Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 19 juni 2003 over AVI-bodemas.

De heer Samsom (GroenLinks):

Voorzitter. De berg restanten van vuilverbranding – wij noemen dat inderdaad AVI-bodemslakken – die bijvoorbeeld in Rotterdam ligt, wordt nu zo hoog dat je er niet alleen op zou kunnen skiën maar er ook nog eens een heuse lawine mee zou kunnen maken. Het is dus duidelijk dat er wat aan moet gebeuren, maar het mag geen excuus zijn om giftige bodemassen – want ze zijn giftig – dan maar snel te gaan gebruiken als fundering voor wegen of als vulling voor geluidswallen. Giftige spullen horen niet in de ondergrond. De staatssecretaris heeft lapmiddelen aangekondigd, maar onomwonden moeten toegeven dat deze eigenlijk niet afdoende zijn getest en dus geen duurzaam veilige oplossing zijn. Toch wil hij de gok wagen. Ik wil best met hem meedenken, maar wel voorkomen dat wij mensen willens en wetens in onrust laten zitten door vlak naast hun deur met giftige bodemassen aan de gang te gaan, zoals in Maarsenbroek langs de A2, vlak naast de huizen! Een gotspe in een land waar wij sinds Lekkerkerk de ene na de andere woonwijk moeten afgraven omdat wij vroeger wat onbesuisd met dat gif zijn omgesprongen! Leren wij het dan nooit? Mijn fractie stelt daarom mede namens de fractie van GroenLinks de volgende motie voor.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat hergebruik van AVI-bodemassen van groot belang is om onnodige afvalstort en gebruik van nieuwe bodemmaterialen te voorkomen;

constaterende dat onderzoek voor het duurzaam veilig gebruik van AVI-bodemassen nog gaande is;

constaterende dat voor de nu gekozen tussenoplossing (extra afdichtingslaag) niet is aangetoond dat dit een duurzaam veilige afdichting betreft;

overwegende dat met name woonwijken en waterwingebieden niet aan de risico's van uitloging van die AVI-bodemassen mogen worden blootgesteld;

verzoekt de regering, het gebruik van AVI-bodemassen in bouwwerken in ieder geval bij woonwijken en waterwingebieden pas toe te staan wanneer een duurzaam veilige toepassing is aangetoond,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Samsom en Duyvendak. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 111(28600 XI).

De heer Koopmans (CDA):

Wanneer is in de ogen van de heer Samsom aangetoond dat het veilig kan worden gebruikt en, gesteld dat dit nog enige Samsomtijd vergt, wat doen wij dan in de tussentijd met die bodemassen?

De heer Samsom (GroenLinks):

De deskundigencommissie heeft gesteld dat die duurzaam veilige afdichting kan worden ontworpen, maar goed moet worden getest. Tot op heden is dat niet gebeurd. Als dat wel gebeurd is, zal ik de eerste zijn om te zeggen dat die moet worden gebruikt.

Ik heb al gezegd dat ik met de staatssecretaris mee wil denken, maar niet wil skiën op een AVI-bult in Rotterdam. Ook wil ik dat het gebruikt wordt en niet wordt gestort. Het wordt nu wel een beetje gestort, maar dan alleen in bouwwerken die niet in de buurt van woonwijken en waterwingebieden liggen. Dan gebruiken wij de toepassing die de regering heeft voorgesteld en nemen wij niet het risico door vlakbij mensen of kwetsbare grondwateren met dit spul aan de slag gaan.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Als de motie wordt aangenomen, wat zal dat dan betekenen voor lokaties waarin al bodemassen zijn toegepast?

De heer Samsom (GroenLinks):

Voor bestaande lokaties jammer genoeg niets, want die kunnen niet meer worden afgegraven, maar de mensen in Maarsenbroek, waar anderhalf miljoen ton van deze slakken als het ware naast de deur dreigen te worden gestort, zullen weer opgelucht kunnen ademhalen, want dat zal daar dan niet gebeuren. Er zullen andere toepassingen moeten worden gezocht, maar die zijn er genoeg.

Staatssecretaris Van Geel:

Voorzitter. Het gaat hier om AVI-bodemassen die niet giftig zijn. Volgens Europese classificatie is het een niet gevaarlijke afvalstof. Het is geen chemisch afval of gevaarlijk afval volgens de Europese classificatie.

Natuurlijk kan het wellicht beter door een andere wijze van verbranding, maar ik heb al toegezegd dat wij met de desbetreffende verbranders en verwerkers zullen bespreken om dat proces te versnellen en om de eisen die eraan gesteld worden te verhogen.

Wij nemen met dit voorstel ondertussen dan geen gok? Neen, want deskundigen hebben bevestigd dat er bij een driedubbele afdichting verwaarloosbare risico's zijn voor uitloging. De deskundigen discussiëren nog wel over de vraag of je aanvullend via het ontwerpstadium duurzaam veilig kunt ontwerpen en wat daarvan de voor- en nadelen zijn. Als zodanig is een driedubbele afdichting echter veilig.

Stel dat onverhoopt in een zeer onwaarschijnlijke situatie toch problemen optreden, dan is het de vraag of ze herstelbaar zijn. Die situatie kan inderdaad nog worden hersteld, bijvoorbeeld door een bovenlaag opnieuw af te dichten dan wel door direct in de omgeving maatregelen te nemen en een verdere afwerking aan te brengen. Er is dus geen gevaar dat er in dit eventuele geval sprake is van een verdere uitstraling dan in de directe omgeving.

Als wij in de balans tussen primaire en secundaire grondstoffen ten onrechte het beeld oproepen dat er iets mis is met dit type bouwstoffen voor hergebruik, kan dit zeer negatieve gevolgen hebben voor het hergebruik. Zeker met deze bodemassen is dit onverdiend.

De heer Samsom (PvdA):

De staatssecretaris schetst een zeer onwaarschijnlijk scenario waarmee wij uit oogpunt van zorgvuldigheid toch rekening moeten houden. Vindt hij het dan niet raar dat hij spreekt over maatregelen die in de directe omgeving van het bouwwerk kunnen worden genomen, bijvoorbeeld de geluidswal van Maarsenbroek. Die maatregelen worden getroffen in of bij een woonwijk nadat daar al mensen naast hebben gewoond die uiteindelijk te horen hebben gekregen dat het toch niet goed zit. Wil de staatssecretaris de mensen opzadelen met die onrust of kiest hij ervoor om dit risico te vermijden en de bouwstoffen niet bij een woonwijk te gebruiken?

Staatssecretaris Van Geel:

Ik begon mijn redenering dat het hier om een niet gevaarlijke afvalstof gaat en mijn sluitstuk was dat in de theoretisch zeer onwaarschijnlijke omstandigheid dat maatregelen geboden zijn, die maatregelen ook kunnen worden genomen. Er is dus geen sprake van een onherstelbare situatie. De heer Samsom probeert een zeer theoretische mogelijkheid als een reëel scenario te presenteren. Dit is absoluut niet het geval. Ik heb die zeer theoretische mogelijkheid als het sluitstuk genoemd en volgens mij komen wij daaraan nooit toe, maar zelfs dan is er geen relatie met de woning van de burgers, want wij kunnen die situatie dan nog herstellen.

De heer Samsom (PvdA):

De staatssecretaris ontkent met kracht dat dit giftige stoffen zijn. Deze bouwstoffen zijn inderdaad niet per definitie giftig, maar de stoffen die erin zitten en die door regenwater kunnen uitlogen, zijn wel giftig. Dit is toch waar?

Staatssecretaris Van Geel:

Wij hebben liever niet dat metalen die uitlogen uit de bouwstoffen in het milieu terechtkomen. Het uitlogen van bepaalde elementen moet dan ook worden tegengegaan. Daarom zullen wij de maatregelen treffen die ik eerder heb toegelicht.

Samenvattend kom ik tot de conclusie dat ik deze motie moet ontraden, omdat zij in strijd is met het beleid dat wij hebben ingezet om op een verantwoorde en duurzame manier het hergebruik van secundaire bouwstoffen te verwezenlijken in relatie tot de discussie over primaire grondstoffen.

De heer Koopmans (CDA):

Zijn de wijze van gebruik, de manier van afdichten en de afstand tot het grondwater niet veel belangrijker dan het criterium in de motie, namelijk waar de stoffen worden toegepast?

Staatssecretaris Van Geel:

Dit is impliciet de consequentie van mijn redenering. Ik ga ervan uit dat de driedubbele afdichting door kleilagen, bitumen en folie de veiligheid biedt.

Mevrouw Van Velzen (SP):

De staatssecretaris ontraadt de motie, maar in het dictum ervan wordt eigenlijk alleen gevraagd om een garantie voor een duurzaam veilige toepassing. Dit wijst hij toch niet af? Ik neem aan dat hij zich ook geroepen voelt om de veiligheid te garanderen. Kan de staatssecretaris nog ingaan op dat element van de motie?

Staatssecretaris Van Geel:

In de motie wordt gesuggereerd – de heer Koopmans duidde daar al op – dat er risico's zijn voor de verschillende functies, natuur, wonen of anderszins. Ik ontken dat die risico's er zijn en dus voel ik niets voor het aanbrengen van een nadere differentiatie, waarmee ik impliciet zou aangeven dat er wel degelijk verschillende risico's zijn. Dat pad wil ik niet op.

De voorzitter:

Nu ontstaat er een soort AO-achtige sfeer waarin allerlei vragen worden gesteld. Als ik dat de een toesta, mag ik het de ander echter niet weigeren, dus ik geef het woord aan de heer De Krom.

De heer De Krom (VVD):

Is het de staatssecretaris bekend dat in een geluidswal in De Meern, ook aan de A12, AVI-as is toegepast en dat uit het onderzoek door het deskundigenoverleg bleek dat er geen schadelijke milieu- of gezondheidseffecten waren? Onderschrijft de staatssecretaris die conclusie?

Staatssecretaris Van Geel:

Ik ken het desbetreffende onderzoek niet. Tal van situaties zijn beoordeeld door een deskundigenoverleg, waarbij in een aantal situaties wel degelijk sprake was van problemen maar in andere situaties niet. Vervolgens is de Kamer met een brief van het ministerie van Verkeer en Waterstaat ervan in kennis gesteld dat er acties zullen worden ondernomen om maatwerk te leveren in de situaties waarin er wel problemen waren. De heer De Krom heeft gelijk dat er ook bij de enkelvoudige afwerking in een aantal gevallen geen problemen zijn ontstaan.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het eind van de vergadering te stemmen over de ingediende motie.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven