indruk dat er een handzamer systeem te bedenken moet zijn dan dat geschillen in drie instanties uiteindelijk via de Raad van State worden afgehandeld.

De heer Jan de Vries (CDA):

Ik neem aan dat u ten aanzien van onze motie op het begrip "forfaitaire tarieven" doelt.

De heer Donner:

En op het onderdeel "per transactie of dienst". Men kan uurtarieven hanteren. Dit zou de transparantie overigens aanzienlijk bevorderen.

De heer Jan de Vries (CDA):

De indieners beogen dat er zoveel mogelijk wordt gewerkt met tarieven per dienst of transactie. Dat is voor de consument het meest helder. Natuurlijk is er niet voor ieder product of voor iedere dienst een eenduidige vertaling te maken, maar wij hechten eraan dat de prijsbepaling zoveel mogelijk op die wijze verloopt.

De heer Donner:

Het blijft natuurlijk een motie van de Kamer, maar naar mijn gevoel wordt de transparantie bevorderd als gekozen wordt voor de formulering: duidelijk wordt welke tarieven een notariskantoor hanteert.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Mij bereiken berichten over publicaties op de site "www.degoedkoopstenotaris.nl", waardoor de transparantie gevaar dreigt te lopen. Van allerlei kanten komen er verzoeken van notarissen om de tarieven van de site af te halen en er iets anders op te zetten, namelijk dat zij hun diensten verrichten voor € 1. De transparantie is dus ver te zoeken. Ik heb dan ook de grootste vrees met betrekking tot de door de minister veronderstelde situatie dat de tarieven nu vrijgegeven kunnen worden.

Minister Donner:

De ontwikkeling waar u op wijst, doet zich nu al voor en valt beneden de maximumtarieven. Dat valt ook niet te veranderen als de maatregel wordt gehandhaafd. Tegen die achtergrond ben ik het eens met de moties van de andere drie indieners. Ik probeer de moties in wezen te combineren door te stellen dat ik het geheel eens ben met de inzet om transparantie te bewerkstelligen, onder andere via publicatie. Dan moet blijken wat op dit moment de knelpunten zijn. Vervolgens heb ik aangegeven dat ik informatie over de trendrapportage aan de Kamer stuur. Ik verzoek de indieners om het element "een voorstel" te schrappen. Ik zal de Kamer zo snel mogelijke en brief daarover doen toekomen, maar het is natuurlijk een traject dat al loopt. Ik kan niet besluiten om daar pas mee verder te gaan als de Kamer een besluit genomen heeft over het geheel. Ik wil de Kamer zo snel mogelijk inlichten over de elementen die zullen spelen bij de trendrapportage. Daar kunnen wij zo nodig over spreken. Een voorstel suggereert dat er niets gedaan wordt dan nadat de Kamer erover gesproken heeft. Dat is niet de bedoeling, want er moet gewoon mee verdergegaan worden.

De heer Jan de Vries (CDA):

De minister suggereert dat het dictum van de motie zo kan worden uitgelegd dat hij pas aan het werk kan met het verzamelen van gegevens op het moment dat de Kamer akkoord is gegaan. Dat is niet de bedoeling van de motie. De minister kan wat ons betreft gewoon aan het werk en wij zien met belangstelling de verdere inrichting van de rapportages tegemoet.

Minister Donner:

Dan rest mij alleen te constateren dat de drie moties nooit gezamenlijk aangenomen kunnen worden, omdat de eerste motie iets bewerkstelligt wat nu juist ingaat tegen de vooronderstelling van de twee andere moties. De drie moties komen onderling in conflict.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Aan het eind van de vergadering zal over de ingediende moties worden gestemd.

Naar boven