Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 16 december 2009 over klokkenluiders.

De voorzitter:

Ik heet de minister van Binnenlandse Zaken welkom en ik geef het woord aan de heer Heijnen van de PvdA-fractie.

De heer Heijnen (PvdA):

Voorzitter. In dit bijzondere geval dien ik een motie in niet alleen namens de PvdA-fractie, maar ook namens de heer Van Raak, mevrouw Griffith en de heer Anker. Deze motie spreekt voor zich, dus ik hoef daarover verder niets te zeggen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende de noodzaak van een spoedige totstandkoming van een advies- en meldpunt klokkenluiders;

overwegende de noodzaak van een spoedige totstandkoming van een onderzoekspunt integriteitsschendingen overheid;

overwegende dat uit een brede consultatie is gebleken dat er draagvlak bestaat voor het onderbrengen van deze taken bij de Nationale ombudsman;

overwegende dat er voor het onderbrengen van deze taken bij de Nationale ombudsman ook goede inhoudelijke redenen zijn;

verzoekt de regering, het advies- en meldpunt klokkenluiders alsmede het onderzoekspunt integriteitsschendingen overheid onder te brengen bij de Nationale ombudsman,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Heijnen, Van Raak, Griffith en Anker. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 39(28844).

Minister Ter Horst:

Voorzitter. Wij hebben uitgebreid en op een buitengewoon constructieve manier over dit onderwerp gesproken in het algemeen overleg. Deze motie is ondertekend door een groot aantal leden. De minister kan tellen. De kans dat deze motie wordt aangenomen is groot, dus ik laat het oordeel over aan de Kamer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor om vanavond bij de eindstemming over deze motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven