31 516 Beleidsdoorlichting Defensie

Nr. 33 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 september 2021

In het kader van de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) (Stcrt. 2018, nr. 16632) van het Ministerie van Financiën wordt het beleid dat onder de beleidsartikelen van de begroting valt periodiek geëvalueerd. In de memorie van toelichting bij de Defensiebegroting 2020 (Kamerstuk 35 300 X, nr. 2) onder artikel 7.5 is toegezegd dat in 2022 een beleidsdoorlichting van beleidsartikel 8 «Ondersteuning Krijgsmacht door Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO)» wordt uitgevoerd. Als onderwerp wordt hierbij benoemd «Beleidswijzigingen Militaire Gezondheidszorg (MGZ)». Conform de motie van het lid Harbers c.s. (Kamerstuk 34 000, nr. 36) informeer ik u hierbij over de opzet en vraagstelling van deze beleidsdoorlichting. Tevens ga ik in op de gewijzigde planning van de beleidsdoorlichting Informatiegestuurd optreden Koninklijke Marechaussee (IGO KMar)(Kamerstuk 31 516, nr. 31).

Beleidswijzigingen Militaire Gezondheidszorg

Op 8 april 2011 is uw Kamer geïnformeerd over de bezuinigingsmaatregelen met de brief Defensie na de kredietcrisis: een kleinere krijgsmacht in een onrustige wereld (Kamerstuk 32 733, nr. 1). Eén van de kostenbesparende maatregelen betrof een reductie van de omvang van de MGZ. Bij de uitvoering is gekozen voor een vergaande structuurwijziging van de MGZ met als doel het realiseren van een passende afstemming van de geneeskundige capaciteit op de operationele taakstelling¹, het verbeteren van de kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid en het doelmatig inrichten van het geneeskundig systeem.

De Beleidsdoorlichting

Defensie zal door middel van de hierboven genoemde beleidsdoorlichting onderzoeken in welke mate de herstructurering van de MGZ heeft geleid tot het realiseren van de gestelde beleidsdoelen. Daarnaast wordt onderzocht of de opgelegde kostenbesparing is gerealiseerd. Dit betrof een reductie van 23 procent, zijnde 791 vte’n op een grondslag van 3.400 vte’n, een structurele exploitatie-besparing van € 42,2 miljoen euro. Tijdens het onderzoek zullen de financiële kaders nader uitgezocht worden om zo de financiële grondslag en besparing (bij benadering) te kunnen formuleren. Omdat de MGZ over meerdere beleidsartikelen reikt en er in de afgelopen periode veel tussentijdse beleidswijzigingen zijn doorgevoerd, is het niet mogelijk om dit inzicht op dit moment te geven.

Scope van het onderzoek

Het onderzoek richt zich op de periode april 2011 tot 1 september 2021. De hierboven genoemde Beleidsbrief Defensie na de kredietcrisis: een kleinere krijgsmacht in een onrustige wereld, 8 april 2011, (Kamerstuk 32 733, nr. 1) vormt hierbij het startpunt. De centrale onderzoeksvraag van deze beleidsdoorlichting is tweeledig en luidt als volgt:

• a. In welke mate is de herstructurering van de MGZ doelmatig en doeltreffend geweest ten aanzien van 1) de afstemming van geneeskundige capaciteit op de operationele taakstelling, van 2) de kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid, van 3) de Governance binnen de MGZ en van 4) de opgelegde kostenbesparing.

• b. Wat kunnen we leren van de ervaringen en patronen die naar voren kwamen bij deze vier onderwerpen? En tot welke vervolgstappen leiden deze inzichten?

Opzet van het onderzoek

De beleidsdoorlichting beleidswijzigingen militaire gezondheidszorg berust op de RPE².

In het rapport zullen de vijftien onderzoeksvragen in de RPE worden beantwoord. Daarbij wordt eerst het beoogde beleid gereconstrueerd en het financieel kader bepaald, vervolgens wordt in kaart gebracht hoe en onder welke omstandigheden dit beleid is uitgevoerd. Tevens zal beoordeeld worden welke effecten de kostenbesparing en herstructurering hebben gehad op het realiseren van de gestelde beleidsdoelen. Tenslotte zullen beleidsopties worden beschreven indien er significant meer en minder middelen (+/-20 procent) beschikbaar zijn. Deze beleidsdoorlichting gaat in de eerste plaats uit van beschikbare evaluatierapporten, voortgangsrapportages en beleidsdocumenten, die betrekking hebben op de herstructurering van de MGZ in de onderzoeksperiode. Deze informatie wordt aangevuld met interviews. Een definitief overzicht van de geraadpleegde brondocumenten en geïnterviewde personen wordt aan het eindrapport toegevoegd.

Een projectteam met vertegenwoordigers van het Ministerie van Defensie en de Auditdienst Rijk (ADR) voert de beleidsdoorlichting uit. De ADR zal daarnaast een onafhankelijk deelonderzoek uitvoeren naar de doelmatigheid van het beleid en daarmee onderzoeksvraag dertien in de RPE³ voor het projectteam beantwoorden. De uitkomsten van dit deelonderzoek zullen als bijlage worden toegevoegd aan het eindrapport.

Overeenkomstig het gestelde in de RPE, betrekt Defensie externe, onafhankelijke deskundigen op het gebied van kwaliteit van zorg, patiëntveiligheid en governance in de zorg bij de doorlichting. Deze deskundigen zullen zitting nemen in een, voor deze beleidsdoorlichting samengestelde, begeleidingscommissie. Aan het einde van het traject geven de deskundigen gezamenlijk een onafhankelijk oordeel over het uitgevoerde onderzoek. Het eindrapport, voorzien van deze beoordeling, zal in het najaar van 2022 aan uw Kamer worden aangeboden.

Beleidsdoorlichting Informatie gestuurd optreden KMar

De beleidsdoorlichting Informatie gestuurd optreden KMar heeft helaas, mede als gevolg van Corona, vertraging opgelopen. De planning van die beleidsdoorlichting is naar aanleiding hiervan aangepast waardoor de uitkomsten eveneens in 2022 aan uw Kamer worden aangeboden.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

---

1 Operationele taakstelling: de voorbereiding op en het uitvoeren van de drie wettelijke hoofdtaken van de Krijgsmacht.

2 https://wetten.overheid.nl/BWBR0040754/2018-03-27

3 Hoe doelmatig is het beleid geweest? Inclusief subvragen: 1. Was de inzet van de gekozen instrumenten kosteneffectief? (kosten/batenanalyse). 2. Is het proces tot herstructurering MGZ doelmatig uitgevoerd? 3. Zijn de geraamde opbrengsten en uitgaven gerealiseerd? 4. Heeft de herstructurering geleid tot een doelmatige inrichting van het geneeskundig systeem?