Tweede Kamer der Staten-Generaal

35 570 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2021

Ontvangen 15 september 2020

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2020–2021

GERAAMDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 11.628,7

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 160,1

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat/begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

Wetsartikel 2

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de in de staat opgenomen baten-lastenagentschap Paresto voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake het agentschap.

De Minister van Defensie,A.Th.B. Bijleveld-Schouten

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1. Leeswijzer

Algemeen

De leeswijzer volgt de opbouw van de memorie van toelichting van de begroting. De memorie van toelichting is de uitleg bij het hierboven beschreven wetsvoorstel.

Het Ministerie van Defensie bestaat uit 7 organisatiedelen. De 4 krijgs-machtdelen (Koninklijke Marine, Koninklijke Landmacht, Koninklijke Luchtmacht en Koninklijke Marechaussee) zorgen ervoor dat de militairen en het materieel klaar zijn voor inzet. Het Defensie Ondersteuningscommando en de Defensie Materieel Organisatie ondersteunen door producten en diensten te leveren. De Bestuursstaf – waar onder andere de MIVD onder valt – maakt het beleid.

De Minister en Staatssecretaris zijn verantwoordelijk voor het algehele beleid van Defensie. De ambtelijke leiding ligt in handen van de Secretaris-Generaal. De Commandant der Strijdkrachten is verantwoordelijk voor de uitvoering, is de militaire adviseur van de Minister en stuurt de Koninklijke Marine, Koninklijke Landmacht, Koninklijke Luchtmacht, Defensie Materieel Organisatie, Defensie Ondersteuningscommando, NLD Commando Speciale Strijdkrachten en Defensie Cyber Commando aan.

Hoofdstuk 2 Beleidsagenda

De beleidsagenda beschrijft de beleidsprioriteiten van Defensie en sluit af met de onderdelen:

  • De belangrijkste mutaties ten opzichte van vorig jaar;

  • Het overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven;

  • De meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen;

  • Het overzicht van risicoregelingen.

Hoofdstuk 3 Beleidsartikelen

In beleidsartikel 1 Inzet wordt de inzet van de krijgsmacht begroot. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan door de leden gemeenschappelijk gefinancierde (common funded) NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel bevat ook een overzicht van de structurele inzet die in andere beleidsartikelen is begroot, bijvoorbeeld door de Koninklijke Marechaussee en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie. Het artikel maakt gebruik van het financiële instrument «opdrachten», met daarin de categorieën:

  • 1. Internationale inzet (BIV), zoals crisisbeheersingsoperaties;

  • 2. Financiering nationale inzet krijgsmacht (FNIK);

  • 3. Overige inzet.

In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering geraamd voor respectievelijk de Koninklijke Marine, Koninklijke Landmacht, Koninklijke Luchtmacht, Koninklijke Marechaussee en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1 Inzet. Deze operationele commando’s maken gebruik van de financiële instrumenten «opdrachten», «personele uitgaven» en «materiële uitgaven».

In beleidsartikel 6 waren de investeringen opgenomen, dit artikel is nu leeg voor jaar 2021 en verder. De investeringen zijn, door het in werking treden van de Wet Defensiematerieelbegrotingsfonds, binnen de Rijksbegroting overgegaan naar het hoofdstuk Defensiematerieelbegrotingsfonds (K). In bijlage 1 van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) is een conversietabel opgenomen. Voor de historie van beleidsartikel 6 is de budgettaire tabel met de jaren 2019 en 2020 nog zichtbaar.

In de beleidsartikelen 7 Defensie Materieel Organisatie (DMO) en 8 Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) zijn de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten geraamd voor de ondersteunende en dienstverlenende defensieonderdelen. De ondersteunende onderdelen werken met dezelfde financiële instrumenten als de operationele commando’s.

De uitgaven voor het nationaal fonds ereschulden worden verantwoord op beleidsartikel 8 DOSCO onder het financieel instrument «inkomens-overdrachten».

Hoofdstuk 4 Niet-beleidsartikelen

In het niet-beleidsartikel 9 Algemeen worden de niet specifiek aan een defensieonderdeel toe te wijzen programma-uitgaven opgenomen. Onder dit artikel zijn twee financiële instrumenten opgenomen:

  • De bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken: het betreft de bijdragen voor kennisopbouw bij het TNO, NLR en MARIN, die via de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat lopen.

  • De inkomensoverdrachten voor de Regeling Uitkering chroom-6 Defensie die bedoeld is voor claims. Het budget voor potentiële veteranenclaims staat bij artikel 8 DOSCO waar het Nationaal Fonds Ereschuld staat.

In het niet-beleidsartikel 10 Apparaat Kerndepartement worden de uitgaven ten behoeve van het centrale apparaat van Defensie begroot, waaronder de Bestuursstaf met de defensietop, (hoofd)directies, inclusief de Defensiestaf en bijzondere organisatie-eenheden. Onder het financiële instrument «personele uitgaven» worden onder «uitkeringen» de uitgaven voor het sociaal beleidskader Defensie (SBK), van de pensioenen en wachtgelden verantwoord.

Ten slotte zijn er ramingen voor de niet-beleidsartikelen 11 Geheim, 12 Nog onverdeeld en 13 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds opgenomen.

Hoofdstuk 5 Begroting agentschappen

In hoofdstuk 5 is de baten-lastendienst Paresto opgenomen.

Hoofdstuk 6 Departement specifieke informatie

In dit hoofdstuk bieden wij u inzicht in een aantal defensiespecifieke onderwerpen (o.a. pensioenen en uitkeringen, verdeling apparaatsuit-gaven, overzicht formatie defensiepersoneel, cyber en space, chroom-6).

Hoofdstuk 7 Bijlagen

In de bijlagen is informatie opgenomen over de volgende onderwerpen: 7.1 Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (ZBO/RWT’s), 7.2 een verdieping op de mutaties, 7.3 de moties en toezeggingen, 7.4 een subsidieoverzicht, 7.5 de toelichting op de Strategische Evaluatie Agenda, 7.6 een uitgavenoverzicht voor veteranen en de uitgaven voor zorg en nazorg en tot slot is in 7.7 een lijst met gebruikte afkortingen opgenomen.

Motie schouw

In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. Er zijn geen specifieke aanbevelingen die betrekking hebben op de begroting van het Ministerie van Defensie.

Defensieprojectenoverzicht

Zoals gebruikelijk ontvangt de Kamer tegelijkertijd met deze begroting het Defensieprojectenoverzicht (DPO). Hierin wordt per project meer gedetailleerde informatie gegeven dan in de begroting. Zo wordt de samenhang met het defensiebeleid en met andere projecten duidelijk gemaakt. Het DPO biedt inzicht in de lopende en de geplande materieel-, wapensys-teemgebonden IT- en vastgoedprojecten met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen. Daarnaast wordt ingegaan op af te stoten materieel.

Groeiparagraaf

In de begroting 2021 zijn ten opzichte van de begroting 2020 de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  • In de beleidagenda is op verzoek van het Ministerie van Financiën een paragraaf 2.6 COVID-19 maatregelen ingevoegd om Rijksbrede eenduidigheid te creëren;

  • Niet-beleidsartikel 13 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds is toegevoegd;

  • De volgende onderdelen zijn over naar begrotingshoofdtuk K Defensiematerieelbegrotingsfonds:

    • Beleidsartikel 6 Investeringen;

    • De investeringen voor bekostiging wetenschappelijk onderzoek, kennis & innovatie en bijdrage aan de NAVO;

    • Het instrument instandhouding van alle artikelen;

    • Bijlage 7: Overzicht uitgaven IT. De IT-gerelateerde uitgaven zijn ondergebracht in artikel 6 IT van het DMF.

  • Bijlage 5 Evaluatie- en overig onderzoek is gewijzigd in Bijlage 5 Toelichting op de Strategische Evaluatie Agenda. Dit na aanleiding van de derde voortgangsrapportage van de Operatie Inzicht in Kwaliteit van de Minister van Financiën.

Toelichtingsgrens

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

2. Beleidsagenda

Inleiding

COVID-19 laat de kwetsbaarheid, maar ook de kracht van onze samenleving zien. Vele partijen werkten en werken samen in de strijd tegen het coronavirus. Gedurende de eerste maanden van de crisis is Defensie op verzoek van de civiele autoriteiten op verschillende terreinen ingezet. Zo participeerden we in de nationale crisisstructuur en ondersteunden we 32 ziekenhuizen en zorginstellingen met onze medisch-logistieke planners en militair-medisch personeel. Verder versterkten we de grensbewaking en ondersteunden de handhaving van de openbare orde op toeristische locaties. We hielpen de voedselbanken met mankracht en logistieke expertise en hielpen bij het coördineren en organiseren van (ver)plaatsing van patiënten. Ook hielpen we in het Caribisch gebied op verschillende manieren met het bedwingen van het COVID-19-virus en het ondersteunen van de lokale autoriteiten. Kortom, Defensie heeft in de eerste onzekere maanden van de crisis laten zien er te kunnen staan wanneer nodig en snel en trefzeker te kunnen handelen in onzekere omstandigheden.

De COVID-19 crisis confronteert ons met de toenemende onvoorspelbaarheid op het gebied van nationale en internationale veiligheid en de gevolgen daarvan voor onze samenleving. De crisis versnelt bovendien de ingezette trend van veranderende geopolitieke verhoudingen. Het belang van nationale en internationale samenwerking in verbanden, zoals ons nationale veiligheidsnetwerk, de NAVO en de EU, wordt daardoor opnieuw benadrukt. Nu is het een pandemie (en alle bijkomende gevolgen zoals de intelligente lock down, desinformatie en een economische crisis) die onze samenleving raakt. In de toekomst kan het een andere dreiging zijn die onze samenleving ontwricht, zoals een cyberaanval, een urgente dreiging tegen het bondgenootschappelijk grondgebied en/of een dreiging tegen onze belangen elders in de wereld. Laten we hopen dat geen van die dreigingen werkelijkheid wordt. Maar áls het gebeurt, zoals nu het geval is, dan moet Defensie er staan en moeten wij samen met onze nationale en internationale partners kunnen beschermen wat ons dierbaar is.

Dat is waar Defensie dag in dag uit aan werkt en dat is ook onze kracht: goed voorbereid zijn op de verschillende dreigingen die op ons af kunnen komen en snel te kunnen handelen wanneer nodig om mensen te beschermen tegen dreigingen. Daarbij zien we een toenemende vraag naar capaciteiten voor het beschermen van ons grondgebied en het grondgebied van onze bondgenoten (hoofdtaak 1). Dit betekent een verschuiving van onze focus en de daarvoor benodigde personele en materiële capaciteiten. Hiervoor zullen we de opdracht beter in balans moeten brengen met de beschikbare middelen. Ook gaan we in 2021 door met het verder uitvoeren van de maatregelen in de Defensienota en op die manier met het verder werken aan ons herstel. Want om Defensie in te kunnen zetten hebben we het juiste en goed onderhouden materieel nodig, de juiste uitrusting en uiteraard ook voldoende en goed opgeleide en getrainde mensen die veilig hun werk kunnen doen.

De afgelopen jaren hebben we belangrijke stappen gezet in de uitvoering van de Defensienota. We hebben nieuwe arbeidsvoorwaarden en er zijn tientallen (investerings)projecten opgestart, inclusief vastgoed en updates van bestaand materieel. Ook zetten we hoog in op het verbeteren van sociale en fysieke veiligheid, waarbij de voortgang van de maatregelen wordt getoetst door de visitatiecommissie Defensie en Veiligheid. Draadloos internet is inmiddels op alle legeringen aanwezig en er wordt gewerkt aan de verbetering hiervan. Onze militairen worden voorzien van een nieuwe uitrusting zoals vesten en persoonlijke bescherming binnen het project VOSS. We hebben een deel van de prioriteiten uit het nationaal plan voor de NAVO kunnen vervullen door te investeren in 9 extra F-35 jachtvliegtuigen, de ondersteuning en inzetbaarheid van de special forces, het versterken van onze IT en ons personeelsbeleid. Kortom: een voortvarende start. Deze is echter niet altijd makkelijk geweest en we lopen nog steeds dagelijks tegen problemen aan. Daarover zijn we transparant, bijvoorbeeld door het delen van het Strategisch Vastgoedplan met de Kamer, de personeelsproblematiek met de Kamer te bespreken, chroom-6 meldingen op internet te publiceren, het proactief communiceren over incidenten of het rapporteren over meldingen van incidenten in jaarverslagen. Ook nemen we de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer uit het verantwoordingsonderzoek ter harte. Het herstel en in balans brengen van de organisatie zal ook de komende jaren voldoende aandacht behoeven. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit de conclusies van de Brede Maatschappelijke Heroverwegingen. We hebben deze kabinetsperiode gebruikt om problemen op te lossen en nog onbekende problemen boven tafel te krijgen en dat heeft ertoe geleid dat we inmiddels weten dat er nog flinke stappen te zetten zijn: meer dan we vooraf hadden ingeschat. Zo zijn er nog extra stappen in het kader van herstel nodig op het gebied van personeel, IT, vastgoed, fysieke en sociale veiligheid, de instandhouding van wapensystemen, (strategische) voorraden en bedrijfsvoering om de balans tussen de ondersteuning en de gevechtseenheden te herstellen.

In 2021 gaan we verder op de ingeslagen weg. Hierbij gaan we ook de lessen meenemen van onze inzet in de COVID-19 crisis. Ondanks de vertragingen die in 2020, mede door de crisis, zijn opgelopen, verwachten we in 2021 onder meer de levering van MALE UAV MQ-9 onbemande vliegtuigen en de uitvoering van de midlife update van de hydrografische opnemingsvaartuigen. Daarnaast gaan we de belangrijkste veteranenorganisaties samenvoegen tot de stichting het Nederlands Veteraneninstituut.

De uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 over de Programmatische Aanpak Stikstof heeft gevolgen voor nieuwe defensieactiviteiten, die geen nadelige gevolgen mogen hebben op beschermde stikstofgevoelige natuurgebieden. De stikstofproblematiek brengt voor Defensie extra kosten met zich mee voor onderzoek en compenserende maatregelen, en soms ook vertraging van projecten.

Voor de luchtruimherziening wordt in 2021 een voorkeursbesluit genomen, waardoor het civiele en militaire gebruik van het luchtruim opnieuw op elkaar worden afgestemd en een nieuw militair oefengebied wordt gevormd. Voor De Peel, Gilze-Rijen en Woensdrecht wordt een luchthavenbesluit voorbereid. Vanwege de stikstofproblematiek die voor alle drie de velden speelt en omdat voor een gedragen luchthavenbesluit Gilze-Rijen meer tijd nodig is, zal het niet lukken deze besluiten voor november 2021 gereed te hebben. Volgens de Wet luchtvaart vervalt op 1 november de geldigheid van de bestaande aanwijzingen voor deze luchtvaartterreinen. Defensie bereidt daarom een wetsvoorstel voor waardoor deze aanwijzingen langer hun geldigheid behouden.

Zoals gezegd, zullen we in de toekomst vaker te maken krijgen met onverwachte crises. De wereld is volop in beweging en dit heeft grote invloed op waar we ons als Defensie samen met onze nationale en internationale partners op richten en inrichten. We hebben daarom in 2014 afgesproken dat we in de tien daarop volgende jaren richting de 2% van het bruto binnenlands product willen groeien (bbp). Daardoor kunnen we groeien naar een krijgsmacht die een fair share levert aan de NAVO-doelstellingen. Dit groeipad om het fundament onder de NAVO samen met de andere partners te verstevigen, is vastgelegd in het nationaal plan, waarin wij laten zien hoe we de komende jaren tot 2024 de defensie-uitgaven in de richting van de 2% gaan bewegen. Als alle bondgenoten dat doen, dan kunnen we onze gezamenlijke vrijheid en veiligheid beschermen. Nederland voldoet hier niet aan en onze bondgenoten verwachten dan ook meer van ons. Daar worden we internationaal op aangesproken. Ook het AIV advies onderschrijft het belang om te streven naar 2%. Met een defensiebudget van 1,33% van het bbp (2019) blijft Nederland achter bij het Europese gemiddelde (1,58% in 2019). In een Europees vergelijk staat Nederland op een gedeelte 16e plaats met Albanië (gebaseerd op NAVO cijfers november 2019).

Om voorbereid te zijn op de toekomst, brengen we binnenkort de Defensievisie uit, die vijftien jaar vooruit kijkt. Welke kansen en dreigingen komen er op ons af en wat vraagt het van Defensie om er dan voor onze samenleving te staan? Nadat we met de Defensienota 2018 begonnen zijn om Defensie te herstellen, zal de Defensievisie de stappen op een rij zetten die de organisatie moet nemen om de komende vijftien jaar te kunnen blijven beschermen wat ons dierbaar is.

2.1 Beleidsprioriteiten

Verbeteren operationele gereedheid

Voor het herstel van de operationele gereedheid werken we in 2021 verder aan de personele gereedheid, de materiële gereedheid en de geoefendheid. Het herstel van de personele gereedheid blijft daarbij extra aandacht vragen. Maatregelen uit het nieuwe personeelsmodel moeten leiden tot een betere kwantitatieve en kwalitatieve personele vulling. Waar mogelijk zorgt inhuur en inzet van reservisten voor extra capaciteit. Ook werkt Defensie aan de implementatie van het project ‘Kwaliteit in Beeld’ om het inzicht in de kwalitatieve personele gereedheid te verbeteren. De implementatiefase van het project is in 2020 begonnen en zal anderhalf tot twee jaar duren. Uiteindelijk zal, op basis van gestandaardiseerde taal en een eenduidige werkwijze, inzicht ontstaan in de kwalitatieve personele gereedheid en daarmee in de geschiktheid en beschikbaarheid van ons personeel. Inzicht in de kwalificaties van ons personeel kan gebruikt worden om benodigde opleidingen beter af te stemmen, biedt betere kansen voor eigen personeel op de externe/civiele arbeidsmarkt en maakt het makkelijker om personeel van buiten horizontaal aan te nemen. Het project levert op termijn tevens informatie op centraal niveau op over personeel dat eventueel vereiste kwalificaties voor functie mist en dus aanvullende opleiding nodig heeft.

Het plan van aanpak Verbeteren Materiële Gereedheid heeft geleid tot een betere beschikbaarheid van reservedelen, maar er is nog geen sprake van een structurele verhoging van de totale materiële gereedheid. Daarom gaat Defensie verder met de aanpak van vijf factoren van invloed; mensen, middelen, materiaal, methoden en omgevingsfactoren. De uitkomsten van lopende instandhoudingsanalyses maken gerichte verbetermogelijkheden inzichtelijk. In 2021 zet Defensie ook stappen in het terugbrengen van het geconstateerde capaciteitsgebrek in de materieellogistieke organisatie. Daarbij wordt gekeken naar uitbesteding van werkpakketten, inhuur, slimme samenwerking met (internationale) partners en uitbreiding van de formatie. Ook wordt gewerkt aan het vergroten van inzicht in gegevens over materieel voor planning en onderhoud. Daarnaast wordt geïnvesteerd in een veilige en goede werk- en leefomgeving voor het personeel.

Naast de toename van de personele gereedheid en materiële gereedheid draagt ook de verbetering van de geoefendheid bij aan het herstel van de operationele gereedheid. Om de geoefendheid in 2021 te vergroten zijn oefeningen gepland onder andere nationaal, in NAVO-verband en EU-verband; de meeste van deze oefeningen bevatten ook componenten van hybride oorlogvoering en civiel-militaire samenwerking. Zo neemt NLD-Special Operations Command (SOCOM) deel aan de NATO ALERTEX NOBLE JUMP 2021-1 ter voorbereiding op hun bijdrage aan VJTF Combined Special Operations Component Command. Daarnaast bereidt NLD SOCOM de Nederlandse SOF bijdrage voor aan de oefening FLINTLOCK’21 op het Afrikaanse continent. Als voorbereiding voor de Standing NATO Response Force Martime Group in 2022 legt de marine prioriteit bij het uitvoeren van de eskaderreis FAIR WINDS 2021. De landmacht voert schiettechnische certificeringen en diverse andere oefeningen op eenheidsniveau uit. Medio 2021 nemen eenheden van de landmacht deel aan de NATO High Visibility Exercise STEADFAST DEFENDER in Roemenië en Bulgarije. Hiermee wordt gehoor gegeven aan de toezegging van de Minister van Defensie om in de toekomst meer te trainen en te oefenen in de Zwarte Zee-regio. 1GNC neemt ter voorbereiding op de VJTF Land Component Command (LCC) taak in 2023 deel aan de oefening STEADFAST COBALT. Voor de luchtmacht vormt de nationale luchtverdedigingsoefening ORANGE WARDEN samen met FRISIAN FLAG 2021, zeker na de annulering in 2020, de speerpunten van 2021. Het DCC neemt deel aan de NAVO-oefening CYBER COALITION om de internationale samenwerking en gereedheid op het gebied van cyber te vergroten. Ook staan in 2021 Concept Development and Experimentation (CD&E) oefeningen als Joint Project Optic Windmill en Bold Quest 2021 gepland in Europa en de Verenigde Staten om NAVO lidstaten de mogelijkheid te bieden concepten te testen, te verbeteren en van elkaar te leren. Tot slot neemt Defensie deel aan de oefening HURRICANE EXERCISE 2021; een internationale en interdepartementale training gericht op een humanitaire hulpverlening in het Caribisch gebied.

Het herstellen van de operationele gereedheid is een weg van lange adem en vraagt om jarenlange aandacht en prioriteren bij het beschikbaar stellen van middelen. Tegelijkertijd zal de opdracht beter in balans worden gebracht met de beschikbare personele en materiële middelen. De verwachting is dat in 2021 de eerste resultaten hiervan zichtbaar zijn. Het herstel gaat stap voor stap. Daarbij werken de gevolgen van COVID-19 in 2021 door op de operationele gereedheid. De mate waarin het herstel van de operationele gereedheid vertraagt is afhankelijk van de duur en de omvang van de maatregelen als gevolg van COVID-19 en kan nu nog niet volledig inzichtelijk worden gemaakt. In de inzetbaarheidsrapportage zal verder worden ingegaan op het verbeteren van de operationele gereedheid.

Missies en operaties

Deelname aan missies en operaties behoort tot de kerntaken van Defensie. Missies en operaties zijn onderdeel van een bredere inzet, verbonden met de prioriteiten van het Nederlandse buitenland en veiligheidsbeleid. Naast de politiek-strategische redenen die aan de Nederlandse bijdrage ten grondslag liggen zoals de bescherming en verdediging van de belangen van het Koninkrijk en het bondgenootschappelijk grondgebied en de bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit, zijn deze bijdragen ook van belang voor de ontwikkeling van het eigen personeel. Ook in 2021 spant Defensie zich in om voldoende flexibiliteit te behouden voor mogelijke inzet in het kader van missies en operaties in crisissituaties. Dit betekent dat ook in 2021 besluitvorming over verlenging van bestaande bijdragen aan missies en operaties en eventuele bijdragen in het kader van één van de drie hoofdtaken van Defensie iedere keer weer een zorgvuldige afweging zal blijven vergen.

Mensen
Tabel 1 Hoofdpunten:

Sinds de Defensienota

In 2021

- Repareren inkomsenseffecten Wet Uniform Loonbegrip (WUL) en AOW-gat

- Verdere stappen invoering nieuw personeelsmodel en loongebouw

- Sterk verbeterde arbeidsvoorwaarden

- Verbeteren (kwalitatieve) vulling

- Een toekomstbestendig pensioenstelsel voor militairen

- Start Nederlands Veteraneninstituut

- Sterke toename aantal reservisten

- Ondersteunen Invictus Games

- Deelname aan maatschappelijke diensttijd

 

PersoneelsmodelDefensie werkt verder aan de invoering van een nieuw en toekomstbestendig personeelsmodel dat het huidige Flexibel Personeelssysteem (FPS) zal opvolgen. Dit personeelsmodel moet ervoor zorgen dat Defensie op de korte en lange termijn over voldoende en gekwalificeerd personeel kan beschikken. Het sluit niet alleen aan bij de langetermijnvisie op Defensie die uiteen zal worden gezet in de Defensievisie 2035, maar is daarvoor randvoorwaardelijk.

Het nieuwe personeelsmodel beoogt de instroom, doorstroom en uitstroom van personeel structureel beter te reguleren, om zo steeds te kunnen beschikken over voldoende en voldoende gekwalificeerde personele capaciteit. De verwachting is dat behoud en werving structureel zullen verbeteren door het invoeren van meer aanstellings- en contractvormen, wat meer maatwerk mogelijk maakt, en door te gaan werven, selecteren en ontwikkelen op grond van talenten en competenties. Hiervoor is randvoorwaardelijk dat commandanten worden ondersteund met eigen decentrale HR-capaciteit en de beschikking krijgen over IT die mogelijk maakt de behoeftes van de organisatie te matchen met beschikbare talenten en competenties, en daarbij bovendien ook vooruit kan kijken.

De ambitie is om over de uitgangspunten van het nieuwe personeelsmodel en het daaraan verbonden HR-beleid nog in 2020 overeenstemming met de centrales te bereiken. Het aansluitende wetgevingstraject zal vervolgens tijd in beslag nemen, maar is in voorbereiding en zal direct na het bereiken van overeenstemming met de centrales van overheidspersoneel formeel worden opgestart.

2021 is een transitiejaar, waarin het personeelsmodel verder wordt uitgewerkt, in de praktijk wordt beproefd en een start wordt gemaakt met de stapsgewijze implementatie. De regionale proeftuinen bij de defensieonderdelen, waarin de elementen van het nieuwe personeelsmodel in de praktijk worden getest, worden in 2021 voortgezet. De ervaringen zijn positief. Binnen de proeftuinen is bijvoorbeeld inmiddels sprake van aanzienlijk hogere wervingscijfers. De praktijkervaringen in de proeftuinen worden gebruikt bij het verder vervolmaken van het nieuwe personeelsmodel.

De gevolgen van COVID-19 zullen in 2021 zorgen voor na-ijleffecten op de personele vulling en de personele gereedheid. Dit komt onder meer door de opgelopen achterstand in het aanstellen van nieuw personeel en het tijdelijk stilzetten en annuleren van opleidingen.

PersoneelszorgIn 2021 worden de versterking, modernisering en verbetering van de Militaire Gezondheidszorg voortgezet. De uitvoering van de 8 projecten uit het programma ‘Militaire Gezondheidszorg 2020’, waaronder het operationele kwaliteitsmanagementsysteem, wordt in 2021 geborgd in de organisatie. Verder wordt een elektronisch patiëntendossier voor geïntegreerde zorg ingevoerd en wordt in Den Helder een nieuw gecombineerd Gezondheids- en Tandheelkundig Centrum gebouwd.

Voor de uitvoering van het veteranenbeleid zet Defensie per 1 januari 2021 een belangrijke stap door het samenvoegen van de belangrijkste veteranenorganisaties. Door die samenvoeging ontstaat een stichting met een nieuwe naam: het Nederlands Veteraneninstituut. Hiermee ontstaat een herkenbare en duidelijke besturingsstructuur, die effectiever en efficiënter aansluit op de uitvoering van de Veteranenwet en het daaruit voortvloeiende beleid. Een andere belangrijke ontwikkeling voor veteranen is het ontwikkelen en vormgeven van een modern stelsel van uitkeringen en voorzieningen voor veteranen. Het nieuwe stelsel dat in 2023 klaar moet zijn om te worden ingevoerd moet de gewonde veteraan beter ondersteunen bij re-integratie en maatschappelijke participatie.

In 2021 werkt Defensie verder aan een meer diverse en inclusieve organisatie. Met dat doel blijven naast werving en vooral ook behoud van personeel uit de doelgroepen, ook bewustwording en cultuurverandering op de agenda staan. De verwachting is dat Defensie in 2021 met behulp van de zogeheten ‘routekaart opleiden en trainen’ het thema diversiteit en inclusiviteit borgt in de opleidingen bij Defensie.

ArbeidsvoorwaardenAls het gaat om arbeidsvoorwaarden wil Defensie uitvoering geven aan de met de centrales van overheidspersoneel in het AV-akkoord 2017-2018 gemaakte afspraken om gefaseerd een bij de tijd passend bezoldigingssysteem te ontwikkelen en hierbij een vereenvoudigd model van toelagen te introduceren. Hierover zijn in het AV-akkoord 2019-2020 aanvullende afspraken gemaakt. Defensie wil op dit onderwerp graag de volgende stap zetten. Het nieuwe bezoldigingssysteem moet qua uitgangspunten en doelstelling nauwgezet aansluiting vinden bij het nieuwe personeelssysteem.

Agenda voor Veiligheid

Veiligheid moet een ingebedde, vanzelfsprekende waarde zijn binnen Defensie. Juist omdat de aard van het werk risicovolle omstandigheden met zich mee kan brengen, streven wij er naar om veiligheid integraal onderdeel te maken van de reguliere bedrijfsvoering. Dat betekent dat leidinggevenden en personeel bij elk besluit oog hebben voor (rest)risico’s en bewuste keuzes maken over hoe met deze (rest)risico’s wordt omgegaan. Tegelijkertijd is het belangrijk dat uitvoerbare opdrachten worden gegeven. Het beter in balans brengen van de opdracht en de daarvoor beschikbare personele en materiële middelen is daarbij de kern. Hier wordt aan gewerkt en de verwachting is dat in 2021 de eerste resultaten hiervan zichtbaar zijn. Daarnaast is een goed ontwikkeld veiligheidsbewustzijn essentieel voor een veilige taakuitvoering en een veilige werkomgeving, zowel sociaal als fysiek. Dit vereist doorlopend aandacht, zoals elke langdurige cultuurverandering. Defensie zet voor de doorontwikkeling veiligheid daarom programmatisch in op: risicomanagement, gezondheid, sociale veiligheid en integriteit.

Voortzetting ingezette maatregelen en doorontwikkeling veiligheid In 2021 loopt een aantal van de ingezette maatregelen uit het plan van aanpak ‘Een veilige defensieorganisatie’ door en wordt in aansluiting daarop verdere actie ondernomen: in 2021 wordt de specialistische ondersteuning van de commandanten verder op orde gebracht. De versterking van de higher-risk ketens (o.a. vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht, schieten, duiken, munitieketen en gebruik van gevaarlijke stoffen zoals chroom-6) wordt vervolgd langs het model van de three-lines-of-defence. De Inspectie Veiligheid Defensie (IVD) is in 2020 geëvalueerd (Kamerstuk 35300 X nr. 83). De IVD kijkt met een integrale blik van buitenaf naar de veiligheid tijdens de taakuitvoering bij Defensie. Samen met de IVD en andere interne toezichthouders van Defensie worden de mogelijkheden onderzocht om informatie, kennis en bevindingen uit te wisselen, met het doel meer samenhang te bewerkstelligen en de effectiviteit van het toezicht bij Defensie te versterken. Voorts worden in 2021 de uitkomsten bekend uit het onderzoek naar de gezondheidsrisico’s als gevolg van blootstelling aan chroom-6 op de defensielocaties anders dan de Prepositioned Organizational Materiel Storage (POMS)-locaties door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) (Kamerstuk 35300 X nr. 63).

Bij de aanbieding van het jaarrapport 2020 van de Visitatiecommissie Veiligheid en Defensie, die tot en met 2021 de doelbereiking van het plan van aanpak toetst, is aangegeven dat de nieuwe fase die vorig jaar is ingegaan heeft geleid tot de vaststelling van de zogenoemde Agenda voor Veiligheid. De Agenda voor Veiligheid heeft als doel de grondoorzaken van onze veiligheidsproblemen aan te pakken (Kamerstuk 34919 nr. 65). Dit betreft de beschikbaarheid en deskundigheid van personeel en van het juiste materieel, geschikte persoonlijke uitrusting, voldoende toegeruste werkplaatsen, vastgoed dat aan de veiligheidseisen voldoet, voldoende opleidingscapaciteit en een cultuur waarin het veilig is om meldingen van onveilige situaties te doen. Deze problematiek kan alleen stapsgewijs worden opgelost. Met de defensieonderdelen zijn daarom ook prioriteiten benoemd en in de afgelopen tijd aangescherpt voor de agenda. Per prioriteit zijn algemene doelstellingen vastgelegd. De Defensieonderdelen zullen in oktober 2020 voor de te behalen doelstellingen per prioriteit plannen hebben uitgewerkt die specifiek, meetbaar, realistisch en tijdgebonden zijn, zoals ook vermeld bij de aanbieding van het jaarrapport. Wij zullen de commissie op transparante wijze blijven informeren over de voortgang van de maatregelen en de doorontwikkeling. Daarbij zullen wij de informatievoorziening naar de commissie verbeteren, door te werken aan eenduidigheid en meetbaarheid van de doelen in de plannen en rapportages.

RisicomanagementDefensie heeft integraal risicomanagement omarmd als onderdeel van de besturing. Prioritair hierbij is risicomanagement voor veiligheid (fysiek en sociale veiligheid inclusief gezondheid en integriteit). In 2019 is borging hiervan in de bedrijfsvoering gestart, zoals het gebruik van kritieke prestatie indicatoren. De eerste stappen in de ontwikkeling van integraal risicomanagement zijn het defensiebreed harmoniseren en verder standaardiseren van risicomanagementinstrumenten voor de veiligheid. Om integraal risicomanagement – waaronder fysieke en sociale veiligheid - verder te ondersteunen is passende IT/IV noodzakelijk. De functionele behoeften worden geïnventariseerd voor een samenhangend integraal IT/IV systeem. Dit omvat een meerjarig traject. In de tussentijd worden de bestaande meld- en registratiesystemen verbeterd om tot meer proactieve managementinformatie te komen. Deze aanpassingen kosten meer tijd dan initieel verwacht. Het verbeteren van het veiligheidsbewustzijn vindt plaats door het in initiële en vervolgopleidingen vormen en onderwijzen op het gebied van sociale en fysieke veiligheid en risicomanagement (waaronder risico inventarisaties en evaluaties).

GezondheidsmonitoringGezondheidsmonitoring kan helpen om verbanden tussen werkomstandigheden en gezondheidsaandoeningen vast te stellen en om te kunnen handelen als daar noodzaak toe is waar het gaat om preventieve maatregelen ter bescherming van de gezondheid en veiligheid van het personeel. De invoering van gezondheidsmonitoring zal meerdere jaren beslaan en is over 3 sporen verdeeld. De verschillende sporen bestaan uit het inregelen (ontsluiten medische en plaatsingsgegevens), historisch onderzoek en uiteindelijk het structureel monitoren (en analyseren) van de gezondheid en veiligheid van het defensiepersoneel. De eerste resultaten worden in de tweede helft van 2021 verwacht.

Sociale veiligheid en integriteit Defensie verwacht van teamleden dat ze elkaar beschermen, steunen en versterken. Teams waarin een sociaal veilige basis normaal is, presteren beter. Om deze cultuur van sociale veiligheid te versterken hebben we de aanbevelingen van de commissie-Giebels in 2019 in een plan verwerkt. Op het deelgebied cultuur worden eerder ingezette initiatieven zoals ‘Vuurdoop’ en het ‘just-culture interventie onderzoek’ voortgezet om de sociale veiligheid bespreekbaar te maken en te houden. Investeren in het middenkader en startende leidinggevenden blijft van belang door opleiding en training met als basis de gedragscode en met het bieden van ondersteuning door de juiste experts Op het gebied van personeelsbeleid wordt de beoordelings- en begeleidingscyclus geëvalueerd. Verder zetten we in 2021 en daarna ook in op: • De implementatie van een (tijdelijk) meld- en registratiesysteem voor vermoedens van integriteitschendingen, misstanden en klachten, op basis van het bestaande systeem voor melding van voorvallen. Een nieuw integraal systeem voor alle meldingen inzake veiligheid omvat een meerjarig traject, zoals hierboven bij Risicomanagement is genoemd; • Het bestendigen van de kennis- en kwaliteitsontwikkeling van het meldpunt integriteit Defensie; • De analyse en herziening van het integriteitsstelsel van Defensie; • De verdere professionalisering van de medewerkers in de keten van klacht- en integriteitsmeldingen en –behandeling.

Middelen
Tabel 2 Hoofdpunten:

Sinds de Defensienota

In 2021

- Een stijgende investeringsquote

- Start uitrol keuzeconcept gevechtslaarzen

- De eerste F-35 jachtvliegtuigen in Nederland ontvangen en 9 extra F-35 jachtvliegtuigen besteld

- Midlife update hydrografische opnemingsvaartuigen

- Strategisch Vastgoedplan vastgesteld

- Levering onbemande vliegtuigen

- Levering cyber rapid response team in EU-verband

- Vergroten materiële en personele capaciteit om digitale dreiging tegen te gaan

Investeren in nieuw materieelDe Defensienota 2018 vormde het startsein voor een investeringsprogramma voor het herstel, de versterking en de modernisering van de krijgsmacht. In 2021 stijgt de vijfjaars-gemiddelde investeringsquote verder tot 23%.

In 2020 is het wetsvoorstel aangenomen om het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) in te stellen. Hiermee is een belangrijke stap gezet naar een voorspelbare en schokbestendige defensiematerieelbegroting. Uitgaven, verplichtingen en ontvangsten ten behoeve van de ontwikkeling, verwerving, instandhouding en afstoting van materieel, IT-middelen en infrastructuur van het Ministerie van Defensie zullen vanaf 2021 niet meer worden opgenomen in de Defensiebegroting, maar in het DMF.

In de Defensiematerieelagenda van het DMF en het Defensieprojectenoverzicht wordt verder ingegaan op (investeringen in) materieelprojecten. Hierbij valt voor 2021 te denken aan de midlife update van de hydrografische opnemingsvaartuigen, de levering van de laatste nieuwe brugleggende tanks, de levering van MALE UAV MQ-9 onbemande vliegtuigen. Ook de levering van nieuwe helmen binnen het project DOKS en van vesten en persoonlijke bescherming binnen het project VOSS aan militairen. Daarnaast verwachten we onder andere de B-brief voor het programma Wissellaadsystemen, trekker-opleggercombinaties en Wielbergingsvoertuigen (WTB) naar de Kamer te kunnen sturen. Ook werkt Defensie verder aan de vervanging van de onderzeebootcapaciteit en de vervanging van de M-fregatten. Beide projecten zitten in 2021 in de verwervingsvoorbereidingsfase.

VoorradenIn 2021 wordt gestart met de uitwerking en planvorming voor voorraden op basis van een geactualiseerd beleidskader inzetvoorraden (BKI) dat in 2020 wordt vastgesteld. Bij voorraadvorming staat niet langer alleen de tweede hoofdtaak, internationale missies, centraal. Zoals beschreven in de Verzamelbrief versterking voorraden (Kamerstuk 27830 nr. 268 d.d. 19 oktober 2018) worden in dit nieuwe beleidskader ook de voorraden ten behoeve van de eerste en derde hoofdtaak beschouwd, de bescherming van het eigen en NAVO grondgebied en de ondersteuning van civiele autoriteiten. Daarbij worden lessons learned uit de COVID-19 crisis meegenomen. Voor de uitvoering van de plannen zal vervolgens het reguliere proces worden gevolgd.

Informatiegestuurd optreden, IT en Cyber Om het informatiegestuurd optreden en ons optreden in het cyber- en infomatiedomein te versterken nemen we onder andere de volgende maatregelen: • De aankomende jaren moet de IT infrastructuur bestaande uit datacenters, werkplekken en netwerken worden vervangen. Defensie wil dit uitvoeren middels het programma GrIT. Het streven is om in 2021 een start te kunnen maken met het programma. Verdere informatie over GrIT is opgenomen in het DMF;• Defensie heeft de ambitie om een informatiegestuurde krijgsmacht te worden. Er wordt geïnvesteerd in onder andere extra personele expertise en tooling voor zowel laag gerubriceerde als hooggerubriceerde dataomgeving. We zullen dit stap voor stap vormgeven;• Goed en modern werkgeverschap vereist het voldoen aan de behoefte van medewerkers aan flexibele IT-middelen. Tijdens COVID-19 hebben we gezorgd dat onze medewerkers tijd en plaats onafhankelijk kunnen werken. In 2021 willen we deze ontwikkeling verder vormgeven, bijvoorbeeld door middel van tooling voor op afstand samenwerken en vergaderen;• Ook komend jaar is het streven de personele cybercapaciteit van Defensieonderdelen verder te laten groeien; • Om effecten in het cyberdomein nog beter te kunnen bereiken worden de cyber mission teams verder doorontwikkeld; • In samenwerking met andere departementen zal het strategisch responskader tegen hybride dreigingen waaronder cyber verder vorm worden gegeven. Daarnaast worden onze veiligheidsbelangen ook geraakt door desinformatie die via cyber en sociale media wordt verspreid. Daarom wil Defensie naast de virtuele, ook de cognitieve aspecten van moderne conflictvoering beter begrijpen en expertise en perspectieven uit de sociale wetenschappen in het defensiebeleid integreren; • Defensie volgt internationale, conceptuele en juridische ontwikkelingen op de voet om van andere landen te leren, kaders op- of bij te stellen en mogelijk nieuwe inzetmogelijkheden vorm te geven. Dit zorgt ervoor dat Defensie in de voorhoede blijft lopen in het nog steeds snel veranderende cyberdomein.

Vastgoed Net als in 2020 werken we hard aan het inlopen van de achterstanden bij investeringen en instandhouding voor vastgoed. Daarvoor zijn investeringen op langere termijn nodig maar ook voldoende uitgaven op korte termijn. Om noodzakelijk onderhoud te kunnen blijven uitvoeren en zo verdere achteruitgang op korte termijn te beperken, hebben we voor 2020 en 2021 het instandhoudingsbudget verhoogd (Kamerstuk 34919, nr. 55). Daarbij staan veiligheid en voldoen aan wet- en regelgeving voorop.

Het weer op orde krijgen van het vastgoed vraagt om tijd. Bovendien is de opgave hiervoor aanzienlijk groter dan de nu beschikbare capaciteit en financiën. Daarom kijken we samen met andere departementen in een Interdepartementaal Beleidsonderzoek Vastgoed naar beleidsopties om, parallel aan de planmatige aanpak van het Strategisch Vastgoedplan, de scheefgroei tussen de geraamde opgave en de beschikbare middelen te verkleinen. Dit moet bijdragen aan een gezonde vastgoedportefeuille op lange termijn.

Manieren
Tabel 3 Hoofdpunten:

Sinds de Defensienota

In 2021

- Oprichting Counter Hybrid Unit

- Declaration of Intent met Duitsland en Statement of Intent met Frankrijk ter bevordering van de bilaterale samenwerking

‒ 15.000 zonnepanelen op defensieterrein voor gebruik burgers in omgeving

- Invoer regeling zelfstandige kleine aankopen voor commandanten om snel in kleine behoeften te voorzien

- Hernieuwing Declaration of Intent bilaterale samenwerking met Noorwegen

- Strategic foresight & direction uitgevoerd voor alle regio’s, samen met extern netwerk

- Samenwerkingstraject Defensie en TU Delft gericht op de vereenvoudiging en optimalisering van complexe bedrijfsvoeringssystemen gestart

Adaptieve krijgsmacht Ook in 2021 gaat Defensie verder met het programma adaptieve krijgsmacht. Voortbouwend op lopende civiel-militaire projecten, zoals het Instituut Defensie Relatieziekenhuizen en de Social Impact Bond (re-integratie van defensiepersoneel) zet Defensie er op in om komend jaar vijf nieuwe civiel-militaire initiatieven werkend te krijgen. Deze zogenaamde ecosystemen bieden nieuwe manieren van werken voor met name combat support en combat service support. Ze beogen het voortzettingsvermogen, de inzetbaarheid en de flexibiliteit van de krijgsmacht te vergroten, waar en wanneer dat nodig is. Naast deze nadruk op de versterking van de civiel-militaire samenwerking zet Defensie komend jaar in op het vergroten van de flexibele schil. De COVID-19 uitbraak brengt de gewenste samenwerking in een stroomversnelling, doordat de arbeidsmarkt verandert. Door na te denken over slim samenwerken, slim verbinden, gedeeld werkgeverschap en het delen van kennis en kunde, hoopt Defensie mensen en organisaties aan de krijgsmacht verbonden te houden, ook als de economie weer aantrekt. In dit kader wordt ook het succesvolle programma Defensity College komend jaar opgeschaald, om jonge mensen bij de krijgsmacht te blijven betrekken.

Een adaptieve krijgsmacht bouwt Defensie niet alleen. De afgelopen periode heeft Defensie steun gehad van een groeiende groep bedrijven, organisaties, brancheverenigingen en kennisinstellingen. In 2021 bouwt Defensie deze contacten verder uit, waarbij de focus zal liggen op de sectoren waarin Defensie tekorten heeft. De krapte op de arbeidsmarkt is voor veel sectoren overigens even pregnant als voor de krijgsmacht en in plaats van te concurreren, is samenwerking het betere en duurzamere alternatief. Op deze manieren wil Defensie in 2021 nadrukkelijk een rol spelen als moderne werkgever die oog heeft voor de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en die helpt om schaarse kennis en capaciteit in Nederland slimmer en effectiever in te zetten. Een positieve bijkomstigheid is dat Defensie zich door deze samenwerkingen volop verbindt met de samenleving en vele partijen bij de veiligheid en de weerbaarheid van ons land kan betrekken.

Internationale samenwerkingOok in 2021 werkt Nederland intensief samen met internationale partners. De COVID-19 uitbraak heeft een verdere impuls gegeven aan de ambitieuze agenda op het gebied van internationale samenwerking. Zo werkt Defensie samen met de bondgenoten binnen de NAVO, onder andere in het kader van de afschrikking en de collectieve verdediging. Nederland stelt, naast de bijdrage aan de enhanced NATO Response Force, mensen en middelen beschikbaar voor het NATO Readiness Initiative waartoe tijdens de NAVO-Top van 2018 werd besloten. De eenheden die hiervan deel gaan uitmaken zijn inmiddels aangewezen. Het extra commitment aan het NRI betekent dat de vraag op korte termijn meer toeneemt dan de capaciteit van de krijgsmacht groeit door gedane investeringen.

Tijdens de Leaders’ Meeting in december 2019 stemden de staatshoofden en regeringsleiders van de NAVO in met een reflectieproces. Dit proces heeft tot doel ervoor te zorgen dat de NAVO is en blijft toegerust om dreigingen voor haar grondgebied het hoofd te bieden en dat de politieke dimensie van de NAVO wordt versterkt. De resultaten van het reflectieproces zullen worden bekrachtigd tijdens de eerstvolgende NAVO-Top in 2021. Nederland ziet graag dat hierbij aandacht wordt besteed aan hoe de NAVO toegerust is en blijft op (toekomstige) dreigingen en hoe het principe van solidariteit en eenheid kan worden gewaarborgd en versterkt. Ook hecht Nederland eraan dat aandacht wordt besteed aan de samenwerking tussen de NAVO en andere organisaties zoals de EU, VN en de OVSE. Ook binnen de EU zijn er ontwikkelingen die relevant zijn in dat kader.

De nieuwe Europese Commissie heeft bij haar aantreden aangeven de Unie een meer geopolitieke speler te willen laten zijn. In die context is er een nieuw directoraat-generaal Europese Defensie-industrie en ruimte (DG DEFIS) ingericht dat, met name door middel van implementatie van het Europees Defensie Fonds (EDF), de Europese industriële en technologische defensiebasis moet gaan versterken. Voorts zal de aandacht in de komende jaren uitgaan naar de verdieping van de samenwerking op het veiligheids- en defensieterrein en zal de doorontwikkeling van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid centraal staan. De belangrijkste onderwerpen die in dit kader op de agenda staan zijn de strategische evaluatie van de permanent gestructureerde samenwerking (PESCO), het afronden van de onderhandelingen over de Europese Vredesfaciliteit (EPF), de evaluatie van de Military Planning & Conduct Capability (MPCC), de inwerkingtreding van het EDF en de ontwikkeling van een Strategisch Kompas dat de link tussen capaciteitsontwikkeling enerzijds en het operationaliseren van het EU-ambitieniveau anderzijds moet gaan versterken.

De Nederlandse inzet ten aanzien van deze verschillende trajecten zal geënt zijn op het volgende: in het licht van de geopolitieke ontwikkelingen en de veiligheidssituatie wordt het nog belangrijker om als Europa meer verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen veiligheid. In dat kader dient ingezet te worden op (1) een evenwichtiger bijdrage aan de NAVO van de EU-lidstaten die lid zijn van het bondgenootschap én (2) een EU die sterker operationeel kan optreden overal waar de veiligheid en belangen van de EU en de EU-lidstaten in het geding zijn.

Defensie blijf ook inzetten op bilaterale samenwerking met onze strategische partners: België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De samenwerking met deze landen verloopt voorspoedig en zal waar mogelijk verder worden geïntensiveerd.

Conflictpreventie In 2021 zullen de initiatieven die Defensie heeft ondernomen op het gebied van conflictpreventie (beleidsvoornemen n.a.v. Defensienota 2018) verder worden uitgebouwd en bestendigd. Hierbij blijft samenwerking met andere departementen, maatschappelijke organisaties en denktanks en internationale partners en organisaties essentieel. Inzet van Defensie kan immers alleen effectief en duurzaam zijn als deze deel uitmaakt van een geïntegreerde aanpak en er gebruik wordt gemaakt van kennis en ervaring ‘van buiten’. Samen met deze partners beoogt het team conflictpreventie het anticiperend vermogen van Defensie verder te versterken om conflicten tijdig te identificeren, beter te begrijpen en escalatie te voorkomen. Hiertoe is onder andere het ‘strategic foresight & direction’ proces ontwikkeld, dat de komende jaren zal worden uitgevoerd.

NationaalSinds 2018 loopt het interdepartementale Programma Civiel-Militaire Samenwerking (PCMS) tussen Defensie, JenV en de veiligheidsregio’s. Het programma (waarbij ook de overige departementen, het vitale bedrijfsleven en de Nationale Politie zijn aangehaakt) heeft een doorlooptijd tot 2023 en heeft als opdracht de rol van Defensie in het nationale veiligheidsdomein structureel te verstevigen en de civiel-militaire samenwerking verder te ontwikkelen als een robuuste pijler van de nationale crisisbeheersing. Het gaat hierbij zowel om de verdediging en bescherming van de belangen van het Koninkrijk in het algemeen (hoofdtaak 1), als om het waarborgen van de nationale veiligheid en het beheersen van nationale crises in het bijzonder (hoofdtaak 3). De geactualiseerde rol van Defensie wordt o.a. in de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s en in de nieuwe Rijksbrede Veiligheidsstrategie meegenomen.

Defensie is samen met Politie, Openbaar Ministerie, Douane, Belastingdienst, FIOD en lokale overheden een partner in het brede offensief tegen ondermijnende criminaliteit. Naast deelname aan het ‘multidisciplinaire interventieteam’, wordt geïnvesteerd in bewaken en beveiligen door eenheden van de Koninklijke Marechaussee, de aanpak van drugscriminaliteit in het Caribisch gebied en in keteneffecten, zoals voor de EOD en advanced search-capaciteit van de Koninklijke Landmacht.

Tevens wordt naar aanleiding van de COVID-19 crisis gekeken naar de interdepartementale geleerde lessen en worden de ervaringen en inzichten van COVID-19 geïncorporeerd in lopend beleid omtrent civiel-militaire samenwerking in het nationale veiligheidsdomein. Een en ander zal uiteindelijk resulteren in nieuwe civiel-militaire bestuursafspraken en een Defensiecrisis(beleids)plan dat mede als basis kan dienen voor de inzet van Defensie bij nationale crises in de toekomst.

Kennis en innovatieEen technologische hoogwaardige, toekomstbestendige krijgsmacht en defensieorganisatie vragen om doorlopende investeringen in onderzoek, technologieontwikkeling en innovatie. Enerzijds om met behulp van nieuwe technologieën vóór te blijven op potentiële tegenstanders, anderzijds om te kunnen blijven inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen met grote impact, zoals verduurzaming en de ontwikkeling van de arbeidsmarkt. Dat gebeurt traditioneel in nauwe samenwerking met kennisinstellingen en bedrijven in de Gouden Driehoek, met de instandhouding van een Defensie-specifieke kennisbasis bij TNO, NLR en Marin en technologieontwikkeling in samenwerking met de defensiesector als uitgangspunt.

In aanvulling daarop is Defensie de afgelopen periode nieuwe partnerschappen aangegaan, onder meer met start-ups en universiteiten. Dat is gebeurd in de eerste plaats op eigen kracht, via de innovatiecentra en door de inzet van kort-cyclische innovatiebudgetten. Verder heeft Defensie ingespeeld op beleid van EZK, met de opstelling van de Kennis- en Innovatie Agenda Veiligheid (ten behoeve van het missie gedreven innovatie en topsectorenbeleid) en met bijdragen aan de Nationale Wetenschapsagenda (OCW). Hiermee kunnen nieuwe kennispartners en aanvullende financieringsbronnen (zoals PPS) worden aangetrokken. Defensie trekt in 2021 deze lijn door met een sterk accent op de vorming en de versterking van ecosystemen en gezamenlijk te ontplooien initiatieven. Recent en concreet voorbeeld in dezen is de aansluiting van Defensie bij de Nederlandse Artificial Intelligence Coalitie (NAIC). De NAIC heeft in Nederland het voortouw bij het ontwikkelen en toepasbaar maken van de sleutel technologie AI.

Onderzoek, technologieontwikkeling en innovatie houden vanzelfsprekend niet op bij de landsgrenzen. Zo hebben Defensie, EZK en de NIDV (namens kennisinstellingen en bedrijven) het Europees Defensie Fonds, voorzien vanaf 2021, nadrukkelijk in het vizier. Gezamenlijk wordt, conform de Defensie Industrie Strategie, gewerkt aan het scheppen van concrete Europese kansen voor kennisinstellingen en bedrijfsleven in de periode 2021-2027. In NAVO-verband werkt Defensie, in samenspraak met TNO, NLR, Marin en met NAVO-bondgenoten, aan een Nederlandse bijdrage aan de Emerging & Disruptive Technologies Roadmap van de NAVO, die vanaf 2021 zal worden geïmplementeerd. De inzet van deze roadmap is het behouden van technologische voorsprong door het toepassen van baanbrekende technologieën zoals AI, met oog voor ethische en juridische implicaties die door de inzet van nieuwe technologieën ontstaan.

Afzonderlijk aandachtspunt blijft het gezamenlijk onderzoeksprogramma Progress van Defensie en Buitenlandse Zaken. In aanvulling daarop werken beide departementen, eveneens ten behoeve van strategie- en beleidsontwikkeling, inmiddels samen met het ministerie van Justitie en Veiligheid.

EnergieIn navolging van de Defensie Energie en Omgevingsstrategie (DEOS, Kamerstuk 33763, nr. 152) is een plan van aanpak Energietransitie Defensie uitgewerkt met concrete maatregelen om Defensie gericht te verduurzamen met in achtneming van de financiële middelen en de grondwettelijke taken van de Krijgsmacht. De looptijd van dit plan is 2020-2022. In de komende jaren wordt het inzicht in energieverbruik verbeterd en wordt energiemanagement ingevoerd. Ook is de samenwerking met andere departementen versterkt en wordt in samenwerking met de Gouden Driehoek onderzocht welke verduurzamingsroute voor Defensiematerieel het beste kan worden gevolgd.

Voor de realisatie van de energiedoelstellingen richt Defensie zich op vier domeinen waarin energietransitie van belang is: militair materieel, kampementen, niet-operationeel materieel en vastgoed. We doen dit door: • (inter)nationaal verduurzamingsbeleid waar van toepassing en waar mogelijk te vertalen naar defensiespecifiek beleid; • in onze behoeftestellingen van materieel en vastgoed de verduurzamingsmogelijkheden en bijbehorende kosten en baten op te nemen, zodat verduurzaming een onderdeel wordt van de gewogen besluitvorming in het verwervingsproces; • concrete maatregelen als aanjagers van de energietransitie te kiezen op basis van de vier uitgangspunten biggest bang for the buck, operationele meerwaarde, rendabele business case en innovatie.

Periodiek evalueren we de doelstellingen en meten de voortgang van de maatregelen en de beoogde effecten. Dit helpt ons om de sturing op energiedoelen in te richten.

OmgevingBij luchthavens, maar ook bij andere defensielocaties, is een goede relatie met de omwonenden van belang. Vandaar dat Defensie extra investeert in omgevingsmanagement. Dit is bovendien nodig om vergunningen weer actueel te krijgen en om de intensievere participatie die de Omgevingswet van ons vraagt inhoud te kunnen geven. Defensie moet hierbij van ver komen, omdat de personeelscapaciteit hiervoor moet worden versterkt.

Defensie zet in 2021 de sanering van vervuiling uit het verleden voort. Daarnaast werkt Defensie samen met het Rijksvastgoedbedrijf aan het inzichtelijk maken en op orde brengen van de vergunningen van de defensielocaties- en activiteiten. Voor een organisatie die na jaren van krimp weer aan het groeien is en daarbij nieuwe activiteiten ontplooit, is het van belang dat de verschillende vergunningen in de toekomst op elkaar aansluiten. Dit is een continu proces dat de komende jaren in beslag zal nemen. Specifieke aandacht gaat hierbij ook uit naar het aspect stikstof. Hiervoor werkt Defensie samen met andere departementen en medeoverheden aan de structurele aanpak stikstof. Voor Defensie is het van belang om vertraging zoveel mogelijk te voorkomen in vergunningprocedures voor projecten die stikstofuitstoot tot gevolg hebben.

KPI

Figuur 3

2.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Tabel 4 Belangrijkste beleidsmatige uitgavenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Standen ontwerpbegroting 2020

11.035,1

11.451,7

11.787,4

11.593,4

11.639,2

11.219,9

Belangrijkste mutaties

      

1. Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

456,6

287,5

290,4

273,1

273,1

266,2

1.a Loonbijstelling

170,3

172,9

172,7

172,1

171,5

171,2

1.b Prijsbijstelling

92,3

97,5

103,2

100,4

101,5

94,7

1.c Eindejaarsmarge Defensie

136,4

     

1.d Eindejaarsmarge HGIS

72,8

     

1.e Overige mutaties 1e supp.begroting en extrapolatie

‒ 15,3

17,1

14,4

0,5

0,1

0,3

Mutaties begroting 2021

‒ 11,6

‒ 110,5

‒ 20,3

‒ 70,3

‒ 86,9

‒ 85,2

2. Interdepartementale budgetoverhevelingen

‒ 11,6

‒ 3,6

‒ 2,9

‒ 2,4

‒ 2,4

‒ 0,3

3. Doorwerking hogere ontvangsten door medegebruik

 

5,0

5,1

5,1

5,1

5,1

4. Bijstellen ontvangsten Bestuursstaf

1,8

     

5. Compensatie Zeeland

‒ 65,9

‒ 52,5

‒ 2,5

‒ 2,5

  

6. Aanvulling BSB convenant door BUZA

9,9

     

7. Aanpassing uitgavenplafond DMF voor valutaverschillen

7,6

35,3

51,1

50,5

31,4

25,5

8. Bijstellen ontvangsten Marine

7,9

     

9. Vordering op DNB voor beveiligingswerkzaamheden

3,8

     

10. Bijstellen ontvangsten dienstpersonenauto's

1,0

     

11. Bijstellen ontvangsten wetenschappelijk onderzoek

‒ 0,3

‒ 0,3

‒ 0,3

‒ 0,3

‒ 0,3

‒ 0,3

12. Overheveling van de ontvangsten naar DMF

 

‒ 99,0

‒ 92,1

‒ 129,8

‒ 129,8

‒ 129,8

13. Teruggave dubbel opgehaald budget t.b.v. reparatie VUT/WUL

     

10,0

14. Kasschuif Chroom-6

‒ 17,0

 

8,0

4,5

4,5

 

15. Kasschuif Nationaal Fonds Ereschuld

‒ 8,7

 

8,7

   

16. Bijdrage 1e pijler European Peace Facility (EPF)

 

4,6

4,6

4,6

4,6

4,6

17. COVID-19 middelen

60,0

     

Standen ontwerpbegroting 2021

11.480,1

11.628,7

12.057,4

11.796,2

11.825,4

11.400,8

Toelichting

  • 1. Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

    Met de 1e suppletoire begroting 2020 zijn de loon- en prijsbijstellingen en de doorwerking van de eindejaarsmarge 2019 toegevoegd aan de defensiebegroting.

  • 2. Interdepartementale budgetoverhevelingen

    Vanuit diverse ministeries is budget naar Defensie overgeheveld voor het uitvoeren van activiteiten en vice versa. Per saldo daalt de begroting van Defensie met € 3,6 miljoen voor 2021. Een volledig overzicht van de interdepartementale budgetoverhevelingen is in verdiepingsbijlage.

  • 3. Doorwerking hogere ontvangsten door medegebruik

    Defensie ontvangt inkomsten door het faciliteren van het gebruik van (delen) van kazernecomplexen door met name (lagere) overheden. De inkomsten komen via het Rijksvastgoedbedrijf ten gunste van de Defensie­begroting.

  • 4. Bijstellen ontvangsten Bestuursstaf

    Dit betreft hogere ontvangsten voor o.a. de MIVD vanwege meer veiligheidsonderzoeken.

  • 5. Compensatie Zeeland

    Het betreft de financiële bijdrage van Defensie aan het compensatiepakket aan Zeeland voor het niet doorgaan van de verhuizing van de Marinierskazerne. Dit is exclusief de bijdrage van de grond (à € 12,8 miljoen), die door Defensie niet wordt overgedragen aan Zeeland (zie de bijlage budgettaire tabel bij Kamerstuk 33358, nr. 28, Compensatiepakket Zeeland).

  • 6. Aanvulling BSB convenant door BUZA

    Met de 1e suppletoire begroting heeft defensie € 15,3 miljoen miljoen ontvangen van Buitenlandse Zaken voor de beveiliging van ambassades door de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten, dit is nu aangevuld met € 9,9 miljoen.

  • 7. Aanpassing uitgavenplafond DMF voor valutaverschillen

    Het ministerie van Financiën heeft via het generaal beeld het valutarisico op de investeringsprojecten binnen het Defensiematerieelbegrotingsfonds financieel afgedekt.

  • 8. Bijstellen ontvangsten Marine

    De Marine ontvangt in 2020 nog een btw teruggave over het jaar 2019.

  • 9. Vordering op DNB voor beveiligingswerkzaamheden

    Voor de uitvoering van beveiligingswerkzaamheden voor DNB dient de KMar jaarlijks op verzoek van DNB een vordering in.

  • 10. Bijstellen ontvangsten dienstpersonenauto's

    In 2019 stond € 1 miljoen aan ontvangsten begroot voor de verkoop van dienstpersonenauto's. Deze ontvangsten komen daadwerkelijk binnen in 2020, dus is het budget bijgesteld.

  • 11. Bijstellen ontvangsten wetenschappelijk onderzoek

    Er worden geen bijdrages meer verwacht van derden voor kennis en innovatie. Het neerwaarts bijstellen van de ontvangstenraming werkt door op het uitgavenkader

  • 12. Overheveling van de ontvangsten naar DMF

    De verkoopopbrengsten van materieel en vastgoed en de overige ontvangsten voor gebruikersvergoeding voor gebruik van defensielocaties en voor het leveren van diensten voor instandhouding zijn overgegaan naar het Defensiematerieelbegrotingsfonds. De ontvangsten zijn via de bijdrage aan het fonds in mindering gebracht, hierdoor daalt het uitgavenkader van het kerndepartement.

  • 13. Teruggave dubbel opgehaald budget t.b.v. reparatie VUT/WUL

    Dit betreft een correctie op de extrapolatiemutaties, die in miljoenennotajaar 2019 ten onrechte dubbel verwerkt zijn in de administratie. De dekking vanuit de defensieonderdelen was nodig voor de financiering van het nieuwe cao akkoord.

  • 14. Kasschuif Chroom-6

    De afhandeling van de claims met betrekking tot de Regeling Uitkering chroom 6 Defensie kost in sommige gevallen meer tijd, waardoor een kasschuif naar latere jaren benodigd is.

  • 15. Kasschuif Nationaal Fonds Ereschuld

    Op basis van de huidige inzichten verschuift de afhandeling van enkele schadeclaims naar latere jaren.

  • 16. Bijdrage 1e pijler European Peace Facility (EPF)

    Voor de bijdrage van Defensie aan de Europese Vredesfaciliteit wordt jaarlijks € 8,6 miljoen beschikbaar gesteld. Hiertoe wordt de begroting van Defensie verhoogd met € 4,6 miljoen.

  • 17. COVID-19 middelen

    De inzet van Defensiepersoneel en materieel in de coronacrisis heeft geleid tot meerkosten voor Defensie. Hiertoe wordt de begroting van Defensie verhoogd met 60 miljoen in 2020.

2.3 Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven

Tabel 5 Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven en bestemming (bedragen x €1.000)

Art. Nr.

Naam artikel

 

Juridisch verplicht

Niet-juridisch verplichte uitgaven

Bestemming van de niet-juridisch verplichte uitgaven

1

Inzet

207.375

28.626

178.749

Het betreft de voorziening HGIS voor het aangaan van nieuwe missies en verlengen van bestaande missies

14%

86%

 

Totaal niet verplichte uitgaven

  

990.320

 

2.4 Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen

Inleiding Zoals gemeld in de derde voortgangsrapportage van de Operatie Inzicht in Kwaliteit van de minister van Financiën leidt het huidige stelsel van beleidsdoorlichtingen niet altijd tot het gewenste beeld van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid. Daarom maken alle departementen in deze begroting een eerste kwaliteitsslag naar een Strategische Evaluatie Agenda (SEA). De SEA helpt om voor de komende vier jaar te komen tot betere en meer bruikbare inzichten in de toegevoegde waarde op belangrijke beleidsthema’s. Hierdoor neemt het lerend vermogen toe en dit zal ook in de verantwoording naar de Kamer leiden tot beter en meer bruikbaar inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid.

Overkoepeld beleidsthema 2021-2024 De SEA voor 2021-2024 richt zich op de extern gerichte aspecten van de hoofdtaken van Defensie afgeleid van de grondwet en heeft daar één centraal overkoepelend thema voor opgesteld: Een goede partner voor civiele autoriteiten, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en onze strategische partners en bondgenoten.

Voor het kunnen uitoefenen van de hoofdtaken van Defensie werkt Defensie zowel nationaal als internationaal en binnen EU- en NAVO verband samen met onze partners en bondgenoten. Om deze samenwerking vorm te geven zijn afspraken hierover vastgelegd in samenwerkingsverbanden, convenanten en overeenkomsten. Door de komende jaren de uitvoering van deze afspraken te evalueren kan beoordeeld worden wat mogelijke verbeterpunten zijn. Vervolgens kan het beleidsthema meer overkoepelend worden geëvalueerd, zodat de verbanden tussen verschillende zaken duidelijk worden.

Tabel 6 De strategische Evaluatie Agenda 2021-2024

Een goede partner voor civiele autoriteiten, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en onze strategische partners en bondgenoten.

Evaluatie onderzoeken

Soort onderzoek

Voltooid in

Toelichting

Evaluatie Nationale taken

Evaluatie van de Nationale inzet van Defensie aan de hand van geplande evaluaties zoals de periodieke evaluatie van het convenant Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK), de beleidsdoorlichting Informatie Gestuurd Optreden Koninklijke Marechaussee en de beleidsdoorlichting Militaire gezondheidszorg waarbij naast interne inzet binnen Defensie ook de civiele ondersteuning zal worden meegenomen.

FNIK

Ex-durante evaluatie

2020

IGO KMAR

Beleidsdoorlichting

2021

Militaire gezondheidszorg

Beleidsdoorlichting

2022

 

Evaluatie Internationale samenwerkingsverbanden

Voor 2023 staat de beleidsdoorlichting van Nederlands-Duitse samenwerkingsverbanden geagendeerd en voor 2024 de Flag Officer Sea Training. Samen geven deze twee evaluaties inzicht in de internationale samenwerkingsverbanden.

Nederlands-Duitse samenwerking

Beleidsdoorlichting

2023

Flag Officer Sea Training

Ex-durante evaluatie

2024

 

Subsidie evaluaties

Iedere vijf jaar moet een subsidieverstrekking geëvalueerd worden. Voor 2020 wordt hiervoor een evaluatie uitgevoerd van de subsidie aan het Nationaal comité Herdenking Capitulatie 1945 Wageningen. In 2022 worden tien subsidie evaluaties voorzien. Daarna zou een overkoepelend onderzoek naar subsidieverstrekkingen plaats kunnen vinden.

Nationaal comité herdenking capitulatie Wageningen 1945

Periodieke evaluatie

2020

10 subsidieverstrekkingen

Periodieke evaluatie

2022

 

Overige onderwerpen

Evaluatie onderzoeken

Soort onderzoek

Voltooid in

Toelichting

Evaluatie operaties

Het Toetsingskader verplicht het kabinet ertoe om voor elke artikel 100-missie een eindevaluatie uit te voeren. Naar aanleiding van de moties Bosman en Kerstens/Van Ojik heeft het kabinet ervoor gekozen om eindevaluaties van artikel 100-missies standaard volledig door een onafhankelijke partij te laten uitvoeren.

MINUSMA

Ex-post evaluatie

2021

EMASOH

Ex-post evaluatie

2021

 

Overig

 

COTS/MOTS

Beleidsdoorlichting

2020

 

IBO Vastgoed

IBO

2021

 

Initiatief Cybersecurity

Ex durante/ ex-post evaluatie

2023

 

Vervolg

In deze begroting is een eerste opzet van de Strategische Evaluatie Agenda opgenomen op basis van één strategisch thema. Om te komen tot een totaaloverzicht van alle strategische thema’s van Defensie zullen het komende jaar de volgende stappen gezet worden. Hierbij zal op basis van een brede inventarisatie de strategische thema’s in beeld gebracht worden, bezien vanuit de drie hoofdtaken van Defensie:

  • 1. Beschermen van het eigen grondgebied en dat van bondgenoten;

  • 2. Bevorderen van de (internationale) rechtsorde en stabiliteit;

  • 3. Leveren van bijstand bij rampen en crises.

Tevens zal inzichtelijk gemaakt welke evaluatie-onderzoeken benodigd zijn om een dekkend beeld over deze thema’s te kunnen geven. Zo zal de SEA het komende jaar worden doorontwikkeld zodat deze inzicht biedt in het integrale beeld van strategische evaluatiethema’s. Hierbij zal een onderscheid gemaakt worden tussen evaluaties bedoeld voor intern gebruik met de primaire doelstelling te leren van doorlopen processen en evaluaties die leiden tot een publicatie en daarmee bijdragen aan de verantwoording.

Omdat op dit moment het integrale beeld van strategische evaluaties nog niet gegeven kan worden zullen daarom naast de SEA in ieder geval in 2020 en 2021 de beleidsdoorlichtingen op basis van de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek gehandhaafd blijven.

2.5 Overzicht risicoregelingen

Defensie kent één openstaande garantie. Dit betreft een overeenkomst met de Vereniging Verbond van Verzekeraars over de verzekerbaarheid van personeel. De looptijd is onbepaald en er is geen gegarandeerd bedrag vastgesteld. De overeenkomst regelt de verhouding tussen het Ministerie van Defensie en de Vereniging met als doel de belemmeringen die defensieambtenaren in het maatschappelijk verkeer ondervinden als gevolg van uitsluitingsclausules bij levensverzekeringen, gekoppeld aan de financiering van een woning, weg te nemen.

2.6 Overzicht coronamaatregelen

De afgelopen maanden zijn voor een belangrijk deel getekend door de coronacrisis. Het kabinet heeft diverse (nood)maatregelen genomen om de crisis het hoofd te bieden. Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van Defensie zijn genomen. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual.

Tabel 7 Coronamaatregelen op begroting Defensie in mln. euro’s

Maatregel

Bedrag 2020

Relevante Kamerstukken

1.) Inzet van Karel Doorman

13

nvt

2.) Inzet van Nationaal Crisiscentrum

5

nvt

3.) Beschermingsmiddelen voor defensiepersoneel/IT ondersteuning

15

nvt

4.) Lagere ontvangsten van declarabele zorg

11

nvt

5.) Inzet medisch personeel en materieel

4

nvt

6.) Indirecte kosten personeel

2

nvt

7.) Reservering COVID-19-uitgaven

10

nvt

De inzet van Defensiepersoneel en materieel in de coronacrisis heeft geleid tot meerkosten. Hiervoor stelt het kabinet extra middelen ter beschikking. De extra middelen zijn bestemd voor de inzet van Karel Doorman, voor de inzet van medisch personeel en materieel, de inzet van Nationaal Crisiscentrum, beschermingsmiddelen voor defensiepersoneel, lagere ontvangsten van declarabele zorg en een reserving.

3. Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1 Inzet

A. Algemene doelstelling

Defensie beschermt wat ons dierbaar is. Die opdracht is een afgeleide van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden en de Grondwet. Deze leidt tot drie hoofdtaken:

  • 1. Bescherming van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief het Caribisch deel van het Koninkrijk.

  • 2. Bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit.

  • 3. Ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal.

Alle drie de hoofdtaken vergen meer inzet vanwege de toegenomen instabiliteit in de wereld. Om deze taken te kunnen uitvoeren stelt Defensie militaire eenheden gereed die daarvoor kunnen worden ingezet.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen en daadwer-kelijk inzetten van eenheden om de veiligheid van het eigen en bondge-nootschappelijk grondgebied te handhaven. Verder is de Minister in samenwerking met bondgenoten verantwoordelijk voor de uitvoering van bijdragen aan missies voor conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw, wereldwijd. Het Koninkrijk der Nederlanden draagt daarmee bij aan de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. De eenheden kunnen ook worden ingezet voor nationale taken en het verlenen van (internationale) noodhulp.

Onder Beleidsartikel 1 Inzet wordt een overzicht geboden van de inzet van de krijgsmacht. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan internationale inzet, zoals crisisbeheer-singsoperaties en contributies aan common funded NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel is daartoe uitgebreid met een niet-financieel overzicht voor de structurele inzet voor nationale en koninkrijkstaken, bijvoorbeeld door de KMar en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD). In Beleidsartikel 1 is ook de begroting opgenomen van de additionele uitgaven voor inzet onder verantwoordelijkheid van de Commandant der Strijdkrachten. In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering begroot voor marine, landmacht, luchtmacht, de marechaussee en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1.

C. Beleidswijzigingen

In 2021 blijft Nederland bijdragen aan de missie Resolute Support in Afghanistan en aan de anti ISIS-coalitie en de brede veiligheidsinzet in Irak. Datzelfde geldt voor de Nederlandse veiligheidsinzet in de Sahel. Ook blijft Nederland bijdragen aan de vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in de Baltische staten en Polen (enhanced Forward Presence (eFP)) als geruststellende maatregel voor deze landen en ter afschrikking van Rusland.

Nederland stelt vanaf 2021 wederom militaire eenheden gereed voor de snelle reactiemachten van de NAVO en de EU. Zo stelt Nederland in 2021 militaire eenheden gereed voor de enhanced NATO Response Force (eNRF) en het NATO Readines Initiative (NRI).

In VN verband zal Nederland bijdragen blijven leveren aan VN-missies in het Midden-Oosten (UNDOF, UNTSO, UNIFIL).

Defensie blijft Vessel Protection Detachments (VPD’s) inzetten ter bescherming van de koopvaardij. Dit wordt begroot en verantwoord onder overige inzet.

Daarnaast is in 2020 is besloten tot deelname aan danwel verlenging of beëindiging van de Nederlandse bijdragen aan de volgende missies:

- EU Naval Forces Mediterranean SOPHIA (EUNAVFOR MED SOPHIA): beëindiging per 30 maart 2020;

- European Union Rule of Law Mission in Kosovo (EULEX Kosovo, verlengd tot 14 juni 2021).

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Inzet (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

149.074

170.069

179.626

179.627

164.896

164.897

164.897

        

Uitgaven

167.502

194.018

207.375

207.376

192.375

192.376

192.376

waarvan juridisch verplicht

  

14%

    
        

Opdrachten

167.502

194.018

207.375

207.376

192.375

192.376

192.376

- Internationale Inzet (BIV)

163.128

167.374

199.882

199.882

184.882

184.882

184.882

- Financiering nationale inzet krijgsmacht

1.415

21.309

3.308

3.309

3.308

3.309

3.309

- Overige inzet

2.959

5.335

4.185

4.185

4.185

4.185

4.185

        

Programma ontvangsten

11.140

2.907

2.907

2.907

2.907

2.907

2.907

- Internationale Inzet (BIV)

10.371

1.407

1.407

1.407

1.407

1.407

1.407

- Overige inzet

769

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op de uitgaven voor levering van goederen en/of diensten van de lopende missies. Voor 2021 is 14% juridisch verplicht. De voorziening voor de verwachte verlenging van de huidige missies of voor nieuwe missies is juridisch gezien nog niet verplicht.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

In beleidsartikel 1 Inzet wordt de inzet van de krijgsmacht begroot. Het financiële instrument «opdrachten» omvat de uitgavencategorieën:

  • 1. Internationale inzet (BIV), zoals crisisbeheersingsoperaties;

  • 2. Financiering nationale inzet krijgsmacht (FNIK);

  • 3. Overige inzet.

Overzicht missies

Figuur 4

Toelichting uitgaven per missie
Tabel 9 Overzicht Internationale inzet (BIV) (bedragen x € 1000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA)

1.500

    

Resolute support mission (RSM)

24.000

10.000

   

Veiligheidsinzet in Irak

15.800

10.000

   

Enhanced Forward Presence (EFP)

30.000

10.000

   

Snelle Inzetbare Capaciteiten (SIC)

4.461

    

Missies Algemeen

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

Personeelszorg

10.400

10.400

10.400

10.400

10.400

Contributies

35.500

35.500

35.500

35.500

35.500

Kleinschalige bijdragen aan missies (< € 2,5 miljoen per jaar)

5.680

2.960

2.960

2.960

2.960

Reservering Srebrenica arrest

5.000

15.000

15.000

  

Totaal

136.841

98.360

68.360

53.360

53.360

Toelichting per missie

Resolute Support Mission (Afghanistan)

De Nederlandse inzet in Afghanistan bedraagt circa 160 militairen. Deze militairen zijn werkzaam in Kabul en de noordelijke provincie Balkh, in de omgeving van de stad Mazar-e-Sharif, waar Duitsland de leiding heeft. De Nederlandse inzet is gericht op de advisering van de Afghan National Defence and Security Forces, het trainen en begeleiden van een Afghaanse speciale politie-eenheid en het leveren van Force Protection. Ook zijn in Mazar-e-Sharif militairen werkzaam in de nationale ondersteuning en in het regionale hoofdkwartier van Train, Advise & Assist Command North en in Kabul op het missie-hoofdkwartier van Resolute Support. Voorts levert Nederland politie-adviseurs aan Resolute Support. Het huidige mandaat van de Nederlandse bijdrage aan Resolute Support loopt tot en met 31 december 2021. Het budget van ongeveer € 10 miljoen in 2022 is benodigd voor de redeployment en reset van het materieel; het terug naar Nederland halen van het Nederlandse personeel en materieel en het weer inzetbaar maken van het materieel na terugkeer van de missie.

Veiligheidsinzet in Irak (CBMI en NMI, Irak)

De Nederlandse inzet in Irak bestaat uit trainers die vanuit Erbil in Noord-Irak de Iraakse strijdkrachten trainen, inclusief de Koerdische Peshmerga. Daarnaast zijn in Bagdad militairen werkzaam die het Iraakse Ministerie van Defensie ondersteunen en adviseren. Tevens levert Nederland militaire en civiele adviseurs die zich bezighouden met de hervorming van de veiligheidssector van Irak en de Koerdistan Autonome Regio. Het huidige mandaat van de Nederlandse inzet in Irak loopt tot en met 31 december 2021.

United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission (Mali)

De Nederlandse missie is reeds in 2019 beëindigd. Vanwege de veiligheidssituatie in de regio is het nog niet mogelijk geweest om al het materieel terug naar Nederland te verplaatsen. De financiële reeks betreft de reset van dit materieel en de bijdrage met enkele militairen in o.a. het missie hoofdkwartier in Bamako.

Enhanced Forward Presence (Litouwen)

Enhanced Forward Presence (eFP) bestaat uit vier multinational battlegroups. Deze zijn ontplooid in Estland, Letland, Litouwen en Polen. Nederland wil met het beschikbaar stellen van militaire eenheden aan de multinational battlegroup in Litouwen bijdragen aan de cohesie binnen de NAVO en aan de geloofwaardige afschrikking van de Russische Federatie. De Nederlandse deelname in Litouwen bedraagt circa 250 militairen. Het huidige mandaat van de Nederlandse bijdrage aan eFP loopt tot en met 31 december 2021.

Contributies

Nederland draagt met contributies bij aan de gemeenschappelijke uitgaven voor crisisbeheersingsoperaties van de NAVO en de EU. Deze contributies staan los van een eventuele Nederlandse deelname aan een specifieke missie van de NAVO of de EU. Ook de jaarlijkse bijdrage aan de Strategic Airlift Capability (SAC) C-17, gehuisvest op Papa Air Base te Hongarije, is onderdeel van de contributies. Dit is een internationaal samenwerkingsverband van twaalf landen, waaronder tien NAVO-lidstaten, en voorziet in een deel van de behoefte aan strategic airlift.

Kleinschalige bijdragen

In onderstaand overzicht staan de kleinschalige Nederlandse bijdragen met een financiële omvang van minder dan € 2,5 miljoen per jaar. De personele omvang van de bijdragen varieert in tijd gedurende de missie van 0 tot de maximale omvang. Over de eventuele verlenging van de overige kleinschalige bijdragen in 2021 wordt in het najaar van 2020 een besluit genomen.

Tabel 10 overzicht kleinschalige bijdragen aan missies in personeel

Overzicht kleine missies

Max personele omvang *

European Union Border Assistance Mission at the Rafah Crossing Point (EUBAM Rafah)*

(3)

European Union Rule of Law Mission in Kosovo (EULEX Kosovo)*

5

European Union ATALANTA (EU ATALANTA)*

3

European Union Trainings Mission in Mali (EUTM Mali)

5

European Union Capacity Building Mission in Niger (EUCAP Sahel Niger)*

15

United Nations Disengagement Observer Force (UNDOF)

2

United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL)

1

United Nations Truce Supervision Organisation (UNTSO)

12

Combined Maritime Forces (CMF)

2

Netherlands Liaison Team CENTCOM (NLTC)

2

United States Security Coordinator (USSC)

3

Air Task Force Middle East (ATF ME)*

11

*personele omvang varieert in tijd gedurende de missie van 0 tot maximale omvang

 
Opbouw regionale vredeshandhavingscapaciteit

Programma’s voor regionale vredeshandhavingscapaciteit worden door derden (met name door het Ministerie van Buitenlandse Zaken) gefinan-cierd en mede door Defensie uitgevoerd.

Global Peace Operations Initiative (GPOI)

Het GPOI-samenwerkingsprogramma draagt bij aan de versterking van de capaciteit van Afrikaanse partnerlanden, zodat zij kunnen deelnemen aan multinationale operaties onder leiding van de VN of de Afrikaanse Unie.

Nederland zet enkele tientallen militairen in voor verschillende trainingen.

Toelichting op nationale inzet

Structurele nationale takenDefensie voert structurele taken uit ten behoeve van civiele overheden. De financiële middelen van deze structurele taken zijn opgenomen in de verschillende begrotingsartikelen van Defensie. Deze structurele taken zijn vastgelegd in wet- of regelgeving, inclusief ministeriële besluiten, maar ook convenanten of arrangementen. Onder de structurele taken vallen de taken van de Koninklijke Marechaussee, de Kustwachten in Nederland en het Caribisch gebied, luchtruimbewaking, de Bijzondere Bijstandseen-heden en de Explosievenopruiming.

Militaire bijstand en steunverlening (Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK))Defensie verleent militaire bijstand voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid en voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Deze inzet wordt bekostigd vanuit dit artikel via de afspraken die zijn gemaakt in het convenant FNIK. Deze bijstand wordt zowel door de Koninklijke Marechaussee geleverd als door andere eenheden van Defensie. Daarnaast wordt bijstand verleend in geval van een ramp of crisis, of de vrees voor het ontstaan daarvan.

De tabel indicatieve inzet voor 2021 geeft de geprognosticeerde nationale inzet weer. Over de gehele linie is een lichte stijging in de aantallen zichtbaar.

Tabel 11 Indicatieve nationale inzet

Betreft

 

Aantal

Artikel

Explosieven opruiming

Aantal ruimingen

2000

landmacht/FNIK

Explosieven opruiming Noordzee

Aantal ruimingen

35

marine

Duikassistentie

Aantal aanvragen

20

marine/FNIK

Strafrechtelijke handhaving rechtsorde

Aantal aanvragen

15

marine/FNIK

Onderscheppingen luchtruim

Aantal onderscheppingen

15

luchtmacht

Strafrechtelijke handhaving rechtsorde

Aantal aanvragen

100

marechaussee/landmacht/FNIK

Wet veiligheidsregio

Aantal aanvragen

50

marechaussee/landmacht/FNIK

Militaire steunverlening in het openbaar belang

Aantal aanvragen

30

Alle krijgsmachtdelen/FNIK

Bijstand Caribisch gebied

Aantal aanvragen

50

marine/FNIK

Toelichting op ontvangsten

De ontvangsten hebben betrekking op de eventuele vergoedingen van de EU, NAVO, VN en partnerlanden voor de door Nederland geleverde diensten of ingezette personele en materiële middelen. Ook wordt de bijdrage van de reders voor de inzet van VPD’s hier geraamd.

3.2 Artikel 2 Koninklijke Marine

A. Algemene doelstelling

De marine levert operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit (zowel vloot als mariniers) ter verdediging van de nationale territoriale wateren en ter bescherming van de koopvaardij, en helpt bij crisisbeheer-singsoperaties, humanitaire hulpoperaties en rampen. De marine kan zelfstandig operaties uitvoeren en kan ook samen optreden met de landmacht, luchtmacht, marechaussee en buitenlandse bondgenoten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de marine alsmede de (mate van) gereedheid van maritieme eenheden. De marine is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van deze eenheden. De marine is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken. Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de marine gereed gesteld.

Tabel 12 capaciteiten marine

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

Maritieme taakgroep van 5 schepen (kortdurend)

NLMARFOR staf

Expeditionair maritiem hoofdkwartier inclusief (gevechts)ondersteuning

Amfibische taakeenheid

Eenheid van schepen (zoals LPD, HOV, AMBV) en mariniers inclusief (gevechts)ondersteuning (zoals helikopters) voor amfibische operaties

of

SOMTG

Eenheid van schepen (zoals LPD, HOV, AMBV) en mariniers inclusief (gevechts)ondersteuning (zoals helikopters) voor maritieme speciale operaties

Maritieme taakeenheid

Eenheid van schepen (zoals LCF, MFF, JSS) inclusief (gevechts)ondersteuning (zoals helikopters) voor maritieme operaties

OF

Maritieme capaciteit van oppervlakteschepen (langdurig)

Maritieme taakeenheid (expeditionair)

Schip (zoals LCF, MFF, JSS) inclusief (gevechts)ondersteuning (zoals helikopters)

IAMD taakeenheid

Schip (LCF)

Bataljon mariniers (kortdurend)

Mariniers-eenheid van bataljons-omvang

Infanterie eenheid van bataljonsomvang met eigen organieke CS en CSS

Maritieme logistieke capaciteit (kortdurend)

Maritiem logistieke taakeenheid

Schip (zoals JSS of AOR) inclusief (gevechts)ondersteuning (zoals helikopters)

EN ALTIJD

Onderzeebootcapaciteit (kortdurend en langdurig)

Onderzeeboot

Een onderzeeboot van de Walrusklasse

Permanente MARSOF capaciteit tbv kortdurende Speciale Operaties

SOMTG

MARSOF-eenheid van pelotonsomvang voor incidentele en onverwachte Speciale Operaties met een korte reactietijd inclusief (gevechts)ondersteuning

MARSOF eenheid tbv Speciale Operaties (langdurig, i.s.m. Koninklijke Landmacht)

SOMTG

MARSOF-eenheid voor geplande Speciale operaties inclusief (gevechts)ondersteuning

Permanente capaciteit NLD t.b.v. nationale veiligheid

Mijnenbestrijdingstaakeenheid

Schip (AMBV) met mijnbestrijdingstaak MMG

Havenbeveiligingstaakeenheid

Eenheid voor veiligheid in havens (DDG/AMBV)

Hydrografietaakeenheid

Schip (HOV) met hydrografische taak

UIM

Marinierseenheid voor Speciale Interventies

C. Beleidswijzigingen

OpdrachtenIn 2021 wordt de Koninklijke Marine ingezet in NAVO-verband. Zo voert Nederland het commando over de Standing Naval Maritime Mine Countermeasures Group 1 in het eerste semester. Hiervoor levert de marine de taakgroep commandant en een gedeelte van het stafelement; België voorziet in het commandoplatform. Daarnaast versterken we het NAVO-verband voor een periode van twee keer 3-4 maanden met een Alkmaar klasse mijnenjager. In de tweede helft van 2021 neemt een fregat deel aan de Standing Naval Maritime Group 1.

Naast daadwerkelijk inzet in NAVO verband stelt de marine ook andere eenheden gereed voor NAVO. Ten behoeve van de Immediate Follow-on Force Group (IFFG) heeft Nederland een onderzeeboot toegezegd voor de tweede helft van 2021. In het kader van het NATO Readiness Initiative (NRI) wordt geheel 2021 een fregat en een mijnenbestrijdingsvaartuig gereed gesteld.

De marine neemt deel aan missies in Irak en Afghanistan en de inzet van Vessel Protection Detachments (VPD)-teams wordt voortgezet in 2021.

Voor nationale operaties stelt de marine onder andere de navolgende eenheden of capaciteiten beschikbaar:

  • Ready Duty Ship (AMBV en GBW eenheid)

  • LPD met enablers ten behoeve van Humanitarian Aid and Disaster Relief (HADR) gedurende het orkaanseizoen;

  • Hydrografische opnamecapaciteit;

  • Unit Interventie Mariniers (UIM - Stelsel Speciale Eenheden);

  • Staffunctionarissen en operators Dienst Speciale Interventies;

  • Snel inzetbaar duikteam;

  • Duikvaartuig van de wacht;

  • Havenbeschermingseenheid;

  • Nationale Special Operations TG;

  • 700 personen ten behoeve van generieke inzet;

  • Ondersteuning Nederlandse Kustwacht met AMBV;

  • Ondersteuning Kustwacht Caribisch gebied met OPV.

Fairwind Eskaderreis ter bevordering geoefendheid en opleidingen in taak-groepverband Voor het gereedstellen en de inzet van operationele eenheden is de beschikbaarheid van voldoende en goed opgeleide medewerkers essentieel, daarom heeft opleiden bij de marine de hoogste prioriteit. De eskaderreis Fairwind‒ 21 zal naast het bestendigen van de operationele gereedheid vooral in het teken staan van opleiden.

Internationale Militaire Samenwerking In 2021 zal de samenwerking met België en de verankering binnen de Admiraal Benelux (ABNL)-structuur worden voortgezet en als basis dienen voor samenwerking met Duitsland, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Noorwegen. Daarbij worden de volgende prioriteiten aangehouden: de Tri Marine Corps samenwerking tussen Royal Marines, US Marine Corps en het Korps Mariniers; de invulling van de Duits-Nederlandse samenwerking voor het medegebruik van het Joint Support Ship en de integratie van het See Batallion in het Korps Mariniers; de invulling van de MoU met België voor samenwerking tussen de Belgische Special Operations Regiment en het Korps Mariniers.

Evenementen In 2021 staan meerdere grote evenementen gepland. Het ondersteunen van evenementen vergt een forse personele capaciteit en afstemming met gereedstellingsactiviteiten. Het belang van evenementen, zowel vanuit wer-vingsperspectief als zichtbaarheid van Defensie in de samenleving, is evident. In 2021 wordt de prioriteit bij de volgende drie evenementen gelegd: European Maritime Days te Den Helder (18-19 mei 2021); Marine dagen te Den Helder (2-4 juli 2021); Wereldhavendagen Rotterdam (3-5 september 2021).

MiddelenOprichten van een Fleet Marine Squadron. Vanaf 2021 beschikt de marine over een Fleet Marine Squadron. Hiermee kunnen op een duurzame manier zowel de taken op het gebied van beveiliging koopvaardij, boarding en militaire assistentie worden uitgevoerd. Deze taken werden voorheen door de Marine Combat Groups (MCG) uitgevoerd.

Uitbreiding Mijnenbestrijdingscapaciteit. Met de lease van het offshore platform «Geosea» begint de marine met de ontwikkelingsfase van onbemande mijnenbestrijdingssubsystemen en verkenningssystemen voor een innovatieve mijnenbestrijdingscapaciteit. Hierdoor wordt het mogelijk om voldoende voortzettingsvermogen te creëren en ervaringen op te doen voor de toekomst in het project Vervanging Mijnenbestrijdingscapaciteit.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Koninklijke Marine (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

977.958

980.812

794.314

814.237

824.907

826.496

823.670

        

Uitgaven

948.942

980.812

794.314

814.237

824.907

826.496

823.670

waarvan juridisch verplicht

  

92%

    
        

Opdrachten

219.702

218.546

35.473

42.505

48.509

48.548

49.055

- gereedstelling

30.038

34.927

35.473

42.505

48.509

48.548

49.055

- instandhouding materieel

189.664

183.619

     

Personele uitgaven

692.094

743.572

754.762

759.312

762.778

764.889

767.247

- waarvan eigen personeel

637.195

695.436

717.948

724.584

728.293

730.342

732.667

- waarvan externe inhuur

10.112

12.220

1.853

1.702

1.132

1.057

1.071

- waarvan overige personele exploitatie

44.787

35.916

34.961

33.026

33.353

33.490

33.509

Materiële uitgaven

37.146

18.694

4.079

12.420

13.620

13.059

7.368

- waarvan instandhouding infrastructuur

7.093

334

     

- waarvan instandhouding IT

840

1.388

     

- waarvan overige materiële exploitatie

29.213

16.972

4.079

12.420

13.620

13.059

7.368

        

Apparaatsontvangsten

60.599

28.296

10.796

10.796

10.796

10.796

10.796

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2021 volledig verplicht is. Voor 2021 is 92% juridisch verplicht t.o.v. het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Opdrachten

GereedstellingGereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft onder andere operationele zaken, zoals voeding aan boord van schepen en voeding voor mariniers, de inhuur van oefenterreinen en schietbanen, uitgaven bij havenbezoeken en uitgaven bij lanceringen. In 2021 oefent de marine grootschalige gevechtsoperaties gezamenlijk met onze internationale partners, zoals de deelname aan de maritieme oefening Joint Warrior.

Personele uitgavenDe personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer, reservisteninzet en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven.

Materiële uitgavenMateriële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals kantoorinrichting en kantoorarti-kelen, transport en voorlichting. Daarnaast worden hier de uitgaven voor restaurant gerelateerde diensten, kennisontwikkeling, technologische ontwikkeling en innovatie, schadevergoedingen en kosten voor betalings-verkeer verantwoord.

Groene DraeckDe Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. De uitgaven voor het onderhoud aan de Groene Draeck betreffen met name personele uitgaven en worden daarom onder dit instrument begroot. De uitvoering van het onderhoud blijft bij het Ministerie van Defensie zolang Prinses Beatrix gebruik maakt van de Groene Draeck. Het gemiddelde jaarbedrag van € 87.000 blijft in de komende vijfjaarsperiode (2021 t/m 2025) ongewijzigd ten opzichte van de afgelopen periode. Ook het principe dat wordt gestuurd op het niet overschrijden van het totaal bedrag van € 435.000 voor de vijfjaarsperiode blijft ongewijzigd. Per jaar kunnen de daadwerkelijke uitgaven fluctueren. Het in 2020 uitgevoerde second opinion onderzoek geeft geen aanleiding om het jaarbedrag aan te passen.

Kustwacht Caribisch gebiedDe Kustwacht Caribisch gebied is een Koninkrijk organisatie die is belast met de maritieme rechtshandhaving in het Caribische deel van het Koninkrijk. Bestrijding van de handel in drugs, de bestrijding van vuurwapensmokkel en de bestrijding van mensenhandel, mensensmokkel en illegale immigratie hebben prioriteit. Daarnaast levert de Kustwacht een belangrijke bijdrage aan de veiligheid op het water door het uitvoeren van zoek- en reddingsoperaties en visserij-, scheepvaart- en milieu-inspecties. De Kustwacht functioneert op basis van de Rijkswet Kustwacht. Het jaarplan en jaarverslag doorlopen een separaat besluitvormend (door de Rijksministerraad) en parlementair proces, waarbij inzicht wordt gegeven in taken, middelen en procesindicatoren. Het jaarplan wordt voorbereid door de kustwachtpresidium, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de vier landen en één keer per jaar bijeenkomt. De Rijksministerraad stelt het jaarplan van de Kustwacht vast.

De Kamer ontvangt de specifieke begroting voor de Kustwacht in het «Jaarplan 2021 Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch Gebied» nadat de Rijksministerraad dit jaarplan heeft vastgesteld.

Kustwacht NederlandDe Kustwacht Nederland is een nationale organisatie, waarvan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) het coördinerend ministerie is. Defensie is de beheerder van de Kustwacht en draagt met de Koninklijke Marine, de Koninklijke Marechaussee en de Koninklijke Luchtmacht bij aan de dienstverleningstaken (bijvoorbeeld ruimen van explosieven) en de handhavingstaken (bijvoorbeeld grensbewaking). Tevens levert de Koninklijke Marine de directeur Kustwacht. In bijlage 3 van de begroting van het Infrastructuurfonds is de overzichtsconstructie Kustwacht Nederland opgenomen. Daarin staat hoe de uitgaven met betrekking tot de Kustwacht Nederland worden begroot op de verschillende hoofdstukken van de rijksbegroting. Meer informatie over Kustwacht Nederland is te vinden op: https://www.kustwacht.nl.

3.3 Artikel 3 Koninklijke Landmacht

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Landmacht draagt op de grond bij aan vrede, vrijheid en veiligheid in Nederland en daarbuiten. De landmacht doet dit met professionele en goed getrainde militairen. Zij gaan door waar anderen moeten stoppen. Onder de zwaarste omstandigheden voeren zij gevechtsoperaties uit, bieden humanitaire hulp, ondersteunen bij rampen of ondersteunen dagelijks de civiele autoriteiten in Nederland.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de landmacht alsmede de mate van gereedheid van de grondgebonden eenheden. De landmacht is verantwoordelijk voor het operationeel gereed stellen en in stand houden van de eenheden. De landmacht is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken. Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de landmacht gereed gesteld.

Tabel 14 capaciteiten landmacht

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

Brigade combat team (kortdurend)

HQ

Brigadehoofdkwartier inclusief (gevechts)ondersteuning

Battle groups

Eenheden van bataljons omvang inclusief (gevechts)ondersteuning (zoals helikopters)

NSE

National Support Element voor logistieke ondersteuning van de inzet van het brigade combat team

MTF

Medical Treatment Facility voor medische ondersteuning van de inzet van het brigade combat team

OF

  

Battle group (langdurig)

Battle group staff

Bataljonshoofdkwartier inclusief (gevechts)ondersteuning

Manoeuvre compagnieën

Eenheden van compagniesomvang inclusief (gevechts)ondersteuning (zoals helikopters)

NSE

National Support Element voor logistieke ondersteuning van de inzet van het de battle group

MTF

Medical Treatment Facility voor medische ondersteuning van de inzet van de battle group

HQ Brigade (langdurig)

HQ Brigade

Brigadehoofdkwartier voor de aansturing van operaties inclusief (gevechts)ondersteuning

EN ALTIJD

  

KCT capaciteit tbv Speciale Operaties (langdurig i.s.m. Koninklijke Marine)

SOLTG

KCT-eenheid van compagniesomvang voor Speciale operaties inclusief (gevechts)ondersteuning.

Permanente KCT capaciteit tbv kortdurende Speciale Operaties

SOLTG

KCT-eenheid van compagniesomvang voor incidentele en onverwachte Speciale Operaties met een korte reactietijd inclusief (gevechts)ondersteuning

NLD/DEU Corps HQ (kortdurend)

NLD/DEU Corps HQ

Nederlands deel van het Hoofdkwartier voor de aansturing van landoperaties als land component command of als corps hoofdkwartier.

HQ (Re)deployment Task Force (kortdurend)

HQ (Re)deployment Task Force

Hoofdkwartier voor de aansturing van (re)deployment inclusief (gevechts)ondersteuning

Air Defense task force (kortdurend)

Patriot Fire Unit

Patriot- luchtverdedigingseenheid inclusief (gevechts)ondersteuning

Army Ground Based Air Defence System (AGBADS)

Grondgebonden luchtverdedigingseenheid inclusief (gevecht)ondersteuning

C. Beleidswijzigingen

In 2021 bereidt de landmacht zich, gezamenlijk met onze internationale partners, voor op grootschalige gevechtsoperaties met een focus op defensief. De nadruk ligt hierbij op full spectrum operaties in het Europees theater in NAVO-verband. Naast deze inzetvoorbereiding levert de landmacht ook haar aandeel aan de inzet in zowel NAVO- als EU-verband in de vorm van snel inzetbare capaciteiten of met daadwerkelijke ontplooiing van eenheden. Bij een eventuele inzet van NAVO eenheden met Nederland als doorvoerland, verzorgt de landmacht in samenwerking met civiele instanties de zogenaamde Host Nation Support, zodat NAVO eenheden snel en efficiënt door Nederland verplaatst worden. Ter ondersteuning van nationale civiele autoriteiten (bijvoorbeeld politie of de autoriteiten in het Caribisch gebied) heeft de landmacht capaciteiten beschikbaar en ondersteunt civiele autoriteiten en instanties indien nodig, bijvoorbeeld in tijden van crises.

Daartoe neemt de landmacht in 2021 onder andere deel aan:

  • Oefeningen in samenwerking met Duitse eenheden waarin de Air Assault taken en de ondersteuning van Special Operations Forces wordt beoefend;

  • Oefening Swift Response; als onderdeel van de NAVO oefening Defender die de ontplooiing van coalitie troepen in Europa traint;

  • Inzet in Litouwen in het kader van de NATO Enhanced Forward Presense;

  • Inzet in coalitieverband in Capacity Building Mission Iraq (CBMI);

  • Leveren van Force Protection Belgisch F-16 Detachement in Jordanie;

  • Oefeningen ter voorbereiding op de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF) taak in samenwerking met Duitsland en Noorwegen in de periode 2022-2024;

  • Inzet ten behoeve van de Resolute Support Mission in Afghanistan;

  • Organiseren oefening Joint Project Optic Windmill (JPOW); een internationale luchtverdedigingsoefening met het oogmerk ontwikkeling capaciteiten en interoperabiliteit;

  • Standby taak en retentieprogramma van Korps Commando Troepen (KCT) vanwege snel inzetbare capaciteiten NAVO, onder leiding van NLD Commando Speciale Strijdkrachten;

  • Oefening Alligator Sword en Steadfast Cobalt d.z.v. 1 (GE/NL) Corps (1 GNC), met als doel interoperabiliteit op het gebied van Command & Control en ter voorbereiding van de transitie van 1 GNC van Joint Task Force Headquarters (JTF HQ) (in 2021) naar haar taak als Land Component Command (LCC) i.h.k.v. VJTF 2023, zoals vastgelegd in het NAVO Long Term Commitment Plan (LTCP);

  • Voorbereidingsactiviteiten in het kader van rampen en eventuele noodhulp in het Caribisch gebied;

  • Oefeningen in kleiner verband waarmee o.a. nationale inzet en alarmering wordt beoefend.

EvenementenIn 2021 staan meerdere grote evenementen gepland, onder voorbehoud van COVID-19 ontwikkelingen. Zo zal er met het Nationaal Comité Herdenking Capitulaties een herdenking van de capitulaties plaatsvinden in Wageningen in week 18. Daarnaast vindt de Nationale Veteranendag plaats in week 25, de Vierdaagse van Nijmegen in week 29, Prinsjesdag in week 38 en De Nationale Taptoe in week 39. De landmacht heeft de organisatie van deze evenementen maar ze worden veelal Defensiebreed ondersteund.

Een evenement uit 2020 dat doorschuift naar 2021 in verband met COVID-19 is de Invictus Games.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Koninklijke Landmacht (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

1.571.278

1.584.780

1.383.777

1.426.281

1.434.520

1.434.481

1.436.548

        

Uitgaven

1.497.067

1.584.780

1.383.777

1.426.281

1.434.520

1.434.481

1.436.548

waarvan juridisch verplicht

  

90%

    
        

Opdrachten

241.455

306.528

78.047

78.309

78.476

78.478

78.478

- gereedstelling

61.578

58.494

78.047

78.309

78.476

78.478

78.478

- instandhouding materieel

179.877

248.034

     

Personele uitgaven

1.151.310

1.247.745

1.281.567

1.323.344

1.330.502

1.330.461

1.332.530

- waarvan eigen personeel

1.069.948

1.163.871

1.221.614

1.264.035

1.270.425

1.270.312

1.272.380

- waarvan externe inhuur

12.662

13.801

3.485

3.528

3.530

3.601

3.601

- waarvan overige personele exploitatie

68.700

70.073

56.468

55.781

56.547

56.548

56.549

Materiële uitgaven

104.302

30.507

24.163

24.628

25.542

25.542

25.540

- waarvan instandhouding infrastructuur

 

787

     

- waarvan overige materiële exploitatie

104.302

29.720

24.163

24.628

25.542

25.542

25.540

        

Apparaatsontvangsten

13.380

10.375

10.375

10.375

10.375

10.375

10.375

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2021 volledig verplicht is. Voor 2021 is 90% juridisch verplicht t.o.v. het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Opdrachten

Gereedstelling

Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft o.a. de operationele rantsoenen, voeding en operationele zaken, waaronder het huren van oefenterreinen.

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten, uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer, reservisteninzet en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven.

Materiële uitgaven

Materiële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering. Deze uitgaven vallen niet onder de instandhoudingsuitgaven van materieel, infrastructuur en IT. Daarnaast worden hier de uitgaven voor zelfstandige kleine aanschaffingen, kennisontwikkeling, technologische ontwikkeling en innovatie, schadevergoedingen en kosten voor betalingsverkeer verantwoord.

3.4 Artikel 4 Koninklijke Luchtmacht

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Luchtmacht is een modern en technologisch krijgsmachtdeel dat wereldwijd actief is. De luchtmacht ondersteunt bestrijding van internationale onrust en biedt hulp bij rampen. In Nederland zorgt ze voor veiligheid vanuit de lucht door onder andere bewaking en verdediging van het luchtruim. Hiervoor beschikt het krijgsmachtdeel over hooggekwalificeerd personeel, vliegtuigen, helikopters en andere wapensystemen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en de samenstelling van de luchtmacht en van de mate van gereedheid van de luchtmacht. De luchtmacht is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de lucht- en grondgebonden capaciteit van de krijgsmacht. De luchtmacht is inzetbaar voor zowel expeditionaire taken als (inter)nationale taken. Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de luchtmacht gereed gesteld.

Tabel 16 capaciteiten luchtmacht

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

Jachtvliegtuigen

1 x vlucht F16 (kortdurend)

Een groep jachtvliegtuigen inclusief (gevechts) ondersteuning

Advanced Target Development (langdurig of kortdurend)

Een team ter ondersteuning van het targeting proces

Tactisch luchttransport (kortdurend)

C-130

C-130 inclusief (gevechts)ondersteuning

EN ALTIJD

  

Dual capable aircraft

1 x vlucht dual capable aircraft

Een groep jachtvliegtuigen met dual capable capaciteit inclusief ondersteuning

Strategisch luchttransport (langdurig)of AAR (kortdurend)

KDC-10

KDC-10 voor strategisch luchttransport of AAR inclusief (gevechts) ondersteuning

Strategic medevac

Aeromedical evacuation team

Medisch team voor evacuatie door de lucht

Onbemande luchtsystemen (langdurig)

Processing Exploration Dissemination (PED) Cell

Een team analisten en inlichtingenpersoneel ter ondersteuning van het joint ISR proces

Permanente capaciteit NLD t.b.v. nationale veiligheid

Luchtruimbewaking BENELUX

Een groep jachtvliegtuigen voor Quick reaction Alert inclusief (gevechts) ondersteuning

C. Beleidswijzigingen

OpdrachtenVoor de nationale operaties levert de luchtmacht, samen met de Belgische luchtmacht, het gehele jaar een bijdrage aan de luchtruimbewaking van de BENELUX, met twee F-16’s ondersteund door de luchtgevechtsleiding (dit is de zogenaamde Quick reaction Air (QRA)). Daarnaast wordt het gehele jaar een NH-90 aan het Station Schip Caribisch Gebied (SSCG) toegewezen, staan de Chinook en Cougar helikopters gedurende enkele maanden geconsigneerd voor de zogenaamde Fire Bucket Operations en staat een KDC-10 tot uitfasering (eind 2021) stand-by voor eventuele strategische medische evacuaties.

Ten behoeve van de snelle inzetbare eenheden (SIC) heeft de luchtmacht het gehele jaar een NH-90 gereed voor het NATO Readiness Initiative (NRI). Tevens levert ze het gehele jaar augmentees aan NATO Joint Headquarters (JHQ) ten behoeve van non-artikel V Crisis Response Operations (NA5CRO) en Special Operations Air Task Group (SOATG). Daarnaast levert de luchtmacht gedurende de eerste helft van het jaar een NH-90 en twee Cougar helikopters aan Admiraliteit BeNeLux Taskgroup Deployment 2021 (ABNL TG21) en in de tweede helft van het jaar een NH-90 aan de Standing NATO Maritime Group One (SNMG1).

TransitiesDe luchtmacht doorloopt de komende jaren een aantal ingrijpende transities om te komen tot een moderne vloot. Zo heeft de transitie van de F-16 naar de F-35 een grote impact op de luchtmacht. Er kunnen in 2021 vier F-16’s kortdurend ingezet worden voor expeditionaire taken. Tegelijkertijd wordt voor de F-35 gepland om eind 2021 de status Initial Operational Capable te behalen, waarmee de eerste vlucht F-35’s gereed komt voor expeditionaire taken. In de periode naar 2025 wordt de F-16 vloot en de vulling van de bijbehorende organisatie afgebouwd.

De Chinook ondergaat een vervangings- en moderniseringsprogramma. Hierbij wordt de vloot met drie toestellen uitgebreid, waarbij de Chinook eind 2022 Initial Operational Capable is. Ook de Apache ondergaat een modificatieprogramma, waarbij is voorzien dat deze in 2024 weer Initial Operational Capable is. Gedurende de transitieperiodes heeft de luchtmacht minder toestellen ter beschikking voor het defensiebrede operationele gereedstellingsproces en worden de normen voor de operationele gereedheid voor beide systemen gereduceerd tot één vlucht.

De Nederlandse krijgsmacht verkrijgt met de Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle (MALE UAV) een capaciteit die langdurig tactische en strategische informatie vanuit de lucht kan vergaren. Het leverschema van de MALE UAV is naar achteren geschoven, waardoor de toestellen en de grondstations naar verwachting eind 2021 worden geleverd. Vanaf begin 2022 beschikt Defensie over een Initial Operational capaciteit, waarmee de kwaliteit van de inlichtingenondersteuning van missies toeneemt.

Sinds medio 2020 worden taken van de KDC-10 overgenomen door een opbouwende vloot van negen Multi Role Tanker Transport (MRTT) vliegtuigen, die middels internationale samenwerking wordt aangeschaft. De laatste KDC-10 faseert eind 2021 uit. Tijdens de transitie en opbouw naar een volledige MRTT-capaciteit is er in de periode tot 2024 minder directe capaciteit beschikbaar voor luchttransport. Het tekort aan strategisch luchttransport wordt evenwel zoveel als mogelijk aangevuld met C-17 capaciteit of inhuur.

Digitale transformatie en innovatieDe komende jaren ontwikkelt de luchtmacht zich tot een fifth generation air waarin effecten centraal staan en data en informatiedominantie een fundament vormen. Naast een volledig vernieuwde en gemodificeerde vloot, een wendbare en adaptieve organisatie speelt de verdergaande digitalisering en dataficering (o.a. door de toepassing van big data en data science) daarin een belangrijke rol.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Koninklijke Luchtmacht (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

967.155

894.441

664.006

672.834

668.947

662.541

662.556

        

Uitgaven

873.248

894.441

664.284

673.111

669.212

662.806

662.821

waarvan juridisch verplicht

  

92%

    
        

Opdrachten

278.859

258.992

23.525

23.608

22.702

22.730

22.785

- gereedstelling

21.231

20.686

23.525

23.608

22.702

22.730

22.785

- instandhouding materieel

257.628

238.306

     

Personele uitgaven

538.723

610.505

623.152

627.213

623.892

619.387

617.447

- waarvan eigen personeel

479.371

505.804

525.043

530.767

534.510

534.905

535.464

- waarvan externe inhuur

5.997

9.547

     

- waarvan overige personele exploitatie

53.355

95.154

98.109

96.446

89.382

84.482

81.983

Materiële uitgaven

55.666

24.944

17.607

22.290

22.618

20.689

22.589

- waarvan instandhouding infrastructuur

 

361

     

- waarvan instandhouding IT

 

5.173

     

- waarvan overige materiële exploitatie

55.666

19.410

17.607

22.290

22.618

20.689

22.589

        

Apparaatsontvangsten

13.799

12.032

12.032

12.111

12.111

12.111

12.111

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2021 volledig verplicht is. Voor 2021 is 92% juridisch verplicht t.o.v. het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

OpdrachtenGereedstellingGereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten, alsmede de daarbij behorende huur van oefenterreinen en andere operationele zaken, zoals de inhuur van Red Air. Een voorbeeld van een oefening is Frisian Flag. Hiermee organiseert Nederland de grootste Europese multinationale oefening voor jachtvlieg-tuigen.

Personele uitgavenPersonele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten, uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer, reservisteninzet en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen (zowel vliegeropleidingen als andersoortige opleidingen), werving, dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven.

Materiële uitgavenMateriële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals kantoorinrichting en kantoorarti-kelen, transport en voorlichting. Daarnaast worden hier de uitgaven voor restaurant gerelateerde diensten, kennisontwikkeling, technologische ontwikkeling en innovatie, schadevergoedingen en kosten voor betalings-verkeer verantwoord.

3.5 Artikel 5 Koninklijke Marechaussee

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Marechaussee (KMar) waakt over de veiligheid van Nederland en het Caribisch gedeelte van het Koninkrijk der Nederlanden. Wereldwijd wordt de marechaussee ingezet op plaatsen van strategisch belang. Van koninklijke paleizen tot aan de buitengrenzen van Europa. Van luchthavens in Nederland en het Caribisch gebied tot oorlogs- en crisisgebieden overal ter wereld.

De marechaussee heeft 3 hoofdtaken:

  • 1. Grenspolitietaak;

  • 2. Bewaken en beveiligen;

  • 3. Internationale en militaire politietaken.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is beheersverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de KMar. De uitvoering is opgedragen aan de KMar. Het gezag over de KMar berust bij meerdere ministeries. Afhankelijk van de betreffende taak zijn dat de ministeries van Justitie en Veiligheid (inclusief de Directoraat-Generaal Migratie, het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid), Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie.

In artikel 4 van de Politiewet 2012 wordt de KMar de onderstaande taken opgedragen:

  • Het waken over de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis, in samenwerking met andere daartoe aangewezen organen;

  • De uitvoering van de politietaak ten behoeve van Nederlandse en andere strijdkrachten en internationale militaire hoofdkwartieren en de personen behorende tot die strijdkrachten en hoofdkwartieren;

  • De uitvoering van de politietaak op de luchthaven Schiphol en op de andere door de Minister van JenV en de Minister van Defensie aangewezen luchtvaartterreinen en de beveiliging van de burgerluchtvaart;

  • De verlening van bijstand en de samenwerking met de politie krachtens deze wet, daaronder begrepen de assistentieverlening aan de politie bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit;

  • De uitvoering van de politietaak op plaatsen onder beheer van Onze Minister van Defensie, op verboden plaatsen die krachtens de Wet bescherming staatsgeheimen ten behoeve van de landsverdediging zijn aangewezen en op het terrein van de ambtswoning van Onze Minister-President;

  • De uitvoering van de bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000 opgedragen taken, waaronder begrepen de bediening van de daartoe door Onze Minister voor Immigratie en Asiel aangewezen doorlaatposten en het, voor zover in dat verband noodzakelijk, uitvoeren van de politietaak op en nabij deze doorlaatposten, alsmede het verlenen van medewerking bij de aanhouding of voorgeleiding van een verdachte of veroordeelde;

  • De bestrijding van mensensmokkel en van fraude met reis- en identiteitsdocumenten;

  • Het in opdracht van Onze Minister en Onze Minister van Defensie ten behoeve van De Nederlandsche Bank N.V. verrichten van beveiligingswerkzaamheden.

De Militaire Politiezorgtaak (art 4 lid 1 b PW) wordt zowel nationaal als internationaal en tijdens missies, oefeningen en andere inzet uitgevoerd. Door de uitvoering van deze taken levert de KMar een continue bijdrage aan de veiligheid van de Staat en de integriteit van de Krijgsmacht.

Geplande inzet

Het takenpakket van de KMar is gericht op de veiligheid van de Staat en kent drie hoofdtaken: de grenspolitietaken, bewaken en beveiligen en (inter)nationale en militaire politie(zorg)taken.

1. Grenspolitietaak

De grenspolitietaken van de KMar worden uitgevoerd op basis van de Politiewet, de Vreemdelingenwet en de Schengengrenscode. Vanuit de grenspolitietaak richt de KMar zich op de bestrijding van illegale migratie, grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme. Naast de grenspolitietaken voert de KMar op de aangewezen luchthavens ook de politietaak uit. Deze taken worden (binnen juridische kaders en zo veel mogelijk) informatie- en risico gestuurd verricht door het optimaal benutten van zowel de informatiepositie van de KMar als die van de ketenpartners, in het fysieke en het digitale domein.

Tabel 18 Grenspolitietaak

Kengetal

Prognose 2021

Aantal geweigerde personen aan de buitengrens door de KMar

2.700

Aantal personen dat aangeeft asiel te willen aanvragen aan de buitengrens en tijdens Mobiel Toezicht Veilgheid (MTV) controles

1.100

Aantal personen dat door tussenkomst van de KMar terugkeert (uitzettingen en verwijderingen)

4.500

Aantal aanhoudingen door de KMar op verdenking van mensensmokkel

150

Aantal onderkende illegalen tijdens MTV controles

700

Aantal gecontroleerde personen ijdens MTV controles

130.000

Aantal inklimmers maritieme grens

900

2. Bewaken en Beveiligen

De KMar draagt zorg voor de bewaking en beveiliging van bepaalde vitale objecten, personen en diensten. De KMar doet dit zelfstandig, in bijstand aan de politie en ook in samenwerking met nationale en internationale publieke en private partners op het gebied van bewaken en beveiligen.

Tabel 19 Bewaken en Beveiligen

Doelstelling

Norm 2021

Het percentage uitvoering Toezichtprogramma Beveiliging Burgerluchtvaart

100%

Het aantal inzetbare Hoog Risico Beveiligingspelotons voor non-permanente bewaking van hoog risico objecten

6

Het servicepercentage beveiligde waardetransporten voor De Nederlandsche Bank

100%

Beschikbare operationele KMar-eenheden voor expeditionaire persoonsbeveiliging

(zie matrix inzetbaarheidsdoelen)

3. (Inter)nationale en militaire politie(zorg)taken

Om de inzetbaarheidsdoelen ten behoeve van de hoofddoelstellingen van Defensie te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de KMar gereed gesteld.

Tabel 20 capaciteiten marechaussee

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

(Inter)nationale en militaire politie(zorg)taken

Expeditionaire taken (langdurig, gezag: MvD)

Elementen voor diverse vormen van expeditionaire inzet zoals civiele politiemissies, Stability Policing en overige expeditionaire taken.

 

Crowd & Riot Control taken (kortdurend, gezag: MvD)

Peloton voor crowd & riot control voor Defensie als onderdeel van een missie.

 

Close protection capaciteit CDS (langdurig, gezag: MvD)

Eenheid met speciale beveiligingsopdracht voor CDS van KMAR.

Binnen de pijler (inter)nationale- en (militaire) politie(zorg)taken valt een onderscheid te maken tussen militaire politiezorgtaken, civiele vredes- en internationale taken (waaronder de NAVO Militaire Politietaken en Stability Policing taken), Defensietaken en de taken van de liaison officieren in het buitenland. In de Politiewet zijn de militaire politiezorgtaken voor Defensie opgedragen aan de KMar. Door het uitvoeren van die taak, onder het gezag van het Openbaar Ministerie, levert de KMar een belangrijke bijdrage aan de integriteit van de Krijgsmacht. De uitoefening van deze taken beperkt zich niet alleen tot het Nederlands grondgebied; de KMar gaat ook mee tijdens uitzendingen, inzet en oefeningen van Nederlandse militaire eenheden buiten Nederland. De KMar kan onder aansturing van de CDS bijvoorbeeld als een «combat support force enabler» internationaal worden ingezet op militaire politietaken-functies, ter ondersteuning van militaire operaties onder bevel van een militaire commandant. In Caribisch Nederland is de KMar zelfstandig verantwoordelijk voor de taken die de organisatie ook in het Europese deel van het Koninkrijk heeft. Zo is de KMar onder andere verantwoordelijk voor de grensbewaking van de luchthavens en de zeegrenzen op de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en verantwoordelijk voor de uitvoering van de politietaak op de door Onze Ministers en Onze Minister van Defensie aangewezen luchthavens op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, alsmede de beveiliging van de burgerluchtvaart. Op Sint-Eustatius en Saba is de KMar belast met de uitvoering van het vreemdelingentoezicht. De KMar ondersteunt daarnaast het politiekorps Caribisch Nederland.

Tabel 21 (Inter)nationale en militaire politie(zorg)taken

Kengetal

Prognose 2021

Aantal misdrijfdossiers (aangeleverd aan militair parket)

500

Beschikbare operationele KMar-eenheden voor internationale crisis- en humanitaire operaties

(zie matrix inzetbaarheidsdoelen)

C. Beleidswijzigingen

Frontex De Europese grensbewakingsorganisatie Frontex werkt aan het opzetten van een vaste capaciteit ter ondersteuning van lidstaten op gebied van migratie. De consequenties hiervan voor de KMar zijn nog niet volledig inzichtelijk en worden verder uitgewerkt (zodat de uitvoering per 1 januari 2021 voldoet aan de verplichtingen. Besluitvorming over 2022 t/m 2027 vindt pas plaats in de eerste helft van 2021.

Eurostar De KMar start volgens planning in september/oktober 2020 met de grenscontroles op Amsterdam en Rotterdam Centraal ten behoeve van twee Eurostartreinen. Hiervoor is budget ontvangen voor 2020 en 2021.

Ondermijning Het huidige kabinet heeft de aanpak van de georganiseerde ondermijnende criminaliteit geïntensiveerd. In het breed offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit (BOTOC) vindt momenteel besluitvorming plaats over de toekenning van de structurele financiering voor ondermijning (MIT en Bewaken & Beveiligen) naar de diverse departementen. Over het incidentele budget heeft al besluitvorming plaatsgevonden.

HRB Het wetstraject voor het opnemen van de «Bewaken & Beveiligen» taak van de HRB in de Politiewet loopt en zal naar verwachting in 2021 worden gerealiseerd.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

459.737

491.840

463.056

463.769

466.023

467.021

466.315

        

Uitgaven

460.387

491.840

463.056

463.769

466.023

467.021

466.315

waarvan juridisch verplicht

  

93%

    
        

Opdrachten

5.051

7.242

6.842

6.842

6.842

6.842

6.842

- gereedstelling

4.974

7.242

6.842

6.842

6.842

6.842

6.842

- instandhouding materieel

77

      

Personele uitgaven

440.314

466.528

445.369

443.888

445.222

446.219

445.363

- waarvan eigen personeel

398.462

445.617

427.381

426.368

426.905

427.895

427.177

- waarvan externe inhuur

14.296

1.729

     

- waarvan overige personele exploitatie

27.556

19.182

17.988

17.520

18.317

18.324

18.186

Materiële uitgaven

15.022

18.070

10.845

13.039

13.959

13.960

14.110

- waarvan instandhouding infrastructuur

       

- waarvan overige materiële exploitatie

15.022

18.070

10.845

13.039

13.959

13.960

14.110

        

Apparaatsontvangsten

12.478

8.366

4.376

4.376

4.376

4.376

4.376

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2021 volledig verplicht is. Voor 2021 is 93% juridisch verplicht t.o.v. het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Opdrachten

Gereedstelling Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor (de ondersteuning van) de operationele taakuitvoering alsmede voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft o.a. de operationele rantsoenen, civiele taken en operationele zaken, waaronder het huren van oefenterreinen. De uitgaven voor oefen- en operationele munitie en instandhouding simulatoren zijn overgegaan naar het financiële instrument «instandhouding materieel». De uitgaven voor onderhoud en ondersteuning van commandovoering zijn overgegaan naar instandhouding IT.

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen, internationale verhuizingen en overige personeelsgebonden uitgaven. De uitgaven voor militaire uitrustingen zijn overgegaan naar het financiële instrument «instandhouding materieel».

Materiële uitgaven

Materiële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals kantoorinrichting en kantoorartikelen, transport, voorlichting. En verder de uitgaven voor restaurant gerelateerde diensten, de uitgaven voor kennis, technologische ontwikkeling en innovatie, schadevergoedingen en kosten voor betalingsverkeer etc. De uitgaven die een relatie hebben met het instandhouden van het materieel, zoals werkplaatsinrichting en militaire artikelen en uitrustingen zijn overgegaan naar het instrument «instandhouding materieel».

3.6 Artikel 6 Investeringen

A. Algemene doelstelling

Defensie voorziet in nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen en zij verkoopt, indien aan de orde, groot materieel en infrastructuur.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor het tijdig voorzien in van nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen alsmede de afstoting van overtollig groot materieel en infrastructuur. Tot de investeringen worden gerekend alle planbehoeften met een meerjarig karakter. Dit omvat ook de bijdragen aan de NAVO voor het doen van investeringen en wetenschappelijk onderzoek. Tot de investeringen worden ook bijdragen gerekend aan de instandhouding, die direct samenhangen met de betreffende investering.

C. Beleidswijzigingen

Door de introductie van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) worden de middelen uit beleidsartikel 6 Investeringen via niet-beleidsartikel 13 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds overgeheveld naar het DMF.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 23 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 Investeringen
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

4.266.773

3.226.683

     

Opdrachten

4.161.635

3.140.145

     

Investeringen materieel

3.695.843

2.446.007

     

Investeringen infrastructuur

242.801

265.677

     

Investeringen IT

222.991

428.461

     

Begrotingsreserve

 

7.552

     

Bekostiging

80.774

44.674

     

Bijdrage aan internationale organisaties

24.364

34.312

     
        

Uitgaven

2.523.053

2.951.634

     

waarvan juridisch verplicht

       

Opdrachten

2.426.235

2.865.096

     

Investeringen materieel

1.920.516

2.133.855

     

Investeringen infrastructuur

283.898

304.732

     

Investeringen IT

221.821

426.509

     

Begrotingsreserve

 

7.552

     

Reserve valutaschommelingen

 

7.552

     

Bekostiging

72.534

44.674

     

Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten

       

Technologieontwikkeling

       

Kennisgebruik

       

Kort-cyclische innovatie

       

Bijdrage aan internationale organisaties

24.284

34.312

     

Investeringen infrastructuur NAVO

24.284

34.312

     
        

Programma ontvangsten

110.797

75.910

     

- Verkoopopbrengsten strategisch materieel

72.691

47.658

     

- Overige ontvangsten materieel

26.140

19.000

     

- Verkoopopbrengsten strategisch infrastructuur

4.291

5.050

     

- Overige ontvangsten infrastructuur

4.578

1.220

     

- Ontvangsten Internationale organisaties

3.097

2.982

     

Budgetflexibiliteit Niet van toepassing

3.7 Artikel 7 Defensie Materieel Organisatie

A. Algemene doelstelling

De Defensie Materieel Organisatie (DMO) zorgt voor de verwerving van modern, robuust en kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel en de beschikbaarstelling van IT-middelen, brandstof, munitie, kleding en uitrusting aan de defensieonderdelen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en de instandhouding van materieel en de afstoting van overtollig materieel van de krijgsmacht. Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de DMO gereed gesteld.

Tabel 24 capaciteiten Defensie Materieel Organisatie

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

Permanent capaciteit t.b.v. informatiesystemen in operaties

DefCERT Rapid Reaction Teams

Computer Emergency Response Teams.

C. Beleidswijzigingen

Door de introductie van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) zijn veel onderdelen uit het begrotingsartikel van DMO overgeheveld naar het fonds. De volledige instandhouding en gereedstelling m.u.v. het brandstoffenassortiment zit vanaf 2021 in het fonds. De personele exploitatie en het brandstoffenbudget zijn terug te vinden in dit begrotingsartikel.

Verder wordt binnen het KPU-bedrijf een masterplan uitgevoerd wat als doel heeft de structurele betaalbaarheid en toekomstbestendigheid van de KPU-keten te borgen. Binnen het Munitiebedrijf is een soortgelijk traject gestart met als doel enkele knelpunten binnen het proces en de personele capaciteit op te lossen. In de Brede Maatschappelijke Heroverweging (Kamerstuk 32359, nr. 4) bijlage Veiligheid en veranderende machtsverhoudigen is aangegeven dat voor gereedheid en inzet voorraden nodig zijn (munitie, rantsoenen, militaire kleding en uitrusting, geneeskundige verbruiksartikelen, operationele infrastructuur, reservedelen en bedrijfs- en brandstoffen). Stapsgewijs moeten deze voorraden weer worden opgebouwd.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 25 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

1.156.092

1.079.166

597.449

600.836

600.182

603.822

607.242

        

Uitgaven

1.071.290

1.085.835

597.449

600.836

600.182

603.822

607.242

waarvan juridisch verplicht

  

76%

    
        

Opdrachten

368.569

400.704

142.187

148.460

148.703

151.998

155.428

- gereedstelling

269.291

107.865

142.187

148.460

148.703

151.998

155.428

- instandhouding materieel

99.278

292.839

     

Personele uitgaven

408.366

430.349

438.972

438.981

435.998

436.089

436.128

- waarvan eigen personeel

332.005

360.615

385.037

388.834

387.983

388.074

388.164

- waarvan externe inhuur

56.717

51.455

35.346

31.580

29.460

29.408

29.357

- waarvan overige personele exploitatie

19.644

18.279

18.589

18.567

18.555

18.607

18.607

Materiële uitgaven

294.355

254.782

16.290

13.395

15.481

15.735

15.686

- waarvan instandhouding infrastructuur

 

114

     

- waarvan instandhouding IT

220.525

241.360

     

- waarvan overige materiële exploitatie

73.830

13.308

16.290

13.395

15.481

15.735

15.686

        

Apparaatsontvangsten

80.177

50.074

43.405

43.405

43.405

43.405

43.405

Budgetflexibiliteit

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiele instrumenten opdrachten, personele en materiele uitgaven. Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2021 volledig verplicht is. Voor 2021 is 76% juridisch verplicht ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

GereedstellingGereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft met name brandstof en smeermiddelen.

Personele uitgavenPersonele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer en inhuur van personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven.

Materiële uitgavenMateriële uitgaven bestaan bij de DMO hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering.

3.8 Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando

A. Algemene doelstelling

Het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) voorziet in een doelmatige en doeltreffende ondersteuning van de krijgsmacht. Het DOSCO draagt zorg voor de levering van ondersteunende diensten aan de krijgsmacht. Een groot deel van de ondersteuning levert het DOSCO zelf, een deel van de ondersteuning wordt geleverd door organisaties buiten het Ministerie van Defensie. Het DOSCO is daarbij de verbindende schakel tussen vraag en aanbod.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige ondersteuning van de krijgsmacht.

C. Beleidswijzigingen

Ten opzichte van de begroting 2020 zijn de gerelateerde uitgaven aan instandhouding infrastructuur verplaatst naar het Defensie Materieelbegrotingsfonds. Er wordt met het strategisch vastgoedplan verder ingezet op het weer op orde krijgen van de vastgoedportefeuille in samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf. Met de validatie van het strategisch vastgoedplan is gebleken dat de ramingen van het benodigde investeringsbudget en het instandhoudingsbudget nog altijd ruim boven het beschikbare budget blijven (Kamerstuk 34 919, nr. 64). Er wordt onderzocht welke handelingsperspectieven er zijn om de mismatch tussen de geraamde en beschikbare budgetten te verkleinen. Daarbij wordt kritisch gekeken naar ander en zo optimaal mogelijk gebruik van het vastgoed en naar de mogelijkheden om de footprint te verkleinen (Kamerstuk 34 919, nr. 55). Verder zijn er geen significante wijzigingen ten opzichte van de begroting van 2020.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 26 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

1.401.191

1.534.301

1.150.195

1.157.559

1.139.040

1.138.665

1.138.448

        

Uitgaven

1.393.756

1.538.640

1.150.195

1.157.559

1.139.040

1.138.665

1.138.448

Waarvan juridisch verplicht

  

67%

    
        

Opdrachten

133

8.800

     

- gereedstelling

133

      

- instandhouding materieel

 

8.800

     

Inkomensoverdrachten

34.444

50.422

60.769

65.635

48.528

48.593

47.099

- waarvan Nationaal Fonds Ereschuld

34.444

50.222

57.069

58.435

44.828

44.893

43.399

- waarvan reservering schadevergoedingen chroom 6 Defensie

 

200

3.700

7.200

3.700

3.700

3.700

        

Personele uitgaven

771.503

794.119

808.400

801.028

804.250

803.969

804.729

- waarvan eigen personeel

581.098

602.190

637.108

631.350

637.875

637.795

637.915

- waarvan externe inhuur

26.031

26.823

2.865

2.840

2.840

2.840

2.840

- waarvan overige personele exploitatie

150.599

152.071

154.732

153.143

149.020

150.299

150.939

- waarvan attachés

13.774

13.035

13.695

13.695

14.515

13.035

13.035

Materiële uitgaven

587.676

685.299

281.026

290.896

286.262

286.103

286.620

- waarvan instandhouding infrastructuur

413.376

410.276

     

- waarvan overige materiële exploitatie

168.563

265.803

273.742

283.612

278.978

278.821

279.338

- waarvan attachés

5.737

9.220

7.284

7.284

7.284

7.282

7.282

        

Apparaatsontvangsten

89.784

87.355

68.478

68.478

68.478

68.478

68.478

Met de huidige budgetten voor instandhouding en de vele benodigde (nood)reparaties is het moeilijk het noodzakelijk onderhoud te blijven plegen: er is al lange tijd sprake van een ongezonde balans tussen niet-planbaar en planbaar onderhoud. Hierdoor gaat de kwaliteit van het vastgoed verder achteruit. Daarom wordt een deel van het vrijgemaakte investeringsbudget besteed aan instandhoudingsmaatregelen op korte termijn (Kamerstuk 34 919, nr. 55). Daarnaast zal het IBO Vastgoed Defensie in 2021 voltooid worden. In het IBO Vastgoed zal onderzocht worden welke beleidsopties en vormgeving van het vastgoedmanagement helpen, parallel aan de objectgerichte revitalisering, om de komende 5 tot 10 jaar, een doelmatige, toekomstvaste, duurzame en compliant vastgoedportefeuille te realiseren en te houden.

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2021 en bij inkomensoverdrachten, het Nationaal Fonds Ereschuld volledig verplicht zijn. Voor 2021 is 67% juridisch verplicht t.o.v. het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer en inhuur van het personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen, internationale verhuizingen en overige personeelsgebonden uitgaven. De salarissen van het attaché personeel worden afzonderlijk gepresenteerd omdat deze uitgaven onder de internationale inzet (BIV) uitgaven vallen.

Materiële uitgaven

Onder materiële uitgaven worden de geraamde uitgaven voor overige materiële exploitatie en de attachés weergegeven. De uitgaven voor de overige materiële exploitatie bestaan onder andere uit catering, facilitaire dienstverlening, mediadienstverlening, gezondheidszorg, beveiliging, energie en water, schoonmaak en wereldwijd transport van personen en goederen.

Inkomensoverdracht

De uitgaven voor het Nationaal Fonds Ereschuld worden verantwoord bij het DOSCO onder het financieel instrument inkomensoverdrachten. Dit fonds is ingesteld voor militairen die een handicap, trauma of andere aandoening hebben opgelopen tijdens missies naar het buitenland. Hierin zijn de budgetten voor schadevergoedingen en regelingen voor schadevergoedingen voor veteranen ondergebracht.

4. Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 9 Algemeen

Algemene doelstellingIn dit artikel worden de departementsbrede programma-uitgaven begroot. Het betreft subsidies, bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken, bijdragen aan internationale organisaties, opdrachten, bekostiging, inkomensoverdrachten en overige materiële exploitatie.

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 27 Budgettaire gevolgen artikel 9 Algemeen (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

103.992

152.982

162.600

165.379

166.325

167.648

160.701

        

Uitgaven

93.786

155.673

162.600

165.379

166.325

167.648

160.701

        

Subsidies

30.978

37.933

31.529

31.447

31.527

31.530

31.555

- subsidies

 

37.933

31.529

31.447

31.527

31.530

31.555

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

 

46.174

46.192

46.210

46.209

46.210

46.209

- kennisopbouw TNO via EZK

 

43.604

43.621

43.638

43.638

43.638

43.638

- kennisopbouw NLR via EZK

 

533

534

535

534

535

534

- kennisopbouw MARIN via EZK

 

1.726

1.726

1.726

1.726

1.726

1.726

- overige bijdragen

 

311

311

311

311

311

311

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

47.319

53.265

68.983

68.786

69.888

70.791

70.890

- bijdrage aan de NAVO

 

47.356

53.194

53.249

54.347

55.250

55.249

- bijdrage aan internationale samenwerking

 

5.338

5.228

4.973

4.973

4.973

5.071

- overige bijdragen

 

571

10.561

10.564

10.568

10.568

10.570

Opdrachten

9.826

11.103

12.080

10.620

10.384

10.799

8.229

- opdrachten beleid

 

7.599

8.531

7.071

6.835

7.240

4.677

- opdrachten milieu beleid

 

1.933

2.033

2.033

2.033

2.033

2.033

- overige opdrachten

 

1.571

1.516

1.516

1.516

1.526

1.519

Bekostiging

4.448

3.512

3.816

3.816

3.817

3.818

3.818

- bekostiging diverse instellingen

4.448

3.512

3.816

3.816

3.817

3.818

3.818

Inkomensoverdrachten

1.215

3.686

 

4.500

4.500

4.500

 

Reservering regeling uitkering chroom 6 Defensie

1.215

3.686

 

4.500

4.500

4.500

 
        

Programmaontvangsten

893

825

     

B. Toelichting op de financiële instrumenten

SubsidiesDe subsidies worden verleend aan instellingen die voor Defensie een toegevoegde waarde hebben en die defensiebeleid voor (een) bijzondere doelgroep(en) uitvoeren, omdat zij hiertoe beter geëquipeerd zijn. De defensiesubsidies zijn er op gericht de exploitatie van stichtingen en daarmee de uitvoering van hun doelen, in stand te houden. De subsidies zijn te verdelen in subsidies voor Veteranenzorg, alsmede voor cultureel erfgoed en tradities. Daarnaast worden subsidies verstrekt op het gebied van onderwijs, kennis en technologie. Een overzicht van de subsidies is opgenomen in bijlage 7.4.

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukkenDefensie gebruikt het centrale budget voor kennis en innovatie om bij MARIN, NLR en TNO een defensiespecifieke kennisbasis in stand te houden. De instandhouding van de kennisbasis krijgt concreet vorm via programmafinanciering. Via vraagsturing wordt jaarlijks een deel van de defensieonderzoeksprogramma’s vernieuwd. De vernieuwing krijgt deels gestalte in de vorm van risicodragend verkennend onderzoek naar nieuwe technologieën, waaronder kunstmatige intelligentie, 3D-printing en bio- en nanotechnologie. Vanuit de opgebouwde kennis laat Defensie zich vervolgens adviseren en ondersteunen bij de beleidsvorming, verwerving en onderhoud van materieel, opleiding en training, bedrijfsvoering en operationeel optreden. Met de uitvoering van onderzoeksprogramma’s en -projecten krijgt de Strategie-, Kennis- en Innovatieagenda 2021–2025 invulling. Daarnaast voorziet de Defensienota in extra onderzoek op het terrein van cyber, informatiegestuurd optreden, slagkracht in het land-, lucht- en zeedomein en nieuwe technologieën.

De overige bijdragen betreffen de bijdragen aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken inzake de Adviesraad Internationale Vraagstukken en de Atlantische Commissie.

Bijdrage aan (inter)nationale organisatiesDe bijdragen aan de NAVO hebben betrekking op NAVO-exploitatie uitgaven, waaronder exploitatie uitgaven voor AWACS-vliegtuigen en voor de NAVO-commandostructuur en -programma’s. De Internationale Militaire Samenwerking omvat militaire samenwerkingsactiviteiten die Defensie in internationaal verband uitvoert (bijvoorbeeld VJTF).

OpdrachtenDit betreft directe bestedingen aan derden ten behoeve van het beleid en rechtspositionele ondersteuning. Overige uitgaven hebben tevens betrekking op de behandeling en uitvoering van schadevergoedingen en de beleidsuitgaven voorafgaand aan energie- en milieuwetgeving van de Defensie organisatie.

BekostigingDit betreft uitgaven voor beleidsuitvoering aan instellingen zoals de Stichting Faciliteiten Centraal Georganiseerd Overleg Militairen, onder-steuning sector Defensie en de collectiviteitsregeling Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV).

InkomstenoverdrachtenInkomensoverdrachten betreft de uitkeringsregeling voor chroom-6 slachtoffers: de Regeling Uitkering Defensie chroom-6 (zie Kamerstukken vergaderjaar 2018–2019, 35 210 X, nr. 2).

4.2 Artikel 10 Apparaat Kerndepartement

Algemene doelstellingInzet is de kerntaak van Defensie. De Bestuursstaf (BS) geeft hier namens de Minister sturing aan door het formuleren van het defensiebeleid, het toewijzen van middelen aan alle defensieonderdelen, het toezicht houden op de besteding daarvan, het opstellen van kaders voor de Defensiebrede bedrijfsvoering en het bijdragen aan militaire pensioenen en uitkeringen.

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 28 Budgettaire gevolgen artikel 10 Apparaat Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

1.682.781

1.545.650

1.627.606

1.613.832

1.581.773

1.554.479

1.509.735

        

Uitgaven

1.675.816

1.546.377

1.627.606

1.613.832

1.581.773

1.554.479

1.509.317

        

Personele uitgaven

1.660.335

1.522.900

1.590.473

1.575.350

1.541.888

1.514.813

1.471.789

- waarvan eigen personeel

198.776

236.825

271.493

277.119

277.515

277.044

277.677

- waarvan externe inhuur

7.986

11.957

970

565

   

- waarvan overige personele exploitatie

14.705

13.582

14.341

14.545

14.645

14.606

14.605

- waarvan uitkeringen (pensioenen en wachtgelden)

1.438.868

1.260.536

1.303.669

1.283.121

1.249.728

1.223.163

1.179.507

Materiële uitgaven

15.481

23.477

37.133

38.482

39.885

39.666

37.528

- waarvan overige materiële exploitatie

15.481

23.477

37.133

38.482

39.885

39.666

37.528

        

Apparaatsontvangsten

13.362

8.703

7.728

7.728

7.728

7.728

7.728

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Personele uitgavenDe personele uitgaven bestaan uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, dienstreizen en overige persoonsge-bonden uitgaven. De post «waarvan uitkeringen» betreft de militaire pensioenen, AOW-gat compensatie, UKW en verstrekking van uitkeringen in het kader van de sociale zekerheid, waaronder het Sociaal Beleidskader en overige regelingen voor voormalig defensiepersoneel.

BestuursstafDe Bestuursstaf (bestaande uit (hoofd)directies, Defensiestaf en bijzondere organisatie eenheden) draagt zorg voor een beheerste uitvoering van het beleidsproces en de bedrijfsvoering van het Ministerie van Defensie. De uitgaven die daarmee gemoeid zijn, betreffen vooral salarissen voor burger- en militair personeel, persoonsgebonden uitgaven, externe inhuur en overige exploitatie. De Bijzondere Organisatie Eenheden van de Bestuursstaf bestaan uit de Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht (IGK), Inspecteur-Generaal Veiligheid (IGV) die aan het hoofd staat van een Inspectie Veiligheid Defensie (IVD), de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA), de Inspectie Militaire Gezondheid (IMG), de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID), het Militair Huis van de Koning (MHK) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD).

Militaire Inlichtingen- en VeiligheidsdienstAls grootste Bijzondere Organisatie Eenheid (BOE) ressorterend onder de Bestuursstaf is de MIVD belast met de ondersteuning van Defensie op het gebied van het leveren van kwalitatief hoogwaardig inlichtingen- en veiligheidsinformatie. Daarmee levert de MIVD een onmisbare bijdrage aan de opbouw, de gereedstelling en de inzet van de krijgsmacht en de informatiepositie van Nederland. De uitgaven die daarmee binnen dit artikel gemoeid zijn, betreffen vooral salarissen voor burger- en militair personeel, persoonsgebonden uitgaven en overige niet gecentraliseerde exploitatie uitgaven.

OverigOm de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden (budgettair vallend onder het kerndepartement, aansturing door CDS) gereed gesteld.

Tabel 29 capaciteiten CDS

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

NLD Commando Speciale Strijdkrachten

Permanent capaciteit t.b.v. aansturen geheime operaties en operaties speciale eenheden

NLD Special Operations Command

Nationaal operationeel hoofdkwartier voor de inzet, aansturing en coördinatie van nationaal en/of internationaal aangestuurde speciale operaties

NLD/BEL/DNK CSOCC (kortdurend)

NLD/BEL/DNK CSOCC

Nederlands deel van een hoofdkwartier (i.s.m. Denemarken en België) voor de inzet van Speciale Operaties

Defensie Cyber Commando

Cybercapaciteit

Cyberteams

Teams voor operationele militaire cybercapaciteit.

C. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten

Tabel 30 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen en zbo's/rwt's (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

6.772.293

6.871.491

6.333.838

6.384.266

6.361.897

6.330.581

6.284.674

        

Apparaat Kerndepartement

1.675.816

1.546.377

1.627.606

1.613.832

1.581.773

1.554.479

1.509.317

        

Uitvoeringsorganisaties

5.096.477

5.325.114

4.706.232

4.770.434

4.780.124

4.776.102

4.775.357

        

Koninklijke Marine

729.240

762.266

758.841

771.732

776.398

777.948

774.615

Koninklijke Landmacht

1.255.612

1.278.252

1.305.730

1.347.972

1.356.044

1.356.003

1.358.070

Koninklijke Luchtmacht

594.389

635.449

640.759

649.503

646.510

640.076

640.036

Koninklijke Marechaussee

455.336

484.598

456.214

456.927

459.181

460.179

459.473

Defensie Materieel Organisatie

702.721

685.131

455.262

452.376

451.479

451.824

451.814

Defensie Ondersteuningscommando

1.359.179

1.479.418

1.089.426

1.091.924

1.090.512

1.090.072

1.091.349

        

Totaal apparaatsuitgaven

6.772.293

6.871.491

6.333.838

6.384.266

6.361.897

6.330.581

6.284.674

4.3 Artikel 11 Geheim

AlgemeenHet niet-beleidsartikel Geheim op basis van artikel 2.8 van de Comptabili-teitswet 2016 kent geen artikelonderdelen. Dit niet-beleidsartikel is bestemd voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten waarvoor geldt dat openbaarmaking via toedeling aan een expliciet beleidsartikel niet in het belang van de Staat is.

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 31 Budgettaire gevolgen artikel 11 Geheim (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

14.617

14.720

15.068

15.068

15.068

15.068

15.068

Uitgaven

14.617

14.685

15.068

15.068

15.068

15.068

15.068

B. Toelichting op de financiële instrumenten

De geheime uitgaven worden jaarlijks toegelicht aan het college van de Algemene Rekenkamer en het bevat tevens het budget voor MIVD gerelateerde uitgaven t.b.v. internationale inzet (BIV).

4.4 Artikel 12 Nog onverdeeld

AlgemeenHet niet-beleidsartikel Nog onverdeeld bestaat uit verplichtingen, uitgaven en ontvangsten. Uitgaven worden onderverdeeld naar loonbijstelling, prijsbijstelling, onvoorzien en een eventuele taakstelling (negatief bedrag).

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 32 Budgettaire gevolgen artikel12 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

 

132.724

51.629

65.500

62.930

65.221

101.948

        

Uitgaven

 

41.322

51.629

65.500

62.930

65.221

101.948

        

Loonbijstelling

       

Prijsbijstelling

       

Nog onverdeeld

 

41.322

51.629

65.500

62.930

65.221

101.948

        

Ontvangsten

       

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Geen bijzonderheden.

4.5 Artikel 13 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds

A. Algemene doelstelling

Op dit artikel worden de bijdragen aan het Defensiematerieelbegrotingsfonds verantwoord.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Zaken die op het Defensiematerieelbegrotingsfonds worden verantwoord zijn terug te vinden in de verschillende beleidsartikelen op de begroting Hoofdstuk X.

C. Beleidswijzigingen

Voor de beleidswijzigingen wordt verwezen naar de betreffende beleidsar-tikelen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 33 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

  

8.448.390

4.085.843

4.926.960

4.577.432

4.383.734

        

Uitgaven

  

4.511.343

4.854.498

4.643.817

4.697.356

4.286.367

        

Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds

  

4.511.343

4.854.498

4.643.817

4.697.356

4.286.367

        

Ontvangsten

       

Budgetflexibiliteit

De mate van budgetflexibiliteit is terug te vinden bij de afzonderlijke artikelen van het Defensiematerieelbegrotingsfonds.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Het betreft hier de bijdrage vanuit de begroting Hoofdstuk X Defensie aan hoofdstuk K Defensiematerieelbegrotingsfonds ten behoeve van uitgaven die op het fonds worden verantwoord.

5. Begroting agentschappen

5.1 Paresto

Algemeen Het baten-lastenagentschap Paresto maakt deel uit van het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO). Paresto is een professionele interne cateringorganisatie die in opdracht van Defensie een pakket aan cateringondersteuning levert aan haar gehele organisatie en aan (NAVO)-bondgenoten op Nederlands grondgebied. Dit gebeurt met een sterke focus op kwaliteit én met de wensen van gasten en opdrachtgevers als uitgangspunt. Paresto houdt voor de periode vanaf 2021 rekening met een groei van de Defensie-organisatie, voortkomend uit het pakket van maatregelen uit de Defensienota. De Defensienota heeft onder meer effect op het inperken van voorgenomen sluitingen van kazernes en defensieterreinen, maar ook op de versterking van de bedrijfsvoering middels het repareren van tekortkomingen in mensen en (productie)middelen

Tabel 34 Begroting van baten-lastenagentschap voor het jaar 2021 (bedragen x € 1.000)

(bedragen x € 1.000)

Stand Slotwet

Vastgestelde begroting

     
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

        
        

Baten

       

Omzet

       

waarvan omzet moederdepartement

50.059

52.652

56.728

55.845

55.794

55.616

55.480

waarvan omzet overige departementen

406

480

495

495

495

495

495

waarvan omzet derden

17.303

15.895

17.953

17.953

17.953

17.953

17.953

Vrijval voorzieningen

Bijzondere baten

1.490

900

Rentebaten

      

Totaal baten

69.258

69.927

75.176

74.293

74.242

74.064

73.928

        

Lasten

       

Apparaatskosten

       

- Personele kosten

44.449

46.203

49.387

49.287

49.243

49.106

48.971

waarvan eigen personeel

37.047

40.281

41.128

41.682

41.995

42.218

42.442

waarvan inhuur externen

6.900

5.100

7.560

6.897

6.534

6.171

5.808

waarvan overige personele kosten

502

822

699

709

714

718

722

- Materiële kosten

26.445

23.659

25.733

24.950

24.957

24.957

24.957

waarvan apparaat ICT

695

waarvan bijdrage aan SSO's

waarvan overige materiële kosten

1.015

750

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

Afschrijvingskosten

       

- Materieel

78

66

56

56

42

- Waarvan apparaat ICT

3

10

10

10

10

10

10

- Immaterieel

      

Dotaties voorzieningen

      

Overigekosten

       

Bijzondere lasten

55

Rentelasten

        

Totaal Lasten

71.028

69.927

75.176

74.293

74.242

74.064

73.928

Toelichting bij begroting baten en lasten

Baten

Omzet moederdepartement De omzet moederdepartement bestaat uit de omzet werkgeversbijdragen en de lopende bedrijfsvoering waaronder de cateringkosten van het Militair Revalidatie Centrum. De omzet werkgeversbijdragen bestaat uit de aan de opdrachtgever in rekening gebrachte bedragen om conform de opgestelde afspraken ondersteuning te leveren op de locaties. De stijging van de omzet moederdepartment ten opzichte van de realisatie 2019 is met name te verklaren door prijsbijstellingen en het toepassen van de prijsindexatie.De omzet moederdepartement is als volgt in te delen:

Tabel 35 Omzet moederdepartement

Bedragen in miljoenen euro's

2021

2022

2023

2024

2025

      

Omzet moederdepartement:

56.728

55.845

55.794

55.616

55.480

- Waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten/diensten

24.926

24.010

23.930

23.760

23.624

- Waarvan voor de dienstverlening op locaties:

31.802

31.835

31.864

31.856

31.856

Omzet overige departementen De omzet overige departementen betreft de opbrengst die Paresto in rekening brengt voor onder meer de hofmeesters van de Dienst Koninklijk Huis, maar ook met het oog op opdrachten voor andere rijksdiensten als politie en justitie.

Omzet derden De omzet derden betreft met name de opbrengst van de bijdragen die Paresto in haar bedrijfsrestaurants in rekening brengt bij zowel de eigen defensiemedewerkers als eventuele andere gasten. Ook valt onder deze omzetcategorie de opbrengst uit banqueting-activiteiten op kazernes en defensieterreinen.

Lasten

Personele kosten Begin 2021 bestaat de personele sterkte van Paresto uit 707 vte’n. Vanwege natuurlijke uitstroom, de groei van Defensie en versterking van de bedrijfsvoering neemt de personele sterkte in 2021 toe tot 727 vte’n, wat de stijging in personele kosten verklaart. Waar nodig doet Paresto een beroep op externe inhuur. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het vervangen van zieke collega’s, piekdrukte of noodzakelijke inzet tijdens (grote) evenementen. Vanwege de schaarste op de (uitzend)markt en de hieruit voortvloeiende hogere inhuurvergoeding zoekt Paresto steeds meer naar mogelijkheden om hier vast personeel voor in te zetten.

Materiële kosten De materiële kosten bestaan voor 95 procent uit de kosten van de ingrediënten voor maaltijden en consumpties. De producentenbonussen zijn in mindering gebracht op de ingrediëntskosten. De overige materiële kosten bestaan voornamelijk uit exploitatiekosten van de locaties en het servicekantoor. De afschrijvingskosten hebben betrekking op de kleding voor medewerkers en de vervanging van klein materieel.

Tabel 36 Kasstroomoverzicht over het jaar 2021 (bedragen x € 1.000)

(bedragen x € 1.000)

Stand Slotwet

Vastgestelde begroting

     
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

        

1. Rekening courant RHB 1/1

11.403

6.813

6.813

6.813

6.813

6.813

6.813

        
        

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

663

69.927

75.176

74.293

74.242

74.064

73.928

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 5.319

‒ 69.927

‒ 75.176

‒ 74.293

‒ 74.242

‒ 74.064

‒ 73.928

2. Totaal operationele kasstroom

‒ 4.656

        

Totaal investeringen (-/-)

66

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+/+)

3. Totaal investeringskasstroom

66

        

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

Eenmalige storting door moederdepartement (+/+)

Aflossingen op leningen (-/-)

Beroep op leenfaciliteit (+/+)

4. Totaal financieringskasstroom

        

5. Rekening courant RHB 31/12

6.813

6.813

6.813

6.813

6.813

6.813

6.813

Toelichting bij het kasstroomoverzicht In het overzicht van de kasstromen staat de meerjarige verwachting van de omvang centraal, alsmede de besteding van de beschikbare investeringsruimte en de liquiditeitsverwachting. Vanaf 2021 verwacht Paresto geen mutaties in de investerings- en financieringskasstroom.

Doelmatigheidsparagraaf Onderstaande tabel is onderverdeeld in een generiek deel en een specifiek deel. Deze indeling vloeit voort uit de aard van de ondersteuning door Paresto en de sturing op de bruto marge van de locaties. De hiermee samenhangende indicatoren zijn daarom als specifiek benoemd. Daarnaast is de omzet verkopen onder te verdelen in de volgende productgroepen:

  • De omzet regulier betreft onder andere de verkopen in de bedrijfsrestaurants en kantines op locaties;

  • De omzet niet regulier is omzet van onder andere evenementen (zoals Invictus Games), vergaderingen, diners en recepties die op locaties worden gehouden.

Tabel 37 Overzicht doelmatigheidsindicatoren
 

Realisatie

Begroting

Raming

    
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Generiek deel

       
        

Totaal omzet verkopen (x € 1.000)

37.378

37.254

43.332

42.263

42.275

42.275

42.275

- waarvan regulier

26.319

26.231

29.938

29.200

29.208

29.208

29.208

- waarvan niet-regulier

11.059

11.022

13.394

13.063

13.067

13.067

13.067

        

Vte'n totaal

805

816

831

832

832

832

831

- waarvan in eigen dienst

695

747

727

737

742

747

751

- waarvan inhuur

110

69

104

95

90

85

80

        

Saldo van baten en lasten

‒ 2,6%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

        

Specifiek deel

       
        

Aantal locaties

76

76

76

76

76

76

76

Productiviteit per medewerker (omzet per Vte)

46.433

45.656

52.131

50.819

50.811

50.840

50.877

% Ziekteverzuim

7,3%

8,0%

8,0%

8,0%

8,0%

8,0%

8,0%

% Bruto marge locaties

32,5%

37,5%

42,5%

42,5%

42,5%

42,5%

42,5%

Toelichting Het overgrote deel van de kosten van Paresto bestaat uit personele en ingrediëntkosten. De doelmatigheid van Paresto komt onder andere tot uitdrukking in een zo doelmatig mogelijke inzet van deze middelen. Twee belangrijke graadmeters daarvoor zijn de productiviteit per vte (omzet / aantal vte) en het percentage bruto marge (verbruik ten opzichte van de omzet). Door een toename in omzet, laat de productiviteit per vte in 2021 een lichte stijging zien. De jaren daarna stabiliseert de productiviteit per vte, door zowel een stabiele omzet als gelijkblijvend personeelsbestand. De stijging van de brutomarge ten opzichte van de realisatie 2019 komt door een hogere omzet door prijsbijstellingen en het wegvallen van kosten voor calamiteitencatering.

6. Departement specifieke informatie

In dit hoofdstuk bieden wij u inzicht in:

  • Militaire pensioenen en uitkeringen;

  • Verdeling van de apparaatsuitgaven;

  • Overzicht formatie defensiepersoneel;

  • Invulling cyber & space middels ruimte(vaart)1;

  • Chroom-6.

6.1 Militaire pensioenen en uitkeringen

Militaire pensioenen en uitkeringen Op verzoek van de Kamer is in onderstaande grafiek te zien wat de relatieve verdeling is van de militaire pensioenen en uitkeringen ten opzichte van de absolute begroting:

Figuur 5 Relatieve verdeling pensioenen en uitkeringen

De pensioenen en uitkeringen zijn als volgt verdeeld:

Figuur 6 Verdeling pensioenen en uitkeringen

6.2 Verdeling van de apparaatsuitgaven

Verdeling van de apparaatsuitgaven

De apparaatsuitgaven van Defensie zijn als volgt verdeeld over de beleids- en niet beleidsartikelen:

Tabel 38 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten Ministerie van Defensie bedragen x € 1 000
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

6.772.293

6.871.491

6.333.838

6.384.266

6.361.897

6.330.581

6.284.674

        

Apparaat Kerndepartement

1.675.816

1.546.377

1.627.606

1.613.832

1.581.773

1.554.479

1.509.317

        

Uitvoeringsorganisaties

5.096.477

5.325.114

4.706.232

4.770.434

4.780.124

4.776.102

4.775.357

        

Koninklijke Marine

729.240

762.266

758.841

771.732

776.398

777.948

774.615

Koninklijke Landmacht

1.255.612

1.278.252

1.305.730

1.347.972

1.356.044

1.356.003

1.358.070

Koninklijke Luchtmacht

594.389

635.449

640.759

649.503

646.510

640.076

640.036

Koninklijke Marechaussee

455.336

484.598

456.214

456.927

459.181

460.179

459.473

Defensie Materieel Organisatie

702.721

685.131

455.262

452.376

451.479

451.824

451.814

Defensie Ondersteuningscommando

1.359.179

1.479.418

1.089.426

1.091.924

1.090.512

1.090.072

1.091.349

        

Totaal apparaatsuitgaven

6.772.293

6.871.491

6.333.838

6.384.266

6.361.897

6.330.581

6.284.674

Grafische weergave van de verhouding apparaatsuitgaven (personele en materiële uitgaven) t.o.v. overige financiële instrumenten (programma).

Figuur 7 Verhouding apparaatsuitgaven t.o.v. overige financiële instrumenten

6.3 Overzicht formatie defensiepersoneel

Zoals toegezegd in Kamerstuk 32 733, nr. 37 zijn hieronder de tabellen opgenomen waarin defensiebreed de aantallen per rang of schaal worden vermeld.

Tabel 39 Overzicht formatie defensiepersoneel
 

Personeel 1 juli 2020

Formatie 2021

Formatie 2025

Burgerpersoneel

   

Schaal 16 t/m 18

35

30

30

schaal 15

47

40

40

schaal 14

149

113

114

schaal 13

484

438

443

schaal 12

1.257

1.270

1.279

schaal 11

1.864

1.746

1.751

schaal 10

2.005

2.147

2.157

schaal 9

1.302

1.239

1.244

schaal 8

1.260

1.147

1.154

schaal 7

1.454

1.397

1.408

schaal 6

1.573

1.391

1.391

schaal 5

1.963

1.962

1.956

schaal 1 t/m 4

2.743

2.833

2.831

Totaal burgerpersoneel

16.136

15.753

15.798

    

Militair personeel

   

GEN

82

74

74

KOL

345

352

359

LKOL

1.480

1.506

1.509

MAJ

2.392

2.560

2.579

KAP

2.814

3.192

3.182

LNT

1.595

2.511

2.532

AOO

2.951

3.161

3.170

SM

4.388

5.163

5.164

SGT (1)

7.818

10.831

10.824

SLD/KPL

10.133

13.831

13.823

Totaal op functie

33.998

43.181

43.216

Initiële opleidingen (NBOF)

4.523

4.100

4.126

Totaal militair personeel (inclusief NBOF)

38.521

47.281

47.342

    

Totaal burger en militair personeel

54.657

63.034

63.140

6.4 Ruimte(vaart)

De Nederlandse samenleving is voor haar functioneren voor een belangrijk deel afhankelijk van toepassingen gebaseerd op de ruimtevaart. We vinden de weg met behulp van GPS, vertrouwen op satellietcommunicatie voor het internet en telefonie en we oriënteren ons op basis van beeldmateriaal verkregen uit de ruimte. Belangrijke functies in onze samenleving zoals handel, verkeer, landbouw en het bancaire systeem zijn afhankelijk van de ruimtevaart. Ook Defensie. Het militaire gebruik van de ruimte is inmiddels een vaste waarde geworden bij het optreden van onze strijdkrachten. Het gebruik van GPS voor navigatie en SATCOM voor onze verbindingen zijn onmisbaar geworden voor het goed functioneren en informatiegestuurd optreden van onze strijdkrachten. Het militair gebruik van de ruimte biedt de mogelijkheid om sneller dan voorheen te kunnen anticiperen en reageren op het ontstaan van crises wereldwijd. De voorbereiding van bijvoorbeeld humanitaire operaties kan daardoor efficiënter plaatsvinden.

Defensie heeft er als hoogtechnologische organisatie belang bij de ontwikkelingen in de ruimte op de voet te volgen en zich voor de modernisering van de krijgsmacht, waaronder het informatiegestuurd optreden, in te zetten. De ontwikkelingen in de ruimte gaan snel. Door technologische ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld miniaturisering en lage lanceerkosten is het makkelijker geworden om kleine satellieten in de ruimte te brengen. Tegelijkertijd is ook de capaciteit om satellieten te vernietigen of onbruikbaar te maken toegenomen. De ruimte is daarmee in toenemende mate contested, congested and competitive geworden. Deze ontwikkelingen onderstrepen het belang om over een goede space situational awareness (SSA) te beschikken. De NAVO heeft in november 2019 de ruimte naast land, zee, lucht en cyber als vijfde operationele domein van het bondgenootschap erkend en verwacht van Nederland dat wij binnen afzienbare tijd eigen ruimtecapaciteiten gaan opbouwen. Defensie zal later dit jaar een Defensie space strategie uitbrengen. In die strategie zal onder andere worden ingegaan op het de komende jaren opzetten van een Defensie Space Security Centre, het creëren van een SSA-netwerk en het kunnen beschikken over een kleine constellatie van micro- en nanosatellieten (ter verkrijging van data die een essentiële bijdrage kan leveren t.b.v. het informatiegestuurd optreden van de krijgsmacht).

6.5 Chroom-6

Het plan van aanpak ‘Beheersing chroom-6’ is op 4 december 2018 aan de Tweede Kamer aangeboden (35 000 X, nr. 70). Op de website www.Defensie.nl wordt de voortgang van alle maatregelen uit dit plan van aanpak twee keer per jaar gepubliceerd, evenals de chroom-6-gerelateerde meldingen. Drie maatregelen uit het plan worden hierna uitgelicht.Ten eerste de eenheden in het plan van aanpak «Beheersing chroom-6 bij Defensie», waarbij Defensie zich eerst richt op de meest gevaarlijke stoffen (maatregel 10). Door de maatregelen vanwege COVID-19 is het uitvoeren van de blootstellingsbeoordelingen echter vertraagd. Of dit invloed heeft op de voortgang van de maatregelen in het plan van aanpak wordt nauwlettend gevolgd. Hierover zal ik u nader informeren met de volgende periodieke voortgangsrapportage over het plan van aanpak. Ten tweede, zoals ook is vermeld in de meest recente voortgangsrapportage van 20 mei 2020, is de aanbesteding voor de vervanging van de niet geschikte spuitcabines van de Luchtmacht (maatregel 12) mislukt. Er volgt een nieuwe aanbestedingsprocedure waardoor vertraging optreedt van 2020 naar 2022. Ten slotte zal de planning van de vervanging van de voorbewerkingsruimte bij de Afdeling Techniek van de Landmacht (maatregel 15) worden herijkt. Inmiddels is besloten tot nieuwbouw van de onderhoudsfaciliteiten van de Afdeling Techniek en daarmee ook tot nieuwbouw van de voorbewerkingsruimte. Door interim aanpassingen aan de centrale afzuiginstallatie van de huidige faciliteiten en veiligheidsinstructies kan veilig worden gewerkt. Het gewenste niveau van veiligheid volgens de laatste stand der techniek zal worden bereikt door nieuwbouw. Tevens vindt onderzoek plaats naar andere, minder stof veroorzakende technieken voor oppervlaktebewerkingen. Bruikbare ontwikkelingen op dat gebied worden meegenomen bij de nieuwbouw. Los van deze maatregelen spant Defensie zich in om het gebruik van gevaarlijke stoffen en daarmee de kans op blootstelling te reduceren door continu te zoeken naar minder gevaarlijke alternatieven.

7. Bijlagen

7 7.1 Bijlage Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak

Tabel 40 Overzicht Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (vallend onder ministerie Defensie)

Naam organisatie

RWT/ZBO

Begrotingsartikel

Begrotingsramingen

Uitgevoerde evaluatie ZBO onder Kaderwet

Volgende evaluatie ZBO

Stichting Ziektekosten Verzekering Krijgsmacht (SZVK)

RWT

Wordt per Defensieonderdeel (artikel 2, 3, 4, 5, 7, 8 en 10) betaald uit de post salarissen en sociale lasten

€ 94,3 miljoen. Bedrag is gebaseerd op de begroting/ premiestelling 2020. Bedrag omvat de te betalen werknemers- en werkgeverspremie.

  

Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA (SWOON)

RWT

Beleidsartikel 8: Defensie Ondersteuningscommando

€ 14,8 miljoen

  

Stichting Koninklijke Defensiemusea (SKD)

RWT

Niet-beleidsartikel 9: Algemeen

€ 16,6 miljoen

  

Defensie heeft geen begrotingsraming voor Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak vallend onder andere ministeries.

7.2 Bijlage verdiepingshoofdstuk

In het verdiepingshoofdstuk worden de belangrijkste mutaties ten opzichte van de begroting 2020 kort toegelicht.

Toelichting op de mutaties

  • 1. Uitdeling prijsbijstelling

    De toegekende prijsbijstelling is vanuit artikel 12 Nog onverdeeld verder uitgedeeld aan de defensieonderdelen op basis van de financiële instrumenten van de ontwerpbegroting 2019.

  • 2. Overhevelingen naar Defensiematerieelbegrotingsfonds

    De volgende onderdelen zijn over naar begrotingshoofdtuk K Defensiematerieelbegrotingsfonds:

    • a. Beleidsartikel 6 Investeringen;

    • b. De investeringen voor bekostiging wetenschappelijk onderzoek, kennis & innovatie en bijdrage aan de NAVO;

    • c. Het instrument instandhouding van alle artikelen;

  • 4. Interdepartementale overboekingen

    Vanuit diverse ministeries is budget naar Defensie overgeheveld voor het uitvoeren van activiteiten en vice versa. Per saldo daalt de begroting van Defensie met € 3,6 miljoen voor 2021. Een volledig overzicht van de interdepartementale budgetoverhevelingen is hieronder toegevoegd.

Tabel 41 Overzicht interdepartementale overboekingen (bedragen x € 1.000)

No.

Omschrijving

beleidsartikel

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2.a

Bijdrage van JenV inzake project KMar mainport ondermijning

5

67

     

2.b

Bijdrage van JenV inzake project KMar mainport ondermijning

5

47

     

2.c

Bijdrage van JenV inzake project KMar mainport ondermijning

5

206

     

2.d

Bijdrage van JenV voor implementatie grenzen en veiligheid

5

1729

     

2.e

Bijdrage aan BZK voor ct infobox

5

‒ 77

     

2.f

Bijdrage van I&W aan de ontwikkeling van een maritieme drone

6

300

     

2.g

Bijdrage aan BZK voor cyber-dataplatform

6

‒ 618

     

2.h

Bijdrage aan BZK aangaande softwarelicenties tbv mivd

6

‒ 400

     

2.i

Bijdrage aan I&W voor verlenging contract SAR-Helicopter

6

 

‒ 2.000

‒ 1.000

   

2.k

Bijdrage aan OCW tbv het programma maatschappelijk verantwoord innover

9

‒ 80

‒ 80

‒ 80

‒ 80

‒ 80

 

2.l

Teruggave van AZ voor eerder gestopte detachering voor project plato

10

‒ 88

‒ 57

    

2.m

Bijdrage aan BZK ct info box door MIVD

10

‒ 77

     

2.n

Bijdrage aan OCW voor wervingsproject (jido/wjz)

10

‒ 11

     

2.o

Bijdrage aan BZK voor de kosten van de evaluatie van de wia

10

‒ 98

     

2,p

Bijdrage aan BZK voor Bureau ICT Toetsing

10

 

‒ 277

‒ 277

‒ 277

‒ 277

‒ 277

2.q

Bijdrage aan J&V voor compensatie MARKAZ

12

‒ 500

‒ 1.000

‒ 1.500

‒ 2.000

‒ 2.000

 

2.r

Bijdrage 4 functies traffic buro Baltimore

12

‒ 40

     

2.s

Bijdrage aan BZK t.b.v. Programma verstersting HR ICT Rijksdienst

13

 

‒ 205

    

2.t

Bijdrage aan BuZa t.b.v. veiligheid hoog risico posten

1

‒ 15.000

     

2.u

Bijdrage aan BuZa AIV-rapport COVID-19

1

3.000

     
 

Totaal

 

‒ 11.640

‒ 3.619

‒ 2.857

‒ 2.357

‒ 2.357

‒ 277

  • 4. Overige mutaties

    De financiële instrumenten, zoals gereedstelling, personele en materiële uitgaven zijn bijgesteld n.a.v. herschikken van activiteiten tussen de defensieonderdelen met de daarbij behorende financiële middelen.

Tabel 42 Artikel 1 Inzet (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

195.247

195.246

195.247

195.246

195.247

195.247

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

17.642

7.400

7.400

‒ 7.600

‒ 7.600

‒ 7.600

Stand 1e suppletoire begroting 2020

212.889

202.646

202.647

187.646

187.647

187.647

Nieuwe mutaties

      

Uitdelen prijsbijstelling tranche 2020

129

129

129

129

129

129

Bijdrage aan BuZa t.b.v. veiligheid hoog risico posten

‒ 15.000

     

Bijdrage van BuZa AIV-rapport COVID-19

3.000

     

Dekking compensatie MARKAZ

‒ 25.000

     

COVID-19 middelen

18.000

     

Bijdrage 1e pijler European Peace Facility (EPF)

 

4.600

4.600

4.600

4.600

4.600

Stand ontwerpbegroting 2021

194.018

207.375

207.376

192.375

192.376

192.376

Tabel 43 Artikel 2 Koninklijke Marine (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

925.904

928.659

921.833

924.318

924.091

920.057

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

21.201

3.479

9.395

10.184

11.092

11.610

Stand 1e suppletoire begroting 2020

947.105

932.138

931.228

934.502

935.183

931.667

Nieuwe mutaties

      

Corrigeren van een onjuiste extrapolatie van opgehaald budget Personeelsagenda

     

288

Doorwerking arbeidsvoorwaardenakkoord voor 2020

18.566

29.458

29.663

29.658

29.658

29.658

Herschikking taken en middelen a.g.v. Assortiments Gewijs Werken (AGW)

‒ 839

‒ 535

375

727

727

727

Uitdelen budget Soft Ground Enablers

104

1.253

1.849

1.875

2.465

2.465

Uitdelen prijsbijstelling tranche 2020

4.539

4.612

4.397

4.410

4.399

4.311

Uitdeling loonbijstelling inhuur

24

24

24

24

24

24

Instandhouding naar Defensiematerieelbegrotingsfonds

 

‒ 175.446

‒ 157.180

‒ 151.272

‒ 150.955

‒ 151.621

Aanvullende premie-overdracht i.v.m. financieringsconstructie

275

301

302

303

305

308

Bijstellen ontvangsten btw oorlogschepen en overige ontvangsten Marine

7.900

     

Doorverdelen budget n.a.v. doorlichting materieel logistiek

500

1.400

2.300

3.400

3.400

3.400

Doorverdelen budget programma Obelix (verbeteringen munitiedomein)

 

741

902

902

902

902

Protocol van overdracht legeringgebouwen Carib suffisant

‒ 250

     

Uitdelen delta exploitatiereeksen vanuit DLP aan de exploitatiebegroting

2.888

347

347

347

347

347

Uitdelen prijsbijstelling aan Special Operation Force Ground (SOF-G)

 

21

30

31

41

41

Teruggave dubbel opgehaald budget t.b.v. reparatie VUT/WUL

     

1.153

Stand ontwerpbegroting 2021

980.812

794.314

814.237

824.907

826.496

823.670

Tabel 44 Artikel 3 Koninklijke Landmacht (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

1.520.832

1.543.335

1.573.940

1.569.537

1.576.763

1.573.767

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

18.522

10.616

21.069

23.822

23.585

24.044

Stand 1e suppletoire begroting 2020

1.539.354

1.553.951

1.595.009

1.593.359

1.600.348

1.597.811

Nieuwe mutaties

      

Corrigeren van een onjuiste extrapolatie van opgehaald budget Personeelsagenda

     

508

Doorwerking arbeidsvoorwaardenakkoord voor 2020

33.915

53.839

53.785

53.759

53.725

53.725

Herschikking taken en middelen a.g.v. Assortiments Gewijs Werken (AGW)

2.154

2.731

4.355

4.355

4.427

4.487

Uitdelen Budget Soft Ground Enablers

208

5.369

8.619

9.828

10.059

10.059

Uitdelen prijsbijstelling tranche 2020

6.067

6.451

6.995

6.889

7.017

6.985

Uitdeling loonbijstelling inhuur

88

99

102

102

102

102

Instandhouding naar Defensiematerieelbegrotingsfonds

 

‒ 241.323

‒ 245.789

‒ 237.329

‒ 244.761

‒ 242.731

Doorverdelen budget n.a.v. doorlichting materieel logistiek

500

1.200

1.600

1.900

1.900

1.900

Doorverdelen budget programma Obelix (verbeteringen munitiedomein)

 

228

902

902

902

902

Protocol van overdracht versterking eenheid fleet marine squadron

1.048

     

Protocol van overdracht voor proeftuin personeelszorg

361

575

    

Aanvullende premie-overdracht i.v.m. financieringsconstructie

551

605

606

609

613

618

Uitdelen delta exploitatiereeksen vanuit DLP aan de exploitatiebegroting

534

     

Uitdelen prijsbijstelling aan Special Operation Force Ground (SOF-G)

 

52

97

146

149

149

Teruggave dubbel opgehaald budget t.b.v. reparatie VUT/WUL

     

2.033

Stand ontwerpbegroting 2021

1.584.780

1.383.777

1.426.281

1.434.520

1.434.481

1.436.548

Tabel 45 Artikel 4 Koninklijke Luchtmacht (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

847.316

860.192

845.691

846.341

844.981

848.025

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

20.578

18.536

24.276

24.867

24.863

25.227

Stand 1e suppletoire begroting 2020

867.894

878.728

869.967

871.208

869.844

873.252

Nieuwe mutaties

      

Continuering medewerker ontvansten Luchtmacht gefinancierd door meerontvangsten

  

79

79

79

79

Corrigeren van een onjuiste extrapolatie van opgehaald budget Personeelsagenda

     

271

Doorwerking arbeidsvoorwaardenakkoord voor 2020

13.500

21.469

21.674

21.786

21.786

21.786

Herschikking taken en middelen a.g.v. Assortiments Gewijs Werken (AGW)

5.409

4.617

7.767

8.928

8.788

18.002

Uitdelen prijsbijstelling tranche 2020

6.560

6.778

6.460

6.422

6.393

6.440

Instandhouding naar Defensiematerieelbegrotingsfonds

 

‒ 249.469

‒ 236.163

‒ 243.240

‒ 248.015

‒ 260.942

Aanvullende premie-overdracht i.v.m. financieringsconstructie

273

300

300

302

304

306

Doorverdelen budget n.a.v. doorlichting materieel logistiek

600

1.500

2.600

3.300

3.200

3.200

Doorverdelen budget programma Obelix (verbeteringen munitiedomein)

 

361

427

427

427

427

Protocol van overdracht voor F-35 munitie t.b.v. opleidingen VS

‒ 1.187

     

Uitdelen delta exploitatiereeksen vanuit DLP aan de exploitatiebegroting

1.392

     

Stand ontwerpbegroting 2021

894.441

664.284

673.111

669.212

662.806

662.821

Tabel 46 Artikel 5 Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

436.668

433.493

433.346

434.460

435.198

433.636

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

27.392

10.454

11.089

12.168

12.324

12.500

Stand 1e suppletoire begroting 2020

464.060

443.947

444.435

446.628

447.522

446.136

Nieuwe mutaties

      

Corrigeren van een onjuiste extrapolatie van opgehaald budget Personeelsagenda

     

136

Doorwerking arbeidsvoorwaardenakkoord voor 2020

11.298

17.750

17.731

17.724

17.724

17.724

Herschikking taken en middelen a.g.v. Assortiments Gewijs Werken (AGW)

‒ 235

‒ 154

23

‒ 14

‒ 14

‒ 12

Uitdelen prijsbijstelling tranche 2020

748

773

763

767

769

765

Vordering op De Nederlandsche Bank voor beveiligingswerkzaamheden

3.790

     

Herschikking tussen KMar en Investeringen

‒ 75

     

Aanvullende premie-overdracht i.v.m. financieringsconstructie

232

254

255

256

258

259

Aanvulling BSB convenant door BUZA

9.900

     

Bijdrage aan BZK voor CT-Infobox

‒ 77

     

Bijdrage van JenV inzake project KMar mainport ondermijning

320

     

Bijdrage van JenV voor implementatie grenzen en veiligheid

1.729

     

Doorverdelen budget n.a.v. doorlichting materieel logistiek

150

400

400

500

600

600

Doorverdelen budget programma Obelix (verbeteringen munitiedomein)

 

86

162

162

162

162

Teruggave dubbel opgehaald budget t.b.v. reparatie VUT/WUL

     

545

Stand ontwerpbegroting 2021

491.840

463.056

463.769

466.023

467.021

466.315

Tabel 47 Artikel 6 Investeringen(bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

2.864.661

3.158.908

3.487.531

3.321.441

3.386.524

2.988.701

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

157.159

3.905

4.076

3.776

3.776

3.976

Stand 1e suppletoire begroting 2020

3.021.820

3.162.813

3.491.607

3.325.217

3.390.300

2.992.677

Nieuwe mutaties

      

Bijdrage aan BZK aangaande softwarelicenties t.b.v. MIVD

‒ 400

     

Bijdrage aan BZK voor cyber-dataplatform

‒ 618

     

Bijdrage aan I&W voor de verlenging contract van de SAR-helikopter

 

‒ 2.000

‒ 1.000

   

Bijdrage van I&W aan de ontwikkeling van een maritieme drone

300

     

Bijstellen ontvangsten dienstpersonenauto's doorwerking uitgaven

1.000

     

Bijstellen ontvangsten wetenschappelijk onderzoek doorwerking uitgaven

‒ 318

     

Bijstellen ontvangsten wetenschappelijk onderzoek + doorwerking uitgaven

 

‒ 318

‒ 318

‒ 318

‒ 318

‒ 318

Bijstellen valuta defensie life cycle plan

7.552

     

Defensiematerieelbegrotingsfonds

 

‒ 3.185.391

‒ 3.516.499

‒ 3.346.117

‒ 3.410.491

‒ 3.006.273

Herschikingen tussen KMar en Investeringen

75

     

Herschikking taken en middelen a.g.v Assortiments Gewijs Werken (AGW)

‒ 1.733

‒ 1.772

‒ 1.772

‒ 1.772

‒ 1.772

‒ 1.772

Herschikkingen tussen DMO en Investeringen

 

‒ 15.000

‒ 15.000

‒ 15.000

‒ 15.000

‒ 15.000

Herschikkingen tussen Kerndepartement en Investeringen

‒ 825

‒ 2.695

‒ 1.865

‒ 1.300

‒ 1.300

‒ 1.300

IT reorganisatie extra functies naar formatie

   

‒ 480

‒ 480

‒ 480

Protocol van overdracht huren n.a.v. luchthavenclaim

‒ 1.200

     

Protocol van overdracht legeringgebouwen Carib suffisant

250

     

Protocol van overdracht versterking eenheid fleet marine squadron

‒ 1.048

     

Uitdelen budget Soft Ground Enablers

‒ 312

‒ 8.011

‒ 12.976

‒ 15.299

‒ 17.087

‒ 17.087

Uitdelen delta exploitatiereeksen vanuit DLP aan de exploitatiebegroting

‒ 7.306

     

Midterm review besluit vastgoed en no regret

‒ 144.000

     

Uitdelen prijsbijstelling tranche 2020

47.497

52.374

57.823

55.069

56.148

49.553

Dekking compensatie MARKAZ

20.900

     

COVID-19 middelen

10.000

     

Stand ontwerpbegroting 2021

2.951.634

0

0

0

0

0

Tabel 48 Artikel 7 Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

1.020.608

1.039.091

1.053.949

1.057.456

1.056.112

1.056.738

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

35.296

34.000

‒ 2.826

‒ 3.408

‒ 3.505

‒ 809

Stand 1e suppletoire begroting 2020

1.055.904

1.073.091

1.051.123

1.054.048

1.052.607

1.055.929

Nieuwe mutaties

      

Corrigeren van een onjuiste extrapolatie van opgehaald budget Personeelsagenda

     

416

Doorwerking arbeidsvoorwaardenakkoord voor 2020

9.763

15.607

15.593

15.564

15.564

15.564

Herschikking taken en middelen a.g.v. Assortiments Gewijs Werken (AGW)

4.229

6.953

859

‒ 329

‒ 261

‒ 9.417

Herschikkingen tussen DMO en Investeringen

 

15.000

15.000

15.000

15.000

15.000

Uitdelen budget Soft Ground Enablers

 

321

573

817

1.063

1.063

Uitdelen prijsbijstelling tranche 2020

11.279

11.682

11.926

12.041

12.017

12.028

Uitdeling loonbijstelling inhuur

1.030

897

893

833

831

830

Instandhouding naar Defensiematerieelbegrotingsfonds

 

‒ 528.211

‒ 499.880

‒ 502.743

‒ 497.952

‒ 490.447

Aanvullende premie-overdracht i.v.m. financieringsconstructie

58

63

64

64

64

65

Doorverdelen budget n.a.v. doorlichting materieel logistiek

150

300

400

600

600

600

Doorverdelen budget programma Obelix (verbeteringen munitiedomein)

 

1.643

4.180

4.180

4.180

4.180

Herschikking budget beheer boekwerken t.b.v. formatiebudget 2 vte

 

100

100

100

100

100

Protocol van overdracht voor F-35 munitie t.b.v. opleidingen VS

1.187

     

Uitdelen delta exploitatiereeksen vanuit DLP aan de exploitatiebegroting

2.235

     

Uitdelen prijsbijstelling aan Special Operation Force Ground (SOF-G)

 

3

5

7

9

9

Teruggave dubbel opgehaald budget t.b.v. reparatie VUT/WUL

     

1.322

Stand ontwerpbegroting 2021

1.085.835

597.449

600.836

600.182

603.822

607.242

Tabel 49 Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

1.335.147

1.303.381

1.290.734

1.292.737

1.291.969

1.286.243

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

40.171

50.532

64.879

58.987

57.378

53.088

Stand 1e suppletoire begroting 2020

1.375.318

1.353.913

1.355.613

1.351.724

1.349.347

1.339.331

Nieuwe mutaties

      

Bijstellen ontvangsten medegebruik + doorwerking instandhoudingsuitgaven

 

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

Corrigeren van een onjuiste extrapolatie van opgehaald budget Personeelsagenda

     

330

Doorwerking arbeidsvoorwaardenakkoord voor 2020

20.403

32.212

31.939

32.055

32.055

32.055

Herschikking taken en middelen a.g.v. Assortiments Gewijs Werken (AGW)

‒ 8.326

‒ 14.001

‒ 13.825

‒ 14.113

‒ 14.030

‒ 13.233

Uitdelen budget Soft Ground Enablers

 

910

1.618

2.304

2.990

2.990

Uitdelen prijsbijstelling tranche 2020

10.888

10.294

10.217

10.147

10.135

10.058

Uitdeling loonbijstelling inhuur

95

80

80

80

80

80

Instandhouding naar Defensiematerieelbegrotingsfonds

 

‒ 243.841

‒ 245.918

‒ 248.899

‒ 247.661

‒ 240.580

Aanvullende premie-overdracht i.v.m. financieringsconstructie

202

221

222

223

224

226

Bijdrage 4 functies traffic buro Baltimore

‒ 40

     

Doorverdelen budget n.a.v. doorlichting materieel logistiek

100

200

200

300

300

300

Doorverdelen budget programma Obelix (verbeteringen munitiedomein)

 

200

200

200

200

200

Midterm review besluit vastgoed en no regret

144.000

5.000

    

Protocol van overdracht huren n.a.v. luchthavenclaim

1.200

     

Uitdelen prijsbijstelling aan Special Operation Force Ground (SOF-G)

 

7

13

19

25

25

Teruggave dubbel opgehaald budget t.b.v. reparatie VUT/WUL

     

1.666

COVID-19 middelen

17.000

     

Dekking compensatie MARKAZ

‒ 10.000

     

Kasschuif Chroom-6

‒ 3.500

 

3.500

   

Kasschuif Nationaal Fonds Ereschuld

‒ 8.700

 

8.700

   

Stand ontwerpbegroting 2021

1.538.640

1.150.195

1.157.559

1.139.040

1.138.665

1.138.448

Tabel 50 Artikel 9 Algemeen (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

159.397

150.290

148.526

148.672

148.982

146.391

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

1.939

10.276

9.829

10.627

11.635

11.606

Stand 1e suppletoire begroting 2020

161.336

160.566

158.355

159.299

160.617

157.997

Bijdrage aan OCW t.b.v. het programma Maatschappelijk Verantwoord Innoveren

‒ 80

‒ 80

‒ 80

‒ 80

‒ 80

 

Corrigeren van een onjuiste extrapolatie van opgehaald budget Personeelsagenda

     

28

Herschikking taken en middelen a.g.v. Assortiments Gewijs Werken (AGW)

‒ 117

55

    

Uitdelen prijsbijstelling tranche 2020

2.795

2.634

2.604

2.606

2.611

2.566

Bijstellen financiele instrumenten kerndepartement n.a.v. midterm review

4.000

     

Midterm review governance

1.600

     

Protocol van overdracht voor proeftuin personeelszorg

‒ 361

‒ 575

    

Kasschuif Chroom-6

‒ 13.500

 

4.500

4.500

4.500

 

Teruggave dubbel opgehaald budget t.b.v. reparatie VUT/WUL

     

110

Stand ontwerpbegroting 2021

155.673

162.600

165.379

166.325

167.648

160.701

Tabel 51 Artikel 10 Apparaat Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

1.635.828

1.676.114

1.663.413

1.633.872

1.608.697

1.563.456

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

‒ 97.233

‒ 105.550

‒ 105.133

‒ 106.973

‒ 108.161

‒ 110.662

Stand 1e suppletoire begroting 2020

1.538.595

1.570.564

1.558.280

1.526.899

1.500.536

1.452.794

Nieuwe mutaties

      

Bijdrage aan BZK CT-Infobox

‒ 77

     

Corrigeren van een onjuiste extrapolatie van opgehaald budget Personeelsagenda

     

523

Doorwerking arbeidsvoorwaardenakkoord voor 2020

32.886

51.420

50.360

49.594

48.635

48.635

Herschikking taken en middelen a.g.v. Assortiments Gewijs Werken (AGW)

‒ 542

1.218

1.218

1.218

1.218

1.218

Herschikkingen tussen Kerndepartement en Investeringen

825

2.695

1.865

1.300

1.300

1.300

IT reorganisatie extra functies naar formatie

   

480

480

480

Teruggave van AZ voor eerder gestopte detachering voor project Plato

‒ 88

‒ 57

    

Uitdelen budget Soft Ground Enablers

 

158

317

475

510

510

Uitdelen prijsbijstelling tranche 2020

727

778

779

799

803

783

Uitdeling loonbijstelling inhuur

94

     

Aanvullende premie-overdracht i.v.m. financieringsconstructie

‒ 1.591

‒ 1.744

‒ 1.749

‒ 1.757

‒ 1.768

‒ 1.782

Bijdrage aan BZK Bureau ICT Toetsing (BIT)

 

‒ 277

‒ 277

‒ 277

‒ 277

‒ 277

Bijdrage aan BZK voor de kosten van de evaluatie van de WIA

‒ 98

     

Bijdrage aan OCW voor wervingsproject (jido/wjz)

‒ 11

     

Bijstellen financiele instrumenten Kerndepartement n.a.v. midterm review

‒ 4.000

     

Doorverdelen budget programma Obelix (verbeteringen munitiedomein)

 

541

727

727

727

727

Mmidterm review governance

‒ 1.600

     

Structurele inbedding projectbureau front (t.b.v. innovatie-advies)

 

1.612

1.612

1.612

1.612

1.612

Structurele inbedding projectbureau kennis & innovatie

 

287

287

287

287

287

Uitdelen delta exploitatiereeksen vanuit DLP aan de exploitatiebegroting

257

408

408

408

408

408

Uitdelen prijsbijstelling aan Special Operation Force Ground (SOF-G)

 

3

5

8

8

8

Dekking compensatie MARKAZ

‒ 19.000

     

Teruggave dubbel opgehaald budget t.b.v. reparatie VUT/WUL

     

2.091

Stand ontwerpbegroting 2021

1.546.377

1.627.606

1.613.832

1.581.773

1.554.479

1.509.317

Tabel 52 Artikel 11 Geheim (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

9.895

9.895

9.895

9.895

9.895

9.895

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

6.117

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

Stand 1e suppletoire begroting 2020

16.012

14.895

14.895

14.895

14.895

14.895

Uitdelen prijsbijstelling tranche 2020

173

173

173

173

173

173

Dekking compensatie MARKAZ

‒ 1.500

     

Stand ontwerpbegroting 2021

14.685

15.068

15.068

15.068

15.068

15.068

Tabel 53 Artikel 12 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

83.575

153.132

163.267

159.460

160.759

197.740

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

207.811

238.830

241.343

241.601

242.740

238.182

Stand 1e suppletoire begroting 2020

291.386

391.962

404.610

401.061

403.499

435.922

Nieuwe mutaties

      

Corrigeren van een onjuiste extrapolatie van opgehaald budget Personeelsagenda

     

‒ 2.500

Doorwerking arbeidsvoorwaardenakkoord voor 2020

‒ 140.331

‒ 221.755

‒ 220.745

‒ 220.140

‒ 219.147

‒ 219.147

Uitdelen prijsbijstelling tranche 2020

‒ 91.402

‒ 96.678

‒ 102.266

‒ 99.452

‒ 100.594

‒ 93.791

Uitdeling loonbijstelling inhuur

‒ 1.331

‒ 1.100

‒ 1.099

‒ 1.039

‒ 1.037

‒ 1.036

Compensatie Zeeland

‒ 66.400

‒ 53.500

‒ 4.000

‒ 4.500

‒ 2.000

 

Dekking compensatie MARKAZ

41.400

41.500

4.000

4.500

2.000

 

Doorverdelen budget n.a.v. doorlichting materieel logistiek

 

‒ 5.000

‒ 7.500

‒ 10.000

‒ 10.000

‒ 10.000

Doorverdelen budget n.a.v. doorlichting materieel logistiek

‒ 2.000

     

Doorverdelen budget programma Obelix (verbeteringen munitiedomein)

 

‒ 3.800

‒ 7.500

‒ 7.500

‒ 7.500

‒ 7.500

COVID-19 middelen

10.000

     

Stand ontwerpbegroting 2021

41.322

51.629

65.500

62.930

65.221

101.948

7.3 Bijlage moties en toezeggingen

Tabel 54 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Omschrijving

Vindplaats + bronnummer

Stand van zaken (juli 2020)

Belhaj c.s.: over de Kamer te informeren over de lessen die geleerd kunnen worden over toekomstige locatiekeuzes van Defensievastgoed.

Plenaire behandeling voorgenomen verhuizing marinierskazerne in Doorn 20-2-2020

33358, nr. 22

In behandeling

 

Gewijzigde motie van de leden Belhaj en Voordewind over een vrijwillige schadevergoeding voor de nabestaanden (t.v.v. 27925, nr. 668)

Plenair debat transparantie burgerslachtoffers 5-11-2019

27925, nr. 671

In behandeling

 

Belhaj c.s.: over onderzoek naar burgerslachtoffers in Hawija in verband met de vergoeding (27925, nr. 678)

Plenair debat transparantie burgerslachtoffers 27-11-2019

27925, nr. 678

In behandeling

 

Gewijzigde motie van het lid Diks over onderzoeken van incidenten bij militaire inzet in coalitieverband (t.v.v. 35363, nr. 3)

Plenair debat transparantie burgerslachtoffers 19-12-2019

35363, nr. 4

In behandeling

 

Kerstens over de randvoorwaarden van een nieuw functie- en beloningsgebouw tot stand brengen en zo bij te dragen aan de aantrekkelijkheid van Defensie als werkgever

VAO Personeel 19-12-2019

35300, nr. 50

In behandeling

 

Stoffer: over prioriteit geven aan een zo spoedig mogelijke implementatie van GrIT

Plenaire behandeling begroting 2020, 7-11-2019

35300, nr. 39

In behandeling

 

​Kerstens: over efficiente verbetermaatregelen voor de KMA

Plenaire behandeling begroting 2020, 7-11-2020

35300, nr. 33

Afgedaan

Uitkomst van de taskforce NLDA gemeld in aanbiedingsbrief p-rapportage op 20 mei 2020, kenmerk, 35300 X nr. 65

Helvert c.s.: over gebruikmaken van rijksbreed beschikbaar gestelde middelen voor klimaatdoelen

Plenaire behandeling begroting 2020, 7-11-2021

35300, nr. 26

In behandeling

 

​De Roon: over zelfstandig beslissen over aanbesteden van Defensieprojecten

Plenaire behandeling begroting 2020, 7-11-2022

35300, nr. 19

In behandeling

 

Belhaj: verzoekt de regering, na één jaar het functioneren van de IVD, het MID en de COID te evalueren, het personeel (burgers en militairen) te betrekken bij deze evaluatie en de onderzoeksopzet van de evaluatie vooraf aan de kamer voor te leggen.

VAO Veiligheid en integriteit 7-2-2019

35000, nr. 89

In behandeling

 

Belhaj: draagt de regering op de Tweede Kamer eerst te informeren over alle financiële implicaties en nut en noodzaak van het voornemen tot de heroverweging van het Marine Etablissement Amsterdam alvorens stappen worden gezet met betrekking tot de heroverweging.

Begrotings-behandeling 21-11-2018

35000, nr. 58

In behandeling

 

Bruins Slot: verzoekt de regering, de Defensie Cyber Strategie te verbreden met de inzet van cybersoldaten om Nederland te beschermen als cyberaanvallen in de ruimte dreigen de samenleving te ontwrichten, en de Kamer daarover te informeren.

Begrotings-behandeling 21-11-2019

35000, nr. 52

In behandeling

 

Van Dijk: verzoekt de regering de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer betreffende de administratie van de munitieopslag over te nemen, en onderzoek te doen of dit probleem ook speelt bij de administratie van de voorraad van explosieven.

WGO Jaarverslag 20-6-2018

34950, nr. 9

In behandeling

 

Kerstens: verzoekt het kabinet in het kader van bedoelde zorgvuldigheid in overleg met betrokkenen zoals hiervoor genoemd te bezien op welke wijze tot een gedragen besluit kan worden gekomen en de Kamer hierover te informeren.

Plenair debat luchthavenbesluit 5-7-2018

34932, nr. 9

In behandeling

 

Van Raan en Kerstens: Verzoekt de regering de militaire luchthavens nadrukkelijk aan te sporen zich op te stellen als goede buur.

Plenair debat luchthavenbesluit 5-7-2019

34932, nr. 6

In behandeling

 

Stoffer: constaterende dat tijdens de NAVO-top in Wales in 2014 is afgesproken dat het Nederlandse Defensiebudget wordt verhoogd richting 2% van het bbp in 2024; overwegende dat de Defensienota hoofdzakelijk ingaat op de versterking van de krijgsmacht tijdens deze kabinetsperiode, maar onduidelijk is over de periode 2020–2024; verzoekt de regering, conform de NAVO-norm en in lijn met de aange-nomen motie-Dijkgraaf over langjarige financieringssystematiek (34 775 X, nr. 57), prioriteit te geven aan een spoedige uitwerking van een perspectief op Defensie na 2020.

NO Defensienota 28-5-2018

34919, nr. 17

In behandeling

 

Sienot, Bosman, Belhaj, Diks en Bruins Slot verzoekt de regering, met een plan van aanpak te komen waarin de gouden driehoek een essentiële rol heeft om tot energiereductie te komen, en aan te geven welke middelen voor de realisatie van de Operationele Energiestrategie beschikbaar zijn.

NO Energiestrategie 10-9-2018

34895, nr. 5

Afgedaan

Plan van aanpak Energietransitie Defensie 16-7-2020 (2020Z14106)

Sienot, Bosman, Belhaj, Diks en Bruins Slot: verzoekt de regering om, duurzaamheid onderdeel te laten zijn van de behoeftestelling voor materieelprojecten; verzoekt de regering tevens, te onderzoeken welke effecten het opnemen van de life cycle cost als uitgangspunt heeft voor de materieelspecificaties van een aanbesteding, en de Kamer hierover te informeren.

NO Energiestrategie 10-9-2018

34895, nr. 4

Afgedaan

Plan van aanpak Energietransitie Defensie 16-7-2020 (2020Z14106)

Diks: verzoekt de regering, tijdelijke ontheffingen vanwege operationele noodzaak voortaan altijd te laten vergezellen door een formeel vastgelegde schriftelijke verslaglegging van de uitgevoerde veiligheidschecks waaruit blijkt dat de munitie gedurende deze periode veilig kan worden gebruikt, en na het verstrijken van de tijdelijke ontheffing de typeclassificatie alsnog zo spoedig mogelijk uit te voeren.

AO Veiligheid en integriteit 16-5-2018

34775, nr. 132

In behandeling

 

Van Dijk: verzoekt de regering, alle mogelijke middelen in te zetten om het beantwoorden van de schuldvraag mogelijk te maken en daaraan consequenties te verbinden.

VAO Veiligheid en integriteit 16-5-2018

34775, nr. 112

In behandeling

 

Belhaj: verzoekt de regering, na het voltooien van het strafrechtelijk onderzoek door het OM, onderzoek te doen naar de mogelijkheid om tot (aanvullende) interne disciplinaire maatregelen over te gaan indien er op enig moment sprake is geweest van nalatig en/of verwijtbaar handelen.

VAO Veiligheid en integriteit 16-5-2019

34775, nr. 109

In behandeling

 

De Roon: over het plaatsen van langeafstandkruisraketten op nieuwe fregatten.

Begrotings-behandeling 17-11-2016

34550, nr. 34

In behandeling

 

Kerstens c.s. over ook andere wetenschappelijke instituten betrekken bij het onderzoek naar de gezondheidseffecten van cumulatieve straling

VAO Radarstation Herwijnen 11-9-2019

31936, nr. 656

In behandeling

 

Diks en Kerstens over het monitoren van mogelijke gezondheidsgevolgen voor het Defensiepersoneel

VAO Radarstation Herwijnen 11-9-2020

31936, nr. 654

In behandeling

 

Belhaj: verzoekt de regering, om de nota Defensie Industrie Strategie en de Innovatiestrategie Defensie aan te vullen met voorstellen die volgen uit het plan van aanpak Defensie Operationele Energiestrategie.

NO DIS 18-2-2019

31125, nr. 98

In behandeling

 

Bruins Slot: verzoekt de regering, de Kamer tijdig te informeren als het programma GrIT duurder wordt dan de initiële reservering dan wel dat de functionaliteit wordt verminderd of het niveau van IT-dienstverlening naar beneden wordt gesteld, omdat het maximum van de reservering bereikt is.Nav discussie nu wel weer relevant.

VAO IT 19-6-2018

31125, nr. 87

In behandeling

 

​Diks en Stoffer: verzoekt de regering, met de ministeries van Defensie, van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een landelijke campagne te ontwikkelen die leidt tot bredere bewustwording en eerdere herkenning in de samenleving van de symptomen en kenmerken van PTSS en hoe hiermee om te gaan.

Notaoverleg Veteranenbeleid 24-6-2019

30139, nr. 216

In behandeling

 

verzoekt de regering, de problemen met de informatievoorziening en ICT bij Defensie binnen het nu gereserveerde budget op te lossen en indien dit niet mogelijk is geen extra geld uit te trekken zonder de Kamer daarover vooraf te informeren

VAO Informatievoorziening en ICT bij Defensie 18-12-2014

31125, nr. 48

In behandeling

 

Voordewind: verzoekt de regering te wachten met de bouw van de radar tot het ALS-onderzoek er is.

AO Vastgoed 11-6-2020

34919, nr. 60

In behandeling

 

Van den Nieuwenhuijzen cs Over het al dan niet uitbreiden van de medische staf en het verwerven van voorraden medische goederen.

VAO Personeel 30-6-2020

35300, nr. 76

In behandeling

Volgt in de defensievisie

Kerstens en cs: over de aanwending van de onderbesteding van Veteranendag.

VAO Personeel 30-6-2021

35300, nr. 79

In behandeling

 

Bosman cs: onafhankelijk onderzoek vervroegd uittreden militairen en RVU-heffing.

VAO Personeel 30-6-2022

35300, nr. 80

In behandeling

 

Diks cs: over het versterken van de bindingsracht van de provincie Zeeland voor jongeren.

Plenaire behandeling voorgenomen verhuizing marinierskazerne in Doorn 20-2-2020

33358, nr. 16

Afgedaan in Kamerstuk 33358, nr. 28

 

Helvert c.s.: over het niet los van elkaar definitief nemen van de twee voorgenomen besluiten over de Marinierskazerne.

Plenaire behandeling voorgenomen verhuizing marinierskazerne in Doorn 20-2-2021

33358, nr. 19

Afgedaan in Kamerstuk 33358, nr. 28

 

Voordewind c.s.: over elementen in het compensatiepakket voor Zeeland.

Plenaire behandeling voorgenomen verhuizing marinierskazerne in Doorn 20-2-2022

33358, nr. 21

Afgedaan in Kamerstuk 33358, nr. 28

 

Bosman c.s.: over een ruimhartuige compensatie voor Zeeland.

Plenaire behandeling voorgenomen verhuizing marinierskazerne in Doorn 20-2-2023

33358, nr. 23

Afgedaan in Kamerstuk 33358, nr. 28

 

Belhaj: over maximale transparantie over burgerslachtoffers bij luchtaanvallen.

Plenair debat transparantie burgerslachtoffers 5-11-2019

27915, nr. 669

Afgedaan

 

Belhaj en Voordewind: over advies van een externe commissie over informatievoorziening aan de Tweede Kamer betreffende militaire missies en omgang met geclassificeerde informatie.

Plenair debat transparantie burgerslachtoffers 14-5-2020

27925, nr. 713

Afgedaan

 

Belhaj: over de Onderzoeksraad voor Veiligheid verzoeken onderzoek in te stellen naar de luchtaanval op Hawija.

Plenair debat transparantie burgerslachtoffers 14-5-2021

27925, nr. 714

Afgedaan

 

Stoffer c.s. over investeren in verbeterde samenwerking op informatie- en inlichtingenvlak met bondgenoten en in gedegen eigenstandige inlichtingenvergaring.

Plenair debat transparantie burgerslachtoffers 14-5-2022

27925, nr. 718

Afgedaan

 

Voordewind en Belhaj: over het direct informeren van het OM door het ministerie van Defensie bij burgerslachtoffers of een vermoeden daarvan.

Plenair debat transparantie burgerslachtoffers 14-5-2023

27925, nr. 719

Afgedaan

 

Voordewind c.s.: over actief vragen naar relevante informatie omtrent het risico op burgerslachtoffers door Nederlandse red card holders.

Plenair debat transparantie burgerslachtoffers 14-5-2024

27925, nr. 720

Afgedaan

 

​Kerstens: over veteranenontmoetingscentra.

Plenaire behandeling begroting 2020 7-11-2019

35300, nr. 36

Afgedaan

 

Van Helvert c.s.: constaterende dat op de aanstaande NAVO-top op 3 en 4 december in Londen de voortgang in kaart gebracht wordt van de implementatie van de nationale plannen;constaterende dat de regering bij het door Nederland ingediende nationaal plan de intentie heeft uitgesproken om structureel te investeren in een aantal prioritaire capaciteiten;overwegende dat Nederland met de extra middelen uit de Voorjaarsnota 2019 slechts gedeeltelijk of helemaal geen invulling geeft aan het eigen nationaal plan op het gebied van F-35 jachtvliegtuigen, alsmede vuurkracht op land en zee;verzoekt de regering, nog in deze kabinetsperiode verder invulling te geven aan het nationaal plan bij de NAVO.

Plenaire behandeling begroting 2020 7-11-2020

35300, nr. 27

Afgedaan

 

Belhaj: over de mogelijkheid om in twee veteranenontmoetingscentra hulpverlening te bieden.

WGO P+M 30-10-2019

35300, nr. 11

Afgedaan

 

Sjoerdsma c.s.: over onderzoek naar optimale vormgeving van de Europese veiligheidsarchitectuur.

NO Europees leger 23-9-2019

35189, nr. 7

Afgedaan

 

Belhaj en Bosman: verzoekt de regering, op korte termijn de mogelijkheden te verkennen voor het initiatief van een PESCO-project om te komen tot een gezamenlijke Europese Urban Warfare-trainingsfaciliteit ten behoeve van het gezamenlijk opleiden en trainen van militairen.

Plenaire behandeling begroting 2020, 21-11-2018

35000, nr. 57

Afgedaan

 

Diks: verzoekt de regering, het contact vanuit Defensie jegens nabestaanden van omgekomen militairen op een meer empathische en ruimhartige manier te organiseren dan nu het geval is, en de Kamer te informeren over de voorgenomen verbeteringen.

VAO Veiligheid en integriteit 16-5-2018

34775, nr. 114

Afgedaan

 

Belhaj: verzoekt de regering, de inspecteur-generaal Veiligheid de Kamer jaarlijks te laten informeren middels een jaarverslag.

VAO Veiligheid en integriteit 16-5-2019

34775, nr. 111

Afgedaan. Het jaarverslag IVD is aangeboden op 20 mei 2020, kenmerk35300, nr.69

 

Belhaj: over het versneld aantrekken van cyberreservisten.

Plenaire behandeling begroting 2020, 17-11-2016

34550, nr. 35

Afgedaan

 

Eijsink c.s.: over de positie van militair personeel in wet- en regelgeving.

Plenaire behandeling begroting 2020, 17-11-2017

34550, nr. 32

Afgedaan

 

Kerstens en Karabulut: verzoekt het kabinet op zo kort mogelijke termijn met vertegenwoordigers van desbetreffende medewerkers in overleg te treden omtrent bovenbedoelde, en bijvoorbeeld in een sociaal plan of sociaal statuut neer te leggen, regelingen.

VAO Materieel 5-7-2018

27830, nr. 256

Afgedaan

 
Tabel 55 Door bewindslieden gedane toezeggingen

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats + bronnummer

Stand van zaken (juli 2020)

De Minister van Defensie zegt toe te investeren in de verbetering van het politieke bewustzijn en de informatievoorziening op het bestuursdepartement van Defensie.

Plenair debat Burgerslachtoffers Hawija 27-11-2019

Plenaire verslag (stenogram)

In behandeling

De Kamer wordt bij toekomstige oepraties/missies voortaan geinformeerd over de mogelijke gevolgen van de betreffende missie voor de personeelscapaciteit bij de (ondersteunende) onderdelen van de Krijgsmacht.

AO Personeel 27-5-2014

33750, nr. 69

In behandeling

In de toekomst zal de minister van Defensie in artikel-100 brieven en stand van zaken-brieven, wanneer van toepassing, ingaan op civiele dienstverlening tijdens uitzendingen.

AO civiele dienstverlening 23-10-2008

31700, nr. 58

In behandeling

Bij toekomstige missies wordt vooraf duidelijk gemaakt hoe de voortgang van de missie zal worden gemeten en in de artikel 100-brieven wordt standaard een paragraaf opgenomen waarin de aandachtspunten en risico's worden benoemd, en de maatregelen die we willen nemen om die te beperken.

Plenair debat over misleiding VS t.a.v. de oorlog in Afghanistan 6-2-2020

Plenaire verslag (stenogram)

In behandeling

De inzet van de minister is om de toekomstige geannoteerde agenda's en verslagen van NAVO-bijeenkomsten te verbeteren qua informatie over inhoud van de agendapunten en het Nederlandse standpunt.

AO NAVO Defensie ministeriele 18-2-2014

28676, nr. 200

Laatst gerapporteerd in 28676, nr. 320

De minister van Defensie neemt voortaan bij artikel-100 brieven op wat de materiële gereedheid is alsmede de gevolgend aarvan voor de operationele gereedheid, inclusief de financiële aspecten daarvan.

WGO Jaarverslag en Slotwet 2014 17-6-2015

34200, nr. 15

Laatst gerapporteerd in 35200, nr. 1

De minister van Defensie zegt toe in de volgende evaluaties het aantal militairen en het aantal missies te vermelden.

AO Evaluatie Militaire Operaties 13-9-2017

29521, nr. 350

laatst gerapporteerd in mei 2020: 29521, nr. 409

De minister van Defensie zegt toe in de komende voortgangsrapportages en evaluaties van militaire missies nader in te zullen gaan op de effecten van lopende missies op de gereedheid van de Defensie-organisatie in brede zin.

AO Evaluatie Militaire Operaties 27-6-2018

29521, nr. 366

laatst gerapporteerd in mei 2020: 29521, nr. 409

De minister informeert de Kamer over de gevolgen van de nieuwe commandostructuur van de NAVO voor het Joint Forces Command in Brunssum.

AO NAVO Defensie ministeriele 31-10-2017

28676, nr. 279

In behandeling

De minister informeert de Kamer over de financiële en personele consequenties van de NAVO commandostructuur vóór de NAVO Defensie Ministeriële van juni 2018.

AO NAVO Defensie ministeriele 8-2-2018

28676, nr. 284

In behandeling

De minister onderzoekt of zij de SG aanwijzing inzake speciale operaties aan de Kamer kan sturen. Indien dit mogelijk is, wordt deze aanwijzing aan de Kamer toegezonden.

AO MIVD 3-7-2019

29924, nr. 187

In behandeling

De ministers van Defensie en buitenlandse Zaken zeggen toe het gender-aspect, daar waar relevant, bij missies mee te nemen in een volgende evaluatie.

AO kleine operaties 26-11-2014

29521, nr. 282

In behandeling

Niet in de geannoteerde agenda’s, maar in de verslagen van de EU Defensieraden informeert de minister van Defensie de Kamer voortaan over de voortgang en stand van zaken van de Europese Defensiesamenwerking.

AO RBZ Defensie 3-4-2020

21501-28, nr. 200

In behandeling

In algemene zin is toegezegd dat de minister er alles aan zal doen om van deze situatie te leren.

Plenair debat transparantie burgerslachtoffers 5-11-2019

Plenaire verslag (stenogram)

In behandeling

N.a.v. verzoek Stoffer (SGP)De minister gaat na of er d.m.v. nader onderzoek nog andere zaken naar boven komen.

Plenair debat transparantie burgerslachtoffers 5-11-2019

Plenaire verslag (stenogram)

Betrokken bij motie-Belhaj 27925, nr. 678

N.a.v. verzoek Stoffer (SGP)De Minister van Defensie zegt toe te investeren in de verbetering van het politieke bewustzijn en de informatievoorziening op het bestuursdepartement van Defensie.

Plenair debat Burgerslachtoffers Hawija 27-11-2019

Plenaire verslag (stenogram)

In behandeling

De Minister zegt toe onderzoek te doen hoe Nederland een stap kan zetten naar vrijwillige vergoeding en wat gedaan kan worden naar de gemeenschap.

Plenair debat Burgerslachtoffers Hawija 27-11-2019

Plenaire verslag (stenogram)

Betrokken bij motie 27925, nr. 671 en 27925, nr. 678

De minister zegde toe dat zij een onderzoek zal (laten) uitvoeren naar de haalbaarheid en wenselijkheid van het openstellen van de Nederlandse krijgsmacht voor EU burgers

Nota Overleg Krijgsmacht van en voor Europeanen

35189, nr. 9

In behandeling

De minister zegt toe de Kamer te informeren over alle stappen die worden gezet op het gebied van militaire mobiliteit, inclusief de uitkomsten van de interdepartementale inventarisatie naar de fysieke, procedurele en juridische knelpunten op het gebied van militaire mobiliteit.

AO EU RBZ 25-4-2018

21501, nr. 28 en 21501, nr. 174

In behandeling

De staatssecretaris zendt de definitieve business case (vertrouwelijk) aan de Kamer, vóór de ondertekening van de overeenkomst met een leverancier.

AO GRIT 13-6-2018

31125, nr. 89

In behandeling

Staatssecretaris van Defensie zegt toe de twee scenario’s na uitwerking (op zijn vroegst begin 2020) aan de Kamer te zullen toesturen, inclusief een schets van de belangrijkste risico’s (waaronder langer doorgaan met het huidige systeem).

AO IT 4-9-2019

31125, nr. 107

In behandeling

Defensie informeert de Kamer op reguliere momenten, bijvoorbeeld in het kader van het jaarverslag, over de invulling van de motie Van Helvert m.b.t. inzet klimaatgelden voor verduurzaming Defensievastgoed.

AO Vastgoed 26-11-2019

34919, nr. 49

In behandeling

De staatssecretaris van Defensie zendt het plan van aanpak Operationele Energiestrategie vóór 1 juni 2020 aan de Kamer.

AO Materiaal Defensie en Project Verwerving F35 4-2-2020

27830, nr. 302

Afgedaan in Plan van aanpak Energietransitie Defensie 16-7-2020 (2020Z14106)

De minister zal in de volgende Materieelprojectenoverzichten nadere toelichting geven op de keuzes die voor bepaalde  materieelprojecten gemaakt zijn. Daarbij wordt ingegaan op de overwegingen en de mogelijke gevolgen voor andere materieelprojecten. Dit met als voorbeeld dit jaar om de MALE UAV voor aantal jaar uit te stellen.

WGO Materieel 2-11-2015

34300, nr. 68

Laatst gerapporteerd in 27830, nr. 292

De Staatssecretaris van Defensie zegt toe de Kamer bij de begrotingen en bij de verantwoordingsstukken te zullen informeren over de experimenten en ervaringen m.b.t. innovatief partnerschap.

Notaoverleg Defensie Industrie Strategie 18-2-2019

31125, nr. 102

Laatst gerapporteerd in mei 2019: 35000 X, nr. 136

In het voorjaar van 2019 ontvangt de Kamer het gevraagde concrete plan van aanpak in het kader van de verduurzamingsstrategie van Defensie.

AO Defensie energiestrategie 10-9-2018

34895, nr. 8

Afgedaan in Plan van aanpak Energietransitie Defensie 16-7-2020 (2020Z14106)

De Staatssecretaris zegt toe de Kamer te betrekken bij de herziening van het DMP.

AO Materieel 25-4-2019

27830, nr. 285

In behandeling

De Staatssecretaris zegt toe verduurzaming richting 2030 en 2050 inzichtelijk te maken, welke financiele kosten hiermee gemoeied zijn en zal de Kamer informeren.

Defensie Begrotingsbehandeling 7-11-2019

Plenaire verslag (stenogram)

Afgedaan in Plan van aanpak Energietransitie Defensie 16-7-2020 (2020Z14106)

De minister zendt een overzicht naar aanleiding van de inventarisatie van grensoverschrijdende militaire mobiliteit aan de Kamer en zij zal de datum waarop deze toezending zal geschieden zo spoedig mogelijk aan de Kamer meedelen.

AO NAVO Defensie ministeriele 8-2-2018

28676, nr. 284

In behandeling

De minister van Defensie zegt toe in de komende Veteranennota meer in te zullen gaan op de langere termijn, en dit tweejaarlijks te zullen herhalen. (Start 2019).

Notaoverleg Veteranen 26-6-2018

30139, nr. 201

Laatst gerapporteerd in juni 2019. Kamerstuknummer: 30139, nr. 220

De minister verwerkt de rapportage over de voortgang in de zorg in de volgende Veteranennota.

Notaoverleg Veteranenbeleid 24-6-2019

30139, nr. 220

In behandeling

De minister zendt de validatie van het onderzoek naar burn pits zo spoedig mogelijk aan de Kamer.

AO Personeel 11-9-2019

35300, nr. 6

Afgedaan met 35300, nr. 59

De kosten voor nazorg zullen ook worden meegenomen in de evaluaties van missies.

AO Personeel 25-3-2009

31700, nr. 58

In behandeling

De staatssecretaris neemt het verschil in beloning tussen KMar en Politie mee in het onderzoek van de herziening van het functiegebouw.

Begrotingsbehandeling Defensie 7-11-2019

Plenaire verslag (stenogram)

In behandeling

De minister van Defensie zal de Kamer informeren over de gevolgen voor de nationaliteit van de actief dienende militair, die recent is vertrokken naar Syrië en zich waarschijnlijk heeft aangesloten bij ISIS (betreft vraagstuk van statelijke/niet-statelijke actoren) zodra de vertrouwelijkheid zich daartegen niet meer verzet.

AO MIVD 9-9-2015

29924, nr. 135

In behandeling

Uiterlijk bij de vaststelling van het voorlopig ontwerp inzake de co-locatie voor de MIVD en AIVD informeert de minister de Kamer over de voortgang van dit project. Daarin geeft zij ook aan welke mogelijkheden tot versnelling  er zijn.

AO MIVD 3-7-2019

29924, nr. 287

In behandeling

De minister informeert de Kamer dit jaar over het onderzoek inzake vitale infrastructuur. Dit i.r.t. de Cyber strategie.

AO verzamel AO 16-1-2019

35000, nr. 87

In behandeling

De minister stuurt de afgeronde onderzoeken van het RZO meteen naar de Kamer (en niet 1x per jaar).

Notaoverleg Veteranen 20-6-2016

30139, nr. 164

Laatst gerapporteerd in 30139, nr. 185

Zie bijlage met overzicht te zenden brieven.

Kamerbrief Jaarplanning Defensie 2020, 20-12-2019

35300, nr. 52

35300, nr. 52

Defensie brengt de komende periode in kaart of en op welke wijze het opnemen van de relevante personele uitgaven vorm zou kunnen krijgen. De Kamers worden hierover in de eerste begroting van het DMF nader geïnformeerd.

Brief Minister van Defensie met beantwoording vragen Vaste Commissie voor Defensie 14-11-2019

35280, nr. 5

In behandeling

De ontwikkeling van de prijzen voor exploitatie en investeringen zal ik – conform de aanbeveling van het CBS – ook de komende jaren blijven volgen. In het jaarverslag en de begroting zal ik u hierover informeren.

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG 3-2-2020

35280, nr. 7

In behandeling

Over de wijze waarop de Kamer nader geïnformeerd kan worden over instandhouding ten aanzien van vastgoed, kom ik graag terug in de eerste begroting van het DMF.

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG 3-2-2020

35280, nr. 7

In behandeling

De staatssecretaris informeert de Kamer over de conclusies van de GGD inzake oorzaken ALS zodra deze beschikbaar zijn

Notaoverleg Vastgoed 11-6-2020

34919, nr. 66

Afgedaan Kamerbrief Project Militair Radarstaion Herwijnen 2020

De staatssecretaris zal de twee gemeenten waarbinnen alternatieve locaties voor de radar in beeld zijn, formeel aanschrijven om hun zienswijze hierop te vragen.

Notaoverleg Vastgoed 11-6-2020

34919, nr. 66

Afgedaan Kamerbrief Project Militair Radarstaion Herwijnen 2020

De staatssecretaris biedt de commissie een technische briefing aan om gedetailleerde vragen toe te lichten over het dossier Herwijnen. Kamerlid Karabulut heeft hierbij aangegeven dat ze graag een hoorzitting wil i.p.v. een technische briefing.

Notaoverleg Vastgoed 11-6-2020

34919, nr. 66

Afgedaan Kamerbrief Project Militair Radarstaion Herwijnen 2020

Minister informeert de Kamer in het derde kwartaal (schriftelijk) over de geleerde lessen mbt COVID-19 en Defensie.

AO Personeel 18-6-2020

35300, nr. 86

In behandeling

Staatssecretaris informeert Kamer (schriftelijk) over nader onderzoek van de paritaire commissie dat voor het eind van het jaar (2020) wordt afgerond.

AO Personeel 18-6-2020

35300, nr. 86

In behandeling

Staatssecretaris infomreert de kamer over resterende punten wat betreft AOW-gat en RVU boetes. De Staatssecretaris zegt toe het gesprek aan te willen gaan met de Kamer over andere zaken die nog spelen.

AO Personeel 18-6-2020

35300, nr. 86

Laatst gerapporteerd in 35300 X nr. 62

Minister doet het verslag van de IVD in juni 2020 toekomen aan de Kamer.

AO Personeel 18-6-2020

35300, nr. 86

In behandeling

Staatssecretaris zegt toe om in een korte Kamerbrief een update te geven van het andere onderzoek (van de paritaire commissie). Waarbij we aangeven hoeveel enquêtes er zijn ingevuld en hoe dat wordt meegenomen door de paritaire commissie. Hierbij wordt aangegeven hoe dat onderzoek eruitziet en de Kamer inzicht gegeven in hoeverre de enquêtes zijn ingevuld, door hoeveel mensen en van welke krijgsmachtonderdelen.

AO Personeel 18-6-2026

35300, nr. 86

Afgedaan 35300 nr. 85

Tijdens het opwerktraject van missies zal nadrukkelijk worden stilgestaan bij het belang van transparant rapporteren.

Plenair debat over misleiding VS tav de oorlog in Afghanistan 6-2-2020

Plenaire verslag (stenogram)

Afgedaan

N.a.v. verzoek Kerstens (PvdA)De minister stuur een brief die nader op het nieuwe transparantiebeleid ingaat. (met daarin een reactie op de overige voorstellen van enkele Kamerleden m.b.t. meer transparantie inzake mogelijke burgerslachtoffers bij luchtaanvallen.)

Plenair debat transparantie burgerslachtoffers 5-11-19

Plenaire verslag (stenogram)

Afgedaan27925, nr. 673

N.a.v. verzoek Diks (GL)De minister zal kijken of er een korte brief kan komen over de aannemelijkheid.

Plenair debat transparantie burgerslachtoffers 5-11-20

Plenaire verslag (stenogram)

Afgedaan27925, nr. 673

N.a.v. verzoek Van Helder (CDA) en Belhaj (D66)Minister zegt toe de praktische afspraken te maken en op te pakken met de Kamercommissie.

Plenair debat Burgerslachtoffers Hawija 27-11-2019

Plenaire verslag (stenogram)

Afgedaan 27925, nr. 723

Minister zegt toe CDS te vragen contact op te nemen met CENTCOM en zelf officiele informatie te vragen.

Plenair debat Burgerslachtoffers Hawija 19-12-2019

Plenaire verslag (stenogram)

Afgedaan

De minister zegt toe de Kamer te informeren over nieuwe ontwikkelingen in het UAV-project, indien deze zich voordoen.

AO Drones/UAV 5-2-2014

30806, nr. 22

Laatst gerapporteerd in 27830-206

De Kamer ontvangt bij de begroting jaarlijks inzicht in de effecten van het wel/niet toekennen van prijscompensatie door minister van Financiën.

WGO Materieel 2-11-2015

34300, nr. 68

Laatst gerapporteerd met 34775, nr.2

Defensie informeert de Kamer in het voorjaar over de evaluatie van de relatie tussen Defensie en het RVB.

AO vastgoed 26-11-2019

34919, nr. 49

Afgedaan 34919, nr. 55

De Kamer ontvangt de validatie van het SVP in het eerste kwartaal van 2020.

Defensie Begrotingsbehandeling

Plenaire verslag (stenogram)

Afgedaan 34919, nr. 56

De kamer wordt bij toekomstige aanschaf van meer F-35 toestellen opnieuw vooraf geinformeerd, echter niet meer met een DMP-brief.

AO vervanging F-16, 26-2-2015

26488, nr. 302

Laatst gerapporteerd in 28676 nr.308

De staatssecretaris onderzoekt, in overleg met de minister van BZK en de reservistenvakbonden, welke beperkingen er bestaan in het ARAR en  informeert de Kamer hierover vóór het zomerreces.

Notaoverleg ambitieus reservistenbeleid 11-2-2019

2019D05764

Afgedaan

Het kabinet onderzoekt momenteel op welke manier de schokbestendigheid van de Defensiebegroting tegen valutaschommelingen kan worden vergroot.

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG 3-2-2020

35280, nr. 7

Afgedaan 35280, nr. 7

De Staatssecretaris zendt het HR-model, de te nemen stappen en het ontwikkelpad inzake personele vulling aan de Kamer.

Wetgevingsoverleg Personeel Materieel 30-10-2019

35300, nr. 47

Afgedaan 35300, nr. 54

De Staatssecretaris informeert de Kamer over de lopende pilots inzake cyber.

AO Personeel 11-9-2019

35300, nr. 6

Afgedaan 35300, nr. 12

De Staatssecretaris onderzoekt de voordelen van het invoeren van een dienstslachtofferpas voor mensen die bij Defensie ziek zijn geworden door het werken met chroom-6 en doet hiervan melding aan de Kamer.

AO Personeel 11-9-2019

35300, nr. 6

Afgedaan 35300, nr. 60

De Staatssecretaris zendt de dit najaar te verwachten resultaten van het aanvullende RIVM-onderzoek naar de vraag of preventief onderzoek mogelijk is, het onderzoek naar de gevolgen van het gebruik van CARC en het epidemologisch onderzoek aan de Kamer.

AO Personeel 11-9-2019

35300, nr. 6

Afgedaan 35300, nr. 63

De Staatssecretaris meldt de Kamer of het WHO-aspect kan worden betrokken bij het stralingsonderzoek.

AO Project militair radarstation Herwijnen 4-9-2019

31936, nr. 662

Afgedaan 31936, nr. 718

De Staatssecretaris zendt de Kamer een onderbouwing van de reden(en) waarom de huidige locatie van het radarstation, Nieuw-Milligen, ongeschikt zou zijn.

AO Project militair radarstation Herwijnen 4-9-2019

31936, nr. 662

Afgedaan 31936, nr. 718

De Staatssecretaris informeert de Kamer bij het volgende Materieel Projectenoverzicht over de inrichting van een evaluatie van internationale aanschaftrajecten van materieel.

AO Materieel 25-4-2019

27830, nr 285

In behandeling

De Staatssecretaris laat de Kamer bij de B-brief weten in welk jaar de onderzeeboten kunnen worden opgeleverd.

AO Materieel 25-4-2019

27830, nr 285

Afgedaan 34225, nr 24

7.4 Bijlage subsidieoverzicht

De subsidies worden verleend aan instellingen die voor Defensie een toegevoegde waarde hebben. Verder zijn de subsidie beschikkingen die Defensie verstrekt alleen bedoeld voor de specifieke subsidieaanvrager en berusten niet op wettelijk voorschrift, anders dan gelegen in de begroting en de regeling defensiesubsidies (http://wetten.overheid.nl/BWBR0013110/).

In 2017 is er het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) ‘Subsidies, robuust en proportioneel’ uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een aantal aanbevelingen. Vanaf 2019 publiceert Defensie daarom de, vanaf dat moment uitgevoerde, subsidie-evaluaties op www.rijksbegroting.nl.

De subsidies worden jaarlijks bij Defensie aangevraagd, door Defensie bezien en op risico’s beoordeeld. De grootte en eventuele risico’s zijn medebepalend voor het controle arrangement, waaronder de subsidie valt. De subsidies worden elke vijf jaar apart geëvalueerd. Tijdens de evaluatie wordt het gezamenlijk belang heroverwogen, waarna afhankelijk van de uitkomst, kan worden besloten tot afbouw van de subsidierelatie.

Tabel 56 Subsidies (bedragen x 1.000 euro)

Naam

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Laatste evaluatie

Volgende evaluatie

Einddatum

Stichting Nederlandse Veteranendag (NLVD)1

2.6582

2.758

2.733

2.733

  

2017

2022

2022

Nationaal Comité Herdenking Capitulatie 1945 Wageningen

25

25

    

2013

20203

2020

Stichting Veteranen Platform (VP)1

335

304

335

335

  

2017

2022

2022

Stichting Veteraneninstituut (Svi)1

6.6112

7.0392

6.057

6.057

  

2017

2022

2022

Stichting Koninklijke Defensiemusea

16.300

16.550

16.550

16.550

16.550

16.550

2019

2024

20244

Stichting Nationale Taptoe

276

276

276

276

  

2017

2022

2022

Stichting de Basis1

4.3952

3.891

3.891

3.891

  

2017

2022

2022

Universiteit van Amsterdam

74

74

74

74

  

2017

2022

2022

Stichting Maritiem Kenniscentrum

23

28

28

28

  

2017

2022

2022

Stichting Phantasy in Blue

 

25

25

25

  

2017

2022

2022

Stichting Historische Vlucht

110

111

111

111

  

2017

2022

2022

SWoon NLDA

10

15

22

22

  

2017

2022

2022

ASL BISL Foundation

 

40

40

40

  

2017

2022

2022

Stichting Power of Freedom, Invictus Games

150

5.000

    

n.v.t.

2022

2022

Stichting monument Nagasaki

 

25

    

Eenmalige subsidie

Subsidies te verstrekken na evaluatie5

  

25

25

13.592

13.592

Totaal subsidies

30.967

36.161

30.167

30.167

30.142

30.142

X Noot
1

Beoogd is dat deze stichtingen vanaf 1 januari 2021, inclusief bijdrage zorgcoördinatie, gefuseerd zijn tot een enkele stichting. Voor het VP betreft dit een deel van de subsidie.

X Noot
2

De subsidie is tijdelijk verhoogd in verband met het project Governance Uitvoering Veteranenbeleid. De evaluatie van deze tijdelijke subsidie is onderdeel van de vijfjaarlijkse evaluatie van de Svi, NLVD, de Basis en het VP.

X Noot
3

In 2015 zijn concrete afspraken gemaakt tussen Defensie en de Stichting Nationaal Comité Herdenking Capitulaties voor de periode van 2016 - 2020.

X Noot
4

Onderliggende verplichtingen, volgend uit o.a. de publieke-private samenwerking die hierbij van toepassing is, lopen door tot 2040 (Kamerstuk 33 864, nr. 1).

X Noot
5

Wanneer een eventuele verlening nog in afwachting is van een evaluatie wordt het budget onder deze post geplaatst.

7.5 Bijlage toelichting op de Strategische Evaluatie Agenda

Evaluatie Nationale taken

  • 1. Evaluatie FNIK In 2010 is het convenant Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK) in werking getreden. Het FNIK convenant wordt om de vier jaar geëvalueerd op inhoud, het functioneren, de uitvoering en het beschikbare budget.

  • 2. Doorlichting IGO KMAR In 2008 is de KMar gestart met het programma Informatie Gestuurd Optreden (IGO KMar). De beleidsdoorlichting richt zich derhalve op de periode juli 2008 tot december 2020. Hierbij wordt met name onderzocht in hoeverre de beoogde effecten worden gerealiseerd en waar ruimte is voor verbetering.

  • 3. Doorlichting Militaire gezondheidszorg In de beleidsdoorlichting Militaire gezondheidszorg zal naast interne inzet binnen Defensie ook de civiele ondersteuning worden meegenomen waarmee inzicht wordt gegeven in het bredere thema, met name een goede partner voor civiele autoriteiten en maatschappelijke organisaties.

Evaluatie Internationale samenwerkingsverbanden

  • 1. Doorlichting Nederlands-Duitse samenwerking Er bestaat een aantal samenwerkingsverbanden tussen Nederland en Duitsland gericht op de verbetering van interoperabiliteit in het informatiedomein. Een recent voorbeeld hiervan is de in mei jl. door de Nederlandse en Duitse Minister van Defensie ondertekende Letter of Intent, waarin afspraken staan die moeten leiden tot de digitale integratie van Nederlandse en Duitse landmachteenheden. Onderzoek naar (een van) deze samenwerkingsverbanden zal leiden tot meer inzicht in de best practices en doelmatigheid van deze samenwerkingen.

  • 2. Evaluatie Flag Officer Sea Training Het betreft een samenwerkingsverband dat de gereedstelling van zowel de Nederlandse als Britse marine raakt. Door de doeltreffendheid en de doelmatigheid van deze samenwerking te onderzoeken wordt enerzijds de uitvoering van de samenwerking versterkt en dragen we anderzijds bij aan het beter inzichtelijk krijgen van de wijze waarop Defensie een goede partner is voor onze strategische bondgenoten.

Subsidie evaluaties Iedere vijf jaar moet een subsidieverstrekking geëvalueerd worden. Voor 2020 wordt hiervoor een evaluatie uitgevoerd van de subsidie aan het Nationaal comité Herdenking Capitulatie 1945 Wageningen. In 2022 worden tien subsidie evaluaties voorzien. Daarna zou een overkoepelend onderzoek naar subsidieverstrekkingen plaats kunnen vinden.

Evaluatie militaire operaties

  • 1. MINUSMA De Nederlandse bijdrage aan MINUSMA werd op 1 mei 2019 beëindigd. De eindevaluatie van de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA zal door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie, de onafhankelijke evaluatiedienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken, worden uitgevoerd. Wegens de aard van de MINUSMA-bijdrage zal het evaluatieteam van de IOB worden aangevuld met experts die over militaire en inlichtingenervaring beschikken.

  • 2. EMASOH Van eind januari tot eind juni 2020 heeft Nederland deelgenomen aan de European-Led mission Awareness Strait of Hormuz (EMASOH), ter versterking van de maritieme veiligheid in de Golfregio. Deze deelname zal door een onafhankelijke partij worden geëvalueerd.

Overige evaluatie onderzoeken

  • 1. Doorlichting COTS/MOTS Bij de doorlichting van het beleid ‘Verwerving van de plank’, ook wel bekend als Commercial/Military Off The Shelf (COTS/MOTS), wordt onderzocht wat op basis van de uitvoering van het COTS/MOTS-beleid in de onderzoeksperiode aanbevelingen zijn voor het verbeteren van dit beleidskader. De beleidsdoorlichting resulteert in een oordeel over de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid gedurende de onderzoeksperiode en een beschouwing over mogelijke maatregelen om de doelmatigheid en doeltreffendheid verder te verhogen.

  • 2. IBO Vastgoed Defensie In het IBO Vastgoed zal onderzocht worden welke beleidsopties en vormgeving van het vastgoedmanagement helpen, parallel aan de objectgerichte revitalisering, om de komende 5 tot 10 jaar, een doelmatige, toekomstvaste, duurzame en compliant vastgoedportefeuille te realiseren en te houden. In een bijlage bij de Miljoenennota is de taakopdracht met een nadere beschrijving van het onderzoek opgenomen.

  • 3. Initiatief Cybersecurity Voor de Operatie inzicht in kwaliteit heeft Defensie het initiatief Cybersecurity aangedragen. In dit initiatief wordt op basis van een nulmeting, tussentijdse voortgang en een eindevaluatie bepaald wat de bereikte output en outcome is van de ingezette middelen voor cybersecurity uit het Regeerakkoord.

7.6 Bijlage overzicht uitgaven veteranen en uitgaven zorg en nazorg

NazorgAan de Kamer is toegezegd dat in de begroting een overzicht wordt opgenomen van de begrote uitgaven in het kader van het veteranenbeleid. De uitgaven zijn in de begroting verwerkt in verschillende begrotingsartikelen. In het onderstaande overzicht is dit samengebracht.

Tabel 57 Totaaloverzicht van begrote uitgaven voor erkenning en waardering voor veteranen (bedragen x € 1000)

Omschrijving

 

Subsidie Stichting Veteraneninstituut (sVi)1

6.057

Subsidie Stichting Nederlandse Veteranendag (NLVD)1

2.733

Subsidie Vereniging Veteranen Platform (VP) (1)(2)1

2002

Ondersteuning organisatie dag voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers

330

Ondersteunen veteranenzaken voor operationele commando's

776

Totaal

10.096

X Noot
1

Beoogd is dat deze stichtingen vanaf 1 januari 2021, inclusief bijdrage zorgcoördinatie en Maatschappelijke ondersteuning voor veteranen (subsidie Stichting de Basis), gefuseerd zijn tot een enkele stichting.

X Noot
2

Exclusief nuldelijnsondersteuning

Tabel 58 Ondersteunen veteranenzaken door operationele commando's (bedragen x € 1000)

Operationele commando's

 

Koninklijke Marine

334

Koninklijke Landmacht

300

Koninklijke Luchtmacht

102

Koninklijke Marechausse

40

Totaal

776

Uitgaven erkenning en waardering De uitgaven voor erkenning en waardering zijn begroot in niet-beleidsartikel 9 Algemeen en 10 Apparaat Kerndepartement, met uitzondering van de uitgaven voor reüniefaciliteiten die zijn begroot op de beleidsartikelen van de operationele commando’s.

Stichting het Veteraneninstituut (sVi) De Stichting het Veteraneninstituut (sVi) richt zich primair op de directe dienstverlening aan veteranen en hun thuisfront en versterkt daarmee de erkenning en waardering voor veteranen. De Stichting het Veteraneninstituut vervult met het Veteranenloket tevens de loketfunctie naar de dienstverlening en zorg, en fungeert als kennis- en onderzoekscentrum op veteranengebied. Beoogd is dat sVi vanaf 1 januari 2021 wordt opgenomen in een enkele stichting, in navolging op de aanbeveling die voortkwam uit de evaluatie van het veteranenbeleid.

Stichting Nederlandse Veteranendag (NLVD) De Stichting NLVD heeft tot doel het bevorderen en bestendigen van de maatschappelijke erkenning en waardering voor Nederlandse veteranen onder regie van het Nationaal Comité Veteranendag. De Stichting NLVD bereikt deze doelstelling door onder meer het jaarlijks organiseren van het dagevenement (de Nederlandse Veteranendag), educatieve activiteiten (in samenwerking met het Veteraneninstituut) en een doorlopende publiciteitscampagne. Beoogd is dat NLVD vanaf 1 januari 2021 wordt opgenomen in een enkele stichting, in navolging op de aanbeveling die voortkwam uit de evaluatie van het veteranenbeleid.

Vereniging Veteranen Platform (VP) De Vereniging Veteranen Platform (VP) behartigt de belangen van de Nederlandse veteranen en militaire oorlogs- en dienstslachtoffers via aangesloten veteranenorganisaties. De afgelopen jaren heeft het VP de positie als gewaardeerd gesprekspartner voor Defensie verworven. Dit houdt in dat Defensie het VP beschouwt als vertegenwoordiger van alle veteranen en in die hoedanigheid het VP betrekt bij beleidsveranderingen. Het VP werkt continu aan het verbeteren van de beeldvorming over veteranen. Ook stimuleert het VP de deelname aan activiteiten door de jonge generatie veteranen. Daarnaast coördineert het VP de landelijke nuldelijnsondersteuning; een netwerk van vrijwilligers dat veteranen kan ondersteunen door bijvoorbeeld het bieden van een luisterend oor of praktische hulp. Beoogd is dat het VP vanaf 1 januari 2021 wordt opgenomen in een enkele stichting (exclusief de nuldelijnsondersteuning), in navolging op de aanbeveling die voortkwam uit de evaluatie van het veteranenbeleid.

Dagen voor Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers (MOD-ers) Defensie organiseert zes keer per jaar een contactdag voor Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers (MOD-ers). De doelstellingen van deze dagen zijn het bieden van erkenning en waardering aan MOD-ers en hun partners, het bieden van informatie over de (pensioen)regelingen en voorzieningen en het luisteren naar de behoeften van de doelgroep.

Reüniefaciliteiten Verenigingen voor veteranen, post-actieven en MOD-ers, die geregistreerd zijn in het reünieregister van het Veteraneninstituut, kunnen eenmaal per jaar aanspraak maken op reüniefaciliteiten. De organisatie hiervan ligt in handen van de verenigingen zelf. Daarnaast organiseert elk operationeel commando een eigen veteranendag die, waar mogelijk, wordt gecombineerd met de open dag van het operationeel commando.

Tabel 59 Totaaloverzicht van begrote uitgaven voor zorg voor veteranen (bedragen x € 1000)

Omschrijving

 

Invaliditeitspensioenen

61.673

Nabestaandenpensioenen

20.089

Nationaal Fonds Ereschuld

57.494

Ereschulduitkering

0

Sociale Zorg (Voorzieningenregeling MOD-slachtoffers)

10.847

Inkomensvoorziening in verband met zorg & re-integratie

700

Landelijk Zorgsysteem Veteranen1

1.355

Maatschappelijk ondersteuning voor veteranen (subsidie Stichting de Basis)2

3.891

Zorgcoördinatie Veteranenloket3

7.600

Subsidie Vereniging Veteranen Platform (t.b.v. Nuldelijnsondersteuning)

135

Totale uitgaven

163.784

X Noot
1

Inclusief Overig onderzoek & Research & development LZV

X Noot
2

Beoogd is dat deze stichting vanaf 1 januari 2021, inclusief bijdrage zorgcoördinatie en de subsidies aan de sVi, NLVD en VP, gefuseerd zijn tot een enkele stichting.

X Noot
3

In afwachting van de beoogde fusie zijn de geraamde uitgaven voor de totale uitvoeringskosten 2021 gebaseerd op de raming 2020. De totale uitvoeringskosten omvatten naast zorgcoördinatie bijvoorbeeld ook zorgondersteuning.

Uitgaven zorg De uitgaven voor zorg en nazorg zijn begroot op beleidsartikel 8 DOSCO en niet-beleidsartikelen 9 Algemeen en 10 Apparaat Kerndepartement.

Kaderwet militaire pensioenen Deze wetgeving bevat het geheel aan wet- en regelgeving voor veteranen, MOD-ers, militairen buiten dienst en ex-militairen die niet meer (volledig) kunnen werken of aanvullende voorzieningen nodig hebben vanwege arbeidsongeschiktheid. Voor 2021 zijn de uitgaven aan bijzonder militair invaliditeitspensioen begroot op € 61,7 miljoen. Tevens is het bijzonder militair nabestaandenpensioen onderdeel van deze wetgeving. Voor 2021 zijn de uitgaven begroot op € 20 miljoen. Het Nationaal Fonds Ereschuld is bedoeld voor de claims van veteranen met uitzendgerelateerde aandoeningen. Hierin zijn de Veteranenclaims PTSS en Regeling Volledige Schadevergoeding ondergebracht.

Sociale zorg (w.o. Voorzieningenregeling MOD-ers) Vanuit de wettelijke zorgplicht voor veteranen worden voorzieningen aan veteranen verstrekt met het oog op het verbeteren van de levensomstandigheden in specifieke situaties.

Inkomensvoorziening in verband met zorg en re-integratie De inkomensvoorziening, zoals opgenomen in artikel 7 van de Veteranenwet, is een laagdrempelige regeling voor veteranen die ziek of arbeidsongeschikt zijn en waarbij sprake is van een vermoeden van een dienstgerelateerde aandoening. Met het aanvragen van de inkomensvoorziening in verband met zorg wordt tegelijkertijd ook de aanvraag militair invaliditeitspensioen (MIP) gestart. Daarnaast worden voor deze veteranen de inspanningen op het gebied van de re-integratie geïntensiveerd en worden de reiskosten van hun partners vergoed wanneer ze deelnemen aan ambulante lotgenotengroepen. De uitvoeringskosten die gemoeid zijn met de re-integratie en het vergoeden van de reiskosten maken onderdeel uit van de raming. In totaal is voor deze voorzieningen een bedrag van € 700.000 geraamd.

Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV) Het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV) is een civiel-militaire ketenorganisatie met als doel post-actieve veteranen, dienstslachtoffers en hun relaties bij missie gerelateerde psychische en psychosociale problemen overal in Nederland de meest geëigende zorg te bieden. In april 2018 is de samenwerkingsovereenkomst tussen Defensie en de LZV-instellingen opnieuw bekrachtigd met een convenant. Voor 2021 zijn de uitgaven begroot op € 1,3 mln. Hierin zijn de uitgaven voor de Veteranen Intensieve Behandel Unit meegenomen (€ 125.000).

Maatschappelijke ondersteuning voor veteranen De eerstelijnszorg voor post-actieve veteranen wordt verzorgd door het gespecialiseerd maatschappelijk werk van Stichting de Basis. Hiermee wordt beoogd te bereiken dat de post-actieve veteraan weer deel kan nemen aan het maatschappelijk verkeer. De subsidie voor het gespecialiseerd maatschappelijk werk voor post-veteranen bedraagt voor 2021 € 3,8 miljoen. Beoogd is dat Stichting de Basis vanaf 1 januari 2021 wordt opgenomen in een enkele stichting, in navolging op de aanbeveling die voortkwam uit de evaluatie van het veteranenbeleid.

Zorgcoördinatie Veteranenloket (VL) Zorgcoördinatie maakt deel uit van het Veteranenloket (VL). Het VL faciliteert de toegang tot zowel de materiële als de immateriële zorg en dienstverlening voor Veteranen en MOD’ers en hun relaties. De kostenraming (€ 7,6 miljoen) betreft de totale uitvoeringskosten (inclusief zorgcoördinatoren van het ABP). Beoogd is dat, in navolging op de aanbeveling die voortkwam uit de evaluatie van het veteranenbeleid, de Zorgcoördinatie Veteranenloket integraal onderdeel gaat uitmaken van de stichting die vanaf 1 januari 2021 voortkomt uit de fusie van sVi, De Basis, NLVD en VP.

Nuldelijnsondersteuning Conform het Veteranenbesluit is het VP belast met de integrale coördinatie van de nuldelijnsondersteuning aan post-actieve veteranen en de aansluiting daarvan op de professionele hulpverlening van het LZV. Het VP voert de regie over de inrichting van dit landelijk dekkend systeem van nuldelijnsondersteuning. Conform het convenant draagt Defensie tot en met 2018 draagt jaarlijks bij aan de organisatie-, opleidings- en inzetkosten van de nuldelijnshelpers van het landelijk dekkend en genormeerd nuldelijnsondersteuningssysteem. De uitgaven voor Defensie bedragen € 135.000 per jaar.

Tabel 60 Begrote uitgaven onderzoek (bedragen x € 1000)

Omschrijving

 

Militaire Geestelijke Gezondheidszorg

500

Overig onderzoek

500

Research & Development LZV

150

Totaal

1.150

Uitgaven onderzoek In de begroting van DOSCO is ruim € 1 miljoen opgenomen ten behoeve van het wetenschappelijk onderzoek. Dit bedrag is verdeeld in twee categorieën onderzoek. Er wordt € 500.000 beschikbaar gesteld ten behoeve van onderzoeken naar de neurobiologische gevolgen van stress en trauma dat vanuit de Wetenschappelijke Onderzoeksgroep van de MGGZ wordt uitgevoerd. Ten behoeve van onderzoek naar de verbetering van de kwaliteit van zorg in het LZV is eveneens € 500.000 toegezegd. € 150.000 is opgenomen ten behoeve van toegepast onderzoek bij het LZV, in navolging van een aanbeveling uit het rapport Duurzame Financiering Veteranenzorg.

Tabel 61 Begrote uitgaven overig (bedragen x € 1000)

Omschrijving

 

De Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO)

135

Nationale ombudsman1

400

Totaal

535

X Noot
1

Jaarlijkse overheveling naar Ministerie van Binnenlandse Zaken

Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO) De onafhankelijke RZO oefent toezicht uit op de ketenzorg aan veteranen die gebruik maken van het LZV en bevordert de gewenste specialisatie van de betrokken (LZV) instanties. De RZO adviseert daarnaast over (de richting van) het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van aandoeningen die verband houden met uitzendingen en draagt zorg voor en bewaakt de noodzakelijke convergentie tussen die onderzoeken. De RZO is door zijn samenstelling in staat om het veteranenzorgsysteem vanuit verschillende perspectieven te beschouwen. Voor 2021 bedragen de begrote uitgaven € 135.000.

Nationale ombudsman Conform de Veteranenwet heeft de Nationale ombudsman tevens een rol als ombudsman van de veteranen. In die rol behandelt hij klachten van veteranen over overheidsinstanties en over niet-overheidsinstanties die een taak uitvoeren op het gebied van veteranen. Daarnaast onderzoekt hij of er structurele knelpunten zijn. In april 2018 heeft Defensie, op verzoek van de Veteranenombudsman, besloten om het budget te verhogen van € 300.000 naar structureel € 400.000 per jaar.

7.7 Bijlage afkortingen

Tabel 62

Afkorting

Omschrijving

AAR

After Action Review

AADG

Adaptief aan de Grens

ABP

Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds

ADR

Auditdienst Rijk

ADS

Airbus Defence and Space

AGBADS

Army Ground Based Air Defence System

AH-64D

gevechtshelikopter

AI

Artificial Intelligence

AIV

Adviesraad Internationale Vraagstukken

AIVD

Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

AMBV

Alkmaarklasse Mijnenbestrijdingsvaartuig

AMO

Algemene Militaire Opleiding

AMvB

algemene maatregel van bestuur

ANA

Afghan National Army

AO

Algemeen Overleg

AOO

Adjudant Onderofficier

AOR

Auxiliary Oil Replenishment ship (Vloottanker)

AOW

Algemene Ouderdoms Wet

AR

Algemene Rekenkamer

ARAR

Algemeen Rijksambtenarenreglement

ASL BISL

Application Services Library Business Information Services Library

ASN

Administratief Serie Nummer/ Advanced Shipment Notice

ASSF

Afghan Special Security Forces

ATF ME

Air Task Force Middle East

ATG

Amphibious Taskgroup

ATV

All Terrain Vehicle

AV

Arbeidsvoorwaarden

AWACS

radarvliegtuig

AWB

Algemene wet bestuursrecht

BBP

Bruto Binnenlands Product

BBV

Bruto Beschikbaarheids Vergoeding

BC

Brigade Commandanten

BEL

België

BENELUX

België Nederland Luxemburg

BHOS

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

BIR

Baseline Informatiebeveiliging Rijk

BIT

Bureau ICT-toetsing

BIV

Budget Internationale Veiligheid

BKI

BeleidsKader Inzet

BNMO

Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers

BOE

Bijzondere Organisatie Eenheid

Boxer

Pansterwielvoertuig

BS

Bestuursstaf

BSB

Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten

btw

Belasting toegevoegde waarde

BVM

Besluitvormingsmemorandum

BZK

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

C-130

transportvliegtuig

CAO

Collectieve Arbeidsovereenkomst

CATG

Commander Amphibious Taskgroup

CBMI

Capacity Building Mission Iraq

CBO

Crisisbeheersingsoperaties

CBRN

chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) middelen

CBS

Centraal Bureau voor de Statistiek

CDS

Commandant der Strijdkrachten

CE-pakket

Chemical Energy beschermingspakket

CHU

Counter Hybrid Unit

CIS

Communicatie- en Informatiesystemen

CLAS

Commando Landstrijdkrachten

CLSK

Commando Luchtstrijdkrachten

CMF

Combined Maritime Forces

CMH

Centraal Militair Hospitaal

CMR

Carcinogene, Mutagene en Reproductietoxische -stoffen

CMS

Combat Management System

CNA

Camp New Amsterdam

CO2

Koolstofdioxide

CODEMA

Commissie Ontwikkeling Defensie Materieel

CODEMO

Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling

COID

Centrale Organisatie Integriteit Defensie

COTS/MOTS

Commercial/Military Off The Shelf

C-RAM

Counter Rockters, Artillery & Mortars

CRC

Crowd and Riot Control

CRvB

Centrale Raad van Beroep

CSOCC

Composite Special Operations Component Command

CSS

Combat Support Ship

CTIVD

Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

CV-90

Infanterie Gevechtsvoertuig

cVRP

concept Voorlopig Reorganisatie Plan

CZMCARIB

Commandement der Zeemacht Caribisch Gebied

CZSK

Commando Zee Strijd Krachten

DAP

Defensie Afstoot Plan

DBBB

Defensie Brand- en Bedrijfsstoffen Bedrijf

DBBS

Defensie Bewaking- en Beveiligingssysteem

DBFMO

Design, Build, Finance, Maintain and Operate

DCA

Dual Capable Aircraft

DCC

Defensie Cyber Commando

DCS

Defensie Cyber Strategie

DCS

Digital Combat Simulator

DDG

havenbeveiliging?

DefCERT

Defensie Computer Emergency Response Team

DEU

Duitsland

DGI

Duurzame gezondheid en inzetbaarheid

DGLC

Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando

DHC

Defensie Helikopter Commando

DIRCM

Directed InfraRed Counter Measure systeem

DIS

Defensie Industrie

DJI

Dienst Justitiële Inrichtingen

DLP

Defensie Lifecycle Plan

DMF

DefensieMaterieelbegrotingsFonds

DMI

Directie Materiële Instandhouding

DMO

Defensie Materieel Organisatie

DMP

Defensie Materieel Projecten

DmunB

Defensie Munitiebedrijf

DNK

Denemarken

DOKS

Defensie Operationeel Kledingsysteem

DOSCO

Defensie OndersteuningsCommando

DPO

Defensieprojectenoverzicht

DTO

Defensie Telematica Organisatie

DVOW

Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen

EDA

European Defence Agency

EDF

Europees Defensiefonds

EDIDP

European Defence Industrial Development Programme

EES

Europees In- en Uitreissysteem

eFP

enhanced Forward Presence

EJM

EindeJaarsMarge

eNRF

enhanced NATO Response Force

EODD

Explosieven Opruimingsdienst Defensie

ERP M&F

Enterprise Resource Planning Materieellogistiek & Financiën

ESSM

Evolved Sea Sparrow Missile

ETIAS

Europees Informatie- en Reisautorisatiesysteem

EU

Europese Unie

EU NAVFOR MED

European Union Naval Force Mediterranean

EUBAM

European Union Border Assistance Mission

EUBG

European Battle Group

EUCAP

European Union Capacity Building

EULEX

European Union Rule of Law Mission

EURODAC

Databank met vingerafdrukken van asielzoekers

EUTM

European Union Trainings Mission

EUVIS

Europees Visum Informatiesysteem

EV

Eigen Vermogen

EZK

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

F&C

Financiën en Control

F-16

Jachtvliegtuig

F-35

Vijfde generatie jachtvliegtuig

FMS

Foreign Military Sales

FNIK

Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht

FOD

Foreign object damage

FOST

Flag Officer Sea Training

FOXTROT

Draadloze IT infrastructuur en command- en controlsystemen

FPS

Flexibel Personeelssysteem

FRONT

Future Relevant Operations with Next Generation Technology & Thinking

FRONTDOOR

Toegangspoort voor iedereen die wil samenwerken met Defensie

FRONTEX

Frontières extérieures (agentschap inzake buitengrenzen EU)

FSE Mirage

Forward Support Element Mirage

GEN

Generaal

GO

Geoefendheid

GPOI

Global Peace Operations Initiative

GPW

Groot Pantserwielvoertuig

GrIT

Grensverleggende Informatie Technologie

HB

Handboek

HCFK

Chloorfluorkoolstofverbinding

HCSS

Het Den Haag Centrum voor Strategische Studies

HGIS

Homogene Groep Internationale Samenwerking

HNS

Host Nation Support (gastlandsteun)

HOV

Hydrografisch opnamevaartuig

HQ

Head Quarters (brigade hoofdkwartier)

HR

Human Resources domein

HRB

Hoog Risico Beveiligers

IAMD

Integrated Air & Missile Defence

IB

Informatie Beheer

IBO

Interdepartementaal Beleidsonderzoek

ICU

Intensive Care Units

IenW

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

IFFG

Initial Follow On Forces Group

IGK

Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht

IGO

Informatie Gestuurd Optreden

IGV

Inspecteur-Generaal Veiligheid

IMG

Inspectie Militaire Gezondheid

INF

Intermediate-Range Nuclear Forces

ISD

Innovatiestrategie Defensie

ISIS

Islamitische Staat

ISR

Information Storage and Retrieval

IT

Informatietechnologie (incl communicatie)

IV

Informatievoorziening

IVD

Inspectie Veiligheid Defensie

JenV

Ministerie van Justitie Veiligheid

JIVC

Joint Informatievoorzieningscommando

JSS

Joint Support Ship

KAP

Kapitein

KCT

Korps Commando Troepen

KDC-10

tankvliegtuig

KHK

Kromhout Kazerne

KIC

Kennis en Innovatie Convenant

KMar

Koninklijke Marechaussee

KN

Kilo Newton

KOL

Kolonel

KORV

Kader Overname Rijksvastgoed

KPI

Key Performance Indicator

KPL

Korporaal

KPU

Kleding en Persoonlijke Uitrusting

KSG

Koninklijke Schelde Groep B.V.

KWCARIB

Kustwacht in het Caribisch gebied

LB

leverbetrouwbaarheid

LCF

Luchtverdedigings- en Commandofregatten

LCP

Load Carriage & Protection systemen

LCVP

Middelzwaar Landingsvaartuig

LKOL

Luitenant-Kolonel

LNT

Luitenant

LNV

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

LOCC

Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum

LOFTA

Law and Order Trust Fund

LPD

Landing Platform Dock

LPO

Loon- en Prijsbijstelling

LZV

Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen

M&O

Misbruik en oneigenlijk gebruik

MAJ

Majoor

MALE UAV

Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle

MANPAD

Man Portable Air Defence

MARIN

Maritime Research Institute Netherlands

MARKAZ

Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne

MARSOF

Marine Special Operations Forces

MBMD

Maritime Ballistic Missile Defence

MBO

Middelbaar BeroepsOnderwijs

MBS

Maritime Battle Staff

MCG

Marine Combat Group

MFF

Multipurposefregat

MG

Materiële Gereedheid

MGGZ

Militaire Geestelijke GezondheidsZorg

MGZ

Militaire Gezondheidzorg

MHK

Militair Huis van de Koning

MILSATCOM

Militaire Satelliet Communicatie

MINUSMA

United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission

MIP

Militair Invaliditeits Pensioen

MIVD

Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

MK46

torpedo

MK48

torpedo

MKB

Midden- en KleinBedrijf

MKBA

Maatschappelijke Kosten Baten Analyse

MLA

Militaire Luchtvaart Autoriteit

MLMM

Modernisation LCF Mission Management

MLU

Midlife Update

MMR

Multi Missie Radar

MOC ABNL

Maritime Operation Centre Admiraliteit Benelux

MOD

Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers

MOU

Memorandum of Understanding

MPO

Materieelprojectenoverzicht

MPZ

Militaire Politie Zorg

MQ-9

MALE UAV

MRAT/SRAT

Medium en Short Range Anti-Tank

MRTT

Multi Role Tanker-Transporttoestel

MSC Zoe

Mediterranean Shipping Company Zoe (containerschip)

MTF

Medical Treatment Facility

MTV

Mobiel Toezicht Vreemdelingen

MvD

Ministerie van Defensie

NAFIN

Netherlands Armed Forces Integrated Network

NAMA

NATO Airlift Management Agency

NATO

North Atlantic Treaty Organization

NATOPS

Nationale Operaties

NAVO

Noord Atlantische VerdragsOrganisatie

NBOF

Niet Beschikbaar Op Functie

NCTV

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid

NH-90

Helikopter

NK-skills

Nationaal Kampioenschap vaardigheden

NLD

Nederland(se)

NLDA

Nederlandse Defensie Academie

NLMARFOR

Netherlands Maritime Force

NLR

Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum

NLTC

Netherlands Liaison Team CENTCOM

NLVD

Stichting Nederlandse Veteranendag

NMI

Nederlands Meetinstituut

NMM

Nationaal Militair Museum

NO

Nota Overleg

NOW

Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek

NRF

NATO Response Force

NRI

NATO Readiness Initiative

NS2AU

Nato Support to African Union

NSE

National Support Element

NSPA

NATO Support and Procurement Agency

OCW

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

OG

Operationele Gereedheid

OM

Openbaar Ministerie

OP SEA GUARDIAN

Operation Sea Guardian - Allied Maritime Command

OPS

Operations

OPV

Oceangoing Patrol Vessel

PAL

Provincial Airlines Limited

PC-7

Lesvliegtuig

PD

Plaatsvervangend Directeur

PEA

Peripheral Electronic Assembly

PED

Processing Exploration Dissemination

PESCO

Permanent Structured Cooperation

PG

Personel Gereedheid

PPS-aanbesteding

Publiek Private Samenwerking

PSFD MoU

Production, Sustainment & Follow-on Development Memorandum of Understanding

PTSS

Posttraumatische stressstoornis

PV

Permanente Vertegenwoordiging

PvA

Plan van aanpak

PW

Politie Wet

Q&A

Question and Answer

RBV

Rijksbegrotingsvoorschriften

RBZ

Raad Buitenlandse Zaken

RHB

Rijkshoofdboekhouding

RHIB

Rigid Hull Inflatable Boats

RI&E

Risico Inventarisatie en - Evaluatie

RIVM

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

ROC

Regionaal Opleidings Centrum

RPE

Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek

RSM

Resolute Support missie

RVB

Rijksvastgoedbedrijf

RVU

Regeling voor vervroegde uittreding

RWT

Rechtspersonen met een Wettelijke Taak

RZO

Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek

S-400

Russisch luchtverdedigingssysteem

SAC

Strategic Airlift Capability

SAP

Systeme, Anwendungen und Produkte (Systemen, Applicaties en Producten)

SBK

Sociaal Beleidskader

SDM

Stichting Defensiemusea

SGT

Sergeant

SIB

Stuurgroep Informatie Beleid

SIC

Snel Inzetbare Capaciteiten

SIRT

Shot Indicating Resetting Trigger

SIS

Schengen Informatiesysteem

SKD

Stichting Koninklijke Defensiemusea

SLD

Soldaat

SM

Sergeant-Majoor

SM 2

Luchtdoelraket

SM2-IIIA

Standard Missile 2 Block IIIA

SMART-L radar

Signaal Multibeam Acquisition Radar for Targeting, Longrange

SNMG1

Standing NATO Maritime Group One

SOAT

Special Operation Advisory Team

SOCOM

Special Operations Command

SOF

Special Operations Forces

SOLTG

Special Operations Land Task Group

SOMTG

Special Operations Maritime Task Group

SOWC

Special Operations Warfare Centre

SSCG

Station Schip Caribisch Gebied

SSO

Single Service Organisation

SVP

Strategisch Vastgoedplan

SWOON

Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA

SZVK

Stichting Ziektekosten Verzekering Krijgsmacht

SZW

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

TEN

Tactical Edge Networking

TITAAN

Theatre Independent Tactical Army and Airforce Network

TNO

Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

TOC

Territoriaal Operatie Centrum

TOD

Toelage Onregelmatige Dienst

TSC

Target Support Cell

UAV

Unmanned Aerial Vehicle

UGM

Uitkeringswet Gewezen Militairen

UIM

Unit Interventie Mariniers

UKW

Uitkeringswet

UNDOF

United Nations Disengagement Observer Force

UNIFIL

United Nations Interim Force in Lebanon

UNMISS

United Nations Mission in the Republic of South Sudan

UNODC

United Nations Office on Drugs and Crime

UNTSO

United Nations Truce Supervision Organisation

US

United States

USK

Uniform Subsidiekader

USSC

United States Security Coordinator

UvA

Universiteit van Amsterdam

V&M

Vervanging en Modernisering

VAO

Voorgezet Algemeen Overleg

VB

voorraadbeschikbaarheid

vfonds

veteranenfonds

VJTF(A)

Very High Readiness Joint Task Force (Air)

VJTF(M)

Very High Readiness Joint Task Force (Maritime)

VK

Verenigd Koninkrijk

VL

Veteranen Loket

VMG

Verbeterde materiële gereedheid

VN

Verenigde Naties

VOSS

Verbeterd Operationeel Systeem Soldaat

VP

Vereniging Veteranen Platform

VPB

Vennootschapsbelasting

VPD's

Vessel Protection Detachments

VS

Verenigde Staten

VSHORAD

Very Short Range Air Defence

vte

Voltijdsequivalent

VUT/WUL

Vervroegde UitTreding/Wet Uniformering Loonbegrip

WGO

Wetgevings Overleg

WIV

Wet op de inlichtingen- en veiligehidsdiensten

WLS

Wissel Laad Systeem

WMO

Wet Maatschappelijke Ondersteuning

WNT

Wet Normering Topinkomens

WOO

Wetenschappelijk Onderzoek

WOPT

Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens

WTB

Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en Wielbergingsvoertuigen

ZBO

Zelfstandige Bestuursorganen

ZKA

Zelfstandige Kleine Aankopen

ZVW

Zorgverzekeringswet

ZZF

Zaterdag, Zondag, Feestdag

ZZP

Zelfstandige Zonder Personeel


X Noot
1

De Kamer heeft verzocht in de Defensiebegroting en duidelijk te specificeren en uit te werken, zodat inzichtelijk wordt welke activiteiten c.q. doelstellingen gesteld worden en welke financiële middelen hiervoor beschikbaar gesteld worden (Kamerstuk 35000 X, nr. 46). Cyber is inmiddels een onderdeel van de begroting en komt aan bod in de beleidsagenda, beleidsartikel 7 Defensie Materieel Organisatie en niet-beleidsartikel 10 Apparaat Kerndepartement. Space is nog geen onderdeel van de begroting.

Naar boven