27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 754 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 november 2020

Op 2 oktober jl. heb ik de Kamer geïnformeerd1 over mijn besluit tot het instellen van een onafhankelijke onderzoekscommissie van tijdelijke aard die zich zal richten op de vraag hoe bij de Nederlandse wapeninzet in Hawija, Irak, in de nacht van 2 op 3 juni 2015, burgerslachtoffers hebben kunnen vallen evenals welke lessen hieruit te trekken zijn voor de toekomst.2 Ik heb tevens gemeld dat ik mr. Winnie Sorgdrager bereid heb gevonden om deze Commissie van onderzoek voor te zitten. Zij heeft vervolgens naar eigen inzicht de overige leden van de commissie aangewezen.

Hierbij doe ik u het instellingbesluit van de Commissie toekomen, dat tevens in de Staatscourant is gepubliceerd. De Commissie bestaat uit de volgende leden:

  • Mw. mr. Winnie Sorgdrager, Minister van Staat en voorzitter Commissie;

  • Dhr. prof. dr. T.D. Gill, hoogleraar militair recht, in het bijzonder het recht inzake militaire operaties, Universiteit van Amsterdam;

  • Dhr. cdre-vlieger b.d. R.W. Reefman, voormalig Defensieattaché te Washington, plaatsvervangend Directeur Operaties bij de Defensiestaf en Hoofd Afdeling Jachtvliegtuig Operaties bij het Commando Luchtstrijdkrachten.

Zij nemen op persoonlijke titel zitting in de Commissie en oefenen hun functie onafhankelijk en onpartijdig uit. De Commissie zal bij de uitvoering worden ondersteund door een extern onderzoeksteam met aan het hoofd een secretaris. De commissie blijft bestaan zo lang als nodig is om het onderzoek af te ronden.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten


X Noot
1

Kamerstuk 27 925, nr. 753

X Noot
2

Conform het dictum van de motie van het lid Belhaj (Kamerstuk 27 925, nr. 714): «verzoekt de regering, de Onderzoeksraad voor Veiligheid te verzoeken op korte termijn onderzoek in te stellen naar de luchtaanval op Hawija, gericht op de vraag hoe bij deze aanval burgerslachtoffers konden zijn gevallen evenals welke lessen voor de toekomst naar aanleiding hiervan te trekken zijn, en gaat over tot de orde van de dag.»

Naar boven