Aan de orde zijn de stemmingen over tien moties, ingediend tijdens het notaoverleg over de Perspectievennota verkeer en vervoer (26428), te weten:

- de motie-Van Gijzel over meetbare doelstellingen voor het NVVP (26428, nr. 4);

- de motie-Van Gijzel over gebundelde transportcorridors (26428, nr. 5);

- de motie-Van Gijzel over variabilisering van autogebruik (26428, nr. 6);

- de motie-Hofstra over afwijzen van mobiliteitssubsidie (26428, nr. 7);

- de motie-Hofstra over de snelheidsregeling voor autosnelwegen (26428, nr. 8);

- de motie-Hofstra over het opvangen van de mobiliteitsbehoefte (26428, nr. 9);

- de motie-Giskes over experimenten met de prijs van personenvervoer (26428, nr. 10);

- de motie-Van der Steenhoven c.s. over het fietsbeleid (26428, nr. 11);

- de motie-Van der Steenhoven over locatiekeuze van bedrijven (26428, nr. 12);

- de motie-Van den Berg c.s. over de transportfunctie van water (26428, nr. 13).

(Zie notaoverleg van 21 juni 1999.)

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Gijzel stel ik voor, zijn motie (26428, nr. 5) van de agenda af te voeren.

Op verzoek van de heer Van der Steenhoven stel ik voor, zijn motie (26428, nr. 12) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De motie-Van Gijzel (26428, nr. 4) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de perspectievennota het uitgangspunt heeft niet langer onrealistische volumedoelstellingen te hanteren voor het Nationaal verkeers- en vervoersplan (NVVP), maar uitgaat van diverse stimulerende maatregelen;

overwegende, dat het structuurschema Verkeer en vervoer II verstandige normen bevatte voor leefbaarheid, milieukwaliteit en verkeersveiligheid in Nederland;

verzoekt de regering in het Nationaal verkeers- en vervoersplan meetbare doelstellingen te formuleren op het gebied van leefbaarheid, bereikbaarheid, milieukwaliteit en verkeersveiligheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door het lid Van Gijzel. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 15 (26428).

De motie-Van Gijzel (26428, nr. 6) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de prijs ook bij verkeer en vervoer een evenwicht tot stand kan brengen tussen vraag en aanbod;

overwegende, dat in voldoende mate interne en externe kosten in de prijs voor de gebruiker tot uitdrukking moeten komen;

overwegende, dat variabilisering van autogebruik een belangrijk uitgangspunt is van het verkeersbeleid om individueel autogebruik duurder te maken en autobezit goedkoper;

overwegende, dat het wenselijk is het principe "de gebruiker/de vervuiler betaalt" als uitgangspunt toe te passen in het verkeers- en vervoersbeleid;

verzoekt de regering vóór het verschijnen van het Nationaal verkeers- en vervoersplan voor alle modaliteiten aan te geven wat de interne en externe kosten zijn;

verzoekt de regering in het Nationaal verkeers- en vervoersplan aan te geven hoe deze berekening benut moet worden bij de inzet van het prijsinstrument, uitgewerkt met differentiatie naar tijd, plaats, energiegebruik en emissies,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door het lid Van Gijzel. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 16 (26428).

De motie-Hofstra (26428, nr. 8) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat in het regeerakkoord is afgesproken dat er een snelheidsregeling komt voor de autosnelwegen in de Randstad met als snelheid tussen 7.00 en 19.00 uur een maximum van 100 km/uur en tussen 19.00 en 7.00 uur in beginsel 120 km/uur en buiten de Randstad gedurende het gehele etmaal 120 km/uur;

overwegende, dat deze afspraak uit het regeerakkoord zo snel mogelijk moet worden ingevoerd;

verzoekt de regering nog in 1999 voorstellen aan de Kamer voor te leggen op grond waarvan uitvoering onmiddellijk mogelijk wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door het lid Hofstra. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 17 (26428).

De motie-Hofstra (26428, nr. 9) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat in de perspectievennota de behoefte aan de uitbreiding van spoor- en weginfrastructuur niet expliciet wordt aangegeven;

overwegende, dat de behoefte aan mobiliteit in principe moet kunnen worden opgevangen;

verzoekt de regering:

  • - een analyse te maken, kwantitatief en kwalitatief, van de toekomstige behoefte in verhouding tot de huidige capaciteit;

  • - tevens aan te geven welke optimalisatiemogelijkheden er zijn voor auto en trein, rekening houdende met de kosten van investering en exploitatie;

  • - het effect aan te geven van toekomstige automatische voertuiggeleiding op snelwegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door het lid Hofstra. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 18 (26428).

De motie-Giskes (26428, nr. 10) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de minister de mogelijkheid te onderzoeken van radicale experimenten op het gebied van de prijs van personenvervoer dat niet in privé-auto's plaatsvindt, met name rondom het woon-werkverkeer, daarbij onverlet latend de (beoogde) bedrijfsvoering van openbaarvervoersondernemingen, en de Kamer daarover vóór eind 1999 te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door het lid Giskes. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 19 (26428).

Deze moties zijn reeds rondgedeeld, Ik neem aan, dat wij hierover nu kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Gijzel (26428, nr. 15).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Gijzel (26428, nr. 16).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hofstra (26428, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Hofstra (26428, nr. 17).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66 en de VVD voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Hofstra (26428, nr. 18).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, D66, de VVD en het CDA voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Giskes (26428, nr. 19).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66 en de RPF voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Steenhoven c.s. (26428, nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van den Berg c.s. (26428, nr. 13).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven