28 362 Reikwijdte van artikel 68 Grondwet

Nr. 56 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 mei 2021

De informatievoorziening aan het parlement moet adequater, opener en completer. Daar is het kabinet van doordrongen. In de kabinetsreactie naar aanleiding van het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag heeft het kabinet daarom aangekondigd per 1 juli a.s. een start te willen maken met het openbaar maken van de onderliggende departementale nota’s bij elke brief die aan het parlement wordt gestuurd (Kamerstuk 35 510, nr. 4). Het kabinet wil aan deze toezegging invulling geven door het openbaar maken van beslisnota’s. In een «beslisnota» zijn de overwegingen, alternatieven, relevante feiten en risico’s ambtelijk op een rij gezet voor de bewindspersoon. Door het openbaar maken van deze nota’s wordt op een toegankelijke en compacte wijze inzicht geboden in de afwegingen en betrokken belangen bij de besluitvorming. Hiermee wil het kabinet u als Kamer in staat te stellen de controletaak over de volle breedte uit te oefenen alsook om uw medewetgevende taken te kunnen uitvoeren, zonder voortdurend zelf op zoek te moeten gaan naar onderliggende informatie en argumenten.

Het kabinet beoogt met deze voorgestelde werkwijze inzicht te bieden in de feiten, de risico’s, de alternatieven en de argumenten pro en contra en daarmee navolgbaar te maken hoe de besluitvorming die ten grondslag ligt aan een brief of een voorstel, tot stand is gekomen. Hoewel het openbaar maken van deze ambtelijke beslisnota’s veel informatie geeft, zal uw Kamer of een Kamerlid in voorkomende gevallen nog steeds behoefte hebben aan aanvullende informatie. Uiteraard staat dan de weg open om te verzoeken om aanvullende (mondelinge) inlichtingen of specifieke aanvullende documenten. Met deze nieuwe, aanvullende informatiestroom wil het kabinet in goed overleg met u een wezenlijke, betekenisvolle stap zetten richting een adequate, open en complete informatievoorziening en betere onderlinge verhoudingen.

De beschreven nieuwe beleidslijn vormt tegelijkertijd het handvat voor de ambtelijke dienst om deze nieuwe werkwijze te implementeren. De nieuwe werkwijze vergt een toegankelijke en efficiënte inrichting van de informatiehuishouding en archieven van de Rijksdienst. De komende jaren wordt nog hard gewerkt om deze op orde te krijgen. Het voorgestelde nieuwe werkproces zal naar verwachting dan ook niet vanaf het eerste moment helemaal perfect verlopen. De bedoeling is wel dat per 1 juli a.s. een betekenisvolle start wordt gemaakt met de nieuwe werkwijze die werkenderwijs (lerend en evaluerend) in goed overleg met u zal worden uitgebouwd of aangevuld.

Bijgaand treft u, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de concept-beleidslijn aan1. We gaan graag over deze voorgestelde beleidslijn in gesprek met uw Kamer om te bepalen of deze aan uw verwachtingen voldoet en hoe we daar de komende maanden praktisch invulling aan kunnen geven.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven