27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 892 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE EN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 maart 2022

Met deze brief met bijlage1 (tabel cijferoverzicht overbrenging) informeert het kabinet de Kamer over de stand van zaken betreffende de overbrenging van personen uit Afghanistan die daarvoor in aanmerking komen. Dit in vervolg op de brief aan uw Kamer van 11 oktober 2021 (Kamerstuk 27 925, nr. 860), het debat van 13 (Kamerstuk 27 925, nr. 861) en 14 oktober 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 12, item 4) en de stand-van-zakenbrief van 16 november 2021 (Kamerstuk 27 925, nr. 872). Met deze brief wordt tevens voldaan aan het verzoek van 10 maart jl. van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken om uw Kamer schriftelijk over de stand van zaken te informeren.

In deze brief gaat het over mensen die zich in een kwetsbare situatie bevinden. Het kabinet acht het van groot belang om hierin gezamenlijk op te trekken en deze mensen zo snel mogelijk en met grote zorgvuldigheid over te brengen naar Nederland. Het kabinet onderkent het belang van eenduidige communicatie. Deze stand-van-zakenbrief beoogt hieraan tegemoet te komen.

Sinds de inname van Kaboel door de Taliban op 15 augustus 2021 zijn in totaal ongeveer 3.100 (tabel 10-I + tabel 10-II) mensen met bestemming Nederland vanuit Afghanistan in veiligheid gebracht. Het merendeel van deze mensen, 1.860 personen, is in de acute evacuatiefase tussen 15 en 26 augustus 2021 naar Nederland geëvacueerd. Vanaf september, dus na afloop van de acute evacuatiefase, zijn in totaal 1.239 (tabel 10-II) personen uit Afghanistan overgebracht (stand per 21 maart jl.). Op dit moment komen nog 1.521 (tabel 10-III) mensen in aanmerking voor overbrenging naar Nederland. Het grootste deel van deze groep (1.191) (tabel 12-III) bevindt zich nog in Afghanistan, 330 mensen (tabel 11-III) bevinden zich in transit in een derde land.2

Onderstaand wordt uw Kamer per groep personen die voor overbrenging in aanmerking komt geïnformeerd over de stand van zaken ten aanzien van de identificatie, toetsing en overbrenging. De daarbij behorende aantallen worden ook in de bijlage verstrekt. Voorts wordt uw Kamer geïnformeerd over de routes die gebruikt worden voor overbrenging en de uitdagingen die zich daarbij voordoen. Tevens wordt een update gegeven over de opvang in Nederland en de uitvoering van de motie van het lid Piri c.s.3 en worden de inspanningen in EU-kader en de voortgang in door de Kamer gevraagde evaluaties en onderzoeken belicht.

Ontwikkelingen sinds 16 november 2021

De bij de Ministeries van Buitenlandse Zaken en van Defensie ingerichte projectorganisaties waarover uw Kamer in de brief van 16 november 2021 werd geïnformeerd, geven uitvoering aan de gemaakte afspraken over de overbrenging van verscheidene groepen Afghanen. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de betrokken organisaties en het postennet en op basis van de kaders die in overleg met uw Kamer zijn vastgesteld.

In de uitvoering worden twee opeenvolgende trajecten onderscheiden. Het eerste traject betreft registratie, identificatie en toetsing van personen die mogelijk in aanmerking komen voor overbrenging. Daarin worden verschillende groepen personen onderscheiden: personen die vallen onder de tolkenregeling van Defensie4 en personen die vallen onder de speciale voorziening die het kabinet trof ter verdere uitvoering van de motie van het lid Belhaj c.s.5 zoals beschreven in de brief aan uw Kamer van 11 oktober jl.6. Ook bevinden zich nog 200 personen (tabel 1-III) in Afghanistan die op basis van hun Nederlanderschap of verblijfsrecht in Nederland, samen met kerngezinsleden, in aanmerking komen voor overbrenging.

Nadat is vastgesteld dat personen op grond van de vastgestelde kaders in aanmerking komen voor overbrenging, komen zij in het tweede overbrengingstraject. Dit traject betreft niet alleen de logistiek maar gaat bijvoorbeeld ook over (diplomatieke) contacten met andere landen, bedoeld om personen via een derde land uit Afghanistan over te brengen.

In de brief van 16 november 20217 herbevestigde het kabinet dat het zich, conform de motie van het lid Jasper van Dijk c.s.8, actief zou blijven inzetten voor het faciliteren van de overkomst van de mensen die in de acute evacuatiefase van 15 tot 26 augustus 2021 in het kader van de motie-Belhaj c.s. waren opgeroepen voor evacuatie, maar die niet op tijd op het vliegveld konden komen. Van deze groep zijn er 11 (tabel 2-III) nog in Afghanistan.

Uitvoering speciale voorziening

In de brief van 11 oktober 2021 informeerde het kabinet uw Kamer over de speciale voorziening in het kader van de verdere uitvoering van de motie van het lid Belhaj c.s. Het proces van beoordeling van personen die onder deze speciale voorziening vallen en die door NGO’s zijn voorgedragen of door Defensie zijn geïdentificeerd voor overbrenging, is zoals hieronder wordt toegelicht vrijwel afgerond.

Van de medewerkers met hun kerngezinsleden die door NGO’s zijn aangemeld, voldoen 625 personen (tabel 3-II + 3-III) aan de criteria en zijn van 2 personen de aanvragen nog in behandeling of is het dossier nog niet compleet. Van de groep van 625 goedgekeurde personen zijn 257 personen (tabel 3-II) de afgelopen maanden al naar Nederland overgebracht. 370 personen (tabel 3-III) zullen in de komende periode nog overgebracht worden.

Van de 670 door NGO’s aangedragen personen, komt na zorgvuldige toetsing een klein deel, te weten 43 personen, niet in aanmerking voor overbrenging9. Dit is deels omdat de medewerker niet voldeed aan de criteria van de speciale voorziening, maar meestal omdat het een voorgedragen persoon betrof die niet bleek te voldoen aan de definitie van kerngezinslid.

Conform de motie van het lid Ceder c.s.10 wordt gedurende het gehele traject van aanmelding en toetsing tot en met de uiteindelijke overbrenging intensief contact onderhouden met de betrokken NGO’s.

Door Defensie zijn onder deze speciale voorziening ca. 500 mensen geïdentificeerd die mogelijk in aanmerking komen en die gelieerd zijn aan Defensie. Hiervan zijn 92 personen (tabel 4-II) overgebracht, 384 personen (tabel 4-III) goedgekeurd of in transitie. Momenteel zijn nog 8 verzoeken in behandeling.

Tolkenregeling

Naast de speciale voorziening blijft de tolkenregeling11 van Defensie van kracht. Onder die regeling komt op dit moment nog een groep van 314 personen (dat is inclusief kerngezin) (tabel 5-III) in aanmerking voor overbrenging. De regeling gold al voorafgaand aan de val van Kaboel en heeft een open einde. Er kunnen onder deze regeling dus nog altijd personen bij komen. Defensie werkt aan verbetering van de registratie van tolken en andere lokale staf.

Overige categorieën

Voor de categorieën lokale staf van de Nederlandse ambassade (tabel 6-III) en lokale staf van internationale organisaties (tabel 7-III) geldt dat deze mensen inmiddels vrijwel allemaal zijn overgebracht naar Nederland. 3 personen zijn in transit in een derde land om op korte termijn overgebracht te worden.

Kerngezinsleden

Onder kerngezinslid wordt verstaan de hoofdpersoon, één huwelijkspartner en afhankelijke, ongehuwde kinderen tot 25 jaar. Het betreft de definitie die ook wordt gebruikt in het reguliere beleid ten aanzien van gezinshereniging. In het debat van 13–14 oktober 2021 heeft de toenmalig Minister van Buitenlandse Zaken gezegd dat er beperkte ruimte is om in een uitzonderlijk geval af te wijken van de strikte hantering van de criteria voor kerngezinsleden. In lijn hiermee is tijdens het toetsingsproces door BZ en Defensie in enkele gevallen een uitzondering gemaakt op de structureel gehanteerde strikte toepassing van de criteria voor kerngezinsleden.

Overbrenging Afghaanse kerngezinsleden

De Minister van Buitenlandse Zaken heeft op 13 oktober 2021 aan uw Kamer bevestigd dat de overkomst gefaciliteerd zou worden voor achtergebleven kerngezinsleden van mensen die op een evacuatielijst stonden en tussen 15 en 26 augustus naar Nederland zijn geëvacueerd. Het kabinet hecht eraan dit standpunt hier te herbevestigen.

Het kabinet acht het voorts van belang om ten aanzien van andere Afghanen die tijdens en rond de acute evacuatiefase naar Nederland zijn gekomen te verduidelijken dat er op het vlak van gezinshereniging geen reden is om van het normale beleid af te wijken. Dat wil zeggen dat zij, nadat ze een verblijfsvergunning hebben gekregen, volgens de normale procedure een verzoek tot nareis van de leden van hun kerngezin kunnen indienen.

Tot slot is tijdens de gehoren die door de IND zijn afgenomen bij Afghanen die de afgelopen periode in Nederland zijn gearriveerd gebleken dat zich onder hen 45 alleenstaande minderjarige vreemdelingen bevinden, van wie de ouders en andere kerngezinsleden nog in Afghanistan zijn. Het kabinet acht het van het grootste belang dat deze kinderen snel herenigd worden met hun ouders en broers en zussen en heeft om die reden besloten hun overbrenging te faciliteren.

Bovenstaande betekent dat het kabinet van 217 achtergebleven kerngezinsleden (tabel 9-III) die behoren tot de twee genoemde groepen de overbrenging zal faciliteren.

Extra inspanning voor (fixers van) journalisten en mensenrechtenverdedigers

Tot dusverre zijn circa 125 Afghaanse fixers en journalisten en ongeveer 50 Afghaanse mensenrechten- en vrouwenrechtenverdedigers (inclusief gezinsleden) naar Nederland geëvacueerd. Hierover werd u geïnformeerd in de brief van 11 oktober jl. In dezelfde brief kondigde het kabinet aan in internationaal verband – samen met EU-lidstaten – een extra inspanning te willen plegen voor (fixers van) journalisten en mensenrechtenverdedigers.

In reactie op een verzoek aan EU-lidstaten door Eurocommissaris voor Migratie en Binnenlandse Zaken Ylva Johansson en de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid Josep Borrell, heeft de Staatssecretaris voor Justitie en Veiligheid, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, op 21 februari jl. in een brief aan Eurocommissaris Johansson laten weten dat Nederland bereid is om 25 (tabel 8-III) Afghanen op te nemen van een door de Europese Buitenlandse Dienst EDEO opgestelde lijst met ongeveer 650 Afghanen die een hoog risico lopen inclusief hun gezinsleden. Het betreft voormalige lokale EU- en EUPOL-stafleden en bijzonder kwetsbare personen. Deze laatste groep bestaat uit leden van de rechterlijke macht, mensenrechtenverdedigers en journalisten. In de brief aan de Eurocommissaris is kenbaar gemaakt dat het bij het aandeel dat Nederland bereid is op te nemen zal gaan om personen met het profiel van (fixer van) journalist en mensenrechtenverdediger, inclusief rechters.

Overbrenging

Overbrenging van daarvoor in aanmerking komende personen, ook nadat zij zijn gescreend en goedgekeurd, kent vele uitdagingen. De grootste uitdaging is het daadwerkelijke vertrek uit Afghanistan omdat men, om te kunnen reizen, over land of door de lucht, een geldig paspoort nodig heeft. Dat geldt ook voor baby’s en kleine kinderen, zelfs wanneer overige gezinslezen allen wel over een paspoort beschikken. Mensen die nog geen paspoort hebben, worden aangespoord om een paspoort aan te vragen, ook al zullen sommige Afghanen huiverig zijn om dit te doen bij de huidige autoriteiten en is een paspoort relatief duur. Zonder paspoort is het vrijwel onmogelijk mensen naar Nederland over te brengen, omdat ook buurlanden een paspoort (en visum) eisen om doorreis toe te staan. Er is regelmatig internationaal overleg met andere landen die personen uit Afghanistan over willen brengen, over de belemmeringen en mogelijke gevaren. Daarbij worden ervaringen uitgewisseld en blijkt dat alle landen tegen dezelfde obstakels aanlopen, maar wordt ook gesproken over mogelijke oplossingen en nieuwe reisopties voor overbrenging.

Paspoorten en visa

Het paspoortkantoor in Kaboel was gesloten sinds 23 december 2021 nadat een aanslag was gepleegd op dat kantoor. Sedert medio februari is het kantoor in Kaboel weer grotendeels geopend. Paspoortkantoren in 17 andere provincies waren gedurende de gehele periode open. Afghaanse ambassades in derde landen verstrekken geen nieuwe paspoorten, maar kunnen wel de geldigheid van verlopen paspoorten verlengen en die verlengde paspoorten worden ook geaccepteerd als geldig reisdocument door Nederland en landen in de regio. In de praktijk lukt het steeds meer personen die voor overbrenging in aanmerking komen om een paspoort voor zichzelf en hun gezinsleden te verkrijgen. Eenmaal in bezit van een paspoort kunnen zij een visum voor buurlanden Pakistan of Iran aanvragen. Voor Pakistan is het mogelijk digitaal een (e-)visum aan te vragen. Iran heeft een ambassade en vijf consulaten in Afghanistan en geeft ook e-visa uit. De Nederlandse ambassades in Islamabad en Teheran ondersteunen indien nodig de visumaanvragen voor personen die voor overbrenging in aanmerking komen, waarna visa over het algemeen vlot verstrekt worden.

Nederland ontraadt personen zonder geldige reisdocumenten om de grens met Pakistan of Iran over te steken. Niet alleen lopen zij het risico opgepakt en uitgezet te worden, ook is het in de praktijk vaak niet mogelijk om hen verder naar Nederland te laten doorreizen. In de maanden na de val van Kabul was de Pakistaanse regering tijdelijk coulant ten aanzien van Afghanen zonder geldige reisdocumenten. In november bood Pakistan westerse landen de mogelijkheid om een lijst in te dienen met namen van personen die niet over geldige reisdocumenten beschikten en vanuit Afghanistan via Pakistan naar andere landen overgebracht mochten worden. Nederland droeg ruim 300 namen aan. Na diplomatieke inspanningen kon deze groep in februari, met hulp van de ambassade, de grens tussen Afghanistan en Pakistan passeren. Begin maart kwam het grootste deel van deze groep in Nederland aan. Dit betrof tot dusverre een eenmalige uitzondering die Nederland en andere landen werd geboden door de Pakistaanse autoriteiten.

Reisroutes

Nederland gebruikt op dit moment hoofdzakelijk twee routes voor de overbrenging van Afghanen, namelijk via buurlanden Pakistan en Iran. Beide landen zijn zowel door de lucht als over land bereikbaar en in beide landen beschikt Nederland over een ambassade die de mensen een visum kan verstrekken voor Nederland. De ambassades kunnen met behulp van de IOM (Internationale Organisatie voor Migratie) ook eventuele tijdelijke opvang in het transitland en tickets voor de doorreis regelen.

Tot 6 december 2021 werd regelmatig gebruik gemaakt van chartervluchten van Qatar om groepen mensen van Kaboel naar Doha te brengen. Qatar heeft een ambassade in Kabul en daar konden mensen geïdentificeerd worden en hun ticket ophalen. Tijdens een kort verblijf in Qatar zorgde de Nederlandse ambassade aldaar voor een MVV en hun doorreis. Sinds december zijn deze vluchten opgeschort. Er is nog geen duidelijkheid over eventuele hervatting van deze reismogelijkheid en of de voorwaarden hetzelfde blijven. Hierover is geregeld contact met de autoriteiten van Qatar.

Zodra in een kerngezin dat voor overbrenging in aanmerking komt, alle leden beschikken over een geldig paspoort en een visum, kunnen zij ervoor kiezen om op eigen gelegenheid over land of per vliegtuig naar Islamabad of Teheran te reizen. Als zij zich daar bij de ambassade melden dan zal de ambassade hen helpen met de verdere doorreis naar Nederland. Zo heeft Nederland recentelijk twee charters ingezet tussen Islamabad en Eindhoven om ruim 300 mensen op te halen die zelfstandig naar Pakistan waren gereisd.

Het vliegveld van Kaboel is beperkt operationeel, bijvoorbeeld omdat niet alle apparatuur werkt, of – in de wintermaanden – omdat sneeuw het vliegverkeer soms onmogelijk maakt. Niettemin vliegt een beperkt aantal maatschappijen nog – of weer – op Kaboel. Commerciële vluchten vanuit Kaboel zijn er naar Iran, Pakistan, de VAE en mogelijk binnenkort ook naar Qatar en Turkije. Qatar voerde tussen september en begin december regelmatig chartervluchten uit tussen Kaboel en Doha, maar daarvoor konden mensen niet zelf een ticket boeken.

Diplomatieke inzet

De veilige doorgang voor Nederlandse ingezetenen en Afghanen die voor overbrenging naar Nederland in aanmerking komen is prioriteit van de Nederlandse diplomatieke inzet, zowel bilateraal als in EU-verband als met andere gelijkgezinde landen. De fluïde situatie in Afghanistan betekent ook dat de vereisten voor Afghanen om het land te kunnen verlaten onduidelijk zijn, inconsistent geïmplementeerd worden of aan verandering onderhevig zijn. Als er contact is met het de-facto Taliban regime benadrukken Nederland en gelijkgezinde landen het grote belang van veilige doorgang voor Afghanen op de overbrengingslijsten van de diverse landen. Daarbij wordt ook doorgang aan de orde gesteld voor mensen die niet over de benodigde reisdocumenten beschikken, maar van wie wel vast staat dat zij voor overbrenging naar een ander land in aanmerking komen. Het de-facto Taliban regime geeft echter aan niet te willen afwijken van de gebruikelijke gang van zaken in het personenverkeer tussen landen, wat betekent dat een paspoort en een visum noodzakelijk zijn om het land te verlaten.

Nederland onderhoudt nauwe contacten met andere landen die ook mensen proberen over te brengen (waaronder VS, VK, Duitsland en Frankrijk) en trekt gezamenlijk met deze landen op bij het adresseren van knelpunten. Daarnaast is er intensief diplomatiek contact op alle niveaus met Pakistan en Qatar, de twee landen waarmee tot dusver het meest intensief is samengewerkt op het overbrengingstraject. De Minister van Buitenlandse Zaken sprak op 1 februari jl. telefonisch met de Pakistaanse Minister van Buitenlandse Zaken Qureshi, onder andere over de verzochte doorgang voor de groep van ongeveer 300 Afghanen zonder paspoort van de eerder in deze brief genoemde lijst die in november was ingediend. Op 16 februari jl. sprak de Minister tevens met de Qatarese Vicepremier en Minister van Buitenlandse Zaken Mohammed Al Thani over de vrije doorgang van personen uit Afghanistan via Doha en de situatie rondom Kaboel Airport. De Secretaris-Generaal van het Ministerie van Buitenlandse Zaken bracht op 9 en 10 februari een bezoek aan Qatar en Pakistan. Een belangrijk resultaat van deze diplomatieke inspanningen is de verkregen finale toestemming voor en medewerking aan de overbrenging van de 300 Afghanen zonder paspoort, waarvoor Nederland Pakistan zeer erkentelijk is.

Vooruitblik overbrenging

Het is moeilijk te voorspellen hoe lang het zal duren voordat alle mensen die daarvoor in aanmerking komen vanuit Afghanistan naar Nederland zullen zijn overgebracht. Op dit moment (peildatum 21 maart) zijn 1.191 mensen (tabel 12-III) die voor overbrenging in aanmerking komen nog in Afghanistan. Omdat het gaat om mensen die in een precaire situatie verkeren, is de inzet van het kabinet om dit proces zo spoedig mogelijk af te ronden. Het is de bedoeling om dit proces voort te zetten totdat alle personen die daarvoor in aanmerking komen, zijn overgebracht of minstens een concrete suggestie voor overbrenging hebben gehad. Zodra dat moment is aangebroken zal een einddatum voor het overbrengingsproces worden bepaald en gecommuniceerd met betrokkenen, voor een laatste mogelijkheid om nog van dit proces gebruik te maken. Het komt voor dat mensen in Afghanistan zelf op enig moment aangeven (nog) niet te willen vertrekken; voor hen zal duidelijk moeten zijn dat, en ook wanneer, het actieve overbrengingsproces in de huidige vorm zal eindigen.

De tolkenregeling kent een open einde. Voor voormalige Afghaanse tolken en hoog-profiel medewerkers12 in dienst van Nederlandse missies geldt dan ook geen einddatum voor de behandeling van hun aanvraag en de overbrenging. Voor Nederlanders geldt dat zij aanspraak kunnen blijven maken op consulaire bijstand.

Opvang in Nederland en uitvoering motie-Piri c.s.

Op 21 maart 2022 verbleven er ruim 2500 evacués uit Afghanistan in de opvanglocaties van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en Defensie.13 Het gaat hierbij zowel om personen die direct na de machtsovername door de Taliban tussen 15 augustus en 26 augustus 2021 zijn geëvacueerd, als om personen die daarna naar Nederland zijn overgebracht. Onder dit aantal vallen ook ca. 40 Afghanen die een andere bestemming hebben dan Nederland en enkele Nederlanders met Afghaanse gezinsleden. Voor Afghanen met een andere bestemming geldt dat er via diplomatieke kanalen wordt getracht hen zo spoedig mogelijk naar hun eindbestemming over te brengen. Voor sommigen is dat al gelukt maar nog niet voor iedereen. Uit deze groep hebben enkelen er inmiddels voor gekozen om in Nederland asiel aan te vragen.

Omdat de identificatie en registratie van personen die zijn overgebracht inmiddels vrijwel is afgerond zullen verdere IND-werkzaamheden die hiermee gemoeid zijn door een apart team binnen de staande werkprocessen, dus niet langer projectmatig, worden afgehandeld. Dat geldt ook voor de asielprocedure.

Tijdens het Commissiedebat Afghanistan op 13 oktober 2021 (Kamerstuk 27 925, nr. 848) is de regering middels een motie van het lid Piri (PvdA) verzocht bij de opvang van Afghaanse evacués tijdig werk te maken van fatsoenlijke opvang, taallessen, begeleiding naar werk en een buddy-systeem met veteranen en vrijwilligers. Hieronder wordt u geïnformeerd over de opvolging van deze motie.

Op het moment van indienen van de motie werd veruit het grootste deel van de Afghaanse evacués opgevangen in tijdelijke noodopvanglocaties van Defensie, waar niet alle reguliere processen van het COA aanwezig waren. Het sluiten van de defensielocaties Harskamp en Heumensoord bracht met zich mee dat de Afghaanse bewoners van deze locaties zijn verspreid over verschillende andere COA-locaties. Het gaat hierbij zowel om reguliere als om noodopvanglocaties. Het COA heeft erop ingezet om de situatie voor Afghaanse evacués, ook op de noodopvanglocaties, zo veel als mogelijk te laten aansluiten op reguliere COA-processen. Omdat een groot deel van de Afghaanse evacués door de IND in korte tijd een vergunning heeft gekregen ligt de focus nu op het laten aansluiten van processen rondom de toekenning van huisvesting. Concreet betekent dit het voeren van huisvestingsgesprekken en het koppelen van personen aan een gemeente. Daarom staan inmiddels al vele Afghaanse evacués op de wachtlijst om uit te kunnen stromen naar diverse gemeenten. Sommige Afghaanse evacués zijn al gehuisvest.

Waar mogelijk gelden ook de reguliere processen ten aanzien van het inburgeringstraject en de begeleiding naar werk. Dat betekent o.a. dat vergunninghouders wanneer zij nog in de opvang verblijven, gebruik kunnen maken van het programma Voorbereiding op de Inburgering en andere reguliere activiteiten (VIA) en begeleiding in het kader van integratie en participatie. Daarnaast is het van belang dat er zo snel mogelijk gestart wordt met het inburgeringstraject in de gemeente. Verder wordt er vanuit het programma VIA met de Taskforce Werk en Integratie aan een agenda gewerkt waarmee de komende jaren een impuls wordt gegeven aan gelijke kansen en betere posities op de arbeidsmarkt voor mensen met een niet-westerse migratieachtergrond. De groep Afghaanse evacués komt hiervoor in aanmerking. Er wordt mee beoogd een effectief gebleken aanpak direct in de praktijk te brengen en het perspectief van de groep te verbeteren.

Het COA heeft eveneens ingezet op maatwerk ten aanzien van aanvullende begeleiding. Hierbij geldt dat het COA op (nood)opvanglocaties samenwerkt met lokale partners. Vanwege de lokale omstandigheden kan per locatie verschillen wat mogelijk is. Voorbeelden van maatwerk zijn een taalmaatjesproject, samenwerking met de lokale voetbalclub, of Nederlandse taallessen. Hierin past ook het buddy-systeem, dat in zijn aard een particulier initiatief is, en gebaseerd op vrijwilligheid. Er zijn veteranen die op vrijwillige basis contact onderhouden met hun Afghaanse tolken of andere medewerkers die nu naar Nederland zijn gekomen. Defensie is positief over dit private initiatief en heeft de initiatiefnemer in contact gebracht met enkele veteranenorganisaties.

Evaluaties en onderzoeken

Onderzoeken grootschalige evacuatieoperatie en 20 jaar Nederlandse inzet

Uw Kamer is op 4 februari 2022 per brief (Kamerstuk 27 925, nr. 889) geïnformeerd dat de heer Maarten Ruys bereid is gevonden op te treden als voorzitter van de onderzoekscommissie naar de grootschalige evacuatieoperatie vanuit Kaboel. Uw Kamer is separaat geïnformeerd over het instellingsbesluit.

Daarnaast is Uw Kamer per brief van 20 januari 2022 geïnformeerd over de stand van zaken ten aanzien van het onderzoek naar twintig jaar Nederlandse inzet in Afghanistan (Kamerstuk 27 925, nr. 885). Zoals toegelicht in die brief zal dit onderzoek worden uitgevoerd door het NIOD, in samenwerking met het NIMH. Uw Kamer wordt zo spoedig mogelijk geïnformeerd over de onderzoeksopdracht.

Eindevaluatie Nederlandse bijdrage Resolute Support-missie

Zoals eerder aan uw Kamer gemeld (Kamerstuk 27 925, nr. 872) wordt een eindevaluatie van de Nederlandse bijdrage aan de NAVO-missie Resolute Support uitgevoerd door IOB, de onafhankelijke evaluatiedirectie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit onderzoek loopt momenteel en het rapport zal naar verwachting in de eerste helft van 2023 aan Uw Kamer worden gestuurd.

Verbeterplan (moties van het lid Van Wijngaarden (Kamerstuk 27 925, nrs. 818 en 819) en motie van de leden Kuzu en Sylvana Simons (Kamerstuk 27 925, nr. 817))

Bureau Crisisplan presenteerde op 12 december 2021 het door uw Kamer verzochte Verbeterplan, dat uw Kamer op 16 december samen met een kabinetsreactie toekwam (Kamerstuk 27 925, nr. 882). Zoals in de kabinetsreactie gemeld gaat het kabinet aan het werk met de verbeterpunten. Er zal voor zomer 2022 over de voortgang hiervan aan Uw Kamer verslag worden uitgebracht. Met het versturen van het rapport van Crisisplan op 16 december heeft het kabinet tevens voldaan aan de motie van het lid Sylvana Simons (Kamerstuk 27 925, nr. 851).

Ambtsbericht Afghanistan

Tot slot informeert het kabinet de Kamer dat het nieuwe ambtsbericht Afghanistan op 28 maart gepubliceerd is op rijksoverheid.nl. Het ambtsbericht wordt thans zorgvuldig bestudeerd. Het kabinet zal uw Kamer nader informeren over de conclusies die het uit het ambtsbericht trekt voor het landgebonden asielbeleid.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Dit zijn de cijfers zoals die bekend waren op 21 maart 2022. Deze cijfers gaan over mensen, die zich in een onveilige situatie bevinden en daarom NL niet altijd exact op de hoogte houden over hun actuele verblijfplaats. De cijfers zijn daarom aan verandering onderhevig.

X Noot
3

Kamerstuk 27 925, nr. 848.

X Noot
4

Kamerstuk 19 637, nr. 2573.

X Noot
5

Kamerstuk 27 925, nr. 788.

X Noot
6

Kamerstuk 27 925, nr. 860.

X Noot
7

Kamerstuk 27 925, nr. 872.

X Noot
8

Kamerstuk 27 925, nr. 844.

X Noot
9

Dit aantal komt daarom niet terug in de tabel.

X Noot
10

Kamerstuk 27 925, nr. 855.

X Noot
11

Kamerstuk 19 637, nr. 2573.

X Noot
12

Hoog-profiel medewerkers zijn medewerkers die regelmatig, gedurende een periode van minstens 3 maanden, actief door Nederlandse militairen of politiefunctionarissen in posities zijn gebracht waarin hij/zij extra zichtbaar werd en vereenzelvigd met de missie (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 3805), antwoord op vragen 11 en 12 – Kamervragen Piri c.s.).

X Noot
13

Een groot aandeel van het aantal personen dat naar Nederland is overgebracht, heeft verzocht om een verblijfsvergunning asiel in Nederland. De IND heeft per geval bezien wat nodig was en welke stappen er ondernomen moesten worden om verblijfsrecht in Nederland te krijgen. De IND houdt de actuele cijfers bij van het aantal personen dat naar Nederland is overgebracht en gevraagd heeft om een verblijfsvergunning asiel. Hierdoor zit er een verschil in de cijfers afkomstig van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en die van de IND.

Naar boven