Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de behandeling van de wetsvoorstellen Onderzoeksraad voor veiligheid, te weten:

- de motie-Van der Staaij c.s. over een advies van de Raad van State over enkele amendementen (28634 (R1727), 28635, nr. 25).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

Wij zijn hiermee gekomen aan het einde van de stemmingen, maar ik vraag nog even uw geduld.

Geachte medeleden. Het parlementaire jaar valt niet samen met het kalenderjaar, maar ook niet met het schooljaar zoals sommigen wel eens denken. Eigenlijk zouden wij pas op de dag voor prinsjesdag, op 15 september a.s., mogen terugkijken. Wij zijn zelfs nog maar net weer begonnen met een normaal ritme van wetgeving en controle na de lange pauze door de demissionaire status van het kabinet en de kabinetsformatie. In alle eerlijkheid was die politieke pauze niet te beschouwen als ontspannend en velen van ons voelen ons toch net als veel andere Nederlanders, die in de zomer even aan iets anders willen denken dan tijdens de rest van het jaar. Nu is dat voor politici wellicht niet zo gemakkelijk, want de politiek is voor ons niet alleen een beroep, maar ook een roeping. Dat wordt in de zomer niet plotseling minder. Ik weet zeker dat sommigen van u nog vaak op het Binnenhof zullen verschijnen in de komende weken en dat u ook elders uw werk als volksvertegenwoordiger zult verrichten. Toch wens ik u allen enkele onbezorgde weken om straks, voor en na prinsjesdag, uw roeping nog beter te kunnen volgen.

Ik hoop daar zelf ook een bijdrage aan te kunnen leveren via enkele voorstellen tot verandering van onze werkwijze. Ik heb de Kamer gisteren bij de behandeling van de Raming ingelicht over het tijdschema dat ik nastreef. Omdat u daar natuurlijk niet allen bij kon zijn, zeg ik er nu ook kort iets over. Vorig jaar is in het Presidium een groot pakket aan ideeën voor de verandering van onze werkwijze besproken. Over een selectie daaruit, nog altijd zo'n veertig voorstellen, is sinds februari commentaar gevraagd van onder meer wetenschappers, oud-bewindslieden, oud-Kamerleden en, uiteraard op persoonlijke titel, enkele ervaren parlementaire journalisten. Ook heb ik daarover gesproken met acht nieuw gekozen Kamerleden en, in vele individuele gesprekken, met vele leden. Ten slotte heeft de commissie voor de Werkwijze in vier vergaderingen een verdere selectie gemaakt.

U kunt nu in september a.s. voorstellen verwachten tot wijziging van het Reglement van orde. Die voorstellen worden begeleid door twee brieven die daarmee verbonden zijn.

In één brief, van het Presidium, zal waarschijnlijk staan hoe onze werkwijze vooral wordt bepaald door de cultuur, zo u wilt door tradities, en niet zozeer door formele regels. Ik roep u ertoe op om u af en toe wat meer los te maken van die tradities. In een brief, die ik alleen voor mijn eigen verantwoordelijkheid aan u stuur, zal ik aangeven hoe ik als voorzitter daaraan een bijdrage zal leveren.

Ik keer snel terug tot de traditie van dit laatste uur voor het reces. In de eerste plaats wens ik de ministers, staatssecretarissen en hun ambtenaren toe dat zij deze zomer hun zinnen kunnen verzetten. Ik bedoel dat ook in letterlijke zin, want de minister-president heeft ons aangekondigd dat wij op prinsjesdag veel concrete plannen voorgelegd zullen krijgen, zodat wij vervolgens het normale ritme van wetgeving en controle gedurende enkele maanden zullen terugvinden.

Over de vertegenwoordigers van de media mag ik geen oordeel hebben, zelfs niet over de vraag of zij naast hun beroep ook een roeping hebben. Wel mag ik constateren dat zij, net als wij, een onstuimige tijd achter zich hebben en dat enige rust ook hen goed zal doen. Wij gunnen hun dat van harte.

Ik bedank alle categorieën van onze medewerkers, van de Kamer en van de fracties, voor het feit dat zij in die onstuimige periode gewoon hun kalmte hebben bewaard en hun werk deden. Hun inzet is voor ons zeer belangrijk geweest en wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.

(Grote bijval vanuit de zaal)

De voorzitter:

Na negentien VAO's, een plenaire afronding, een heropening en zojuist de stemmingen, is het voor vandaag wel mooi geweest. Ik hoop u allen eind augustus in deze zaal terug te zien. Velen van u zal ik ongetwijfeld daarvóór zien. Ik wens drie van onze vrouwelijke collega's daarbij in het bijzonder een goede zomer...

De heer Depla (PvdA):

Vier!

(Hilariteit)

De voorzitter:

Dat is in ieder geval weer een uitdaging voor de roeping van de pers!

Ik eindig met het noemen van één lid, en wel een nieuw lid, die daardoor verrast gaat worden – neen, niet de heer Leerdam, maar zijn naam komt nu wel in de Handelingen – te weten: de heer Heemskerk. De heer Heemskerk heeft iedere week een interview in het blad Carp. Ik lees dat altijd met veel plezier en velen doen dit met mij. In het laatste interview kreeg hij de volgende vraag voorgelegd: wanneer ben je er, voorlopig, vanaf? Antwoord, en kijkt u nu allen naar de klok: "donderdagnacht om halfvier, gok ik. Dat wordt dus nachtwerk. Veel mensen nemen voor die nacht een hotelkamer..."

De heer Van Heemst (PvdA):

Dat mocht zijn vrouw niet weten!

(Hilariteit)

De voorzitter:

"...maar ik heb al een slaapplaats bij mijn vader gereserveerd. Vindt ie leuk! Ik weet nu al dat hij dan, om halfvier vannacht, met een goed glas wijn op mij zit te wachten."

Via de draadomroep zeg ik: mijnheer Heemskerk senior, trekt u de fles maar vast open, want hij is over een kwartiertje thuis.

Ik wens u allen een goed reces.

Sluiting 21.58 uur

Naar boven