Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 3 december 2009 over zorgzwaartefinanciering.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het uitgangspunt van de invoering van de zorgzwaartefinanciering was, te komen tot persoonsgebonden tarieven in de instellingszorg om daarna de verschillen tussen sectoren en tussen financieringsmodellen, zoals pgb en semimurale tarieven, op te heffen;

constaterende dat de integratie van het pgb en het semimurale tarief voor kleinschalige woonvormen in volle gang is en met veel problemen gepaard gaat, waar er zelfs nog geen zicht is op integratie van de tarieven tussen de verschillende AWBZ-sectoren;

constaterende dat het ministerie hiermee de noodzakelijke volgorde van de stappen voor invoering van de zorgzwaartefinanciering, waar het de financieringsmodellen betreft, heeft losgelaten;

concluderende dat de regering hiermee de facto gekozen heeft om innovatieve zorgvormen niet langer krachtig te ondersteunen;

overwegende dat de invoering van zorgzwaartefinanciering zich, weliswaar langzaam, in de goede richting ontwikkelt, maar dat nu nog geen sprake is van gelijkwaardige tarieven;

constaterende dat ook de staatssecretaris er dan ook niet voor gekozen heeft, de tarieven van de diverse AWBZ-sectoren nu al gelijk te schakelen;

van mening dat het op basis van de door de staatssecretaris hierbij gevoerde redenatie dus ook niet mogelijk is, nu al het pgb en de naturatarieven zonder verblijf gelijk te trekken;

constaterende dat de staatssecretaris zelf de afgelopen maanden – onder het motto "gelijke monniken, gelijke kappen" – erop hamert iedereen in de zorg gelijk te behandelen;

verzoekt de regering, zich naar haar eigen motto te gedragen en derhalve de integratie van het pgb en het semimurale tarief voor kleinschalige woonvormen per direct te staken en pas te hervatten wanneer ook overgegaan wordt tot het integreren van de tarieven tussen de verschillende AWBZ-sectoren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Miltenburg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 120(30597).

Ik sta met grote uitzondering één vraag toe en één kort antwoord.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Mevrouw Van Miltenburg maakt zich zorgen over de gevolgen van de zorgzwaartefinanciering in het kleinschalig wonen. Waarom heeft zij een half jaar geleden niet de motie van de SP-fractie gesteund waarin de regering werd gevraagd hiervoor een oplossing te vinden?

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

De staatssecretaris heeft steeds gezegd dat zij met een oplossing zou komen en ik vond het toen nog te vroeg om die motie te steunen. Ik ben van mening dat wij nu, aan het einde van het jaar, geen moment meer kunnen wachten. De staatssecretaris heeft een definitieve oplossing nu weer uitgesteld tot het einde van 2011 door het verlengen van de budgetgarantieregeling. Daarom was naar mijn mening nu de tijd gekomen om een motie in te dienen.

Voorzitter. Ik heb nog een tweede motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het pgb destijds is ontstaan om mensen met een langdurige en intensieve zorgvraag de mogelijkheid te bieden, met een budget, in omvang vergelijkbaar met wat een instelling voor hen aan zorg zou besteden, hun eigen zorg te laten organiseren;Van Miltenburg

overwegende dat bij pgb-houders hun autonomie centraal staat en niet de plek waar of de organisatie waarvan zij hun zorg betrekken en dat het pgb een grote diversiteit aan zorgvormen, waaronder kleinschalige wooninitiatieven, heeft opgeleverd, niet op basis van de aard van handicaps en beperkingen maar op basis van individuele wensen;

constaterende dat de zzp-systematiek nieuwe pgb-houders zo weinig geld toekent dat het voor velen onmogelijk is, daarvan hun zorg redelijkerwijs te bekostigen;

constaterende dat hierdoor wooninitiatieven gefinancierd door een pgb, bij vertrek van bewoners, steeds moeilijker vervangende bewoners kunnen vinden en daardoor in financiële problemen geraken;

constaterende dat de combinatie van de huidige wijze van invoering van zorgzwaartefinanciering en het jarenlang voortbestaan van de budgetgarantieregeling, voor wooninitiatieven van pgb-houders neerkomt op een sterfhuisconstructie;

concluderende dat kleinschalige wooninitiatieven gefinancierd door een pgb onvergelijkbaar zijn met kleinschalige wooninitiatieven met naturazorg zonder verblijf en ook weer anders dan pgb-houders die geheel zelfstandig wonen, en dat de staatssecretaris op dit moment dit verschil niet erkent;

van mening dat het ook in de toekomst mogelijk moet blijven dat mensen met een grote, langdurige zorgvraag buiten een instelling hun eigen zorg organiseren;

verzoekt de regering, haar pogingen om het pgb – voor alle andere AWBZ-sectoren uit – in het zzp te integreren, te staken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Miltenburg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 121(30597).

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de tarieven voor de zorgzwaartepakketten 4% tot 5% onder de kostprijs liggen;

constaterende dat zorginstellingen hierdoor dusdanig in de financiële problemen komen dat er beknibbeld wordt op de zorg en er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan;

verzoekt de regering, de gevolgen voor de kwaliteit van zorg van het onder de kostprijs financieren van de zorgzwaartepakketten in kaart te brengen en de Kamer hiervan op de hoogte te brengen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 122(30597).

Staatssecretaris Bussemaker:

Voorzitter. Ik ontraad het aannemen van de moties die door mevrouw Van Miltenburg zijn ingediend, om dezelfde redenen. Ik heb steeds gezegd dat ik wil dat met het pgb zoveel mogelijk op dezelfde manier wordt omgegaan als met zorg in natura; daarmee willig ik ook de wens van de Kamer in. Dat betekent dat er ruimte is tot 2011. Die tijd wordt gebruikt om tarieven naar elkaar te laten toegroeien en pgb-houders en instellingen te laten wennen aan de gevolgen van de invoering van de zorgzwaartebekostiging. De indicatie in die zorgzwaartebekostiging maakt duidelijk dat voor vergelijkbare cliënten de bekostiging van zorg in natura en persoonsgebonden budgetten uiteen is gaan lopen. Een voordeel van de zorgzwaartepakketten is dat er meer transparantie ontstaat. Daardoor blijkt nu dat er sprake is van een uiteenlopen van tarieven die niet wenselijk is.

Er waren drie mogelijkheden: een grote intramurale bekostiging, bekostiging van extramurale functies en klassen voor cliënten die zelf huur betalen en de pgb-regeling. In veel gevallen bleek de pgb-regeling gunstiger. Het gelijk trekken betekent net als bij de algemene filosofie van de zzp's dat er meer transparantie ontstaat, dat mensen erop vooruit kunnen gaan en dat instellingen erop vooruit kunnen gaan en erop achteruit kunnen gaan. Wij willen in de toekomst dat de bedragen die beschikbaar zijn voor zorg in natura en het pgb steeds beter en meer op elkaar afgestemd worden. Dat past bij een gelijke behandeling van cliënten met vergelijkbare beperkingen. Voor de oude budgethouders heb ik, mede op aandringen van de Kamer, aangegeven dat de budgetgarantie geldt. Meer dan dat lijkt mij niet wenselijk, want anders komen wij nooit tot het naar elkaar toegroeien van de verschillende regelingen.

In relatie tot het tarief voor de kleinschalige woonvormen heb ik bij debatten een- en andermaal gezegd dat wij niet willen dat kleinschalige voorzieningen omvallen. Wij willen wel zelf met de initiatiefnemers bekijken hoe deze initiatieven ook een duurzame vorm kunnen krijgen. Het zou ook onwenselijk zijn om daar steeds maar extra geld naartoe te brengen. Als men een gelijke behandeling wil tussen zorg in natura en pgb kan dat ook niet betekenen dat wij bij pgb-constructies steeds zeggen dat wij daarvoor een uitzondering maken en dat wij daarvoor extra middelen reserveren.

De motie van mevrouw Agema ontraad ik ook. Ik snap het dictum eerlijk gezegd niet, waarin zij vraagt om de gevolgen voor de kwaliteit van zorg van het onder de kostprijs financieren van zorgzwaartepakketten in kaart brengen. Wij hebben daar uitgebreid over van gedachten gewisseld in het AO. Ik heb gezegd dat wij meer transparantie krijgen en dat het veel te vroeg is om nu te spreken over onder of boven de kostprijs. Ik heb u overigens al toegezegd dat de Kamer jaarlijks van mij gegevens krijgt over de ontwikkeling van de zorgwaartebekostiging en de invoering daarvan. Ik heb de Kamer bij eerdere debatten al toegezegd dat ik graag bereid ben om waar wij inzicht in de gegevens hebben, kwaliteit aan financiering te koppelen. Daarmee ontraad ik deze motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij zullen vanmiddag of vanavond stemmen over de ingediende moties.

Naar boven