Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend in het notaoverleg over de nota Waterbeleid in de 21e eeuw, Ruimte voor de rivier en de Derde Kustnota (27625, nr. 1), te weten:

- de motie-Herrebrugh over een voorstel voor een watertoets (27625, nr. 3);

- de motie-Herrebrugh over een quick scan van alle bestaande bouwplannen (27625, nr. 4);

- de motie-Augusteijn-Esser over invoering van de watertoets (27625, nr. 5);

- de motie-Van der Steenhoven over een overzicht van geplande projecten (27625, nr. 6);

- de motie-Stellingwerf c.s. over het randmeer Noordoostpolder (27625, nr. 7);

- de motie-Van den Berg over verankering van de watertoets (27625, nr. 8);

- de motie-Van den Berg c.s. over een Nationaal bestuursakkoord water (27625, nr. 9).

(Zie notaoverleg van 25 juni 2001.)

De voorzitter:

Aangezien de motie-Herrebrugh (27625, nr. 3) is ingetrokken, komt zij niet meer in stemming.

De motie-Herrebrugh (27625, nr. 4) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voor de opvang van water, zoals geschetst in de nota Waterbeheer 21ste eeuw, onvoldoende prioriteit wordt gegeven in de ruimtelijke ordening;

overwegende dat conform het regeringsbeleid, op dit moment een groot aantal projecten voor woningbouw en realisatie van nieuwe bedrijfsterreinen gepland, voorbereid, ontwikkeld en gerealiseerd zullen worden;

overwegende dat de meerderheid van deze plannen dateren van voor de plannen van de regering inzake een nieuw waterbeleid, o.a. verwoord in de nota's "Anders omgaan met water" en "Ruimte voor de rivier";

van mening dat, uitgaande van het voorzorgsbeginsel, de nieuwe projecten voor woningbouw en realisatie van nieuwe bedrijfsterreinen niet mogen conflicteren met de uitgangspunten van het voorgestelde waterbeleid;

van mening dat een quick scan van alle bouwplannen op hun samenhang met de benodigde ruimte voor waterfuncties een goed middel is om de nadelige effecten voor het waterbeleid inzichtelijk te krijgen;

verzoekt de regering, een quick scan van alle bestaande bouwplannen in watergevoelige gebieden te doen uitvoeren, waarin in ieder geval opgenomen is:

  • - schadegevoeligheid ten opzichte van de planvorming en planschaderegeling;

  • - het schaderisico bij overstroming;

  • - ongebruikte buitendijkse bouwtitels;

verzoekt de regering, voor 1 maart 2002 aan de Kamer voorstellen te doen hoe de betreffende plannen, indien deze conflicteren, aangepast zullen worden aan de uitgangspunten van het voorgestelde waterbeleid,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is ingediend door de leden Herrebrugh, Van der Steenhoven en Augusteijn-Esser. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 12 (27625).

Deze gewijzigde motie wordt van de agenda afgevoerd.

Aangezien de motie-Van der Steenhoven (27625, nr. 6) is ingetrokken, komt zij niet meer in stemming.

In stemming komt de motie-Augusteijn-Esser (27625, nr. 5).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de PvdA tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Stellingwerf c.s. (27625, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van den Berg (27625, nr. 8).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van den Berg c.s. (27625, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven