35 570 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2021

Nr. 101 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2021

Op 8 december jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 24, item 15) nam de Kamer de motie van het lid Van den Nieuwenhuijzen (Kamerstuk 35 570 X, nr. 38) aan, waarin de regering wordt verzocht een voorstel te doen voor het intensiveren van de informatie die de Kamer ontvangt over lopende missies, bijvoorbeeld middels vertrouwelijke briefings aan de vaste commissie voor Defensie.

Gezien de context van het debat (Handelingen II 2020/21, nr. 33, items 4 en 10) waarin deze motie werd ingediend, ga ik ervan uit dat de motie ziet op primair de militaire component(en) binnen meerjarige Nederlandse missiebijdragen in het kader van de artikel 100-procedure. In de huidige praktijk worden er (op verzoek van de Kamer) reeds technische briefings verzorgd op het moment dat het kabinet besluit tot een nieuwe missiebijdrage.1 Deze briefings omvatten dan alle facetten van de bijdrage, waarbij tevens wordt ingegaan op de militaire component(en). Daarnaast ontvangt de Kamer op de derde woensdag in mei (Verantwoordingsdag)2 jaarlijks een afzonderlijke voortgangsrapportage (VGR) over deze missiebijdragen.3 Hiermee beoogt het kabinet de Kamer reeds op regelmatige basis inzicht te geven in de voortgang en effectiviteit van alle activiteiten die door Nederland binnen een missie worden uitgevoerd, inclusief de militaire component(en). Voor alle missiebijdragen geldt voorts dat de Kamer reeds tussentijds op de hoogte wordt gesteld van eventuele relevante ontwikkelingen of besluiten van het kabinet die van invloed zijn op de Nederlandse bijdrage.

In deze brief schets ik, ter aanvulling op voorgaande, graag een aantal opties waarmee invulling kan worden gegeven aan het verder intensiveren van informatie over primair de militaire component(en) binnen lopende missies. Deze opties (technische briefings en werkbezoeken) staan de vaste commissie voor Defensie reeds tot haar beschikking, maar de genoemde motie biedt een goede gelegenheid om deze opties nadrukkelijk onder de aandacht te brengen. Hierbij zeg ik u tevens toe dat ik, om tegemoet te komen aan het verzoek van de motie, de vaste commissie in afzonderlijke Kamerbrieven voortaan ook proactief het aanbod zal doen voor het verzorgen van een technische briefing dan wel het afleggen van een werkbezoek indien dat opportuun is.

Technische briefings

Middels het aanvragen van technische briefings kan de vaste commissie zich door vakinhoudelijke (militaire) experts van het Ministerie van Defensie in detail laten informeren over zaken zoals het campagneplan, het operatieconcept, de commandostructuur, specifieke operationele aspecten (zoals veiligheid of medische afvoer), de volkenrechtelijke grondslag voor militair optreden of het effect van inzet op gereedstelling en geoefendheid. Ook kan het risico op burgerslachtoffers, indien van toepassing, onderwerp zijn van een dergelijke briefing, conform de motie van het lid Karabulut d.d. 17 december 2020 (Kamerstuk 27 925, nr. 762). In tegenstelling tot een schriftelijke feitelijke vragenronde biedt een technisch briefing Kamerleden direct de mogelijkheid om door te vragen op elk van deze onderwerpen.

Frequentie

De vaste commissie kan overwegen te verzoeken om per missiebijdrage standaard op één of meer vaste momenten een technische briefing over de militaire component(en) te ontvangen. Aard, omvang en voorziene duur van de missiebijdrage zijn voor de hand liggende aspecten om te betrekken bij het formuleren van een voorstel inzake frequentie en inhoudelijke focus van briefings.

Vaste momenten voor het ontvangen van een technische briefing kunnen zijn:

  • Als onderdeel van de behandeling van een artikel-100 brief, waarmee de Kamer in kennis wordt gesteld van het besluit tot een nieuwe of aanvullende missiebijdrage, dan wel van het besluit tot een verlenging van een missiebijdrage. Een gedetailleerde uiteenzetting van de militaire aspecten in de technische briefing kan vervolgens als basis dienen voor het stellen van aanvullende feitelijke vragen en/of voor de voorbereiding voor een commissiedebat inzake de artikel-100 brief.

  • Direct na ontvangst van de voortgangsrapportage over een missiebijdrage. Dit biedt de mogelijkheid om een uitgebreide toelichting te geven op de voortgang van de militaire aspecten van een missiebijdragen. Ook dit kan vervolgens als basis dienen voor het stellen van aanvullende feitelijke vragen en/of voor de voorbereiding voor een commissiedebat inzake de voorgangsrapportage.

  • Voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Defensie. Daarbij kunnen bijvoorbeeld onderwerpen als het effect van missiebijdragen op de gereedheid en geoefendheid of het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht uitgebreider aan bod komen. Op basis hiervan kunnen vervolgens aanvullende feitelijke vragen over de begroting gesteld worden, betreffende deze aspecten.

Naast de optie voor technische briefings op vaste momenten wil ik graag benadrukken dat het de vaste commissie te allen tijde vrij staat om een technische briefing te verzoeken op basis van actuele ontwikkelingen.

Vertrouwelijkheid

Het algemene uitgangspunt bij technische briefings is dat de informatievoorziening in het openbaar plaatsvindt wanneer dat mogelijk is, en enkel vertrouwelijk indien dat noodzakelijk is. Wanneer de vraag om informatie van de Kamer ziet op informatie die gedeeltelijk of in zijn geheel niet in het openbaar kan worden gedeeld, is de Minister van Defensie verantwoordelijk voor het maken van de afweging of de Kamer vertrouwelijk kan worden geïnformeerd. Hieraan ten grondslag liggen verschillende veiligheidsoverwegingen (inzake personele, operationele en nationale veiligheid), alsmede de afspraken binnen de coalitie waarin Nederland op dat moment opereert. Er moet volledigheidshalve worden aangetekend dat het niet mogelijk is om, indien van toepassing, informatie van derden te delen indien daar door de betreffende partij niet expliciet toestemming voor is verleend. Ook is het van belang om te benadrukken dat er onder geen enkele omstandigheid staatsgeheime informatie met de vaste commissie kan worden gedeeld.

Werkbezoeken in Nederland

Zoals bekend bestaat er de mogelijkheid tot het afleggen van werkbezoeken aan de missiegebieden zelf. Daarnaast wil ik de vaste commissie voor Defensie echter graag aanbevelen om (vaker) gebruik te maken van de mogelijkheid om thematische werkbezoeken in Nederland af te leggen, specifiek gericht op de militaire component(en) van een aanstaande en/of lopende Nederlandse missiebijdrage. Zo is het materieel waar we in onze operaties gebruik van maken in Nederland opgeslagen, wordt het hier onderhouden en gereed gesteld, en wordt er in Nederland op dagelijkse basis mee geoefend.

Nog belangrijker zijn natuurlijk de mannen en vrouwen die de militaire component(en) van een meerjarige Nederlandse missiebijdrage daadwerkelijk gestalte geven. Zij doen dit veelal op basis van rotaties. Dat betekent dat wanneer de ene groep zich in het inzetgebied bevindt, een tweede groep hun uitzending net achter de rug heeft, en een derde groep zich alweer aan het opwerken is om de eerste groep te vervangen. Kortom: het is altijd mogelijk om ook hier in Nederland de mannen en vrouwen te leren kennen die zich in het buitenland inzetten voor onze veiligheid, en te horen van hun ervaringen.

Vanzelfsprekend treed ik over de hierboven geschetste opties graag nader met de vaste commissie voor Defensie in overleg.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten


X Noot
1

Onlangs is de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken gewezen op de mogelijkheid van technische briefings in brede zin over lopende missies en operaties.

X Noot
2

Zie de brief «Monitoring en evaluatie missies» d.d. 20 mei 2020 (Kamerstuk 27 925, nr. 721).

X Noot
3

Dit geldt ook voor de niet artikel 100 plichtige Nederlandse militaire bijdrage aan de vooruitgeschoven NAVO presentie in Litouwen enhanced Forward Presence (eFP). De Kamer ontvangt op Verantwoordingsdag overigens tevens een jaarlijkse voortgangsrapportage over de kleine(re), niet art-100 plichtige missiebijdragen (VKM).

Naar boven