10 Roteb

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 april 2011 over de werkgelegenheidssituatie bij de sociale werkvoorziening (Roteb).

De heerUlenbelt (SP):

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de sociale werkplaats Roteb in Rotterdam voornemens is om tijdelijke contracten van SW-geïndiceerden per 1 juni 2011 niet te verlengen en deze mensen hierdoor werkloos thuis komen te zitten;

constaterende dat de verantwoordelijke wethouder in de gemeenteraad de toezegging heeft gedaan dat deze tijdelijke contracten in ieder geval tot 1 januari 2012 worden verlengd, maar onduidelijk is op welke wijze dit geregeld wordt;

constaterende dat er met spoed een einde moet komen aan de onduidelijke en verwarrende situatie voor deze mensen;

verzoekt de regering om in overleg met de gemeente Rotterdam tot een oplossing te komen, zodat deze medewerkers bij de Roteb in Rotterdam definitief aan het werk kunnen blijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ulenbelt en Hamer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 66 (29817).

De heerUlenbelt (SP):

Ik dien nu mijn tweede motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de bezuinigingen bij de sociale werkplaatsen vergaande gevolgen hebben voor de werknemers;

verzoekt de regering, te garanderen dat de huidige mensen met een WSW-indicatie die in de WSW werken, hun baan behouden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ulenbelt en Hamer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 67 (29817).

StaatssecretarisDe Krom:

Voorzitter. In de motie-Ulenbelt op stuk nr. 66 wordt de regering verzocht om in overleg met de gemeente Rotterdam te treden om tot een oplossing te komen, zodat de medewerkers bij de Roteb in Rotterdam definitief aan het werk kunnen blijven. In het algemeen overleg heb ik reeds uitvoerig de verantwoordelijkheden van de regering geschetst en ook precies aangegeven welke verantwoordelijkheden het lokale bestuur heeft. Deze discussie hoort thuis in de gemeente Rotterdam. Die discussie moet gevoerd worden tussen de betreffende, verantwoordelijke wethouder en de gemeenteraad. Om die reden moet ik de aanname van deze motie ontraden.

In zijn tweede motie op stuk nr. 67 verzoekt de heer Ulenbelt de regering om te garanderen dat de huidige mensen met een WSW-indicatie die in de WSW werken, hun baan behouden. Dit is ongeveer een kopie van een motie die mevrouw Hamer van de Partij van de Arbeid een aantal weken geleden heeft ingediend. Die motie had dezelfde strekking en destijds heb ik gezegd dat het dictum veel te ruim is. Ditzelfde oordeel spreek ik nu ook uit over het dictum van deze motie. Bovendien is de motie overbodig, omdat wij hebben aangegeven dat het regeringsbeleid niets verandert aan de rechten en plichten van mensen met een WSW-indicatie die nu in WSW-bedrijven werken. De motie is dus overbodig en ik moet de aanname ervan om die reden dan ook ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

Devoorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor zijn oordeel over de moties. Over de moties wordt vanavond bij de eindstemmingen gestemd.

De vergadering wordt van 15.37 uur tot 15.45 uur geschorst.

Naar boven