Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 15 juni 1999 over de HSL-Zuid.

De heer Van Gijzel (PvdA):

Naar aanleiding van het algemeen overleg met de minister van Verkeer en Waterstaat over het eventueel aanbesteden van de exploitatie van het vervoer over de HSL-Zuid, had de PvdA-fractie de behoefte om dat verslag op de agenda te krijgen. Uit dat algemeen overleg is gebleken dat de Kamer de exploitatieaanbesteding van de HSL-Zuid graag in samenhang met de beleidsnota Derde eeuw spoor wil bespreken. De minister heeft onlangs een registratiedocument uitgestuurd om te bekijken hoeveel belangstelling er bij derden zou zijn voor een eventuele aanbesteding, maar de Kamer wil daar dus eigenlijk een oordeel over kunnen geven in samenhang met de nota Derde eeuw spoor. Nu is het registratiedocument al verzonden voordat de Kamer zich heeft kunnen uitspreken over de wenselijkheid daarvan in dat bredere kader. We hebben naar aanleiding van het overleg van de minister een brief van de landsadvocaat gekregen. Daarin staan geruststellende mededelingen, maar een definitieve garantie wordt niet gegeven. Tijdens het overleg bleek overigens dat de minister bereid was om eventueel het registratiedocument in te trekken, mits de NS zou laten weten bereid te zijn om aan de totale aanbesteding, zowel internationaal als binnenlands vervoer op de HSL, in één tender mee te doen. De NS heeft daar nog geen reactie op gegeven; als dat wel het geval is, hoor ik dat graag van de minister. Met het oog hierop willen wij een uitspraak aan de Kamer voorleggen.

Van GijzelDe Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het kabinet met de publicatie van het registration document een eerste stap heeft gezet naar het mogelijk maken van een tender van het vervoer op de HSL-Zuid;

spreekt als haar mening uit dat de Kamer het vervoer over de HSL in samenhang dient te bespreken met de nota Derde eeuw spoor;

verzoekt de regering met betrekking tot de exploitatie van het internationale vervoer op de HSL-Zuid geen onomkeerbare stappen te zetten noch besluiten te nemen waar derden enigerlei rechten aan kunnen ontlenen voordat de nota Derde eeuw spoor in de Tweede Kamer is behandeld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gijzel. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 92 (22026).

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter! Bijna alle fracties in de Tweede Kamer hebben tijdens het algemeen overleg over de HSL duidelijk gemaakt het bijzonder te betreuren dat het debat over de HSL niet gevoerd kan worden na de behandeling van de nota Derde eeuw spoor. De motie van de heer Van Gijzel die Kamerbreed wordt ondersteund, is dan ook terecht ingediend.

Gaandeweg de discussie in het algemeen overleg is er toch enige onduidelijkheid ontstaan en ik vraag de minister dan ook wat nu de precieze situatie is. Er zijn ideeën gelanceerd om alle lijnen, dus zowel het binnenlands als het buitenlands vervoer, in één keer aan te besteden, maar het is niet duidelijk of het voorstel in deze zin van onder andere de PvdA-fractie echt serieus is en of het ook overgenomen is door het kabinet. Wat is nu de situatie, wat gebeurt er de komende maanden en welke lijn volgt het kabinet nu?

De heer Leers (CDA):

Voorzitter! Over dit onderwerp is in het overleg met de minister stevig gediscussieerd. Ik ben blij dat vanuit de Kamer het initiatief is genomen om in een kort VAO een uitspraak van de Kamer te vragen over deze zaak. Anders zouden wij te veel blijven hangen in de discussie over de vraag wie nu wel of niet goed Engels weet te lezen en dat lijkt mij niet zo'n verstandige discussie. De CDA-fractie is het van harte eens met de motie die door de heer Van Gijzel is voorgelegd, waarin de minister wordt gevraagd geen onomkeerbare stappen op dit punt te zetten.

Minister Netelenbos:

Voorzitter! De uitleg die ik tijdens het algemeen overleg over het Engels gaf, namelijk dat er geen onomkeerbare stappen aan de orde zijn over het internationaal vervoer en de verkenning die in het registratiedocument wordt uitgewerkt, blijkt te kloppen. Het is bevestigd door de landsadvocaat.

De motie heeft betrekking op het internationaal vervoer. Voor het binnenlands vervoer ligt er nu een aanbod aan de NS, waarbij is gevraagd om uiterlijk in augustus te laten weten of men daar gebruik van wil maken. Dat is wel een onomkeerbare stap. Als NS dit aanbod aanvaardt, zullen wij daar vervolgens weer op moeten reageren. Het is nu aan de NS om te beslissen of men straks liever in een totale tender wil participeren. Ik hoor dat wel. Ik heb nog niets gehoord van de NS, maar wacht dat rustig af; de NS heeft er ook nog enige tijd voor. Als de NS zal laten weten dat men het onderhands kunnen bieden op het binnenlandse vervoer op de HSL niet ziet zitten en dat men liever op eigen kracht voor het totale vervoer op de HSL wil gaan, zal ik dat signaal oppakken en aan het kabinet voorstellen om op die manier verder te gaan. Op dit moment ligt de bal in ieder geval op de speelhelft van de NS.

Dat betekent, voorzitter, dat ik heel goed uit de voeten kan met de zojuist ingediende motie. Begin september zullen wij spreken over de nota Derde eeuw spoor en voor die tijd zal er geen enkel onomkeerbaar besluit worden genomen over het internationale vervoer van de HSL. De motie verschaft zekerheden over iets wat allang de bedoeling was!

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, vanavond over de motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven