22 054 Wapenexportbeleid

36 045 Situatie in de Oekraïne

Nr. 363 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 april 2022

In vervolg op mijn brief van dinsdag 19 april 2022 over de levering van zwaarder militair materieel aan Oekraïne (Kamerstukken 22 054 en 36 045, nr. 362), informeer ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, dat het Ministerie van Defensie een samenwerkingsproject met Duitsland opzet met het oog op de levering van pantserhouwitsers aan Oekraïne.

Deze samenwerking is ontstaan na de dringende oproep van de president van Oekraïne, de heer Zelensky, om zware artillerie te leveren. Dit wapensysteem kan een belangrijke bijdrage leveren aan de Oekraïense zelfverdediging en afschrikking van de Russische Federatie. Gezien de aard van deze levering en de samenwerking met Duitsland heeft het kabinet ervoor gekozen om uw Kamer in het openbaar over de voorgenomen levering van dit wapensysteem te informeren.

De levering van dit wapensysteem is een unieke en complexe operatie. De samenwerking houdt in dat Nederland de pantserhouwitsers levert en dat Duitsland de munitie levert. De opleiding en training voor dit wapensysteem zal in dit samenwerkingsverband buiten Oekraïne plaatsvinden en enige tijd in beslag nemen. Ook wordt voorzien in het leveren van reserve-onderdelen. De leveringsdatum van dit materieel is afhankelijk van de benodigde tijd voor de opleiding.

Voor deze levering zal, net als bij de eerdere leveringen, een zorgvuldige en versnelde toetsing aan de EU wapenexportcriteria plaatsvinden. De geconstateerde effecten op de gereedheid van de Nederlandse strijdkrachten zijn, gezien de huidige omstandigheden, door Defensie als acceptabel beoordeeld. De leveringen worden via het Budget Internationale Veiligheid (BIV) bekostigd.

Conform het verzoek van de vaste Kamercommissie Defensie van 21 april jl., zal het kabinet uw Kamer per brief nader informeren over de gevolgen van de leveringen op de inzetbaarheid, gereedheid en slagkracht van de krijgsmacht.

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren

Naar boven