Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Ik stel voor, aan het eind van de vergadering te stemmen over:

  • - de brief van het Presidium over een nader onderzoek naar een onderdeel van de Hercules-ramp (24814, nr. 17);

  • - de brief van het Presidium inzake een voorstel, de Algemene Rekenkamer te verzoeken een onderzoek te verrichten naar de opvang van zwerfjongeren (27846);

  • - de brief van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, houdende het voorstel de op de Wet inburgering nieuwkomers gebaseerde oudkomers-trajecten als groot project aan te wijzen (27083, nr. 18);

  • - de Wijziging van de Telecommunicatiewet en de Wet onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit ter uitvoering van verordening (EG) nr. 2887/2000 van het Europees Parlement en de Raad van de Unie van 18 december 2000 inzake ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk (PbEG L 336/4) (27695);

  • - de Verandering in de Grondwet van de bepalingen over het binnentreden in woningen (26158).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor 4, 5 en 6 september het wetsvoorstel:

  • - Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de implementatie van de richtlijn 95/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 24 oktober 1995 inzake het gebruik van normen voor het uitzenden van televisiesignalen (PbEG L 281), van de Telecommunicatiewet en het Wetboek van Strafrecht in verband met richtlijn 97/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 december 1997 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de telecommunicatiesector (PbEG 1998 L 24), alsmede van de Wet onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit, van de Wet op de economische delicten en van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat (27576).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor 11, 12 en 13 september het wetsvoorstel:

  • - Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met het uitwerken van taalondersteuning en het vastleggen van de eisen om taalondersteuning van allochtone leerlingen te geven (27682).

Ik stel voor, de stukken 17050, nr. 219, 18986, nr. 66, 21517, nr. 31, 24036, nrs. 215 en 218, 24333, nr. 51, 24587, nr. 62, 25424, nr. 31, 25682, nr. 9, 26965, nr. 2, 27400-V, nrs. 75 en 77, 27400-VI, nrs. 62, 64 en 65, 27400-VII, nrs. 46, 49 en 52, 27400-VIII, nrs. 74 en 79, 27400-IXB, nr. 29, 27400-X, nr. 38, 27400-XIV, nr. 96, 27400-XVI, nrs. 84, 85 en 87, en 27408, nr. 26, voor kennisgeving aan te nemen.

Aangezien voor de stukken gedrukt onder de nummers 27654, 27666 (R1680), 27671, 27676 (R1681), 27688 (R1682), 27689 (R1683), 27727, 27747 en 27772 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor dat wat deze Kamer betreft, de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd. Ik stel voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Aangezien voor de stukken 23490, nrs. 81 en 144, 27667, 27668, 27684, 27694, 27729, 27635 en 27765 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel mede, dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde, de aangehouden moties 19637, nr. 577, 26643, nr. 21, en 27400-XI, nr. 62, zijn vervallen.

Het woord is aan de heer Rietkerk.

De heer Rietkerk (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Vorige week donderdag 28 juni hadden wij een algemeen overleg met de minister van Justitie over personeelsproblemen bij het gevangeniswezen. Toen is toegezegd dat wij per ommegaande het vacatureoverzicht zouden krijgen van alle penitentiaire inrichtingen en jeugdinrichtingen. Dat hebben wij nog niet binnen. Via u verzoek ik de minister om dat overzicht binnen één of twee uur naar de Kamer te sturen. Hij had het vorige week voor zich liggen en wij hadden het dus best vóór het afgelopen weekend kunnen krijgen.

Kan de minister ons een brief sturen – daar mag hij dan wat langer over doen – met een reactie op het artikel dat vanochtend in Trouw stond, met als kop "Jonge delinquent vaker in cel" en als ondertitel "Jeugdinrichtingen kampen met grote personeelstekorten". Ik zou graag per brief een inhoudelijke reactie van de minister ontvangen op dat artikel.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Harrewijn.

De heer Harrewijn (GroenLinks):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg van hedenmorgen van de vaste commissie voor Defensie over de aanschaf van een antitankwapen, op de agenda van de Kamer te zetten.

De voorzitter:

Dat zullen wij later op de middag doen. Ik kan op dit moment niet zeggen hoe laat dat zal gebeuren, maar dat hoort u nog wel.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Voorzitter. Ik wil graag dat het verslag van het algemeen overleg over het vmbo van gisteren op de agenda wordt geplaatst.

De voorzitter:

Ook hierover zal ik later op de dag een voorstel doen.

Het woord is aan mevrouw Wagenaar.

Mevrouw Wagenaar (PvdA):

Voorzitter. Er is gisteren een algemeen overleg geweest over radiofrequenties. Ik wil u vragen het verslag van dat algemeen overleg nog op de plenaire agenda van vandaag te plaatsen.

De voorzitter:

Ook dat zal gebeuren, aan het einde van de middag.

Het woord is aan mevrouw Van Gent.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Namens mijn fractie verzoek ik minister Vermeend vandaag nog te mogen interpelleren naar aanleiding van het bericht in Trouw van 30 juni jl. "Aanpak Vermeend in ESF-zaak op de korrel" en berichten in de NRC van gisteren en in De Telegraaf van vandaag over terugvordering door de Europese Commissie van subsidiegelden in het kader van het ESF. De Commissie geeft aan dat zij het getreuzel van Nederland een beetje zat is en helderheid wil. Wij vinden het van belang om op korte termijn van de minister opheldering te krijgen. Wat gebeurt er nu precies bij de Europese Commissie en welke claims kunnen wij op korte termijn verwachten?

Mevrouw Verburg (CDA):

Voorzitter. Als het er echt op aankomt, zal ik zo'n interpellatie natuurlijk niet tegenhouden, maar het is de vraag of dit het juiste moment en de juiste manier is om over dit op zich zeer belangrijke dossier een interpellatiedebat te houden.

De heer Kamp (VVD):

Voorzitter. Hetzelfde gevoel leeft bij de VVD-fractie. Het is een belangrijk onderwerp, maar niet elk krantenbericht is rijp voor een interpellatie. De Kamer heeft al een voorbereidingscommissie ingesteld en de commissie-Koning is met een onderzoek bezig. Daarom lijkt het mij beter om op een meer ordentelijk moment hierover te spreken en niet vandaag.

Mevrouw Terpstra (VVD):

Als voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid wijs ik erop dat er thans een onderzoek loopt dat eind augustus met de details zal komen. De Kamer heeft gezegd dat, mocht dat niet voldoende zijn, zij daar zelf een uitgebreid eigen onderzoek naar wil instellen. Daarom is de door mevrouw Van Gent gevraagde interpellatie nogal prematuur, bovendien fietst zij dwars door alle procedureafspraken heen.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij mevrouw Verburg, de heer Kamp en de voorzitter van de vaste commissie.

De heer Dittrich (D66):

Ook de fractie van D66 is het eens met hetgeen mevrouw Terpstra als voorzitter van de commissie naar voren heeft gebracht.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Mij lijkt toch wel enige urgentie aanwezig. Volgens de krantenberichten heeft de Europese Commissie nu zelfstandig stappen gezet. Tot nu toe is steeds de indruk gewekt dat Nederland in nauwe samenwerking met Europa er probeert uit te komen als het gaat om die terugvorderingen. De Commissie heeft volgens de krantenberichten aangegeven dat het wachten lang genoeg heeft geduurd en dat Nederland helderheid moet creëren. Dat lijkt mij zeker een nieuw feit. De bedragen duikelen over elkaar heen en een woordvoerder van SZW heeft in de pers aangegeven dat vooralsnog wordt uitgegaan van lagere claims en dat de bevindingen van de commissie-Koning maatgevend zijn voor die claims. Het lijkt mij dat hier twee dingen door elkaar worden gehaald. De Commissie heeft nu zelf stappen gezet en de fractie van GroenLinks vindt dat daarover vandaag duidelijkheid moet worden gecreëerd. Ik handhaaf derhalve mijn verzoek.

Mevrouw Terpstra (VVD):

Voorzitter. Mevrouw Van Gent heeft gelijk dat dit alles is terug te voeren op enkele krantenberichten. De ambtelijke berichten, die een gedegen debat mogelijk zullen maken, wachten wij af. Daarvoor is een speciale commissie ingesteld en de Kamer heeft daarvoor procedures afgesproken. Er is geen enkele urgentie om vandaag te debatteren naar aanleiding van krantenberichten. Ik meen te kunnen zeggen dat ik nu mede namens een groot deel van de vaste commissie SZW spreek.

De voorzitter:

Bij de andere leden, in ieder geval die van de vaste commissie voor Sociale Zaken, bestaat er blijkbaar weinig animo voor deze interpellatie. Als u wilt bereiken wat u wilt bereiken, stel ik u het volgende voor. Voor uw interpellatie had u toch direct vragen op schrift moeten stellen en direct moeten inleveren. Als u mij die vragen geeft, zal ik ervoor zorgen dat ze onmiddellijk aan de minister worden voorgelegd en dat hij vanmiddag, eigenlijk per omgaande, de antwoorden zal geven. Ik beloof u dat wij later op de middag een nader afwegingsmoment zullen hebben nadat de gehele commissie kennis heeft kunnen nemen van de antwoorden. Zouden wij zo door kunnen procederen?

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Dat lijkt mij een goed compromis, voorzitter, dank u wel!

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Poppe.

De heer Poppe (SP):

Mevrouw de voorzitter. Ik zou van deze laatste gelegenheid gebruik willen maken om namens mijn collega Van Bommel te vragen het verslag van een AO dat vanmiddag gehouden moet worden op de agenda te plaatsen. Dat AO gaat over de kapiteinsdispensatiebepaling. Dus graag in ieder geval ruimte op de agenda reserveren.

De voorzitter:

Voorlopig reserveer ik niets, maar neem ik kennis van uw verzoek. Als het nodig is, kunnen wij er rekening mee houden.

Naar boven