15 Tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 19 april 2011 over de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten.

De heerVan Gerven (SP):

Voorzitter. Ik dien drie moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de huidige WTCG een zeer ingewikkelde regeling is waarbij een substantiële groep mensen ten onrechte geen of ten onrechte wel een tegemoetkoming krijgt, waardoor het draagvlak voor deze wet wordt ondermijnd;

overwegende dat een aftrekregeling op maat beter beantwoordt aan het doel om mensen met een chronische ziekte of een handicap tegemoet te komen in de extra kosten die ze daadwerkelijk maken vanwege hun beperking;

spreekt de wenselijkheid uit, de WTCG te vervangen door een fiscale regeling voor extra kosten ten gevolge van een chronische ziekte of een handicap;

verzoekt de regering, hiervoor met een voorstel te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gerven en Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 44 (31706).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ondanks de invoering van verbeteringen voor een juiste afbakening van de groep die in aanmerking hoort te komen voor een tegemoetkoming in het kader van de WTCG, er aan het einde van dit jaar nog een groep van circa 40.000 mensen met een chronische aandoening of handicap overblijft, waaronder mensen met een auditieve of visuele beperking of een zeldzame aandoening, die ten onrechte geen tegemoetkoming ontvangt;

overwegende dat door alle huisartsen in Nederland te vragen, aan te geven welke mensen tot die doelgroep behoren, na toestemming van betrokkenen deze groep goed valt te traceren;

constaterende dat dekking voor een tegemoetkoming aan deze groep kan worden gevonden in de besparingen op de uitgaven aan dieetkosten en/of een verlenging van het fysiotherapiecriterium naar twee jaar;

verzoekt de regering, de groep die ten onrechte buiten de boot valt via de huisarts op te sporen, zodat die ook nog dit jaar een tegemoetkoming kan krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gerven en Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 45 (31706).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat nieuwe kostenoverschrijdingen in de zorg niet vallen uit te sluiten;

van mening dat het uit oogpunt van zorgvuldigheid, continuïteit en menselijke gelijkwaardigheid niet wenselijk is te korten op de tegemoetkomingen in het kader van de WTCG;

spreekt uit dat eventuele besparingen niet gezocht moeten worden in het budget bestemd voor de WTCG,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gerven en Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 46 (31706).

MevrouwWiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Namens de fractie van de ChristenUnie dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bij de afbakeningscriteria voor de WTCG geen rekening wordt gehouden met het inkomen van chronisch zieken en gehandicapten;

overwegende dat dit betekent dat er chronisch zieken en gehandicapten zijn die zelf ervaren dat ze overbodig een tegemoetkoming krijgen op basis van de WTCG;

overwegende dat in deze tijd van bezuinigingen projecten ten behoeve van het verbeteren van de kwaliteit van leven voor chronisch zieken en gehandicapten lastig gefinancierd kunnen worden;

verzoekt de regering, in de beschikking algemene tegemoetkoming WTCG een alinea op te nemen met daarin een keuzemogelijkheid om het bedrag niet te ontvangen;

verzoekt de regering tevens, de som van de niet-uitgekeerde bedragen te investeren in een bestaand fonds ten behoeve van het verbeteren van de kwaliteit van leven voor chronisch zieken en gehandicapten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wiegman-van Meppelen Scheppink, Klijnsma en Voortman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 47 (31706).

MevrouwDijkstra (D66):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat met de uitvoering van het Besluit chronisch zieken en gehandicapten door de zorgaanbieders, de zorgverzekeraars, de indicatiestellingsorganen enerzijds en het CAK anderzijds, de gegevensverstrekking van chronisch zieken en gehandicapten geheel dient te geschieden conform de Wet bescherming persoonsgegevens, artikel 9;

overwegende dat onvoldoende duidelijk is hoe in dit kader artikel 5 WTCG, lid 2, geïnterpreteerd moet worden;

overwegende dat hierdoor het risico blijft bestaan dat privacygevoelige gegevens over chronisch zieken en gehandicapten op straat komen te liggen;

verzoekt de regering om de gegevensverstrekking bij de uitvoering van het Besluit chronisch zieken en gehandicapten te laten toetsen door het College bescherming persoonsgegevens en de resultaten hiervan te verstrekken aan de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dijkstra en Voortman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 48 (31706).

MevrouwKlijnsma (PvdA):

Voorzitter. Ik dien de volgende moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er chronisch zieke en gehandicapte mensen zijn die, ondanks dat zij met hoge meerkosten geconfronteerd worden, geen aanspraak kunnen maken op een tegemoetkoming op basis van de WTCG;

overwegende dat er onder deze groep mensen velen zijn die van een krappe beurs rond moeten komen en die de tegemoetkoming hard nodig hebben;

verzoekt de regering om een coulanceregeling per 1 januari 2012 in het leven te roepen voor chronisch zieke en gehandicapte mensen die wel de meerkosten maken, maar niet in aanmerking komen voor de tegemoetkoming;

verzoekt de regering tevens om de onafhankelijke Bezwaar- en Adviescommissie (BAC) die in het leven is geroepen naar aanleiding van de motie-Klein Breteler met de uitvoering van deze coulanceregeling te belasten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Klijnsma, Voortman en Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 49 (31706).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de minister voornemens is om met verbetervoorstellen voor de WTCG te komen;

overwegende dat uit het rapport-Linschoten duidelijk wordt dat bepaalde groepen waaronder blinde en visueel gehandicapte mensen, mensen met een auditieve stoornis en bijvoorbeeld mensen met een zeldzame aandoening, niet worden bereikt;

verzoekt de regering om nog dit jaar het inzicht dat verkregen is op basis van het rapport-Linschoten te benutten en de in het rapport aangewezen groepen dit jaar van een tegemoetkoming te voorzien,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Klijnsma, Voortman en Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 50 (31706).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er onder de groep chronisch zieken en gehandicapten veel mensen zijn die hoge meerkosten maken en die van een krappe beurs rond moeten komen;

overwegende dat de minister binnen afzienbare tijd een besluit neemt over de toekomst van de WTCG en over het doorontwikkelen van de criteria;

verzoekt de regering om bij dat besluit ten minste uit te gaan van het budget dat nu wordt gebruikt voor de uitvoering van de regeling en ten minste dit budget beschikbaar te houden voor tegemoetkoming aan chronisch zieke en gehandicapte mensen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Klijnsma, Voortman en Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 51 (31706).

MinisterSchippers:

Voorzitter. Ik begin direct met mijn reactie op de moties. De eerste motie, van de heer Van Gerven en mevrouw Leijten, moet ik ontraden. Wij hadden een fiscale regeling, die we niet voor niets hebben aangepast. De regeling die we nu hebben, is ook niet ideaal. Daarom ga ik kijken of we dit niet scherper, meer gefocust en beter kunnen doen. In deze motie wordt hierop echter vooruitgelopen en daarom wil ik deze ontraden.

In de tweede motie wordt het kabinet verzocht de groep die ten onrechte buiten de boot valt via de huisarts op te laten sporen. Dit is een enorme administratieve last, die ook enorme kosten met zich meebrengt. We moeten bekijken wat de huisarts heeft opgespoord en of dit niet heel divers is en voldoet aan de criteria. Met andere woorden, de huidige regeling is juist zo goed omdat er met weinig lasten heel veel geld naar de mensen toe kan. Als we deze regeling invoeren of regelingen die in andere moties worden genoemd, zoals de coulanceregeling, krijgen we grote uitvoeringslasten en is er minder geld voor de mensen. Ik wil gewoon jaarlijks de regeling verbeteren en aanscherpen. Daarom ontraad ik deze motie.

In de derde motie wordt geschreven dat eventuele besparingen niet moeten worden gezocht in het budget dat is bestemd voor de WTCG. Wij hebben grote financiële problemen. Ik wil niet op de oplossing daarvan vooruitlopen. Daarom ontraad ik deze motie.

In de vierde motie, van mevrouw Wiegman c.s., wordt de regering verzocht de som van de niet-uitgekeerde bedragen te investeren in een bestaand fonds. Ik vind deze motie sympathiek. Hieraan zijn wel administratieve lasten verbonden. Het is niet kosteloos, maar toch wil ik het oordeel aan de Kamer overlaten.

De vijfde motie is van mevrouw Dijkstra en mevrouw Voortman. In deze motie wordt de regering verzocht het College bescherming persoonsgegevens te laten kijken naar deze regeling. Dat is al gebeurd. Alle wet- en regelgeving in het kader van de WTCG is getoetst door het college. Volgens mij is deze motie dus overbodig.

In de zesde motie wordt gevraagd om een coulanceregeling. Ik heb hierover al iets gezegd. De charme van de huidige regeling is dat zo veel mogelijk geld naar de mensen gaat. Coulanceregelingen maken een dergelijke regeling ingewikkeld en dus duurder. Er gaat dan meer geld naar benen onder het bureau. Daarom wil ik de motie ontraden.

Voor de zevende motie geldt eigenlijk hetzelfde. Ik wil deze ook ontraden. Ik wil deze regeling verbeteren, aanpassen en misschien samenvoegen met een andere regeling, met als doel deze regeling stapsgewijs beter te maken. Ik wil de regeling niet belasten met terugkijken en het toekennen van uitkeringen met terugwerkende kracht.

Dan de achtste motie, die vraagt om in ieder geval uit te gaan van het beschikbaar houden van het budget van de WTCG. Wij hebben, zoals ik net al zei, grote financiële problemen. Ik wil daarop niet vooruitlopen. Ook deze motie ontraad ik.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven