Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 200 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2023

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2022–2023

GERAAMDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 15.038,661

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 142,234

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

Wetsartikel 2

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van het in de staat opgenomen baten-lastenagentschap Paresto voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in betreffende begroting opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake het agentschap.

De Minister van Defensie,K.H. Ollongren

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1. Leeswijzer

Algemeen

De leeswijzer volgt de opbouw van de memorie van toelichting van de begroting. De memorie van toelichting is de uitleg bij het hierboven beschreven wetsvoorstel.

Het Ministerie van Defensie bestaat uit zeven organisatiedelen. De vier krijgsmachtdelen (Koninklijke Marine, Koninklijke Landmacht, Koninklijke Luchtmacht en Koninklijke Marechaussee) zorgen ervoor dat de militairen en het materieel klaar zijn voor inzet. Het Defensie Ondersteuningscommando en de Defensie Materieel Organisatie ondersteunen door producten en diensten te leveren. De Bestuursstaf bestaat uit een aantal uitvoeringsorganisaties waaronder de MIVD en heeft daarnaast een rol in het maken van beleid.

De Minister en Staatssecretaris zijn verantwoordelijk voor het algehele beleid van Defensie. De ambtelijke leiding ligt in handen van de Secretaris-Generaal. De Commandant der Strijdkrachten - verantwoordelijk voor een groot deel van de uitvoering - is de militaire adviseur van de Minister en stuurt de Koninklijke Marine, Koninklijke Landmacht, Koninklijke Luchtmacht, Defensie Materieel Organisatie, Defensie Ondersteuningscommando, NLD Commando Speciale Strijdkrachten en Defensie Cyber Commando aan.

Hoofdstuk 2 Beleidsagenda

De beleidsagenda beschrijft de beleidsprioriteiten van Defensie en sluit af met de onderdelen:

  • De belangrijkste beleidsmatige mutaties;

  • Het overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven;

  • De Strategische Evaluatie Agenda (SEA);

  • Het overzicht risicoregelingen.

Hoofdstuk 3 Beleidsartikelen

In beleidsartikel 1 Inzet wordt de inzet van de krijgsmacht begroot. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan door de leden gemeenschappelijk gefinancierde (common funded) NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel bevat ook een overzicht van de structurele inzet die in andere beleidsartikelen is begroot, bijvoorbeeld van de Koninklijke Marechaussee en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie. Het artikel maakt gebruik van het financiële instrument «opdrachten», met daarin de categorieën:

  • 1. Internationale inzet (Budget Internationale Veiligheid (BIV)), zoals crisisbeheersingsoperaties;

  • 2. Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK);

  • 3. Overige inzet.

In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering geraamd voor respectievelijk de Koninklijke Marine, Koninklijke Landmacht, Koninklijke Luchtmacht, Koninklijke Marechaussee en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1 Inzet. Deze operationele commando’s maken gebruik van de financiële instrumenten «opdrachten», «personele uitgaven» en «materiële uitgaven».

Door de introductie van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) zijn de middelen uit beleidsartikel 6 Investeringen per 2021 overgeheveld naar het DMF. Defensie brengt een eigen begroting uit voor het DMF.

In de beleidsartikelen 7 Defensie Materieel Organisatie (DMO) en 8 Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) zijn de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten geraamd voor de ondersteunende en dienstverlenende defensieonderdelen. De ondersteunende onderdelen werken met dezelfde financiële instrumenten als de krijgsmachtdelen.

De uitgaven voor het Nationaal Fonds Ereschuld worden verantwoord op beleidsartikel 8 DOSCO onder het financieel instrument «schadevergoeding».

Hoofdstuk 4 Niet-beleidsartikelen

In het niet-beleidsartikel 9 Algemeen zijn de niet specifiek aan een defensieonderdeel toe te wijzen programma-uitgaven opgenomen. Onder dit artikel zijn twee financiële instrumenten opgenomen:

  • De bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken: het betreft de bijdragen voor kennisopbouw bij TNO, NLR en MARIN, die via de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat lopen;

  • De schadevergoeding voor de Regeling Uitkering chroom-6 Defensie die bedoeld is voor claims. Het budget voor potentiële veteranenclaims is bij artikel 8 DOSCO verantwoord waar het Nationaal Fonds Ereschuld is opgenomen.

In het niet-beleidsartikel 10 Apparaat Kerndepartement worden de uitgaven ten behoeve van het centrale apparaat van Defensie begroot, waaronder de bestuursstaf met de defensietop, (hoofd)directies inclusief de Defensiestaf en bijzondere organisatie-eenheden. De bijzondere organisatie-eenheden van de bestuursstaf bestaan uit de Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht (IGK), Inspecteur-Generaal Veiligheid (IGV) die aan het hoofd staat van de Inspectie Veiligheid Defensie (IVD), de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA), de Inspectie Militaire Gezondheidszorg (IMG), de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID), het Militair Huis van de Koning (MHK), de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en de Diensten Geestelijke Verzorging (DGV). Onder het financiële instrument «personele uitgaven» worden onder «uitkeringen» de uitgaven voor het Sociaal Beleidskader Defensie (SBK) van de pensioenen en wachtgelden verantwoord.

Ten slotte zijn er ramingen voor de niet-beleidsartikelen 11 Geheim, 12 Nog onverdeeld en 13 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds opgenomen.

Hoofdstuk 5 Begroting agentschappen

In hoofdstuk 5 is de baten-lastendienst Paresto opgenomen.

Hoofdstuk 6 Departement specifieke informatie

In dit hoofdstuk is een aantal defensiespecifieke onderwerpen opgenomen. Het betreft nadere informatie over pensioenen en uitkeringen, de verdeling van de apparaatsuitgaven en het overzicht formatie defensiepersoneel.

Hoofdstuk 7 Bijlagen

In de bijlagen is informatie opgenomen over de volgende onderwerpen: 7.1 Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (ZBO/RWT’s), 7.2 een verdieping op de mutaties, 7.3 de moties en toezeggingen, 7.4 een subsidieoverzicht, 7.5 de toelichting op de Strategische Evaluatie Agenda, 7.6 een uitgavenoverzicht voor veteranen en de uitgaven voor zorg en nazorg, 7.7 een overzicht met uitgaven aan Caribisch Nederland, 7.8 een overzicht van de budgettaire gevolgen MIVD en ten slotte is in 7.9 een lijst met gebruikte afkortingen opgenomen.

Motie Schouw

In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Op grond van deze motie hebben landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op basis van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats gekregen in de departementale begrotingen. Er zijn geen specifieke aanbevelingen die betrekking hebben op de begroting van het Ministerie van Defensie.

Defensieprojectenoverzicht

Zoals gebruikelijk ontvangt de Kamer tegelijkertijd met deze begroting het Defensieprojectenoverzicht (DPO). Hierin wordt per project meer informatie gegeven dan in de begroting. Zo wordt de samenhang met het defensiebeleid en met andere projecten gedetailleerder weergegeven dan in de begroting. Het DPO biedt inzicht in de lopende en de geplande materieel-, wapensysteemgebonden-, IT- en vastgoedprojecten met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen. Daarnaast wordt ingegaan op af te stoten materieel.

Groeiparagraaf

In de begroting 2023 zijn ten opzichte van de begroting 2022 de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  • De beleidsagenda volgt de indeling van de Defensienota 2022;

  • In de KPI-tabel (onderdeel van de beleidsagenda) is een kolom opgenomen met daarin de realisatiecijfers over 2021, dit teneinde eenvoudiger de vergelijking met 2021 te kunnen maken. De realisatiecijfers over 2021 zijn ontleend aan het Jaarverslag 2021;

  • In de Rijksbegrotingsvoorschriften 2022 is opgenomen dat de uitgaven ten behoeve van het Caribisch gebied per ministerie op de eigen begroting inzichtelijk gemaakt dienen te worden. Dit is opgenomen in bijlage 7.7, bijlage uitgaven Caribisch Nederland;

  • In een technische conversie zijn defensiebreed verschillende artikelonderdelen, instrumenten en details op één lijn gebracht. Hierdoor wordt het instrument "schadevergoedingen", daar waar nodig, zichtbaar in de budgettaire tabellen;

  • Naar aanleiding van de door de Minister gedane toezegging tijdens de begrotingsbehandeling op 10 november 2021 is bijlage 7.8 opgenomen waarin het budget van de MIVD inzichtelijk wordt gemaakt.

Toelichtingsgrens

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

2. Beleidsagenda

Inleiding

De veiligheidssituatie in de wereld verslechtert in een hoog tempo. Instabiliteit in en aan de randen van Europa, terrorisme, de gevolgen van klimaatverandering, een assertiever beleid van China, desinformatie, cyberdreigingen, hybride conflictvoering, het ruimtedomein, tekort aan grondstoffen en de invasie van Oekraïne door Rusland maken duidelijk dat onze vrede en veiligheid constant worden bedreigd en daarom moeten worden beschermd. Nederland en Europa moeten in deze realiteit beter in staat zijn om de eigen veiligheidsbelangen te kunnen beschermen. Een geloofwaardige krijgsmacht die adequaat is uitgerust om huidige en toekomstige bedreigingen te kunnen tegengaan en die sterk (inter)nationaal is verbonden is daar een belangrijk onderdeel van. Voor een geloofwaardige afschrikking samen met onze bondgenoten, maar ook om, wanneer het nodig is, het gevecht te winnen.

Het kabinet investeert daarom fors extra in Defensie. Zoals beschreven in de Defensienota die in juni is gepresenteerd aan de Kamer stellen deze investeringen Defensie in staat capaciteiten te herstellen, te moderniseren, te vernieuwen en uit te breiden. En dat is nodig. Defensie moet als gevolg van de verslechterde veiligheidssituatie sneller, vaker en langer kunnen worden ingezet. Defensie staat daarom aan het begin van een grootse transformatie die moet leiden tot drie centrale effecten: de gereedheid en inzetbaarheid moet omhoog, de gevechtskracht moet gericht worden versterkt en de wendbaarheid van de organisatie moet worden verbeterd.

In 2023 wil Defensie belangrijke stappen zetten in deze transformatie. In nauw overleg met de NAVO werkt Defensie aan een vernieuwing van de systematiek van het realiseren van gereedheid. Natuurlijk kost het tijd voordat maatregelen materialiseren en zich aansluitend vertalen in een hogere gereedheid en inzetbaarheid. Daarnaast heeft de onvoorspelbaarheid van de oorlog in Oekraïne invloed op de realisatie van de maatregelen vanwege onder andere de directe invloed van leveringen op de gereedheid en de invloed van de oorlog op de (internationale) defensie-industrie. Vanwege de urgentie zet Defensie alles op alles om maatregelen zo snel als mogelijk te realiseren door slim te prioriteren en waar mogelijk maatregelen te versnellen. Daarbij zoeken we constant naar een effectieve samenwerking op Europees niveau, bijvoorbeeld op het gebied van aankoop en onderhoud van materieel. Dit biedt perspectief op schaalvoordelen, op een betere positie op de zwaar belaste defensiemarkt, voorkomt fragmentatie en verbetert tegelijk standaardisatie en interoperabiliteit. Nederland wil in deze Europese samenwerking de komende jaren een voortrekkersrol vervullen en inzetten op Europese strategische autonomie.

De medewerkers zijn het hart van Defensie: zij zetten zich dagelijks in voor vrede en veiligheid en zij geven deze transformatie vorm. Een essentiële schakel bij het verhogen van de gereedheid en inzetbaarheid is daarom de personele gereedheid. Dat het personeel van Defensie zijn werk beter, plezieriger, veiliger en daardoor langer kan doen is een belangrijke prioriteit de komende jaren. Hiervoor is het belangrijk dat defensiepersoneel beschikt over goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord is hier een belangrijk onderdeel van. Dit zorgt bijvoorbeeld voor een aanzienlijke verbetering in de beloning van onze mensen en een rechtvaardiger toelagenstelsel. Ook het nieuwe HR model moet de komende jaren onze medewerkers beter faciliteren bij het vormgeven van hun loopbaan. Daarnaast investeert Defensie in de arbeidsomstandigheden van onze mensen door pakken, uitrusting en persoonlijk materieel te vervangen of te moderniseren, opleidingen te verbeteren en te investeren in een goede, moderne en veilige werkomgeving op de juiste plek. Het doel is een vastgoedportefeuille te creëren die bijdraagt aan werkbeleving en trots. Hiermee ondersteunen we onze medewerkers beter bij het belangrijke werk dat ze doen voor de Nederlandse samenleving.

Daarnaast wordt begonnen met het versterken van de gevechtsondersteuning en de logistiek, worden de inzetvoorraden verhoogd en worden capaciteiten gemoderniseerd, uitgebreid of opgericht. Defensie kiest er bij het versterken van capaciteiten voor om gericht te investeren in die capaciteiten waarmee Nederland een waardevolle bijdrage levert aan de gezamenlijke gevechtskracht van de NAVO en de EU.

De medewerkers van Defensie zetten de komende jaren de schouders onder de transformatie. Maar we kunnen en willen dat niet alleen doen. Gezamenlijk met onze bondgenoten, maar ook nationale veiligheidspartners en overheden bouwen we aan een sterke krijgsmacht. Een krijgsmacht die een betrouwbaar onderdeel is van de NAVO en de EU, maar ook van de veiligheidsketen binnen het Koninkrijk.

Defensie investeert ook in de mensen en middelen die nodig zijn om informatiegestuurd te kunnen werken en optreden. Dit maakt commandovoering en besluitvorming mogelijk op basis van de beste en meest actuele informatie. De investeringen in de informatiehuishouding zorgen ook voor betere informatievoorziening aan het parlement en, in lijn met de nieuwe eisen van de Wet open overheid (Woo), aan de samenleving. Daarbij geeft Defensie specifiek een impuls aan de transparantie over bescherming van de burgerbevolking in een gewapend conflict.

Financiële ontwikkelingenMet de extra investeringen uit het coalitieakkoord en de Voorjaarsnota, zet Defensie belangrijke stappen om het fundament te versterken en vorm te geven aan de transformatie naar de toekomst. Het kasritme van de uitgaven hierbij is in eerste instantie vastgelegd in het coalitieakkoord en de Voorjaarsnota, aansluitend bij de rijksbrede uitgavenplafonds. Indien blijkt dat er een ander kasritme benodigd is om de extra investeringen op doelmatige wijze uit te kunnen voeren, zal Defensie met voorstellen komen om de begroting beter te laten aansluiten op de uitgaven. 

De defensiebegroting groeit met de extra middelen uit het coalitieakkoord en de aanvullende middelen uit de Voorjaarsnota structureel met € 5 miljard. Het defensiebudget in 2023 stijgt naar € 15,2 miljard. De defensie-uitgaven uitgedrukt in een percentage van het bruto binnenlands product (bbp) bedragen in 2023 naar verwachting 1,66%.

Figuur 3 Ontwikkeling defensie-uitgaven als percentage van het bbp

Bron: Defensiebegrotingen 2023 stand miljoenennota en MEV-cijfers

Op basis van de huidige CPB-ramingen stijgt het percentage defensie-uitgaven in 2024 en 2025 naar 2,02%. Nederland voldoet daarmee aan de NAVO-norm van 2% in 2024 en 2025. Het Europees NAVO-gemiddelde komt in 2024 uit op 1,94% en gelet op de recente ontwikkelingen in Oekraïne en de stijgende defensie-uitgaven van onze NAVO-bondgenoten is de verwachting dat dit percentage de komende periode waarschijnlijk doorstijgt.

Het aantal Europese bondgenoten dat voldoet aan de NAVO–norm van 2% zal verder stijgen. Vergeleken met alle NAVO-bondgenoten komt Nederland in 2024 qua verwacht bbp-percentage op plaats 12 van de 30.

Figuur 4 Ontwikkeling NAVO defensie-uitgaven 2024 ten opzichte van 2022

Bron: Burden Sharing rapport juni 2022

Toelichting

Deze figuur toont de ontwikkeling van Defensie-uitgaven als percentage van het bbp op 2022 en 2024 van de Europese NAVO bondgenoten op basis van bruto uitgaven.

* Voor Duitsland en Turkije zijn geen gegevens in 2023 opgenomen. Voor Denemarken zijn geen gegevens voor 2024 beschikbaar. Het gehanteerde bbp-percentage voor 2022 is alleen opgenomen in dit overzicht.

** IJsland doet geen opgaaf aan de NAVO over de hoogte van de Defensie-uitgaven, IJsland handhaaft geen staand leger.

Prijsontwikkeling defensie-uitgaven

In 2017 heeft het CBS voor de eerste keer een onderzoek uitgevoerd naar de prijsontwikkeling van defensie-uitgaven in relatie tot de uitgekeerde prijsbijstelling. Dit onderzoek is uitgevoerd over de verslagjaren 2011 tot en met 2015 en in de jaren nadien aangevuld tot en met het verslagjaar 2021. De door het CBS uitgebrachte rapporten zijn openbaar en te raadplegen via www.cbs.nl. Defensie beschikt door het CBS-onderzoek over gedetailleerde informatie over de prijsontwikkeling van gerealiseerde defensie-uitgaven gedurende een langere periode (2011 ‒ 2021). Op basis hiervan is door Defensie een onderzoek gedefinieerd en het CBS is gevraagd om de onderzoeksopzet te valideren. De uitkomsten van dit onderzoek zullen uiterlijk in de begroting 2024 met de Kamer gedeeld worden.

Investeringen

Defensie ziet nu een aantal jaren op rij een significante stijging van de geplande investeringsverplichtingen; Defensie is dus goed in staat het investeringsgeld uit te geven conform de plannen. In 2023 stijgt de vijfjaars-gemiddelde investeringsquote verder tot 26,2%, waarmee Defensie voldoet aan de NAVO-richtlijn dat minimaal 20% van de uitgaven bestemd is voor vervanging van materieel en gerelateerd onderzoek.

Investeringsquote

2.1 Beleidsprioriteiten

2.1.1 Krachtige ondersteuning

Ondersteuning van gevechtseenhedenDe toegenomen dreiging vraagt om een verbeterde gereedheid en inzetbaarheid: Defensie moet sneller en vaker kunnen worden ingezet en moet een inzet - in alle drie de hoofdtaken - langer vol kunnen houden. Op dit moment is het grootste knelpunt het tekort aan inzetvoorraden en operationele ondersteuning (combat support en combat service support). Betere ondersteuning maakt Defensie wendbaarder en meer schaalbaar. Ook kan Defensie dan vaker ‘ja’ zeggen tegen nationale en internationale hulpverzoeken. De investering in ondersteuning verhoogt de betrokkenheid en motivatie van onze mensen, want voldoende reserveonderdelen, transport en munitie zijn van positieve invloed op oefeningen. Als militairen beter getraind zijn, verhoogt dat de gereedheid van de krijgsmacht. Om de voordelen van de betere ondersteuning zo snel mogelijk te behalen, pakt Defensie de investeringen slim aan. Internationale samenwerking is daarbij van cruciaal belang. Er worden daarom afspraken gemaakt met internationale partners en bondgenoten over het gezamenlijk aanschaffen en onderhouden van (nieuwe) ondersteunende capaciteiten.

Ook nationaal gaan we meer en beter samenwerken. Zo gaat Defensie afspraken maken met marktpartijen over flexibele en gegarandeerde logistieke capaciteit. We zoeken nauwere samenwerking met ziekenhuizen en medische marktpartijen om gezamenlijk gebruik te maken van materieel en voorraden. Door de samenwerking met civiele (veiligheids)partners, kennisinstituten en het bedrijfsleven te versterken, behaalt Defensie voordelen en raakt Defensie nog meer verbonden met de samenleving.

Met het verbeteren van de ondersteuning van onze gevechtseenheden geven we invulling aan de overbrugging van de kloof tussen enerzijds de taken en anderzijds de middelen. Het verhoogt de wendbaarheid waardoor Defensie beter kan voldoen aan de verhoogde vraag naar inzet doordat we met kleinere en grotere eenheden flexibeler en sneller kunnen reageren. Eenheden zijn langer en zelfstandiger inzetbaar, ook in het hoogste geweldsspectrum. Versterken Vuursteun zal als maatregel in 2023 de eerste effecten laten zien: twaalf Pantserhouwitsers worden uit opslag gehaald en weer operationeel in dienst gesteld, waardoor het aantal groeit naar 45. Daardoor zullen er weer voldoende operationele houwitsers zijn om twee afdelingen veldartillerie te vormen. In deze afdelingen wordt ook raketartillerie als nieuwe capaciteit opgenomen. Daarnaast wordt in 2023 een eerste stap gezet in de capaciteitsuitbreiding van de bewakingseenheid van de vliegbasis Volkel en start het project uitbreiding (geneeskundige) strategische transportcapaciteit. Deze projecten dragen bij aan een grotere zelfstandigheid van onze eenheden waarbij tegelijkertijd de reactietijden afnemen.

Vergroten van de voorradenMet het vergroten van de inzetvoorraden en een ruimere compensatie van verbruik van voorraden voor opleiden en trainen wordt de basis van de krijgsmacht verder versterkt en neemt de getraindheid van het personeel toe. Reeds lopende projecten komen in 2023 tot uitlevering. Hierdoor komt de inzetvoorraad verder op norm voor inzet in het kader van de tweede hoofdtaak. Uitlevering van inzetvoorraden betreft in 2023 onder meer klein kaliber munitie, Hellfire-raketten voor de Apache gevechtshelikopter, air-to-air missiles voor de F-35 en mortiergranaten voor het nieuw instromende 81mm mortier.[1] (Kamerstuk 27 830 nr. 265 van 19 oktober 2018). Daarnaast worden in 2023 ruim 200 gespecialiseerde containers voor munitie en geneeskundige artikelen uitgeleverd. Deze zijn geschikt voor zowel transport van voorraden als voor veilige en geconditioneerde veldopslag van deze operationele voorraden in een operatiegebied. Ook worden de nieuwe CBRN-beschermende pakken, onderdeel van de inzetvoorraad kleding en uitrusting in 2023 geleverd.

De voorraden worden de komende jaren significant verhoogd. Met beter gevulde voorraden kunnen eenheden vaker en uitgebreider oefenen, kunnen ze sneller en langer worden ingezet en is Defensie beter voorbereid op crisissituaties. Hiertoe wordt het Beleidskader Inzetvoorraden geactualiseerd, waarbij de eerste hoofdtaak als uitgangspunt is gedefinieerd en de NAVO-normen voor normering van voorraadhoogtes gehanteerd worden. De voorraden van munitie, geneeskundige goederen, brandstof, rantsoenen, reservedelen en uitrusting worden verhoogd. Met de beschikbare budgetten kunnen de voorraden van de operationele assortimenten voor gemiddeld 60% (munitie) en 50% (overige assortimenten) op norm worden gebracht voor de eerste hoofdtaak zodat capaciteiten die we inzetten hiervoor beschikken over voldoende voorraden. Vanwege de acuut verslechterde veiligheidssituatie heeft het kabinet investeringen in munitie voor een deel naar voren gehaald. Met het project ‘versnelde aanvulling inzetvoorraad munitie’ (Kamerstuk 35 925-X nr. 74 van 29 april 2022) zijn in een Fast Track Procurement (FTP) proces bestellingen geplaatst voor klein kaliber munitie, vuursteunmunitie (mortier- en artilleriegranaten), antitankwapens, precision guided munitions voor Apache, F-35 en Pantserhouwitser en luchtverdedigingsraketten. Vanaf eind 2022 worden de eerste munitiesoorten uitgeleverd, doorlopend naar 2023 en 2024.

Nationale takenDefensie vergroot de komende jaren haar capaciteiten om nationale taken en ondersteuning aan civiele autoriteiten te versterken. Intensivering van de civiel-militaire samenwerking met lokale, regionale en nationale partners is daarbij van cruciaal belang. Defensie legt in 2023 haar betrokkenheid bij alle schakels van de veiligheidsketen verder vast in bestuurlijke afspraken en operationele planvorming. De verstevigde rol van Defensie in het nationale veiligheidsdomein wordt onder andere meegenomen in de uitwerking van het programma Versterking Crisisbeheersing naar aanleiding van de evaluatie Wet veiligheidsregio’s en in de Rijksbrede Veiligheidsstrategie.

Vanaf 2023 wordt de (opschaalbare) capaciteit van de marechaussee en de Nationale Reserve voor bijstand aan civiele autoriteiten versterkt. Hierdoor komt op termijn meer capaciteit beschikbaar voor bescherming van militaire en civiele vitale infrastructuur en vitale processen alsmede voor de bijstand. Door bij nationale operaties en bij crisissituaties in het publieke domein snel en adequaat te kunnen opschalen en te ondersteunen, toont Defensie zich een betrouwbare partner in het nationale veiligheidsdomein. Opschaalbare capaciteiten worden tevens ingezet bij de doorvoer van (buitenlandse) militaire eenheden door Nederland. De positie van Nederland als belangrijk militair transitland voor NAVO-bondgenoten en EU-partners wordt beter ingericht en versterkt. Hiertoe wordt in 2023 samen met lokale, regionale en nationale partners het nationaal plan Militaire Mobiliteit verder uitgewerkt.

Om in Nederland beter te kunnen bijdragen aan de bescherming van chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) dreigingen breidt Defensie de CBRN-beschermingscapaciteiten uit, waaronder advies en assistentie capaciteit. Defensie versterkt samen met partners de civiel-militaire samenwerking en ondersteuning op het gebied van CBRN.

Om in crisissituaties en bij calamiteiten in het Koninkrijk de civiele autoriteiten beter te kunnen bijstaan, werkt Defensie vanaf 2023 toe naar een versterking van de command and control bij de (crisis)coördinatiecentra. Hierbij zullen bijvoorbeeld de centra beter met elkaar verbonden worden om in crisissituaties informatiegestuurd op te kunnen treden en om gerubriceerd, snel en gemakkelijk informatie te kunnen uitwisselen.

Om de defensie-inzet in het Caribisch gebied verder te versterken, zal de gereedheid en inzetbaarheid van de defensie-eenheden daar worden verbeterd. In dat kader zal Defensie met de autoriteiten van de Landen werken aan de professionalisering van de CARMIL (de Curaçaose en Arubaanse militairen). De marechaussee en de Kustwacht Caribisch Gebied gaan daarnaast middels een personeelsintensivering bijdragen aan versterkt grenstoezicht in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Bij de Kustwacht Caribisch Gebied vinden ook materieelinvesteringen plaats.

2.1.2 Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

PersoneelHet binden en behouden van voldoende gekwalificeerd personeel is één van de grootste opgaven waar Defensie voor staat in de komende jaren. Het vraagstuk van voldoende beschikbaar personeel zal de komende jaren dominanter worden, zeker gezien het grotere beroep dat op ons wordt gedaan en de huidige krappe arbeidsmarkt. We voeren daarom een meer open personeelsmodel in waarin meer ruimte ontstaat om huidig en nieuw personeel aan Defensie te binden, bijvoorbeeld door personeel te delen, zowel tussen krijgsmachtonderdelen als met civiele werkgevers.

Een hogere instroom van nieuw personeel wordt daarnaast gestimuleerd door beter in verbinding te zijn met de samenleving. Door mensen beter en vaker met Defensie in contact te brengen ontstaat een bredere bekendheid met waar Defensie voor staat en met de mogelijkheden die Defensie biedt als werkgever. Dit gebeurt onder meer door:

  • een zo kort en laagdrempelig mogelijk sollicitatie- en selectieproces waarbij de kandidaat centraal staat;

  • regelmatige open dagen op defensielocaties en meer veteranen en militairen voor de klas;

  • stageplekken beschikbaar te stellen in alle delen van de organisatie om meer studenten bij ons werk te betrekken vanuit verschillende richtingen en zowel voor MBO-, HBO- als WO-studenten;

  • de mogelijkheid om een Dienjaar binnen Defensie te volgen waarbij deelnemers maatschappelijk relevante werkervaring opdoen en daarmee hun loopbaanperspectief vergroten. Het programma moet structureel gaan bijdragen aan het verhogen van de personele gereedheid van Defensie. Defensie informeert u in 2022 over het plan van aanpak, in 2023 beginnen we met de invoering;

  • de programma’s Defensity College en Maatschappelijke Diensttijd te intensiveren. De ervaringen die hiermee zijn opgedaan worden meegenomen in het vormgeven van het programma Dienjaar.

In de Contourenbrief behouden, binden en inspireren bent u in meer detail geïnformeerd over mijn plannen. Defensie blijft u over deze initiatieven informeren via de vernieuwde halfjaarlijkse Personeelsrapportage.

Defensie streeft ernaar om een goede werkgever te zijn in verbinding met de samenleving, zoals ook aangegeven in de Defensienota. Goede arbeidsvoorwaarden zijn daarbij een eerste vereiste. Defensie heeft op dat gebied reeds belangrijke stappen gezet met de eerder dit jaar gesloten arbeidsvoorwaardenovereenkomst. Naast een forse salarisverhoging is er een nieuw loongebouw voor militairen dat er voor zorgt dat militairen aan het begin van hun loopbaan sneller een hoger salaris verdienen. Daarnaast is onder meer een aantal toelagen verbeterd en zijn afspraken gemaakt over de vernieuwing van het personeelsmodel. Defensie heeft de ambitie om in een volgende deelakkoord aanvullende afspraken te maken over een herzien toelagenstelsel en over het personeelsmodel. De afspraken over arbeidsvoorwaarden en modernisering van het personeelsbeleid zijn eerste concrete resultaten van de invoering van het nieuwe HR-model, waarin het huidige gesloten en sterk centraal georganiseerde personeelssysteem wordt doorbroken en een nieuw beloningsmodel wordt ingevoerd. U bent over de stapsgewijze uitwerking en invoering van het HR-model in de komende jaren geïnformeerd in de Kamerbrief over de HR-transitie (Kamerbrief HR-transitie, 28 mei 2021 nummer: 35570-X-91.).

ReservistenReservisten zijn volwaardige medewerkers van Defensie en een cruciaal onderdeel van een wendbare en schaalbare defensieorganisatie. We willen het aantal reservisten laten groeien die gemiddeld 10 weken per jaar bijdragen aan het functioneren van de krijgsmacht. Dit is een optimale manier om de inzet van arbeidspotentieel te delen met andere werkgevers in plaats van elkaars concurrent te zijn op een krappe arbeidsmarkt. We gaan werkgevers dan ook actiever betrekken om per organisatie te bekijken wat de mogelijkheden zijn tot samenwerking. Een groter aandeel reservisten vraagt ook wat van Defensie. Onze interne organisatie en onze processen moeten flexibeler worden en beter ingericht zijn op tijdelijke inzet van mensen.

Veteranen Defensie vindt het belangrijk om veteranen voldoende erkenning, waardering en zorg te geven. Het geven van erkenning en waardering gebeurt tijdens bijeenkomsten en reünies waarvan de jaarlijkse Nederlandse Veteranendag de meest bekende – maar zeker niet de enige - is. Vanuit de veteranenwet heeft Defensie een bijzondere zorgplicht voor veteranen. Dat geldt zowel voor materiele als immateriële zorg. Bij materiële zorg valt te denken aan uitkeringen en in dat kader zal Defensie het Militair Invaliditeitspensioen (MIP) gaan verhogen naar de huidige maatstaven, ook wel indexatie genoemd. Ik ben voornemens het MIP te indexeren volgens de indexatie van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Daarnaast ben ik voornemens om in één keer de huidige MIP-uitkeringen te verhogen aan de hand van de WIA-indexatie zoals die sinds 2010 is toegepast. Deze voorstellen zijn onderwerp van overleg met de centrales van overheidspersoneel. Daarnaast vergen deze voorstellen nadere interdepartementale afstemming, waaronder met het Ministerie van Financiën. Mijn doel is om dit uiterlijk 1 januari 2023 te hebben uitgevoerd. Daarnaast zal in 2023 verder worden gewerkt aan het vormgeven van een modern stelsel van uitkeringen en voorzieningen voor de veteraan, gericht op maatschappelijke participatie en re-integratie, en worden maatregelen genomen om de overgang van de veteraan van Defensie naar de civiele maatschappij te verbeteren. Zo help helpt zorgloket NLVI, op basis van een zorg- en ontwikkelplan bij re-integratie en participatie. Verder wordt een gedegen evaluatie uitgevoerd van de reikwijdte van de uitzend-gerelateerde psychische en psychosociale zorg voor veteranen en hun relaties. Het proefproject ‘behandeling van veteranen met onbegrepen lichamelijke klachten’ gaat van start. Verder onderzoekt Defensie initiatieven als KNAK (mentale gezondheid) en het vergroten van de beschikbaarheid van hulphonden voor veteranen die daar baat bij hebben.

Een veilige werkomgeving bij DefensieVeiligheid moet in beleidsvorming, aansturing en uitvoering bij Defensie een vanzelfsprekendheid zijn. Defensie bouwt door op de forse stappen die de afgelopen jaren zijn gezet om de veiligheid te verbeteren. In 2023 bestendigen wij daarom het veiligheidsbeleid en verankeren dit verder in de organisatie. Waar het budget voor Defensie groeit, zijn er ook meer structurele middelen voor veiligheid beschikbaar in 2023. Bijvoorbeeld voor het bevorderen en bewaken van sociale veiligheid en integriteit en het adequaat toerusten van de veiligheidsorganisaties van de defensieonderdelen.

De voornaamste stappen waar we ook met uw Kamer over komen te spreken zijn:

  • Wij richten ons op de uitvoer van de resterende maatregelen uit het plan van aanpak ‘Een veilige defensieorganisatie’ uit 2018. We nemen de resultaten van de evaluatie van het plan van aanpak door de Auditdienst Rijk (ADR) mee bij het verder versterken van de veiligheid. Bij de aanbieding van de evaluatie bent u uitgebreid geïnformeerd over de staat van het veiligheidsbeleid van Defensie.

  • Defensie evalueert bestaand veiligheidsbeleid, zo is recent het integriteitsbeleid herzien en vastgesteld.

  • Op het terrein van sociale veiligheid en integriteit geven we een impuls aan de reeds ingezette ontwikkeling van onze leidinggevenden en intensiveren we de opleiding en training van al het defensiepersoneel op het gebied van sociale veiligheid. In 2023 verwachten we de eerste resultaten zichtbaar te hebben van het afgelopen jaar vereenvoudigde meld- en registratiesysteem. Personeel kan meer vertrouwelijk melden en wij verwachten een voorzichtige toename in het aantal meldingen.

  • Wij gaan verder met het uitvoeren van de omarmde aanbevelingen van de toezichthouders van Defensie. Jaarlijks informeren wij de Kamer via een bijlage bij het Jaarverslag Defensie over de voortgang.

  • Defensie gaat verder met de bredere toepassing van de maatregelen uit het plan van aanpak beheersing chroom-6 op de overige gevaarlijke stoffen in de gehele keten. Daarvoor wordt de Nadere Inventarisatie Gevaarlijke Stoffen voortgezet, zodat de komende vier jaar stap voor stap de risicobeoordelingen worden afgerond en te nemen maatregelen worden gerealiseerd.

  • Binnen Defensie wordt risicomanagement al toegepast als onderdeel van beleid(svorming), aansturing en uitvoering. Als aanvulling hierop gaat Defensie verder met het invoeren van integraal risicomanagement. Hierbij worden vanuit meerdere perspectieven – waaronder veiligheid – risico’s geïdentificeerd, gemitigeerd en waar nodig in samenhang geaccepteerd. Risicomanagement wordt in alle lagen van de organisatie uitgevoerd.

VastgoedDefensie heeft een urgente en omvangrijke vastgoedopgave, waarbij de portefeuille de komende tien tot vijftien jaar ingrijpend moet worden herzien. In de Kamerbrief ‘Contourenbrief Strategisch Vastgoedplan 2022’ (Kamerstuk 34 919, nr. 89) zijn de contouren en uitgangspunten gedeeld die de basis vormen voor het nieuwe Strategisch Vastgoedplan 2022 (SVP2022), dat uiterlijk medio oktober 2022 met de Kamer wordt gedeeld. Doel is om een vastgoedportefeuille te realiseren die onze taakuitvoering optimaal ondersteunt, toekomstbestendig is, bijdraagt aan werkbeleving en trots, duurzaam is en die waar mogelijk nog meer met de samenleving en de regio verbonden is dan voorheen. Daarnaast is het uitgangspunt dat de balans wordt hersteld tussen een gezonde toekomstbestendige vastgoedportefeuille en de beschikbare middelen voor investeringen en exploitatie. Hierbij verwerken we de bevindingen van de Algemene Rekenkamer en de aanbevelingen uit het Interdepartementaal Beleidsonderzoek naar het defensievastgoed (Kamerstuk 34 919, nr. 77; maart 2021) – waarin wordt gesteld dat Defensie de vastgoedportefeuille met 35-40% zou moeten reduceren.

In het SVP 2022 wordt de uitvoering van het plan verder toegelicht en zal een reactie worden gegeven op de aanbevelingen uit het interdepartementale beleidsonderzoek over vastgoedbeheer bij Defensie. De omvang van de vastgoedportefeuille van Defensie in Nederland betreft bijna 10.000 gebouwen verdeeld over meer dan 350 locaties. Defensie verkent momenteel hoe het regionaal concentreren van de defensie-aanwezigheid een bijdrage kan leveren aan de doelstelling om tot een toekomstbestendige vastgoedportefeuille te komen. Omdat het transformeren van het vastgoed een gefaseerd, langjarig en complex proces is, zal om voortgang te realiseren, in 2023 worden gefocust op enkele casussen (zie hiervoor de Materieelagenda DMF 2023), die mede bepalend zijn voor diverse vervolgcasussen. Om de transformatie van ons vastgoed te kunnen realiseren, wordt in de Defensienota 2022 het budget voor vastgoed structureel verhoogd.

Ruimtelijke ordening en leefomgevingDe extra investeringen in Defensie deze kabinetsperiode betekenen ook dat Defensie voldoende ruimte nodig heeft om te oefenen in de lucht, op zee en op het land. De ruimte in Nederland is schaars en andere ontwikkelingen, zoals woningbouw, energietransitie en natuur en landbouw vragen ook om een plek. De ontwikkeling die de krijgsmacht de komende jaren door zal maken zal merkbaar zijn, bijvoorbeeld doordat er meer wordt geoefend of omdat er nieuwe kazernes worden gebouwd, verbouwd of worden verplaatst. Dit is geen eenvoudige opgave. Defensie groeit en Nederland wordt ruimtelijk steeds complexer en compacter. Defensie heeft ook indirect impact op de leefomgeving, onder andere de geluids- of veiligheidscontouren en de radarbeperkingsgebieden van Defensie beïnvloeden de mogelijkheden voor andere ruimtelijke bestemmingen. Om de ruimtelijke impact van Defensie nu en in de toekomst beter in beeld te brengen en te verankeren, is het programma Ruimte voor Defensie in het leven geroepen. De kansen en knelpunten die voortkomen uit de ruimtelijke visie vormen de basis voor de beleidsagenda op het gebied van de fysieke leefomgeving en Defensie voor de komende jaren.

De huidige stikstofproblematiek is belemmerend voor de (uitbreiding van) activiteiten door Defensie. Nieuwe wetgeving op dit onderwerp is in de maak. Het is nog onduidelijk op welke manier de ontwikkelingen op het gebied van latente stikstofruimte en saldering, zullen worden vormgegeven. Het nationaal belang van onze operationele gereedstelling is onderdeel van dit wetgevingsproces. Bovendien zal Defensie inzetten op de mogelijkheden van salderen, en onderzoek doen naar mogelijkheden voor bronmaatregelen en natuurcompensatie.

Duurzaamheid

Defensie wil bijdragen aan de maatschappelijke opgave om klimaatverandering tegen te gaan. Duurzaamheid raakt aan verschillende aspecten van het werk van Defensie.

De unieke positie en rol van de krijgsmacht vragen soms maatwerk ten aanzien van nationale of Europese wet- en regelgeving. De krijgsmacht bereidt zich ook operationeel goed voor op de gevolgen van klimaatverandering. Dit draagt bij aan het versterken van de operationele slagkracht, meer wendbaarheid en een grotere (energie)onafhankelijkheid.

Defensie draagt bij aan het rijksbrede beleid voor verduurzaming, zoals de programma’s Zon-op-Rijksdaken en Energieopwekking op Rijksgronden en het thema duurzame mobiliteit. De verduurzaming van het vastgoed wordt ingezet met de transformatie van het vastgoed gericht op Concentreren, Verduurzamen en Vernieuwen (CVV). Hierbij worden de komende jaren diverse complexe stappen gezet die een significante impact hebben op de verduurzaming van het vastgoed.

Daarnaast weegt Defensie duurzaamheid nadrukkelijk mee als uitgangspunt bij de aanschaf van materieel. Enerzijds om de operationele afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en anderzijds als bijdrage aan de nationale en Europese doelstellingen op dit gebied. Tegelijkertijd moeten (wapen)systemen wel de noodzakelijke effectiviteit behouden. Defensie reserveert een beperkt budget om voor de korte termijn innovatieve verduurzamingsmaatregelen bij investeringsprojecten aan te jagen. Ook ontwikkelt defensie een afwegingskader voor de structurele integratie van duurzaamheidsmaatregelen in materieelprojecten.

De komende jaren wordt gebruik gemaakt van de, in 2022 opgestelde, roadmap Energietransitie Materieel. Met de roadmap is een basis gevormd voor de vervolgtrajecten waarin Defensie kan bepalen welke initiatieven al dan niet aansluiten bij de operationele eisen en passen binnen de financiële kaders. De nieuwe hulpvaartuigen van de Marine worden bijvoorbeeld emissieloos gemaakt. Ook streeft Defensie naar het structureel bijmengen van gemiddeld 30 procent hernieuwbare brandstoffen (kerosine, diesel en scheepsdiesel). Voor de financiering zal waar mogelijk gebruik worden gemaakt van exogene financieringsbronnen zoals klimaatgelden. Indien deze exogene financiering geheel of gedeeltelijk niet mogelijk is zullen wij ons streven binnen onze eigen begroting accommoderen

Om de organisatie ook in de toekomst verder te kunnen blijven verduurzamen wordt ook sterk ingezet op innovatie en duurzamere werkvormen. Hiervoor werkt Defensie samen met de Nederlandse industrie en kennissector, zodat zij zich met duurzame oplossingen internationaal kunnen onderscheiden. Defensie is voornemens verduurzaming toe te voegen aan de afwegingskaders die in het ‘voorzien-in’ proces worden gebruikt bij besluitvorming over materieel in vastgoedprojecten. Defensie gaat (het identificeren van) duurzaamheidseisen standaard opnemen in de reguliere bedrijfsvoering zoals bijvoorbeeld bij het inkoopproces. Daarbij wil Defensie haar inkoopvolume gebruiken om verduurzaming in de keten te stimuleren door bijvoorbeeld duurzaamheidseisen te stellen aan de leveranciers.

2.1.3 Versterken van specialismen

Extra capaciteit en materieelprocesMet de extra financiële middelen voegt Defensie nieuwe capaciteiten toe. Ook moderniseert Defensie capaciteiten, bijvoorbeeld door het uitvoeren van midlife updates van materieel, en wordt oud materieel vervangen. In het ‘voorzien-in’ proces, waarmee Defensie materieel en vastgoed verwerft en moderniseert, blijft het Defensie Materieelkeuze Proces (DMP) centraal staan. Dat proces garandeert transparante informatie-uitwisseling met de Kamer en geeft inzicht in de rechtmatigheid en effectiviteit van uitgaven. Tegelijkertijd versterkt de groei van Defensie de behoefte aan meer wendbaarheid in het voorzien-in proces. We moeten het dus anders gaan aanpakken. Naast Nederland versterken veel landen hun krijgsmachten. We zoeken actief en vroeg in het proces de samenwerking met onze partners en versterken daarmee de interoperabiliteit en standaardisatie. Daarnaast groeit wereldwijd de vraag naar militair materieel, nemen wachttijden bij leveranciers toe en zullen prijzen stijgen. Samenwerking gaat niet vanzelf en vraagt van alle partijen tijd en commitment. Vaak gaan ‘de kosten voor de baten uit’.

In de Defensienota is toegezegd dat het DMP wordt geactualiseerd. In 2023 spreken we hierover met de Tweede Kamer. Op dit moment onderzoekt Defensie of maatregelen zoals het verleggen van de mandateringsgrenzen en het aanpassen van regels voor aanbesteding kunnen leiden tot een wendbaarder proces. Daarnaast onderzoeken we mogelijkheden voor internationale samenwerking bij verwervingen.

Defensie blijft de samenwerking met de Nederlandse defensie-gerelateerde industrie en kennisinstituten zoeken bij de verwerving van nieuw materieel. Hierbij blijft de verwerving van COTS/MOTS (commercial of the shelf/military of the shelf) artikelen het primaire uitgangspunt. De samenwerking beperkt zich niet tot de aanschaf van materieel. Ook voor het onderhoud en voor de opleiding van technisch personeel wordt samenwerking gezocht. Dit is bijvoorbeeld ingericht bij de Scania Gryphus vrachtauto’s, die in het programma defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) zijn verworven.

Ook zet Nederland er op in om meer samen met andere Europese landen te investeren, in te kopen, te oefenen en missies aan te gaan. Hierdoor worden schaalvoordelen en standaardisatie bereikt en de interoperabiliteit met bondgenoten en partners vergroot.

2.1.4 Meer Europese samenwerking

Samenwerking in NAVO- en EU-verbandOm de veiligheid en de belangen van Nederland blijvend goed te kunnen verdedigen, moet Nederland nauw samenwerken met onze bondgenoten en partners. Het geheel is meer dan de som der delen. Nederland gaat daarom een grotere bijdrage leveren aan het versterken van Europese defensiesamenwerking. De NAVO is de hoeksteen van onze collectieve verdediging. De trans-Atlantische samenwerking binnen het bondgenootschap blijft daarom van cruciaal belang. Voor de Europese vrede en veiligheid is het echter essentieel dat Europese landen ook hun bijdrage leveren. Een zelfredzamer Europa, met meer militaire capaciteiten van Europese landen, draagt bij aan de versterking van de NAVO en de EU.

Om te komen tot meer Europese samenwerking is in 2023 en in latere jaren daarom meer budget beschikbaar voor de cofinanciering van projecten uit het Europees Defensiefonds (EDF). Ook is er vanaf 2023 een zogenoemd startbudget beschikbaar voor Europese defensiesamenwerking, dat onder andere gebruikt kan worden om als kartrekker bepaalde ontwikkelingen of projecten in de EU aan te jagen. Met deze budgetten zet Nederland onder andere in op projecten op het gebied van maritieme veiligheid, energie en cyber. Daarnaast zal ook de personele capaciteit worden vergroot om invulling te kunnen geven aan versterkte Europese defensiesamenwerking.

In 2023 zal ook (verder) worden gewerkt aan de implementatie van de plannen van de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger, zoals deze zijn gepresenteerd in de gezamenlijke mededeling ‘Defence Investment Gaps Analysis and Way Forward’. Deze voorstellen zijn gericht op het aantrekkelijker en makkelijker maken van samenwerking tussen lidstaten, door middel van financiële prikkels en initiatieven om coördinatie tussen lidstaten te verbeteren. Zo wordt op dit moment via de Defence Joint Procurement Task Force in kaart gebracht waar op zeer korte termijn kan worden samengewerkt, om op deze manier gezamenlijk onze voorraden aan te vullen. Het kabinet staat hier positief tegenover, omdat hiermee schaalvoordelen worden bereikt en de interoperabiliteit wordt verbeterd.

In het kader van de NAVO wordt vanaf 2023 extra budget gereserveerd voor de mogelijke verhoging van de NAVO contributie, waarmee de gemeenschappelijke kosten worden gefinancierd. Daarnaast blijft Nederland een militaire bijdrage leveren aan de staande NAVO-verbanden en aan de versterking van de NAVO posture aan de oostflank.

Overige multilaterale samenwerkingDefensie zet zich ook binnen Europese verbanden in voor een sterker en veiliger Europa. Binnen de Northern Group, de Joint Expeditionary Force (JEF) en het European Intervention Initiative (EI2) wordt de samenwerking met gelijkgestemde Europese landen versterkt. Hierbij is er aandacht voor de toegevoegde waarde van elk verband, om duplicatie te voorkomen. Zo richt de JEF zich o.a. op oefeningen en andere militaire activiteiten in Noord-Europa, samenwerking in een hybride context, verbetering van interoperabiliteit en inlichtingenuitwisseling. De Northern Group is een discussieforum over gemeenschappelijke veiligheids- en defensieaangelegenheden, met de focus op noordelijk Europa en het Baltische zeegebied. Het EI2 werkt toe naar een gezamenlijke Europese strategische cultuur. Door regelmatig te overleggen en informatie uit te wisselen over de strategische omgeving en inzetscenario’s, wordt nadere samenwerking en interoperabiliteit tussen de verschillende krijgsmachten in Europa gestimuleerd.

Bilaterale samenwerkingNederland investeert in de hechte multilaterale en bilaterale samenwerking die de afgelopen jaren is opgebouwd met de strategische partners België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Noorwegen, het VK en de VS. Ook in 2023 zal dit worden voortgezet en kijken we naar mogelijkheden om onze samenwerking te verdiepen. Mogelijkheden voor (verdere) integratie worden onderzocht en er wordt gestreefd naar meer gezamenlijke ontwikkeling, interoperabiliteit en uitwisselbaarheid van systemen en procedures.

De basis voor langlopende bilaterale samenwerking met strategische partners wordt gevormd door het hebben van voldoende en de juiste mensen binnen Defensie om hier richting en invulling aan te geven. Door hier in 2023 in te investeren is het mogelijk om deze intensieve, vruchtbare en efficiënte vorm van samenwerking met onze partners voort te zetten en te versterken.

Nederland wil nadrukkelijk niet alleen de samenwerking met onze strategische partners verdiepen. Ook wordt samen met andere Europese partners zoals Finland en Zweden gekeken hoe we de samenwerking kunnen versterken. Door samenwerking vergroten we de kwaliteit en effectiviteit van onze krijgsmacht en die van onze partners. Nederland zal hierin een voortrekkersrol vervullen.

2.1.5 Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

Innovatie en onderzoekOnderzoek, technologieontwikkeling en innovatie zijn het fundament voor een technologische hoogwaardige en informatiegestuurde krijgsmacht. Daarom gaat Defensie vanaf 2023 investeren in Research&Technology (R&T). In dat kader wordt de defensieonderzoekcapaciteit de komende jaren versterkt en komen er structurele middelen beschikbaar voor (inter)nationale samenwerking. De uitgaven aan R&T stijgen mee met de defensiebegroting. Zo kan de KPI R&T de komende jaren worden gestabiliseerd. Ook de innovatiecentra van de defensieonderdelen worden versterkt. Zij krijgen structurele middelen ter beschikking waarmee de komende jaren in samenwerking met bedrijfsleven en andere partijen een innovatieportfolio zal worden ontwikkeld. Om te kunnen inspelen op Europese en NAVO innovatie-initiatieven zal hierbij ook worden ingezet op grensoverschrijdende samenwerking. Zo kan Defensie sneller reageren op veranderingen in de omgeving en voor blijven op op potentiële tegenstanders. In het kader van de actielijn uit de Defensienota wordt in samenwerking met onze kennis- en innovatiepartners een uitvoeringsagenda opgesteld. Ook het Ministerie van EZK is hierbij betrokken, met als specifieke inzet de koppeling tussen de Nederlandse defensiesector en de Europese strategische autonomie. Deze agenda brengt binnen de kaders van de Strategische Kennis- en Innovatieagenda (SKIA) 2021-2025 concretisering en focus aan. De Kamer ontvangt deze agenda voorafgaand aan de begrotingsbehandeling.

RuimtedomeinNieuwe dreigingen vinden door technologische ontwikkelingen steeds vaker plaats in nieuwe domeinen zoals de ruimte. Europa, Nederland en ook Defensie zijn afhankelijk van satellieten. Defensie moet daarom zicht houden op wat er zich in de ruimte afspeelt en veilige communicatie tussen eenheden mogelijk maken. De activiteiten voor het nieuwe ruimtedomein zullen zich defensiebreed richten op het verder opzetten en borgen van de ruimte als vijfde domein in de defensieorganisatie. Als onderdeel van deze werkzaamheden zal de capaciteit van de personen werkzaam in het ruimtedomein, zowel binnen het Defensie Space Security Center (DSSC) als op strategische plekken binnen Defensie en internationaal, worden uitgebreid.

Om een gedegen operationele basis in het ruimtedomein op te bouwen coördineert het DSSC, samen met kennisinstituten, industrie en (inter)nationale partners de benodigde kennis en technologie om zo een relevante bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling van nieuwe, moderne innovatieve technieken voor kleine satellieten die onze informatie, communicatie of navigatie positie versterken. Duplicatie van bestaande capaciteiten zal zo veel mogelijk worden vermeden en het doel is om specifieke niche capaciteiten op te bouwen die zowel nationaal als internationaal van waarde zijn. In dat kader zullen eerst technology demonstrator satellieten zoals de BRIK-II worden ontwikkeld en gelanceerd, waarmee vervolgens kennis en ervaring met het ontwikkelen en opereren van satellieten binnen Defensie wordt opgedaan. Daarna zal er verder worden gebouwd aan een operationele capaciteit met meerdere satellieten. Daartoe zal bilateraal worden samengewerkt met o.a. Noorwegen (in het MilSpace II programma), de Verenigde Staten (met het Air Force Research Laboratory), multilateraal in de EU (in EDA- en EDF-projecten), de NAVO, het Responsive Space Cooperation MoU en nationaal in het kader van de Kennis en Innovatie Agenda Veiligheid. Geïdentificeerde niche capaciteiten, waar Nederland internationaal een kennisvoorsprong heeft, zijn lasercommunicatie, radar in de ruimte en vanaf de aarde, en innovatieve aardobservatie methodes waarbij de beelden zeer gedetailleerd te analyseren zijn en meer laten zien dan alleen het visuele spectrum (hyperspectraal).

Het doel van het opbouwen van de operationele capaciteit is om onze nationale autonome informatie, communicatie en navigatie positie te versterken en hiermee ook een bijdrage te leveren aan de versterking van de NAVO en de EU. Om dit te bewerkstelligen bouwt het DSSC tussen 2024 en 2032 een constellatie van kleine satellieten met niche capaciteiten die nationaal en internationaal meerwaarde hebben. De grondgebonden infrastructuur wordt uitgebreid om de satelliet data te kunnen binnenhalen en verwerken. De SMART-L Multi-Missie radars van CLSK en CZSK worden geoperationaliseerd om ook ruimteobjecten te detecteren en dreigingen voor satellieten in de gaten te houden. Deze Space Situational Awareness data heeft ook internationale meerwaarde binnen zowel de EU, de NAVO als bijvoorbeeld het internationale space surveillance netwerk van de VS. De te ontwikkelen ruimte capaciteiten zijn in de meeste gevallen «dual use» en daarmee ook relevant voor andere departementen. Er zal daarom ook interdepartementaal toenadering worden gezocht om een eventuele overlap tussen civiele en militaire behoeftes in een vroegtijdig stadium te identificeren en daarmee interdepartementale samenwerking te versterken.

Arbeidsextensief werkenDefensie gaat bepaalde processen arbeidsextensiever inrichten door meer gebruik te maken van technologie. Hierdoor kan Defensie haar mensen daar inzetten waar ze het hardste nodig zijn en bovendien het werk voor hen veiliger, interessanter, minder routinematig en effectiever inrichten. In 2023 vangen we hier als volgt mee aan:

  • Arbeidsextensiviteit wordt voortaan waar relevant meegewogen bij vernieuwingsprojecten en aanbestedingen.

  • In 2023 worden voorbereidingen getroffen voor het verbeteren van de geautomatiseerde ondersteuning met SAP (S4/HANA) in de domeinen financiën, materieel-logistiek, inkoop en afstoting.

  • Stuurinformatie wordt actueler en het vergaren en presenteren ervan wordt minder arbeidsintensief door bredere inzet van geautomatiseerde management-informatie dashboards.

  • Een defensiestrategie «Data Science en Artificial Intelligence (AI)» vertalen we naar concrete roadmaps per bedrijfsvoeringsdomein (zie ook hierna onder 2.1.6).

  • Tot slot komt er een meerjarige regeling om de aanloopkosten van innovatie van de ondersteunende bedrijfsvoering te dragen, o.a. bestemd voor uitbreiding van Robotic Process Automation: laagdrempelig in te zetten IT waarmee de routinematige, administratieve handelingen van gebruikers teruggebracht kunnen worden.

2.1.6 Informatiegestuurd werken en optreden

CommandovoeringOm de defensieorganisatie wendbaarder te maken, het handelingsvermogen te kunnen vergroten en in staat te zijn om complexe operaties te kunnen aansturen is versterking van het sturend vermogen noodzakelijk. Hierbij is oog voor de juridische en ethische kaders die hiermee verband houden, zoals - maar niet uitputtend - de AVG, Wiv2017 en andere wettelijke kaders, maar ook intern Defensie vastgestelde ethische richtlijnen alsmede de aanbevelingen uit het hightech rapport van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV).

Voor de effectieve aansturing van militaire operaties is het noodzakelijk dat Defensie haar informatiepositie in alle domeinen en op alle organisatielagen versterkt. Daartoe wordt het Defensie Operatiecentrum versterkt en ingericht als Permanent Operationeel Hoofdkwartier, maar wordt ook de aansturende capaciteit op andere niveaus verder versterkt. Daarom investeert Defensie in het moderniseren van de IT-infrastructuur en bijbehorende communicatiesystemen die commandanten ondersteunt in het plannen, uitvoeren en ondersteunen van operaties op alle lagen van de organisatie. De hiervoor benodigde analysecapaciteit wordt vergroot en daarbij wordt gebruikt gemaakt van technologieën als Data Science en Artificial Intelligence. Het gaat hierbij niet alleen om besluitvormingsondersteuning en inlichtingen, maar ook over semi-autonome systemen met betekenisvolle menselijke controle, predictive maintenance, bedrijfsvoering en veiligheid.

Daarnaast investeert Defensie in verschillende sensoren en communicatiemiddelen die de operationele besluitvormingsprocessen ondersteunen. Zo worden de mogelijkheden van de MQ-9 uitgebreid met een sensor die maritieme beeldopbouw ondersteunt en een sensor die communicatie- en verbindingssignalen kan opvangen. Ook start CZSK met de ontwikkeling van een capaciteit van onbemande systemen1, bestaande uit kleine onbemande vaar- en vliegtuigen die informatie verzamelen ten behoeve van een vlootverband, en treft maatregelen die de commandovoering binnen (inter)-nationale vlootverbanden versterken. Daarnaast voorziet CLAS haar mobiele commandoposten van moderne communicatie- en informatiesystemen.

Tot slot vereist de omgang met groeiende hoeveelheden informatie speciale aandacht voor de informatiehuishouding, van de uitvoering in operatiegebieden tot de commandovoering en besluitvorming op het ministerie. Daarom investeren we de komende jaren in het verbeteren van de systemen, de personele capaciteit en methodes voor de opslag, behandeling en archivering van informatie. Deze acties worden gecoördineerd en aangejaagd door het programma Defensie Open op Orde, dat aansluit bij het rijksbrede programma Open op Orde. Deze investeringen stellen Defensie in staat om besluitvorming te ondersteunen met actuele en accurate informatie. Dit zorgt ook voor betere informatievoorziening aan parlement en samenleving en draagt bij aan een transparantere organisatie.

Cybercapaciteiten2 Het slagveld digitaliseert. De hoeveelheid data neemt enorm toe. Informatietechnologie (IT) en techniek in bredere zin ontwikkelen zich razendsnel. De defensieorganisatie moet informatie sneller en slimmer verkrijgen, verwerken en verspreiden om gericht te sturen en zo succesvol te kunnen zijn in moderne conflicten en crises: dat is de kern van informatiegestuurd optreden. Defensie moet weerbaar zijn tegen desinformatie, moet haar eigen systemen kunnen beschermen tegen cyberaanvallen en moet zelf offensieve cyberoperaties kunnen uitvoeren.

Om opgewassen te zijn en te blijven tegen de groeiende cyberdreiging investeert Defensie ook dit jaar in digitale slagkracht. Naast een strategie voor data science en artificial intelligence heeft Defensie een cyberplan opgesteld om defensiebreed de digitale capaciteiten te versterken Dit omvat onder meer het aantrekken van cyberspecialisten3. Ook worden er meer mogelijkheden gecreëerd om te trainen in de informatieomgeving op eigen, van het internet afgesloten, netwerken. Daarnaast versterken we het Defensie Cyber Commando en krijgen commandanten op alle niveaus de beschikking over cyberbeschermingscapaciteit. Ook investeren we in een betere (cyber)inlichtingenpositie, waarmee we de cyber readiness van Defensie en daarmee de digitale weerbaarheid van eenheden en systemen verder versterken. 

Ook zal Defensie de komende jaren nog meer inzetten op internationale samenwerking. Dit geldt ook voor het cyberdomein. Dit zal gebeuren in zowel bilateraal, EU- en NAVO-verband. Defensie zal ontwikkelingen stimuleren die de cyberveiligheid van de NAVO en EU missies en operaties vergroten. Daarnaast zullen bestaande initiatieven in bijvoorbeeld PESCO of EDF-verband verder worden doorontwikkeld en zal Nederland, waar nodig, zelf een voortrekkersrol vervullen. Ook zal Defensie in nauwe samenwerking en afstemming met nationale partners de capaciteiten uitbreiden om andere (overheids)organisaties te helpen wanneer zij getroffen worden door een digitale crisis. Dit alles zal leiden tot een sterker Nederland en een veiliger Europa dat meer op eigen benen kan staan, ook in het cyberdomein.

Inlichtingen Inlichtingen zijn essentieel om vooruit te kunnen kijken en om goede politiek-strategische keuzes te maken. Ze kunnen voor militairen in het veld het verschil maken tussen leven en dood. Het kabinet investeert ook het komende jaar in het benutten van de technologische mogelijkheden om de Nederlandse inlichtingenpositie verder te versterken. Om informatiegestuurd optreden beter mogelijk te maken wordt er bij de MIVD en bij de krijgsmacht geïnvesteerd in de versterking van de capaciteit om inlichtingen te verzamelen en verwerken. Inlichtingenprocessen worden meer datagedreven ingericht: beschikbare data moeten real time kunnen leiden tot betrouwbare inlichtingen, die op hun beurt zorgen voor een gezaghebbende informatiepositie. Er wordt verder gebouwd aan een digitale infrastructuur die ervoor moet zorgen dat deze tijdig op alle relevante niveaus binnen de organisatie beschikbaar is. Hierdoor kan Defensie preciezer, sneller en veiliger wereldwijd militaire operaties uitvoeren.

Waar de operationele commando’s gebonden zijn aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), opereert de MIVD onder de Wet op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (Wiv 2017). Binnen beide juridische regimes geldt dat er volle aandacht is voor de bescherming van persoonsgegevens en andere data. Defensie investeert daarom het komende jaar extra in de onderliggende IT om nog zorgvuldiger om te kunnen gaan met deze data.

Voor de MIVD is een effectief wettelijk kader dat aansluit bij de operationele inlichtingenpraktijk essentieel. De evaluatiecommissie Jones-Bos concludeert dat de Wiv 2017 onvoldoende aansluit op de technologische complexiteit en dynamiek van de operationele praktijk van de MIVD. De tijdelijke wet cyberoperaties moet urgente operationele knelpunten oplossen en de diensten in staat stellen sneller en beter hun werk te doen in het cyberdomein, met effectief toezicht. Met de tijdelijke wet worden niet alle knelpunten van de MIVD opgelost. Om de overige knelpunten op te lossen en gevolg te geven aan de aanbevelingen van de evaluatiecommissie Jones-Bos, is een voorstel tot wijziging van de Wiv 2017 in voorbereiding.

Om het inlichtingenonderzoek effectief en efficiënt uit te kunnen voeren zal ook het komende jaar nauw worden samengewerkt met internationale en nationale partners. Daarnaast zal Defensie investeren in het verstevigen van de samenhang tussen de inlichtingencapaciteiten van de krijgsmacht en de MIVD. Daarnaast zal Defensie het komende jaar verder investeren in de inlichtingensamenwerking met de NAVO en EU. In EU-verband zal met name aandacht zijn voor de implementatie van het Strategisch Kompas, waarin de versterking van de Single Intelligence Analysis Capacity (SIAC) als prioriteit is aangemerkt. Voor de MIVD is en blijft de AIVD de belangrijkste Nederlandse partner. De doelstelling blijft het komende jaar om de samenwerking verder te verbeteren, teneinde de kwaliteit van de producten van de beide diensten te verhogen.

Counter HybridDe veranderende verhoudingen tussen geopolitieke machtsblokken uit zich ook in een ‘strijd tussen narratieven’. (Potentiele) tegenstanders verspreiden desinformatie om hun zienswijze te bevorderen en onze samenleving te beïnvloeden over bijvoorbeeld COVID en de oorlog in Oekraïne. Nederland zet hier als onderdeel van de NAVO en de EU een duidelijk eigen verhaal tegenover gebaseerd op onze liberale democratische waarden. De NAVO kent daarbij van oudsher een belangrijke rol toe aan Strategische Communicatie (StratCom). Om deze capaciteit bij Defensie te versterken en te professionaliseren wordt bij het Defensie Operatiecentrum in 2023 een Strategische Communicatie (StratCom4) entiteit opgericht. Deze entiteit draagt binnen de daarvoor geldende wettelijke kaders en procedures bij aan een beter begrip van wat er gaande is in de informatieomgeving, ook in een hybride context. Dit is essentieel voor de ondersteuning van militaire missie en inzet. Verder start TNO in 2023 een meerjarige vervolgopdracht van Defensie om huidige en toekomstige hybride dreigingen in kaart te brengen, zodat Defensie daarop beter kan anticiperen. Ten slotte plaatst Defensie een expert bij het Europese Hybrid Centre of Excellence in Helsinki.

Multidomein optredenMulti-domein optreden (MDO) wordt in het westerse militaire denken beschouwd als een antwoord op de hedendaagse dreigingen die zich manifesteren. Het dreigingsbeeld laat zien dat conflicten zich gelijktijdig in verschillende domeinen kunnen afspelen: niet alleen op het land, in de lucht en op zee, tegenwoordig ook in de ruimte en in het cyberdomein. Om deze dreigingen vroeg en in samenhang te kunnen onderkennen en vervolgens het hoofd te kunnen bieden, is het nodig om gelijktijdig in de vijf verschillende domeinen gesynchroniseerd op te treden. In de kern draait MDO om het orkestreren en integreren van verschillende activiteiten van de domeinen, waarbij we simultaan effecten willen creëren in zowel de fysieke, virtuele en cognitieve omgeving. Het uiteindelijke doel is de beïnvloeding van de wil van een potentiele tegenstander. Dit samenspel tussen de domeinen land, lucht, zee, cyber en ruimte moet meer opleveren dan de som van de individuele activiteiten: MDO moet synergie bewerkstelligen. Defensie moet in staat zijn om domein specifieke capaciteiten en activiteiten gelijktijdig en gesynchroniseerd aan te wenden, in nationaal en internationaal verband en geïntegreerd met andere instrumenten van macht. Domeinspecifieke capaciteiten en activiteiten moeten zowel in joint, inter-agency, multinational en public (JIMP) verband worden toegepast, veilig verbonden zijn en elkaar kunnen versterken. Interoperabiliteit en connectiviteit is randvoorwaardelijk om MDO toe te kunnen passen.

Daarom investeert Defensie de komende jaren in interoperabiliteit: systemen en eenheden moeten met elkaar kunnen communiceren en samenwerken, zowel binnen Defensie als met partners. De IT-infrastructuur wordt gemoderniseerd. Daarom worden in 2023 weer stappen gezet met het programma Grensverleggende IT (GrIT). Ook zet Defensie in 2023 stappen die ertoe moeten leiden dat informatie beter, sneller en veiliger kan worden uitgewisseld (intern en met partners) en worden de koppelingsmogelijkheden met partners vergroot. Bovendien wordt het Defensie Operatiecentrum versterkt en ingericht als permanent operationeel hoofdkwartier om multi-domein operaties in een hybride context beter aan te kunnen sturen.

KPI-tabel

Figuur 5

Bovenstaande KPI’s zijn voor het eerst opgenomen in de begroting 2020. Deze KPI’s zijn eind 2018 in overleg met de Tweede Kamer tot stand gekomen. Op dit moment wordt bezien met welke (openbare) KPI’s Defensie in de begroting en in het jaarverslag beter inzicht kan geven in, respectievelijk verantwoording kan afleggen over, de beoogde en bereikte resultaten. Defensie hecht er namelijk veel waarde aan dat de doelmatigheid van uitgaven en de voortgang die de komende jaren geboekt wordt, transparant met uw Kamer wordt gedeeld. Het voorstel dat wordt ontwikkeld zal aan de Tweede Kamer worden voorgelegd voordat de KPI’s worden vastgesteld en in de begroting en in het jaarverslag zullen worden opgenomen.

2.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Tabel 1 Belangrijkste beleidsmatige mutaties
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Standen ontwerpbegroting 2022

12.723,6

12.448,6

12.314,3

12.229,4

12.022,5

11.953,5

Belangrijkste mutaties

      

1. Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

1.259,6

2.087,2

3.282,8

3.456,8

3.442,5

3.438,5

1.a Overheveling AP Coalitieakkoord intensivering

335,0

1.790,0

2.810,0

2.805,0

2.835,0

2.835,0

1.b Overheveling AP digitale veiligheid

46,0

     

1.c Overboeking CA middelen MIVD

17,2

35,8

71,7

71,7

71,7

86,0

1.d Loonbijstelling Defensie

161,1

160,8

160,0

159,3

159,0

158,4

1.e Prijsbijstelling Defensie

265,1

256,1

255,2

253,3

242,4

239,9

1.f Prijsbijstelling DMF

55,0

54,8

53,5

53,0

53,4

53,8

1.g Valuta compensatie

50,8

72,1

89,0

109,0

75,5

59,8

1.h. Eindejaarsmarge Defensie

142,6

     

1.i. Eindejaarsmarge BIV

62,9

     

1.j. Eindejaarsmage Srebrenica

15,8

     

1.k. Levering militaire goederen Oekraïne

73,0

     

1.l. Interdepartementale Budgetoverhevelingen

45,5

4,4

4,3

4,7

4,7

4,7

1.m Overige mutaties 1e supp.begroting en extrapolatie

‒ 10,4

‒ 286,8

‒ 160,9

0,8

0,8

0,8

2. Mutaties 1e incidentele suppletoire begroting

8,8

287,6

161,7

   

3. Mutaties 2e incidentele suppletoire begroting

 

19,0

93,2

235,1

382,1

359,1

Mutaties begroting 2023

‒ 1062,4

196,2

1945,8

2172,1

2457,6

2027,0

4. Interdepartementale budgetoverhevelingen

‒ 2,8

21,7

21,3

23,0

28,5

35,0

5. Uitgaven t.b.v. Oekraïne

8,6

18,2

22,4

225,7

174,8

0,0

6. Arbeidsvoorwaarden defensie aanvullende post

8,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

7. Kasschuif instandhouding materieel

‒ 150,0

0,0

0,0

0,0

125,5

24,5

8. Kasschuif 2022 investeringen

‒ 417,0

36,0

42,0

44,0

274,0

21,0

9. Kasschuif arbeidsvoorwaarden

‒ 189,0

56,0

17,1

17,8

37,3

60,8

10. 2-miljard pakket

0,0

381,0

1606,8

1764,9

1617,9

1640,9

Overige mutaties

‒ 320,2

‒ 316,7

236,1

96,7

199,6

244,8

Standen ontwerpbegroting 2023

12.930,7

15.038,7

17.797,8

18.093,4

18.304,6

17.777,8

Toelichting

  • 1. Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

    Met de 1e suppletoire begroting 2022 zijn o.a. de prijsbijstelling en de doorwerking van de eindejaarsmarge 2021 toegevoegd aan de begroting.

  • 2. Mutaties 1e incidentele suppletoire begroting

    Middels de 1e incidentele suppletoire begroting is € 458 miljoen budget toegevoegd. Dit budget maakt deel uit van het budget dat in het coalitieakkoord voor Defensie is opgenomen. Vanwege de toegelichte urgentie (bestellen munitie) is dit budget versneld toegevoegd aan het DMF.

  • 3. Mutaties 2e incidentele suppletoire begroting

    Middels de 2e incidentele suppletoire begroting is € 1.088 miljoen budget toegevoegd. Dit budget maakt deel uit van het budget dat in het coalitieakkoord voor Defensie is opgenomen. Vanwege de toegelichte urgentie (bestelling van zes F-35 toestellen en vier extra MQ-9 toestellen) is dit budget versneld toegevoegd aan het DMF.

  • 4. Interdepartementale budgetoverhevelingen

    Vanuit diverse ministeries is budget naar Defensie overgeheveld voor het uitvoeren van activiteiten en vice versa. Per saldo stijgt de begroting van Defensie met € 21,7 miljoen voor 2023. Een volledig overzicht van de interdepartementale budgetoverhevelingen is in de verdiepingsbijlage opgenomen.

  • 5. Uitgaven ten behoeve van Oekraïne

    Uitgaven ten behoeve van Oekraïne voor vervanging van geleverde militaire goederen.

  • 6. Arbeidsvoorwaarden Defensie aanvullende post

    Toevoeging budget voor het arbeidsvoorwaardenpakket van Defensie vanuit de aanvullende post van het ministerie van Financiën.

  • 7. Kasschuif instandhouding materieel

    Naar verwachting worden in 2022 niet alle instandhoudingsuitgaven gerealiseerd. Van deze middelen wordt € 150 miljoen doorgeschoven naar 2026 en 2027.

  • 8. Kasschuif investeringen 2022

    Naar verwachting worden in 2022 niet alle investeringsuitgaven gerealiseerd. Leveringen van wapensystemen gaan nu veel trager dan daarvoor. Uiteindelijk zal de productiecapaciteit van de bedrijven in deze sector groeien, maar dat zal enige tijd in beslag nemen. Derhalve wordt dit budget naar 2027 doorgeschoven.

  • 9. Kasschuif modernisering arbeidsvoorwaarden

    Voor de arbeidsvoorwaardenonderhandelingen 2021 en verder had Defensie budget beschikbaar. Onderdeel hiervan was de reguliere loonbijstelling van 2021, 2022 en 2023 en € 500 miljoen structureel dat uit het coalitieakkoord beschikbaar is gesteld voor modernisering arbeidsvoorwaarden. Defensie en de vakcentrales hebben op 7 juli 2022 een arbeidsvoorwaardenakkoord bereikt over de jaren 2021, 2022 en 2023. Inmiddels zijn veel maatregelen uit het arbeidsvoorwaardenakkoord tot uitbetaling gekomen aan het personeel. Om de uitgaven in het juiste ritme te plaatsen wordt een deel van de arbeidsvoorwaarden middelen doorgeschoven naar latere jaren.

  • 10. 2-miljard pakket

    Met de besluitvorming over de Voorjaarsnota 2022 heeft het kabinet besloten om aanvullend te investeren in Defensie. Het kabinet geeft hiermee invulling aan de motie Sjoerdsma c.s., waarin onder andere wordt verzocht om nog tijdens deze kabinetsperiode extra in Defensie te investeren. Het kabinet verhoogt de defensieuitgaven structureel met € 2 miljard. Als onderdeel hiervan worden bestaande Rijksuitgaven voor 200 miljoen euro structureel als defensieuitgaven toegerekend aan de NAVO-norm, in aanvulling op de huidige toerekening. Met het aanvullend budget en de toerekening voldoet Nederland in 2024-2025 aan de NAVO-norm van 2%. Na 2025 zakt dit percentage terug tot onder de norm van 2%. Het aanvullend budget is samen met het budget uit het coalitieakkoord verwerkt in de Defensienota.

2.3 Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven

Tabel 2 Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven (bedragen x1000)

Art. Nr.

Naam artikel

 

Juridisch verplicht

Niet-juridisch verplichte uitgaven

Bestemming van de niet-juridisch verplichte uitgaven

1

Inzet

232.925

38.007

194.918

De aard van dit artikel maakt dat een groot deel nog niet-juridisch verplicht is. Het betreft de voorziening HGIS voor het aangaan van nieuwe missies en verlengen van bestaande missies

16%

84%

2

Koninklijke Marine

1.017.361

824.005

193.356

Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor gereedstelling (oefenvaardagen, operationele zaken) en overige personele en materiële exploitatie.

81%

19%

3

Koninklijke Landmacht

1.696.487

1.328.233

368.254

Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor gereedstelling (het inhuren van oefen- en schietterreinen, operationele zaken) en overige personele en materiële exploitatie

78%

22%

4

Koninklijke Luchtmacht

778.887

600.393

178.494

Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor gereedstelling (het inhuren van oefen- en schietterreinen, operationele zaken) en overige personele en materiële exploitatie.

77%

23%

5

Koninklijke Marechaussee

614.826

482.958

131.868

Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor de overige personele en materiële exploitatie voor alle districten van de KMar.

79%

21%

7

Defensie Materieel Organisatie

672.061

470.453

201.608

Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor operationele zaken (brandstof) en overige personele en materiële exploitatie

70%

30%

8

Defensie Ondersteuningscommando

1.338.383

763.046

575.337

Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor energie en water en de overige personele en materiële exploitatie (opleidingen, werving en selectie, ondersteuning personeel op buitenlandse posten, sociaal beleidskader).

57%

43%

9

Algemeen

187.215

4.231

182.984

Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor bijdragen aan kennisinstituten, (inter)nationale organisaties en schadevergoedingen.

2.4 Strategische Evaluatie Agenda

Inleiding

Elke minister is op basis van de Comptabiliteitswet 2016 verantwoordelijk voor het periodiek onderzoeken van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid. Hiervoor maken alle departementen sinds 2021 gebruik van de Strategische Evaluatieagenda (SEA), die jaarlijks in de begroting met Prinsjesdag verschijnt.

Met de investeringen van dit kabinet gaat Defensie de komende jaren grote stappen zetten naar een toekomstgerichte organisatie. De Defensienota 2022 schetst een samenhangend beeld van deze investeringen en is leidend voor de inrichting, samenstelling en toerusting van de krijgsmacht.5

Een adequaat rapportage- en evaluatiemechanisme stelt Defensie in staat om te monitoren of de doelen uit de Defensienota worden gehaald, om gericht bij te sturen, maar ook om politieke verantwoording af te leggen. De thematische indeling van de SEA is daarom in 2022 overeenkomstig de inhoud van de nieuwe Defensienota gewijzigd. Dit betekent dat voor elke actielijn uit de Defensienota een thema op de SEA is geplaatst. Dat zijn de zes thema’s:

  • Krachtige ondersteuning;

  • Een goede werkgever, verbonden met de samenleving;

  • Versterken van specialismen;

  • Meer Europese samenwerking;

  • Innoverend vermogen en nieuwe domeinen;

  • Informatiegestuurd werken en optreden.

Conform de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) wordt per SEA-thema zo goed als mogelijk vermeld op welke begrotingsartikelen het thema betrekking heeft. De begroting van Defensie is echter niet ingedeeld op basis van beleidsthema’s, zoals bij veel andere ministeries het geval is, maar op organisatiedelen. Elk SEA-thema heeft daardoor betrekking op alle begrotingsartikelen.

In bijlage 7.5 zijn de zes hoofdthema’s van de SEA nader uitgewerkt. Tevens wordt in bijlage 7.5 een korte toelichting per evaluatie gegeven. De SEA bestaat daarmee uit twee onderdelen: (1) een tabel met agendering van evaluaties en onderzoeken in de beleidsagenda en (2) een nadere uitwerking per SEA-thema in de bijlage van de begroting. 

Voor een uitgebreide toelichting op de SEA-thema’s kan de Defensienota 2022 worden geraadpleegd. Klik hier om de Defensienota 2022 te downloaden.

Onderzoeken en evaluaties per thema

Thema 1. Krachtige ondersteuningDoor te investeren in de ondersteuning van gevechtseenheden (combat support en combat service support) en inzetvoorraden kan Defensie sneller, vaker en langer optreden. Defensie gaat meer en vaker oefenen in meerdere domeinen en met internationale partners. Met de onderzoeken en evaluaties die onder thema 1 ‘Krachtige ondersteuning’ worden geagendeerd, verzamelt Defensie kennis en inzichten op het gebied van training, ondersteuning van gevechtseenheden, vergroten van de voorraden, samenwerking, nationale taken en/of ondersteuning aan civiele autoriteiten.

Tabel 3 Thema 1. Krachtige ondersteuning

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Relevante (kamer)stukken

Actielijn 1 Defensienota «Krachtige ondersteuning»

Periodieke rapportage

n.t.b.

 

CMX’22 / Resilient Lion ’22

Ex-post evaluatie

2022

 

Flag Officer Sea Training (FOST)

Ex-durante evaluatie

2024

 

Thema 2. Een goede werkgever, verbonden met de samenlevingDefensiepersoneel verdient een goede beloning, de mogelijkheid om zich te ontwikkelen en een veilige werkomgeving. Defensie investeert daarom in arbeidsvoorwaarden, in modern personeelsbeleid en in gezonde bedrijfsvoering en werkomgeving. Daar hoort ook bij dat het vastgoed wordt aangepakt. Met de onderzoeken en evaluaties die onder thema 2. ‘Een goede werkgever, verbonden met de samenleving’ worden geagendeerd, verzamelt Defensie kennis en inzichten op het gebied van personeel, veiligheid, vastgoed en/of duurzaamheid.

Tabel 4 Thema 2. Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Relevante (kamer)stukken

Actielijn 2 Defensienota: «Een goede werkgever, verbonden met de samenleving»

Periodieke rapportage

n.t.b.

 

PvA Veiligheid

Ex-durante evaluatie

2022

Download het PvA hier

Barrières uitzenden vrouwelijke militairen

Ex-durante / ex-post evaluatie

2022

 

Militaire gezondheidszorg

Beleidsdoorlichting

2022

Download de opzet en vraagstelling hier

DEOS

Ex-durante evaluatie

2022

Kamerstuk 33 763, nr. 152

Etnische diversiteit

Meting

2023

 

PARESTO

Doorlichting agentschap

2023

Download de vorige doorlichting hier

Diversiteitsbeleid

Ex-durante evaluatie

2023

Download het vorige onderzoek hier

Aansturing vastgoedbeheer

Kwalitatief onderzoek

2024

Kamerstuk 34 919, nr. 91

Integraal risicomanagement

Ex-durante evaluatie

2027

 

Thema 3. Versterken van specialismenDefensie investeert gericht in een aantal capaciteiten en kwaliteiten waar we van grote meerwaarde zijn. Daarmee vergroot Defensie de gevechtskracht en effectiviteit van inzet. De krijgsmacht werkt ten aanzien van deze specialismen nauw samen met onze bondgenoten. Hiermee levert Defensie een belangrijke bijdrage aan de veiligheid van Europa. Met de onderzoeken en evaluaties die onder thema 3. ‘Versterken van specialismen’ worden geagendeerd, verzamelt Defensie kennis en inzichten op het gebied van extra capaciteiten, samenwerking met partners en bondgenoten, het materieelproces en/of duurzaam materieel.

Tabel 5 Thema 3. Versterken van specialismen

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Relevante (kamer)stukken

Actielijn 3 Defensienota: «Versterken van specialismen»

Periodieke rapportage

n.t.b.

 

Defensiematerieelfonds

Ex-durante evaluatie

2027

Raadpleeg de Wet defensiematerieel-begrotingsfonds hier

Thema 4. Meer Europese samenwerkingSamenwerking is essentieel om onze veiligheid te waarborgen. We zijn sterker als we samenwerken met partners, multilateraal en bilateraal. Nederland zal hierin een voortrekkersrol vervullen. De NAVO is de hoeksteen van onze collectieve verdediging. Een sterker Europa op het gebied van gemeenschappelijke veiligheid en Defensie betekent ook een sterkere NAVO. Met de onderzoeken en evaluaties die onder thema 4. ‘Meer Europese samenwerking’ worden geagendeerd, verzamelt Defensie kennis en inzichten op het gebied van de versterking van de samenwerking in NAVO- en Europees-verband en de overige multi- en bilaterale samenwerking.

Tabel 6 Thema 4. Meer Europese samenwerking

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Relevante (kamer)stukken

Actielijn 4 Defensienota: «Meer Europese samenwerking»

Periodieke rapportage

n.t.b.

 

Benutten EU-instrumenten capaciteitsontwikkeling

Ex-durante

2023

 

NL-DEU samenwerkingsverbanden

Ex-post evaluatie

2023

 

Europees Defensiefonds

Ex-durante

2024/2025

 

Thema 5. Innoverend vermogen en nieuwe domeinenAls technologische ontwikkelingen zo snel gaan als nu, is stilstand achteruitgang. Daarom blijft Defensie vooroplopen in onderzoek en ontwikkeling, en in de verkenning van nieuwe domeinen. Zulke innovatie levert vaak kansen op voor Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven in andere sectoren. Met de onderzoeken en evaluaties die onder thema 5. ‘Innoverend vermogen en nieuwe domeinen’ worden geagendeerd, verzamelt Defensie kennis en inzichten op het gebied van samenwerkingsverbanden, kennis- en technologieontwikkeling, innovatie, het ruimtedomein en/of arbeidsextensiever werken.

Tabel 7 Thema 5. Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Relevante (kamer)stukken

Actielijn 5 Defensienota: «Innoverend vermogen en nieuwe domeinen»

Periodieke rapportage

n.t.b.

 

Thema 6. Informatiegestuurd werken en optredenBetere toegang tot, en gebruik van data en informatie leidt tot betere besluiten en vergroot de effectiviteit van onze operaties in alle domeinen (inclusief het cyberdomein). Daartoe investeert Defensie naast een robuuste IT infrastructuur in verdere integratie en versterking van sensor-, wapen- en commandovoeringssystemen, capaciteiten om informatie sneller en beter te kunnen verwerken en defensieve en offensieve middelen in de informatieomgeving. Informatiegestuurd optreden vindt plaats binnen de geldende juridische kaders. Bovendien stelt het verbeteren van de informatiehuishouding de krijgsmacht in staat transparanter te zijn. Met de onderzoeken en evaluaties die onder thema 6. ‘Informatiegestuurd werken en optreden’ worden geagendeerd, verzamelt Defensie kennis en inzichten op het gebied van commandovoering, inlichtingen, multidomein optreden, cybercapaciteiten en/of samenwerking met (inter)nationale veiligheidspartners.

Tabel 8 Thema 6. Informatiegestuurd werken en optreden

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Relevante (kamer)stukken

Actielijn 6 Defensienota: «Informatiegestuurd werken en optreden»

Periodieke rapportage

n.t.b.

 

IGO KMar

Beleidsdoorlichting

2022

Kamerstuk 31 516, nr. 31 en 33

LIMC

Ex-post onderzoek

2022

Download het instellingsbesluit hier

Missies en operatiesNederland neemt deel aan diversie (militaire) missies. Het gaat om verschillende typen missies, waaronder vredesmissies, crisibeheersingsoperaties, enhanced forward presence, snel inzetbare reactiemachten van de NAVO en de EU, trainingsmissies en militaire assistentie, nationale operaties en humanitaire operaties. De Nederlandse inzet richt zich primair op gebieden waar de Nederlandse veiligheid en belangen in het geding zijn. De inzet van de krijgsmacht in missies maakt doorgaans deel uit van een geïntegreerde aanpak.

Met de evaluaties van missies verzamelt Defensie kennis over alle SEA-thema’s. De missie-onderzoeken en -evaluaties worden derhalve in een separate tabel op de SEA geplaatst. 

Tabel 9 Missies en operaties

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Relevante (kamer)stukken

MINUSMA

Ex-post evaluatie

2022

Download de onderzoeksopzet hier

C130 MINUSMA

Ex-post evaluatie

 

Download de jaarlijkse voortgangsrapportage kleine missiebijdragen 2021 hier

Resolute Support Mission

Ex-post evaluatie

2023

Download de onderzoeksopzet hier

Wapeninzet Hawija

Ex-post evaluatie

 

Kamerstuk 27925, nr. 753 en 754

Crisisaanpak inzake Afghanistan

Ex-post evaluatie

 

Kamerstuk 27925, nr. 892

20 jaar Nederlandse inzet in Afghanistan

Ex-post onderzoek

2025/2026

Kamerstuk 27925, nr. 885

Voor een toelichting per evaluatie zie bijlage 7.5: Uitwerking Strategische Evaluatieagenda.

Klik hier om het jaarverslag 2021 van het Ministerie van Defensie te downloaden, met in bijlage 2 een overzicht van afgerond evaluatie- en overig onderzoek.

Een interactieve weergave van de SEA is beschikbaar op www.rijksfinancien.nl.

2.5 Overzicht risicoregelingen

Defensie kent één openstaande garantie. Dit betreft een overeenkomst met de Vereniging Verbond van Verzekeraars over de verzekerbaarheid van personeel. De looptijd is onbepaald en er is geen gegarandeerd bedrag vastgesteld. De overeenkomst regelt de verhouding tussen het Ministerie van Defensie en de Vereniging met als doel de belemmeringen die defensieambtenaren in het maatschappelijk verkeer ondervinden als gevolg van uitsluitingsclausules bij levensverzekeringen, gekoppeld aan de financiering van een woning, weg te nemen.

3. Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1 Inzet

A. Algemene doelstelling

Defensie beschermt wat ons dierbaar is. Die opdracht is een afgeleide van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden en de Grondwet. Deze leidt tot drie hoofdtaken:

  • 1. Bescherming van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief het Caribisch deel van het Koninkrijk.

  • 2. Bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit.

  • 3. Ondersteuning (onder alle omstandigheden) van de civiele autoriteiten bij de handhaving van de openbare orde, de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, de bestrijding van rampen en incidenten en de beheersing van crises, zowel nationaal als internationaal.

Alle drie de hoofdtaken vergen meer inzet vanwege de toegenomen instabiliteit in de wereld. Om deze taken te kunnen uitvoeren stelt Defensie militaire eenheden gereed die daarvoor kunnen worden ingezet.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen en daadwer-kelijk inzetten van eenheden om de veiligheid van het eigen en bondge-nootschappelijk grondgebied te handhaven. Verder is de Minister in samenwerking met bondgenoten verantwoordelijk voor de uitvoering van bijdragen aan missies voor conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw, wereldwijd. Het Koninkrijk der Nederlanden draagt daarmee bij aan de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. De eenheden kunnen ook worden ingezet voor nationale taken en het verlenen van (internationale) noodhulp.

Onder Beleidsartikel 1 Inzet wordt een overzicht geboden van de inzet van de krijgsmacht. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan common funded NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel is daartoe uitgebreid met een niet-financieel overzicht voor de structurele inzet voor nationale en koninkrijkstaken, bijvoorbeeld door de KMar en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD). In Beleidsartikel 1 is ook de begroting opgenomen van de additionele uitgaven voor inzet onder verantwoordelijkheid van de Commandant der Strijdkrachten. In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering begroot voor marine, landmacht, luchtmacht, de marechaussee en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1.

C. Beleidswijzigingen

Besloten is tot deelname aan dan wel verlenging, uitbreiding of beëindiging van de Nederlandse militaire bijdragen aan de volgende missies en operaties:

  • Enhanced Forward Presence (Litouwen): verlenging tot en met 31 december 2024;

  • Brede veiligheidsinzet in Irak: verlenging tot en met 31 juli 2025;

  • United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA): de lopende bijdrage is verlengd tot en met 31 december 2022;

  • EUTM Mali: de lopende bijdrage is verlengd tot en met 31 december 2022;

  • TAKUBA: de lopende bijdrage is verlengd tot en met 31 december 2022;

  • EULPC: de lopende bijdrage is verlengd tot en met 31 juli 2025;

  • USSC: de lopende bijdrage wordt verlengd tot en met 31 juli 2025;

  • EUNAVFOR (Atalanta): de lopende bijdrage is verlengd tot en met 31 juli 2023;

  • EMASOH: de lopende bijdrage is verlengd tot en met 31 juli 2023;

  • Partnership for Actions in Western Africa (PAWA): de deelname met twee stafofficieren is gepauzeerd;

  • EUNAVFOR MED (Irini): de bijdrage wordt beëindigd. De datum wordt in overleg met de EU vastgesteld;

  • EUBAM (Rafah) (stand-by): de bijdrage is beëindigd;

  • EULPC (Libië). De lopende bijdrage is verlengd tot en met 31 juli 2025.

NAVO-bondgenoten besloten in de periode voor en na de illegale Russische invasie van Oekraïne tot aanvullende maatregelen om het NAVO-verdragsgebied te beschermen, Rusland af te schrikken en bondgenoten bij te staan. Als onderdeel van dit pakket aan maatregelen zijn extra eenheden aan de oostflank van het verdragsgebied ontplooid. Nederland heeft hier als NAVO-bondgenoot een actieve bijdrage aan geleverd:

Battle Group Roemenië: Nederland levert voor in beginsel een jaar een bijdrage aan de door Frankrijk geleidde Battle Group in Roemenië. Dit betreft een gevechtscompagnie van de 11 Luchtmobiele Brigade van circa 100 personen, aangevuld met ondersteunende eenheden. Hierdoor bestaat elke rotatie in totaal uit ongeveer 150 personen. De eerste rotatie van de gevechtscompagnie is in augustus 2022 naar Roemenië vertrokken. Nederland levert tevens van 23 juni tot en met oktober 2022 een genietaakteam van maximaal 85 personen aan de Frans geleide genietaakgroep.

Multinational Air Missile Defence Task Force (Slowakije): Nederland levert in de periode april – oktober 2022 een bijdrage aan de door Duitsland geleidde Multinational Air Missile Defence Task Force (MAMDTF) in Slowakije. Nederland brengt één van de drie Patrioteenheden in en Duitsland de overige twee. Ontplooiing van de Nederlandse Patriot-eenheden vergt de inzet van ongeveer 150 Nederlandse militairen. De inzet vindt plaats in de omgeving van de luchtmachbasis in Sliac, in Centraal-Slowakije, onder aansturing van de NAVO.

F-35’s in Bulgarije: Nederland heeft in de periode april-mei 2022 met vier F-35’s bijgedragen aan de bescherming van het NAVO-luchtruim vanuit Bulgarije. De F-35’s hebben Quick Reaction Alert-taken uitgevoerd om onbekende vliegtuigen boven het NAVO-verdragsgebied te onderscheppen.

Forensisch- en Opsporingsteam (Oekraïne): in mei 2022 heeft de Koninklijke Marechaussee een Forensisch- en Opsporingsteam (FO) ingezet in Oekraïne onder de vlag van het International Strafhof (ICC). De taak van het team was om bewijs te verzamelen dat bruikbaar is voor onderzoek naar oorlogsmisdrijven en in strafrechtelijke procedures. Het kabinet verkent de mogelijkheden om hier een vervolg aan te geven.

De inzet van Defensie in 2023 zal gezien de veranderende veiligheidssituatie in de wereld afhankelijk zijn van eerder in de beleidsagenda vermelde geopolitieke ontwikkelingen.

In VN-verband zal Nederland daarnaast bijdragen blijven leveren aan VN-missies in het Midden-Oosten. De mandaten voor UNTSO en UNIFIL zijn verlengd tot en met 31 juli 2025. De bijdrage aan UNDOF wordt beëindigd. Een datum hiervoor wordt in overleg met de VN vastgesteld.

Defensie blijft ten slotte Vessel Protection Detachments (VPD's) inzetten ter bescherming van de koopvaardij. Dit wordt begroot en verantwoord onder overige inzet.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Inzet (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

137.128

271.442

205.446

211.859

416.108

436.553

219.662

        

Uitgaven

165.232

299.191

232.925

239.338

443.587

474.032

219.662

% Juridisch verplicht

  

16%

    

% Bestuurlijk gebonden

       

% Beleidsmatig gereserveerd

  

84%

    

% Bog niet ingevuld / vrij te besteden

       
        

Opdrachten

165.232

299.191

232.925

239.338

443.587

474.032

219.662

- Internationale Inzet (BIV)

149.442

287.832

214.973

221.385

425.634

456.079

201.710

- Financiering nationale inzet krijgsmacht

5.376

7.137

3.511

3.512

3.512

3.512

3.511

- Overige inzet

10.414

4.222

14.441

14.441

14.441

14.441

14.441

        

Programma ontvangsten

6.739

2.907

2.907

2.907

2.907

52.907

2.907

- Internationale Inzet (BIV)

5.476

1.407

1.407

1.407

1.407

51.407

1.407

- Financiering nationale inzet krijgsmacht

363

      

- Overige inzet

900

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op de uitgaven voor levering van goederen en/of diensten van de lopende missies. Voor 2023 is 17% juridisch verplicht. De voorziening voor de verwachte verlenging van de huidige missies of voor nieuwe missies is juridisch gezien nog niet verplicht.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

In beleidsartikel 1 Inzet wordt de inzet van de krijgsmacht begroot. Het financiële instrument «opdrachten» omvat de uitgavencategorieën:

  • 1. Internationale inzet (BIV), zoals crisisbeheersingsoperaties;

  • 2. Financiering nationale inzet krijgsmacht (FNIK);

  • 3. Overige inzet.

Overzicht Missies

Figuur 6 Missiebijdragen

Toelichting uitgaven per missie
Tabel 11 Overzicht Internationale inzet (BIV) (bedragen x € 1000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA)

     

Veiligheidsinzet in Irak

10.000

    

Enhanced Forward Presence Litiuwen (EFP LTU)

36.000

    

Enhanced Forward Presence Roemenië (EFP ROU)

19.000

    

Missies Algemeen

17.300

4.500

4.500

4.500

 

Personeelszorg

3.100

3.100

10.400

10.400

 

Contributies

42.000

45.000

46.400

46.700

 

Kleinschalige bijdragen aan missies (< € 2,5 miljoen per jaar)

2.960

2.960

2.960

2.960

 

Reservering MIVD (BT11)

5.000

5.000

5.000

5.000

50.000

Reservering Dutchbatt III veteranen (BT09)

300

300

300

300

300

Totaal

135.660

60.860

69.560

69.860

50.300

Toelichting per missie

Litouwen (eFP)

De NAVO besloot na de illegale annexatie van de Krim door Rusland in 2014 tot de versterking van de afschrikking- en verdedigingsfunctie van de oostflank. Onderdeel hiervan is de vooruitgeschoven aanwezigheid in de Baltische staten en Polen: enhanced Forward Presence (eFP). eFP bestaat op dit moment uit circa 4.600 militairen, verdeeld over een viertal multinationale Battle Groups. Nederland neemt sinds 2017 met 270 militairen deel aan de multinationale Battle Group in Litouwen en heeft sinds 2022 het mandaat verhoogd naar 350 militairen. De rotaties in 2023 bestaan uit een pantserinfanterie/gemechaniseerde compagnie van de 43e Gemechaniseerde Brigade. Het gepantserde rupsvoertuig CV90 en de gepantserde wielvoertuigen Boxer en Fennek gaan met de rotatie mee naar Litouwen. Aan deze rotatie is ook de benodigde specialistische capaciteit toegevoegd. Concreet betreft dit onder meer specialisten op het gebied van materieel, munitie, voertuigonderhoud en CBRN- en stafcapaciteit. Deze aanvullende functies helpen de rotaties met het vervullen van de complexer wordende taakuitvoering.

Na de illegale aanval van Rusland op Oekraïne blijft deze eFP-inzet onverminderd van kracht. Het kabinet benadrukt dat eFP in lijn is met de afspraken uit de NATO Russia Founding Act uit 1997. In deze akte uit 1997 hebben NAVO-bondgenoten eenzijdig de intentie kenbaar gemaakt om, binnen de op dat moment geldende veiligheidscontext, geen grote gevechtseenheden permanent te stationeren op het grondgebied van de voormalige Warschaupactlanden. eFP brengt tot uitdrukking dat een schending van het verdragsgebied leidt tot de onmiddellijke betrokkenheid van het bondgenootschap. In het geval van een aanval stuit de tegenstander namelijk niet alleen op de lokale strijdkrachten, maar tevens op een multinationale NAVO-eenheid.

Battlegroup Forward Presence (Roemenië)

Nederland levert van 2 augustus 2022 tot en met 30 juni 2023 een eenheid van compagniesgrootte aan de Frans geleide multinationale bataljonstaakgroep in Roemenië, de zogenaamde Battlegroup Forward Presence (BGFP). De bijdrage wordt geleverd door 11 Luchtmobiele Brigade en bestaat uit drie gevechtscompagnieën van 100 personen, aangevuld met ondersteunende eenheden. Hierdoor bestaat elke rotatie in totaal uit ongeveer 150 personen. Er is gekozen voor een schema van vier maanden per rotatie om aan te sluiten bij de Franse contributie die eenzelfde rotatieritme aanhoudt. De Nederlandse rotaties doorlopen, samen met Franse militairen, een gezamenlijk opwerk- en trainingsprogramma. De Nederlandse rotatie is onder meer uitgerust met Mercedes Benz CDI-terreinwagens, SPIKE-antitankwapens en (in ieder geval de eerste rotatie) 81mm mortieren.

Contributies

Nederland draagt met contributies bij aan de gemeenschappelijke uitgaven voor crisisbeheersingsoperaties van de NAVO en de EU. Deze contributies staan los van een eventuele Nederlandse deelname aan een specifieke missie van de NAVO of de EU. Ook de jaarlijkse bijdrage aan de Strategic Airlift Capability (SAC) C-17, gehuisvest op Papa Air Base te Hongarije, is onderdeel van de contributies. Dit is een internationaal samenwerkingsverband van twaalf landen, waaronder tien NAVO-lidstaten, en voorziet in een deel van de Nederlandse behoefte aan strategic airlift.

Kleine bijdragen

In onderstaand overzicht staan de kleinschalige Nederlandse bijdragen met een financiële omvang van minder dan € 2,5 miljoen per jaar. De personele omvang van de bijdragen varieert in tijd gedurende de missie van nul tot de maximale omvang. Over de eventuele verlenging, uitbreiding of beëindiging van diverse kleinschalige bijdragen wordt in het najaar van 2022 een besluit genomen.

Tabel 12 Overzicht kleinschalige bijdragen aan missies in personeel

Overzicht kleine missies

Max personele omvang *

European Union Border Assistance Mission at the Rafah Crossing Point (EUBAM Rafah)*

(3)

European Union ATALANTA (EU ATALANTA)*

3

European Union Naval Force Mediterranean (EU NAVFOR MED)*

3

European Union Trainings Mission in Mali (EUTM Mali)

5

United Nations Disengagement Observer Force (UNDOF)

2

United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL)

1

United Nations Truce Supervision Organisation (UNTSO)

12

Combined Maritime Forces (CMF)

2

Netherlands Liaison Team CENTCOM (NLTC)

2

United States Security Coordinator (USSC)

3

Task Force Takuba

2

EMASOH

4

Air Task Force Middle East (ATF ME)*

8

*personele omvang varieert in tijd gedurende de missie van 0 tot maximale omvang

 
Opbouw regionale vredeshandhavingscapaciteit

Programma’s voor regionale vredeshandhavingscapaciteit worden door derden (met name door het Ministerie van Buitenlandse Zaken) gefinan-cierd en mede door Defensie uitgevoerd.

Global Peace Operations Initiative (GPOI)

Het GPOI-samenwerkingsprogramma draagt bij aan de versterking van de capaciteit van Afrikaanse partnerlanden, zodat zij kunnen deelnemen aan multinationale operaties onder leiding van de VN of de Afrikaanse Unie. Nederland zet enkele tientallen militairen in voor verschillende trainingen.

Toelichting op nationale inzet krijgsmacht

Structurele nationale takenDefensie voert structurele taken uit ten behoeve van civiele overheden. De financiële middelen van deze structurele taken zijn opgenomen in de verschillende begrotingsartikelen van Defensie. Deze structurele taken zijn vastgelegd in wet- of regelgeving, inclusief ministeriële besluiten, maar ook convenanten of arrangementen. Onder de structurele taken vallen de taken van de Koninklijke Marechaussee, de Kustwachten in Nederland en het Caribisch gebied, luchtruimbewaking, de Bijzondere Bijstandseenheden en de Explosievenopruiming.

Militaire bijstand en steunverlening (Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK))

Defensie verleent militaire bijstand voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid en voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Deze inzet wordt bekostigd vanuit dit artikel via de afspraken die zijn gemaakt in het convenant FNIK. Deze bijstand wordt zowel door de Koninklijke Marechaussee geleverd als door andere eenheden van Defensie. Daarnaast wordt bijstand verleend in geval van een ramp of crisis of in geval van de vrees voor het ontstaan daarvan.

De tabel indicatieve inzet voor 2023 geeft de geprognosticeerde nationale inzet weer, aangezien bijstandsverzoeken niet (altijd) te voorspellen zijn. De inzet van Defensie bij de beveiliging van rechtbanken is daarvan een voorbeeld.

Tabel 13 Indicatieve nationale inzet

Grondslag/activiteit

Soort

Aantal

Onderdeel

Explosieven opruiming

ruimingen

2200

EODD (FNIK)

Explosieven opruiming Noordzee

ruimingen

55

CZSK

Quick Reaction Alert (onderscheppingen luchtruim)

onderscheppingen

5

CLSK

Strafrechtelijke handhaving rechtsorde (Politiewet)

aanvragen

115

Alle krijgsmachtonderdelen (FNIK)

Handhaving openbare orde en veiligheid (Politiewet)

aanvragen

35

Alle krijgsmachtonderdelen (FNIK)

Wet Veiligheidsregio

aanvragen

25

Alle krijgsmachtonderdelen (FNIK)

Militaire steunverlening in het openbaar belang

aanvragen

40

Alle krijgsmachtonderdelen (FNIK)

KB 1987 inzet krijgsmacht in Aruba, Curaçao en Sint Maarten - harde bijstand

aanvragen

25

CZSK/CLAS (FNIK)

KB 1987 inzet krijgsmacht in Aruba, Curaçao en Sint Maarten - zachte bijstand

aanvragen

8

CZSK/CLAS

Wet BES

aanvragen

5

CZSK/CLAS (FNIK)

* duikassistentie wordt uitgevoerd binnen bovengenoemde grondslagen of activiteiten

   

Het Single National Point of Contact Host Nation Support (SNPOC HNS) voorziet voor 2023 twee grote doorvoeroperaties van buitenlandse eenheden door Nederland.

Toelichting op ontvangsten

De ontvangsten hebben betrekking op de eventuele vergoedingen van de EU, NAVO, VN en partnerlanden voor de door Nederland geleverde diensten of ingezette personele en materiële middelen. Ook wordt de bijdrage van de reders voor de inzet van VPD’s hier geraamd.

3.2 Artikel 2 Koninklijke Marine

A. Algemene doelstelling

De marine levert operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit (zowel vloot als mariniers) ter verdediging van de nationale territoriale wateren en ter bescherming van de koopvaardij en helpt bij crisisbeheer-singsoperaties, humanitaire hulpoperaties en rampen. De marine kan zelfstandig operaties uitvoeren en kan ook samen optreden met de landmacht, luchtmacht, marechaussee en buitenlandse bondgenoten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de marine alsmede de (mate van) gereedheid van maritieme eenheden. De marine is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van deze eenheden. De marine is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken. Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken, worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de marine gereed gesteld. De in de beleidsagenda genoemde transitie geeft veel mogelijkheden en kansen. Prioritering om versnelling mogelijk te maken, moet nog worden gedaan. Defensie rapporteert hierover aan de Kamer via de Inzetbaarheidsrapportage die twee keer per jaar wordt verzonden (begroting en jaarverslag).

Tevens vormt de marine de beheersorganisatie voor zowel Kustwacht Nederland als de Kustwacht Caribisch Gebied.

Tabel 14 Capaciteiten marine

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

MARITIEME TAAKGROEP VAN 5 SCHEPENDe taakgroep voert als geheel gevechtsoperaties uit op zee, projecteert gevechtskracht vanuit zee op land of treedt in delen langdurig op als afschrikking. De taakgroep kan als geheel of in delen ingezet worden voor maritieme veiligheidsoperaties of voor maritieme assistentie.

Maritime Battle Staff (MBS)

Levert commandovoering voor maritieme en amfibische operaties.

Luchtverdedigings- en Commandofregat (LCF)

Bestrijding van maritieme-, oppervlakte-, lucht- en ruimtedreigingen. Is daarnaast een platform voor commandovoering voor een taakgroep voor maritieme gevechtsoperaties, veiligheidsoperaties en maritieme assistentie. Kan tevens ingezet worden als schip van de wacht.

Multipurpose Fregat (MFF)

Levert slagkracht ter bestrijding van oppervlakte / onderwater eenheden voor gevechtsoperaties. Levert een platform voor maritieme veiligheidsoperaties en maritieme assistentie. Kan tevens ingezet worden als schip van de wacht.

Landing Platform Dock (LPD)

Amfibisch transport voor amfibische gevechtsoperaties, maritieme veiligheidsoperaties en maritieme assistentie. Kan tevens ingezet worden als schip van de wacht.

Joint Support Ship (JSS)

Verzorgt bevoorrading op of vanuit zee om voortzettingsvermogen voor amfibische of maritieme gevechtsoperaties te vergroten. Of verzorgt maritieme veiligheidsoperaties en maritieme assistentie. Kan tevens ingezet worden als schip van de wacht.

Onderzeeboot (OZB)

Levert slagkracht ter bestrijding van oppervlakte en onderwater eenheden voor gevechtsoperaties. Verzamelt inlichtingen en is een platform voor speciale operaties.

Alkmaar Klasse Mijnenbestrijdingsvaartuig (AMBV)

Levert mijnenbestrijdingscapaciteit ten behoeve van maritieme gevechtsoperaties, maritieme veiligheidsoperaties en maritieme assistentie. Kan tevens ingezet worden als schip van de wacht.

Marine Combat Group (MCG)

Levert eenheden voor amfibische gevechtsoperaties en voor veiligheidsoperaties op zee en op land. Kan worden ingezet voor steunverlening en bijstand.

Surface Assault & Training Group

Levert amfibische ondersteuning en maritieme beveiligingsteams.

Hydrografische Opnemingsvaartuigen (HOV)

Levert oceanografische inlichtingen en hydrografische survey capaciteit voor civiel / militaire samenwerking.

SPECIALE EENHEDEN VOOR SPECIALE OPERATIES EN VOOR TERREURBESTRIJDING

C-Squadron

Levert een Special Operations Maritime Task Group (SOMTG) voor geplande (maritieme) speciale operaties (Foreseeable Special Operation (FSO)) en voor incidentele en onverwachte Speciale Operaties met een korte reactietijd (Non-Foreseeable Special Operation (NFSO)).

M-Squadron

Levert maritieme anti-terreur capaciteit in het hoogste geweldsspectrum voor de Unit Interventie Mariniers (UIM) en ter ondersteuning van de Dienst Speciale Interventies .

HARBOUR PROTECTION TEAMS

Duikteam Defensie Duikgroep (DDG)

Voert onderwater operaties uit met drones en duikers ten behoeve van het onderkennen en neutraliseren van dreigingen onderwater.

FORWARD PRESENCE IN HET CARIBISCH DEEL VAN HET KONINKRIJK

Oceangoing Patrol Vessels (OPV)

Levert permanente maritieme militaire presentie en neemt deel aan counter-narcotics-operaties. Kan tevens ingezet worden als schip van de wacht.

Ondersteuningsvaartuig (Zr. Ms. PELIKAAN)

Draagt bij aan tactisch voortzettingsvermogen van de operationele eenheden in het Caribisch deel van het Koninkrijk en levert amfibische transportcapaciteit.

Mariniers Squadron Carib (MSC)

Aanwezigheid van mariniers voor amfibische inzet en militaire bijstand.

Bootpeloton Carib

Aanwezigheid van een marinierseenheid voor amfibische ondersteuning en maritieme patrouille.

Mariniers detachement Sint-Maarten (MARNSDET SXM)

Aanwezigheid van mariniers voor amfibische inzet en militaire bijstand.

Caribische Militairen (CARMIL)

Aanwezigheid van lokale militairen voor territoriale verdediging en militaire bijstand.

C. Beleidswijzigingen

Opdrachten

Het verder gebruiken van onbemande systemen in combinatie met bemande systemen vergroot de slagvaardigheid. Deze vorm van gedistribueerd optreden biedt een beter antwoord op de toegenomen dreiging.

De Belgische en Nederlandse marine zijn geïntegreerd. Bestaande banden met de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk worden bestendigd. Gedurende de komende jaren zal samenwerking met de Duitse en Franse marine worden uitgebreid. Samenwerking tussen de Kustwachten Nederland en Caribisch gebied leidt tot een verbeterde maritieme situational understanding.

Personeel en organisatieDe defensiebrede HR-transitie draagt er aan bij dat de marine beter zicht krijgt op de individuele kwaliteiten van haar personeel. Hierdoor kunnen de personele behoeften en organisatiebelangen beter worden afgestemd. Deze kwaliteitsslag in combinatie met technologische ontwikkelingen aan boord maken het mogelijk dat scheepsbemanningen verder worden verkleind.

Materieel en ondersteuningEen groot deel van de vloot wordt vervangen en zowel vlooteenheden als marinierseenheden krijgen grotere slagkracht. De vervanging van M-fregatten en onderzeeboten was reeds gepland vanwege het einde van de levensduur. De amfibische transportschepen en patrouilleschepen worden vervangen voor een nieuw type schip. Daarnaast worden de huidige tien hulpvaartuigen uit vijf verschillende scheepsklassen vervangen door een familie van nieuwe schepen.

Het Korps Mariniers krijgt de beschikking over moderne langeafstandsvuursteun, tactische luchtverdedigingswapens en onbemande systemen. De fregatten en onderzeeboten worden uitgerust met langeafstandsraketten. Ook de zelfverdedigingscapaciteit wordt versterkt door bijvoorbeeld Zr.Ms. Karel Doorman uit te rusten luchtdoelraketten en een 76mm-kanon.

Zoals beschreven in de Defensienota 2022 vergroten munitievoorraden, meer reservedelen en inzetvoorraden de inzetbaarheid van de marine verder.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Koninklijke Marine (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

1.027.350

1.007.193

1.034.161

1.043.775

1.054.031

1.060.961

1.047.519

        

Uitgaven

826.569

968.793

1.017.361

1.026.975

1.037.231

1.044.161

1.047.519

% Juridisch verplicht

  

81%

    

% bestuurlijk gebonden

       

% beleidsmatig gereserveerd

  

19%

    

% nog niet ingevuld/ vrij te besteden

       
        

Opdrachten

44.266

60.208

68.506

68.772

68.838

68.808

68.802

- Gereedstelling

44.266

17.469

17.270

17.517

17.573

17.544

17.538

- Kustwacht NL

 

40.660

36.741

36.760

36.770

36.769

36.769

- Kustwacht CARIB

 

2.079

14.495

14.495

14.495

14.495

14.495

Personele uitgaven

766.079

887.662

916.922

924.796

930.822

935.254

936.068

- Eigen personeel

720.472

808.310

846.692

852.215

858.990

863.378

864.196

- Externe inhuur

10.395

9.302

2.276

1.311

1.461

1.601

1.601

- Overige personele exploitatie

35.212

43.269

37.469

37.484

37.353

37.250

37.242

- Kustwacht NL

 

8.252

7.946

9.168

9.388

9.388

9.388

- Kustwacht CARIB

 

18.529

22.539

24.618

23.630

23.637

23.641

Materiële uitgaven

16.224

20.923

31.933

33.407

37.571

40.099

42.649

- Overige materiële exploitatie

16.224

19.656

28.200

29.663

33.827

36.356

38.906

- Kustwacht NL

 

10

40

51

51

50

50

- Kustwacht CARIB

 

1.257

3.693

3.693

3.693

3.693

3.693

        

Apparaatsontvangsten

17.682

11.611

10.881

10.881

10.881

10.881

10.881

Kustwacht NL ontvangsten

0

120

120

120

120

120

120

Kustwacht CARIB ontvangsten

0

5.587

4.857

4.857

4.857

4.857

4.857

Kon. Marine ontvangsten

17.682

5.904

5.904

5.904

5.904

5.904

5.904

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Verplichtingen onder gereedstelling betreft onder meer de operationele rantsoenen en contracten die zijn aangegaan voor het gereedstellen van de eenheden. Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2023 volledig verplicht is. Daarnaast worden de reeds aangegane verplichtingen voor externe inhuur ook als juridisch verplicht gezien. Voor de personele exploitatie betreft het met name de opleidingen. Onder de materiële uitgaven betreft dit voornamelijk uitgaven voor het zelfstandig aanschaffen van bedrijfsmiddelen. Ook worden er opdrachten gegeven aan o.a. kennisinstituten voor innovatieprojecten.

In totaal is voor 2023 81% juridisch verplicht ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Opdrachten

GereedstellingGereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft onder andere operationele zaken, zoals voeding aan boord van schepen en voeding voor mariniers, de inhuur van oefenterreinen en schietbanen, uitgaven bij havenbezoeken en uitgaven bij lanceringen.

Personele uitgavenDe personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer, reservisteninzet en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven.

Materiële uitgavenDe uitgaven voor instandhouding zijn ingaande 2021 overgeheveld naar het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Materiële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals kantoorinrichting en kantoorartikelen, transport en voorlichting. Daarnaast worden hier de uitgaven voor restaurant gerelateerde diensten, kennisontwikkeling, technologische ontwikkeling en innovatie, schadevergoedingen en kosten voor betalingsverkeer verantwoord.

Groene DraeckDe Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. De kosten voor het onderhoud aan de Groene Draeck worden begroot en verantwoord bij het Ministerie van Defensie zolang Prinses Beatrix gebruik maakt van de Groene Draeck. In de planperiode 2021 t/m 2025 is maximaal € 435.000 (5 maal € 87.000) beschikbaar voor onderhoud, waarbij de daadwerkelijke uitgaven kunnen fluctueren over de jaren heen. Er is voor het benodigde meerjarige groot onderhoud inmiddels € 226.275 aan onderhoudskosten gemaakt. Dit meerjarig onderhoud wordt door tussenkomst van de Dienst Koninklijk Huis (DKH) bij een specialistische werf uitgevoerd. Van het totaal beschikbare onderhoudsbudget tot en met 2025 resteert € 208.725. De meerkosten in de planperiode boven de € 435.000 voor het onderhoud aan de Groene Draeck komen voor rekening van de eigenaresse.

Kustwacht Caribisch gebiedDe Kustwacht Caribisch gebied is een Koninkrijk organisatie die is belast met de maritieme rechtshandhaving in het Caribische deel van het Koninkrijk. Bestrijding van de handel in drugs, de bestrijding van vuurwapensmokkel en de bestrijding van mensenhandel, mensensmokkel en illegale immigratie hebben prioriteit. Daarnaast levert de Kustwacht een belangrijke bijdrage aan de veiligheid op het water door het uitvoeren van zoek- en reddingsoperaties en visserij-, scheepvaart- en milieu-inspecties. De Kustwacht functioneert op basis van de Rijkswet Kustwacht. Het jaarplan en jaarverslag doorlopen een separaat besluitvormend (door de Rijksministerraad) en parlementair proces, waarbij inzicht wordt gegeven in taken, middelen en procesindicatoren. Het jaarplan wordt voorbereid door het kustwachtpresidium, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de vier landen en één keer per jaar bijeenkomt. De Rijksministerraad stelt het jaarplan van de Kustwacht vast.

De Kamer ontvangt de specifieke begroting voor de Kustwacht in het «Jaarplan 2023 Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch Gebied» nadat de Rijksministerraad dit jaarplan heeft vastgesteld.

Kustwacht NederlandDe Kustwacht Nederland is een nationale organisatie, waarvan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) het coördinerend ministerie is. Defensie is de beheerder van de Kustwacht en draagt met de marine, de marechaussee en de luchtmacht bij aan de dienstverleningstaken (bijvoorbeeld ruimen van explosieven) en de handhavingstaken (bijvoorbeeld grensbewaking). Tevens levert de marine de directeur Kustwacht. In bijlage 3 van de begroting van het Mobiliteitsfonds is de overzichtsconstructie Kustwacht Nederland opgenomen. Daarin staat hoe de uitgaven met betrekking tot de Kustwacht Nederland worden begroot op de verschillende hoofdstukken van de rijksbegroting.

3.3 Artikel 3 Koninklijke Landmacht

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Landmacht draagt op het land bij aan vrede, vrijheid en veiligheid in Nederland en daarbuiten. De landmacht doet dit met professionele en goed getrainde militairen en hoogwaardige technologie. Zij gaan door waar anderen moeten stoppen. Onder de zwaarste omstandigheden voeren zij gevechtsoperaties uit, bieden humanitaire hulp, ondersteunen bij rampen en ondersteunen dagelijks de civiele autoriteiten in Nederland.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de landmacht alsmede de mate van gereedheid van de grondgebonden eenheden. De landmacht is verantwoordelijk voor het operationeel gereed stellen en in stand houden van de eenheden. De landmacht is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken. Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken, worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de landmacht gereed gesteld. De landmacht zal zich inzetten om in de toekomst alle eenheden volledig operationeel gereed te kunnen stellen. Defensie rapporteert hierover aan de Kamer via de Inzetbaarheidsrapportage die twee keer per jaar wordt verzonden (begroting en jaarverslag).

Tabel 16 Capaciteiten landmacht

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

BRIGADE COMBAT TEAMVecht en beïnvloedt tegenstanders en de omgeving om gestelde doelen te halen. Dit gebeurt gecoördineerd met alle toegewezen eenheden. Kan worden ingebed in de NAVO-commandostructuur.

Brigade Hoofdkwartier (BHK)

Levert het vermogen om landoperaties aan te sturen.

Communication & Information Systems (CIS)

Levert ondersteuning om communicatie en informatie te verzorgen tussen en binnen eenheden.

Joint Intelligence, Surveillance,Target Acquisition & Reconnaissance module (JISTARC module)

Levert aan het brigade hoofdkwartier capaciteit voor de inlichtingenketen. Kan ook inlichtingen verzamelen en analyseren onder civiel gezag.

Brigade Verkenningseskadron

Levert een gevechtseenheid met inlichitngen- en beinvloedingstaken voor gemotoriseerd en/of gemechaniseerd optreden.

Battle Group (BG)

Levert gevechtskracht voor gevechts- en beïnvloedingstaken. Samengestelde gevechtseenheid van bataljonsgrootte inclusief eigen ondersteuning (kent varianten met luchtmobiele-, gemotoriseerde- en gemechaniseerde infanterie en tankeenheden).Kan ook bijdragen aan de gegarandeerde capaciteiten conform interdepartementale afspraken.

Communication and Engagement module (C&E)

Beïnvloedt spelers en/of actoren in het informatiedomein en draagt bij aan het begrijpen van de omgeving.

Vuursteun Afdeling (artillerie)

Levert grondgebonden indirecte vuursteun.

Genie Bataljon (Inclusief Response chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) capaciteit en Explosieven Opruimingsdienst (EOD) capaciteit)

Conditioneert het terrein voor militaire operaties, versterkt het voortzettingsvermogen van eenheden (mobiliteit, contra-mobiliteit en bescherming) en levert militare bijstand.

Hospitaal compagnie role 2

Levert een Role-2 chirurgisch hospitaal voor geneeskundige ondersteuning van eenheden. Kan ook onder civiel gezag ingezet worden.

Geneeskundige Compagnie role 1

Levert een role-1 geneesknudige ondersteuning (afvoer, Medical Treatment Facility en vervoer) aan brigade eenheden.

Herstel compagnie

Voert correctief en preventief onderhoud uit aan al het materieel ten behoeve van het voortzettingsvermogen van de brigade.

Voorraadcentrum

Levert bevoorrading en transportondersteuning ten behoeve van het voortzettingsvermogen van de brigade. Kan ook onder civiel gezag ingezet worden.

Korps Commandotroepen

Levert een Special Operations Land Task Group (SOLTG) voor geplande Speciale Operaties (Foreseeable Special Operations (FSO)) en een SOLTG voor incidentele en onverwachte Speciale Operaties, (Non-Foreseeable Special Operations (NFSO)), met een zeer korte reactietijd.

SPECIALE EENHEDEN

NLD/DEU Headquarters

Stuurt landoperaties aan als Land Component Command of als Korps hoofdkwartier en optioneel als Joint Task Force hoofdkwartier.

HEADQUARTERS

(Re)Deployment Task Force

Stuurt een (re)deployment aan.

(RE)DEPLOYMENT HEADQUARTERS

C2 AMDTF

Levert een Commando- en Engagement element voor het AMDTF

AIR- AND MISSILE DEFENCE TASK FORCE (AMDTF)

Logistiek Element

Levert een logistiek element voor het AMDTF

PATRIOT Fire Unit (PFU)

Levert een grondgebonden Lucht- en raketverdedigingseenheid voor punt- en gebiedsverdediging.

Norwegian Advanced Surface-to-air Missile System (NASAMS)

Levert een grondgebonden luchtverdedigingseenheid voor punt- en gebiedsverdediging.

FIRE UNIT SWP FENNEK

Levert een grondgebonden luchtverdedigingseenheid met STINGER voor punt en gebiedsverdediging.

STINGER MANPAD PELOTON

Levert een grondgebonden luchtverdedigingspeloton gespecialiseerd voor maritiem, amfibisch en luchtmobiele inzet.

MAN-PORTABLE AIR DEFENCE SYSTEM (MANPADS)

Counter UAS (C-UAS)

Levert een grondgebonden sensor met detectie en identificatiecapaciteit ten behoeve van alaerming van een te beschermen eenheid of object.

COUNTER UNMANNED AERIAL SYSTEMS (C-UAS)

Territoriaal Operatiecentrum (TOC)

Levert landelijke operationele aansturing voor de operationele planning, voorbereiding, aansturing en afwikkeling van nationale militaire (crisis)operaties op Nederlands grondgebied zoals bijvoorbeeld in het kader van militaire bijstand en steunverlening tot en met inzet zoals Host Nation Support.

PERMANENTE/ STRUCTURELE NATIONALE VEILIGHEID

Regionaal Militair Commando en Advies (RMCa/RMOA)

Regionale aansturing en advies over de hele veiligheidsketen gekoppeld aan een veiligheidsregio en onderdeel van brigadestaven.

Korps Nationale Reserve (NATRES)

Levert in Nederland bewaking en beveiliging voor (tijdelijke) militaire objecten, militaire bijstand aan de politie en assistentie bij rampenbestrijding.

Explosieve Opruimingsdienst Defensie (EODD)

Mitigeren van explosieve dreiging in alle domeinen, omstandigheden en omgevingen.

CBRN

Levert advies en assistentie voor CBRN dreiging.

C. Beleidswijzigingen

Opdrachten

De komende jaren transformeert de Koninklijke Landmacht van brigades (die afhankelijk zijn van schaarse ondersteuning) naar zelfstandige commands met elk eigen kennis, kunde en ondersteuning. De transformatie vindt plaats langs zes veranderlijnen, te weten: specialisatie, schaalbaarheid, schillen, regionaal geconcentreerd, samenwerking en modernisering. Tegelijkertijd brengt de landmacht de basis op orde door het oplossen van hardnekkige problematiek. De landmachteenheden kunnen zelfstandig of in samengestelde verbanden, van klein naar groot in Combined Arms Teams, Battalion Task Groups of een Brigade Combat Team, ingezet worden in het volledige geweldsspectrum, in nationaal en internationaal verband. De landmacht werkt met een single set of forces en wordt slimmer, beter, sneller, meer genetwerkt en meer schaalbaar en is zodoende zelfstandiger, sneller en langer inzetbaar. Hierdoor verhoogt de landmacht haar gereedheid en inzetbaarheid. De landmacht gaat dus voorwaarts in vernieuwing en daarbij blijft het hart van de landmacht – de mens – centraal staan. Het is de mens die werkt met moderne en technologische geavanceerde wapensystemen en de brug slaat tussen technologie en de opdracht.

Internationale inzet

In 2023 draagt de landmacht bij aan veiligheid in en buiten Nederland. Zo levert de landmacht twee infanteriecompagnieën met ondersteuning in het kader van de Enhanced Forward Presence (eFP), één in Litouwen en één in Roemenië.

In het kader van de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF) heeft Nederland daarnaast een infanteriebataljon gereed staan met de daarbij horende ondersteunende eenheden. Ook levert Nederland in het kader van de VJTF een artilleriebatterij en een luchtverdedingstaakgroep. Als commandovoerend element levert Nederland als onderdeel van 1 German/Netherlands Corps het Land Component Command van de NAVO-landeenheden.

De landmacht draagt ook bij met stafofficieren aan MINUSMA en EUTM in Mali, UNTSO in het Midden-Oosten en de inzet van een chirurgisch team in Djibouti loopt door tot in 2023. Tevens heeft de landmacht in 2023 twee bataljons gereed staan voor NAVO-verplichtingen. Hier zijn ondersteunende elementen aan toegevoegd, zoals vuursteun, een hospitaal, luchtverdediging, logistiek en verbindingen.

Nationale inzet

In het nationale domein levert de landmacht ook in 2023 een permanente ondersteuning aan het civiele gezag. Voor de nationale veiligheid wordt de samenwerking met civiele autoriteiten vanaf 2023 zelfs verder versterkt. Dit doet zij onder andere met een infanterie compagnie aangevuld met specialistische capaciteiten in het Caribisch gebied, de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD), assistentie bij chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN-) incidenten en staan er eenheden gereed om op verzoek van het civiele gezag andersoortige steun te leveren. Hieronder vallen ook de 300 militairen die continu binnen zeer korte tijd de Nationale Politie (NP) in het hoogste geweldsspectrum kunnen ondersteunen in geval van bijvoorbeeld terrorisme of hoog risico evenementen.

Daarnaast worden verplaatsingen van internationale troepen over Nederlands grondgebied in het kader van Host Nation Support (HNS) door Defensie gefaciliteerd. De landmacht heeft hierin een grote leidende rol. Dit betreft onder andere de 9-maandelijkse Amerikaanse rotaties ten behoeve van de Operatie Atlantic Resolve, maar ook oefeningen zoals Defender. Tot slot voeren de landmacht en de marechaussee samen taken op het gebied van militaire mobiliteit uit.

GereedstellingDe gevechtskracht van respectievelijk 43 Gemechaniseerde Brigade en 13 Lichte Brigade zal versterkt worden door de oprichting van het Heavy Infantry Command en het Medium Infantry Command. Daarmee kan de landmacht een beslissende klap gaan uitdelen in het gevecht en de bevolking beschermen, in het hoogste geweldsspectrum en in pre- en postconflict situaties.

Het Korps Commandotroepen en 11 Luchtmobiele Brigade worden samengevoegd in het SOF/Rapid Reaction Command, dat een snelle klap kan uitdelen, inlichtingen kan verzamelen, randvoorwaarden kan creëren voor de inzet van andere eenheden en Nederlanders kan evacueren uit crisisgebieden. Het Integrated Air & Missile Defence Command en het Eerste Duits-Nederlandse Legerkorps worden verder ontwikkeld.

Voor de gereedstelling van eenheden zal de landmacht in 2023 onder andere deelnemen aan een aantal grote internationale en NAVO-oefeningen. Voorbeelden hiervan zijn: Noble Jump, Steadfast Jupiter, Deer Sword, Wettiner Heide, Joint Project Optic Windmill voor de luchtverdediging en Flint Lock voor speciale eenheden.

Middelen

Door personele en, in mindere mate, materiële tekorten is het mogelijk dat in 2023 eenheden verminderd inzetbaar zijn. Dit betreft zowel gevechtseenheden als ondersteunende elementen (geneeskundige-, CBRN- en CIS-eenheden). Deze mogelijke verminderde inzetbaarheid en leveranties van middelen aan Oekraïne zullen de processen van inzet, gereedstelling voor missies en stand-by-opdrachten in 2023 beïnvloeden. De met het Coalitieakkoord toegekende middelen zullen op termijn de operationele gereedheid verbeteren. Gelet op de krapte op de arbeidsmarkt en de mondiale vraag met als gevolg hogere prijzen en langere levertijden zal dit tijd vergen. De effecten van de geleverde materiële steun aan Oekraïne op de operationele gereedheid zijn gegeven de omstandigheden als acceptabel beoordeeld. Dit betekent niet dat de gevolgen niet worden gevoeld. De landmacht wil geleverd materieel waar nodig zo spoedig mogelijk aanvullen of vervangen om de impact op de operationele gereedheid te beperken.

Internationale Militaire Samenwerking

De samenwerking met Duisland wordt vanaf 2023 nog nauwer: van samenwerking naar integratie en uiteindelijk specialisatie. Duitsland levert bijvoorbeeld tankcapaciteit, Nederland vuursteuncapaciteit. Die samenwerking, waarbij Duitsland capaciteiten in Nederlandse eenheden inbedt en andersom, wordt verder onderzocht. Wapensystemen worden voortaan zoveel mogelijk samen gekocht. Daarnaast gaat de landmacht meer trainen met Frankrijk en Noorwegen.

De genoemde missies en oefeningen zijn bij uitstek voorbeelden van internationale militaire samenwerking. In het bijzonder werkt de landmacht waardevol samen (onder andere op het gebied van kennisdeling, ontwikkeling van capaciteiten en integratie) met de strategische partners Duitsland, Engeland, Frankrijk, de Verenigde Staten, België, Luxemburg en Noorwegen. Daarnaast is Litouwen een operationeel partner en is de hernieuwde samenwerking met Suriname in ontwikkeling.

Evenementen

De landmacht zal in 2023 bij een groot aantal evenementen steun leveren. Enkele voorbeelden hiervan zijn: Herdenkingen, Bevrijdingsdag, Prinsjesdag en de Vierdaagse van Nijmegen.

Geoefendheid en inzetbaarheid

Om de lagere geoefendheid en inzetbaarheid naar aanleiding van de COVID-19 maatregelen te mitigeren, is een inhaalslag nodig. Hierbij zijn met name oefeningen op grotere schaal en deelname aan oefeningen op de hogere geweldniveaus en in grotere verbanden noodzakelijk om de geoefendheid voor de eerste hoofdtaak op peil te brengen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Koninklijke Landmacht (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

1.402.621

1.656.010

1.696.487

1.708.413

1.725.248

1.728.655

1.733.816

        

Uitgaven

1.368.102

1.656.010

1.696.487

1.708.413

1.725.248

1.728.655

1.733.816

% Juridisch verplicht

  

78%

    

% bestuurlijk gebonden

       

% beleidsmatig gereserveerd

  

22%

    

% nog niet ingevuld/ vrij te besteden

       
        

Opdrachten

51.491

79.506

90.957

90.355

91.262

91.258

91.257

- Gereedstelling

51.491

79.496

90.957

90.355

91.262

91.258

91.257

- Schadevergoeding overig

 

10

     

Personele uitgaven

1.291.079

1.539.528

1.573.453

1.583.470

1.601.062

1.604.269

1.609.574

- Eigen personeel

1.223.200

1.435.053

1.502.045

1.512.747

1.529.365

1.534.009

1.537.450

- Externe inhuur

10.864

24.619

8.290

7.524

7.523

7.523

7.558

- Overige personele exploitatie

57.015

79.856

63.118

63.199

64.174

62.737

64.566

Materiële uitgaven

25.532

36.976

32.077

34.588

32.924

33.128

32.985

- Overige materiële exploitatie

25.532

36.976

32.077

34.588

32.924

33.128

32.985

        

Apparaatsontvangsten

5.967

8.054

8.054

8.054

8.054

8.054

8.054

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Verplichtingen onder gereedstelling betreft onder meer de operationele rantsoenen en contracten die zijn aangegaan voor het gereedstellen van de eenheden. Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2023 volledig verplicht is. Daarnaast worden de reeds aangegane verplichtingen voor externe inhuur ook als juridisch verplicht gezien. Voor de personele exploitatie betreft het met name de opleidingen. Onder de materiële uitgaven betreft dit voornamelijk uitgaven voor het zelfstandig aanschaffen van bedrijfsmiddelen. Ook worden er opdrachten gegeven aan o.a. kennisinstituten voor innovatieprojecten.

In totaal is voor 2023 78% juridisch verplicht ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Opdrachten

Gereedstelling

Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft onder andere de operationele rantsoenen, voeding en operationele zaken, waaronder het huren van oefenterreinen.

Schadevergoedingen

Dit betreft schadevergoedingen in de breedte. De uitgaven zijn tot heden marginaal waardoor er geen budget is geraamd.

Personele uitgaven Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten, uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer, reservisteninzet en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven.

Materiële uitgaven

Materiële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering. Deze uitgaven vallen niet onder de instandhoudingsuitgaven van materieel, infrastructuur en IT. Daarnaast worden hier de uitgaven voor zelfstandige kleine aanschaffingen, kennisontwikkeling, technologische ontwikkeling en innovatie en kosten voor betalingsverkeer verantwoord.

3.4 Artikel 4 Koninklijke Luchtmacht

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Luchtmacht is een modern en technologisch krijgsmachtdeel dat wereldwijd actief is. De luchtmacht ondersteunt bestrijding van internationale onrust en biedt hulp bij rampen. In Nederland zorgt ze voor veiligheid vanuit de lucht door onder andere bewaking en verdediging van het luchtruim. Hiervoor beschikt het krijgsmachtdeel over hooggekwalificeerd personeel, vliegtuigen, helikopters en andere wapensystemen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en de samenstelling van de luchtmacht en van de mate van gereedheid van de luchtmacht. De luchtmacht is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de lucht- en grondgebonden capaciteit van de krijgsmacht. De luchtmacht is inzetbaar voor zowel expeditionaire taken als (inter)nationale taken. Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de luchtmacht gereed gesteld. Defensie rapporteert hierover aan de Kamer via de Inzetbaarheidsrapportage die twee keer per jaar wordt verzonden (begroting en jaarverslag).

Tabel 18 Capaciteiten luchtmacht

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

JACHTVLIEGTUIGEN

Jachtvliegsquadron

De luchtmacht stelt wereldwijd jachtvliegtuigen gereed voor het verkrijgen en behouden van luchtoverwicht, het ondersteunen van grondtroepen, het uitvoeren van bombardementen en verkenningen. Daarnaast geeft Defensie met jachtvliegtuigen invulling aan haar speciale taken. Tenslotte staan jachtvliegtuigen gereed voor het bewaken van het nationale luchtruim, waaronder terroristische dreigingen.

LUCHTRUIMBEWAKING EN -BEVEILIGING

Luchtgevechts-leidingsquadron

De gevechtsleiding levert luchtruimbewaking en -beveiliging voor het NAVO en nationale luchtruim, in samenwerking met jachtvliegtuigen (Quick Reaction Alert (QRA)).

ONBEMANDE VLIEGTUIGEN

Onbemand vliegsquadron

MQ-9 Reaper squadron is ingericht om ISTAR-operaties (Intelligence, Surveillance, Target Acquisition and Reconnaissance) uit te voeren. De verwerkte data wordt beschikbaar gesteld aan (inter)nationale partners.

HELIKOPTERSDe luchtmacht levert wereldwijd helicopters voor of ter ondersteuning van Control of the Air, Air Attack, Air Mobility en ISR (Intelligence, Surveillance and Reconnaissance), zowel zelfstandig als in (inter-) nationaal coalitieverband. De helikcpters kunnen, afhankelijk van het type helikopter, worden ingezet vanaf een vliegbasis, te velde of vanaf de schepen van de marine.

Gevechtshelicopter-squadron

Het Apache gevechtshelikoptersquadron kan zelfstandig en ter ondersteuning van grondoperaties worden ingezet voor aanvallen, verkenningen en beveiligingsoperaties.

Transporthelicopter-squadron

Het Chinook transporthelikoptersquadron kan worden ingezet voor de verplaatsing van personeel en materieel, ter ondersteuning van gevechtsoperaties, medische evacuaties of om moeilijk bereikbare locaties te bevoorraden. Ook kunnen de helikopters worden ingezet ter bestrijding van (bos)branden.

Transporthelicopter-squadron

Het Cougar transporthelikoptersquadron kan worden ingezet voor de verplaatsing van personeel en materieel, ter ondersteuning van gevechtsoperaties, medische evacuaties of om moeilijk bereikbare locaties te bevoorraden. Ook kunnen de helikopters worden ingezet ter bestrijding van (bos)branden.

Maritiem helicopter- squadron

Het NH90 maritieme gevechtshelikoptersquadron is in staat om de schepen van de marine te beveiligen tegen oppervlakte- en onderwaterdreigingen. Daarnaast kunnen deze helikopters ook ingezet worden voor transport en medische evacuaties.

LUCHTTRANSPORT

Transportsquadron

Het C-130 transportsquadron wordt ingezet voor Air Mobile, Air Drop, Air Landing en (medische) evacuatie. Deze vliegtuigen kunnen opereren vanaf onverharde banen, met een minimum aan (logistieke) ondersteuning en beschikken over zelfbeschermings-middelen.

AIR SUPPORT.De luchtmacht levert ondersteunende eenheden voor luchtoperaties, die zowel kunnen worden gebruikt bij nationale operaties als worden toegevoegd aan een internationaal samenwerkingsverband.

Luchtverkeersleiding

Levert verkeersleiding in het civiele en militaire luchtruim.

Force Protection

Levert eenheden voor objectgrondverdediging (OGRV) en explosievenspeurhonden inclusief commandovoering.

Communications and Information Systems (CIS)

Levert eenheden voor het opzetten, onderhouden en bemannen van computernetwerk-, radio- en satellietverbindingen.

Luchttransport handling

Verzorgt de passagiers en vrachtafhandeling bij luchttransport.

Operationele Gezondheidszorg

Verzorgt de behandeling van gewonden.

Gewondenluchttransport

Levert teams voor het uitvoeren van medische evacuatie door de lucht.

Datalink Management Cel

Plannen, ontwerpen en monitoren van tactische datalink operaties.

Target Support Cell (TSC)

Levert capaciteit voor het gedetailleerd plannen van wapeninzet.

C. Beleidswijzigingen

Opdrachten Voor de nationale operaties levert de Koninklijke Luchtmacht, samen met de Belgische luchtmacht, het gehele jaar een bijdrage aan de luchtruimbewaking van de BENELUX, met twee F-16’s ondersteund door de luchtgevechtsleiding (Quick Reaction Alert). De Chinook en Cougar helikopters staan gedurende enkele maanden beschikbaar voor de zogenaamde Fire Bucket Operations (FBO). De bijdrage aan FBO gebeurt op basis van beschikbaarheid. Daarnaast staat voor eventuele strategische medische evacuatie een team 24/7 beschikbaar.

Ten behoeve van de snel inzetbare eenheden (SIC) heeft de Koninklijke Luchtmacht het gehele jaar vier F-35’s en de MQ-9 gereed voor het NATO Readiness Initiative (NRI). Gedurende het gehele jaar stelt de luchtmacht een NH-90 beschikbaar aan de Standing NATO Maritime Group One (SNMG1).

MiddelenMet de financiële middelen zoals toegekend vanuit de motie Hermans en de aanvullingen vanuit de Defensienota 2022 kan de luchtmacht haar opdrachten uitvoeren. Voor de belangrijkste beleidswijzigingen wordt verwezen naar de beleidsagenda en de defensiematerieelagenda in het DMF.

De activiteiten gericht op het gereedstellingsproces zijn afhankelijk van de kwantiteit en kwaliteit aan menskracht en het deelnemen aan kwalitatief hoogwaardige oefeningen. Met de beschikbare financiële middelen zal derhalve, naast het gebruik en instandhouding van wapensystemen, ook worden gekeken naar het intensiveren van activiteiten tot (decentrale) werving en behoud van personeel.

Digitale transformatie en innovatie De ontwikkeling naar de 5th Gen Airforce bestaat onder andere uit de transitie van diverse wapensystemen naar modernere configuraties. Ook het omvormen richting Informatie Gestuurd Optreden (IGO) maakt er onderdeel van uit. Naast een volledig vernieuwde en gemodificeerde vloot, een wendbare en adaptieve organisatie, speelt de verdergaande digitalisering en dataficering (onder andere door de toepassing van big data en data science) daarin een belangrijke rol.

Geoefendheid en inzetbaarheid Door het vervallen van COVID-19 maatregelen kan het volledige oefenplan hervat worden. Bij de inhaalslag zijn met name oefeningen op grotere schaal en deelname aan oefeningen op de hogere geweldniveaus en in grotere verbanden noodzakelijk om de geoefendheid voor de eerste hoofdtaak op peil te kunnen brengen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Koninklijke Luchtmacht (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

610.043

768.610

778.887

778.074

757.628

760.400

761.211

        

Uitgaven

701.882

768.610

778.887

778.074

757.628

760.400

761.211

% Juridisch verplicht

  

77%

    

% bestuurlijk gebonden

       

% beleidsmatig gereserveerd

  

23%

    

% nog niet ingevuld/ vrij te besteden

       
        

Opdrachten

19.970

25.388

22.840

22.929

22.968

22.927

23.767

- Gereedstelling

19.970

25.388

22.840

22.929

22.968

22.927

23.767

Personele uitgaven

661.032

718.420

730.028

730.581

708.554

711.247

714.272

- Eigen personeel

534.128

617.776

640.330

644.210

627.623

631.020

634.384

- Externe inhuur

6.658

5.833

 

480

480

480

480

- Overige personele exploitatie

120.246

94.811

89.698

85.891

80.451

79.747

79.408

Materiële uitgaven

20.880

24.802

26.019

24.564

26.106

26.226

23.172

- Overige materiële exploitatie

20.880

24.802

26.019

24.564

26.106

26.226

23.172

        

Apparaatsontvangsten

14.486

12.111

12.111

12.111

12.111

12.111

12.111

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Verplichtingen onder gereedstelling betreft onder meer de operationele rantsoenen en contracten die zijn aangegaan voor het gereedstellen van de eenheden. Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2023 volledig verplicht is. Daarnaast worden de reeds aangegane verplichtingen voor externe inhuur ook als juridisch verplicht gezien. Voor de personele exploitatie betreft het met name de opleidingen. Onder de materiële uitgaven betreft dit voornamelijk uitgaven voor het zelfstandig aanschaffen van bedrijfsmiddelen. Ook worden er opdrachten gegeven aan o.a. kennisinstituten voor innovatieprojecten.

In totaal is voor 2023 77% juridisch verplicht ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

OpdrachtenGereedstellingGereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten, alsmede de daarbij behorende huur van oefenterreinen en andere operationele zaken. Voor 2023 staat er een baanrenovatie gepland op Vliegbasis Leeuwarden waardoor er een deployment plaatsvindt van Vliegbasis Leeuwarden naar Vliegbasis Volkel. De geplande oefeningen Arctic Challenge en Frisian Flag zijn beide Europese multinationale oefeningen voor jachtvliegtuigen. Andere oefeningen die voor 2023 gepland staan, zijn «Falcon, «Blaze» en «Bull» oefeningen waarbij de landmacht en/of marine samen met de luchtmacht geïntegreerde inzet beoefenen. Defensie meldt alle oefeningen vooraf via regionale media en sociale mediakanalen.

Personele uitgavenPersonele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten, uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer, reservisteninzet en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen (zowel vliegeropleidingen als andersoortige opleidingen), dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven.

Materiële uitgavenDe uitgaven voor instandhouding zijn ingaande 2021 overgeheveld naar het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Materiële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals kantoorinrichting en kantoorartikelen, transport en voorlichting. Daarnaast worden hier de uitgaven voor kennisontwikkeling, technologische ontwikkeling en innovatie en schadevergoedingen verantwoord.

3.5 Artikel 5 Koninklijke Marechaussee

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Marechaussee (KMar) waakt over de veiligheid van Nederland en het Caribisch gedeelte van het Koninkrijk der Nederlanden. Wereldwijd wordt de marechaussee ingezet op plaatsen van strategisch belang. Van koninklijke paleizen tot aan de buitengrenzen van Europa. Van luchthavens in Nederland en het Caribisch gebied tot oorlogs- en crisisgebieden overal ter wereld.

De marechaussee heeft 3 hoofdtaken:

  • 1. Grenspolitietaak;

  • 2. Bewaken en beveiligen;

  • 3. Internationale en militaire politietaken.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is beheersverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de KMar. De uitvoering is opgedragen aan de KMar. Het gezag over de KMar berust bij meerdere ministeries. Afhankelijk van de betreffende taak zijn dat de ministeries van Justitie en Veiligheid (inclusief de Directoraat-Generaal Migratie, het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid), Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie.

In artikel 4 van de Politiewet wordt de KMar de onderstaande taken opgedragen:

  • Het waken over de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis, in samenwerking met andere daartoe aangewezen organen;

  • De uitvoering van de politietaak ten behoeve van Nederlandse en andere strijdkrachten en internationale militaire hoofdkwartieren en de personen behorende tot die strijdkrachten en hoofdkwartieren;

  • De uitvoering van de politietaak op de luchthaven Schiphol en op de andere door de Minister van JenV en de Minister van Defensie aangewezen luchtvaartterreinen en de beveiliging van de burgerluchtvaart;

  • De verlening van bijstand en de samenwerking met de politie krachtens deze wet, daaronder begrepen de assistentieverlening aan de politie bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit. Als gevolg van de meest recente wijziging van de Politiewet kan de KMar ook assistentie verlenen aan de politie bij het bewaken en beveiligen van objecten en diensten en het waken over de veiligheid van aangewezen personen als bedoeld in artikel 42, eerste lid, onder c;

  • De uitvoering van de politietaak op plaatsen onder beheer van Onze Minister van Defensie, op verboden plaatsen die krachtens de Wet bescherming staatsgeheimen ten behoeve van de landsverdediging zijn aangewezen en op het terrein van de ambtswoning van Onze Minister-President;

  • De uitvoering van de bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000 opgedragen taken, waaronder begrepen de bediening van de daartoe door Onze Minister voor Immigratie en Asiel aangewezen doorlaatposten en het, voor zover in dat verband noodzakelijk, uitvoeren van de politietaak op en nabij deze doorlaatposten, alsmede het verlenen van medewerking bij de aanhouding of voorgeleiding van een verdachte of veroordeelde;

  • De bestrijding van mensensmokkel en van fraude met reis- en identiteitsdocumenten;

  • Het in opdracht van Onze Minister en Onze Minister van Defensie ten behoeve van De Nederlandsche Bank N.V. verrichten van beveiligingswerkzaamheden.

De Militaire Politiezorgtaak (art 4 lid 1 b PW) wordt zowel nationaal als internationaal en tijdens missies, oefeningen en andere inzet uitgevoerd. Door de uitvoering van deze taken levert de KMar een continue bijdrage aan de veiligheid van de Staat en de integriteit van de Krijgsmacht.

Geplande inzet

Het takenpakket van de KMar is gericht op de veiligheid van de Staat en kent drie hoofdtaken: de grenspolitietaken, bewaken en beveiligen en (inter)nationale en militaire politie(zorg)taken. Deze taken worden hieronder in meer detail beschreven.

1. Grenspolitietaak

De grenspolitietaken van de KMar worden uitgevoerd op basis van de Politiewet, de Vreemdelingenwet en de Schengengrenscode. Vanuit de grenspolitietaak richt de KMar zich op de bestrijding van illegale migratie, grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme. Naast de grenspolitietaken voert de KMar op de aangewezen luchthavens ook de politietaak uit. Deze taken worden (binnen juridische kaders en zo veel mogelijk) informatie- en risico gestuurd verricht door het optimaal benutten van zowel de informatiepositie van de KMar als die van de ketenpartners, in het fysieke en het digitale domein.

2. Bewaken en Beveiligen

De KMar geeft conform artikel 4 Politiewet uitvoering aan de bewaking en beveiliging van bepaalde objecten, diensten en personen. Dit doet zij zelfstandig, als het gaat om De Nederlandsche Bank N.V. of de ambtswoning van de Minister-President; in samenwerking met andere daartoe aangewezen organen als het gaat om het waken over de veiligheid van de leden van het koninklijk huis; of in assistentie aan de politie als het gaat om de bewaking en beveiliging van objecten, diensten en door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen personen. In overige gevallen kan de KMar eveneens in bijstand aan de politie invulling geven aan deze taak.

3. (Inter)nationale en militaire politie(zorg)taken

Om de inzetbaarheidsdoelen ten behoeve van de hoofddoelstellingen van Defensie te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de KMar gereed gesteld.

Tabel 20 Capaciteiten marechaussee

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

(INTER)NATIONALE EN MILITAIRE POLITIE(ZORG)TAKEN

Personele Expeditionaire Capaciteit

Levert militairen voor Expeditionaire inzet (NAVO, EU, VN) voor bijvoorbeeld civiele politiemissies.

Crowd and Riot Control (CRC-Peloton)

Levert een peloton voor crowd & riot control voor Defensie als onderdeel van een missie.

Close Protection Capaciteit

Levert een eenheid met speciale beveiligingsopdracht

Binnen de pijler (inter)nationale- en (militaire) politie(zorg)taken valt een onderscheid te maken tussen militaire politiezorgtaken, civiele vredes- en internationale taken (waaronder de NAVO Militaire Politietaken en Stability Policing taken), defensietaken en de taken van de liaison officieren in het buitenland. In de Politiewet zijn de militaire politiezorgtaken voor Defensie opgedragen aan de KMar. Door het uitvoeren van die taak, onder het gezag van het Openbaar Ministerie, levert de KMar een belangrijke bijdrage aan de integriteit van de Krijgsmacht. De uitoefening van deze taken beperkt zich niet alleen tot het Nederlands grondgebied; de KMar gaat ook mee tijdens uitzendingen, inzet en oefeningen van Nederlandse militaire eenheden buiten Nederland. De KMar kan onder aansturing van de CDS bijvoorbeeld als een «combat support force enabler» internationaal worden ingezet op militaire politietaken-functies, ter ondersteuning van militaire operaties onder bevel van een militaire commandant. De KMar heeft in Caribisch Nederland dezelfde taken als in Europees Nederland, hoewel op een andere wettelijke basis. Zo is de KMar onder andere verantwoordelijk voor de grensbewaking van de luchthavens en de zeegrenzen op de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en verantwoordelijk voor de uitvoering van de politietaak op de door Onze Ministers en Onze Minister van Defensie aangewezen luchthavens op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, alsmede de beveiliging van de burgerluchtvaart. Op Sint-Eustatius en Saba is de KMar belast met de uitvoering van het vreemdelingentoezicht. De KMar ondersteunt daarnaast het politiekorps Caribisch Nederland. Vanuit de militaire politiezorgtaak is de KMar vanuit haar eigen taakstelling ook aanwezig in de Caribische landen van het Koninkrijk (Aruba, Curaçao en Sint Maarten). Daarnaast levert de KMar op basis van het protocol inzake de inzet van personeel vanuit de flexibele inzetbare pool Koninklijke Marechaussee (hierna: flexpool) ondersteuning aan eerdergenoemde landen, daar waar extra capacitaire inzet of overdracht van kennis en vaardigheden benodigd is. Tevens speelt de KMar in het kader van het protocol over de versterking grenstoezicht in de Caribische landen van het Koninkrijk een grote rol bij de versterking van het grenstoezicht in de landen Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Tot slot is de KMar beschikbaar voor militaire bijstand in het gehele Koninkrijk.

C. Beleidswijzigingen

Grenade 29

Informatie voorziening (IV) is hét wapensysteem van de KMar en hiermee de randvoorwaarde om informatiegestuurd en veilig op te kunnen treden. Met de extra beschikbare middelen uit de Defensienota is de exploitatie gerepareerd en worden de essentiële componenten van dit wapensysteem opgebouwd. Het wapensysteem wordt vervolgens in drie jaar versterkt en uitgebouwd (2024-2027) tot een geïntegreerd wapensysteem. In deze fase wordt het wapensysteem GRENADE-29 verder op niveau gebracht om de slagkracht te waarborgen voor het ontstaan van informatiedominantie.

Grenzen en Veiligheid

Op het gebied van grenzen en veiligheid speelt een aantal ontwikkelingen als gevolg van nieuwe EU wetgeving die op termijn consequenties zullen hebben op o.a. de systemen van alle betrokken partijen, waaronder de KMar. Het gaat dan om de invoering van een Europees In- en Uitreissysteem (EES), een Europees Informatie- en Reisautorisatiesysteem (ETIAS), wijzigingen in het Schengen Informatiesysteem (SIS), de voorstellen voor aanpassing van EURODAC, het Visum Informatiesysteem (EUVIS) (waarbij de taak van de VIS Designated Authority (VDA) in Nederland is belegd bij de KMar) en de interoperabliteit tussen deze systemen. Ten behoeve van de implementatie van deze wetgeving zijn door het Ministerie Justitie & Veiligheid voor 2024 en verder de structurele middelen en de middelen voor de VIS Designated Authority (VDA) toegekend.

Eurostar

De KMar is volgens planning in oktober 2020 gestart met de grenscontroles op Amsterdam en Rotterdam Centraal ten behoeve van twee Eurostartreinen. Per begin april 2022 is opgeschaald naar drie treinen per dag. Door Ministerie van Justitie en Veiligheid zijn de benodigde structurele middelen beschikbaar gesteld. Operationeel gezien loopt het proces rond Eurostar zonder problemen.

Combat Support MP eskadron

Er is gestart met de voorbereidingen voor de uitbreiding van de marechaussee met een eskadron dat gespecialiseerd is in de militaire politietaken in het hoogste geweldsspectrum, zoals detentie en onderzoek naar vermeende oorlogsmisdrijven in het inzetgebied. Deze taakuitbreiding wordt gefinancierd vanuit de extra middelen van de Defensienota.

Militaire mobiliteit

De KMAR start met het formeren van een multifunctioneel eskadron ter ondersteuning van de civiele gezagsdragers en het Military Mobility Plan.

Capaciteit voor bijstand

Tussen 2023 en 2027 wordt de (opschaalbare) capaciteit voor bijstand aan civiele autoriteiten vergroot. Hierdoor komt meer capaciteit beschikbaar voor bescherming van militaire en civiele vitale infrastructuur en vitale processen alsmede voor de bijstand (waaronder bewaken en beveiligen) in Host Nation Support en Home Base Support Operaties.

Implementatie Cyber Uitvoeringsplan

Als onderdeel van het versterken van de defensiebrede cybercapaciteiten is binnen de KMar rekening gehouden met een uitbreiding van extra medewerkers. Deze medewerkers gaan zich naast de benodigde cyberbescherming ook bezig houden met de aanpak van de groeiende cybercriminaliteit.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

501.168

603.721

614.826

618.558

621.692

627.190

624.996

        

Uitgaven

501.802

603.721

614.826

618.558

621.692

627.190

624.996

% Juridisch verplicht

  

79%

    

% bestuurlijk gebonden

       

% beleidsmatig gereserveerd

  

21%

    

% nog niet ingevuld/ vrij te besteden

       
        

Opdrachten

4.474

5.720

6.152

6.150

6.204

6.261

6.261

- Gereedstelling

4.474

5.720

6.152

6.150

6.204

6.261

6.261

Personele uitgaven

484.265

569.691

586.255

589.553

595.461

602.595

599.534

- Eigen personeel

451.984

543.749

560.266

567.186

573.219

579.949

577.271

- Externe inhuur

7.518

1.584

3.478

181

 

150

 

- Overige personele exploitatie

24.763

24.358

22.511

22.186

22.242

22.496

22.263

Materiële uitgaven

13.063

28.310

22.419

22.855

20.027

18.334

19.201

- Overige materiële exploitatie

13.063

28.310

22.419

22.855

20.027

18.334

19.201

        

Apparaatsontvangsten

8.199

8.249

4.459

4.459

4.459

4.459

4.459

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Verplichtingen onder gereedstelling betreft onder meer de operationele rantsoenen en contracten die zijn aangegaan voor het gereedstellen van de eenheden. Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2023 volledig verplicht is. Daarnaast worden de reeds aangegane verplichtingen voor externe inhuur ook als juridisch verplicht gezien. Voor de personele exploitatie betreft het met name de opleidingen. Onder de materiële uitgaven betreft dit voornamelijk uitgaven voor het zelfstandig aanschaffen van bedrijfsmiddelen. Ook worden er opdrachten gegeven aan o.a. kennisinstituten voor innovatieprojecten.

In totaal is voor 2023 79% juridisch verplicht ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Opdrachten

Gereedstelling/instandhouding

Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor (de ondersteuning van) de operationele taakuitvoering alsmede voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft o.a. de operationele rantsoenen, civiele taken en operationele zaken, waaronder het huren van oefenterreinen. De uitgaven voor oefen- en operationele munitie en instandhouding simulatoren zijn overgegaan naar het financiële instrument «instandhouding materieel». De uitgaven voor onderhoud en ondersteuning van commandovoering zijn overgegaan naar instandhouding IT (DMF artikel 6). Vanuit de Gereedstelling is structureel budget (€ 1 miljoen) naar de instandhouding (DMF artikel 5 en 6) geboekt.

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen, internationale verhuizingen en overige personeelsgebonden uitgaven.

Materiële uitgaven

Materiële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals kantoorinrichting en kantoorartikelen, transport, voorlichting. En verder de uitgaven voor evenementenondersteuning, de uitgaven voor kennis, technologische ontwikkeling en innovatie, schadevergoedingen en kosten voor betalingsverkeer etc. De uitgaven die een relatie hebben met het instandhouden van het materieel, zoals werkplaatsinrichting en militaire artikelen en uitrustingen zijn overgegaan naar het instrument «instandhouding materieel». Hiervoor is structureel budget (€ 2 miljoen) overgeheveld.

3.6 Artikel 6 Investeringen

A. Algemene doelstelling

Defensie voorziet in nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen en verkoopt, indien aan de orde, groot materieel en infrastructuur.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor het tijdig voorzien in nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen alsmede de afstoting van overtollig groot materieel en infrastructuur. Tot de investeringen worden gerekend alle planbehoeften met een meerjarig karakter. Dit omvat ook de bijdragen aan de NAVO voor het doen van investeringen en wetenschappelijk onderzoek. Tot de investeringen worden ook bijdragen gerekend aan de instandhouding, die direct samenhangen met de betreffende investering.

C. Beleidswijzigingen

Door de introductie van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) zijn de middelen uit beleidsartikel 6 Investeringen per 2021 overgeheveld naar het DMF.

3.7 Artikel 7 Defensie Materieel Organisatie

A. Algemene doelstelling

De Defensie Materieel Organisatie (DMO) ondersteunt de gereedstelling en inzet van de krijgsmacht met advies, IT-middelen, materieel, kleding & uitrusting, munitie en brand- en bedrijfsstoffen en bewaakt met het IT Operation Center de operationele IT van Defensie.

Dit begrotingsartikel heeft betrekking op de personele exploitatie van de DMO en het budget voor brand- en bedrijfsstoffen bij het Defensie Brand en Bedrijfsstoffen Bedrijf (DBBB). De activiteiten van het kleding- en persoonsgebonden uitrustingbedrijf en het munitiebedrijf worden sinds 2021 verantwoord in de begroting van het Defensiematerieelfonds (K) onder artikel 1 'Instandhouding'.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en de instandhouding van materieel en de afstoting van overtollig materieel van de krijgsmacht. Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de DMO gereed gesteld. De functie van National Armaments Director (NAD) is belegd bij de DMO. Uit hoofde hiervan ontwikkelt en versterkt de DMO de internationale samenwerking op het gebied van IT en materieel (NAVO, EU, multinationaal en bilateraal).

Tabel 22 Capaciteiten DMO

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

PERMANENTE INCIDENT RESPONSE CAPACITEIT TEN BEHOEVE VAN INFORMATIE SYSTEMEN

Cyber Rapid Response Team (CRRT)van het Defensie Cyber Security Centrum (DCSC)

Levert cyberexpertise op locatie voor incidentcoördinatie, -onderzoek en -afhandeling.

C. Beleidswijzigingen

De DMO ondersteunt bij het bereiken van de drie effecten zoals benoemd in de beleidsagenda: verhogen van de gereedheid en inzetbaarheid, versterking van de gevechtskracht en een verbeterde wendbaarheid van de organisatie. De nadere uitwerking daarvan, inclusief gemaakte keuzes gericht op meer Europese samenhang, met als gevolg schaalvoordelen en toegenomen interoperabiliteit, is opgenomen in de Defensienota.

Voor de DMO betekent dit onder andere ondersteuning van de transitie naar een informatiegestuurde en technologisch hoogwaardige krijgsmacht, het vergroten van de voorraden (bijvoorbeeld munitie, kleding & uitrusting) en diverse verbeteringen op het gebied van projectvoering, inkoop en afstoting van defensiematerieel en personele en logistieke ondersteuning. Onder de vlag van National Armaments Director ontwikkelt en versterkt de DMO ook de internationale samenwerking op het gebied van IT en materieel (NAVO, EU, multinationaal en bilateraal). Specifiek op het gebied van duurzaamheid levert de DMO een bijdrage door in toenemende mate biologische of synthetische brandstof te leveren.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 23 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

538.836

671.254

672.061

693.415

707.503

700.983

708.491

        

Uitgaven

558.830

671.254

672.061

693.415

707.503

700.983

708.491

% Juridisch verplicht

  

70%

    

% bestuurlijk gebonden

       

% beleidsmatig gereserveerd

  

30%

    

% nog niet ingevuld/ vrij te besteden

       
        

Opdrachten

103.947

141.606

148.492

151.887

159.900

162.900

165.664

- gereedstelling

103.947

141.606

148.492

151.887

159.900

162.900

165.664

Personele uitgaven

443.263

506.156

507.836

525.671

531.847

522.127

527.015

- Eigen personeel

391.361

443.332

459.338

477.160

484.085

474.515

479.506

- Externe inhuur

36.662

37.251

28.919

28.873

28.124

28.124

28.021

- Overige personele exploitatie

15.240

25.573

19.579

19.638

19.638

19.488

19.488

Materiële uitgaven

11.620

23.492

15.733

15.857

15.756

15.956

15.812

- Overige materiële exploitatie

11.620

23.492

15.733

15.857

15.756

15.956

15.812

        

Apparaatsontvangsten

18.829

25.765

25.765

25.765

25.765

25.765

25.765

Budgetflexibiliteit

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiele instrumenten opdrachten, personele en materiele uitgaven. Verplichtingen onder gereedstelling betreft onder meer de brandstoffen voor inzet van de wapensystemen en voertuigen. Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2023 volledig verplicht is. Daarnaast worden de reeds aangegane verplichtingen voor externe inhuur ook als juridisch verplicht gezien. Voor de personele exploitatie betreft het met name de opleidingen. Onder de materiële uitgaven betreft dit voornamelijk uitgaven voor het zelfstandig aanschaffen van bedrijfsmiddelen. Ook worden er opdrachten gegeven aan o.a. kennisinstituten voor innovatieprojecten.

In totaal is voor 2023 70% juridisch verplicht ten opzichte van het totaal beschikbare budget. In voorgaande tabel zijn de structurele maatregelen vanuit de Defensienota 2022 verwerkt.

In de begroting 2023 is met name sprake van een stijging van het budget voor personele uitgaven. Dit is het gevolg van het herstel van de organisatie zoals in de eerste suppletoire begroting van 2022 is verwerkt en een capaciteitsuitbreiding om uitvoering te geven aan de intensiveringen vanuit de Defensienota.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Gereedstelling

Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft de uitgaven voor brandstof en smeermiddelen. De prijzen van met name brandstoffen zijn zeer flexibel als gevolg van de snel wijzigende brandstofprijzen en dollarkoersen.

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer en inhuur van personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven. De DMO investeert in de kwaliteit van haar mensen en de flexibiliteit en diversiteit van het personeelsbestand. De belangrijkste capaciteiten van de DMO zijn de kennis en ervaring van het personeel.

Materiële uitgaven

Materiële uitgaven bestaan bij de DMO hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering.

3.8 Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando

A. Algemene doelstelling

Het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) ondersteunt de krijgsmacht in haar taken. Het DOSCO doet dit door te zorgen voor personele diensten, opleidingen, huisvesting, vastgoed, catering, beveiliging, bewaking, facilitaire zaken, gezondheidszorg, logistiek en transport. Het DOSCO voorziet zelf in die ondersteuning en koopt een deel van de producten en diensten in bij organisaties buiten het ministerie van Defensie.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige ondersteuning van de krijgsmacht. Het DOSCO krijgt, net als de operationele commando’s, een generieke gereedstellingsopdracht. Vooralsnog ontvangt DOSCO een gereedstellingsopdracht voor specialistische medische zorg en strategisch transport.

Tabel 24 Capaciteiten DOSCO

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

SPECIALISTISCHE MEDISCHE ZORG

Chirurgisch team voor Role 2 Medical Treatment Facility

Levert een chirurgisch team ten behoeve van een chirurgisch hospitaal.

Bloedbank

Levert personele capaciteit om te voorzien in een operationele bloedbank.

STRATEGISCH TRANSPORT

Movement Control-teams (National Movement Coordination Centre (NMCC) en CLAS)

Ondersteunen verplaatsingsoperaties zowel nationaal als internationaal van andere inzetbare eenheden.

C. Beleidswijzigingen

Voor de belangrijkste beleidswijzigingen wordt verwezen naar de beleidsagenda.

Het regeerakkoord en de groei naar de 2%-norm die verwerkt zijn in de Defensienota hebben zijn weerslag op de ondersteuning die het DOSCO levert. Het ondersteuningscommando transformeert zich langs twee ontwikkellijnen. Enerzijds richt het ondersteuningscommando zich op de doorontwikkeling van de huidige ondersteuning en anderzijds op geheel nieuwe vormen van ondersteuning. Uitgangspunten daarbij zijn: samenwerking binnen de krijgsmacht en met partners daarbuiten, schaalbaarheid en flexibiliteit. Tegelijkertijd richt het ondersteuningscommando zich op verdere modernisering van de defensiebrede ondersteuning door meer datagedreven te werken. Het ondersteuningscommando investeert en schaalt op in robotisering en intelligente automatisering. Met als oogmerk een moderne datagedreven bedrijfsvoering waarin de meer en meer schaarse mens wordt ingezet voor het werk waar zij de grootste toegevoegde waarde hebben. De samenwerking kent zowel een interne als een externe dimensie, met industrie en kennisinstituten. Initiatieven focussen zich onder meer op de initiële officiersopleidingen, de reguliere gezondheidszorg, de werving en selectie, de personeelsadministratie, de personeelszorg, Host Nation Support, infra/huisvesting, verduurzaming, strategisch transport, bewaken en beveiligen en voeding.

Door extra te investeren in met name vastgoed, strategisch transport, geneeskundige ondersteuning en capaciteit voor bewaken en beveiligen worden grote defensiebrede achterstanden ingelopen. Daarnaast is aanvullend budget beschikbaar gesteld voor het Nationaal Fonds Ereschuld. De ontwikkelingen bij de andere krijgsmachtdelen hebben ook effect op de ondersteuning die het ondersteuningscommando levert. Het DOSCO haakt daarbij vroegtijdig aan zodat de tweede en derde orde effecten goed ingeschat kunnen worden en de ondersteuning tijdig en adequaat georganiseerd wordt.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 25 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

1.238.835

1.373.466

1.338.383

1.375.461

1.416.302

1.443.013

1.430.825

        

Uitgaven

1.214.400

1.331.966

1.348.383

1.385.461

1.426.302

1.454.513

1.430.825

% juridisch verplicht

  

57%

    

% bestuurlijk gebonden

  

7%

    

% beleidsmatig gereserveerd

  

36%

    

% nog niet ingevuld/ vrij te besteden

       
        

Opdrachten

152

      

- gereedstelling

152

      

Inkomensoverdrachten

86.664

      

- Nationaal Fonds Ereschuld

85.922

      

- Reservering schadevergoedingen chroom 6 Defensie

742

      

Schadevergoeding

 

110.154

93.199

123.266

131.729

141.729

116.729

- Nationaal Fonds Ereschuld

 

91.202

81.109

111.176

119.637

129.637

104.637

- Reservering schadevergoedingen chroom 6 Defensie

 

8.452

3.851

3.851

3.851

3.851

3.851

- Schadevergoeding, overig

 

10.500

8.239

8.239

8.241

8.241

8.241

Personele uitgaven

857.609

938.906

949.816

948.028

964.400

976.371

974.820

- Eigen personeel

617.054

738.865

750.441

752.603

770.184

780.465

781.080

- Externe inhuur

22.006

7.808

4.035

4.035

4.036

4.036

4.001

- Overige personele exploitatie

203.830

177.170

179.285

176.990

175.756

177.504

175.373

- Attachés

14.719

15.063

16.055

14.400

14.424

14.366

14.366

Materiële uitgaven

269.975

282.906

305.368

314.167

330.173

336.413

339.276

- Overige materiële exploitatie

266.685

275.622

298.084

306.885

322.891

329.131

331.994

- Attachés

3.290

7.284

7.284

7.282

7.282

7.282

7.282

        

Apparaatsontvangsten

58.178

72.495

68.995

68.995

68.995

68.995

68.995

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2023 volledig verplicht is. Daarnaast worden de reeds aangegane verplichtingen voor externe inhuur ook als juridisch verplicht gezien. Voor de personele exploitatie betreft het met name de opleidingen en lopende contracten voor werven personeel en juridische dienstverlening. Onder de materiële uitgaven betreft dit voornamelijk uitgaven voor het zelfstandig aanschaffen van bedrijfsmiddelen, de defensiebrede facilitaire ondersteuning en catering.

Voor 2023 is 57% juridisch verplicht ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

Het percentage bestuurlijk gebonden verplichtingen betreft de volledige regelingen voor schadevergoedingen, het Nationaal Fonds Ereschuld en de Reservering schadevergoedingen chroom 6.

Voor 2023 is 7% bestuurlijk gebonden ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer en inhuur van het personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen, internationale verhuizingen en overige personeelsgebonden uitgaven. De salarissen van het attaché personeel worden afzonderlijk gepresenteerd, omdat deze uitgaven onder het Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) attachébudget vallen.

Materiële uitgaven

De uitgaven voor instandhouding vastgoed zijn ingaande 2021 overgeheveld naar het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Onder materiële uitgaven worden de geraamde uitgaven voor overige materiële exploitatie en de attachés weergegeven. De uitgaven voor de overige materiële exploitatie bestaan onder andere uit catering, facilitaire dienstverlening, mediadienstverlening, gezondheidszorg, beveiliging, energie en water, schoonmaak en wereldwijd transport van personen en goederen.

Schadevergoeding

De uitgaven voor het Nationaal Fonds Ereschuld worden bij het DOSCO verantwoord onder het financieel instrument schadevergoeding. Dit fonds is ingesteld voor militairen die een handicap, trauma of andere aandoening hebben opgelopen tijdens missies naar het buitenland. Hierin zijn de budgetten voor schadevergoedingen en regelingen voor schadevergoedingen voor veteranen ondergebracht. De uitgaven hiervoor kennen een fluctuerend verloop en meer (jonge) veteranen doen een beroep op compensatie. Dit leidt tot een verwachte stijging van de uitgaven. Daarom is het budget van dit fonds in de begrotingsperiode met in totaal € 220 miljoen verhoogd, voor 2028 en 2029 met € 10 miljoen en vanaf 2030 met € 20 miljoen structureel. Daarnaast worden geraamde uitgaven voor uitkeringen in verband met Chroom 6 en overige schadevergoedingen onder het instrument schadevergoeding verantwoord.

4. Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 9 Algemeen

Algemene doelstellingHet kerndepartement voert een aantal defensiebrede taken uit. Dit zijn het verstrekken van subsidies voor defensie-gerelateerde (maatschappelijke) taken, het bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken, de bekostiging van instellingen voor kennisopbouw, het bijdragen aan internationale organisaties, het uitvoeren van opdrachten, schadevergoedingen en de bijdrage aan rijksbrede en defensiebrede beleidsopdrachten.

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 26 Budgettaire gevolgen artikel 9 Algemeen (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

172.023

227.840

187.215

187.620

180.619

178.723

178.587

        

Uitgaven

172.523

227.840

187.215

187.620

180.619

178.723

178.587

% Juridisch verplicht

  

2%

    

% bestuurlijk gebonden

  

92%

    

% beleidsmatig gereserveerd

  

6%

    

% nog niet ingevuld/ vrij te besteden

       

Subsidies

39.444

49.221

43.046

44.349

44.476

44.509

44.413

- Subsidies

39.444

49.221

43.046

44.349

44.476

44.509

44.413

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

46.853

48.788

48.792

48.793

49.039

49.039

49.039

- Kennisopbouw TNO via EZK

44.179

46.004

46.015

46.016

46.015

46.015

46.015

- Kennisopbouw NLR via EZK

600

625

622

622

622

622

622

- Kennisopbouw MARIN via EZK

2.000

2.082

2.072

2.072

2.072

2.072

2.072

- Overige bijdragen

74

77

83

83

330

330

330

Opdrachten

11.102

18.951

15.405

13.547

10.843

8.936

8.896

- Opdrachten beleid

5.868

13.831

10.523

9.075

6.372

6.465

6.425

- Opdrachten milieu beleid

2.816

5.057

4.819

4.408

4.408

2.408

2.408

- Overige opdrachten

2.418

63

63

64

63

63

63

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

56.328

67.934

69.165

70.123

70.229

70.208

70.208

- Bijdrage aan de NAVO

51.194

60.675

61.840

62.798

62.797

62.778

62.778

- Bijdrage aan internationale samenwerking

5.134

6.048

6.110

6.110

6.214

6.212

6.212

- Overige bijdragen

0

1.211

1.215

1.215

1.218

1.218

1.218

Bekostiging

4.147

4.050

4.051

4.052

4.052

4.052

4.052

- Bekostiging diverse instellingen

4.147

4.050

4.051

4.052

4.052

4.052

4.052

Inkomensoverdrachten

14.049

493

300

300

300

300

300

- Overige bijdragen

6.783

493

300

300

300

300

300

- Regeling uitkering chroom 6 Defensie

3.323

      

- Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020

3.943

0

     

Schadevergoeding

600

38.403

6.456

6.456

1.680

1.679

1.679

- Schadevergoeding, overig

 

1.680

1.680

1.680

1.680

1.679

1.679

- Reservering regeling uitkering chroom 6 Defensie

 

5.476

4.776

4.776

   

- Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020

 

30.647

     

- Civielrechtelijke regeling Hawija

600

600

     
        

Programmaontvangsten

2.052

1.600

1.600

1.600

1.600

1.600

1.600

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op de onderzoeksopdrachten waar al een contract voor loopt.

Voor 2023 is 2% juridisch verplicht ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

Het percentage bestuurlijk gebonden verplichtingen betreft de volledige regelingen voor schadevergoedingen, de bijdage aan (inter)nationale organisaties, bijdrage aan kennisinstituten en subsidies.

Voor 2023 is 7% bestuurlijk gebonden ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

B. Toelichting op de financiële instrumenten

SubsidiesDefensie verleent subsidies aan instellingen die een toegevoegde (maatschappelijke) waarde hebben, en die defensiebeleid voor bijzondere doelgroepen uitvoeren, omdat zij hierin gespecialiseerd zijn (waaronder veteranen). De defensiesubsidies worden verleend met als doel instandhouding van de instellingen, zodat deze hun toegevoegde waarde kunnen blijven leveren. De subsidies zijn gecategoriseerd in subsidies voor veteranenzorg en subsidies voor cultureel erfgoed en tradities. Daarnaast worden subsidies verstrekt aan onderwijs en kennis- en technologieontwikkeling. Bijlage 7.4 geeft een overzicht van de subsidies weer.

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukkenDefensie draagt bij aan kennisopbouw en innovatie-ontwikkeling. Het Maritiem Research Instituut (MARIN), het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) en de Nederlandse organisatie voor Toegepast-Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) ontvangen een jaarlijkse bijdrage om hun defensie-specifieke kennisbasis in stand te houden. Vanuit de opgebouwde kennis laat Defensie zich adviseren en ondersteunen bij de beleidsvorming, verwerving en onderhoud van materieel, opleiding en training, bedrijfsvoering en operationeel optreden. Met de uitvoering van onderzoeksprogramma’s en -projecten krijgt de Strategie-, Kennis- en Innovatieagenda 2021–2025 invulling. De overige bijdragen aan begrotingshoofdstukken zijn de bijdragen aan het ministerie van Buitenlandse Zaken voor de instandhouding van de Adviesraad Internationale Vraagstukken en de Atlantische Commissie.

Bijdrage aan (inter)nationale organisatiesDefensie draagt jaarlijks met een contributie bij aan de NAVO-exploitatie. Hierin zijn opgenomen onder andere de AWACS-vliegtuigen, de NAVO-commandostructuur en diverse programma’s. Tot 2024 vervult Nederland de functie van Chairman of the Military Committee (CMC) te Brussel.

OpdrachtenIn de Defensienota is beschreven dat Defensie investeert in haar personeel: arbeidsvoorwaarden worden verbeterd en er komt een nieuw Human Resources (HR)-model. Voor de implementatie van het nieuwe HR-model en het nieuwe pensioencontract is ondersteuning benodigd. Het budget voor opdrachten betreft voornamelijk de jaarlijkse bestedingen aan derden voor de ondersteuning van beleid en rechtspositionele ondersteuning. Daarnaast zijn ook beleidsuitgaven voor het defensiebreed implementeren van energie- en milieuwetgeving (stikstof en omgevingswet) hier onderdeel van.

Bekostiging‘Bekostiging’ zijn bijdragen aan instellingen, zoals de Stichting Faciliteiten Centraal Georganiseerd Overleg Militairen en de ondersteuning van organisaties die deel uitmaken van de sector Defensie.

SchadevergoedingenDe schadevergoedingen (voorheen: Inkomensoverdrachten) zijn bestemd voor doelgroepen die schade ondervinden van defensiebeleid. Hieronder vallen de uitgaven voor de uitkeringsregeling voor chroom-6 slachtoffers: de Regeling Uitkering chroom-6 Defensie (zie Kamerstukken vergaderjaar 2017–2018, 34 775 X, nr. 126 en vergaderjaar 2020–2021, 35 570 X, nr. 92). Verder vallen hieronder de schade-uitkeringen Srebrenica (zie Kamerstuk vergaderjaar 2019-2020 35 450 X, nr. 2), uitgaven voor herstelprojecten in Hawija (zie Kamerstuk vergaderjaar 2020-2021, 27 925 nr. 766).

4.2 Artikel 10 Apparaat Kerndepartement

Algemene doelstelling

Inzet is de kerntaak van Defensie. De bestuursstaf geeft hier namens de minister sturing aan door het formuleren van het defensiebeleid, het aansturen van de uitvoering door de commandant der strijdkrachten, het toewijzen van middelen aan alle defensieonderdelen, het leveren van kwalitatief hoogwaardig inlichtingen- en veiligheidsinformatie, het toezicht houden op verschillende Defensie specifieke taken, het opstellen van kaders voor de defensiebrede bedrijfsvoering en het bijdragen aan militaire pensioenen en uitkeringen.

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 27 Budgettaire gevolgen artikel 10 Apparaat Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

1.537.856

1.625.478

1.592.168

1.608.527

1.597.049

1.593.329

1.588.125

        

Uitgaven

1.529.926

1.625.478

1.592.168

1.608.527

1.597.049

1.593.329

1.588.125

        

Personele uitgaven

1.506.690

1.580.977

1.530.326

1.554.060

1.545.088

1.544.668

1.542.015

- Eigen personeel

257.115

317.705

331.568

341.527

347.128

349.803

351.404

- Externe inhuur

10.205

11.296

1.500

1.900

1.900

  

- Overige personele exploitatie

12.990

17.681

18.928

19.163

19.421

19.574

19.616

- Uitkeringen (pensioenen en wachtgelden)

1.226.380

1.234.295

1.178.330

1.191.470

1.176.639

1.175.291

1.170.995

Materiële uitgaven

23.236

44.501

61.842

54.467

51.961

48.661

46.110

- Overige materiële exploitatie

23.236

44.501

61.842

54.467

51.961

48.661

46.110

        

Apparaatsontvangsten

34.397

8.412

7.462

7.462

7.462

7.462

7.462

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Bestuursstaf

De Bestuursstaf, bestaande uit het Directoraat-Generaal Beleid, de Hoofddirectie Financiën en Control, de Defensiestaf en de bijzondere organisatie eenheden, draagt zorg voor de sturing van, het beleid voor en het toezicht op Defensie. De Bestuursstaf adviseert en ondersteunt ook de bewindspersonen bij het besturen van de organisatie en het afleggen van verantwoording aan het parlement. De uitgaven die daarmee gemoeid zijn, zijn vooral salarissen voor burger- en militair personeel, persoonsgebonden uitgaven, externe inhuur en overige exploitatie. De bijzondere organisatie eenheden van de Bestuursstaf bestaan uit de Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht (IGK), Inspecteur-Generaal Veiligheid (IGV) die aan het hoofd staat van de Inspectie Veiligheid Defensie (IVD), de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA), de Inspectie Militaire Gezondheidszorg (IMG), de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID), Diensten Geestelijke Verzorging (DGV), het Militair Huis van de Koning (MHK) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD).

Personele uitgavenDe personele uitgaven bestaan uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, dienstreizen en overige persoonsgebonden uitgaven.

De post Uitkeringen betreft de militaire pensioenen, AOW-gat compensatie, Uitkering Gewezen Militairen en verstrekking van uitkeringen in het kader van de sociale zekerheid, waaronder het Sociaal Beleidskader en overige regelingen voor voormalig defensiepersoneel.

De komende jaren is budget beschikbaar voor het versterken van de toezichthouders veiligheid, integriteit en de luchtvaartautoriteit, voor de taskforce Host Nation Support (operationele logistiek), voor de ondersteuning van informatievoorziening en parlementaire processen, kennis en beleidsontwikkeling voor de omgevingswet, energie en duurzaamheid en capaciteit voor compliance en veiligheidsfuncties bij de MIVD.

Met de middelen uit de Defensienota wordt de komende jaren geïnvesteerd in vastgoed, duurzaamheid (in het bijzonder stikstof) en de omgeving. Doel is om een vastgoedportefeuille te realiseren die onze taakuitvoering optimaal ondersteunt, toekomstbestendig is, duurzaam is en die waar mogelijk nog meer met de samenleving en de regio verbonden is dan voorheen. Het uitgangspunt is dat de balans wordt hersteld tussen een gezonde toekomstbestendige vastgoedportefeuille en de beschikbare middelen voor investeringen en exploitatie. Defensie werkt aan een verkenning om te komen tot het concentreren, vernieuwen en verduurzamen van het defensievastgoed. In het kader van duurzaamheid worden de Verduurzaamroute Vastgoed en de roadmap Energietransitie gebruikt voor het aanjagen van innovatie. Verder draagt de verduurzaming bij aan de reductie van CO2 en stikstof. Tevens zal de komende jaren aandacht worden besteed aan het programma Defensie Open Op Orde om binnen vijf jaar te voldoen aan vigerende wet- en regelgeving. Tot slot bereidt Defensie zich verder voor op de omgevingswet in de rol van zowel aanvrager als verlener van vergunningen.

Militaire Inlichtingen- en VeiligheidsdienstAls grootste eenheid ressorterend onder de Bestuursstaf, is de MIVD belast met de ondersteuning van Defensie op het gebied van het leveren van kwalitatief hoogwaardige inlichtingen- en veiligheidsinformatie. Daarmee levert de MIVD een onmisbare bijdrage aan de opbouw, de gereedstelling en de inzet van de krijgsmacht en de informatiepositie van Nederland. In de Defensienota is beschreven dat het slagveld digitaliseert en dat het toegenomen aanbod van informatiebronnen nieuwe mogelijkheden opent, maar ook risico’s kent. De uitgaven die binnen dit artikel gemoeid zijn omvatten vooral salarissen voor burger- en militair personeel, persoonsgebonden uitgaven en overige niet gecentraliseerde exploitatie-uitgaven.

OverigOm de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden (budgettair vallend onder het kerndepartement, aansturing door CDS) gereed gesteld.

Tabel 28 Capaciteiten CDS

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

NLD SPECIAL OPERATIONS COMMAND AND CONTROL

Opschaalbare expeditionaire stafcapaciteit

Aansturen en coördineren van niet-geplande nationale en/of internationale speciale operaties met een korte reactietijd.

 

Composite Special Operations Component Command

Het Nederlandse deel, in een gezamenlijk hoofdkwartier met Belgie en Denemarken, coordineert de Speciale Operaties en inzet van speciale eenheden.

DEFENSIE CYBER COMMANDO (DCC)

Cyber Strategisch Element

Levert cybereffecten die bijdragen aan de bescherming van Nederland en de Nederlandse belangen in de wereld.

 

Cyber Operational Planning & Liaison(COPL) Element

Levert functionarissen voor een (internationaal) hoofdkwartier.

 

OPCO Cyber ondersteuningsteams

Levert teams ter ondersteuning van operaties.

C. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten

Tabel 29 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen en zbo's/rwt's (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

6.390.547

7.203.250

7.290.027

7.356.064

7.391.752

7.415.348

7.422.503

        

Apparaat Kerndepartement

1.529.926

1.625.478

1.592.168

1.608.527

1.597.049

1.593.329

1.588.125

        

Uitvoeringsorganisaties

4.860.621

5.577.772

5.697.859

5.747.537

5.794.703

5.822.019

5.834.378

        

Koninklijke Marine

782.303

908.585

948.855

958.203

968.393

975.353

978.717

Koninklijke Landmacht

1.316.611

1.576.504

1.605.530

1.618.058

1.633.986

1.637.397

1.642.559

Koninklijke Luchtmacht

681.912

743.222

756.047

755.145

734.660

737.473

737.444

Koninklijke Marechaussee

497.328

598.001

608.674

612.408

615.488

620.929

618.735

Defensie Materieel Organisatie

454.883

529.648

523.569

541.528

547.603

538.083

542.827

Defensie Ondersteuningscommando

1.127.584

1.221.812

1.255.184

1.262.195

1.294.573

1.312.784

1.314.096

        

Totaal apparaatsuitgaven

6.390.547

7.203.250

7.290.027

7.356.064

7.391.752

7.415.348

7.422.503

4.3 Artikel 11 Geheim

AlgemeenHet niet-beleidsartikel Geheim op basis van artikel 2.8 van de Comptabili-teitswet 2016 kent geen artikelonderdelen. Dit niet-beleidsartikel is bestemd voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten waarvoor geldt dat openbaarmaking via toedeling aan een expliciet beleidsartikel niet in het belang van de Staat is.

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 30 Budgettaire gevolgen artikel 11 Geheim (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

14.724

15.636

15.685

15.685

15.685

15.685

15.685

Uitgaven

14.724

15.636

15.685

15.685

15.685

15.685

15.685

B. Toelichting op de financiële instrumenten

De geheime uitgaven worden jaarlijks toegelicht aan het college van de Algemene Rekenkamer en het bevat tevens het budget voor MIVD gerelateerde uitgaven ten behoeve van internationale inzet (BIV).

4.4 Artikel 12 Nog onverdeeld

AlgemeenHet niet-beleidsartikel Nog onverdeeld bestaat uit verplichtingen, uitgaven en ontvangsten. Uitgaven worden onderverdeeld naar loonbijstelling, prijsbijstelling, nog onverdeeld en een eventuele taakstelling (negatief bedrag).

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 31 Budgettaire gevolgen artikel12 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

0

44.371

351.055

411.599

444.880

510.929

561.835

        

Uitgaven

0

38.111

361.055

420.599

444.880

510.929

561.835

        

Loonbijstelling

       

Prijsbijstelling

       

Nog onverdeeld

0

38.111

361.055

420.599

444.880

510.929

561.835

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Artikel 12 is een begrotingstechnisch artikel van waaruit diverse doorverdelingen plaatsvinden naar andere artikelen van de defensiebegroting. Op dit moment zijn nog niet alle middelen uit het arbeidsvoorwaardenakkoord doorverdeeld aan de defensieonderdelen, omdat een aantal afspraken uit dit akkoord verder uitgewerkt moet worden. Daarnaast resteert nog budget dat voortkomt uit de middelen die met het coalitieakkoord en/of de Voorjaarsnota 2022 zijn toegevoegd aan de defensiebegroting. Dit budget wordt eveneens nog nader verdeeld binnen de defensiebegroting.

4.5 Artikel 13 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds

A. Algemene doelstelling

Op dit artikel worden de bijdragen vanuit de reguliere begroting aan het Defensiematerieelbegrotingsfonds verantwoord.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Mutaties die op het Defensiematerieelbegrotingsfonds worden verantwoord zijn terug te vinden in de verschillende beleidsartikelen van de begroting Hoofdstuk X.

C. Beleidswijzigingen

Voor de beleidswijzigingen wordt verwezen naar de betreffende beleidsar-tikelen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 32 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

5.040.806

4.724.060

6.521.608

9.115.154

9.135.995

9.215.983

8.907.040

        

Uitgaven

5.040.806

4.724.060

6.521.608

9.115.154

9.135.995

9.215.983

8.907.040

        

Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds

5.040.806

4.724.060

6.521.608

9.115.154

9.135.995

9.215.983

8.907.040

Budgetflexibiliteit

De mate van budgetflexibiliteit is terug te vinden bij de afzonderlijke artikelen van het Defensiematerieelbegrotingsfonds.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Het betreft hier de bijdrage vanuit de begroting Hoofdstuk X Defensie aan hoofdstuk K Defensiematerieelbegrotingsfonds ten behoeve van uitgaven die op het fonds worden verantwoord.

5. Begroting agentschappen

5.1 Paresto

Algemeen Het baten-lastenagentschap Paresto maakt deel uit van het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO). Paresto is een professionele interne cateringorganisatie die in opdracht van Defensie een pakket aan cateringondersteuning levert aan haar gehele organisatie en aan (NAVO)-bondgenoten op Nederlands grondgebied. Dit gebeurt met een sterke focus op kwaliteit én met de wensen van gasten en opdrachtgevers als uitgangspunt.

Begroting van baten en lasten

Tabel 33 Begroting van baten-lastenagentschap voor het jaar 2022 (bedragen x € 1.000)1
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

 

Stand Slotwet t-2

Vastgestelde begroting

t

t+1

t+2

t+3

t+4

Baten

       

- Omzet

65.520

75.915

80.804

80.659

80.944

80.996

80.996

waarvan omzet moederdepartement

51.120

57.220

60.603

60.469

60.697

60.742

60.742

waarvan omzet overige departementen

1.796

495

495

495

495

495

495

waarvan omzet derden

12.604

18.200

19.706

19.695

19.752

19.759

19.759

Rentebaten

Vrijval voorzieningen

Bijzondere baten

950

 

Totaal baten

66.470

75.915

80.804

80.659

80.944

80.996

80.996

        

Lasten

       

Apparaatskosten

- Personele kosten

42.024

49.763

54.066

53.919

54.005

53.942

53.856

waarvan eigen personeel

39.367

42.269

47.905

48.105

48.531

48.821

49.098

waarvan inhuur externen

2.213

6.775

5.454

5.100

4.753

4.395

4.028

waarvan overige personele kosten

444

719

707

714

721

726

730

- Materiële kosten

19.920

26.069

26.468

26.521

26.723

26.854

26.959

waarvan apparaat ICT

218

waarvan bijdrage aan SSO's

waarvan overige materiële kosten

244

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

Rentelasten

Afschrijvingskosten

95

82

270

219

216

200

181

- Materieel

95

82

270

219

216

200

181

waarvan apparaat ICT

3

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

95

79

270

219

216

200

181

- Immaterieel

Overige lasten

1.375

waarvan dotaties voorzieningen

1.355

waarvan bijzondere lasten

20

Totaal lasten

63.414

75.915

80.804

80.659

80.944

80.996

80.996

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

3.056

Agentschapsdeel Vpb-lasten

Saldo van baten en lasten

3.056

X Noot
1

In de ontwerpbegroting is geen rekening gehouden met de meerbehoeften uit de (concept) dienstverleningsovereenkomst tussen Defensie en Paresto over 2022 en 2023. De meerbehoeften dient geformaliseerd te worden bij de offerte, waarna deze middels de aanneemsom in rekening wordt gebracht.

Toelichting bij begroting baten en lasten

Baten

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement bestaat uit de aanneemsom en grotendeels de opbrengst die Paresto in rekening brengt voor onder meer banqueting- en maatwerkactiviteiten. De aanneemsom bestaat uit de aan de opdrachtgever in rekening gebrachte bedragen om conform de opgestelde afspraken ondersteuning te leveren op de locaties. De definitieve aanneemsom wordt naar verwachting vastgesteld tijdens het bestuurlijk overleg in september op basis van de overeenkomst tussen Paresto en opdrachtgever DOSCO. De toename van de omzet moederdepartement ten opzichte van de realisatie 2021 is met name te verklaren door COVID-19 effecten in 2021, prijsbijstellingen en de effecten van de nieuwe arbeidsvoorwaarden 2021 en 2022.

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen betreft de opbrengst die Paresto in rekening brengt voor onder meer de lakeien van de Dienst Koninklijk Huis, maar ook opdrachten voor andere rijksdiensten zoals politie en justitie. De daling van de omzet overige departementen heeft te maken met het wegvallen van de in 2021 en in mindere mate 2022 gerealiseerde omzet voor het Centaal Orgaan opvang asielzoekers (COA).

Omzet derden

De omzet derden betreft met name de opbrengst van hetgeen Paresto in haar bedrijfsrestaurants in rekening brengt bij zowel de eigen defensiemedewerkers als eventuele andere gasten. De stijging ten opzichte van 2021 is te verklaren door negatieve COVID-19 effecten in 2021 en hogere materiële kosten.

Bijzondere baten

De bijzondere baten voor 2021 betreffen hoofdzakelijk ontvangen producentenbonussen die zijn gebaseerd op een vastgestelde minimale afname van bepaalde producten. Vanwege de onzekerheid over deze bonussen zijn deze niet begroot voor de komende jaren.

Lasten

Personele kosten

Vanwege een toename van het gebruik van de Regeling Partiële Arbeidsparticipatie Senioren (PAS-regeling) en de groei van Defensie neemt de personele bezetting in 2023 toe tot 756 vte’n. Dit verklaart tevens de stijging in personele kosten. Waar nodig doet Paresto een beroep op externe inhuur. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het vervangen van zieke collega’s, piekdrukte of noodzakelijke inzet tijdens (grote) evenementen. Gezien de ontwikkelingen op de flexibele arbeidsmarkt, de veranderingen in flexwetgeving en het verwachte herstel van de uitzendmarkt in het post COVID-19 tijdperk, zoekt Paresto steeds meer naar mogelijkheden om eigen personeel in te zetten.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan voor 95 procent uit kosten van de ingrediënten voor maaltijden en consumpties. De overige materiële kosten bestaan voornamelijk uit exploitatiekosten van de Bedrijfsvoering & Ondersteuning i.o. en de locaties. In 2022 vindt de aanbesteding voor het nieuwe contract ten behoeve van levensmiddelen en ingrediënten plaats. De financiële gevolgen hiervan zijn nog niet bekend. Het nieuwe contract start in 2023.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten hebben betrekking op de initiële aanschaf van kleding voor medewerkers, de aanschaf van soepuitgiftepunten, de verwachte aanschaf van digitale borden en vervanging van klein materieel.

Kasstroomoverzicht

Tabel 34 Kasstroomoverzicht over het jaar 2022 (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

 

Stand slotwet t-2

Vastgestelde begroting

t

t+1

t+2

t+3

t+4

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

12.775

6.813

6.813

6.813

6.813

6.813

6.813

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

67.773

75.915

80.804

80.659

80.944

80.996

80.996

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

‒ 66.618

‒ 75.915

‒ 80.804

‒ 80.659

‒ 80.944

‒ 80.996

‒ 80.996

Totaal operationele kasstroom

1.155

-/- totaal investeringen

‒ 106

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

Totaal investeringskasstroom

‒ 106

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

‒ 1.131

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

-/- aflossingen op leningen

+/+ beroep op leenfaciliteit

Totaal financieringskasstroom

‒ 1.130

Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4)

12.694

6.813

6.813

6.813

6.813

6.813

6.813

Toelichting bij het kasstroomoverzicht

In het overzicht van de kasstromen staat de meerjarige verwachting van de omvang centraal, alsmede de besteding van de beschikbare investeringsruimte en de liquiditeitsverwachting.

Niet zichtbaar in het overzicht is de in 2022 gedane eenmalige uitkering aan het moederdepartement van € 2,5 miljoen in het kader van de verplichte afroming van het Eigen Vermogen boven de gestelde limiet. Deze afroming heeft inmiddels plaatsgevonden, maar had nog niet plaatsgevonden ten tijde van het opleveren van de vastgestelde begroting 2022. Voor 2021 is de vergelijkbare transactie (€1,13 miljoen) wel opgenomen daar het hier de stand Slotwet t-2 betreft.

Doelmatigheidsparagraaf

Onderstaande tabel is onderverdeeld in een generiek deel en een specifiek deel. Deze indeling vloeit voort uit de aard van de ondersteuning door Paresto en de sturing op de bruto marge van de locaties. De hiermee samenhangende indicatoren zijn daarom als specifiek benoemd. Ondergenoemde indicatoren worden beschouwd naar aanleiding van de gewijzigde governance.

Tabel 35 Overzicht doelmatigheidsindicatoren
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

 

Stand slotwet t-2

Vastgestelde begroting t-1

t

t+1

t+2

t+3

t+4

Omschrijving Generiek Deel

       

Totaal omzet verkopen (x € 1.000)

34.122

43.523

43.799

43.838

43.975

44.027

44.027

Vte'n totaal

742

833

830

833

835

835

835

- waarvan in eigen dienst

710

753

756

763

770

775

780

- waarvan inhuur

32

80

74

70

65

60

55

Saldo van baten en lasten (%)

4,6%

0%

0%

0%

0%

0%

0%

        

Omschrijving Specifiek Deel

       

Aantal locaties

76

77

76

76

76

76

76

Productiviteit per medewerker (omzet per Vte)

45.987

52.218

52.833

52.690

52.665

52.663

52.727

% Ziekteverzuim

7,8%

8,0%

8,0%

8,0%

8,0%

8,0%

8,0%

% Bruto marge locaties

43,0%

41,0%

41,9%

41,8%

41,5%

41,3%

41,0%

Toelichting

Het overgrote deel van de kosten van Paresto bestaat uit personele en ingrediëntkosten. De doelmatigheid van Paresto komt onder andere tot uitdrukking in een zo doelmatig mogelijke inzet van deze middelen. Twee belangrijke graadmeters daarvoor zijn de productiviteit per vte (omzet exclusief aanneemsom / aantal vte) en het percentage bruto marge (totale omzet exclusief aanneemsom verminderd met inkoopkosten ten opzichte van de totale omzet exclusief aanneemsom). Vanwege een toename van het gebruik van PAS (als gevolg van een steeds ouder wordende organisatie) en de groei van defensie neemt het volume aan eigen personeel iets toe ten opzichte van begroting 2022. Daarnaast is de verwachting dat er meer eigen personeel wordt aangetrokken, waardoor minder inhuur nodig is.

6. Departement specifieke informatie

In dit hoofdstuk bieden wij u inzicht in:

  • Militaire pensioenen en uitkeringen;

  • Verdeling van de apparaatsuitgaven;

  • Overzicht formatie defensiepersoneel.

6.1 Militaire pensioenen en uitkeringen

Militaire pensioenen en uitkeringen

In onderstaande grafiek is te zien wat de relatieve verdeling is van de militaire pensioenen en uitkeringen ten opzichte van de absolute begroting:

Figuur 7 Relatieve verdeling pensioenen en uitkeringen

De pensioenen en uitkeringen zijn als volgt verdeeld:

Figuur 8 Verdeling pensioenen en uitkeringen

6.2 Verdeling van de apparaatsuitgaven

Verdeling van de apparaatsuitgaven

De apparaatsuitgaven van Defensie zijn als volgt verdeeld over de beleids- en niet beleidsartikelen:

Tabel 36 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten Ministerie van Defensie (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

6.390.547

7.203.250

7.290.027

7.356.064

7.391.752

7.415.348

7.422.503

        

Apparaat Kerndepartement

1.529.926

1.625.478

1.592.168

1.608.527

1.597.049

1.593.329

1.588.125

        

Uitvoeringsorganisaties

4.860.621

5.577.772

5.697.859

5.747.537

5.794.703

5.822.019

5.834.378

        

Koninklijke Marine

782.303

908.585

948.855

958.203

968.393

975.353

978.717

Koninklijke Landmacht

1.316.611

1.576.504

1.605.530

1.618.058

1.633.986

1.637.397

1.642.559

Koninklijke Luchtmacht

681.912

743.222

756.047

755.145

734.660

737.473

737.444

Koninklijke Marechaussee

497.328

598.001

608.674

612.408

615.488

620.929

618.735

Defensie Materieel Organisatie

454.883

529.648

523.569

541.528

547.603

538.083

542.827

Defensie Ondersteuningscommando

1.127.584

1.221.812

1.255.184

1.262.195

1.294.573

1.312.784

1.314.096

        

Totaal apparaatsuitgaven

6.390.547

7.203.250

7.290.027

7.356.064

7.391.752

7.415.348

7.422.503

Grafische weergave van de verhouding apparaatsuitgaven (personele en materiële uitgaven) ten opzichte van overige financiële instrumenten (programma).

Figuur 9 Verhouding apparaatsuitgaven ten opzichte van overige financiële instrumenten

6.3 Overzicht formatie defensiepersoneel

Zoals toegezegd in Kamerstuk 32 733, nr. 37 zijn hieronder de tabellen opgenomen waarin defensiebreed de aantallen per rang of schaal worden vermeld.

Tabel 37 Overzicht formatie defensiepersoneel
 

Personeel 1 juli 2022

Formatie 2023

Formatie 2027

Burgerpersoneel

   

Schaal 16 t/m 18

37

31

30

schaal 15

52

42

42

schaal 14

169

124

119

schaal 13

511

471

459

schaal 12

1.412

1.379

1.332

schaal 11

2.115

1.884

1.816

schaal 10

2.167

2.301

2.248

schaal 9

1.378

1.301

1.272

schaal 8

1.326

1.217

1.204

schaal 7

1.557

1.446

1.433

schaal 6

1.580

1.436

1.394

schaal 5

1.967

2.034

1.947

schaal 1 t/m 4

2.701

3.065

2.939

Totaal burgerpersoneel

16.973

16.731

16.235

    

Militair personeel

   

GEN

88

77

75

KOL

353

367

362

LKOL

1.525

1.540

1.526

MAJ

2.464

2.656

2.636

KAP

2.581

3.305

3.297

LNT

2.113

2.620

2.605

AOO

3.000

3.246

3.220

SM

4.520

5.271

5.229

SGT (1)

8.257

10.994

10.893

SLD/KPL

10.073

13.877

13.917

Totaal op functie

34.974

43.953

43.760

Initiële opleidingen (NBOF)

4.336

4.149

4.139

Totaal militair personeel (inclusief NBOF)

39.310

48.102

47.899

    

Totaal burger en militair personeel

51.947

60.684

59.995

Totaal burger en militair personeel (inclusief NBOF)

56.283

64.833

64.134

7. Bijlagen

7 7.1 Bijlage Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak

Tabel 38 Overzicht Rechtspersonen met een Wettelijke Taak en Zelfstandige Bestuursorganen Ministerie van Defensie

Naam organisatie

ZBO/RWT

Begrotingsartikel

Begrotingsramingen

Uitgevoerde evaluatie ZBO onder Kaderwet

Volgende evaluatie ZBO

Stichting Nederlands Veteraneninstituut (NLVi)

RWT

Niet beleidsartikel 9: Algemeen

€ 22.3 miljoen

  

Stichting Koninklijke Defensiemusea (SKD)

RWT

Niet beleidsartikel 9: Algemeen

€ 18,2 miljoen

  

Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek (SWOON)

RWT

Beleidsartikel 8: Defensie Ondersteuningscommando

€ 17,8 miljoen

  

Defensie heeft geen begrotingsraming voor Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak vallend onder andere ministeries.

7.2 Bijlage verdiepingshoofdstuk

In het verdiepingshoofdstuk worden de belangrijkste mutaties ten opzichte van de begroting 2022 kort toegelicht.

Toelichting op de mutaties

  • 1. Interdepartementale overboekingen

Vanuit diverse ministeries is budget naar Defensie overgeheveld voor het uitvoeren van activiteiten en vice versa. Per saldo stijgt de begroting van Defensie met € 21,7 miljoen voor 2023. Een volledig overzicht van de interdepartementale budgetoverhevelingen sinds de 1e suppletoire begroting 2022 is hieronder toegevoegd.

Tabel 39 Overzicht interdepartementale overboekingen (bedragen x € 1.000)

No.

Omschrijving

beleidsartikel

2022

2023

2024

2025

2026

2027

1.a

Bijdrage aan BZK voor ct info box

5

‒ 25

     

1.b

Bijdrage aan BZK voor specifieke apparatuur

12

‒ 194

     

1.c

Bijdrage aan BZK uitbreiding opslagcapaciteit

12

‒ 2750

     

1.d

Bijdrage aan BZK voor C-platform

10

‒ 82

     

1.e

Bijdrage aan BZK voor ibcs keten en sh jscu

10

‒ 1391

     

1.f

Bijdrage aan BZK voor inzet fiscalist

10

‒ 290

     

1.g

Bijdrage aan BZK voor project denk duurzaam

9

‒ 183

     

1.h

Bijdrage aan BZK voor uitvoeringskosten BKR

10

‒ 50

     

1.i

Bijdrage aan BZK voor verrekening bedrijfsvoeringskosten AIVD

10

‒ 5000

     

1.j

Bijdrage aan EZK Behavioural Insights Netwerk

10

‒ 23

‒ 23

‒ 23

   

1.k

Bijdrage door J&V voor MIT 2022 defensie

5, 8

531

499

499

499

499

499

1.l

Bijdrage IenW geluidsaanpak Schiphol

4

112

47

    

1.m

Bijdrage J&V aan project Eurostar trein

5

1.929

4.130

4.130

4.130

4.130

4.130

1.n

Bijdrage kosten aan BZK voor HRM inkoopdomein 2022 ‒ 2025

10

‒ 256

‒ 201

‒ 201

‒ 201

  

1.o

Bijdrage Service Team Rijk 2022

9

‒ 263

     

1,p

Bijdrage van J&V inzake aanpak ondermijning KMar

5

1.640

4.912

7.033

7.541

7.541

7.541

1.q

Bijdrage van J&V voor implementatie en structurele kosten grenzen

5

1.000

2.000

2.380

3.986

10.194

16.214

1.r

Bijdrage van J&V voor KMar innovatiewet strafvordering

5

7

4

    

1.s

Bijdrage van J&V voor KMar mainport aanpak ondermijning

5

150

270

270

270

  

1.t

Bijdrage van J&V voor KMar maritieme hub Bonaire

12

225

     

1.u

Bijdrage van J&V voor KMar multidisciplinaire aanpak criminaliteit

5

430

570

570

570

570

570

1.v

Bijdrage van J&V voor KMar ketenvoorziening

5

200

     

1.w

Bijdrage van J&V voor KMar pilot buddy netwerk luchthaven

5

100

300

500

300

  

1.x

Bijdrage van J&V voor KMar toekenning ondermijning internationale aanpak

5

551

735

735

735

735

735

1.y

Bijdrage van J&V voor KMar training digitale wachtmeesters

5

200

400

600

400

  

1.z

Bijdrage J&V voor conservatoire afname celmateriaal

5

22

125

50

   

1.aa

Bijdrage J&V voor versteviging van het grensbewakingssysteem Eurosur

5

679

1.497

1.375

1.375

1.375

1.375

1.ab

Piekbelasting rijksoverheid.nl

10

‒ 50

     

1.ac

Additioneel budget informatiehuishouding 2023

10

 

5.225

    

1.ad

Bijdrage J&V aan inlichtingendiensten: vitaal MIVD

10

 

190

2.380

2.380

2.380

2.860

1.ae

Bijdrage van J&V voor KMar uitbreiding PI-NL

5

 

571

571

571

571

571

1.af

Werken aan Uitvoering (WaU)

10

 

460

460

460

460

460

 

Totaal

 

‒ 2.781

21.711

21.329

23.016

28.455

34.955

  • 2. Overige mutaties

    De financiële instrumenten, zoals gereedstelling, personele en materiële uitgaven zijn bijgesteld. Dit o.a. naar aanleiding van het herschikken van activiteiten tussen de defensieonderdelen met de daarbij behorende financiële middelen.

Tabel 40 Artikel 1 Inzet (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

190.426

192.592

194.761

195.724

195.964

197.463

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

124.235

‒ 58

‒ 58

‒ 58

‒ 58

‒ 23

Stand 1e suppletoire begroting 2022

314.661

192.534

194.703

195.666

195.906

197.440

Nieuwe mutaties

‒ 15.470

40.391

44.635

247.921

278.126

22.222

Ontvangsten EPF (t.b.v. Oekraïne)

    

40.000

 

Overheveling budgetreeks Very Joint Task Force vanaf 2023 (VJTF)

 

10.000

10.000

10.000

10.000

10.000

Kasschuif Oekraïne

‒ 31.140

0

0

0

31.140

0

Misgelopen verkoopopbrengsten

‒ 5.154

0

0

0

0

0

Uitgaven t.b.v. Oekraïne

0

14.202

21.157

60.500

173.720

0

Compensatie mislopen van de verkoopopbrengsten

29

0

0

0

2.062

0

AV VVHO

12.222

12.222

12.222

12.222

12.222

12.222

Uitgaven t.b.v. Oekraïne

2.500

51

0

23.839

1.044

0

Uitgaven t.b.v. Oekraïne

6.073

3.916

1.256

141.360

7.938

 

Stand ontwerpbegroting 2023

299.191

232.925

239.338

443.587

474.032

219.662

Tabel 41 Artikel 2 Koninklijke Marine (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

844.737

865.798

867.264

863.422

866.400

866.939

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

26.097

42.279

45.990

53.846

54.419

56.994

Stand 1e suppletoire begroting 2022

870.834

908.077

913.254

917.268

920.819

923.933

Nieuwe mutaties

97.959

109.284

113.721

119.963

123.342

123.586

Bijstelling budget vanwege doorbelasting uitgaven Evertsen naar BIV

97

0

0

0

0

0

Financiering torpedo firing exercise

‒ 738

0

0

0

0

0

Herschikking budget DOKM naar CSS

0

‒ 46

‒ 46

‒ 26

‒ 59

‒ 59

Bijdrage voor ETV zuid en noord t.b.v. windenergie op zee

11.772

0

0

0

0

0

Budgettoewijzing conform jaarplan kustwacht CARIB

‒ 6.374

0

0

0

0

0

Herschikking budget agenda voor de veiligheid

‒ 169

‒ 169

0

0

0

0

Covid werkgelegenheidsgelden 2022

529

0

0

0

0

0

Herschikking budget doorontwikkeling krijgsmacht (DOKM)

0

   

3.100

3.100

2M Een goede en aantrekkelijke werkgever dekkingsgraad

0

0

5.281

10.561

10.561

10.561

Herschikking lpo voor Breed Offensief Tegen Ondermijnende Criminaliteit

‒ 78

22

22

22

22

22

Herschikking budget agenda voor de veiligheid

169

169

0

0

0

0

2M Een goede en aantrekkelijke werkgever dekkingsgraad

0

0

220

440

440

440

Budgettoewijzing conform jaarplan kustwacht CARIB

‒ 620

0

0

0

0

0

Herschikking lpo voor Breed Offensief Tegen Ondermijnende Criminaliteit

72

85

85

85

85

85

2M een goede en aantrekkelijke werkgever zka budget opco's

0

0

1.500

1.500

1.500

1.500

Herschikking lpo voor Breed Offensief Tegen Ondermijnende Criminaliteit

‒ 91

‒ 107

‒ 107

‒ 107

‒ 107

‒ 107

Budgettoewijzing conform jaarplan kustwacht CARIB

‒ 3.131

0

0

0

0

0

AV Dagelijks reizen en niet-dagelijks reizen

2.789

5.578

5.578

5.578

5.578

5.578

AV Thuiswerkvergoeding militairen

172

344

344

344

344

344

AV Thuiswerkvergoeding burgers

45

90

90

90

90

90

AV Systematiek TOD

0

433

433

433

433

433

AV Salarisverhoging 2021 1,7% militair personeel

19.649

9.894

9.911

9.951

9.960

9.960

AV Salarisverhoging 2021 1,7% burgerpersoneel

4.965

2.483

2.483

2.483

2.483

2.483

AV Aanvullend geboorteverlof naar 100%

77

230

230

230

230

230

AV Burger loongebouw

0

2.398

2.398

2.398

2.398

2.398

AV Inkomenstoelage burgers +25 euro

 

931

931

931

931

931

AV Eenmalige uitkering 1750 bruto militair personeel

15.220

2.342

0

0

0

0

AV Eenmalige uitkering 1750 bruto burgerpersoneel

5.364

901

0

0

0

0

AV Loongebouw militairen

0

56.125

56.125

56.125

56.125

56.125

AV Loonsuppletie reservist

277

277

277

277

277

277

AV Meerdaagse activiteiten

5.096

5.211

5.211

5.211

5.211

5.211

AV Overbruggingstoelage loongebouw militairen

20.068

0

0

0

0

0

AV Overgangsbeleid loongebouw militairen

0

296

835

1.296

1.645

1.872

AV Salarisverhoging 2022 2,95% militair personeel

17.482

17.602

17.700

17.744

17.760

17.777

AV Salarisverhoging 2022 2,95% burgerpersoneel

4.532

4.538

4.550

4.550

4.550

4.550

2M Diversiteit & inclusiviteit

 

0

104

104

104

104

Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs werken

‒ 420

‒ 405

‒ 496

‒ 319

‒ 319

‒ 319

Toekennen budget very joint task force 2022 (VJTF)

1.205

     

AV opleidingsbudget bij overgang aanstelling

 

62

62

62

  

Stand ontwerpbegroting 2023

968.793

1.017.361

1.026.975

1.037.231

1.044.161

1.047.519

Tabel 42 Artikel 3 Koninklijke Landmacht (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

1.439.238

1.447.964

1.446.690

1.449.150

1.448.209

1.451.114

Mutaties n.a.v. Nota van Wijzing

8.400

     

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

35.035

41.739

48.216

52.012

55.399

56.833

Stand 1e suppletoire begroting 2022

1.482.673

1.489.703

1.494.906

1.501.162

1.503.608

1.507.947

Nieuwe mutaties

173.337

206.784

213.507

224.086

225.047

225.869

2M Diversiteit & inclusiviteit

  

104

104

104

104

2M Een goede en aantrekkelijke werkgever dekkingsgraad

  

9.288

18.576

18.576

18.576

2M Een goede en aantrekkelijke werkgever ZKA budget operationele commando's

  

1.800

1.800

1.800

1.800

Herschikking budget als gevolg reorganisatie functieplaatsen

 

225

225

225

225

225

AV Aanvullend geboorteverlof naar 100%

133

399

399

399

399

399

AV Burger loongebouw

 

2.347

2.347

2.347

2.347

2.347

AV Eenmalige uitkering 1750 bruto burgerpersoneel

6.256

1.050

    

AV Eenmalige uitkering 1750 bruto militair personeel

32.659

5.009

    

AV Inkomenstoelage burgers +25 euro

 

831

831

831

831

831

AV Loongebouw militairen

 

114.781

114.781

114.781

114.781

114.781

AV Loonsuppletie reservist

969

969

969

969

969

969

AV Meerdaagse activiteiten

6.400

6.400

6.400

6.400

6.400

6.400

AV Opleidingsbudget bij overgang aanstelling

 

55

55

55

  

AV Overbruggingstoelage loongebouw militairen

42.838

     

AV Overgangsbeleid loongebouw militairen

 

741

2.121

3.303

4.278

5.030

AV Salarisverhoging 2021 1,7% burgerpersoneel

4.517

2.251

2.251

2.251

2.247

2.247

AV Salarisverhoging 2021 1,7% militair personeel

37.738

19.347

19.344

19.380

19.399

19.399

AV Salarisverhoging 2022 2,95% burgerpersoneel

4.049

4.061

4.060

4.060

4.052

4.052

AV Salarisverhoging 2022 2,95% militair personeel

34.133

34.316

34.283

34.357

34.391

34.426

AV Systematiek TOD

 

447

447

447

447

447

AV Thuiswerkvergoeding burgers

114

228

228

228

228

228

AV Thuiswerkvergoeding militairen

490

979

979

979

979

979

AV Dagelijks reizen en niet-dagelijks reizen

6.232

12.465

12.465

12.465

12.465

12.465

Herschikking budget BOTOC

‒ 1.464

     

Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs werken

‒ 906

‒ 296

‒ 49

‒ 50

‒ 50

‒ 15

Herschikking tussen de financiële instrumenten van de Landmacht

0

     

Overdracht infrabudget inzake vastgoedaanpassingen en COVO

‒ 1.000

     

Uitbreiding functies invoering ontvangstenbureau

179

179

179

179

179

179

Stand ontwerpbegroting 2023

1.656.010

1.696.487

1.708.413

1.725.248

1.728.655

1.733.816

Tabel 43 Artikel 4 Koninklijke Luchtmacht (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

680.941

676.287

667.425

639.158

638.847

636.987

Mutaties n.a.v. Nota van Wijzing

640

     

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

18.540

34.096

38.947

42.887

45.528

47.829

Stand 1e suppletoire begroting 2022

700.121

710.383

706.372

682.045

684.375

684.816

Nieuwe mutaties

68.489

68.504

71.702

75.583

76.025

76.395

2M Een goede en aantrekkelijke werkgever dekkingsgraad

0

0

4.070

8.140

8.140

8.140

Covid werkgelegenheidsgelden 2022

193

0

0

0

0

0

Onderbrenging tech support op Fort Hood onder instandhouding

0

‒ 12.900

‒ 12.900

‒ 12.900

‒ 12.900

‒ 12.900

Herschikking budget exploitatie naar instandhouding infra

‒ 1.036

0

0

0

0

0

Luchtmacht bestellingen van assortimenten belegd in het DMF

‒ 250

‒ 250

‒ 250

‒ 250

‒ 250

‒ 250

2M Een goede en aantrekkelijke werkgever zka budget opco's

0

0

850

850

850

850

Bijdrage van IenW geluidsaanpak schiphol

112

47

    

AV Aanvullend geboorteverlof naar 100%

56

169

169

169

169

169

AV Burger loongebouw

 

889

889

889

889

889

AV Eenmalige uitkering 1750 bruto burgerpersoneel

2.094

351

    

AV Eenmalige uitkering 1750 bruto militair personeel

13.124

2.023

    

AV Inkomenstoelage burgers +25 euro

 

261

261

261

261

261

AV Loongebouw militairen

 

42.065

42.065

42.065

42.065

42.065

AV Loonsuppletie reservist

179

179

179

179

179

179

AV Meerdaagse activiteiten

1.097

1.097

1.097

1.097

1.097

1.097

AV Opleidingsbudget bij overgang aanstelling

 

17

17

17

  

AV Overbruggingstoelage loongebouw militairen

16.239

     

AV Overgangsbeleid loongebouw militairen

 

333

973

1.522

1.956

2.312

AV Salarisverhoging 2021 1,7% burgerpersoneel

1.389

743

743

743

743

743

AV Salarisverhoging 2021 1,7% militair personeel

16.557

8.343

8.350

8.359

8.368

8.368

AV Salarisverhoging 2022 2,95% burgerpersoneel

1.272

1.331

1.327

1.128

1.128

1.128

AV Salarisverhoging 2022 2,95% militair personeel

14.854

14.902

14.854

14.306

14.322

14.336

AV Systematiek TOD

 

3.687

3.687

3.687

3.687

3.687

AV Thuiswerkvergoeding burgers

32

63

63

63

63

63

AV Thuiswerkvergoeding militairen

206

411

411

411

411

411

AV Dagelijks reizen en niet-dagelijks reizen

2.371

4.743

4.743

4.743

4.743

4.743

2M Diversiteit & inclusiviteit

  

104

104

104

104

Stand ontwerpbegroting 2023

768.610

778.887

778.074

757.628

760.400

761.211

Tabel 44 Artikel 5 Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

486.905

494.199

490.784

490.686

490.282

481.055

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

48.519

21.969

28.103

29.293

29.707

30.912

Stand 1e suppletoire begroting 2022

535.424

516.168

518.887

519.979

519.989

511.967

Nieuwe mutaties

68.297

98.658

99.671

101.713

107.201

113.029

Herschikking budget als gevolg reorganisatie functieplaatsen

 

‒ 225

‒ 225

‒ 225

‒ 225

‒ 225

Bijdrage aan BZK voor CT info box

‒ 25

     

Bijdrage door J&V voor MIT 2022 defensie

391

291

291

291

291

291

Bijdrage J&V aan project Eurostar trein

1.902

4.030

4.030

4.030

4.030

4.030

Bijdrage J&V aan project Eurostar trein

27

100

100

100

100

100

Bijdrage van J&V inzake aanpak ondermijning KMar

1.640

4.912

7.033

7.541

7.541

7.541

Bijdrage van J&V voor implementatie en structurele kosten grenzen

1.000

2.000

2.380

3.986

10.194

16.214

Bijdrage van J&V voor KMar innovatiewet strafvordering

7

4

    

Bijdrage van J&V voor KMar mainport aanpak ondermijning

150

270

270

270

  

Bijdrage van J&V voor KMar multidisciplinaire aanpak criminaliteit

430

570

570

570

570

570

Bijdrage van J&V voor KMar ketenvoorziening

200

     

Bijdrage van J&V voor KMar pilot buddy netwerk luchthaven

100

300

500

300

  

Bijdrage van J&V voor KMar toekenning ondermijning internationale aanpak

551

735

735

735

735

735

Bijdrage van J&V voor KMar training digitale wachtmeesters

200

400

600

400

  

Bijdrage J&V voor conservatoire afname celmateriaal

22

125

50

   

Bijdrage J&V voor versteviging van het grensbewakingssysteem Eurosur

679

1.497

1.375

1.375

1.375

1.375

Bijdrage van J&V voor KMar uitbreiding PI-nl

 

571

571

571

571

571

IT trekkingsrechten bij het DMO/JIVC

‒ 300

0

0

0

0

0

Strategische functies internationale militaire samenwerking

1.647

2.386

2.386

2.386

2.386

2.386

2M Diversiteit & inclusiviteit

0

0

104

104

104

104

2M Een goede en aantrekkelijke werkgever ZKA budget operationele commando's

  

100

100

100

100

AV Aanvullend geboorteverlof naar 100%

46

139

139

139

139

139

AV Burger loongebouw

 

517

517

517

517

517

AV Eenmalige uitkering 1750 bruto burgerpersoneel

1.357

228

    

AV Eenmalige uitkering 1750 bruto militair personeel

13.068

2.019

    

AV Inkomenstoelage burgers +25 euro

 

248

248

248

248

248

AV Loongebouw militairen

 

44.538

44.538

44.538

44.538

44.538

AV Loonsuppletie reservist

75

75

75

75

75

75

AV Meerdaagse activiteiten

385

385

385

385

385

385

AV Opleidingsbudget bij overgang aanstelling

 

17

17

17

  

AV Overbruggingstoelage loongebouw militairen

18.700

     

AV Overgangsbeleid loongebouw militairen

 

181

535

831

1.061

1.266

AV Salarisverhoging 2021 1,7% burgerpersoneel

1.277

636

639

639

639

639

AV Salarisverhoging 2021 1,7% militair personeel

13.249

6.629

6.642

6.649

6.655

6.655

AV Salarisverhoging 2022 2,95% burgerpersoneel

1.211

1.210

1.214

1.214

1.214

1.213

AV Salarisverhoging 2022 2,95% militair personeel

12.040

12.117

12.099

12.174

12.205

11.959

AV Systematiek TOD

 

9.687

9.687

9.687

9.687

9.687

AV Thuiswerkvergoeding burgers

25

50

50

50

50

50

AV Thuiswerkvergoeding militairen

277

553

553

553

553

553

AV Dagelijks reizen en niet-dagelijks reizen

2.231

4.463

4.463

4.463

4.463

4.463

bijstellen instandhoudingsbudgetten KMar

‒ 2.795

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

Extrapoloatie

     

‒ 150

Overdracht infrabudget inzake vastgoedaanpassingen en COVO

‒ 1.470

     

Stand ontwerpbegroting 2023

603.721

614.826

618.558

621.692

627.190

624.996

Tabel 45 Artikel 7 Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

607.093

606.438

606.530

610.452

594.962

597.603

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

25.102

36.056

58.619

68.663

78.250

82.924

Stand 1e suppletoire begroting 2022

632.195

642.494

665.149

679.115

673.212

680.527

Nieuwe mutaties

39.059

29.567

28.266

28.388

27.771

27.964

Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs werken

196

196

196

196

196

196

2M Informatiegestuurd organiseren en optreden tekort instandhouding IT

0

0

120

237

475

665

Herschikking budget exploitatie naar instandhouding IT

‒ 41

0

0

0

0

0

2M Een goede en aantrekkelijke werkgever ZKA budget operationele commando's

0

0

100

100

100

100

AV Aanvullend geboorteverlof naar 100%

41

124

124

124

124

124

AV Burger loongebouw

 

1.297

1.297

1.297

1.297

1.297

AV Eenmalige uitkering 1750 bruto burgerpersoneel

8.835

1.483

    

AV Eenmalige uitkering 1750 bruto militair personeel

1.444

223

    

AV Inkomenstoelage burgers +25 euro

 

2.020

2.020

2.020

2.020

2.020

AV Loongebouw militairen

 

2.628

2.628

2.628

2.628

2.628

AV Meerdaagse activiteiten

18

18

18

18

18

18

AV Opleidingsbudget bij overgang aanstelling

 

135

135

135

  

AV Overbruggingstoelage loongebouw militairen

1.250

     

AV Salarisverhoging 2021 1,7% burgerpersoneel

10.646

5.334

5.334

5.334

5.079

5.079

AV Salarisverhoging 2021 1,7% militair personeel

2.510

1.262

1.264

1.266

1.266

1.266

AV Salarisverhoging 2022 2,95% burgerpersoneel

9.836

9.812

9.802

9.805

9.340

9.343

AV Salarisverhoging 2022 2,95% militair personeel

2.092

2.092

2.092

2.092

2.092

2.092

AV Systematiek TOD

 

179

179

179

179

179

AV Thuiswerkvergoeding burgers

159

318

318

318

318

318

AV Thuiswerkvergoeding militairen

29

57

57

57

57

57

AV Dagelijks reizen en niet-dagelijks reizen

1.194

2.389

2.389

2.389

2.389

2.389

2M Diversiteit & inclusiviteit

  

193

193

193

193

Toekennen budget Very Joint Task Force 2022 (VJTF)

850

     

Stand ontwerpbegroting 2023

671.254

672.061

693.415

707.503

700.983

708.491

Tabel 46 Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

1.205.578

1.186.472

1.175.247

1.175.174

1.176.457

1.173.098

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

52.309

90.778

132.574

160.054

178.670

154.615

Stand 1e suppletoire begroting 2022

1.257.887

1.277.250

1.307.821

1.335.228

1.355.127

1.327.713

Nieuwe mutaties

74.079

71.133

77.640

91.074

99.386

103.112

2M Diversiteit & inclusiviteit

  

1.866

1.766

1.766

1.766

2M Duurzaam inzetbaar: zorgloket, opleidingen, coaches

   

7.778

12.628

12.628

2M Een goede en aantrekkelijke werkgever dekkingsgraad

0

0

4.129

8.258

8.258

8.258

Externe werving t.b.v. militaire personele gereedheid

1.764

0

0

0

0

0

IT trekkingsrechten bij het DMO/JIVC

‒ 300

0

0

0

0

0

Bijdrage door J&V voor MIT 2022 defensie

140

208

208

208

208

208

Agenda veiligheid

302

302

    

2M Een goede en aantrekkelijke werkgever ZKA budget operationele commando's

0

0

500

500

500

500

2M Een goede en aantrekkelijke werkgever afslag 2e/3e orde effecten DOSCO

0

0

3.750

7.500

11.250

15.000

AV Aanvullend geboorteverlof naar 100%

83

248

248

248

248

248

AV Burger loongebouw

 

7.355

7.355

7.355

7.355

7.355

AV Eenmalige uitkering 1750 bruto burgerpersoneel

12.595

2.114

    

AV Eenmalige uitkering 1750 bruto militair personeel

5.541

857

    

AV Inkomenstoelage burgers +25 euro

 

2.248

2.248

2.248

2.248

2.248

AV Loongebouw militairen

 

14.261

14.261

14.261

14.261

14.261

AV Meerdaagse activiteiten

224

224

224

224

224

224

AV Niet-dagelijks reizen in eindheffing

 

1.800

1.800

1.800

1.800

1.800

AV Opleidingsbudget bij overgang aanstelling

 

150

150

150

  

AV Overbruggingstoelage loongebouw militairen

5.448

     

AV Salarisverhoging 2021 1,7% burgerpersoneel

12.210

6.151

6.148

6.149

6.149

6.149

AV Salarisverhoging 2021 1,7% militair personeel

11.598

5.784

5.787

5.796

5.801

5.801

AV Salarisverhoging 2022 2,95% burgerpersoneel

10.945

11.026

10.713

10.711

10.711

10.711

AV Salarisverhoging 2022 2,95% militair personeel

13.060

12.759

12.762

12.718

12.725

12.736

AV Systematiek TOD

 

405

405

405

405

405

AV Thuiswerkvergoeding burgers

184

367

367

367

367

367

AV Thuiswerkvergoeding militairen

69

138

138

138

138

138

AV Vakbondscontributie in eindheffing

 

2.100

2.100

   

AV Verhogen fiets & pc naar 1500 per 5 jaar

 

800

800

800

800

800

AV Dagelijks reizen en niet-dagelijks reizen

1.863

3.726

3.726

3.726

3.726

3.726

Strategische functies internationale militaire samenwerking

‒ 1.647

‒ 2.386

‒ 2.386

‒ 2.386

‒ 2.386

‒ 2.386

Herschikking formatiebudget voor integriteitsmanagement

0

0

0

0

‒ 150

‒ 150

Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs werken

0

496

341

354

354

319

Stand ontwerpbegroting 2023

1.331.966

1.348.383

1.385.461

1.426.302

1.454.513

1.430.825

Tabel 47 Artikel 9 Algemeen (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

212.174

186.574

186.323

179.378

179.477

179.445

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

13.929

8.640

10.247

10.091

8.096

8.092

Stand 1e suppletoire begroting 2022

226.103

195.214

196.570

189.469

187.573

187.537

Nieuwe mutaties

1.737

‒ 7.999

‒ 8.950

‒ 8.850

‒ 8.850

‒ 8.950

Bijdrage aan BZK voor project Denk Duurzaam

‒ 183

     

Bijdrage Service Team Rijk 2022

‒ 263

     

Budget P-agenda naar HR transitie

3.654

2.001

    

Doorwerking ontvangsten naar subsidie

950

     

Externe werving t.b.v. militaire personele gereedheid

‒ 1.764

     

Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs werken

65

     

Covid werkgelegenheidsgelden 2022

‒ 722

     

2M Capaciteit veteranenzorg

  

1.050

1.150

1.150

1.050

Overheveling budgetreeks Very Joint Task Force vanaf 2023 (VJTF)

 

‒ 10.000

‒ 10.000

‒ 10.000

‒ 10.000

‒ 10.000

Stand ontwerpbegroting 2023

227.840

187.215

187.620

180.619

178.723

178.587

Tabel 48 Artikel 10 Apparaat Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

1.511.283

1.500.539

1.491.259

1.453.632

1.458.967

1.452.548

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

23.432

13.360

21.278

43.636

29.283

26.745

Stand 1e suppletoire begroting 2022

1.534.715

1.513.899

1.512.537

1.497.268

1.488.250

1.479.293

Nieuwe mutaties

90.763

78.269

95.990

99.781

105.079

108.832

Herschikking budget agenda voor de veiligheid

‒ 1.299

‒ 1.625

0

0

0

0

Herschikking formatiebudget voor integriteitsmanagement

0

0

0

0

150

150

Werken aan Uitvoering (WaU)

0

460

460

460

460

460

2M Een goede en aantrekkelijke werkgever dekkingsgraad

0

0

2.012

4.024

4.024

4.024

Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs werken

‒ 471

0

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK voor uitvoeringskosten BKR

‒ 15

0

0

0

0

0

IT trekkingsrechten bij het DMO/JIVC

‒ 750

0

0

0

0

0

Herschikking budget agenda voor de veiligheid

1.299

1.625

0

0

0

0

Bijdrage aan EZK Behavioural Insights Netwerk

‒ 23

‒ 23

‒ 23

0

0

0

Inhuur IT advies voor CIO

‒ 520

‒ 485

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK voor ibcs keten en sh jscu

‒ 1.391

0

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK voor C-platform

‒ 82

0

0

0

0

0

Bijdrage kosten aan BZK voor HRM inkoopdomein 2022 ‒ 2025

‒ 201

‒ 201

‒ 201

‒ 201

0

0

Bijdrage aan BZK voor verrekening bedrijfsvoeringskosten AIVD

‒ 3.500

0

0

0

0

0

Bijdrage kosten aan BZK voor inkoopdomein 2022

‒ 55

0

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK voor inzet fiscalist

‒ 290

0

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK voor uitvoeringskosten BKR

‒ 35

0

0

0

0

0

2M Een goede en aantrekkelijke werkgever ZKA budget operationele commando's

0

0

150

150

150

150

Pensioenophoging op basis van de indexatiepercentage

8.014

10.165

10.078

9.569

9.712

9.443

2M Militair invaliditeit pensioen

  

17.000

17.000

18.000

18.000

2M Diversiteit & inclusiviteit

  

377

377

377

377

Additioneel budget informatiehuishouding 2023

 

5.225

    

Bijdrage J&V aan inlichtingendiensten: vitaal MIVD

 

190

2.380

2.380

2.380

2.860

Piekbelasting rijksoverheid.nl

‒ 50

     

Agenda veiligheid

‒ 302

‒ 302

    

AV Aanvullend geboorteverlof naar 100%

30

90

90

90

90

90

AV Burger loongebouw

 

298

298

298

298

298

AV Eenmalige uitkering 1750 bruto burgerpersoneel

6.252

872

    

AV Eenmalige uitkering 1750 bruto militair personeel

13.517

1.467

    

AV ingroei UGM

‒ 9.512

‒ 15.154

‒ 11.786

‒ 8.419

‒ 5.051

‒ 1.684

AV Inkomenstoelage burgers +25 euro

 

961

961

961

961

961

AV Loongebouw militairen

 

25.426

25.426

25.426

25.426

25.426

AV Meerdaagse activiteiten

15

15

15

15

15

15

AV Opleidingsbudget bij overgang aanstelling

 

64

64

64

  

AV Overbruggingstoelage loongebouw militairen

12.547

     

AV Salarisverhoging 2021 1,7% burgerpersoneel

7.582

3.636

3.510

3.433

3.361

3.361

AV Salarisverhoging 2021 1,7% militair personeel

29.021

14.116

13.846

13.182

13.774

13.774

AV Salarisverhoging 2022 2,95% burgerpersoneel

7.213

6.987

6.733

6.558

6.394

6.274

AV Salarisverhoging 2022 2,95% militair personeel

23.269

23.299

23.437

23.251

23.395

23.690

AV Systematiek TOD

 

163

163

163

163

163

AV Thuiswerkvergoeding burgers

33

66

66

66

66

66

AV Thuiswerkvergoeding militairen

19

37

37

37

37

37

AV Dagelijks reizen en niet-dagelijks reizen

448

897

897

897

897

897

Stand ontwerpbegroting 2023

1.625.478

1.592.168

1.608.527

1.597.049

1.593.329

1.588.125

Tabel 49 Artikel 11 Geheim (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

15.265

15.265

15.265

15.265

15.265

15.265

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

371

420

420

420

420

420

Stand 1e suppletoire begroting 2022

15.636

15.685

15.685

15.685

15.685

15.685

Nieuwe mutaties

      

Stand ontwerpbegroting 2023

15.636

15.685

15.685

15.685

15.685

15.685

Tabel 50 Artikel 12 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

249.393

226.295

195.781

208.628

219.560

216.765

Mutaties n.a.v. Nota van Wijziging

10.000

10.000

10.000

10.000

10.000

10.000

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

589.923

699.816

786.008

776.219

782.612

797.728

Stand 1e suppletoire begroting 2022

849.316

936.111

991.789

994.847

1.012.172

1.024.493

Nieuwe mutaties

‒ 811.205

‒ 575.056

‒ 571.190

‒ 549.967

‒ 501.243

‒ 462.658

2M Binden jongeren (gap year)

  

4.667

10.000

15.000

20.000

2M Drugsbeleid incl. drugsconsulenten preventie, etc

  

3.008

3.008

3.008

3.008

2M Een goede en aantrekkelijke werkgever wendbaarheidsbudget

  

5.000

5.000

5.000

20.000

2M Reservisten/oproepkrachten/samenwerking bedrijfsleven

  

7.000

20.000

49.000

49.000

CA aantrekkelijke werkgever / reservisten binding jongeren

 

30.000

35.650

40.000

40.000

40.000

Arbeidsvoorwaarden defensie aanvullende post

8.000

     

AV Aanvullend geboorteverlof naar 100%

‒ 466

‒ 1.399

‒ 1.399

‒ 1.399

‒ 1.399

‒ 1.399

AV Burger loongebouw

 

‒ 15.101

‒ 15.101

‒ 15.101

‒ 15.101

‒ 15.101

AV Eenmalige uitkering 1750 bruto burgerpersoneel

‒ 42.753

‒ 6.999

    

AV Eenmalige uitkering 1750 bruto militair personeel

‒ 94.573

‒ 13.940

    

AV Ingroei UGM

9.512

15.154

11.786

8.419

5.051

1.684

AV Inkomenstoelage burgers +25 euro

 

‒ 7.500

‒ 7.500

‒ 7.500

‒ 7.500

‒ 7.500

AV Loongebouw militairen

 

‒ 299.824

‒ 299.824

‒ 299.824

‒ 299.824

‒ 299.824

AV Loonsuppletie reservist

‒ 1.500

‒ 1.500

‒ 1.500

‒ 1.500

‒ 1.500

‒ 1.500

AV Meerdaagse activiteiten

‒ 13.235

‒ 13.350

‒ 13.350

‒ 13.350

‒ 13.350

‒ 13.350

AV Niet-dagelijks reizen in eindheffing

 

‒ 1.800

‒ 1.800

‒ 1.800

‒ 1.800

‒ 1.800

AV Opleidingsbudget bij overgang aanstelling

 

‒ 500

‒ 500

‒ 500

  

AV Overbruggingstoelage loongebouw militairen

‒ 117.090

     

AV Overgangsbeleid loongebouw militairen

 

‒ 1.551

‒ 4.464

‒ 6.952

‒ 8.940

‒ 10.480

AV Salarisverhoging 2021 1,7% burgerpersoneel

‒ 42.586

‒ 21.234

‒ 21.108

‒ 21.032

‒ 20.701

‒ 20.701

AV Salarisverhoging 2021 1,7% militair personeel

‒ 130.322

‒ 65.375

‒ 65.144

‒ 64.583

‒ 65.223

‒ 65.223

AV Salarisverhoging 2022 2,95% burgerpersoneel

‒ 39.058

‒ 38.965

‒ 38.399

‒ 38.026

‒ 37.389

‒ 37.271

AV Salarisverhoging 2022 2,95% militair personeel

‒ 116.930

‒ 117.087

‒ 117.227

‒ 116.642

‒ 116.890

‒ 117.016

AV Systematiek TOD

 

‒ 15.001

‒ 15.001

‒ 15.001

‒ 15.001

‒ 15.001

AV Thuiswerkvergoeding burgers

‒ 592

‒ 1.182

‒ 1.182

‒ 1.182

‒ 1.182

‒ 1.182

AV Thuiswerkvergoeding militairen

‒ 1.262

‒ 2.519

‒ 2.519

‒ 2.519

‒ 2.519

‒ 2.519

AV uitvoering IT t.b.v. AV

 

‒ 2.000

    

AV Vakbondscontributie in eindheffing

 

‒ 2.100

‒ 2.100

   

AV Verhogen fiets & pc naar 1500 per 5 jaar

 

‒ 800

‒ 800

‒ 800

‒ 800

‒ 800

AV VVHO

‒ 12.222

‒ 12.222

‒ 12.222

‒ 12.222

‒ 12.222

‒ 12.222

AV Dagelijks reizen en niet-dagelijks reizen

‒ 17.128

‒ 34.261

‒ 34.261

‒ 34.261

‒ 34.261

‒ 34.261

Bijdrage aan BZK specifieke apparatuur

0

     

Bijdrage aan BZK uitbreiding opslagcapaciteit

0

     

Bijdrage van J&V voor KMar maritieme hub Bonaire

0

     

Budgettoewijzing conform jaarplan kustwacht CARIB

0

     

Kasschuif AV loongebouw militairen

‒ 46.000

46.000

    

Kasschuif modernisering arbeidsvoorwaarden

‒ 143.000

10.000

17.100

17.800

37.300

60.800

Toekennen budget Very Joint Task Force 2022 (VJTF)

‒ 10.000

     

Stand ontwerpbegroting 2023

38.111

361.055

420.599

444.880

510.929

561.835

Tabel 51 Artikel 13 Bijdrage aan het Defensiematerieel Begrotingsfonds (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

4.948.612

4.713.414

4.640.194

4.648.719

4.438.089

4.385.249

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

303.174

1.098.131

2.112.488

2.219.755

2.180.153

2.175.126

Mutaties n.a.v. Nota van Wijziging en ISB's

321.700

633.400

581.701

525.070

672.065

649.065

Stand na 1e suppletoire begroting 2022, Nota van wijziging en ISB's

5.573.486

6.444.945

7.334.383

7.393.544

7.290.307

7.209.440

Nieuwe mutaties

‒ 849.426

76.663

1.780.771

1.742.451

1.925.676

1.697.600

2 miljard pakket defensienota

 

381.000

1.532.352

1.635.506

1.444.673

1.443.833

Bijdrage aan BZK centrale financiering generieke digitale infrastructuur

 

‒ 2.319

‒ 2.319

‒ 2.319

‒ 2.319

‒ 2.319

Bijdrage IenW capacity gap luchtverkenningscapaciteit Kustwacht Nederland

      

CA aantrekkelijke werkgever / reservisten binding jongeren

 

‒ 30.000

‒ 35.650

‒ 40.000

‒ 40.000

‒ 40.000

Herschikking budget DOKM naar CSS

 

46

46

26

59

59

Herschikking budget doorontwikkeling krijgsmacht (DOKM)

    

‒ 3.100

‒ 3.100

Kasschuif 2023 investeringen

 

‒ 350.000

  

100.000

250.000

Kasschuiven verwerking toeslagen tijdelijk loongebouw

      

Onderbrenging tech support op Fort Hood onder instandhouding

 

12.900

12.900

12.900

12.900

12.900

AV uitvoering IT t.b.v. AV

 

2.000

    

Bijdrage aan BZK specifieke apparatuur

‒ 194

     

Bijdrage aan BZK uitbreiding opslagcapaciteit

‒ 2.750

     

Bijdrage aan BZK voor programma transitie Digi-Inkoop 2022

‒ 158

     

Bijdrage aan BZK voor verrekening bedrijfsvoeringskosten AIVD

‒ 1.500

     

Bijdrage door J&V voor MIT 2022 defensie

 

160

160

160

160

160

Bijdrage J&V aan project Eurostar trein

193

51

51

51

51

51

Bijdrage van douane scopeuitbreiding MOC-LVC

206

     

Bijdrage van J&V inzake aanpak ondermijning KMar

43

265

429

171

171

171

Bijdrage van J&V voor KMar maritieme hub Bonaire

225

     

Bijdrage J&V voor versteviging van het grensbewakingssysteem Eurosur

400

     

Bijstellen instandhoudingsbudgetten KMar

2.795

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

Budget P-agenda naar HR transitie

‒ 3.654

‒ 2.001

    

Budgettoewijzing conform jaarplan kustwacht CARIB

10.855

     

Luchtmacht bestellingen van assortimenten belegd in het DMF

250

250

250

250

250

250

Financiering torpedo firing exercise

738

     

Herschikking budget BOTOC

1.464

     

Herschikking budget exploitatie naar instandhouding infra

1.036

     

Herschikking budget exploitatie naar instandhouding IT

41

     

Herschikking taken en middelen a.g.v. assortimentsgewijs werken

483

9

8

‒ 181

‒ 181

‒ 181

Inhuur IT advies voor CIO

520

485

    

IT trekkingsrechten bij het DMO/JIVC

1.350

     

Kasschuif 2022 investeringen

‒ 250.000

   

250.000

 

Kasschuif instandhouding materieel

‒ 100.000

   

100.000

 

Kasschuif investeringen

‒ 80.000

 

40.000

40.000

  

Kasschuif IT investeringen

‒ 169.000

 

169.000

   

Kasschuif n.a.v. munitieplan voor oefenen en trainen

‒ 61.367

22.774

18.544

48.887

8.450

‒ 12.724

Misgelopen verkoopopbrengsten

5.154

     

Mislopen verkoopopbrengsten

29

   

2.062

 

Overdracht infrabudget inzake vastgoedaanpassingen en COVO

2.470

     

Toekennen budget Very Joint Task Force 2022 (VJTF)

7.945

     

Mislopen verkoopopbrengsten

 

2.043

    

Aanvullende kasschuif exploitatie

‒ 50.000

   

25.500

24.500

Aanvullende kasschuif investeringen

‒ 167.000

36.000

42.000

44.000

24.000

21.000

Stand ontwerpbegroting 2023

4.724.060

6.521.608

9.115.154

9.135.995

9.215.983

8.907.040

       

7.3 Bijlage moties en toezeggingen

Tabel 52 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Beschrijving van de motie

Bronnaam/ vindplaats

Kamerstuknummer motie

Datum

Status

Afgedaan met Kamerbrief

​Motie van de leden Valstar en Stoffer over een evaluatie vijf jaar na plaatsing van de radar in Herwijnen

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 369

7-7-2022

In behandeling

 

​Gewijzigde motie van de leden Eppink en Van der Plas over bij de aanschaf van onderzeeboten oog hebben voor het strategische belang en de noodzaak van de Nederlandse maritieme maakindustrie.

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 371

7-7-2022

Doorlopend

 

​Gewijzigde motie van de leden Eppink en Van der Plas over de voorraad in Nederland evenredig aanvullen bij de levering van militaire goederen aan Oekraïne.

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 370

7-7-2022

Doorlopend

 

​Motie van de leden Fritsma (PVV) en van Haga (groep van Haga) over zorg dragen voor voldoende en directe toegang tot noodopvang voor veteranen.

Notaoverleg Veteranen

30139, nr. 259

20-6-2022

Doorlopend

 

​Motie van de leden Hammelburg en Boswijk over versterking van gezamenlijke inkoop, interoperabiliteit en samenwerking met andere EU-landen op het gebied van onderhoud

Tweeminutendebat Hoofdlijnen Defensiebeleid

35925 X, nr. 65

21-4-2022

In behandeling

 

​Motie van het lid Goudzwaard over een substantiële salarisverhoging voor Defensiepersoneel

Tweeminutendebat Hoofdlijnen Defensiebeleid

35925 X, nr. 68

21-4-2022

Uitgevoerd

​Kamerstuk 35925 X, nr. 82

​Motie van het lid Valstar c.s. over pilots voor het versneld overgaan tot aanschaf van materieel

Tweeminutendebat Hoofdlijnen Defensiebeleid

35925 X, nr. 70

21-4-2022

In behandeling

 

​Motie van het lid Valstar c.s. over steun voor bewapening van de MQ-9 Reaper

Tweeminutendebat Hoofdlijnen Defensiebeleid

35925 X, nr. 69

21-4-2022

In behandeling

 

​Motie van het lid Boswijk c.s. over voorstellen voor innovatieve vormen van diensttijd

Tweeminutendebat Hoofdlijnen Defensiebeleid

35925 X, nr. 67

21-4-2022

In behandeling

 

​Motie van de leden Piri en Valstar over de Afghaanse oud-medewerkers uit dankbaarheid voor bewezen diensten op passende wijze eren

Debat over de stand van zaken rondom de evacuatie in Afghanistan

27925, nr. 893

31-3-2022

In behandeling

 

​Motie van het lid van Houwelingen over uitspreken dat Nederland beslist over de militaire inzet in Europees verband

CD over de Europese top en ingelaste NAVO top

21501-X, nr 1789

23-3-2022

Uitgevoerd

Kamerstuk 21501 28, nr. 240

​De motie Brekelmans c.s. over maatregelen voorbereiden voor het geval dat Rusland biologische of chemische wapens gebruikt

Debat over de ontwikkelingen in Oekraine

36045, nr. 22

10-3-2022

Uitgevoerd

​Kamerstuk 21501 20, nr. 1796

Motie van het lid van Houwelingen (FvD) over het uitsluiten van de oprichting van een Europees leger

Debat over de ontwikkelingen in Oekraine

36045, nr. 35

10-3-2022

Uitgevoerd

Kamerstuk 21501 28, nr. 240

​Motie van het lid Sjoerdsma c.s. over bezien wat op korte termijn nodig en mogelijk is om de voorziene toename van het defensiebudget eerder te laten plaatsvinden.

Plenair debat over de situatie in Oekraine

36045, nr. 4

28-2-2022

Uitgevoerd

​Kamerstukken 36124, nr. 1; 36091, nr. 1; 36092, nr. 1; 36143, nr. 1 en de ontwerpbegroting 2023

​Motie van het lid Van der Staaij c.s. over het wegnemen van knelpunten die diensten verhinderen Nederland te beschermen tegen landen met een offensief cyberprogramma

Plenair debat over de situatie in Oekraine

36045, nr. 16

28-2-2022

In behandeling

 

​Gewijzigde motie van het lid Ephraim over geen Nederlandse militairen uitzenden naar Oekraïne indien dit om gevechtshandelingen zou gaan

debat over de situatie in Oekraine

35925 V, nr. 77

8-2-2022

Uitgevoerd

kamerstuk 36045, nr. 1

​Gewijzigde motie van het lid Jasper van Dijk c.s. over voorstellen om de OVSE te versterken

Debat over de situatie in Oekraine

35925 V, nr. 78

8-2-2022

Uitgevoerd

Kamerstuk 36045, nr. 1

​Motie van de leden Brekelmans en Agnes Mulder over het verzoek van ​Oekraïne om levering van wapens en ander materieel welwillend te behandelen.

Debat over de situatie in Oekraine

35925 V, nr. 72

8-2-2022

Uitgevoerd

​o.a. Kamerstuk 22054, nr. 358 & 22054, nr. 363

Motie van het lid Van der Plas over onvoorwaardelijke steun uitspreken voor de soevereiniteit van ​Oekraïne. ​

Debat over de situatie in Oekraine

35925 V, nr. 76

8-2-2022

Uitgevoerd

Kamerstuk 36045, nr. 1

​Motie Hermans c.s. over concrete voorstellen om ondernemers beter te beschermen tegen digitale dreigingen en cybercriminelen.

Debat over de Regeringsverklaring

35788, nr. 120

19-1-2022

In behandeling

 

​Motie van het lid van Wijngaarden c.s. over nauw optrekken met NAVO-bondgenoten bij volkenrechtelijke standpunten en militaire R&D als het gaat om autonome dan wel semiautonome wapensystemen.

Notaoverleg Autonome Wapensystemen 13 december

Kamstersuk 35848, nr. 10

14-12-2021

Doorlopend

 

De motie D66 Verzoekt de regering kaders op te stellen omtrent de inzet van lokale medewerkers —zowel onder arbeidscontract als op freelance basis - bij toekomstige militaire missies en op Nederlandse ambassades en consulaten en daarbij vast te leggen welke verantwoordelijkheden de Nederlandse staat wel of niet heeft ten opzichte van dit personeel

Begrotingsbehandeling

35925-X-29

11-11-2021

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstuk 2022Z14731

​Aangehouden Motie van het lid van Haga c.s. over het onderzoek naar financiële compensatie van militairen met een pensioengat

Begrotingsbehandeling

35925 X, nr. 40

11-11-2021

Uitgevoerd

​Gerapporteerd in Kamerstukken 35925 X, nr. 51 en 35925 X, nr. 64

De motie VVD Verzoekt de regering het Defensie Cyber Commando na afronding van de HR-transitie een eigen aanstellingsmandaat te geven, zodat het op vergelijkbare wijze als de huidige operationele commando's militairen kan aanstellen en laten doorstromen.

Begrotingsbehandeling

35925-X-25

11-11-2021

In behandeling

 

De motie van Wijngaarden VVD Verzoekt de regeringte zorgen voor borging van het wezenlijk nationaal veiligheidsbelang en strategische autonomie, inclusief daarvoor benodigde betrokkenheid van de Gouden Driehoek, bij de gehele levensfase van de onderzeeboot;daartoe in de offerteaanvraag primaire en secundaire eisen te formuleren, en de Kamer voorafgaand aan het doen uitgaan van de offerteaanvraag desnoods vertrouwelijk te informeren over de afweging tussen primaire en secundaire eisen in het beoordelingskader en gevolgen voor strategische autonomie die voortvloeien uit de gemaakte keuzes;de Kamer tevens te informeren over de gevolgen hiervan voor de levensduurkosten van de onderzeeboten in relatie tot de return on investment.

Begrotingsbehandeling

35925-X-24

11-11-2021

In behandeling

 

Verzoekt de regering, de deelnemende werven te vragen aan te tonen of en hoe zij de Nederlandse maritieme industrie zo veel mogelijk en op hoogwaardig strategisch technologisch niveau zullen betrekken bij ontwerp, ontwikkeling, bouw en instandhouding van de onderzeeboten, de uitkomsten hiervan nadrukkelijk te betrekken bij het zo snel mogelijk voortzetten van het verwervingsproces, en de Kamer hierover nader te informeren.

Begrotingsbehandeling

35925-X-36

11-11-2021

In behandeling

 

De motie Boswijk CDA Verzoekt de regering te kijken naar de mogelijkheden om gezamenlijk met de NAVO en meer in het bijzonder landen gelegen aan de Noordzee zoals Noorwegen, Duitsland, Denemarken, Groot-Brittannië, Frankrijk en België een strategie te ontwikkelingen voor de bescherming van onze cruciale infrastructuur gelegen in de Noordzee en de Kamer hierover voor de zomer van 2022 te rapporteren.

Begrotingsbehandeling

35925-X-22

11-11-2021

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstuk ​2022Z15194

De motie Boswijk CDA Verzoekt de regering strenger te handhaven op de bovengenoemde wetsartikelen en het verbod (toelichting: tijdens meerdere anti-coronademonstraties betoger militaire uniformen dragen en misbuik maken van het Rode Kruis-embleem op helmen, kleding en vlaggen)

Begrotingsbehandeling

35925-X-23

11-11-2021

Doorlopend

 

De motie PvdA verzoekt de regering om voortaan aan te geven op welke wijze en op welke termijn investeringen in materieel, vastgoed, munitie, reservedelen, enz. bijdragen aan de operationele inzetbaarheid en effectieve bedrijfsvoering van de krijgsmacht.

Begrotingsbehandeling

35925-X-30

11-11-2021

Doorlopend

 

​Motie van het lid Sjoerdsma c.s. over de Malinese transitieautoriteiten waarschuwen dat samenwerking met de Wagner group gevolgen kan hebben voor de inzet van MINUSMA en de Nederlandse bijdrage daaraan

Plenaire afroning CD art. 100 bijdrage MINUSMA

Kamerstuk 29521, nr. 429

28-10-2021

Uitgevoerd

Kamerstuk 21501 02, nr. 2440

​Motie van het lid Van der Plas over inventariseren welke gebouwen van de Rijksoverheid geschikt kunnen worden gemaakt voor opvang van Afghanen of andere vluchtelingen uit oorlogsgebieden.

CD evacuatie Afghanistan

27925-853

14-10-2021

Uitgevoerd

​Kamerstuk 19637, nr. 2784

​Motie van het lid Ceder c.s. over regelmatig contact met betrokken organisaties over Afghaans medewerkers die in aanmerking komen om naar Nederland overgebracht te worden.

CD evacuatie Afghanistan

27925, nr. 855

14-10-2021

Uitgevoerd

​Gerapporteerd in Kamerbrief 27925, nr. 892

de motie Piri c.s. over het fatsoenlijk opvangen van de groep Afghanen (motie warm welkom)

CD evacuatie Afghanistan

27925, nr. 848

14-10-2021

Uitgevoerd

​Kamerstuk 27925-892

​Motie van het lid Jasper van Dijk c.s. over uitspreken dat de nieuwe criteria niet van toepassing zijn op mensen die reeds een toezegging kregen inzake evacuatie.

CD evacuatie Afghanistan

27925, nr. 844

14-10-2021

Uitgevoerd

​Kamerstukken 27925, Nr. 872 en 27925-892

​Motie van het lid Simons over onderzoek naar de aanpak van het evacuatieproces van het Verenigd Koninkrijk

CD evacuatie Afghanistan

27925, nr. 851

14-10-2021

Uitgevoerd

​Kamerstuk 27925, nr. 882

Motie van het lid Dassen c.s. over pleiten voor een Team Europa aanpak in onderhandelingen met de Taliban over veilige doorgang voor evacu​és.

CD evacuatie Afghanistan

27925, nr. 854

14-10-2021

Uitgevoerd

​Kamerstuk 21501 02, 2415

​De motie Kuzu/ Simons over concrete verbeterpunten in de kennis- en informatiecirculatie vaststellen.

Plenair debat over de situatie in Afghanistan

27925, nr. 817

15-9-2021

Uitgevoerd

Kamerstuk 27925, nr. 882

​De motie van Van Wijngaarden c.s. over het opstellen van een verbeterplan

Plenair debat over de situatie in Afghanistan

27925, nr. 819

15-9-2021

Uitgevoerd

Kamerstuk 27925, nr. 882

Gewijzigde motie van het lid Boswijk c.s. over een onderzoek door een onafhankelijke externe commissie (t.v.v. 27925-826)

Plenair debat over de situatie in Afghanistan

27925, nr. 838

15-9-2021

Uitgevoerd

​Kamerstuk 27925, nr. 875

​De motie van Wijngaarden c.s. over een vergelijking tussen planning en uitvoering van evacuaties door verschillende landen.

Plenair debat over de situatie in Afghanistan

27925, nr. 818

15-9-2021

Uitgevoerd

Kamerstuk 27925, nr. 882

​Motie van het lid Bromet c.s. over in samenspraak met de andere betrokken NAVO-landen een crisisplan formuleren.

CD Meest recente situatie in Afghanistan

27925, nr. 792

18-8-2021

Uitgevoerd

Kamerstuk 27925, nr. 804

​Motie van het lid Belhaj c.s. over aanpassing van het beschermingsbeleid voor personeel dat voor de Nederlandse missie heeft gewerkt en over snelle evacuatie dan wel aanmerking als risicogroep bij asielaanvraag.

CD Meest recente situatie in Afghanistan

27925, nr. 788

18-8-2021

Uitgevoerd

O.a. in ​Kamerstukken 27925, nr. 841; 27925, nr. 892; 27925, nr. 860 en 19637, nr. 2912

​Motie van de leden Ephraim en Eerdmans over een uitgebreide analyse en risico-inschatting voorafgaand aan militaire missies en een evaluatie na afloop.

CD Meest recente situatie in Afghanistan

27925, nr. 798

18-8-2021

Doorlopend

 

Motie van het lid Ceder c.s. over kijken naar tijdelijke evacuatie alternatieven in buur- of derde landen, een internationale conferentie over Afghanistan en de inzet voor een resolutie in de VN-Veiligheidsraad.

CD Meest recente situatie in Afghanistan

27925, nr. 801

18-8-2021

Uitgevoerd

​Aanhangsel Handelingen 2021/22, nr. 273

​Motie van het lid Dassen c.s. over een voorstel voor een mandaat voor de European External Action Service om een Europees noodplan op te stellen.

CD Meest recente situatie in Afghanistan

27925, nr. 797

18-8-2021

In behandeling

 

​Motie van het lid Simons over alle Afghanen die door de Taliban als vijand worden beschouwd onmiddellijk en zonder bureaucratische belemmeringen ondersteunen naar veiligheid.

CD Meest recente situatie in Afghanistan

27925, nr. 795

18-8-2021

Uitgevoerd

​Kamerstuk 27925, nr. 804

​Motie van de leden Belhaj en Boswijk over tijdens besloten debatten beschikken over vertrouwelijke stukken

WGO Jaarverslag en Slotwet 2020

35830 X, nr. 9

29-6-2021

Uitgevoerd

​Kamerstuk 35925 X, nr. 9

​Gewijzigde motie van de leden Ceder en Van Wijngaarden over decoraties uit het normale stelsel mogelijk maken voor Dutchbatters (t.v.v. 26122-52)

Tweeminutendebat Dutchbat-III

26122, nr. 56

23-6-2021

Uitgevoerd

​Gerapporteerd in Kamerstuk 30139, nr. 254

​Gewijzigde motie van de leden Ceder en Van Wijngaarden over voorkomen dat uitkeringen aan Dutchbatters in beslag genomen worden (t.v.v. 26122-53)

Tweeminutendebat Dutchbat-III

26122, nr. 57

23-6-2021

Uitgevoerd

​Gerapporteerd in Kamerstuk 30139, nr. 254

​Gewijzigde motie van het lid Kuzu c.s. over een nationaal herdenkingsmonument voor Srebrenica (t.v.v. 26122-54)

Tweeminutendebat Dutchbat-III

26122, nr. 58

23-6-2021

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstuk 30139, nr. 254

​Motie van het lid van Wijngaarden over het versterken van de positie van juridische experts binnen Defensie

Debat over het leger dat informatie verzamelt over de Nld samenleving

32761, nr. 188

26-5-2021

Uitgevoerd

​Kamerstuk 32761, nr. 197 (Reactie op uitvoering van diverse moties m.b.t. LIMC)

​Motie van het lid Belhaj c.s. over duidelijke kaders voor toekomstige experimenteeromgevingen.

Debat over het leger dat informatie verzamelt over de Nld samenleving

32761, nr. 184

26-5-2021

Uitgevoerd

​Kamerstuk 32761, nr. 197 en Kamerstuk 32761, nr. 203 (Reactie op uitvoering van diverse moties m.b.t. LIMC en reactie op verzoek commissie over IGO)

Motie van het lid Belhaj c.s. over een beleidsvisie voor informatiegestuurd optreden.​

Debat over het leger dat informatie verzamelt over de Nld samenleving

32761, nr. 187

26-5-2021

Uitgevoerd

​Kamerstuk 32761, nr. 197 (Reactie op uitvoering van diverse moties m.b.t. LIMC)

​Motie van het lid Belhaj c.s. over een onafhankelijk onderzoek naar de besluitvorming rond het LIMC

Debat over het leger dat informatie verzamelt over de Nld samenleving

32761, nr. 186

26-5-2021

In behandeling

Gerapporteerd in Kamerstuk 32761, nr. 197 en 32761, nr. 242

​Motie van het lid Belhaj c.s. over aanbeveling 2 van de functionaris gegevensbescherming niet uitvoeren

Debat over het leger dat informatie verzamelt over de Nld samenleving

32761, nr. 193

26-5-2021

Uitgevoerd

​Kamerstuk 32761, nr. 197 (Reactie op uitvoering van diverse moties m.b.t. LIMC)

​Motie lid van Dijk: wenst een onafhankelijk onderzoek naar de betrokkenheid van NAVO landen bij de oorlog in Afghanistan

Plenair debat art. 100 Afghanistan

27925, nr. 772

22-4-2021

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstukken 27925, 872 & 2022Z12430

​Motie van het lid van der Lee c.s. over de opzet voor een onafhankelijk overkoepelend onderzoek tijdig aan de Kamer verstrekken.

Plenair debat art. 100 Afghanistan

27925, nr. 775

22-4-2021

Uitgevoerd

​Kamerstukken 27925, nr. 872 en 2022Z12430

v Helvert CDA: ​verzoekt de regering, de omstreden verkoop van de handvuurwapens terug te draaien, de verkochte wapens terug te kopen en de (nog te achterhalen) wapens alsnog te vernietigen.

Nota Overleg Materieel

27830, nr. 334

3-2-2021

Uitgevoerd

Afgedaan in Kamerbrieven 22054, nr. 335 en 2021D14289

​v Helvert CDA, CU, SP, PVV en PvdA: Roept het kabinet op om de RCR te stoppen en een alternatieve locatie te zoeken voor de SMART-L Radar.

Nota Overleg Materieel

27830, nr. 332

3-2-2021

Deels uitgevoerd

Laats gerapporteerd in ​Kamerstuk 31936, nr. 940

​Motie Karabulut (27 925, nr. 760 gewijzigd) verzoekt de regering, de Kamer volgens het aangepaste beleid te informeren over de militaire inzet boven Irak en de gevolgen daarvan en betrokkenheid bij het doelontwikkelingsproces te bewerkstelligen.

plenair debat art 100 brief inzake inzet in de strijd tegen ISIS

27925, nr. 762

17-12-2020

Uitgevoerd

Kamerstuk 35570 X, nr. 101

Stoffer SGP en VVD: ​Verzoekt de regering, de defensievisie aan te vullen met een nader uitgewerkt kader voor de wijze waarop taakspecialisatie kan vormgegeven inclusief de voor- en nadelen daarvan.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 54

1-12-2020

In behandeling

 

​vd Nieuwenhuizen GL, VVD, D66, CDA: Verzoekt de regering, de bij de naamgeving van marineschepen betrokken instanties binnen defensie de uitdrukkelijke wens vanuit de Kamer mee te geven dat tenminste twee van de nieuw te verwerven marineschepen, waaronder fregatten, naar vrouwen met een grote betekenis voor de Nederlandse vrijheid worden vernoemd.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 40

1-12-2020

In behandeling

 

Fritsma ​PVV: Verzoekt de regering om een einde te maken aan de praktijk dat middels door Defensie verstrekte leningen de kas van het Turkse leger wordt gespekt.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 36

1-12-2020

In behandeling

​Gerappoteerd in Kamerstuk 35925 X, nr. 17

​Stoffer SGP: Verzoekt de regering, te onderzoeken of Nederland hier (ontwikkeling van MGCS) in een vroeg stadium bij betrokken kan worden.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 53

1-12-2020

Uitgevoerd

​Kamerstukken 33279, nr. 32, 33279, nr. 33 en 22112, nr. 3453​

​vd Bosch VVD: Verzoekt de regering de mogelijkheden in kaart te brengen om een dergelijke dag (voor achttienjarigen) ook in Nederland in te voeren.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 37

1-12-2020

Uitgevoerd

​Kamerstuk 2021Z24067 (Ontwikkelingen op Personeelsgebied)

Motie Öztü​rk: ​Verzoekt de regering voldoende middelen in te zetten voor goede begeleiding van militairen en veteranen, die naar aanleiding van hun actieve militaire carrière een PTSS hebben opgelopen.​

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 56

1-12-2020

Uitgevoerd

​Gerapporteerd in Kamerstuk 30139, nr. 254

​vd Nieuwenhuizen  en Belhaj: Verzoekt de regering, scenario's op te stellen voor mogelijke routes van specialisatie van defensie binnen haar internationale partnerschappen en deze scenario's voor te leggen aan de Kamer.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 39

1-12-2020

In behandeling

 

​Gewijzigde motie van de leden Van Helvert en Stoffer over de exportkansen van de drie aanbieders voor de Nederlandse marinebouw in kaart brengen.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 63

1-12-2020

Uitgevoerd

​Kamerstuk 34225, nr. 28 en 2022D16361

Stoffer SGP en CDA: ​Verzoekt de regering, bij evaluatie van de Wet defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) te betrekken hoe daarin de notie kan worden opgenomen dat mede ten behoeve van investeringen in en instandhouding van materieel gestreefd wordt naar het realiseren van de NAVO-norm.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 55

1-12-2020

In behandeling

 

Kerstens PvdA, SP en GL:​ Verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat ten aanzien van de inmiddels herhaaldelijk door de Veteranenombudsman in dezen gedane aanbevelingen bij zijn eerstvolgende Klachtmonitor duidelijke verbeteringen te zien zijn.

Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020

35570 X, nr. 48

1-12-2020

In behandeling

 

motie van Helvert c.s. over een andere locatie voor de radar zoeken

WGO Personeel/ Materieel

35570 X, nr. 24

30-11-2020

Uitgevoerd

​Kamerstuk 31936, nr. 940

motie Belhaj c.s. over behoud van het Mariniersmuseum in Rotterdam

WGO Personeel/ Materieel

35570 X, nr. 27

30-11-2020

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstuk 35925 X, nr. 15

motie Belhaj over de uitkomst van de blootstellingssimulatie evenwichtig laten meewegen in het ontwerp van de SMART-L-radar

WGO Personeel/ Materieel

35570 X, nr. 29

30-11-2020

Uitgevoerd

​Kamerstuk 31936, nr. 940

Motie Stoffer c.s. over optimaal gebruikmaken van een zelfscheppend Nederlands marinebouwcluster

WGO Personeel/ Materieel

35570 X, nr. 30

30-11-2020

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstuk 34225, nr. 28

Gewijzigde motie van het lid Diks over onderzoeken van incidenten bij militaire inzet in coalitieverband (t.v.v. 35363, nr. 3)

Plenair debat transparantie burgerslachtoffers

35363, nr. 4

19-12-2019

In behandeling

 

Kerstens over de randvoorwaarden van een nieuw functie- en beloningsgebouw tot stand brengen en zo bij te dragen aan de aantrekkelijkheid van Defensie als werkgever

VAO Personeel

35300, nr. 50

19-12-2019

In behandeling

 

​Helvert c.s. over gebruikmaken van rijksbreed beschikbaar gestelde middelen voor klimaatdoelen

Plenair debat begroting 2020

35300 X, nr. 26

7-11-2019

Uitgevoerd

​Kamerstuk 34919, nr. 74​

​De Roon over zelfstandig beslissen over aanbesteden van Defensieprojecten

Plenair debat begroting 2020

35300 X, nr. 19

7-11-2019

In behandeling

 

​Motie Diks en Kerstens over het monitoren van mogelijke gezondheidsgevolgen voor het Defensiepersoneel

VAO militair radarstation Herwijnen

31936, nr. 654

11-9-2019

In behandeling

 

Belhaj: verzoekt de regering, alle mogelijke maatregelen te treffen om blootstelling aan en gezondheidsschade veroorzaakt door uitstootgassen van burnpits zo veel als mogelijk te voorkomen.

AO Personeel

35000 X, nr. 113

9-4-2019

Doorlopend

 

Kerstens: verzoekt de regering, voor eens en altijd duidelijk te maken dat het bij het melden van misstanden en calamiteiten onder druk laten ondertekenen van geheimhoudingsverklaringen niet aan de orde is.

AO Personeel

35000 X, nr. 118

9-4-2019

Uitgevoerd

Kamerstuk 35300 X, nr. 54

Belhaj: verzoekt de regering, om de nota Defensie Industrie Strategie en de Innovatiestrategie Defensie aan te vullen met voorstellen die volgen uit het plan van aanpak Defensie Operationele Energiestrategie.

NO DIS

31125, nr. 98

18-2-2019

In behandeling

 

​Bruins Slot c.s. over meer reservisten werven bij de Rijksoverheid

NO Reservisten

35059, nr. 7

11-2-2019

Uitgevoerd

​Kamerstuk 35925 X, nr. 78

Belhaj: verzoekt de regering, na één jaar het functioneren van de IVD, het MID en de COID te evalueren, het personeel (burgers en militairen) te betrekken bij deze evaluatie en de onderzoeksopzet van de evaluatie vooraf aan de kamer voor te leggen.

AO Veiligheid en integriteit

35000 X, nr. 97

7-2-2019

Uitgevoerd

​Kamerstuk 35000 X, nr. 106

Motie van het lid Belhaj over het waarborgen van onafhankelijkheid van onderzoeken door IVD en COID​

VAO Integrale aanpak veiligheid en integriteit

35000-X-90

7-2-2019

Uitgevoerd

​Kamerstukken 35000 X, nr. 106

Stoffer en Verhoeven: verzoekt de regering, een Ruslandstrategie op te stellen en deze in 2019 aan de Kamer voor te leggen.

Plenair debat Rusland

33694, nr. 37

20-12-2018

Uitgevoerd

Kamerstuk 35 373, nr. 1

Bruins Slot: verzoekt de regering, de Defensie Cyber Strategie te verbreden met de inzet van cybersoldaten om Nederland te beschermen als cyberaanvallen in de ruimte dreigen de samenleving te ontwrichten, en de Kamer daarover te informeren.

Begrotingsbehandeling 2019

35000 X, nr. 52

21-11-2018

In behandeling

 

Stoffer: verzoekt de regering, deze samenwerking verder te optimaliseren door meer gebruik te maken van dual-use-innovatie en het waar mogelijk bevorderen van afspraken over reële toegang voor Nederlandse bedrijven tot door Defensie ontwikkelde kennis.

Begrotingsbehandeling 2019

35000 X, nr. 64

21-11-2018

Uitgevoerd

Kamerstuk 35570 X, nr. 32

Kerstens: verzoekt het kabinet in het kader van bedoelde zorgvuldigheid in overleg met betrokkenen zoals hiervoor genoemd te bezien op welke wijze tot een gedragen besluit kan worden gekomen en de Kamer hierover te informeren.

Plenair debat luchthavenbesluit

34932, nr. 11

5-7-2018

Deels uitgevoerd

Kamerstuk 31936, nr. 877

Van Raan en Kerstens: Verzoekt de regering de militaire luchthavens nadrukkelijk aan te sporen zich op te stellen als goede buur.

Plenair debat luchthavenbesluit

34932, nr. 6

5-7-2018

Uitgevoerd

Onderdeel van beleid.

Motie van het lid Diks, verzoekt de regering, tijdelijke ontheffingen van wege operationele noodzaak voortaan altijd te laten vergezellen door een formeel vastgelegde schriftelijke verslaglegging van de uitgevoerde veiligheidschecks waaruit blijkt dat de munitie gedurende deze periode veilig kan worden gebruikt, en na het verstrijken van de tijdelijke ontheffing de typeclassificatie alsnog zo spoedig mogelijk uit te voeren.

VAO Veiliheid en integriteit

34775 X, nr. 132

3-7-2018

Uitgevoerd

​Kamerstukken 2017–2018, nr. 3112 en 35300 X, nr. 47

Van Dijk: verzoekt de regering de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer betreffende de administratie van de munitieopslag over te nemen, en onderzoek te doen of dit probleem ook speelt bij de administratie van de voorraad van explosieven.

WGO Jaarverslag

34950 X, nr. 10

20-6-2018

Uitgevoerd

 

Belhaj: verzoekt de regering, te allen tijde de Kamer actief te informeren, mocht de taak die opgenomen is in een instellingsbesluit voor het oprichten van een (tijdelijke) commissie onverhoopt geheel of gedeeltelijk wijzigen.

AO Veiligheid en integriteit

34775 X, nr. 110

16-5-2018

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerbrief Lijst van vragen en antwoorden over de Jaarrapportage 2019 Visitatiecommissie Defensie en Veiligheid, 34919, nr. 41

Belhaj: verzoekt de regering, na het voltooien van het strafrechtelijk onderzoek door het OM, onderzoek te doen naar de mogelijkheid om tot (aanvullende) interne disciplinaire maatregelen over te gaan indien er op enig moment sprake is geweest van nalatig en/of verwijtbaar handelen.

AO Veiligheid en integriteit

34775 X, nr. 109

16-5-2018

In behandeling

 

Van Dijk: verzoekt de regering, alle mogelijke middelen in te zetten om het beantwoorden van de schuldvraag mogelijk te maken en daaraan consequenties te verbinden.

AO Veiligheid en integriteit

34775 X, nr. 112

16-5-2018

In behandeling

 

​Gewijzigde motie van het lid Diks over communicatie met externen over misbruikzaken (t.v.v. 34775 X, nr. 155)

AO Veiligheid en Integriteit

34775 X, nr. 199

16-5-2018

In behandeling

 

​Voordewind: verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze in het toetsingskader voor deelname aan internationale missies duidelijke, controleerbare criteria voor de veiligheid en de medische zorg voor Nederlandse militairen tijdens internationale missies opgenomen kunnen worden, en de Kamer hierover te informeren,

Begrotingsbehandeling 2018

34665 X, nr. 52

23-11-2017

In behandeling

 

Motie van de leden Ploumen en Karabulut. Verzoekt de regering, te waarborgen dat er ook na het melden van een incident mogelijkheid tot nazorg is.

Begrotingsbehandeling

34775 X, nr. 49

13-11-2017

In behandeling

 

Motie van het lid Belhaj c.s. over alert zijn op signalen over een angstcultuur

WGO Personeel

34775 X, nr. 23

13-11-2017

Uitgevoerd

​Kamerstukken 35000 X, nr. 13 en nr. 75

Motie De Roon over het plaatsen van langeafstandkruisraketten op nieuwe fregatten.

Begrotingsbehandeling 2017

34550 X, nr. 34

17-11-2016

In behandeling

 

Motie van de leden Van Helvert en Kerstens, constaterende dat Defensie een chroom-6-regeling heeft getroffen; overwegende dat POMS-locaties zoals Eygelshoven mogelijk in vergelijking met andere locaties bij Defensie dermate uniek zijn dat het gerechtvaardigd kan zijn om alleen voor oud-medewerkers van de POMS-locaties een aparte regeling te treffen, verzoekt de regering, een commissie in te stellen om deze vraag te onderzoeken en advies ter zake uit te brengen.

WGO

35570 X, nr. 41

 

Uitgevoerd

Kamerstukken 35 925 X, nr. 10 en  35 570 X, nr. 84

Tabel 53 Door bewindslieden gedane toezeggingen

Omschrijving van de toezegging

Bronnaam/ Vindplaats

Bronnummer

Datum

Status

Nummer Kamerbrief

​De staatssecretaris van Defensie zegt dat het Strategisch Vastgoedplan uiterlijk medio oktober 2022 aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.

CD Vastgoed

2022D30193

30-6-2022

In behandeling

 

De staatssecretaris zegt toe uiterlijk begin juli 2022 de Kamer vertrouwelijk de risico-inventarisatie toe te zullen sturen op basis waarvan de staatssecretaris de keuze voor een ander verwervingstraject heeft gemaakt.

CD Materieel

2022D28993

29-6-2022

Afgedaan

Kamerstuk 34225, nr. 39

De staatssecretaris van Defensie zegt toe de Tweede Kamer uiterlijk 2 oktober nader te zullen informeren over vervolgstappen in het verwervingstraject van de nieuwe onderzeeboten, openbaar waar mogelijk en vertrouwelijk waar noodzakelijk.

CD Materieel

2022D28993

29-6-2022

In behandeling

 

​​Toezegging door Min BZK dat de Kamer in het najaar nader wordt geïnformeerd over het wettelijk kader rond de verplaatsing naar het buitenland van de schotels in Burum.

CD IVD -aangelegenheden

2022D29832

29-6-2022

In behandeling

 

​De minister van Defensie zegt toe dat de volgende periodieke update over wapenleveranties aan Oekraïne nog voor het Zomerreces aan de Kamer zal worden gestuurd.

CD NAVO

2022D28078

23-6-2022

Afgedaan

Kamerstuk 22054, nr. 368

De minister van Defensie zegt toe uiterlijk 1 november 2022 de Kamer te zullen informeren over de stand van zaken met betrekking tot de doorvoering van de aanbevelingen in de evaluatie van het PTSS-protocol uit 2016.

Notaoverleg Veteranen

2022D25994

20-6-2022

In behandeling

 

De minister van Defensie zegt toe dat in samenspraak met het NLVI in contact zal worden getreden met de VNG en eventueel andere instanties en hen te wijzen op de mogelijkheden van financiële ondersteuning van veteranenhuizen, en de Kamer hierover uiterlijk in de komende Veteranennota te informeren.

Notaoverleg Veteranen

2002D25994

20-6-2022

In behandeling

 

De minister van Defensie zegt toe voorafgaand aan het notaoverleg Veteranen 2023 de Kamer nader te zullen informeren over de criteria om de status van veteraan te verkrijgen.

Notaoverleg Veteranen

2022D25994

20-6-2022

In behandeling

 

Minister gaat kijken naar Criteria om V-status te verkrijgen in het licht van nieuwe vormen (drones etc.) van oorlogsvoering.

Notaoverleg Veteranen

2022D25994

20-6-2022

In behandeling

 

​De minister zegt toe de volgende veteranennota's uiterlijk op 1 juni van dat jaar  en van trends voorzien, aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.

Notaoverleg Veteranen

2022D25994

20-6-2022

Doorlopend

 

​De minister zegt toe de Kamer zo spoedig mogelijk inzicht te bieden in de huidige en toekomstige NAVO presentie aan de Oostflank.

CD NAVO Defensie ministeriele 16-17 juni

2022D24352

8-6-2022

Afgedaan

Kamerstuk 2022Z14051

De minister gaat uitzoeken waar extra geld naar toe moet in het kader van de ontwikkeling van het loongebouw. Hij deelt de uitkomst met de Kamer.

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

1-6-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36124, nr. 1

​Er komt een uitvoeringsagenda voor onze verduurzamingsplannen.

Defensienota 2022

36124, nr. 1

1-6-2022

In behandeling

 

​Minister Ollongren zegt toe de Kamer op de hoogte te houden van de voortgangsrapportages van de Hoge vertegenwoordiger (EDEO) m.b.t. het halen van de doelstellingen van het Strategisch Kompas. Indien er in dit najaar geen voortgangsrapportage volgt zullen we een eigen appreciatie geven.

CD EU Defensieraad en rol EC veiligheid en defensie

21501 28, nr. 242

12-5-2022

Doorlopend

 

​BZ, Defensie en JenV zullen de Kamer voor de zomer een brief sturen waarin kaders worden geschetst over de verantwoordelijkheden van de Nederlandse Staat richting lokaal personeel bij militaire missies.

Debat over de stand van zaken rondom de evacuatie in Afghanistan

Verslag 67e plenaire vergadering 31 maart 2022

31-3-2022

In behandeling

Gerapporteerd in Kamerstuk 2022Z14731

​De minister zou willen onderzoeken of wij een bredere groep van medewerkers van Defensie, de de bredere groep die ook onder de tolkenregeling valt , van een blijk van waardering zouden kunnen voorzien (bijvoorbeeld tolkenpenning).

Debat over de stand van zaken rondom de evacuatie in Afghanistan

Plenair verslag 67e vergadering 31 maart 2022

31-3-2022

In behandeling

 

​​De ministers van DEF, BZ en BHOS zegde toe dat 'de gevolgen van het wegvallen van operationele en logistieke ondersteuning door Frankrijk aan andere missies [wordt] onderzocht indien wordt besloten dat Takuba in Mali wordt beëindigd. Over de uitkomst van zal de Kamer worden geïnformeerd.

Kamerbrief Afrikabeleid

29237, nr. 177

30-3-2022

Afgedaan

Kamerstuk 2022Z12463

​De minister van Defensie zegt toe schriftelijk te zullen terugkomen op komende aanbestedingen in het kader van het EDF, met name om te voorkomen dat dubbelingen in aankopen op het niveau van individuele landen zullen plaatsvinden.

CD Hoofdlijnen Defensiebeleid

2022D11058

17-3-2022

Afgedaan

Kamerstuk 2022Z08893

​De staatssecretaris van Defensie zegt toe op niet al te lange termijn  de Kamer nader te zullen informeren over de voortgang op het dossier vervanging onderzeeboten, inclusief het doorvaren van de Walrusklasse.

CD Hoofdlijnen Defensiebeleid

2022D11058

17-3-2022

Afgedaan

Kamerstuk 34225, nr. 35

​De minister van Defensie zegt toe dat de Defensienota tijdig voor de komende zomer aan de Kamer zal worden aangeboden, zodat de Kamer die voor het zomerreces adequaat kan behandelen.

CD Hoofdlijnen Defensiebeleid

2022D11058

17-3-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36124, nr. 1

De staatssecretaris heeft toegezegd de start en de planning van het actualisatieproces snel ter hand te nemen en in de Defensienota te vermelden wanneer die actualisatie zal starten.

CD Hoofdlijnen Defensiebeleid

2022D11058

17-3-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36124, nr. 1

​De minister informeert de Kamer deze week schriftelijk over (haar appreciatie van) de nieuwe versie van het Strategisch Kompas, die vanochtend is gepresenteerd.

CD EU Defensieraad

21501 28, nr. 239

15-3-2022

Afgedaan

Kamerstuk 21501 28, nr. 236

De minister zegt toe de Kamer te informeren over het gebruik van verboden wapens/ munitie in de oorlog Oekraïne-Rusland. Openbaar als het kan, vertrouwelijk als het moet.

Debat over de situatie in Oekraïne

2022D07985

28-2-2022

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 21501 20, nr. 1796

​De minister zegt toe om de Kamer (via de geëigende kanalen) te informeren over het gegeven of men binnen de NAVO meer inlichtingen met elkaar kan delen.

Debat over de situatie in Oekraïne

2022D07985

28-2-2022

In behandeling

 

​De minister zegt toe om in kaart te brengen waar het in de financiële zin om gaat m.b.t. het toekomstbestendig maken van de Krijgsmacht.Aan het lid Brekelsmans werd aanvullend toegezegd om in deze brief eveneens inzichtelijk te maken wat het zou kosten als we X willen, willen versnellen of als we extra's willen doen, zodat er een concreet beeld is wat we aan de NAVO kunnen leveren wanneer ze hierom vragen.

Debat over de situatie in Oekraïne

2022D07985

28-2-2022

In behandeling

 

​Staatssecretaris zegt toe 1x per jaar terug te koppelen welke aanbevelingen we van de IVD hebben overgenomen en welke niet (onderdeel jaarverslag).

CD Veiligheid en Integrteit

2022D06579

16-2-2022

Doorlopend

 

​Staatssecretaris zegt toe in gesprek te zullen gaan met slachtoffers Chroom-6 (indien zij hier ook open voor staan).

CD Veiligheid en Integriteit

2022D06579

16-2-2022

In behandeling

 

​Minister Ollongren zegt toe de Kamer een brief te versturen over het Cyber Rapid Response Team in het kader van het PESCO project.

Debat over de situatie in Oekraïne

36045, nr. 1

3-2-2022

Afgedaan

Kamerstuk 2022Z02903

​De minister zegt toe er naar te streven het rapport over het onafhankelijk onderzoek LIMC voor de zomer aan de Kamer te kunnen aanbieden en ervoor te zorgen dat de aanbevelingen betrokken worden bij de reeds aangekondigde beleidsvisie Informatiegestuurd Optreden (IGO)

Brief onafhankelijk onderzoek LIMC/ Tweeminutendebat LIMC

2022Z01671 en 2022D03979

2-2-2022

In behandeling

Gerapporteerd in Kamerstuk 32761, nr. 242

​MIN BHOS: Ik weet niet precies waar de F-35's gaan patrouilleren die in Bulgarije gestationeerd zijn. Hier komt het kabinet schriftelijk op terug (Gaat Defensie aan).

Mondelinge vragen 25-01-2022

plenair verslag 41e vergadering, dinsdag 25 januari 2022

25-1-2022

Afgedaan

Kamerstuk 28676, nr. 387

​MP: Bewindspersonen zullen binnen uiterlijk drie weken met een planning komen van de uitwerking van het coalitieakkoord op hun beleidsterrein (de «planning van de planning»

Plenair debat over de Regeringsverklaring

2022D01485 en 2022D01745

19-1-2022

Afgedaan

Kamerstukken 35925 X, nr. 59 & 36124, nr. 1

​MinDef zegt toe (vraag D66) dat er in de voortgangsbrieven over de anti-ISIS coalitie aandacht zal worden besteed aan de situatie (dreigingsbeeld) in Noordoost-Syrië.

CD Artikel-100 Nederlandse bijdrage aan de anti-ISIS-coalitie ‒ 16 december 2021

2021D51011

16-12-2021

Afgedaan

Kamerstuk 27925, nr. 911

​De minister zegde toe om zo spoedig mogelijk, maar zeker binnen drie maanden, een kabinetsreactie op het advies van de AIV en CAVV naar de Kamer te verzenden en daarbij ook andere relevante informatie (o.a. uitkomst CCW standpunt Rode Kruis) te betrekken.

Notaoverleg Autonome Wapensystemen

Kamerstuk 35848, nr. 11

13-12-2021

Afgedaan

Kamerstuk 2022Z12434

​​Toezegging om doelstellingen van artikel 100 missies helder en eenduidig te formuleren.

Kabinetsreactie eindevaluatie EMASOH

29521, nr. 438

6-12-2021

Doorlopend

 

​​In het operationele planningsproces (voor een art. 100 missie) dient meer aandacht uit te gaan naar het onderkennen en begrijpen van de militair-diplomatieke relaties en de lokale bureaucratische processen. De mogelijkheid tot het verkrijgen van diplomatieke goedkeuring voor toegang vormt hierin een belangrijk component. Toezegging dat er de toekomst indien mogelijk concretere afspraken gemaakt moeten worden voorafgaand aan een missie, zodat een uitgezonden eenheid wordt ontlast.

Kabinetsreactie eindevaluatie EMASOH

29521, nr. 438

6-12-2021

In behandeling

 

De minister wil deze schriftelijke vraag over Chora voor het einde van de maand beantwoorden.

Begrotingsbehandeling 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

Afgedaan

Kamerstuk 2021D47403

De minister zal de kamer een brief sturen over de actuele stand van zaken voorafgaand aan het debat over Afghanistan

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

Afgedaan

Kamerstuk 27925, nr. 872

De minister zal bezien hoe Nederlandse bedrijven in de toekomst een goede rol kunnen vervullen bij de bouw en de instandhouding van de nieuwe onderzeebootcapaciteit.

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

In behandeling

 

F-35 tekortkomingenDe minister zal in het geval dat als gevolg van tekortkomingen er over de kwaliteit van het vliegtuig getwijfeld wordt, dit uit de voortgangsrapportage halen die het TNO maakt en dit met de kamer delen.

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

In behandeling

 

De minister zal bij MinFIN en MinSZW het belang van Defensie kenbaar maken, gezien de onredelijkheid van het betalen van de RvU boete. De minister zal de Kamer hierover informeren.

Begrotingsbehandeling 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

Afgedaan

Kamerstuk 35925 X, nr. 51

De minister zal zich verdiepen in de mogelijkheden om in het cyberdomein te kunnen trainen in bijvoorbeeld een gebouwde simulatie.

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

Afgedaan

Kamerstuk 32761, nr. 203

De minister zal aan de Kamer informeren over de gezondheid van de natuur van Defensieterreinen. Minister zal het RVB vragen om een rapportage en deze aan de Kamer zenden.

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

In behandeling

 

De minister zal gezien het herhaaldelijke verzoek van uw Kamer voor de begroting 2023 de mogelijkheden verkennen met inachtneming van de nationale veiligheid om meer inzicht te geven in de totale budget van de MIVD.

Begrotingsbehandeling 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

Afgedaan

Ontwerpbegroting, bijlage 8

De minister zal de oorzaken van de tijdsoverschrijdingen in het V-OZBT programma intern laten onderzoeken, de programma-organisatie extern laten doorlichten. Vervolgens een nieuwe planning bekend stellen aan de Kamer.

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

Afgedaan

Kamerstuk 34225, nr. 35

De minister gaat zich verdiepen in het verruimen van aanname- en selectiecriteria van Defensie. Toezegging herzien na behandeling motie 20 (BBB).

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

In behandeling

 

De minister zal de personeelsadministratie voor wat betreft voor ons werkend lokaal personeel in het buitenland beter op orde krijgen. Dit zal gedeeld worden met de kamer. [Toezegging herzien na behandeling motie 11 (D66)]

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 722 en 2022Z14731

De minister zal de consequenties uitwerken van specialisatie en internationale samenwerking en daar met de Kamer over van gedachte wisselen om de effecten moeten we ook onder ogen zien.

Begrotingsbehandeling 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

In behandeling

 

​De minister heeft informeel toegezegd uit te zoeken of Nederland gebruik maakt van tolken of lokaal personeel bij de uitvoering van de C-130 bijdrage aan MINUSMA. Tevens wordt er gekeken of Nederland gebruikt heeft gemaakt van tolken of lokaal personeel in de periode 2014-2019

CD C-130 bijdrage MINUSMA (artikel 100)

29521, nr. 433

27-10-2021

In behandeling

 

De minister zegt toe de VN-beoordeling van het Togolese Role-2 hospitaal in Kidal (indien beschikbaar) met de Kamer te delen.

CD C-130 bijdrage MINUSMA (Artikel 100)

29521, nr. 433

27-10-2021

Afgedaan

Kamerstuk 29521, nr. 437

​De Roadmap Energietransitie Materieel wordt, zodra die is vastgesteld, aan de Tweede Kamer gestuurd. In eerste instantie toegezegd voor december '21.

Vaststelling van de Begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2022

35925 X, nr. 9

22-10-2021

In behandeling

 

​Nederland onderhoudt op hoofdstedelijk niveau, via de Nederlandse ambassade in Bamako en via VN- en EU-kanalen nauw contact met bondgenoten over de standpunten en ontwikkelingen ten aanzien van Wagner Group en de gevolgen van een eventuele deal voor de internationale inzet. Mochten de ontwikkelingen hiertoe aanleiding geven, dan zal de Kamer nader worden geïnformeerd.

Aanvullende artikel 100 brief over de voorziene bijdrage van een C-130 transportvliegtuig aan de VN-missie MINUSMA in Mali en technische verlenging van de kleine missiebijdragen in de Sahel

29521, nr. 426

15-10-2021

Afgedaan

21501 02, nr. 2449

Boswijk: «Bij die evacuatie en identificatie zijn ook veteranen ingezet en ik denk vrij succesvol. Stel dat die mensen naar Nederland komen. Hebben die veteranen dan nog een rol bij de integratie en bij het opvangen enzovoort?»Kamp: «Mag ik die suggestie van meneer Boswijk meenemen? Ik ga kijken wat we al doen en wat misschien verstandig is om ook naar aanleiding van zijn suggestie te doen, dus ik pak dat op.»

Commissiedebat Afghanistan

Plenaire verslag (stenogram)

14-10-2021

Afgedaan

Kamerstuk 27925, nr. 892

Er is aangegeven dat de les is dat bij toekomstige missies een betere administratieve registratie moet worden bijgehouden van de personen die voor Nederland werken tijdens een dergelijke missie.

Plenair debat Afghanistan

2021D39496

15-9-2021

Doorlopend

 

Er is aangegeven dat de tolkenregeling oneindig is en dat Defensie zorg draagt hiervoor.

Plenair debat Afghanistan

2021D39496

15-9-2021

Doorlopend

 

De minister van Defensie zegt toe voor het einde van het zomerreces 2021 de Kamer te zullen informeren over de beperkende maatregelen in het verre Oosten als gevolg van corona voor Zr.Ms. Evertsen als onderdeel van de carrier strike group.

CD Missies/ operaties

27925, nr. 840

8-7-2021

Afgedaan

Kamerstuk 29521, nr. 424

​De staatssecretaris zegt toe in het najaar van 2021 een nieuwe enqu​ête te houden onder alle mensen die ingeschreven staan bij het informatiepunt Chroom-6 over hoe het informatiepunt verbetert kan worden.

Plenair debat Chroom-6

Handelingen vergaderjaar 2020/2021, nr. 95

30-6-2021

Openstaand

 

​De staatssecretaris zegt toe dat het SICT Defensiebreed zal monitoren op de beschikbaarheid van voldoende gehoorbescherming.

Plenair debat Chroom-6

Handelingen vergaderjaar 2020/2021, nr. 95

30-6-2021

Openstaand

 

​De staatssecretaris zegt toe bij de VS navraag te doen over hoe Amerikaans defensiepersoneel persoonlijk beschermingsmiddelen laagdrempelig kan verkrijgen.

Plenair debat Chroom-6

Handelingen vergaderjaar 2020/2021, nr. 95

30-6-2021

Afgedaan

Kamerstukken 35925 X, nr. 54

De minister van Defensie informeert de Kamer over (de afwikkeling van) de schijnaanval van Russische gevechtsvliegtuigen op de Zr.Ms. Evertsen.

WGO Jaarverslag en Slotwet

2021D26567

29-6-2021

Afgedaan

Kamerstuk 29521 nr 425

In de volgende begroting wordt expliciet aandacht besteed aan de proeftuinen met betrekking tot het decentraal budget.

CD Personeel

35570 X, nr. 115

23-6-2021

Afgedaan

Kamerstuk 35925 X, nr. 4

De minister stuurt haar brief aan de Veteranenombudsman over het geval van verlopen rijbewijzen van in Duitsland gestationeerde militairen aan de Kamer.

Notaoverleg Veteranen

2021D25599

22-6-2021

Afgedaan

Kamerstuk 30139, nr. 246

De minister van Defensie informeert de Kamer in de volgende Veteranennota nader over de uitkomsten van het gezondheidsonderzoek naar welzijn en zorgbehoefte van ISAF-veteranen.

Notaoverleg Veteranen

2021D25599

22-6-2021

Afgedaan

Kamerstuk 30139, nr. 254

De minister van Defensie informeert de Kamer in de volgende Veteranennota over de stand van zaken met betrekking tot revalidatietrajecten van veteranen.

Notaoverleg Veteranen

2021D25599

22-6-2021

Afgedaan

Kamerstuk 30139, nr. 254

De minister van Defensie informeert de Kamer in de volgende Veteranennota nader over het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV).

Notaoverleg Veteranen

2021D25599

22-6-2021

Afgedaan

Kamerstuk 30139, nr. 254

De Minister van Defensie zegt toe in de komende Veteranennota’s ook in te zullen gaan op de voortgang van de uitvoering van de aanbevelingen van de commissie-Borstlap inzake Dutchbat-III.

CD Missies/ Operaties Dutchbat-III

26122, nr. 55

8-6-2021

Afgedaan

Kamerstuk 30139, nr. 254

De staatssecretaris van Defensie zegt toe in de komende P-rapportages of personeelsbrief in te zullen gaan op eventuele ontwikkelingen in het oplossen van de resterende langlopende zaken.

CD Veiligheid en Integriteit

35570 X, nr. 104

1-6-2021

Deels afgedaan

Gerapporteerd in Kamerstuk 35925 X, nr. 4

​In de beleidsreactie op de visitatiecommissie zullen wij ander ingaan op wat Defensie van het Britse besturingsmodel kan leren, in relatie tot toezicht.

CD Veiligheid en integriteit

35570 X, nr. 104

1-6-2021

Afgedaan

Kamerstukken 34919, nr. 81

De staatssecretaris zendt ieder in het kader van GrIT uitgebracht BIT-advies aan de Kamer.

AO Grensverleggende IT

31125, nr. 117

10-12-2020

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstukken 31125, nr. 119 en 35728, nr. 6

De minister informeert de Kamer over de onderzoeksvragen (van de onafhankelijke commissie) zodra deze zijn vastgesteld, alsmede over de voortgang van het onafhankelijke onderzoek.

Notaoverleg Burgerslachtoffers

27925, nr. 750

8-10-2020

Deels afgedaan

Gerapporteerd in Kamerstuk 27925, nr. 754

Staatssecretaris informeert de kamer over resterende punten wat betreft AOW-gat en RVU boetes. De Staatssecretaris zegt toe het gesprek aan te willen gaan met de Kamer over andere zaken die nog spelen.

AO Personeel

35300, nr. 86

18-6-2020

Deels afgedaan

Kamerstuk 35925 X, nr. 51

Niet in de geannoteerde agenda’s, maar in de verslagen van de EU Defensieraden informeert de minister van Defensie de Kamer voortaan over de voortgang en stand van zaken van de Europese Defensiesamenwerking.

AO EU Defensieraad

21501 28, nr. 200

3-3-2020

Doorlopend

 

Bij toekomstige missies wordt vooraf duidelijk gemaakt hoe de voortgang van de missie zal worden gemeten en in de artikel 100-brieven wordt standaard een paragraaf opgenomen waarin de aandachtspunten en risico's worden benoemd, en de maatregelen die we willen nemen om die te beperken.

Plenair debat over misleiding VS t.a.v. de oorlog in Afghanistan

Plenaire verslag (stenogram)

6-2-2020

Doorlopend

o.a. gerapporteerd in Kamerstukken 29521, nr. 417 en 27925, nr. 755

De ontwikkeling van de prijzen voor exploitatie en investeringen zal de minister van Defensie – conform de aanbeveling van het CBS – ook de komende jaren blijven volgen. In het jaarverslag en de begroting zal de minister u hierover informeren.

Nota naar aanleiding van het verslag

35280, nr. 7

3-2-2020

Doorlopend

 

N.a.v. verzoek Stoffer (SGP)De Minister van Defensie zegt toe te investeren in de verbetering van het politieke bewustzijn en de informatievoorziening op het bestuursdepartement van Defensie.

Plenair debat Burgerslachtoffers Hawija

Plenaire verslag (stenogram)

27-11-2019

Afgedaan

Kamerstukken 28362, nr. 56 en 28362, nr. 59

De staatssecretaris van Defensie informeert de Kamer op reguliere momenten, bijvoorbeeld in het kader van het jaarverslag, over de invulling van de motie Van Helvert m.b.t. inzet klimaatgelden voor verduurzaming Defensievastgoed.

AO Vastgoed

34919, nr. 49

26-11-2019

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstruk 27830 313

De minister zegt toe bij de geannoteerde agenda’s van de Raad Buitenlandse Zaken-Defensie een update aan de Kamer te sturen over de ontwikkelingen over Europese Defensiesamenwerking.

AO EU Defensieraad

21501 28, nr. 195

6-11-2019

Afgedaan

Zie Kamerstuk 21501 28, nr. 200

De minister zegde toe dat zij een onderzoek zal (laten) uitvoeren naar de haalbaarheid en wenselijkheid van het openstellen van de Nederlandse krijgsmacht voor EU burgers

Nota Overleg Krijgsmacht van en voor Europeanen

35189, nr. 9

23-9-2019

In behandeling

 

De minister onderzoekt of zij de SG aanwijzing inzake speciale operaties aan de Kamer kan sturen. Indien dit mogelijk is, wordt deze aanwijzing aan de Kamer toegezonden.

AO MIVD

29924, nr. 187

3-7-2019

Afgedaan

Kamerstuk 35300 X, nr. 73

De Staatssecretaris zegt toe de Kamer te betrekken bij de herziening van het DMP.

AO Materieel

27830, nr. 285

25-4-2019

Afgedaan

Kamerstuk 36124, nr. 1

De Staatssecretaris van Defensie zegt toe de Kamer bij de begrotingen en bij de verantwoordingsstukken te zullen informeren over de experimenten en ervaringen m.b.t. innovatief partnerschap.

Notaoverleg Defensie Industrie Strategie

31125, nr. 102

18-2-2019

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 27830, nr. 303

De staatssecretaris van Defensie zal in de komende jaarverslagen integriteit het aantal meldingen van misstanden melden, inclusief de daarna genomen maatregelen.

AO Integrale aanpak Veiligheid en integriteit

35000 X, nr. 95

17-1-2019

Afgedaan

Kamerstuk 35925 X, nr. 79

In de jaarverslagen zal inzichtelijk worden gemaakt wat de stand van zaken is van de realisatie van doelstellingen op het gebied de energiestrategie (nulmeting in 2019 en realisatie vanaf 2020).

Notaoverleg Defensie Energiestrategie

34895, nr. 8

10-9-2018

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 34919, nr. 74

De minister van Defensie zegt toe in de komende voortgangsrapportages en evaluaties van militaire missies nader in te zullen gaan op de effecten van lopende missies op de gereedheid van de Defensieorganisatie in brede zin.

AO voortgang missies/ operaties

29521, nr. 366

27-6-2018

Doorlopend

 

De minister van Defensie zegt toe in de komende Veteranennota meer in te zullen gaan op de langere termijn, en dit tweejaarlijks te zullen herhalen. (Start 2019).

Notaoverleg Veteranen

30139, nr. 201

26-6-2018

Doorlopend

Laatst gerapporteerd in Kamerstukken 30139, nr. 220 en 30139, nr. 243

De minister van Defensie zegt toe in de volgende evaluaties het aantal militairen en het aantal missies te vermelden.

AO Evaluatie missies/ operaties

29521, nr. 350

13-9-2017

Doorlopend

 

De minister zegt toe om in de Jaarverslagen het stoplichtmodel te implementeren voor de maatregelen ter versterking van de basisgereedheid.

WGO Jaarverslag Ministerie van Defensie 2016

34725 X, nr. 11

14-6-2017

Doorlopend

Laatst gerapporteerd in Kamerstuk 34919, nr. 78

De minister stuurt de afgeronde onderzoeken van het RZO meteen naar de Kamer (en niet 1x per jaar).

Notaoverleg Veteranen

30139, nr. 164

20-6-2016

Afgedaan

RZO is opgegaan in het nieuwe Veteraneninstituut

De minister gaat nog duidelijker aangeven in rapportages en brieven wat het aandeel van pensioenen en uitkeringen is.

WGO Slotwet Ministerie van Defensie 2015

34475 X, nr. 15

16-6-2016

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstukken 35570 X, nr. 1 en 35570 X, nr. 2

​De minister van Defensie zegt toe voortaan documenten van algemeen defensiebelang, zoals de NATO Defence Planning Capability Review, ook aan de Eerste Kamer te sturen.

Plenaire vergadering T02301

Verslag EK 2015/2016, nr. 32, item 4

31-5-2016

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 28676, nr. 299

De minister houdt de Kamer op de hoogte van de gesprekken met het ministerie van VWS en de consequenties voor het calamiteitenhospitaal en de rol 4 als een deel van de financiering wordt stopgezet.

AO Personeel Defensie

34300 X, nr. 116

21-4-2016

Afgedaan

Kamerstukken 35570 X, nr. 84 en 2021Z24067

De Kamer ontvangt bij de begroting jaarlijks inzicht in de effecten van het wel/niet toekennen van prijscompensatie door de minister van Financiën.

WGO vaststelling begrotingsstaten voor het jaar 2016 onderldeel materieel

34300 X, nr. 68

2-11-2015

Doorlopend

 

De minister zal in de volgende Materieelprojectenoverzichten nadere toelichting geven op de keuzes die voor bepaalde  materieelprojecten gemaakt zijn. Daarbij wordt ingegaan op de overwegingen en de mogelijke gevolgen voor andere materieelprojecten.

WGO vaststelling begrotingsstaten voor het jaar 2016 onderldeel materieel

34300 X, nr. 68

2-11-2015

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 27830, nr. 313

De minister van Defensie zal de Kamer informeren over de gevolgen voor de nationaliteit van de actief dienende militair, die recent is vertrokken naar Syrië en zich waarschijnlijk heeft aangesloten bij ISIS (betreft vraagstuk van statelijke/niet-statelijke actoren).

AO MIVD

29924, nr. 135

9-9-2015

In behandeling

 

De minister van Defensie neemt voortaan bij artikel-100 brieven op wat de materiële gereedheid is alsmede de gevolgen voor de operationele gereedheid, inclusief de financiële aspecten daarvan.

WGO Jaarverslag en Slotwet 2014

34200, nr. 15

17-6-2015

Doorlopend

Gerapporteerd in 27925, nr. 769; 27925, nr. 868; 29521, nr. 426

​De minister van Defensie zegt, naar aanleiding van een vraag van het lid Franken (CDA), toe om de voortgangsrapportages over de F-35 ook aan de Eerste Kamer te zenden, en bij deze rapportages in te gaan op de ontwikkelingen in de stealthtechnologie en de sensoren.

Voortzetting beleidsdebat

Verslag EK 2014/2015, nr. 25 item 8

24-3-2015

Openstaand

 

De Kamer wordt bij toekomstige aanschaf van meer F-35 toestellen opnieuw vooraf geïnformeerd, echter niet meer met een DMP-D brief.

AO DMP-D vervanging F-16

26488, nr. 384

26-2-2015

Afgedaan

Kamerstukken 26488, nr. 468 en 36143, nr. 3

De ministers van Defensie en buitenlandse Zaken zeggen toe het gender-aspect, daar waar relevant, bij missies mee te nemen in een volgende evaluatie.

AO kleine operaties

29521, nr. 282

26-11-2014

Doorlopend

Laatst gerapporteerd 27925, nr. 755; 27925, nr. 732; 2022Z12463

​De minister van Defensie zegt de Eerste Kamer toe jaarlijks een totaaloverzicht (dezelfde als de Tweede Kamer reeds ontvangt) te sturen van de stappen die zijn gezet op het terrein van internationale militaire samenwerking

Mondeling overleg

33 750 X, F - blz. 15-16

25-11-2014

Doorlopend

 

De Kamer wordt bij toekomstige operaties/missies voortaan geïnformeerd over de mogelijke gevolgen van de betreffende missie voor de personeelscapaciteit bij de (ondersteunende) onderdelen van de Krijgsmacht.

AO Personeel

33750, nr. 69

27-5-2014

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 29521, nr. 426

De inzet van de minister is om de toekomstige geannoteerde agenda's en verslagen van NAVO-bijeenkomsten te verbeteren qua informatie over inhoud van de agendapunten en het Nederlandse standpunt.

AO NAVO Defensie Ministeriële

28676, nr. 200

18-2-2014

Doorlopend

Laatst gerapporteerd in Kamerstukken 28676, nr. 412 en 28676, nr. 409

Per missie zal in het vervolg op voorhand een inschatting van de kosten voor de zorg worden aangegeven. De kosten voor nazorg zullen ook worden meegenomen in de evaluatie van missies.

AO Personeel

31700 X, nr. 109

25-3-2009

Doorlopend

Laatst gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 755; 27925, nr. 732; 27925, nr. 868

In de toekomst zal de minister van Defensie in artikel-100 brieven en stand van zakenbrieven, wanneer van toepassing, ingaan op civiele dienstverlening tijdens uitzendingen.

AO Civiele Dienstverlening

31700 X, nr. 58

23-10-2008

Doorlopend

Laatst gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 755; 27925, nr. 732; 27925, nr. 868

7.4 Bijlage subsidieoverzicht

De subsidies worden verleend aan instellingen die voor Defensie een toegevoegde waarde hebben. Verder zijn de subsidie beschikkingen die Defensie verstrekt alleen bedoeld voor de specifieke subsidieaanvrager en berusten niet op wettelijk voorschrift, anders dan gelegen in de begroting en de regeling defensiesubsidies (http://wetten.overheid.nl/BWBR0013110/).

In 2017 is het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) ‘Subsidies, robuust en proportioneel’ uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een aantal aanbevelingen. Vanaf 2019 publiceert Defensie daarom de, vanaf dat moment uitgevoerde, subsidie-evaluaties op www.rijksbegroting.nl. De subsidies worden jaarlijks bij Defensie aangevraagd, door Defensie bezien en op risico’s beoordeeld. De grootte en eventuele risico’s zijn medebepalend voor het controle arrangement, waaronder de subsidie valt. De subsidies worden elke vijf jaar apart geëvalueerd. Tijdens de evaluatie wordt het gezamenlijk belang heroverwogen, waarna afhankelijk van de uitkomst, kan worden besloten tot afbouw van de subsidierelatie.

Tabel 54 Subidies (bedragen x 1.000 euro)

Naam

2021

2022

20231

2024

2025

2026

2027

Laatste evaluatie

Volgende evaluatie

Einddatum

Stichting Nederlands Veteraneninstituut (NLVi)2

21.765

23.274

23.496

    

n.v.t.

2026

2027

Nationaal Comité Herdenking Capitulatie 1945 Wageningen

25

25

25

25

25

25

 

2021

2026

2026

Stichting Veteranen Platform (VP)

304

212

212

    

2022

2027

n.t.b.

Stichting Koninklijke Defensiemusea

16.550

17.493

18.184

18.184

18.184

  

2019

2024

2024

Stichting Nationale Taptoe

276

304

304

    

2022

2027

n.t.b.

Universiteit van Amsterdam

74

74

77

    

2022

2027

n.t.b.

Stichting Maritiem Kenniscentrum

28

23

25

    

2022

2027

n.t.b.

Stichting Phantasy in Blue

25

25

25

    

2022

2027

n.t.b.

Stichting Historische Vlucht

111

118

125

    

2022

2027

n.t.b.

SWoon NLDA

15

22

25

    

2022

2027

n.t.b.

ASL BISL Foundation

40

40

40

    

2022

2027

n.t.b.

Stichting Power of Freedom, Invictus Games

0

5.000

    

Eenmalige subsidie

Subsidies te verstrekken na evaluatie/ nader te verdelen3

 

2.611

508

26.140

26.267

44.484

44.413

X Noot
1

De genoemde bedragen betreffen het wettelijk plafond voor subsidies

X Noot
2

Stichting Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) is op 1 januari 2021 gefuseerd met stichting de Basis en stichting Nederlandse Veteranendag. De nieuwe gefuseerde Stichting Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) wordt in 2022 niet geëvalueerd, maar wel in 2026. In 2022 vindt de evaluatie plaats van de voormalige drie veteranenstichtingen. In afwachting van deze evaluaties wordt het budget onder de post van het NLVI geplaatst.

X Noot
3

Wanneer een eventuele verlening nog in afwachting is van een evaluatie wordt het budget onder deze post geplaatst.

7.5 Bijlage toelichting op de Strategische Evaluatie Agenda

Conform de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) is in deze bijlage een uitwerking van de Strategische Evaluatieagenda (SEA) opgenomen. De SEA bestaat daarmee uit twee onderdelen: (1) een tabel met agendering van evaluaties en onderzoeken in de beleidsagenda en (2) een nadere uitwerking per SEA-thema. Deze nadere uitwerking omvat evaluaties die in het verleden zijn uitgevoerd, momenteel lopen of in de komende jaren op de planning staan. Zo ontstaat een volledig overzicht van de inzichten die Defensie door de jaren heen binnen elk SEA-thema verzamelt.

Toelichting thematische indeling

Zoals aangegeven in de vierde voortgangsrapportage van de rijksbrede Operatie Inzicht in Kwaliteit, gelden de begrotingsjaren 2022 en 2023 als overgangsperiode voor het werken met de SEA6. Voor de begroting van 2023 heeft Defensie de thematische indeling van de SEA conform de indeling van de Defensienota 2022 gewijzigd. 

Het rapporteren over de voortgang van de Defensienota doet Defensie via reguliere rapportages. Hieronder vallen bijvoorbeeld de stukken die als onderdeel van de begrotingscyclus worden aangeboden, zoals jaarverslagen en de begroting. Maar ook via thematische rapportages, zoals de personeelsrapportage en de inzetbaarheidsrapportage. Met deze rapportages informeert Defensie de Kamer over de inzet van militairen in binnen- en buitenland, de uitvoering van het defensiebeleid en de besteding van middelen. 

Voor het evalueren van de actielijnen uit de Defensienota, maakt Defensie zo veel als mogelijk gebruik van de SEA. De SEA helpt immers om alle monitors, evaluaties en onderzoeken zo te plannen, dat Defensie de voortgang op de actielijnen goed kan meten en daardoor tijdig over relevante sturings- en verantwoordingsinformatie beschikt. Het monitoren en evalueren van de actielijnen is een continu proces. Dit betekent dat de evaluatiebehoeften en de daaruit voortvloeiende onderzoeksagendering niet in één keer worden vastgesteld, maar periodiek worden herzien. Met het aanvullen van de evaluatieagenda wordt tevens duidelijk wanneer in de komende 4-7 jaar voor welke SEA-thema’s voldoende (relevante) inzichten voor een periodieke rapportage zijn verzameld. Deze periodieke rapportage vervangt op termijn de beleidsdoorlichtingen.

Uitwerking per thema

Thema 1. Krachtige ondersteuning

De toegenomen dreiging vraagt om een verbeterde gereedheid en inzetbaarheid: Defensie moet sneller en vaker kunnen worden ingezet en moet een inzet langer vol kunnen houden. Dat geldt voor elk van de drie hoofdtaken van Defensie. Op dit moment is het grootste knelpunt het tekort aan operationele ondersteuning (combat support en combat service support) en inzetvoorraden (BKI). Betere ondersteuning maakt Defensie wendbaarder en meer schaalbaar. Met meer en betere ondersteuning kan Defensie vaker ‘ja’ zeggen tegen nationale en internationale hulpverzoeken. Investeren in ondersteuning verhoogt ook de betrokkenheid en motivatie van onze mensen. Oefeningen lopen niet langer vast op tekorten aan reserveonderdelen, transport en munitie. Als militairen beter getraind zijn, verhoogt dat de gereedheid van de krijgsmacht. Om de voordelen van de betere ondersteuning zo snel mogelijk te behalen, pakt Defensie de investeringen slim aan. We maken afspraken met internationale partners en bondgenoten over het gezamenlijk aanschaffen en onderhouden van (nieuwe) ondersteunende capaciteiten.

Om inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn te krijgen, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van training, ondersteuning van gevechtseenheden, vergroten van de voorraden, samenwerking, nationale taken en ondersteuning aan civiele autoriteiten.

Tabel 55 Thema 1 Krachtige Ondersteuning

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 1 Defensienota «Krachtige ondersteuning»

Periodieke rapportage

n.t.b.

 

CMX’22 / Resilient Lion ’22

Ex-post evaluatie

2022

De NAVO organiseert periodiek een politiek-militair strategische crisismanagementoefening (Crisis Management Exercise, CMX) om besluitvorming in NAVO-verband te beoefenen. De editie van 2022 is afgelast in verband met de inval van Rusland in Oekraïne. Om alsnog relevante vraagstukken te bespreken in de daarvoor bestemde overleggen is de oefening Resilient Lion gehouden. Na afloop is de voorbereiding op – en deelname aan de oefening geëvalueerd en zijn aanbevelingen ter verbetering geformuleerd.

Flag Officer Sea Training (FOST)

Ex-durante evaluatie

2024

FOST is een instituut op het gebied van operationele training voor maritieme oorlogsvoering. Nederland doet al tientallen jaren mee aan de FOST. Met deze evaluatie wordt de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Nederlandse deelname aan de FOST onderzocht.

Thema 2. Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

Defensie heeft voldoende en de juiste mensen nodig om de uit de grondwet voortvloeiende hoofdtaken uit te voeren. Een toekomstbestendige krijgsmacht begint met investeringen in de mensen van Defensie. Zij zijn het hart van de organisatie. Zij moeten zich kunnen richten op hun unieke werk. Daarvoor moeten ze goed worden beloond, goede spullen hebben, passende opleidingen krijgen en in een veilige en prettige werkomgeving kunnen functioneren. De achterstand die Defensie door eerdere bezuinigingen heeft opgelopen, moet worden weggewerkt. Dat verbetert niet alleen de wendbaarheid, maar ook de gereedheid en inzetbaarheid van de organisatie.

Om inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn te krijgen, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van personeel, veiligheid, vastgoed en duurzaamheid.

Tabel 56 Thema 2. Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 2 Defensienota:«Een goede werkgever, verbonden met de samenleving»

Periodieke rapportage

n.t.b.

 

Toekomstvast - goedbeheerd

IBO

2021

Interdepartementaal beleidsonderzoek naar een toekomstbestendige vastgoedportefeuille voor Defensie.

Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS)

Ex-post evaluatie

2021

De RVS is in 2014 vastgesteld met als doel de afhandeling van de materiële schadevergoeding voor o.a. gewonde veteranen sneller en adequater af te handelen. Bij het vaststellen van de RVS hebben de sociale partners afgesproken om de regeling na een aantal jaren te evalueren. De evaluatie wordt uitgevoerd door de Auditdienst Rijk (ADR).

Integraal risicomanagement

Ex-ante evaluatie (nulmeting)

2021

Binnen Defensie loopt het programma IRM. Dit onderzoek is uitgevoerd om de startsituatie in kaart te brengen (nulmeting) alsook ontwikkelambities en de daarvoor benodigde stappen te inventariseren. Het onderzoek is uitgevoerd door het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR).

PvA Veiligheid

Ex-durante evaluatie

2022

Evaluatie van het PvA ‘Een veilige Defensieorganisatie’ om inzicht te krijgen in de status, de uitvoerbaarheid en de effectiviteit van de 40 maatregelen die in het PvA staan. De evaluatie is uitgevoerd door de ADR.

Barrières uitzenden vrouwelijke militairen

Ex-durante / ex-post evaluatie

2022

De Nederlandse krijgsmacht heeft zich gecommitteerd aan het ‘Elsie Initiatief’, dat gericht is op het vergroten van het aantal vrouwelijke militairen en politie in VN-vredesmissies. Een van de onderdelen van het initiatief is een zogeheten ‘barrière assessment’; een onderzoek om inzichtelijk te maken welke drempels in de organisatie het uitzenden van vrouwelijke militairen belemmeren.

Militaire gezondheidszorg

Beleidsdoorlichting

2022

Met deze beleidsdoorlichting wordt onderzocht in hoeverre het MGZ-beleid in de periode april 2011 tot september 2021 doelmatig en doeltreffend is geweest. Hiervoor wordt naar de herstructurering van de MGZ gekeken.

DEOS

Ex-durante evaluatie

2022

De Defensie Energie en Omgeving Strategie (DEOS) wordt geëvalueerd in de uitvoeringsagenda Duurzaamheid. Het doel van de evaluatie is om inzicht te krijgen in de huidige stand van zaken. Hierbij ligt de focus op doorontwikkeling van de duurzaamheidsdoelen.

Etnische diversiteit

Meting

2023

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) doet in samenwerking met de defensieafdeling Trends, Onderzoek & Statistiek (TOS) onderzoek naar de etnische samenstelling van Defensie. Het onderzoek gaat over de periode 2018-2020.

PARESTO

Doorlichting agentschap

2023

Tijdens deze doorlichting wordt het functioneren van het agentschap PARESTO onderzocht met focus op de governance, financieel beheer, doelmatigheidsbevordering en bekostiging. Deze doorlichting wordt uitgevoerd conform de Regeling agentschappen.

Diversiteitsbeleid

Ex-durante evaluatie

2023

Deze evaluatie is gericht op het diversiteitsbeleid van Defensie en is een vervolg op het onderzoek «Grenzen aan de Eenheid» dat het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in 2016/2017 heeft uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Defensie.

Aansturing vastgoedbeheer

Kwalitatief onderzoek

2024

Om meetbaar te maken in hoeverre wijzigingen in ons vastgoedbeheer leiden tot concrete verbeteringen, wordt een kwalitatief onderzoek uitgevoerd door een onafhankelijke partij.

Integraal risicomanagement

Ex-post evaluatie

2027

Binnen Defensie loopt het programma IRM. Dit programma is meerjarig en kent een groot bedrijfsvoeringscomponent waardoor behoefte aan tussentijdse herijking en bijsturing bestaat. Om de hiervoor benodigde inzichten te verzamelen, wordt in 2027 een evaluatie uitgevoerd. Met de uitkomsten van de ex-ante evaluatie (uitgevoerd door NLR, d.d. 2021) hebben de Defensieonderdelen implementatieplannen opgesteld, die als uitgangspunt voor de evaluatie in 2027 dienen.

Thema 3. Versterken van specialismen

Defensie kiest voor extra investeringen in die capaciteiten en kwaliteiten waar onze krijgsmacht goed in is en die de grootste meerwaarde hebben voor het gezamenlijk optreden met onze bondgenoten en partners. Zo kunnen we het gevecht samen winnen – en als we dat kunnen, schrikken we potentiële tegenstanders zoveel mogelijk af om het gevecht aan te gaan.

De krijgsmacht werkt ten aanzien van specialismen nauw samen met bondgenoten. Hiermee levert Defensie een belangrijke bijdrage aan de veiligheid van Europa. Niet alle partners doen hetzelfde en partners hebben verschillende capaciteiten waar ze onderscheidend en van meerwaarde in zijn, onder andere door hun geografische ligging en specifieke kwaliteiten. Door met extra investeringen specialismen te versterken, wordt de totale gevechtskracht op een slimme manier vergroot.

Nederland is een aanjager binnen Europa om te komen tot meer specialisatie. Het is een langdurig traject, maar gezamenlijk hebben we meer impact en gezamenlijk leveren we een hogere effectiviteit van optreden.

Om inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn te krijgen, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van extra capaciteiten, samenwerking met partners en bondgenoten, het materieelproces en duurzaam materieel.

Tabel 57 Thema 3. Versterken van specialismen

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 3 Defensienota: «Versterken van specialismen»

Periodieke rapportage

n.t.b.

 

COTS/MOTS

Beleidsdoorlichting

2021

Met deze beleidsdoorlichting is onderzocht in hoeverre het COTS/MOTS-beleid bijdraagt aan een betere voorspelbaarheid en beheersbaarheid van materieelprojecten op de aspecten tijd en geld.

Defensiematerieelfonds

Ex-durante evaluatie

2027

Het DMF heeft ten doel te voorzien in een meerjarig integraal beheer van de financiering en bekostiging van de ontwikkeling, de verwerving, de instandhouding en de afstoting van het materieel, de ICT-middelen en de infrastructuur van het Ministerie van Defensie. Door het inrichten van een separaat fonds nemen naar verwachting de schokbestendigheid en betrouwbaarheid toe. Bij de instelling van het DMF is besloten deze in 2027 te evalueren; het fonds wordt dan op doelmatigheid en doeltreffendheid beoordeeld.

Thema 4. Meer Europese samenwerking

Europese landen moeten zichzelf en hun belangen beter kunnen verdedigen. De vrijheid, veiligheid en welvaart van Europese burgers moeten worden beschermd. Dat kan Nederland alleen samen met onze bondgenoten en partners: het geheel is meer dan de som der delen. Een sterke NAVO -als hoeksteen van de Nederlandse collectieve verdediging- en een sterke EU zijn dus nodig.

Met de groei van het Nederlandse defensiebudget, en dat van onze partners, ontstaan kansen om nog beter internationaal samen te werken. Die kansen benutten we, om doelmatig te investeren. Bijvoorbeeld door te kiezen voor dezelfde wapensystemen, zodat we gezamenlijk onderhoud kunnen uitvoeren en makkelijker en beter kunnen oefenen en inzetten. Hiermee vergroten we de interoperabiliteit en daarmee de slagkracht van de Europese landen.

Europa is een krachtiger partner in de trans-Atlantische relatie als de Europese landen een grotere rol kunnen spelen in het beschermen van de eigen belangen. Daarvoor is het nodig dat Europa zelfstandig kan beschikken over basale capaciteiten zoals strategisch luchttransport.

Om inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn te krijgen, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van de versterking van de samenwerking in NAVO- en EU-verband en de overige multi- en bilaterale samenwerking.

Tabel 58 Thema 4. Meer Europese samenwerking

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 4 Defensienota: «Meer Europese samenwerking»

Periodieke rapportage

n.t.b.

 

Benutten EU-instrumenten capaciteitsontwikkeling

Ex-durante

2023

Om Europese defensiesamenwerking op het terrein van capaciteitsontwikkeling te kunnen vergroten is het van belang dat EU-instrumenten en processen (CDP, CARD, PESCO, EDA, EDF) optimaal worden benut.Tijdens de evaluatie wordt gekeken naar de mate waarin instrumenten geïmplementeerd zijn in de eigen planprocessen, wat dit tot nu toe concreet heeft opgeleverd en hoe hier verdere stappen in genomen kunnen worden.

NL-DEU samenwerkingsverbanden

Ex-post evaluatie

2023

Tijdens deze evaluatie wordt o.a. gekeken naar de doeltreffendheid en doelmatigheid alsook succesfactoren en mogelijke verbeterpunten van (een van) de bestaande samenwerkingsverbanden tussen Nederland en Duitsland.

Europees Defensiefonds

Ex-durante

2024/2025

Eind 2024 staat een evaluatie van het EDF in EU-kader gepland (in art. 32 van de verordening is vastgelegd dat maximaal 4 jaar na de start van het EDF een evaluatie zal plaatsvinden). Nederland start parallel daaraan ook een eigen evaluatie.

Thema 5. Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

Als technologische ontwikkelingen zo snel gaan als nu, is stilstand achteruitgang. Daarom blijft Defensie vooroplopen in onderzoek en ontwikkeling, en in de verkenning van nieuwe domeinen. Dat doen we samen met onze bondgenoten en partners. Dit past bij de kracht van Nederland als kennis- en netwerkeconomie. Een sterk innoverend vermogen zorgt dat Defensie als hoogtechnologische organisatie kan inspelen op relevante ontwikkelingen.

De Nederlandse defensie-industrie en kennisinstellingen dragen hieraan optimaal bij, als ze goed kunnen samenwerken met Europese en internationale partners. Hierdoor kunnen de defensie-industrie en kennisinstellingen internationaal volwaardig participeren als hoogwaardige partner of toeleverancier bij de ontwikkeling, productie en instandhouding van innovatieve producten of technologie. Zo verbeteren we de strategische autonomie en dragen we bij aan een zelfredzamer Europa.

Nieuwe dreigingen vinden door technologische ontwikkelingen steeds vaker in nieuwe domeinen plaats. Denk bijvoorbeeld aan het cyberdomein en aan de ruimte. Dit vraagt om kennisopbouw en innovatie, en vervolgens ook om nieuwe capaciteiten. In deze nieuwe domeinen versterkt Defensie daarom gericht haar gevechtskracht.

Om inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn te krijgen, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van samenwerkingsverbanden, kennis- en technologieontwikkeling, innovatie, het ruimtedomein en arbeidsextensiever werken.

Tabel 59 Thema 5. Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 5 Defensienota: «Innoverend vermogen en nieuwe domeinen»

Periodieke rapportage

n.t.b.

 

Kennis- en Innovatie Convenant (KIC)

Ex-durante evaluatie (interdepartementaal)

2021

Halverwege de looptijd van het KIC is onder verantwoordelijkheid van MinEZK geëvalueerd of de afspraken in dit convenant nog voldoen en of de voorgenomen budgetten adequaat zijn.

PPS Toeslagregeling

Ex-durante evaluatie (interdepartementaal)

2021

In opdracht van MinEZK heeft onderzoeksbureau Dialogic samen met de universiteit Maastricht een evaluatie van de PPS-toeslagregeling 2016-2020 uitgevoerd. Hierbij zijn de departementen en andere relevante stakeholders i.r.t. het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (MITB) betrokken. Ook Defensie is vanwege haar rol bij de KIA Veiligheid betrokken.

Thema 6. Informatiegestuurd werken en optreden

Het slagveld digitaliseert. De hoeveelheid data neemt enorm toe. Informatietechnologie (IT) en techniek in bredere zin ontwikkelen razendsnel. De defensieorganisatie moet informatie sneller en slimmer verkrijgen, verwerken en verspreiden om gericht te sturen en zo succesvol te kunnen zijn in moderne conflicten en crises: dat is de kern van informatiegestuurd optreden. Dit is geen keuze maar een noodzaak. Nederlandse militairen kunnen geconfronteerd worden met tegenstanders die informatietechnologie benutten om sneller en krachtiger te worden, bijvoorbeeld in het cyberdomein. Defensie moet weerbaar zijn tegen desinformatie, moet haar eigen systemen kunnen beschermen tegen cyberaanvallen en moet in het uiterste geval zelf offensieve cyberoperaties kunnen uitvoeren.

Om inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn te krijgen, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van commandovoering,inlichtingen, multidomein optreden, cybercapaciteiten en samenwerking met (inter)nationale veiligheidspartners.

Tabel 60 Thema 6. Informatiegestuurd werken en optreden

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 6 Defensienota: «Informatiegestuurd werken en optreden»

Periodieke rapportage

n.t.b.

 

IGO KMar

Beleidsdoorlichting

2022

In 2008 is de KMar gestart met het programma Informatie Gestuurd Optreden (IGO KMar). De beleidsdoorlichting onderzoekt of de beoogde effecten zijn bereikt en waar ruimte is voor verbetering. De beleidsdoorlichting heeft, mede als gevolg van Corona, vertraging opgelopen. Hier is de Kamer op 8 september 2021 over geïnformeerd (Kamerstuk 31 516, nr. 33). De planning van de beleidsdoorlichting is aangepast en de uitkomsten worden in 2022 (i.p.v. 2021) aan de Kamer toegestuurd.

LIMC

Ex-post onderzoek

2022

Conform de motie Belhaj c.s. (Kamerstuk 32 761, nr. 186) heeft de minister van Defensie besloten om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar het Land Information Manoeuvre Centre (LIMC). De onderzoekscommissie staat onder leiding van Harm Brouwer en richt zich op de besluitvorming rond zowel de oprichting als de uitvoering van de taken van het LIMC en de lessen die daar voor de toekomst uit te trekken zijn. De resultaten van het onderzoek worden betrokken bij de reeds aangekondigde beleidsvisie Informatiegestuurd Optreden (IGO).

In 2015 is het ministerie van Defensie gestart met een grootschalig IT-vernieuwingsprogramma, genaamd Grensverleggende IT (GrIT). De Tweede Kamer heeft GrIT in februari 2021 aangewezen als groot project, zoals bedoeld in de Regeling Grote Projecten (RGP). Dit betekent dat Defensie met een basisrapportage en halfjaarlijkse voortgangsrapportages rapporteert aan de Tweede Kamer. Daarnaast was een tussenevaluatie op de uitvoering van GrIT in 2022 door de Auditdienst Rijk (ADR) voorzien. Gelet op de omvang en diepgang van de RGP-rapportages, en het gegeven dat de ADR controles uitvoert op zowel de basisrapportage als de voortgangsrapportages, wordt van een extra tussenevaluatie door de ADR afgezien. In dit kader is verder relevant dat het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT) in 2023 een BIT-toets zal uitvoeren op de beheersing van GrIT.

Missies en operaties

Nederland neemt deel aan diversie (militaire) missies. Het gaat om verschillende typen missies, waaronder vredesmissies, crisibeheersingsoperaties, enhanced forward presence, snel inzetbare reactiemachten van de NAVO en de EU, trainingsmissies en militaire assistentie, nationale operaties en humanitaire operaties. De Nederlandse inzet richt zich primair op gebieden waar de Nederlandse veiligheid en belangen in het geding zijn. De inzet van de krijgsmacht in missies maakt doorgaans deel uit van een geïntegreerde aanpak.

In Kamerstuk 27925, nr. 721 wordt toegelicht hoe en wanneer Defensie missies en monitort en evalueert. Zo zet het stuk uiteen dat Defensie gebruikmaakt van voortgangsrapportages (VGR), tussentijdse evaluaties, eindevaluaties en in enkele gevallen een post-missie beoordeling.

Conform het Toetsingskader wordt voor elke artikel-100 missie een eindevaluatie uitgevoerd. Dit wordt sinds 1 mei 2020 niet meer door de departementen Defensie, Buitenlandse Zaken en Justitie & Veiligheid gedaan, maar door een onafhankelijke partij.

Met de evaluaties van missies verzamelt Defensie kennis over alle SEA-thema’s. De missie-onderzoeken en -evaluaties worden derhalve in een separate tabel op de SEA geplaatst.

Tabel 61 Missies en operaties

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

EMASOH

Ex-post evaluatie

2021

Van eind januari tot eind juni 2020 heeft Nederland deelgenomen aan de European-Led Mission Awareness Strait of Hormuz (EMASOH). Deze deelname is door een onafhankelijke partij (The Hague Centre for Strategic Studies) geëvalueerd. De evaluatie was gericht op het beoordelen van de mate waarin de doelstellingen van de Nederlandse bijdrage aan EMASOH zijn gehaald en op welke wijze de ingezette militaire en diplomatieke capaciteiten daaraan hebben bijgedragen.

MINUSMA

Ex-post evaluatie

2022

De Nederlandse bijdrage aan MINUSMA werd op 1 mei 2019 beëindigd. De eindevaluatie van de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA wordt door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) uitgevoerd. Onderzocht wordt in hoeverre de doelen voor de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA zijn bereikt en welke lessen daaruit kunnen worden getrokken voor de besluitvorming over alsook opzet en uitvoering van toekomstige missies.

C130 MINUSMA

Ex-post evaluatie

 

De artikel-100 missiebijdrage van Nederland aan de VN-missie in Mali (MINUSMA), met een C-130 transportvliegtuig inclusief bemanning en ondersteunend personeel van november 2021 tot en met medio mei 2022, wordt na afloop geëvalueerd door een onafhankelijke partij.

Resolute Support Mission

Ex-post evaluatie

2023

Van 2015 tot 2021 nam Nederland deel aan de NAVO-missie Resolute Support in Afghanistan. De evaluatie van de Nederlandse bijdragen aan de Resolute Support missie wordt door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) geëvalueerd. Het doel van deze evaluatie is te onderzoeken in hoeverre de doelen van de Nederlandse bijdrage aan Resolute Support zijn bereikt, hoe tegenvallende of succesvolle resultaten kunnen worden verklaard en welke lessen kunnen worden getrokken voor toekomstige Nederlandse missiebijdragen.

Wapeninzet Hawija

Ex-post evaluatie

 

Evaluatie gericht op de vraag hoe bij de Nederlandse wapeninzet in Hawija, Irak, in de nacht van 2 op 3 juni 2015, burgerslachtoffers hebben kunnen vallen evenals welke lessen hieruit te trekken zijn voor de toekomst. Deze evaluatie wordt uitgevoerd door een onafhankelijke onderzoekscommissie van tijdelijke aard (Kamerstuk 27925, nr. 753 en 754) die onder leiding staat van mr. Winnie Sorgdrager, Minister van Staat. Het instellen van deze commissie komt voort uit de uitvoering van motie Belhaj, Kamerstuk 27925, nr. 14.

Crisisaanpak inzake Afghanistan

Ex-post evaluatie

 

Evaluatie van de crisisaanpak inzake Afghanistan, inclusief de evacuatieoperatie vanuit Kaboel. Deze evaluatie wordt uitgevoerd door een externe onafhankelijke commissie van tijdelijke aard (Kamerstuk 27 925, nr. 889).

20 jaar Nederlandse inzet in Afghanistan

Ex-post onderzoek

2025/2026

Breed en onafhankelijk onderzoek naar het resultaat van twintig jaar Nederlandse inzet in Afghanistan (Kamerstuk 27925, nr. 885). Dit onderzoek wordt uitgevoerd door het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies i.s.m. het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH).

Tabel 62 Overige onderzoeken en evaluaties

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Nationaal comité herdenking capitulatie Wageningen 1945 (NCHC)

Periodieke subsidie-evaluatie

2021

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2021 is daarom de subsidie aan het NCHC geëvalueerd.

Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK)

Ex-durante evaluatie

2021

Vierjaarlijkse evaluatie van het FNIK-convenant waarbij wordt gekeken naar de inhoud, het functioneren, de uitvoering en het beschikbare budget.

Subsidieverstrekkingen onderzoek

Ex-durante evaluatie

2022

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. Voor 2022 staan 13 subsidie-evaluaties gepland. Hieronder vallen bijvoorbeeld subsidieverstrekkingen aan vier veteranenorganisaties die nu gezamenlijk onderdeel zijn van een enkele stichting: het Nederlands Veteranen Instituut. Voor het verantwoordingsonderzoek 2021 heeft de Algemene Rekenkamer (AR) o.a. naar het subsidiebeheer van Defensie gekeken. De hieruit voortgekomen aanbevelingen gebruikt Defensie om het subsidiebeheer te verbeteren.

Publieke investeringen in een politieke context

Interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO)

2023

Dit IBO onderzoekt hoe een kabinet schaarse investeringsmiddelen zo doeltreffend en doelmatig kan alloceren. Het onderzoek wordt door het Ministerie van Financiën getrokken en Defensie neemt deel aan de werkgroep.

7.6 Bijlage overzicht uitgaven veteranen en uitgaven zorg en nazorg

Aan de Kamer is toegezegd dat in de begroting een overzicht wordt opgenomen van de begrote uitgaven in het kader van het veteranenbeleid. De uitgaven zijn in de begroting verwerkt in verschillende begrotingsartikelen. In het onderstaande overzicht is dit samengebracht.

Tabel 63 Totaaloverzicht van begrote uitgaven voor erkenning en waardering voor veteranen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

 

Subsidie Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) - erkenning & waardering

9.963

Subsidie Vereniging Veteranen Platform (VP)

212

Ondersteuning organisatie dag voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers

340

Ondersteunen veteranenzaken voor operationele commando's

815

Totaal

11.330

Tabel 64 Ondersteunen veteranenzaken door operationele commando's (bedragen x € 1.000)

Operationele commando's

 

Koninklijke Marine

351

Koninklijke Landmacht

315

Koninklijke Luchtmacht

107

Koninklijke Marechausse

42

Totaal

815

Uitgaven erkenning en waardering

De uitgaven voor erkenning en waardering zijn begroot in niet-beleidsartikel 9 Algemeen en 10 Apparaat Kerndepartement, met uitzondering van de uitgaven voor reüniefaciliteiten die zijn begroot op de beleidsartikelen van de operationele commando’s.

Het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi)

Het NLVi is een stichting die een groot deel van de uitvoering van het veteranenbeleid op het gebied van erkenning, waardering, en zorg (beschreven in de Veteranenwet en nader uitgewerkt in het Veteranenbesluit), tot haar takenpakket heeft. Het NLVi is een rechtspersoon met een wettelijke taak en heeft een eigen onafhankelijke raad van toezicht. In deze paragraaf is de totale subsidie uitgesplitst in de posten voor erkenning & waardering, zorg en onderzoek. Voor 2023 zijn de uitgaven aan erkenning en waardering begroot op € 9,96 miljoen.

Vereniging Veteranen Platform (VP)

De Vereniging Veteranen Platform (VP) behartigt de belangen van de Nederlandse veteranen en militaire oorlogs- en dienstslachtoffers via aangesloten veteranenorganisaties. De afgelopen jaren heeft het VP de positie als gewaardeerd gesprekspartner voor Defensie verworven. Dit houdt in dat Defensie het VP beschouwt als vertegenwoordiger van alle veteranen en in die hoedanigheid het VP betrekt bij beleidsveranderingen. Het VP werkt continu aan het verbeteren van de beeldvorming over veteranen. Ook stimuleert het VP de deelname aan activiteiten door de jonge generatie veteranen.

Dagen voor Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers (MOD-ers)

Defensie organiseert, om erkenning en waardering te geven aan Militaire Oorlogs- en dienstslachtoffers (MOD-ers), MOD-dagen. De doelstellingen van deze dagen zijn het bieden van erkenning en waardering aan MOD-ers en hun partners, het bieden van informatie over de (pensioen)regelingen en voorzieningen en het luisteren naar de behoeften van de doelgroep.

Reüniefaciliteiten

Verenigingen voor veteranen, post-actieven en MOD-ers, die geregistreerd zijn in het reünieregister van het Nederlands Veteraneninstituut, kunnen eenmaal per jaar aanspraak maken op reüniefaciliteiten. De organisatie hiervan ligt in handen van de verenigingen zelf. Daarnaast organiseert elk operationeel commando een eigen veteranendag die, waar mogelijk, wordt gecombineerd met de open dag van het operationeel commando.

Tabel 65 Totaaloverzicht van begrote uitgaven voor zorg voor veteranen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

 

Invaliditeitspensioenen

61.355

Nabestaandenpensioenen

19.289

Nationaal Fonds Ereschuld

79.183

Ereschulduitkering

0

Sociale Zorg (Voorzieningenregeling MOD-slachtoffers)

11.906

Inkomensvoorziening in verband met zorg & re-integratie

700

Subsidie Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) - zorg

12.883

Totale uitgaven

185.317

Uitgaven zorg

De uitgaven voor zorg en nazorg zijn begroot op niet-beleidsartikelen 9 Algemeen en 10 Apparaat Kerndepartement.

Kaderwet militaire pensioenen

Deze wetgeving bevat het geheel aan wet- en regelgeving voor veteranen, MOD-ers, militairen buiten dienst en ex-militairen die niet meer (volledig) kunnen werken of aanvullende voorzieningen nodig hebben vanwege arbeidsongeschiktheid.

Voor 2023 zijn de uitgaven aan bijzonder militair invaliditeitspensioen begroot op € 61,4 miljoen. Tevens is het bijzonder militair nabestaandenpensioen onderdeel van deze wetgeving. Voor 2023 zijn de uitgaven begroot op € 19,3 miljoen. Het Nationaal Fonds Ereschuld is bedoeld voor de claims van veteranen met uitzendgerelateerde aandoeningen. Hierin zijn de Veteranenclaims PTSS en Regeling Volledige Schadevergoeding ondergebracht.

Sociale zorg (o.a voorzieningenregelingen)

Vanuit de wettelijke zorgplicht voor veteranen worden voorzieningen aan veteranen verstrekt met het oog op het verbeteren van de levensomstandigheden in specifieke situaties.

Inkomensvoorziening in verband met zorg en re-integratie

De inkomensvoorziening, zoals opgenomen in artikel 7 van de Veteranenwet, is een laagdrempelige regeling voor veteranen die ziek of arbeidsongeschikt zijn en waarbij sprake is van een vermoeden van een dienstgerelateerde aandoening. Met het aanvragen van de inkomensvoorziening in verband met zorg wordt tegelijkertijd ook de aanvraag militair invaliditeitspensioen (MIP) gestart. Daarnaast worden voor deze veteranen de inspanningen op het gebied van de re-integratie geïntensiveerd en worden de reiskosten van hun partners vergoed wanneer ze deelnemen aan ambulante lotgenotengroepen. De uitvoeringskosten die gemoeid zijn met de re-integratie en het vergoeden van de reiskosten maken onderdeel uit van de raming. In totaal is voor deze voorzieningen een bedrag van € 700.000 geraamd.

Het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi)

Onderdeel van het NLVi is het Veteranenloket. Het Veteranenloket is 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar voor vragen van veteranen en relaties op het gebied van dienstverlening en materiele en immateriële zorg. Het programmabureau van het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV) maakt ook deel uit van het NLVi. Het LZV is een civiel-militaire ketenorganisatie met als doel post-actieve veteranen, dienstslachtoffers en hun relaties bij missie gerelateerde psychische en psychosociale problemen overal in Nederland de meest geëigende zorg te bieden. De eerstelijnszorg (gespecialiseerd maatschappelijk werk) binnen het LZV wordt verzorgd door maatschappelijk werkers die ook tot het NLVi behoren. Tot slot zijn binnen het NLVi zorgcoördinatoren werkzaam, die de materiele en immateriële hulpvragen van veteranen/relaties met uitzendgerelateerde problemen coördineren, en is de coördinatie van de nuldelijnsondersteuning binnen het NLVi belegd. Voor 2023 zijn de uitgaven aan zorg vanuit het NLVi begroot op € 12,9 miljoen.

Tabel 66 Begrote uitgaven onderzoek (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

 

Militaire Geestelijke Gezondheidszorg

500

Subsidie Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) - wetenschappelijk onderzoek verbetering veteranenzorg

650

Totaal

1.150

Uitgaven onderzoek

In de begroting van DOSCO is € 500.000 opgenomen ten behoeve van onderzoeken naar de neurobiologische gevolgen van stress en trauma dat vanuit de Wetenschappelijke Onderzoeksgroep van de MGGZ wordt uitgevoerd. Verder is een bedrag van € 650.000 geraamd voor wetenschappelijk onderzoek als onderdeel van de subsidie aan het NLVi. Dit onderzoek is gericht op de verbetering van de kwaliteit van zorg in het LZV.

Tabel 67 Begrote uitgaven overig (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

 

Nationale ombudsman1

550

Totaal

550

X Noot
1

Jaarlijkse overheveling naar Ministerie van Binnenlandse Zaken

Uitgaven overig

Nationale ombudsman

Conform de Veteranenwet heeft de Nationale ombudsman tevens een rol als ombudsman van de veteranen. In die rol behandelt hij verzoeken/klachten van veteranen over overheidsinstanties en over niet-overheidsinstanties die een taak uitvoeren op het gebied van veteranen. Daarnaast onderzoekt hij of er structurele knelpunten zijn. Het budget van de Veteranenombudsman is vanaf 2018 vastgesteld op € 400.000 per jaar. De Veteranenombudsman heeft in 2022 verzocht dit budget te verhogen met € 150.000 tot een jaarlijks bedrag van € 550.000, hetgeen is geaccommodeerd. Oorzaak van de stijging is de toename van het aantal verzoeken/klachten van veteranen die door de Veteranenombudsman jaarlijks in behandeling worden genomen en van het aantal onderzoeken naar structurele knelpunten bij de uitvoering van het veteranenbeleid.

7.7 Bijlage uitgaven Caribisch Nederland

Tabel 68 Uitgaven Caribisch Nederland

Artike/instrument

Taak

Bijdrage

Realisatie

Ontwerpbegroting 2023

   

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Totaal uitgaven

         
          

Artikel 2 Koninklijke Marine

   

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven

R

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

Artikel 3 Koninklijke Landmacht

        

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven

R

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

Artikel 5 Koninklijke Marechaussee

        

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven

R

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando

        

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven

R

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) dient er in de Rijksbegroting op grond van de motie Hachchi (Kamerstuk 33 000, nr. 28) een totaaloverzicht te worden opgenomen van alle uitgaven die de Rijksoverheid in Caribisch Nederland heeft gedaan. Daartoe wordt jaarlijks een overzichtstabel in de bijlage van de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgenomen. Bovenstaande tabel is de bijdrage van Defensie aan dit overzicht, de in de tabel opgenomen letters R en S staan voor respectievelijk Rijk en Structureel en zijn conform het RBV-model van de bijlage. De bijdrage van de afzonderlijke departementen dienen in hun eigen begrotingen te worden opgenomen. Het ministerie van Defensie voert haar taken structureel in het gehele Koninkrijk uit. Het valt derhalve niet te bepalen welk specifiek deel daarvan wordt besteed in Caribisch Nederland.

7.8 Bijlage budgettaire gevolgen MIVD

Tabel 69 Begroting MIVD
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

MIVD Apparaatsuitgaven

269.240

277.288

258.815

254.287

246.128

243.189

       

MIVD Geheim (art. 11)

15.636

15.685

15.685

15.685

15.685

15.685

       

Ontvangsten

2.123

2.123

2.123

2.123

2.123

2.123

Toelichting

De MIVD is een bijzondere organisatie-eenheid die onderdeel is van het kerndepartement (Bestuursstaf). De uitgaven aan de MIVD zijn binnen de ontwerpbegroting opgenomen in artikel 10 «Apparaat kerndepartement», artikel 11 «Geheim» en in het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF). In bovenstaande tabel staan de budgetten uit art. 10 en het DMF voor de MIVD onder ‘MIVD Apparaatsuitgaven’. Het artikel 11 «Geheim» is al separaat inzichtelijk in de begroting van Defensie. Aangezien deze volledig ten behoeve van de MIVD is, is deze hier nogmaals weergegeven. Vanwege het bijzondere karakter van de MIVD en de daarbij behorende geheime uitgaven zijn de uitgaven niet verder uitgesplitst. Budgetten voor onder andere schoonmaak, energie en investeringen in nieuwbouw zijn centraal belegd bij Defensie. Deze zijn niet in bovenstaande tabel opgenomen.

Ontvangsten

De ontvangsten bij de MIVD zijn voornamelijk veiligheidsonderzoeken verricht voor andere (overheids-)organisaties. De Unit Veiligheidsonderzoeken (UVO), een samenwerkingsverband tussen MIVD en AIVD, brengt daarvoor een tarief in rekening.

7.9 Bijlage afkortingen

Tabel 70

Afkorting

Omschrijving

AcICT

Adviescollege Informatie- en CommunicatieTechnologie

ADR

Auditdienst Rijk

AI

Artificiële Intelligentie

AIV

Adviesraad Internationale Vraagstukken

AIVD

Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

AOW

Algemene Ouderdoms Wet

AR

Algemene Rekenkamer

AVG

Algemene Verordening Gegevensbescherming

BBP

Bruto Binnenlands Product

BENELUX

België Nederland Luxemburg

BG

Battle Group

BIV

Budget Internationale Veiligheid

BKI

BeleidsKader Inzetvoorraden

BRIK-II

Satelliet

BZ

Ministerie van Buitenlandse Zaken

BZK

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

C-130

Transportvliegtuig

CARMIL

Caribische Milities

CBRN

Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire (CBRN) middelen

CDI

Common Rail Diesel Injection

CDS

Commandant der Strijdkrachten

CIO

Chief information Officer

CIS

Communicatie- en Informatiesystemen

CLAS

Commando Landstrijdkrachten

CLSK

Commando Luchtstrijdkrachten

CMC

Chairman of the Military Committee

COA

Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers

COID

Centrale Organisatie Integriteit Defensie

COTS/MOTS

Commercial/Military Off The Shelf

CVV

Concentreren, Verduurzamen en Vernieuwen

CZSK

Commando ZeeStrijdKrachten

DBBB

Defensie Brand en Bedrijfsstoffen Bedrijf

DCC

Defensie Cyber Commando

DEU

Duitsland

DGV

Diensten Geestelijke Verzorging

DMF

DefensieMaterieelbegrotingsFonds

DMO

Defensie Materieel Organisatie

DMP

Defensie Materieel Proces

DOSCO

Defensie OndersteuningsCommando

DPO

DefensieProjectenOverzicht

DSSC

Defensie Space Security Center

DVOW

Defensiebrede Vervanging Operationele Voertuigen

EDA

European Defence Agency

EDF

Europees Defensiefonds

EES

Europees In- en Uitreissysteem

eFP

Enhanced Forward Presence

EI2

European Intervention Initiative

EMASOH

European-led Maritime Awareness in the Strait of Hormuz

EODD

Explosieven Opruimingsdienst Defensie

ETIAS

Europees Informatie- en Reisautorisatiesysteem

EU

Europese Unie

EUBAM

European Union Border Assistance Mission to Moldova and Ukraine

EULPC

European Union Liaison and Planning Cell

EUNAVFOR

European Union Naval Force Somalia

EUTM

European Union Training Mission

EUVIS

Europees Visum Informatiesysteem

EZK

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

F-16

Jachtvliegtuig

F-35

Vijfde generatie jachtvliegtuig

FBO

Fire Bucket Operations

FIN

Ministerie van Financiën

FNIK

Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht

FO

Forensisch- en Opsporingsteam

FOXTROT

Draadloze IT infrastructuur en command- en controlsystemen

FTP

Fast Track Procurement

GPOI

Global Peace Operations Initiative

GrIT

Grensverleggende Informatie Technologie

HBO

Hoger Beroepsonderwijs

HGIS

Homogene Groep Internationale Samenwerking

HNS

Host Nation Support

HR

Human Resources

IBO

Interdepartementaal Beleidsonderzoek

ICC

International Criminal Court

ICT

Informatie- en CommunicatieTechnologie

IenW

Infrastructuur en Waterstaat

IGK

Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht

IGO

Informatie Gestuurd Optreden

IGV

Inspecteur-Generaal Veiligheid

IMG

Inspectie Militaire Gezondheidszorg

IT

Informatietechnologie (incl communicatie)

IV

InformationVoorziening

IVD

Inspectie Veiligheid Defensie

JEF

Joint Expeditionary Force

JenV

Ministerie van Justitie en Veiligheid

JIMP

Joint, Inter-agency, Multinational en Public

JIVC

Joint Informatievoorzieningscommando

KMar

Koninklijke Marechaussee

KNAK

Platform voor Mentale Gezondheid

KPI

Key Performance Indicator

LCW

Logistiek Centrum Woensdrecht

LNV

Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

LZV

Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen

MALE UAV

Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle

MAMDTF

Multinational Air Missile Defense Task Force

MARIN

Maritime Research Institute Netherlands

MatLogCo

Materieellogistiek Commando

MBO

Middelbaar Beroepsonderwijs

MDO

Multi-domein Optreden

MGGZ

Militaire Geestelijke GezondheidsZorg

MHK

Militair Huis van de Koning

MINUSMA

United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission

MIP

Militair Invaliditeits Pensioen

MIVD

Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

MLA

Militaire Luchtvaart Autoriteit

MOD

Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers

MP

Militaire Politie

MSC Zoe

Mariniers Squadron Carib

N.V.

Naamloze Vennootschap

NAD

National Armaments Director

NATO

North Atlantic Treaty Organization

NAVO

Noord Atlantische VerdragsOrganisatie

NH-90

Helikopter

NLD

Nederland(se)

NLDA

Nederlandse Defensie Academie

NLR

Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum

NLVi

Stichting Nederlands Veteraneninstituut

NP

Nationale Politie

NRI

NATO Readiness Initiative

OM

Openbaar Ministerie

PAS

Partiële Arbeidsparticipatie Senioren

PAWA

Partnership for Actions in Western Africa

PESCO

Permanent Structured Cooperation

PTSS

Posttraumatische stressstoornis

PV

Permanente Vertegenwoordiging

PW

Politie Wet

R&T

Research & Technology

RBV

Rijksbegrotingsvoorschriften

RGP

Regeling Grote Projecten

RIVM

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

RVB

Rijksvastgoedbedrijf

RWT

Rechtspersonen met een Wettelijke Taak

SAC

Strategic Airlift Capability

SBK

Sociaal Beleidskader

SEA

Strategische Evaluatie Agenda

SIAC

Single Intelligence Analysis Capacity

SIS

Schengen Informatiesysteem

SKD

Stichting Koninklijke Defensiemusea

SKIA

Strategische Kennis- en Innovatieagenda

SNMG1

Standing NATO Maritime Group One

SNPOC HNS

Single National Point of contact Host Nation Support

SOCOM

Special Operations Command

SOF

Special Operations Forces

StratCom

Strategische Communicatie

SVi

Stichting Veteraneninstituut

SVP

Strategisch Vastgoedplan

SWOON

Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA

SZVK

Stichting Ziektekosten Verzekering Krijgsmacht

TAKUBA

Taakgroep van de multinationale Combined Joint Special Operations Task Force (CJSOTF)

TNO

Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek

UAV

Unmanned Aerial Vehicle

UNDOF

United Nations Disengagement Observer Force

UNIFIL

United Nations Interim Force in Lebanon

UVO

Unit Veiligheidsonderzoeken

UNTSO

United Nations Truce Supervision Organisation

USSC

United States Security Coordinator

VDA

Visum Informatiesysteem Designated Authority

VJTF(A)

Very High Readiness Joint Task Force (Air)

VJTF(M)

Very High Readiness Joint Task Force (Maritime)

VK

Verenigd Koninkrijk

VN

Verenigde Naties

VP

Vereniging Veteranen Platform

VPD

Vessel Protection Detachment

VS

Verenigde Staten

vte

Voltijdsequivalent

WIA

Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen

WIV

Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

WO

Wetenschappelijk Onderwijs

Woo

Wet Openbare Overheid

ZBO

Zelfstandige Bestuursorganen

Zr. Ms.

Zijner Majesteits


X Noot
1

Uw Kamer ontvangt daarover in 2023 een DMP A brief.

X Noot
2

Uw Kamer heeft verzocht in de defensiebegroting cyber en space duidelijk te specifiseren en uit te werken zodat inzochtelijk wordt welke activiteiten c.q. doelstellingen gesteld worden en welke financiele middelen hiervoor beschikaar worden gesteld (Kamerstuk 35000 X, nr. 46). Cyber is inmiddeld onderdeel van de begroting en komt aan bod in de beleidsagenda, beleidsartikel 7 Defensie Materieel Organisatie en niet-beleidsartikel 10A Apparaat Kerndepartement. Space is nog geen onderdeel van de begroting.

X Noot
3

Over een periode van vier jaar gaat Defensie meer dan 400 vte aan cyberspecialisten met expertise op verschillende disciplines aantrekken. Deze specialisten worden ook ingezet om de waarborgen omtrent omgang met cyber(inzet) goed te bestendigen. 75 vte is gealloceerd voor de versterking van het Defensie Cyber Commando, de overige vte'n worden defensiebreed verdeeld.

X Noot
4

Strategische communicatie omvat meerdere elementen van publieke diplomatie, politieke marketing, overtuiging, internationale betrekkingen tot militaire strategie en vele anderen. Strategische communicatie is een holistische benadering van communicatie, gebaseerd op waarden en belangen, die alles omvat wat een actor doet om doelstellingen te bereiken, in een betwiste omgeving. Defensie concentreert zich daarbij niet alleen maar op lokale kwesties op de korte termijn met één dimensie, maar denkt juist ook na over de lange termijn, complexe oplossingen en effectieve manieren om zo grote belangrijke vraagstukken te beïnvloeden in een zeer competitieve omgeving. Zo ontstaat een permanente staat van wendbaarheid, waarbij we trouw blijven bij onze eigen waarden als Defensie.

X Noot
5

BS2022011830

X Noot
6

Kamerstuk 31865, nr. 184

Naar boven