31 015 Kindermishandeling

Nr. 84 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 januari 2013

Conform uw verzoek bied ik u hierbij, mede namens de minister van Veiligheid en Justitie, het werkplan en de eerste monitor van de Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik aan1. Op 20 november jl. heeft de voorzitter van de Taskforce, dhr. E. van der Laan, het werkplan en de monitor aan mij en de minister van Veiligheid en Justitie aangeboden tijdens een goed bezochte bijeenkomst met diverse partijen uit het veld.

Aan de Taskforce hebben wij gevraagd de acties uit het actieplan Kinderen Veilig aan te jagen en te monitoren. Deze eerste monitor is een nulmeting die de stand van zaken van de uitvoering van de acties uit het actieplan weergeeft. De Taskforce beveelt aan om de acties SMART te herdefiniëren en nader te ordenen op samenhang en uiteindelijke effecten. Deze aanbeveling wordt momenteel uitgevoerd, in overleg met de Taskforce, zodat hiervan bij de volgende monitor gebruik kan worden gemaakt. Het is de bedoeling dat de Taskforce twee keer per jaar een monitor uitbrengt en zo de voortgang van de uitvoering van de acties nauwlettend volgt.

Met het werkplan geeft de Taskforce aan met welke speerpunten en acties de Taskforce aan de slag gaat en welke aanpak en rol hen daarbij voor ogen staat. De Taskforce wil zich vooral richten op een effectieve implementatie van activiteiten.

De minister van Veiligheid en Justitie en ik zijn verheugd dat de Taskforce gestart is en voortvarend een bijdrage levert aan het omzetten van beleid naar praktijk zodat kindermishandeling en seksueel misbruik effectiever kan worden aangepakt.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven