4 Politie

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 7 april 2011 over de politie.

De heerDibi (GroenLinks):

Voorzitter. Allereerst heb ik een motie over de politiesterkte.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat politieaspiranten bij de operationele politiesterkte gerekend worden, waardoor een onjuist beeld ontstaat omdat zij slechts voor 40% van het politiewerk inzetbaar zijn;

verzoekt de regering, de heroverwogen politie-inzet per korps te corrigeren door politieaspiranten afzonderlijk te vermelden en de Kamer daarover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dibi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 248 (29628).

De heerDibi (GroenLinks):

Dan heb ik een motie over de grote steden en de daling van de politiesterkte.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de politiecapaciteit heroverwogen wordt, waardoor de grote steden politie-inzet moeten inleveren;

overwegende dat door een dalende politiecapaciteit in grote steden risico's ontstaan rond veiligheid en criminaliteit;

verzoekt de regering, de voorgestelde verdeling van politiecapaciteit ten aanzien van de grote steden te heroverwegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dibi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 249 (29628).

De heerDibi (GroenLinks):

De laatste motie is geïnspireerd door een aangenomen CDA-resolutie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er in het regeerakkoord staat dat er 500 fulltime dierenpolitieagenten moeten komen;

overwegende dat de Dierenbescherming twijfels heeft bij dit hoge aantal voltijds dierenpolitieagenten;

overwegende dat er andere maatschappelijke zaken bestaan die nu een hogere prioriteit verdienen;

verzoekt de regering, te onderzoeken hoeveel dierenpolitieagenten Nederland daadwerkelijk nodig heeft en wat hun takenpakket zou moeten zijn en aan de hand van deze uitkomsten het aantal van 500 voltijds dierenpolitieagenten te heroverwegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dibi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 250 (29628).

De heerMarcouch (PvdA):

Voorzitter. Mede namens collega Kuiken stel ik de volgende moties voor.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat steeds meer gemeenten ertoe overgaan, breed inzetbare toezichthouders aan te stellen die ook een brede handhavingsbevoegdheid hebben;

overwegende dat ontevredenheid over de capaciteit van de politie en de mogelijkheden voor de gemeente om de prioriteiten van de politie te bepalen, de trend om toezichthouders aan te stellen, kunnen versnellen;

overwegende dat het een goede zaak is, toezichthouders met opsporingsbevoegdheid aan te stellen naast de politieagenten en niet in plaats van hen;

roept de regering op, te onderzoeken hoeveel toezichthouders er zijn, de aard van hun inzet en de daarmee gemoeide kosten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Marcouch en Kuiken. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 251 (29628).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering voornemens is, aspirant-agenten geen salaris meer te geven;

overwegende dat dit in strijd is met de afspraken die met de bonden zijn gemaakt;

overwegende dat dit mensen en met name zijinstromers zal belemmeren om bij de politie te gaan werken;

roept de regering op, het salaris voor aspirant-agenten te behouden conform zoals dit met de bonden is afgesproken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Marcouch en Kuiken. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 252 (29628).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de eerste inschattingen van de kosten van een nieuw ICT-systeem bij de politie uitgaan van een investering van 60 mln.;

overwegende dat de begroting van de politie toch al een tekort kent van 40 mln.;

overwegende dat uit het normkostenonderzoek blijkt dat de huidige begroting nodig is om de gewenste operationele sterkte te kunnen bekostigen;

roept de regering op, ervoor te zorgen dat investeringen in een nieuw ICT-systeem en het huidige tekort niet ten Iaste zullen komen van de begroting van de politie,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Marcouch en Kuiken. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 253 (29628).

De heerÇörüz (CDA):

Voorzitter. Ik dien een motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het onderzoek van de Rijksauditdienst (RAD) naar beloningen, toelagen en declaraties heeft aangetoond dat politiemedewerkers in 2008 en 2009 vergoedingen hebben ontvangen die niet in overeenstemming zijn met de regelgeving;

constaterende dat de regering eind 2009 de Kamer heeft toegezegd tot nieuwe regels te komen aangaande de beloning en arbeidsvoorwaarden van de politietop;

overwegende dat het wenselijk is, te komen tot een passend beloningsniveau voor de politietop, gerelateerd aan de maximale beloningsgrenzen binnen de overheid;

verzoekt de regering, zo spoedig mogelijk te komen met een voorstel voor een compact arbeidsvoorwaardenbeleid voor de politietop met zo min mogelijk losse inkomenscomponenten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Çörüz, Hennis-Plasschaert en Brinkman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 254 (29628).

MinisterOpstelten:

Voorzitter. De motie op stuk nr. 248 gaat over de politiesterkte. Ik heb vrij duidelijk aangegeven in het politie-AO van 7 april dat er met mijn voorganger in 2009 een duidelijke afspraak is gemaakt over de politiesterkte en de definitie daarvan. Op basis daarvan was ook de opstelling ingecalculeerd wat aspiranten betreft: 40%. Aspiranten zijn natuurlijk ook tijdelijk aspirant, want ze worden daarna gewoon diender. De motie is in strijd met afspraken die met de Kamer zijn gemaakt, zodat ik haar moet ontraden.

De motie op stuk nr. 249 van de heer Dibi gaat over de grote steden. Ik denk dat ik duidelijk in de brief heb aangegeven hoe het met de herverdeling van de sterkte is gegaan, in een uitgebreid, meerjarig, zorgvuldig verlopen proces. Ik ben daarbij in overleg getreden met alle korpsbeheerders. Daarin is natuurlijk de lijn gehanteerd dat er een kleine verschuiving heeft plaatsgevonden van een aantal korpsen in de Randstad gelegen naar de rest van het land. Ik denk dat dat een goede lijn is geweest, waardoor de beschikbaarheid van de politie is verzekerd in het hele land. Ik moet dus ook deze motie ontraden.

De motie op stuk nr. 250 van de heer Dibi gaat over de dierenpolitie. Geen twijfel, ook omdat ik een- en andermaal duidelijk ben geweest in deze Kamer: de dierenpolitie is noodzakelijk in ons land. We hebben daarvoor sterkte gereserveerd, namelijk 500 politiemensen. Ik zal binnenkort – dat is de Kamer niet onbekend – met een brief daarover komen, samen met de staatssecretaris van ELI. Het is dus niet meer nodig om te onderzoeken hoeveel er nodig zijn: het zullen er 4 maal 125 worden, wat ook uit de brief zal blijken. Ook deze motie moet ik dus ontraden.

De heer Marcouch heeft op stuk nr. 251 een motie ingediend. Ik zeg hem toe dat ik zal uitvoeren wat in de motie staat. We hebben hier een- en andermaal over gesproken. Het is voor ons ook interessant om te doen: ten eerste om te zien hoeveel het er zijn, en ten tweede om te zien waarvoor de toezichthouders in gemeentelijke dienst, de boa's, dienen. Misschien is de heer Marcouch bereid zijn, de motie in te trekken. Ik zeg toe dat ik ga doen wat daarin staat.

Devoorzitter:

Mijnheer Marcouch, trekt u de motie in?

De heerMarcouch (PvdA):

Ik ben blij met de toezegging, maar ik wil de motie aanhouden. Is dat goed? Dan wachten we het onderzoek gewoon af.

MinisterOpstelten:

Ja, kijk ... Dat kan, oké, dan wacht u even de resultaten af.

Devoorzitter:

Op verzoek van de heer Marcouch en mevrouw Kuiken stel ik voor, hun motie (29628, nr. 251) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

MinisterOpstelten:

Voorzitter. Ik kom toe aan de motie van de heer Marcouch en mevrouw Kuiken op stuk nr. 252. Ik dacht dat volstrekt helder is wat wij daar aan het doen zijn: aspirant-agenten krijgen geen salaris, dat is duidelijk. Daarover mag geen misverstand bestaan. Er is ook geen enkele indicatie, integendeel zelfs, dat dat een belemmering zou betekenen voor mensen om bij de politie te solliciteren. Er zijn benchmarks over gemaakt, waaruit blijkt dat de politie een enorm populaire en geziene – het laatste is natuurlijk ook belangrijk – werkgever is. Ook die motie moet ik dus ontraden.

Ik kom toe aan de motie op stuk nr. 253, over de ICT. Ik sta op het punt om ten aanzien van de ICT het beheer over te nemen van de korpsbeheerders. Er komen daarover rapporten, onder andere van de accountant van de korpsbeheerders en van onze eigen departementale accountantsdienst. Ik zal de Kamer die rapporten doen toekomen. Ik zal daarbij aangeven wat mijn prioriteiten zijn ten aanzien van risico's. Vervolgens zal de Algemene Rekenkamer een rapport uitbrengen. Daarover is met de Kamer gesproken, waarbij de vraag aan de orde kwam of we op dezelfde lijn zitten wat betreft de opdracht van de Rekenkamer. Ik wil daar nu niet op vooruitlopen. Tegen die achtergrond ontraad ik aanvaarding van deze motie.

Dan kom ik bij de motie van de heer Çörüz c.s. op stuk nr. 254. Deze motie is precies in lijn met wat wij nu aan het doen zijn, zoals ik de Kamer heb geïnformeerd. Ik zal kort samenvatten wat de bedoeling is. Na het overleg met de politiebonden zal ik bepalen wat de inzet is. Ik moet ook overleg plegen met de nu formeel verantwoordelijken, de korpsbeheerders. Ik kan toezeggen dat deze motie zal worden uitgevoerd en dat ik de Kamer voor het zomerreces zal informeren over de werkgeversinzet voor het overleg met de bonden. Ik laat het daarom graag aan de Kamer over of men deze motie wil ondersteunen. Het is in ieder geval ondersteuning van het beleid dat wij voeren.

De beraadslaging wordt gesloten.

Devoorzitter:

Stemming over de moties vindt plaats bij de eindstemming.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven