6 Herdenking

Aan de orde is de herdenking naar aanleiding van het overlijden van de heer M. van der Stoel.

Devoorzitter:

Ik heet de familieleden van de heer Max van der Stoel, de minister-president en de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van harte welkom. Ik verzoek de leden en de mensen op de publieke tribune om te gaan staan, voor zover zij daartoe in staat zijn.

Waarde medeleden. Vandaag herdenken wij dr. Max van der Stoel, oud-lid van deze Kamer, oud-minister en oud-staatssecretaris van Buitenlandse Zaken en minister van staat. Max van der Stoel overleed zaterdag 23 april in de leeftijd van 86 jaar.

Hij was in vier perioden lid van de Tweede Kamer voor de Partij van de Arbeid: van 5 juni 1963 tot 22 juli 1965, van 23 februari 1967 tot 11 mei 1973, van 8 juni 1977 tot 8 september 1977 en van 16 januari 1978 tot 11 september 1981; een alleszins respectabele staat van dienst in dit huis. Verder was hij lid van de Eerste Kamer en van het Europees Parlement. Zijn grootste wapenfeit als volksvertegenwoordiger was het grondige, vernietigende rapport over het Griekse kolonelsregime dat hij in mei 1968 aanbood aan de Raad van Europa. Dat rapport vormde de opmaat tot de val van dat verfoeilijke regime.

Daar heeft hij hartstochtelijk voor gestreden. Toen hij in november 1968 een motie over Griekenland indiende, benadrukte hij dat hij dit niet deed, en ik citeer: "uit de soms naar voren komende Nederlandse behoefte om zich met elk internationaal probleem waar dat ook speelt, betweterig in te laten. Dat is een neiging, die in Nederland wel eens naar voren komt, ook in deze Kamer, maar ik geloof dat dit wel wat dieper gaat. Ik doe dit in de overtuiging, dat wij in Griekenland voor een zeer ernstige potentiële crisissituatie staan of, anders gezegd, dat er een heel reëel risico is, dat Griekenland vroeger of later afglijdt naar een burgeroorlog, met alle ontstellende consequenties van dien, in de eerste plaats voor het Griekse volk zelf, maar ook voor de NAVO." Aldus Max van der Stoel.

Hij kruiste vaak de degens met de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, Joseph Luns. Soms met onderkoelde humor. Toen de bewindsman verklaarde dat hij tot diep in de nacht had doorgewerkt om een antwoord voor te bereiden, reageerde Van der Stoel met de opmerking dat hij daarbij blijkbaar een wat zwarte bril had opgehad.

In de Tweede Kamer was hij voorzitter en ondervoorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken. Daarnaast was hij van 14 februari 1968 tot maart 1969 voorzitter van de bijzondere commissie voor het wetsontwerp Goedkeuring inzake gebruik van de kosmische ruimte, gericht op het verbieden van kernproeven in de dampkring.

Hij deed zijn werk als parlementariër op dezelfde manier als hij in al zijn functies opereerde: integer, bedachtzaam en vasthoudend. Die laatste eigenschap bracht hem wel eens in conflict met zijn eigen fractie. Dat leidde een enkele keer tot afwijkend stemgedrag; hij stemde zelfs tegen een motie van een partijgenoot. Hij had ook grote reserves bij de vernieuwingsdrift in zijn partij zoals die gestalte kreeg in Nieuw Links.

Max van der Stoel zal in de geschiedenis niet in de eerste plaats als parlementariër voortleven. Wij zullen ons deze bijzondere man vooral herinneren als een onvermoeibare voorvechter van de mensenrechten in de wereld, als Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, maar daarna in de vele internationale functies die hij na zijn Haagse politieke loopbaan had. Wat hij in zijn lange en rijke loopbaan heeft bereikt, verdient groot respect en grote waardering. Voor de buitenwacht bleef hij altijd beheerst en gereserveerd. Maar binnenskamers kon hij zich enorm opwinden over onrecht en onmenselijkheid. Van die oprechte betrokkenheid hebben mensen in de hele wereld geprofiteerd.

Wij herdenken vandaag een man die meer was dan alleen politicus en diplomaat. Hij was ook echtgenoot, vader en grootvader. Ik heb voorafgaande aan deze vergadering met kinderen en kleinkinderen gesproken. In dat gesprek is het beeld bevestigd dat Max van der Stoel in alle opzichten een bijzonder mens was. Het is goed dat zij dit vandaag, bij al het verdriet dat zijn overlijden bij hen teweeg heeft gebracht, in deze zaal nog eens bevestigd zien.

Vandaag gaan onze gedachten uit naar hen en overige familieleden, naar alle mensen die hem dierbaar waren, en naar al die vele duizenden onbekende mensen voor wie hij altijd dierbaar zal blijven.

Ik geef nu het woord aan de minister-president.

MinisterRutte:

Zo ingetogen en bescheiden als Max van der Stoel was, zo uitgebreid en bloemrijk werd hij in de afgelopen dagen herdacht. In on-Nederlands grote woorden werden zijn kwaliteiten en karakter belicht en zijn prestaties en ook zijn principes geroemd. Die superlatieven zijn meer dan terecht. Max van der Stoel vervulde bijna een halve eeuw een beeldbepalende en beslissende rol in de nationale, maar ook in de internationale arena. Als volksvertegenwoordiger in de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en het Europees Parlement maakte hij vaak het verschil. Als staatssecretaris, als minister van Buitenlandse Zaken en als minister van staat droeg hij bij aan de kwaliteit van het Nederlandse openbaar bestuur. Maar zijn grote talenten kwamen toch echt het meest tot uitdrukking als diplomaat, als Permanent Vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties en als Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa.

De wereld was zijn thuis. Daar lag zijn hart. Daar lag ook zijn kracht. Over zijn internationale oriëntatie zei hij zelf 36 jaar geleden: "Veel politici zijn steeds minder bereid tot internationalisme, maar we kunnen onze problemen niet op eigen kracht oplossen. We zullen dat in breder, internationaal verband moeten doen, ook al betekent dat een offer van eigen nationale inzichten. Hoe in deze chaotische wereld toch nog iets tot stand te brengen, zodat de wereld wat veiliger wordt en wat minder arm hier en daar, dat is eigenlijk hoe ik ertegen aankijk, heel simpel gezegd." Dat zei hij in NRC Handelsblad van 30 april 1975.

In deze uitspraak klinkt ook iets door van de Max van der Stoel die vooral resultaatgericht was. Zo kwam hij ook over in het tv-interview met Frans Timmermans van afgelopen zondag in het programma Nieuwsuur. Hij kwam als minister met een kater terug uit Brussel als men daar op een topconferentie niet was opgeschoten en hij hield er niet van als een overleg eindigde met het formuleren van goede voornemens. Hij wilde resultaten, hij wilde dingen tot stand brengen en hij wilde meedenken over het oplossen van een probleem of een conflict.

Daarbij hoefde hij zelf niet in de schijnwerpers te staan. In de nadagen van zijn carrière, die tot voorbij zijn 80ste duurde, formuleerde hij het zo: "Ik heb altijd geprobeerd mijn publieke optreden ondergeschikt te maken aan het belang van de zaak. Dat klinkt allemaal braaf en mooi, maar mij ging het vooral om de effectiviteit." En, zo kan ik eraan toevoegen, effectief was Max van der Stoel. In alle stilte en discretie, zonder zwier en theater. Onkreukbaar en onberispelijk. Behoedzaam en bescheiden. Oerdegelijk en goudeerlijk. En sober, zelfs als hij soms, heel soms, publiekelijk blijk gaf van zijn onderkoelde humor. Zo zei hij eens, met het gevoel voor understatement dat een rasdiplomaat kenmerkt: "Ik ben niet het prototype van een extraverte figuur."

Journalist Van Wijnen schreef in februari 1985 in Het Parool dat, om resultaten te boeken in de internationale diplomatie, de boodschapper alle onderdelen van de diplomatieke tienkamp moet beheersen. En dat deed Max van der Stoel. Hij was zelfs een uitmuntend diplomatieke tienkamper, de koning van de nuance en het compromis. Zelf noemde hij zich een "preventief diplomaat", iemand die het signaleert als er iets broeit en probeert te voorkomen dat er een uitslaande brand ontstaat. Hij heeft, zo kunnen we inmiddels vaststellen, wereldwijd heel wat brandjes voorkomen en geblust.

Rode draad in zijn werk en leven was zijn strijd voor de menselijke waardigheid. Onderdrukten, daklozen, minderheden en vluchtelingen konden rekenen op Max van der Stoel, 24 uur per dag, 7 dagen in de week, jaren en jaren achtereen. Zijn werklust en gedrevenheid zijn legendarisch en ongeëvenaard. Die gedrevenheid kwam voort uit zijn eigen ervaringen. Hij was een tiener toen in Nederland de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Hij zei daarover in 1996: "De strijd tegen het onrecht was in mijn leven allesoverheersend. Mijn eigen oorlogservaringen hebben mij daarbij gestempeld. Ik was net oud genoeg om me te realiseren wat er aan onrecht aan het rechteloos geworden Nederlandse volk werd bedreven."

De strijd van Max van der Stoel tegen rechteloosheid en mensenrechtenschendingen is nu voorbij. Het is aan anderen om de handschoen op te pakken. Laat voor hen Max van der Stoel een lichtend voorbeeld zijn. Hij was een mooi en een groot man. Nederland zal hem missen. De wereld zal hem missen. Wij gedenken hem in grote dankbaarheid en met het diepste respect. Namens het kabinet wens ik zijn kinderen, zijn kleinkinderen en verdere familie en vrienden veel kracht toe bij de verwerking van dit grote verlies.

(De aanwezigen nemen enkele minuten stilte in acht.)

Devoorzitter:

De familie gaat nu naar het ledenrestaurant. Als u dat wilt, kunt u hen daar condoleren.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Devoorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Naar boven