11 Tewerkstellingsvergunningen

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 28 april 2011 over de afgifte van tewerkstellingsvergunningen.

Devoorzitter:

Dit VAO is aangevraagd door de heer Van Hijum. Ik geef hem als eerste het woord. Zoals u weet, hanteren wij het onaangename kerstregime. U kunt alleen maar moties indienen.

De heerVan Hijum (CDA):

Voorzitter. Ik beperk mij tot het indienen van de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ondernemers in de land- en tuinbouw momenteel worden geconfronteerd met een scherpere toetsing van wervingsinspanningen door het UWV bij de beoordeling van aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen voor werknemers uit Roemenië en Bulgarije;

overwegende dat UWV en LTO begin 2010 over de personeelsvoorziening in de land- en tuinbouw afspraken hebben gemaakt in een plan van aanpak, die nu eenzijdig en vlak voor het oogstseizoen door het UWV zijn gewijzigd;

verzoekt de regering, het UWV op te dragen om aanvragen voor een werkvergunning in de land- en tuinbouw in elk geval tot 1 juli 2011 te toetsen conform de afspraken die in 2010 zijn gemaakt in het plan van aanpak personeelsvoorziening land- en tuinbouw;

verzoekt de regering voorts om in overleg te treden met LTO over de uitwerking van de ambitie om het aantal tewerkstellingen in de land- en tuinbouw verder terug te dringen ten gunste van uitkeringsgerechtigden, en de Kamer voor 1 juli 2011 over de uitwerking te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Hijum, Azmani, Ortega-Martijn en Koşer Kaya. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 120 (29407).

De heerAzmani (VVD):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ondernemers in de land- en tuinbouw momenteel worden geconfronteerd met een scherpere toets van wervingsinspanningen door het UWV bij de beoordeling van aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen voor werknemers uit Roemenië en Bulgarije;

constaterende dat vanaf 1 juli 2011 het streven van de minister is, de afgifte van het aantal tewerkstellingsvergunningen tot het uiterste te beperken, waarbij het uitgangspunt is dat er gekeken wordt naar het Nederlands arbeidsaanbod en vervolgens naar het arbeidsaanbod binnen de EU;

constaterende dat het sinds jaar en dag al problematisch is om Nederlandse uitkeringsgerechtigden aan het werk te krijgen in de land- en tuinbouwsector;

overwegende dat alles op alles moet worden gezet om uitkeringsgerechtigden die kunnen werken ook daadwerkelijk aan de slag te krijgen en dat werk in de land- en tuinbouw "passend werk" is;

verzoekt de regering, in overleg met het UWV, de gemeenten en LTO te bevorderen dat meer werklozen worden ingezet voor seizoensarbeid in de land- en tuinbouw, en daartoe belemmeringen op te heffen en sancties aan te scherpen, zoals het intrekken van een uitkering wanneer er sprake is van werkweigering, en verzoekt over de voortgang hiervan de Kamer voor 1 juli te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Azmani, Van Hijum en Ortega-Martijn. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 121 (29407).

De heerKlaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland een Europese lidstaat is met vrij verkeer van werknemers;

van mening dat in Europa een gelijk speelveld gecreëerd moet worden waardoor concurrentie op arbeidsvoorwaarden niet meer mogelijk is;

verzoekt de regering om met sociale partners en de Arbeidsinspectie om tafel te gaan om te komen tot een inspectieketen om concurrentie op arbeidsvoorwaarden een halt toe te roepen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Klaver. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 122 (29407).

MevrouwKoşer Kaya (D66):

Voorzitter. Ik heb de motie van de heer Van Hijum medeondertekend, omdat deze motie een piepklein stapje vooruit betekent. Ik dien zelf een motie in die nog wat verder gaat.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in 2014 op grond van de toetredingsverdragen vrij verkeer van werknemers geldt voor Bulgarije en Roemenië;

constaterende dat Roemenen en Bulgaren vanaf dat moment geen tewerkstellingsvergunningen meer nodig hebben;

constaterende dat de regering voor de tussenliggende drie jaar de eisen voor tewerkstellingsvergunningen voor deze landen plotsklaps strenger maakt;

overwegende dat hierdoor ondernemers in de tuinbouwsector – die al jaren samenwerken met Roemenen en Bulgaren – in grote problemen komen;

verzoekt de regering, niet strikter toe te zien op de uitgifte van tewerkstellingsvergunningen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Koşer Kaya. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 123 (29407).

MinisterKamp:

Voorzitter. Ik begin met de behandeling van de motie-Van Hijum c.s. In de motie gaat het over een plan van aanpak dat volgens de indieners eenzijdig en vlak voor het oogstseizoen door het UWV zou zijn gewijzigd. Ik weet niet waar de heer Van Hijum het over heeft. In het plan van aanpak staat in regel 2: geen Bulgaren en geen Roemenen. Vervolgens staat er bij stap 3 dat je uitzendbureaus moet inschakelen. Natuurlijk kies je dan voor uitzendbureaus die Midden- en Oost-Europeanen kunnen aanleveren, niet zijnde Roemenen en Bulgaren. Vervolgens staat er dat je pas als het niet lukt om binnenlands en/of Europees aanbod exclusief Bulgaren en Roemenen te vinden, een tewerkstellingsvergunning kunt aanvragen. Uiteindelijk wordt er nog eens gezegd dat de werkgevers een uiterste inspanning moeten leveren om prioriteitsgenietend aanbod in te schakelen. Dat staat allemaal in het stappenplan. Als dat uitgevoerd wordt, is het echt niet nodig om Roemenen en Bulgaren aan te trekken en voor hen tewerkstellingsvergunningen te vragen.

Bovendien staat er in de motie dat de regering de ambitie zou hebben om het aantal tewerkstellingen in de land- en tuinbouw verder terug te dringen. Ik heb de ambitie om de regels na te leven. Ik stuur niet op tewerkstellingsvergunningen; ik stuur erop dat men bij vacatures mensen uit Nederland of uit de EU het werk laat doen. Ik denk dat iedereen het erover eens is dat de beschikbaarheid er wel is. Vervolgens wordt mij in de motie verzocht om een en ander ten gunste van uitkeringsgerechtigden te doen. Het gaat bij prioriteitgenietend aanbod echter niet alleen om uitkeringsgerechtigden in Nederland, maar ook om mensen uit andere landen van de EU, exclusief Roemenië en Bulgarije. Ik moet deze motie dus toch ontraden.

De motie-Azmani c.s. verzoekt de regering, te overleggen met UWV, de gemeenten en LTO Nederland om te bevorderen dat werklozen meer worden ingezet en om belemmeringen daartoe weg te nemen. Over het wegnemen van de belemmeringen hebben we het gehad. Als er werk is, moet je geen uitkering krijgen, zeker niet als jou werk wordt aangeboden. Ik ben zeker bereid om die belemmering weg te nemen, maar daarover hoef ik niet met LTO Nederland en UWV aan tafel te gaan zitten. Over UWV ga ik zelf, LTO Nederland gaat hier niet over en ik zal hierover zeker met de gemeenten spreken. Met die kanttekeningen heb ik geen bezwaar tegen deze motie, hoewel ik haar niet noodzakelijk vind. Het is uiteraard niet aan mij, maar aan de Kamer om de noodzaak te beoordelen.

De motie van de heer Klaver verzoekt mij om met sociale partners en de Arbeidsinspectie om tafel te gaan zitten. Ik ga zelf over de Arbeidsinspectie en hoef daarmee niet om tafel te gaan zitten. Ik zou wel met sociale partners om tafel kunnen gaan zitten en dat doe ik ook vaak, maar ik kan me niet veel voorstellen bij het streven om te komen tot een inspectieketen om concurrentie op arbeidsvoorwaarden een halt toe te roepen. Daarom ontraad ik ook deze motie.

De motie van mevrouw Koşer Kaya verzoekt de regering om niet strikter toe te zien op de uitgifte van tewerkstellingsvergunningen. Het zou heel raar zijn als ik niet strikt zou toezien op de uitgifte van tewerkstellingsvergunningen, vooral vanwege hetgeen ik zojuist heb geciteerd uit het stappenplan. Ik denk dat ik juist wel strikt moet toezien. Ook deze motie wil ik dus ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

Devoorzitter:

Ik bedank de minister voor het oordeel over de moties. Stemming over de moties zal plaatsvinden bij de eindstemming vanavond.

De vergadering wordt van 15.55 uur tot 16.15 uur geschorst.

Naar boven