Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26549).

(Zie vergadering van 23 juni 1999.)

De algemene beraadslaging wordt heropend.

De heer Stellingwerf (RPF):

Voorzitter! Verleden week hebben wij tweemaal over de biologische landbouw gesproken, een keer tijdens de behandeling van de suppletore begroting en een keer tijdens een AO over de subsidieregeling biologische productie. Wij kunnen constateren dat de visies voor de langere termijn met elkaar sporen. Een aantal fracties vond het echter onacceptabel dat 1999 voor de biologische landbouw, met name wat betreft de overschakeling, min of meer een verloren jaar zou worden. Daarom hebben de collega's Vos en Waalkens en ik een amendement ingediend. Wij hebben de argumenten gehoord die de minister daar tegenin heeft gebracht, en menen hem tegemoet te kunnen komen door een gewijzigd amendement in te dienen. Dat is inmiddels rondgedeeld. Wij ontzien daarmee de post personeel, de post RVV en de inflatiecorrectie. Wij zoeken nu ruimte in de verplichtingenruimte, niet om dat geld direct beschikbaar te krijgen, maar om 8 mln. te reserveren en aan de toekenning te beginnen nadat wij in september over de nieuwe subsidieregeling hebben gesproken. Ook op dat punt honoreren wij dus de argumenten van de minister.

Voor de lange termijn is aanzienlijk meer geld nodig. Dat erkent ook de minister. Daarvoor wil ik een motie indienen die als een steun in de rug van de minister bij de komende onderhandelingen over de begroting kan worden gezien.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat:

  • - de biologische landbouw een belangrijke bijdrage levert aan een milieuvriendelijke productie;

  • - de biologische landbouw een voedselpakket garandeert dat vrij is van GGO's en derhalve de keuzevrijheid van consumenten vergroot;

  • - de dit jaar binnen de Regeling stimulering biologische productiewijze voor omschakeling beschikbaar gestelde middelen bij lange na niet voldoende zijn om aan de vraag te kunnen voldoen;

spreekt als haar mening uit dat in de begroting voor het jaar 2000 substantieel meer middelen beschikbaar dienen te worden gesteld ten bate van de uitvoering van de Regeling stimulering biologische productiemethode;

verzoekt de regering hiermee bij de opstelling van de begroting voor het jaar 2000 rekening te houden,

Stellingwerfen gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Stellingwerf, M.B. Vos, Van der Vlies en Poppe. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 8 (26549).

De heer Geluk (VVD):

De motie komt mij erg vaag over, voorzitter. Wat gaat er nu gebeuren met degenen die een aanvraag hebben ingediend, maar buiten de loting vallen? Kunnen die volgend jaar dan opnieuw in aanmerking komen? Als ik de motie goed lees, betekent ze dat de minister de vrijheid heeft om een totaal nieuwe regeling te maken en dan blijven deze aanvragers buiten de boot vallen.

De heer Stellingwerf (RPF):

Wij hebben dat niet in de toelichting gezet, omdat die dan te lang zou worden. Wat wij willen, is de 8 mln. rijksgeld die nu niet is toegekend aan enig project, reserveren tot september. Dan discussiëren wij over de nieuwe subsidieregeling met nieuwe normen en daarna kan dit geld verdeeld worden. Ik ben met u van mening dat de projecten die in die drie uur zijn ingediend, maar niet zijn gehonoreerd, bij voorrang zouden moeten worden behandeld, maar dat heeft de minister feitelijk al toegezegd, dus dat zie ik niet meer als een probleem.

De heer Geluk (VVD):

Ik blijf het uiterst vaag vinden.

De heer Stellingwerf (RPF):

Wat vindt u dan vaag? Ik geef daar graag opheldering over.

De heer Geluk (VVD):

Het blijft vaag wat u met de 8 mln. wilt gaan doen.

De heer Stellingwerf (RPF):

Nee, dat is volstrekt helder. De minister heeft gezegd dat hij wil discussiëren over een nieuwe subsidieregeling. De normen moeten veranderd worden, aldus de minister, omdat de aanvragen nu niet allemaal gehonoreerd kunnen worden. Wij hebben naar de minister geluisterd en zeggen nu dat wij eerst de inhoudelijke discussie willen, maar wel vinden dat de 8 mln. die nu binnen de begroting beschikbaar is, voor dat doel gereserveerd moet worden. In september hakken wij verder knopen door en dan kan worden overgegaan tot toekenning van deze middelen.

Minister Brinkhorst:

Mevrouw de voorzitter! De afgelopen week hebben wij inderdaad al enige keren gediscussieerd over de biologische landbouw. Over de inhoud en de noodzaak om een op biologische landbouw gericht beleid te voeren, verschilt de Kamer niet met mij van mening. Wij hebben gesproken over de noodzaak om de bestaande stimuleringsregeling voor biologische landbouw te herzien. Ik ben met de Kamer van mening dat het van belang is om tot een betere regeling te komen. In het licht daarvan heb ik de Kamer een brief gestuurd over het amendement van mevrouw Vos en de heer Stellingwerf, waarin ik tot de conclusie ben gekomen dat dit amendement niet door mij kan worden overgenomen.

De heer Stellingwerf (RPF):

Maar dat was het oude amendement. Vanmorgen is een gewijzigd amendement rondgedeeld waarmee juist aan uw bezwaren tegemoet wordt gekomen.

Minister Brinkhorst:

Mijn brief van 29 juni was gericht op het gewijzigde amendement. Ook dit amendement gaat over een mogelijke structurele voorziening en met de 6 mln. wordt vooruitgelopen op de herziening van de regeling. Dat was en is het kernpunt en tegen die achtergrond heb ik dus ook bezwaar tegen het gewijzigde amendement.

De heer Stellingwerf (RPF):

Ik heb juist betoogd dat wij dat geld willen reserveren tot september, dus tot wij de inhoudelijke discussie hebben gevoerd. Dat argument doet geen opgeld meer.

Minister Brinkhorst:

Het reserveren van een bestaande begroting leidt niet tot goed bestuur. De heer Stellingwerf kan daarover zijn oordeel geven. Ik heb mijn oordeel gegeven.

Ik kom over de motie te spreken. De motie is mij buitengewoon sympathiek wat de oriëntatie betreft. Wij hebben geen verschil van mening over de richting van het beleid. Ik ben het eens met de opzet. Ik denk ook dat er meer middelen moeten komen. Wij kunnen discussiëren over de vraag wat het woord "substantieel" betekent. Je kunt in de huidige financiële situatie geen wonderen verwachten. Mijn beleid is erop gericht niet met de kaasschaaf te werken, maar prioriteiten te stellen. Tot de prioriteiten reken ik zeker de biologische landbouw. Tegen die achtergrond ben ik met de heer Stellingwerf van mening dat de motie een ondersteuning van mijn beleid is.

De heer Ter Veer (D66):

De regering regeert, de Kamer controleert. Mijn fractie wacht vol vertrouwen af waarmee de minister in zijn begroting 2000 komt.

Minister Brinkhorst:

Dat is een heel sympathieke samenvatting van een staatsrechtelijk beginsel.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, vanavond te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

Naar boven