Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot verklaringen van getuigen die in ruil voor een toezegging van het openbaar ministerie zijn afgelegd (toezeggingen aan getuigen in strafzaken) (26294),

- over:

- de motie-Rouvoet c.s. over informatie aan de Kamer (26294, nr. 31).

(Zie vergadering van heden.)

Artikel I, aanhef, en onderdeel A, aanhef, worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

In afwijking van de volgorde van de artikelonderdelen wordt op verzoek van de heer Van Oven eerst gestemd over het gewijzigde amendement op stuk nr. 18, I, en daarna pas over het amendement op stuk nr. 34, I. Ik neem aan dat dit de instemming van de Kamer kan hebben.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Oven (stuk nr. 18, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA voor het gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 18 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Oven (stuk nr. 34, I), tot invoeging van onderdelen aA t/m dA.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en de PvdA voor het amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 34 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Dittrich (stuk nr. 8).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie en de SGP voor het amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Artikel 44a, eerste lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Dittrich (stuk nr. 8), wordt zonder stemming aangenomen.

Het tweede lid, aanhef, wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Oven (stuk nr. 27, IA).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de PvdA voor het amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 27 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Oven/Halsema (stuk nr. 23, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen het amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 23 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Onderdeel a, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Oven/Halsema (stuk nr. 23, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel b, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Oven/Halsema (stuk nr. 23, II), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Oven c.s. (stuk nr. 24), tot het laten vervallen van onderdeel c.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de ChristenUnie voor het amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Onderdeel c wordt zonder stemming aangenomen.

Het tweede lid wordt zonder stemming aangenomen.

Het derde lid wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel 44a wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel A wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Dittrich (stuk nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66 en de ChristenUnie voor het amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

De heer Van Oven heeft gevraagd, apart te stemmen over onderdeel B van dit wetsvoorstel. Omdat zijn amendementen op de stukken nrs. 18 en 34, die beide slaan op onderdeel B, zijn verworpen, vindt hij dat onderdeel B apart in stemming moet komen.

In stemming komt onderdeel B.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van D66, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor dit onderdeel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel II, aanhef, wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Oven/Halsema (stuk nr. 22, I), tot invoeging van een nieuw onderdeel aA.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie en de SGP voor het amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 22 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Onderdeel A, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Van Oven/Halsema (stuk nr. 22, I en II), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel Aa en onderdeel B, aanhef, worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement Van Oven (stuk nr. 19, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de ChristenUnie en de SGP voor het amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 19 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Rouvoet/Van der Staaij (stuk nr. 26).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Artikel 226g, eerste lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement Rouvoet/Van der Staaij (stuk nr. 26), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Dittrich (stuk nr. 32).

De voorzitter:

Ik constateer dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Het tweede lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Dittrich (stuk nr. 32), wordt zonder stemming aangenomen.

Het derde lid wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Dittrich (stuk nr. 25).

De voorzitter:

Ik constateer dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Het vierde lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Dittrich (stuk nr. 25), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 226g wordt zonder stemming aangenomen.

Het eerste t/m derde lid van artikel 226h worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Oven/Halsema (stuk nr. 21), tot toevoeging van een vierde lid.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Artikel 226h, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Oven/Halsema (stuk nr. 21), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 226i t/m 226l worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel B wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen C t/m E worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel II wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen IIa, III en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Van der Staaij (SGP):

Mevrouw de voorzitter. Over dit wetsvoorstel is mondeling en schriftelijk in verschillende termijnen uitvoerig en diepgaand van gedachten gewisseld. Toen wij op 11 april meenden aan het eind van de beraadslagingen te zijn, heb ik namens de SGP-fractie aangegeven dat wij heel wat bezwaren tegen dit wetsvoorstel over deals met criminelen zijn blijven zien. Vanuit de wens om te komen tot een wettelijke normering neigden wij toen evenwel naar een positief eindoordeel. De discussie heeft echter nadien niet stilgestaan. In de vervolgdebatten die pas onlangs zijn afgesloten, zijn ook weer nieuwe elementen in de discussie gekomen, zoals ten aanzien van de afdwingbaarheid van afspraken met criminelen en de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan bestaande opsporingsbevoegdheden. De bestaande twijfel over de vraag of dit wetsvoorstel een overtuigend juridisch kader biedt voor de toepassing van dit instrument met de grootste terughoudendheid is daardoor nog weer verder toegenomen. Het geheel van de discussie nu overziende moet de SGP-fractie dan ook tot de conclusie komen dat zij helaas geen steun kan geven aan het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, de VVD en het CDA voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

De heer Van de Camp (CDA):

Onderdeel B is uit het wetsvoorstel geschrapt, wat inhoudt dat een criminele getuige die zijn afspraak niet nakomt, niet strafbaar is. Wat betekent dat voor de verdediging van de wet door de minister?

Minister Korthals:

Wij nemen dit wetsvoorstel terug om te overleggen Voorzitterin het kabinet en dan laten wij het de Kamer nog weten.

De voorzitter:

Ik begrijp de minister zo dat hij, voordat het wetsvoorstel in behandeling komt in de Eerste Kamer, nader laat weten of hij het daar verdedigt. Hij kan het nu niet meer terugnemen, want het is hier net aangenomen. Ik zie aan het gezicht van de minister dat ik hem goed heb begrepen!

In stemming komt de motie-Rouvoet c.s. (26294, nr. 31).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

Naar boven