5 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor om het dertigledendebat over de onvoldoende voortgang bij de decentralisatie van de jeugdzorg van de agenda af te voeren.

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

• maandag 27 mei van 11.00 uur tot 18.00 uur van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over governance in het onderwijs;

• maandag 3 juni van 14.00 uur tot 18.30 uur van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie over de initiatiefnota Maatregelen ter bestrijding van voetbalvandalisme en ernstige overlast (33281).

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 30139-111; 30139-112; 32706-35; 32706-30; 32706-32; 32706-36; 32706-42; 32706-37; 31460-29; 31460-27; 31460-31; 31460-30; 31460-32; 32706-41; 33400-X-68; 27925-472; 27925-471; 27925-469; 27925-466; 27925-468; 27925-467; 33400-XIII-140; 29628-375; 2013Z06380; 2013Z05860; 30573-116; 33552-1; 33552-2; 33000-VI-75; 28638-97; 33400-VI-95; 33400-VI-5; 29270-63; 29270-72; 24587-482; 29270-64; 29270-70; 29270-71; 29270-74; 29628-373; 22112-1584; 19637-1631; 29936-32; 19637-1629; 29838-65; 33201-(R1977)-11; 29477-238; 31839-258; 31015-83; 33435-1; 31839-265; 2013Z06521; 2013Z04577; 31839-274; 31839-273; 33400-XVI-141; 32439-8; 31977-12; 31015-84; 31839-275; 32012-13; 33435-4; 33400-XVI-137; 29689-427; 21109-209; 32620-81; 33435-3; 2013Z06068; 33400-XVI-136; 33578-2; 2013Z06328; 2013Z05943; 28828-22; 29689-425; 31839-269; 31839-276; 31839-254; 25424-197; 31839-264; 31839-261; 33435-2; 2013Z04771; 2013Z06527; 30597-290; 29689-426; 2013Z06841; 33400-XVI-14; 2013Z05110.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

• het VAO Mediaonderwerpen naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 16 april jongstleden met als eerste spreker de heer Heerma van het CDA;

• het VAO Winstcijfers zorgverzekeraars/ziekenhuisfinanciering naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 17 april jongstleden met als eerste spreker mevrouw Leijten van de SP.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

het woord is aan mevrouw Van Veldhoven.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Wij hebben begrepen dat het Europees Parlement gisteren het voorstel voor backloading van het ETS heeft afgestemd. Ik wil graag een debat aanvragen over de betekenis hiervan voor het Nederlandse klimaatbeleid en de Europese stand van het ETS.

De heer Paulus Jansen (SP):

De SP-fractie geeft er de voorkeur aan om het onderwerp te betrekken bij het reeds geplande algemeen overleg inzake het klimaatbeleid of bij het algemeen overleg over energie dat een week is uitgesteld. Dat zijn voor mij twee heel snelle gelegenheden om het hierover te hebben. Ik kan mij voorstellen dat er dan eerst een brief naar de Kamer komt.

De voorzitter:

De SP steunt het verzoek om een debat dus niet.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Mijn fractie verleent wel steun aan een verzoek om een debat. Ik heb mij ook aangemeld voor de regeling. Ik vind dat staatssecretaris Mansveld de eerstverantwoordelijke op dit terrein is en wil graag in eerste instantie een debat met haar voeren. Ik begrijp dat ook mevrouw Van Veldhoven graag wil dat staatssecretaris Mansveld hierbij betrokken wordt. Wij verlenen dus steun aan dit verzoek, maar het moet dan wel een debat met beide bewindspersonen worden.

De heer Jan Vos (PvdA):

De fractie van de Partij van de Arbeid steunt het verzoek tot een debat niet. Wij menen dat het uitstekend bij het algemeen overleg over energie kan worden betrokken dat volgende week plaatsvindt. Het kan eventueel ook bij het algemeen overleg over het klimaat worden betrokken. Het lijkt ons afdoende om het debat met één bewindspersoon te voeren. Wij stellen wel prijs op een kabinetsreactie per brief. Het is een urgent probleem dat adequaat moet worden aangepakt.

De voorzitter:

Ik constateer dat de PvdA-fractie het verzoek om een debat niet steunt.

De heer Jan Vos (PvdA):

Dat is correct. Dat was mijn eerste zin.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie is ook enorm geschrokken van de uitslag van de stemming in het Europees Parlement. Wij vinden dit een urgent vraagstuk en daarom steunen wij het verzoek om het debat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Wij steunen het verzoek om een debat. Ik denk dat D66 terecht vraagt om de aanwezigheid van twee bewindspersonen. Dat maakt het moeilijk om het te agenderen bij ofwel het algemeen overleg over energie ofwel het algemeen overleg over het klimaat. In dat licht steunen wij het verzoek van mevrouw Van Veldhoven van harte.

De heer De Graaf (PVV):

Eindelijk iets goeds uit Brussel, zou ik bijna zeggen! Daarom steun ik het verzoek ook van harte. Laten we er maar lekker bovenop knallen! Wij vinden ook dat het heel moeilijk is in te passen in de AO's die zojuist genoemd zijn. Wij hebben ook graag dat mevrouw Mansveld als eerstverantwoordelijk bewindspersoon wordt uitgenodigd.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Het is een belangrijk debat, maar ik volg de suggestie van de heer Jansen. Er moet dan wel een brief naar de Kamer komen. Wij geven dus geen steun aan het verzoek om een debat.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

De VVD steunt het verzoek om een debat niet. Wij steunen wel het verzoek om een brief naar de Kamer te sturen. Ik sluit me voor het overige aan bij de woorden van de heer Vos van de Partij van de Arbeid.

De voorzitter:

Mevrouw Van Veldhoven, u hebt geen steun voor een meerderheidsdebat.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dan stel ik voor dat wij een brief over dit urgente probleem vragen. We bekijken vervolgens hoe ver we volgende week in het algemeen overleg komen. Ik wil het dan wel graag als dertigledendebat op de lijst hebben, voor het geval de bewindspersoon van Infrastructuur en Milieu niet aanwezig kan zijn bij het algemeen overleg. Dan hebben wij dit in ieder geval als dertigledendebat genoteerd. Als tijdens het algemeen overleg blijkt dat de beantwoording voldoende is, zal ik het daarna uiteraard graag van de lijst halen.

De voorzitter:

Ik zal het toevoegen aan de lijst. De spreektijd is drie minuten per fractie. U kunt natuurlijk mevrouw Mansveld uitnodigen voor het algemeen overleg volgende week. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Afgelopen maandag werd tijdens een hoorzitting in het Europees Parlement duidelijk dat er volgens de Commissaris 11 miljard extra nodig is voor het EU-budget. Volgens VVD'er Mulder is het 16 komma nog wat miljard. De regering heeft constant gezegd dat er niets nodig is. Wij krijgen graag opheldering. Wat is de stand van zaken? Hoeveel geld wordt naar Brussel overgemaakt als dit doorgaat? Is de informatie over de topsalarissen al beschikbaar? Wij wachten daar nu al een maand of vijf op. Hoeveel mensen verdienen meer dan de Nederlandse minister-president? Dat zijn er toch ook enige duizenden. Daarover krijgen wij graag duidelijkheid en daarna willen wij een debat voeren. Voor dat debat mag er natuurlijk geen besluit worden genomen over het bedrag dat wordt overgemaakt. Tot slot horen wij graag of de Nederlandse regering erin slaagt, een blokkerende minderheid te vormen om dit tegen te houden.

De voorzitter:

Uw een na laatste vraag was om geen onomkeerbare besluiten te nemen voordat het debat is gevoerd?

De heer Omtzigt (CDA):

Ja.

De voorzitter:

Laten wij eerst eens kijken of het debat ook wordt gepland.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik doe dit verzoek namens de fracties van het CDA, de ChristenUnie en de PVV.

De heer Verheijen (VVD):

Wat ons betreft, wordt er helemaal geen geld overgemaakt. Het kabinet is daarover ook helder geweest. Wij blokkeren nooit de vraag om een brief, maar wij zien op dit moment geen aanleiding voor een debat. Ik stel voor dat wij dit betrekken bij het algemeen overleg dat wij morgen voeren over de Raad Algemene Zaken.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat.

De heer Servaes (PvdA):

Ik sluit mij hierbij aan. Wij hebben morgen een algemeen overleg over de Raad Algemene Zaken. Wij hebben inmiddels een brief ontvangen van de minister van Financiën. Ik stel voor dat wij daar morgen eerst met elkaar over spreken. Dan kunnen wij verder zien.

De voorzitter:

Mijnheer Omtzigt, u hebt geen steun voor een debat.

De heer Omtzigt (CDA):

Maar wel steun voor een brief. Ik zie die brief graag tegemoet. Ik wil hier nu een dertigledendebat van maken en ik vraag u, dat te plannen. Ik hoop dat dit voor die tijd wordt opgelost, maar ik plan dit toch graag, want het gaat om heel veel geld.

De voorzitter:

Ik zal het onderwerp op de lijst zetten, maar ik vrees dat het voorlopig nog niet kan worden gepland. Het staat op de lijst. De spreektijd is drie minuten per fractie. Ik zal het stenogram van dit deel van het debat doorgeleiden naar het kabinet voor de gevraagde brief.

Ik geef het woord aan mevrouw Voortman.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb mede namens de fracties van de SP, D66 en de ChristenUnie het volgende verzoek. Wij hebben vanochtend een hoorzitting gehad met de Inspectie Veiligheid en Justitie. Ik heb daar gevraagd naar de betrokkenheid van binnen- en buitenlandse veiligheidsdiensten. De inspectie verwees daarvoor naar de minister van Binnenlandse Zaken. Daarom vraag ik bij dezen de minister van Binnenlandse Zaken om de Kamer nog voor aanvang van het debat over het overlijden van Alexander Dolmatov zo uitgebreid mogelijk te informeren over eventuele toenadering van veiligheidsdiensten tot de inmiddels overledene.

De voorzitter:

Ik zal dit deel van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.