Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de interpellatie over winkelcriminaliteit, te weten:

- de motie-Eerdmans over explicitering van het Wetboek van Strafrecht ter zake van het optreden met gepast geweld ((28975, nr. 1);

- de motie-Eerdmans over een instructie aan het College van procureurs-generaal (28975, nr. 2);

- de motie-Eerdmans over spoedige uitvoering van het convenant winkelcriminaliteit (28975, nr. 3).

(Zie vergadering van 24 juni 2003.)

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Eerdmans stel ik voor, zijn moties (28975, nrs. 1 en 2) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De motie-Eerdmans (28975, nr. 3) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat winkelcriminaliteit een groot maatschappelijk probleem is;

van mening dat de afspraak nr. 2 uit het op 21 januari 2003 gesloten convenant tussen overheid en detailhandel betreffende aanstelling van een overvalcoördinator zo spoedig mogelijk gevolg moet krijgen;

verzoekt de regering, zo spoedig mogelijk te komen tot aanstelling van een overvalcoördinator,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 4 (28975).

In stemming komt de gewijzigde motie-Eerdmans (28975, nr. 4).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven