Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de behandeling van de suppletore begroting Buitenlandse Zaken, te weten:

- de motie-Dijksma over het incidentele-activiteitenprogramma en het ambassadeprojectenprogramma (26551, nr. 6).

(Zie vergadering van 29 juni 1999.)

De voorzitter:

De motie-Dijksma (26551, nr. 6) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de bij deze begrotingswijziging voorgestelde stroomlijning van het incidentele-activiteitenprogramma (IAP) en het ambassadeprojectenprogramma (APP) niet ten koste mag gaan van de mogelijkheden om kleine, direct op armoedebestrijding gerichte activiteiten financieel mogelijk te maken;

verzoekt de regering binnen de vereenvoudigde regelgeving van het nieuwe programma kleine projecten geen bezuiniging toe te passen op het totaalbedrag van de in de afgelopen jaren voor de APP-projecten gerealiseerde uitgaven;

verzoekt de regering tevens bij de verdeling van die middelen speciaal aandacht te besteden aan de lage-inkomenslanden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door het lid Dijksma. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 9 (26551).

De gewijzigde motie is reeds rondgedeeld. Ik neem aan, dat wij hierover nu kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Dijksma (26551, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

Naar boven