Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over maatschappelijke opvang, te weten:

- motie-De Roos-Consemulder over een eenduidige definitie van zwerfjongeren (29325, nr. 45);

- de motie-De Roos-Consemulder over het schrappen van de eigen bijdrage voor cliënten in de maatschappelijke opvang (29325, nr. 46);

- de motie-De Roos-Consemulder over zorgen voor een vangnet bij huisuitzetting (29325, nr. 47);

- de motie-De Roos-Consemulder/Sap over niet herverdelen van de vrijkomende grensstrookmiddelen (29325, nr. 48).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-De Roos-Consemulder (29325, nr. 45).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-De Roos-Consemulder (29325, nr. 46).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-De Roos-Consemulder (29325, nr. 47).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66 en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-De Roos-Consemulder/Sap (29325, nr. 48).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Dames en heren, wij zijn gekomen aan het eind van de stemmingen, maar zoals altijd hebt u van mij nog een overweging tegoed.

Waarde medeleden, met het einde van de stemmingen is niet alleen een einde gekomen aan deze vergadering, maar ook aan het vergaderjaar. Een jaar waarin heel veel werk is verzet. Een geweldige prestatie, waarvoor ik niet alleen u dank, maar ook met nadruk al onze medewerkers, fractiemedewerkers en persoonlijk medewerkers.

(geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Uiteraard ook een woord van dank aan de bewindspersonen ...

(geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

... voor de goede samenwerking in het afgelopen jaar. Er is wel eens discussie over de aanwezigheid van bewindslieden in dit huis. Ik heb eens laten nagaan hoe de feiten precies liggen. In ruim een jaar tijd, gemeten tussen september 2008 en november 2009, was minister Hirsch Ballin het vaakst onze gast.

(geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Aan 147 – ik zeg: 147! – plenaire vergaderingen ...

(hilariteit)

De voorzitter:

... en commissieactiviteiten nam hij deel. Dit is toch wel heel veel, dames en heren. Ook mochten wij ons in die periode veelvuldig in gezelschap rekenen van – minister Hirsch Ballin wil dat wel doorgeven – minister Verburg, 116 keer, en minister Cramer, 113 keer. Om echter ook de keerzijde van de medaille aan te geven: staatssecretaris De Vries hoefde slechts 31 keer aanwezig te zijn.

(hilariteit)

De voorzitter:

Wij kunnen nog een spoeddebatje doen!

Debatten zijn er overigens niet alleen om bewindslieden, maar ook om elkaar als Kamerlid te bevragen. Mevrouw Van Gent spreekt weleens over "elkaars nieren proeven". Ik hoop niet dat zij dat zegt met het oog op de kerstdiners.

Ik heb al eens eerder opgemerkt dat het parlement niet is opgericht om het met elkaar eens te zijn. In de negentiende eeuw kwam het voor dat de geachte afgevaardigden in de Tweede Kamer naar hun degen grepen als de onenigheid erg groot was. En ik zie het al: er is een aantal leden dat klaar zit om riddertje te gaan spelen. De heer Leerdam zou daarvan graag de organisatie op zich nemen, maar dat gaan wij niet doen. Dat was vroeger. Ik wil maar zeggen: laten wij samen meer blijk geven van wederzijds respect.

Een hulpmiddel daarbij is de aloude stelregel dat binnen de Kamer het woord gevoerd wordt via de voorzitter. Dit betekent dat u elkaar niet rechtstreeks aanspreekt, maar in de derde persoon. Als u dat niet doet, wordt uw voorzitter opeens verantwoordelijk voor de vreemdste zaken. Ik citeer uit de Handelingen van verschillende debatten: "Waarom doet u dat? Hebt u lak aan de Tweede Kamer, zoals u lak hebt aan ouderen in dit land, van wie de pensioenen mogelijk worden verlaagd?" Of, erger: "Wat kletst u nou terwijl ik niks mag zeggen?" Of: "U gebruikt allerlei spookbeelden." Voor de goede orde, de eerste opmerking was gericht aan de heer Donner, de tweede aan collega Bosma en de derde aan collega Roemer. Een zakelijke manier van spreken, dwingt u op de bal te spelen en niet op de man. Wederzijds respect verstevigt ook het draagvlak van onze democratie, die immers is gebaseerd op de checks and balances van de trias politica.Voorzitter

Dames en heren. Aandacht was er ook dit jaar voor Europa. Met het Verdrag van Lissabon is de rol van onze nationale parlementen in de Europese Unie verder versterkt. Het is inmiddels gebruik dat iedere Nederlandse bewindspersoon voordat hij of zij deelneemt aan een Brusselse onderhandeling, overleg voert met de Tweede Kamer. De Nederlandse inzet voor die onderhandeling vormt steeds meer het centrale ankerpunt voor onze nationale democratische controle op Europese besluitvorming. Een mooi symbool daarvan is dat het Presidium gisteren op uw verzoek heeft besloten, de motie over de Europese vlag op het Kamergebouw uit te voeren; hoe kan het ook anders. Als het weer meewerkt – met vorst kun je namelijk geen beton storten – zal kort na het kerstreces op de perstoren de Europese vlag naast onze nationale driekleur wapperen ten teken dat de Kamer in vergadering bijeen is.

(geroffel op bankjes)

De voorzitter:

Ik heb nog niet gezegd hoe groot die vlag is.

(hilariteit)

De voorzitter:

Vanaf 2010 gaat de Kamer ook een eigen toekomst- en onderzoeksagenda uitvoeren. Het gaat daarbij om onderwerpen die naar de mening van de Kamer dringend onderzocht moeten worden, of omdat de uitvoering van beleid ernstige vragen opwerpt, of omdat een bepaald beleidsthema niet voortvarend genoeg door de regering wordt opgepakt. De onderwerpen voor 2010 zijn u inmiddels bekend: een toekomstverkenning jeugdzorg, een toekomstverkenning integrale indicering en een onderzoek naar de doeltreffendheid van de inburgering. Deze agenda is een van de mooiste uitkomsten, vind ik, van de parlementaire zelfreflectie.

Geachte medeleden, in deze periode zenden velen hun wenskaarten. Namens u allen heb ik deze week ook een kerst- en nieuwjaarswens gestuurd naar onze militairen die deelnemen aan de vredesoperaties in het buitenland. Wij denken ook aan hun naasten, die hun aanwezigheid natuurlijk ontzettend missen bij de kerst.

Voordat ik afsluit, wil ik graag een persoonlijk woord van dank uitspreken aan mijn ondervoorzitters en aan alle anderen die mij regelmatig vervangen. Zonder hun hulp is de vergadering niet in goede banen te leiden. Ook dank ik, uiteraard met respect voor hun onafhankelijke positie – het zijn er wel bar weinig – de dames en heren van de pers. Zij zijn onlosmakelijk verbonden met ons werk en daarmee met de beeldvorming over de Kamer.

Dames en heren, wij staan aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen in 2010 en aan het begin van een jaar dat in de politiek vaak wordt aangeduid als het oogstjaar van een kabinet, het jaar dat voorafgaat aan de Kamerverkiezingen in 2011. Een spannende periode waarin velen op zoek gaan naar hun persoonlijk profiel. Graag wens ik u toe dat u in de komende tijd van bezinning ook inspiratie opdoet in datgene wat ons allen bindt: de loyaliteit aan onze democratie.

Ik wens u allen goede kerstdagen en een voorspoedig 2010 toe.

Sluiting 21.22 uur

Naar boven