3 Sociaal akkoord

Aan de orde is het debat over het sociaal akkoord.

De voorzitter:

Ik heet de premier, de minister van Sociale Zaken, de minister van Economische Zaken en de minister van Financiën van harte welkom. Ik heet ook de mensen op de publieke tribune van harte welkom, en de mensen die dit debat op een andere manier volgen.

Ik geef als eerste spreker in dit debat het woord aan de heer Pechtold van D66. Wij hebben een spreektijd afgesproken van zes minuten per fractie.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Wie regeert dit land? We zien het allemaal nog voor ons: de premier en de vicepremier moesten de lange trap op van het Mondriaan College, op audiëntie bij de baas en de bovenbaas, de heren Wientjes en Heerts. De machtsoverdracht was binnen twee uur getekend. Daarom de vraag: wie regeert dit land? Ik zeg het veel mensen na: goed dat er een akkoord ligt, maar is het ook een goed akkoord?

Samen met fractieleider Rutte spoorde ik Balkenende aan tot regeren. Geen heroverwegingen, maar hervormingen. Geen uitstel, maar actie. In het regeerakkoord herkende ik de hand van die oude Rutte. Maar wat gebeurt er nu, nog geen half jaar later? We vervallen weer in het oude patroon, het sleetse patroon van uitstel en uitruilen. Uitstel tot 2016, want dan gaat het echt beginnen. Als het om hervormen gaat, is het in Den Haag altijd te vroeg of te laat, maar nooit vandaag. De premier noemde zijn polderdeal een historisch akkoord. Historisch! Maar wat is de toekomstwaarde? Voor je het weet, is het geschiedenis.

De bezuinigingen van ruim 4 miljard hangen als een donderwolk boven dit akkoord en ik noteer verschillende uitspraken over de afspraken. Heerts, triomfantelijk: de 4,3 miljard is van tafel. Zijlstra: de 4,3 miljard ligt in augustus weer op tafel. Dijsselbloem: het pakket van bezuinigingen licht klaar voor Brussel. En big spender Schippers kijkt niet op een miljardje. Met zo veel opvattingen binnen één coalitie richt ik mij dan maar tot de premier: welke versie hiervan is de juiste en wat is daar nu precies over afgesproken?

Ik voel mee met minister Schultz van Infrastructuur, een van de directe slachtoffers van dit gejojo. In het regeerakkoord behield zij haar budget. Het zorgpremieoproer kostte haar een miljard. In maart kreeg ze er weer 300 miljoen bij. Dit weekend schreef ze ons dat ze die nog had, maar maandagavond was ze dat geld toch weer kwijt. Tja, wat nu? Ik vraag de premier of het klopt dat deze minister in september de vijfde bijstelling van haar begroting krijgt.

Het gejojo met die 4,3 miljard hangt ook ons boven het hoofd. Waar Dijsselbloem mij vorige maand nog kwam vragen het pakket te steunen, met een beroep op verantwoordelijkheidsgevoel, riep minister Asscher mij gisteren op, met een beroep op hetzelfde verantwoordelijkheidsgevoel, om dat pakket tot augustus te laten rusten. Ik vraag de premier: waarom spelen zijn collega's zo met mijn gevoelens? Het is een publiek geheim dat het kabinet met de oppositie onderhandelt. Minister Bussemaker over het sociaal leenstelsel, Asscher over de kindregelingen en staatssecretaris Van Rijn over de AWBZ. Hoe kan het kabinet mij nu vragen om een onderwijsakkoord te sluiten, als alles wat wij afspreken over extra investeringen na de zomer kan verdwijnen? Of kan de premier mij garanderen dat een dergelijke afspraak dan wel in beton gegoten is?

Het kabinet ging de polder in op zoek naar draagvlak en dat steunden wij. In plaats van de regie te houden waar deze hoort, bij de politik, gaf het deze uit handen. Gaf het kabinet daarmee ook niet het algemeen belang uit handen? De hervormingen zijn toch van tafel, of worden toch uitgesteld? Gaat die WW van drie jaar naar twee jaar, ja of nee? Met ons viel en valt nog steeds te praten over een vertraagde invoering, maar ik zeg daar wel bij: zet de eerste stap nu! Is het nu wel zo'n goed idee om na het debacle van de WAO de uitvoering van de WW in handen van sociale partners te leggen? Waarom worden de maatregelen rond het ontslagrecht doorgeschoven naar 2016? Waarom laat het kabinet de onzekerheid voor mensen over hun pensioen voortbestaan?

Op een school onderhandelen betekent nog niet dat je de belangen van jongeren voor ogen hebt en dat je voor het onderwijs staat. Voortvarend hervormen, investeren in onderwijs, een lagere staatsschuld: nú was het moment om door te pakken voor de nieuwe generatie. Wat is volgens deze "jeune premier" de winst voor de jongeren? Waarom heeft de PvdA zo veel plekken voor arbeidsgehandicapten opgeofferd? Waarom is hun zekerheid op werk teruggebracht tot een kans, afhankelijk van de welwillendheid van weifelende werkgevers?

Ik zie ook positieve punten. De herkeuring in de Wajong gaat jongeren nieuwe kansen geven. Wij steunen de aanpak van doorgeschoten flexwerk, maar we zeggen ook al jaren: vast iets minder vast en flex iets minder flex. Doe dat dan ook allebei.

Dit polderakkoord moet vertrouwen brengen, maar "management by speech" heeft zijn grenzen. Voor de premier komt het op het volgende neer: als je nu geen geld uitgeeft, kom ik het in september bij je halen. Zo'n bezwering overtuigt niet. Voor vertrouwen is perspectief nodig, en leiderschap. Aan D66 wordt gevraagd om een akkoord te steunen waarvan we niet weten hoeveel banen het kost, hoeveel de belasting erdoor zal stijgen en hoe groot het gat is dat het in de begroting slaat. Op dit moment is er veel onduidelijkheid en veel onzekerheid. De enige zekerheid vandaag is, dat het regeerakkoord wordt hervormd. Ik verwacht nu eerst antwoorden en ik wacht op doorrekeningen in juni. Daarom is het voor ieder zinnig oordeel over dit akkoord vandaag veel te vroeg.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Dit sociaal akkoord is het zoveelste akkoord dat onder premier Rutte wordt gesloten waarin het woord belastingverlaging niet voorkomt. Ik zou dan ook willen beginnen met een welverdiende felicitatie: Mark Rutte is de beste premier die de Partij van de Arbeid ooit heeft gehad.

De minister-president was donderdagavond bij Nieuwsuur. "We moeten met elkaar dat CPB verslaan" riep hij tot de Nederlanders. "Jongens", zei hij. "we gaan eens een keer die nieuwe auto kopen, we gaan eens een keer dat nieuwe huis kopen, laten we de Handshake doen". Toen ik dat hoorde, vroeg ik me af wat de heer Rutte had gegeten. Waren het paddo's, of had hij een flink stuk spacecake achter de kiezen? De minister-president staat te roepen dat we niet moeten somberen. Heb vertrouwen, alles komt goed, trek je portemonnee en koop dat huis of die auto. Maar waarmee en waarvan moeten de Nederlanders die nieuwe auto en dat nieuwe huis betalen, nu het kabinet de mensen hun geld afpakt? Alleen al dit jaar krijgt Nederland te maken met ruim 9 miljard extra lastenverzwaring. De btw ging al omhoog. De huren schieten omhoog. Het eigen risico in de zorg is verhoogd. De assurantiebelasting en de accijnzen zijn omhooggegaan. Er is een extra energiebelasting. De tarieven in de loonbelasting zijn omhooggegaan. De hypotheekrenteaftrek wordt afgebouwd. En ja, er wordt zelfs 100 miljoen extra belasting geheven op leidingwater. De premier houdt de mensen in Nederland straal voor de gek. Door al deze belastingverhogingen hebben de mensen helemaal geen geld meer om die nieuwe auto of dat nieuwe huis te kopen.

Om die reden deugt ook het sociaal akkoord niet, want er zit geen cent belastingverlaging in, helemaal niets. Wat Nederland nu nodig heeft, wat onze economie nu nodig heeft, is belastingverlaging. Het inkomen van elk huishouden in Nederland ging er vorig jaar gemiddeld 3% op achteruit. Nederland had de grootste koopkrachtdaling in 30 jaar. Na Estland had Nederland de hoogste inflatie van de hele Europese Unie. De eigen woning van een miljoen huishoudens staat inmiddels onder water. De premier roept: het vertrouwen moet groeien. Maar het vertrouwen kán niet groeien als de economie niet groeit. De economie kan pas echt groeien als de consumptie stijgt. En de consumptie kan alleen stijgen als er lastenverlichting komt.

Vertrouwen van de consument heeft slechts drie dingen nodig: belastingverlaging, belastingverlaging en belastingverlaging. Die krijgt de burger niet; niet van het kabinet, niet van sociale partners, en daarom deugt dit sociaal akkoord niet. Hoe kan de heer Rutte de mensen in het land om vertrouwen vragen, als hij alle verkiezingsbeloftes heeft gebroken, als hij de belastingen verhoogt en als zijn eigen partij, de VVD, vechtend en rollebollend over straat gaat? Wat een chaos! Wat een onderling wantrouwen! De VVD is de weg totaal kwijt; iedere dag een andere boodschap. Op donderdag zegt Mark Rutte: die vier miljard extra bezuinigingen doen we even niet, als u maar allemaal nieuwe auto's en nieuwe huizen koopt; als u dat doet, gaan we die vier miljard straks misschien niet bezuinigen. Op zaterdag zegt minister Schippers: die 3% maakt me eigenlijk niet zo veel uit; 3,2% is ook goed. Gisteren kwam ze ook daarop terug. En op zondag schiet de VVD-troonopvolger de boodschap van de heer Rutte en mevrouw Schippers aan flarden; want ja, daar heb je het: de campagne om het leiderschap van de VVD is alweer begonnen. Met zo'n VVD heb je eigenlijk geen oppositie meer nodig.

Het sociaal akkoord is een wassen neus. Het pakket van vier miljard bezuinigingen ligt straks namelijk gewoon weer op tafel. Iedereen die denkt dat die nullijn in de zorg nu toch maar mooi van tafel is, heeft het verkeerd begrepen; die is straal voor de gek gehouden. De heer Zijlstra, mijn collega-fractievoorzitter van de VVD, zei afgelopen zondag, ik citeer: "Laat ik, als VVD-fractievoorzitter, heel helder zijn: in augustus ligt gewoon dat pakket weer op tafel". Dat is de boodschap van de VVD.

De tijd tikt. Elke dag dat we het nalaten om het roer om te gooien, is een verloren dag, een dag waarop we dieper in het moeras zinken. Gelukkig komen de burgers van Nederland steeds meer in verzet. De opiniepeilingen laten er geen twijfel over bestaan: de partijen in vak-K vertegenwoordigen inmiddels nog maar een derde van de kiezers. Dat komt natuurlijk ook doordat premier Rutte volstrekt ongeloofwaardig is geworden. Hij lacht alles weg. Hij draait als een tol. Hij beloofde belastingverlaging, maar gaf belastingverhoging. Hij zei: niet met de Partij van de Arbeid, maar ging toch in zee met de Partij van de Arbeid. Hij zei: geen geld naar de Grieken, maar gaf wel geld aan de Grieken. Hij zei: ik en de VVD komen niet aan de hypotheekrenteaftrek, maar hij deed dat toch. Hij zei: niet nivelleren, maar hij deed het toch. Hij zei dat hij per se voor 2014 extra wilde bezuinigen, vier miljard. Dat was namelijk keihard nodig om die 3% te halen. Nu zegt hij: voorlopig toch maar even niet. Het volk van Nederland beseft wat premier Rutte zelf nog niet beseft: niemand gelooft hem nog.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Ik heb het gedaan. Ik heb goed naar de premier geluisterd. Ik heb dit weekend de tank van mijn auto gevuld. Ik ben met mijn vrouw uit eten gegaan en ik heb een nieuw tapijt gekocht voor onder de tafel. Zo, de crisis is voorbij. Of toch niet? Was het maar zo simpel.

Vanaf deze plaats wil ik eerst de sociale partners bedanken voor hun inzet. Na weken van overleg hebben zij een aanzet gegeven die in ieder geval een poging is om rust te creëren en vertrouwen te herstellen in de economie. Ze hebben maatregelen die juist negatief werken geschrapt of gewijzigd. Bovenal waren ze er duidelijk over dat in deze tijd van onzekerheid niemand, maar dan ook niemand zit te wachten op nog meer bezuinigingen die juist voor nog meer onrust zorgen en de economie verder op slot zetten. Gezamenlijk hebben de sociale partners de PvdA en de VVD een flinke tik op de vingers gegeven. Het sociaal akkoord is op veel terreinen een behoorlijke correctie op het regeerakkoord. Acties tegen de doorgeslagen flexibilisering en tegen de nullijn voor leraren, politieagenten en in de zorg, lijken te worden beloond. Dat zou een succes zijn voor al die duizenden werknemers die knokken voor eerlijk werk, eerlijk loon en zekerheid in crisistijd.

Om uit de crisis te komen, moeten wij gericht investeren in werken, innovatie, onderwijs, het mkb en vooral in koopkracht en geen ondoordachte nieuwe bezuinigingen doorvoeren. Ga het vertrouwen herstellen. De bezuinigingsdrift van het kabinet verdiept de crisis. Rutte I en Rutte II hebben het herstel van vertrouwen in de weg gestaan. Ik ben blij dat de sociale partners het signaal geven dat die politiek moet worden bijgesteld, als het kabinet dat tenminste gaat doen. Want zo helder als de boodschap van werkgevers en werknemers is, zo roekeloos was de reactie van het kabinet op het akkoord. Het pakket van 4,3 miljard aan bezuinigingen ligt in augustus gewoon weer op tafel. Het kabinet stuurt het pakket van extra bezuinigingen naar Brussel en het akkoord wordt als voetnoot meegestuurd.

In het sociaal akkoord staan enkele goede correcties op het regeerakkoord. Laat ik er eentje uitlichten. De doorgeslagen flexibilisering van de arbeidsmarkt wordt eindelijk aangepakt. Werknemers krijgen sneller een vast contract. Uitzendkrachten krijgen meer zekerheid en de nulurencontracten in de zorg zijn geschrapt. De flexvoorstellen uit het sociaal akkoord komen grotendeels overeen met de initiatiefwet van collega Paul Ulenbelt. Helaas zijn veel andere afspraken nog erg onduidelijk. De bezuinigingen op de sociale werkplaatsen lijken niet van de baan. Ook de afbraak van de thuiszorg is niet teruggedraaid. Kan de premier uitleggen wat dit akkoord betekent voor werknemers in de sociale werkplaatsen? Worden de bezuinigingen op de sociale werkplaatsen geschrapt nu het quotum van de baan is? Of maakt het kabinet mensen met een arbeidsbeperking afhankelijk van de goedwillendheid van werkgevers? Ik vraag dat, omdat minister Asscher op het congres heeft gezegd: geen quotum, dan ook geen bezuiniging. Gaat hij dat nu waarmaken? De voorstellen om Wajongers te herkeuren en ze vervolgens naar een bijstandsregime te verwijzen, is zelfs een regelrechte verslechtering. Is dat nu de bedoeling? Blijft de verlaging van het sociaal minimum in stand? Is de premier het met de SP eens dat ook in de thuiszorg honderdduizend banen gered moeten worden in plaats van een ontslaggolf te creëren? Graag een reactie.

Mensen maken zich grote zorgen over hun pensioen. Deze maand krijgen velen een lager pensioen op hun rekening. Onterecht, vindt de SP. Zogenaamd om jongeren te sparen, maar de regering kiest er nu zelf voor om de aanval op die jongeren te openen. Het verlagen van de fiscaal vrijgestelde pensioenopbouw betekent dat jongeren een veel lager pensioen kunnen opbouwen. Het sociaal akkoord wijst een verlaagde opbouw af. Ook de Raad van State – maandag kregen wij een wetsvoorstel hierover – heeft dat gedaan. Waarom neemt het kabinet dat punt uit het sociaal akkoord niet over? Ook ontbreekt het in het akkoord aan concrete voorstellen om de economie een stimulans te geven, terwijl Nederland dat nu juist nodig heeft. Wel is overeengekomen dat de verhuurderheffing die het kabinet wil corporaties de ruimte moet geven om te investeren. Betekent dit dat het kabinet alsnog van plan is het voorstel van collega Paulus Jansen te omarmen om corporaties geen platte heffing, maar juist een investeringverplichting op te leggen?

In tegenstelling tot de afgelopen twee jaar lijkt de premier nu ook te beseffen dat wij het vertrouwen moeten herstellen om Nederland er weer bovenop te helpen. Helaas komt de premier met zijn oproepen niet verder dan loze woorden en onnozele oproepen om auto's te kopen of naar het café te gaan. Dat is natuurlijk een regelrechte aanfluiting. Nieuw vertrouwen creëer je niet met woorden, maar met daden. De praktijk is namelijk heftig. Het beleid van Rutte I en Rutte II heeft desastreus uitgewerkt, voor veel mensen. Het heeft de crisis verdiept en het vertrouwen de das om gedaan. Het aantal mensen met schulden groeit. Het aantal werklozen groeit. Het aantal bedrijven dat over de kop gaat, groeit. Ouderen voelen zich gepakt en jongeren zitten werkloos thuis. Het kabinet bezuinigt op mensen, op kwaliteit en op de menselijke waardigheid, in plaats van op verspilling, bureaucratie, topvermogens, marktwerking en winstmaximalisatie. Nieuw vertrouwen betekent herstel van de koopkracht. Investeer in banen, nu en niet in 2030. Zet de verhuurderheffing om in een investeerderverplichting. Dat levert tienduizenden banen op. Geef het mkb de mogelijkheid wel kredieten te krijgen bij een goed bedrijfsplan door bijvoorbeeld het oprichten van een nationale investeringsbank. Haal de megaontslaggolf bij de thuiszorg weg.

Wanneer we niet in deze richting doorpakken, zie ik het herstel waarop was gehoopt voorlopig niet terugkomen. PvdA en VVD hebben nu al duidelijk afgesproken dat de Brusselse norm van 3% heilig is voor 2014. De kans dat er in augustus een nieuw bezuinigingspakket wordt besproken, is daarmee levensgroot. Dat doet het vertrouwen dat de premier zegt te willen herstellen volledig te niet.

Er liggen volop kansen. De vraag is of dit kabinet die ziet en die wil oppakken. Ik zeg er eerlijk bij dat ik er een hart hoofd in heb, maar verras mij vandaag maar.

De heer Pechtold (D66):

De eerste reactie van collega Roemer was eigenlijk een heel positieve. Die werd ook als zodanig geduid. De FNV-voorman was er zelfs blij mee. Het ging om pagina's en pagina's, maar nu wij de details hebben kunnen bestuderen, vraag ik de heer Roemer of hij dit akkoord op hoofdlijnen kan steunen, of heeft hij ook moeite met de afhankelijkheid van de miljardenbezuinigingen die na de zomer zo maar weer kunnen terugkomen?

De heer Roemer (SP):

Op de laatste vraag is mijn antwoord duidelijk ja. Wat mij betreft zijn de bezuinigingen van tafel. Als het kabinet dadelijk komt met een flexwet die in de richting gaat waarop het lijkt te gaan, dan ben ik daar blij mee. Voor 95% komt die namelijk overeen met de initiatiefwet van Paul Ulenbelt. Dan stem ik daar niet tegen. Maar op heel veel terreinen heb ik voorstellen gezien die een verbetering zijn ten opzichte van het regeerakkoord, maar nog steeds een verslechtering van de bestaande situatie. Ik zal al die voorstellen keurig afwachten en ze vervolgens in de Kamer op de inhoud beoordelen. Ik ga hier vandaag geen akkoord ondertekenen, want ik heb niet aan tafel gezeten. Ik wil best een akkoord met iemand sluiten, maar dan zit ik zelf aan tafel en dan wil ik invloed hebben op wat er in het akkoord komt te staan. Het is ook nog niet aan partijen om aan te geven of zij het akkoord steunen, maar ik zal kijken naar de inhoud. Wat goed is, dat is goed. Wat niet goed genoeg is, zullen wij proberen te verbeteren met voorstellen. Wat waardeloos is, daartegen zullen wij het verzet organiseren. Volgens mij zijn wij daar aardig goed in.

De heer Pechtold (D66):

Daar kan ik de heer Roemer mee complimenteren. Op het punt van flex gaan wij elkaar overigens vinden, want ook D66 heeft zojuist aangegeven te pleiten voor minder flex. Ik vind dat vast dan ook minder vast moet worden, want dan hebben wij ten minste een arbeidsmarkt in evenwicht. Daar zullen de heer Roemer en ik elkaar niet treffen.

De heer Roemer (SP):

Als wij het eerste doen en het tweede laten, komen wij …

De heer Pechtold (D66):

Ik zou van de heer Roemer toch een nadere bespiegeling willen hebben waarin hij niet alleen het sociaal akkoord, net als ik, koppelt aan de 4,3 miljard, maar ook zaken als de verhuurderheffing en andere zaken uit het verleden en uit het regeerakkoord erbij haalt. Hoe kan de Kamer, in dit proces van een paar weken of hooguit een paar maanden, het zo organiseren dat het dadelijk niet een brij van 67 stemmingen – ik geloof dat het akkoord 67 punten bevat – zal zijn, uitmondend in een volstrekte chaos?

De heer Roemer (SP):

Ik weet niet precies wat de heer Pechtold vraagt. Het akkoord an sich zal hier niet ter beoordeling worden voorgelegd. Als dit wel het geval is, zal ik dat niet steunen omdat ik bij het hele akkoord wil zien wat er daadwerkelijk wordt waargemaakt. Ik vind de grote winst van het akkoord, dat het wel degelijk een andere koers aangeeft. De sociale partners hebben de koers wel degelijk een stuk willen verleggen. Gaat het voor mij ver genoeg? Nee, natuurlijk niet, dat moge duidelijk zijn. Ben ik blij met deze koerswijziging? Jazeker, omdat de koers nu beweegt in de richting die wij graag willen. Wij gaan alle onderdelen rustig beoordelen. Als het een forse verbetering betekent, valt er met ons te praten. Dat hebben wij in het verleden altijd gedaan. Wij zijn altijd bereid te praten over verbetervoorstellen. Als ik het voor mijn achterban, voor de mensen buiten deze Kamer, beter kan maken, doe ik dat.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter. Wie zich dit weekeinde in het Haagse uitgaansleven begaf, kon zomaar de minister-president tegenkomen. Met zijn vrienden was hij bezig de Haagse horeca een boost te geven. Ik heb de heer Rutte nog wel eens gebrek aan regie verweten, maar dat neem ik terug. Gelukkig is het land waar de premier zo hands-on het economisch herstel ter hand neemt. Heeft dit geholpen? Wij zouden het kabinet kunnen vragen het effect van het veelvuldig cafébezoek door het Centraal Planbureau te laten doorrekenen, maar de minister-president wil juist dat wij de sombere CPB-prognoses terzijde leggen. Met zijn allen het CPB verslaan, noemt hij dat.

De voodoo-economie heeft bezit genomen van het Torentje. Terwijl nu ook het IMF weer krimp voorspelt, bezweert de leider van ons land de kwade geesten van de economie door heel hard te wensen dat het beter gaat. Ga naar het café en geef een rondje, dan halen wij de 3% en kunnen de bezuinigingen in de zojuist nieuw aangeschafte ijskast. Zo werkt het helaas niet. Om het vertrouwen te herstellen, zul je nu moeten kiezen en niet in augustus. Of de bezuinigingen zijn van tafel, zoals Ton Heerts het akkoord uitlegt, of wij houden ons aan de 3% en dan komt alles wat nu van tafel is gehaald, er in augustus gewoon weer op te liggen.

Net als minister Schippers, net als de heren Bolkestein en Wiegel, net als het CPB en het IMF en net als de meeste economen, vind ik het verstandig de 3% nu even geen heilige koe te laten zijn. Ik roep het kabinet op die keus te volgen. Doet het dat niet, dan blijft het zwaard van Damocles boven de hoofden hangen en helpt een beetje voodoo echt niet om het vertrouwen te herstellen.

De verschillende uitleg die kabinet en sociale partners geven aan de afspraken over het bezuinigingspakket, roept bij mij een wat algemene vraag op. Kabinet en sociale partners hebben elkaar gevonden, schrijft minister Asscher donderdag in zijn brief. Zorg ervoor dat zij elkaar niet weer kwijtraken, zou ik hem willen meegeven. Kabinet en sociale partners hebben over de volle breedte van het arbeidsmarktbeleid afspraken gemaakt, zo lees ik in de brief. In het akkoord zelf lees ik soms oproepen aan het kabinet, soms wensen van de sociale partners en soms voorgestelde uitgangspunten. Ook lees ik daarin over de door de sociale partners noodzakelijk geachte maatregelen. Over de noodzaak tot verdere bezuinigingen staan kabinet en sociale partners lijnrecht tegenover elkaar. Ik ben niet verantwoordelijk voor wat het kabinet daarover zegt, zei Ton Heerts gisteren in zijn toelichting aan de Tweede Kamer. Het sociaal akkoord eindigt met de tekst dat de voorgenomen bezuinigingen noodzakelijk herstel in de weg staan en schade berokkenen aan de economie. Kan de minister-president toelichten wat nu wel en wat nu niet tussen wie en wie precies is afgesproken?

De eerste stap op weg naar herstel van vertrouwen is dat het kabinet in actie komt tegen de oplopende werkloosheid. De effecten van het sociaal akkoord op de werkgelegenheid zijn niet duidelijk en de werkloosheid loopt dramatisch op. In de EU hebben regeringsleiders afgesproken dat als onderdeel van de nationale hervormingsprogramma's ook nationale banenplannen moeten worden opgesteld. Ik heb het kabinet eerder opgeroepen deze afspraak serieus te nemen, net zoals het dat doet met de 3%. Voor 1 mei moet het kabinet zijn banenplan naar Brussel sturen. De minister van Sociale Zaken heeft mij toegezegd, dit inderdaad te gaan doen. Waar blijft dit plan? Zo vraag ik het kabinet. Er is nu geen reden meer om langer te wachten. Kan de minister toezeggen dat hij het plan uiterlijk maandag naar de Kamer stuurt zodat wij er hier nog over kunnen spreken voordat het voor 1 mei naar Brussel gaat?

De Europese Commissie doet ook concrete voorstellen om de werkgelegenheid te stimuleren en moedigt de lidstaten daarbij aan om meer gebruik te maken van milieubelastingen om arbeid minder te hoeven belasten. Dat klinkt mijn fractie natuurlijk als muziek in de oren. Kan de minister toezeggen dat deze duurzame banen ook onderdeel worden van het banenplan van het kabinet?

Het akkoord vormt een goede basis voor het kabinet om aan de slag te gaan. Natuurlijk zitten er dingen in die wij betreuren, zoals het schrappen van het verplichte quotum voor arbeidsgehandicapten. Dat was nu een van de dingen – een van de weinige dingen, zo had ik eerst staan, maar laat ik het neutraal houden – uit het regeerakkoord waar ik vierkant achter sta of stond; ik sta er nog steeds achter. Dat verplichte quotum is nu ingeruild voor een vrijblijvende afspraak tussen werkgevers en werknemers. Dat hebben wij in het verleden al eens geprobeerd. Toen werkte het niet. De PvdA was altijd duidelijk. De heer Samsom zei op 17 maart nog, zo stond te lezen op NU.nl, dat de quotumregeling en de bezuinigingen op de sociale werkplaats aan elkaar gekoppeld zijn en dat het lastig is daar een kaart uit te trekken. Ik ga er dan ook van uit dat met het schrappen van het quotum er niet bezuinigd gaat worden op de sociale werkplaatsen. Helaas staat de bezuiniging op de sociale werkplaats van 650 miljoen structureel nog wel ingeboekt. Is dat een vergissing?

Goed dat het verkorten van de WW niet doorgaat. Dat is in tijden van crisis ook onverstandig. Ik heb nog wel wat vragen. Hoe voorkomen wij de fouten van vroeger, nu de regie weer bij de sociale partners komt te liggen? Hoe verhoudt de rol van de sociale partners zich tot die van de gemeenten? Met de gemeenten is nog niet overlegd. Zij blijven wel financieel en ook bestuurlijk verantwoordelijk. Hoe wordt bij een grotere rol van de sociale partners zeker gesteld dat ook het belang van de zzp'er goed vertegenwoordigd is?

Ik hoor het graag, mevrouw de voorzitter. Wij hebben lang gewacht. Er is een akkoord. Dat akkoord is een goede basis voor het verdere overleg tussen kabinet en Staten-Generaal. Aan de slag!

De voorzitter:

Sorry, mijnheer Pechtold, u moest even wachten, want de heer Van Ojik wilde eerst zijn zin afmaken. Ga uw gang.

De heer Pechtold (D66):

Dat staat hem geheel vrij. Ik hoorde collega Van Ojik zeggen dat het onverstandig is om de WW te bekorten in tijden van crisis. Nu meen ik dat een halfjaar geleden de economische omstandigheden niet heel veel anders waren. Het staat bovendien toch gewoon in uw verkiezingsprogramma, mijnheer Van Ojik?

De heer Van Ojik (GroenLinks):

GroenLinks heeft altijd gezegd dat hervorming van de WW een zaak is die ter hand moet worden genomen. Als het zo slecht gaat met de economie als nu, is het verstandig om dit soort maatregelen, waarvan wij in beginsel geen tegenstander maar voorstander zijn, even niet te nemen. Dat standpunt heeft de fractie van GroenLinks in het najaar ingenomen. Met enig genoegen vind ik dat nu terug in het sociaal akkoord.

De heer Pechtold (D66):

Met name voor jongere kiezers is dat toch eigenlijk een rare situatie? De economische situatie is niet veranderd, GroenLinks heeft bij de verkiezingen eigenlijk dezelfde voorstellen als D66 voorgelegd aan niet alleen het Centraal Planbureau maar ook de kiezers. Nu zegt de heer Van Ojik echter: we dachten met de fractie een paar weken na de verkiezingen dat we het nu maar even niet moesten doen. Ik vraag mij dan toch af wat de jongere kiezer die wil dat de arbeidsmarkt generatieneutraal toegankelijk is, dat kansen gelijkgetrokken worden, daaraan gehad heeft.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

In ons verkiezingsprogramma en in de doorrekening die wij hebben voorgelegd aan het Centraal Planbureau, staan talloze maatregelen die de begeleiding van werk naar werk en de begeleiding vanuit werkloosheid naar werk vergemakkelijken en financieren. Dit zat allemaal niet in het regeerakkoord, maar de verkorting van de WW-duur zat er wel in. Met andere woorden: er wordt een element uitgelicht dat in tijden van economische crisis heel negatief uitpakt, omdat het mensen in hun rechten belemmert zonder dat er iets positiefs voor in de plaats komt. De zaken die te maken hebben met re-integratie en begeleiding van werk naar werk zaten er niet in. Om die reden hebben wij het regeerakkoord op dit punt afgewezen en om die reden ben ik nu positief over het uitstel van die maatregelen.

De heer Krol (50PLUS):

Voorzitter. Het bezuinigingspakket lijkt van tafel, maar als het consumentenvertrouwen zich door de in het sociaal akkoord aangekondigde maatregelen niet op korte termijn herstelt, ligt hetzelfde bezuinigingspakket dan in augustus weer op tafel? Dit blijft een minderheidskabinet. Men moet voor elk akkoordje steun zoeken in de Eerste Kamer, bij de oppositie of bij de sociale partners. Balancerend van akkoord naar akkoord wordt dit het kabinet dat bestaat uit een ploeg van "akkoorddansers".

De kortingen en negatieve maatregelen stapelen zich op voor ouderen. Is het juist deze stapeling van kabinetsmaatregelen die het begrotingstekort moet dichten? Als je de Miljoenennota 2013 bekijkt, vermoed je van wel. Daarin wordt geschreven over een interdepartementale werkgroep die moet onderzoeken of alle fiscaal gunstige regelingen inzake inkomensondersteuning van ouderen niet afgeschaft kunnen worden. Kan het kabinet hierop een nadere toelichting geven?

Als de fractie van 50PLUS naar dit sociaal akkoord kijkt, ziet zij dat de publiek gefinancierde WW teruggaat naar 24 maanden; dat is een verlies van maar liefst 14 maanden. Dat is een achteruitgang. Laat duidelijk zijn dat je op basis van de huidige regeling 38 jaar gewerkt moet hebben om aanspraak te kunnen maken op de maximale WW-duur. Dit zijn mensen die dus minimaal achter in de 50 zijn en op de arbeidsmarkt helaas afgeschreven lijken te zijn. Weer zijn het de ouderen die hierdoor geraakt worden. Natuurlijk, als je onder een cao valt, kun je er nog 14 maanden bij krijgen, maar hoe zit dat met de mensen die niet onder een cao vallen? Graag krijg ik hierop een reactie.

De kosten zullen dus opgebracht moeten worden door werkgevers en werknemers. Dat geldt nu voor de extra 14 maanden, maar in de toekomst gaan werkgevers en werknemers ook de helft van de publiek gefinancierde WW voor hun rekening nemen. Wat betekent dit voor de koopkracht van werknemers, de loonkosten en de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven? Graag krijg ik hierop een reactie.

De verkorting van de WW gaat pas in 2016 in. Er komt een overgangsregeling voor ontslagvergoedingen voor 50-plussers. Deze overgangsregeling geldt tot 2020. Wat gaat dit kabinet doen om de positie van ouderen op de arbeidsmarkt in de tussentijd te verbeteren, zodat zij straks niet tussen wal en schip vallen? Er komt een actieteam en er is al een ambassadeur voor de jeugdwerkloosheid. Hoe zit het met de taskforce ouderenwerkloosheid? Ik herinner de minister graag aan de Kamerbreed aangenomen 50PLUS-motie, die van harte door de minister-president werd gesteund. Wanneer wordt die taskforce toegevoegd aan het actieteam? De taskforce dient niet alleen bezig te zijn met de vraag hoe werkloze ouderen weer aan het werk kunnen komen, maar dient zich ook te richten op preventie en een realistischer beeldvorming van ouderen. Er is een cultuurverandering nodig om iedereen duurzaam inzetbaar te laten zijn op de arbeidsmarkt. Juist als mensen ouder worden, moet er een plek zijn. Dat is echter nog niet tussen de oren van de werkgevers aanwezig, zoals blijkt uit een recentelijk gepubliceerd onderzoek onder personeelsmanagers. Bij versoepeling van het ontslagrecht zullen ze de ouderen het eerst ontslaan en worden ze het laatst aangenomen.

Dan kom ik nu bij de overbruggingsregeling AOW. Volgens de Stichting van de Arbeid gaat deze regeling ook gelden voor de gevallen na 2018. De 50PLUS-fractie vindt dit echter niet terug in het overzicht van maatregelen dat zij van het kabinet ontving. De 50PLUS-fractie leest in het akkoord evenmin iets over de pensioenkorting die deze maand veel ouderen gaat treffen en die naar de mening van de 50PLUS-fractie onnodig is. Dat is slecht voor het consumentenvertrouwen. En dat is zeker slecht voor de mensen die niet zo gemakkelijk een nieuwe auto kunnen kopen, laat staan een nieuw huis. En dat gebeurt alleen omdat de rente kunstmatig laag wordt gehouden. Waarom maakt dit geen deel uit van het akkoord?

In het commentaar op het akkoord meldt het doorgaans zeer betrouwbare Financieele Dagblad dat een voormalig minister vindt dat minister-president Rutte iets meer lef had moeten tonen en had moeten zeggen dat het een mooi akkoord is, maar dat er niet wordt gekort op de pensioenen. Wie was deze minister die in de krant anoniem blijft? Ik wil zijn naam graag weten want dan kunnen wij hem een erelidmaatschap aanbieden.

Ten slotte wil ik het nog hebben over de verlaging van de opbouwpercentages. In onze ogen is dat een draconische maatregel. Deze maatregel is ook niet te plaatsen in tijden dat de regering roept dat er niet voldoende geld in de pensioenkassen zou zitten. Als dit doorgaat, zitten de toekomstige gepensioneerden, te weten de vijftigers en de jongeren van nu, met een enorm probleem. De 50PLUS-fractie vindt dat dit kabinet de huidige regeling intact moet laten. Hierin worden wij onder meer gesteund door de Raad van State, de ANBO en bijna 1 miljoen werknemers die zijn verenigd in centrale ondernemingsraden waarmee wij gisteren nog hebben gesproken.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Hoe kijk je aan tegen het sociaal akkoord? Ik heb daar een heel eenvoudig antwoord op: dat hangt af van welke bril je opzet. Je kunt natuurlijk een heel sombere, donkere, pessimistische bril opzetten. Zo'n bril had premier Rutte op toen hij als VVD-leider het crisispakket van het kabinet-Balkenende IV moest beoordelen. Als je met zo'n sombere bril kijkt naar het akkoord, zie je moeizaam gepolder in plaats van stevige hervorming, uitstel in plaats van doorpakken, en geen opbloei van de economie, maar juist onheil. Dat is de sombere bril.

Je kunt ook het andere uiterste kiezen en een heel optimistische, zonnige bril opzetten, zoals premier Rutte vorige week op had. Hij juichte dat het akkoord uniek is en dat we ons met dit akkoord gaan terugknokken uit de economische malaise. Met andere woorden: geloof erin, want als je erin gelooft, zijn de wonderen de wereld nog niet uit. Dat laatste wil de SGP-fractie graag geloven, maar we geloven en hopen wel graag op basis van vaste gronden. De Kamer voelt het wellicht al aankomen: de SGP-fractie voelt niet voor die pessimistische bril, maar ook niet voor die overoptimistische bril. Onze fractie kijkt graag met een realistische bril naar dit akkoord. Het eerste wat ik over het akkoord wil zeggen, is dat het goed is dat er een akkoord ligt. We kunnen daar wel aan voorbijgaan, maar in crisistijd is het echt heel belangrijk dat er zo'n breed gedragen sociaal akkoord ligt. Het is ook een hele prestatie dat er zo veel handtekeningen onder prijken. Dat een akkoord heel wat waard kan zijn, zag je ook met het Akkoord van Wassenaar dat in het begin van de jaren tachtig werd gesloten. Ik heb het nog even nagekeken en mij viel op dat het akkoord toen voorafgaand aan de regeringsverklaring werd afgesloten, wat overigens best een handige volgorde is.

Het is een goede zaak dat een aantal vervelende plannen door dit akkoord van tafel is. Wij zijn daar op zich positief over. Neem bijvoorbeeld de nullijn in de zorg; daar stond niemand bij te juichen. Het maakt de banen in de zorg weer onaantrekkelijk. Heel veel mensen in de zorg moeten al hard werken voor een laag loon.

Een positief punt is dat werkgevers zelf actiever aan de slag gaan om arbeidsgehandicapten aan een baan te helpen, waardoor het quotum – toch een heel botte maatregel – hopelijk definitief in de prullenbak is verdwenen. We vinden het ook positief dat mensen die in crisistijd hun baan verliezen, niet ineens te maken krijgen met een rigoureuze inperking van de WW.

Als je de tekst van het akkoord goed leest, zie je dat de hervormingen op de arbeidsmarkt wel degelijk in het vizier blijven. Dat is een goede zaak. Het is onherroepelijk dat zaken op de korte termijn niet doorgaan. Hoe zit het met de zaken die op de lange termijn voorzien zijn? Is het op deze manier niet gemakkelijk en vrijblijvend? Gaat het kabinet snel met wetten komen die ervoor zorgen dat er geen vrijblijvende vergezichten zijn, maar harde maatregelen met een verstandige invoeringsdatum?

Dat is het gedeelte over de zonzijde. Nu ga ik naar de schaduwkanten van het akkoord. Ons belangrijkste kritiekpunt is toch dat dit akkoord een voorschot lijkt te nemen op een onzekere economische groei. Waarop baseert het kabinet het vertrouwen dat de economie met dit akkoord de weg naar boven zal vinden? Welke concrete maatregelen en welke slimme investeringen in de economie dragen daar aan bij? Welke geloofwaardige maatregelen zullen de werkgelegenheid stimuleren? Is het toch niet te veel gebaseerd op de hoop op betere tijden, de hoop op het aantrekken van de economie? Ik zei het al: je mag best op wonderen hopen, maar je kunt er niet op rekenen. De toch al openstaande rekening van de staatsschuld loopt weer op met een flink aantal miljoen euro per jaar. Eigenlijk moet je daar die 4 miljard bij optellen die tussen haakjes is gezet. Er hangt per saldo toch een flinke prijskaart aan dit akkoord. Ik roep het kabinet op om duidelijkheid te verschaffen over het aanvullende bezuinigingspakket. Alleen als er duidelijkheid wordt verschaft, ontstaat er zekerheid voor consumenten en producenten. Zonder meer zekerheid is herstel van vertrouwen niet te verwachten.

Als het kabinet wil vasthouden aan degelijk financieel beleid, is de peptalk van vorige week maar beperkt houdbaar. Je kunt immers op je klompen aanvoelen dat in het najaar alsnog pijnlijke maatregelen moeten worden genomen. Hebben we in dat geval nog wel een sociaal akkoord over? Is het sociaal akkoord weer van tafel als er nieuwe bezuinigingen op tafel komen?

Het is nu niet het moment om een eindoordeel over het sociaal akkoord uit te spreken. Er ligt vandaag geen goedkeuringswet voor. Wij hebben aangegeven welke zonkanten we erin zien en welke schaduwkanten we opmerken. Het is nu niet het moment om het te omarmen of af te schieten. We moeten bekijken wat we er meer over te weten kunnen komen en welke effecten het kan hebben. We moeten het een kans geven.

Tot slot, de SGP vindt het positief dat het kabinet zijn oor te luisteren legt in de samenleving en bij de sociale partners. Een breed draagvlak vergroot de kans dat moeilijke hervormingen succesvol worden. Polderen is een goede traditie, zeker in moeilijke tijden, maar doe het dan wel op alle terreinen. Helaas constateert de SGP dat het kabinet, de coalitiepartijen, op materiële thema's kiest voor polderen, maar op immateriële thema's voor polariseren. Vandaag hebben we het over polderen, maar gisteren sneuvelde in de Kamer nog een verbod op smalende godslastering. Binnenkort staat een wetsvoorstel op de agenda om de gewetensbezwaarde trouwambtenaar te weren. Dan wordt er weer gepolariseerd op gevoelige thema's. Polderen en polariseren gaan niet goed samen. Daarom sluit ik af met een appel om ook op immateriële zaken meer de polder te zoeken. Het verheugt me dat de heer Pechtold zich al meldt bij de interruptiemicrofoon voor het verdere polderen.

De heer Pechtold (D66):

Laten we niet alle brillen uit de kast halen die de heer Van der Staaij ons geschetst heeft. Ik had bij de hervormingen overigens meer het gevoel dat de heer Van der Staaij er een verrekijker voor nodig heeft. Hij brengt in het staartje van zijn inbreng toch wel iets bijzonders in. Hij schermt met wetgeving rondom godslastering en andere zaken die twee paarse partijen de komende jaren, gelukkig ook op initiatief van of met D66, in deze democratie zullen brengen. Was dit nu een licht dreigement voor de steun van de SGP? Is de steun net als bij Rutte I afhankelijk van het totaal?

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik begrijp dat de heer Pechtold met de bril op die hij gewend is te dragen, hier een dreigement in hoort, maar vanuit mijn eigen perspectief zie ik er juist een positief appel in. Inderdaad, dat richt zich ook op een partij als D66; dat is niet beperkt tot het kabinet. Als je in economisch moeilijke tijden zegt "laten we de krachten bundelen en laten we allemaal constructief zijn", dan vind ik dat een herkenbare en begrijpelijke aanmoediging, maar dan zeg ik er wel bij dat voor iedereen dan geldt: houd die houding dan ook vol op andere terreinen. Ik noem bijvoorbeeld het initiatiefvoorstel van D66 over de gewetensbezwaarde ambtenaar dat er aan zit te komen. Ik noem ook de Raad van State die zegt: waar ben je eigenlijk mee bezig, is dat allemaal wel nodig en welk probleem los je op? Polder nou ook meer op die punten en zoek dan de polarisatie daar niet in. Dat is mijn appel dat zich inderdaad ook richt op D66.

De heer Pechtold (D66):

Dat debat tussen D66 en de SGP kennen we, maar als de heer Van der Staaij dit nu zo heel duidelijk verbindt en zich daarbij ook richt tot het kabinet, dan vraag ik hem om toch concreter te zijn met wat hij hier nu bedoelt. Niet voor niets begint de heer Van der Staaij in zijn zes minuten over godslastering en gewetensbezwaarde ambtenaren. Wat is daarvan nu zijn signaal richting het kabinet? Dat zou ik toch heel graag willen weten. Die seances die hij onder Rutte I op de achterbank van de dienstauto van de premier had, hebben we nooit helemaal kunnen doorgronden maar nu kan hij er volgens mij frank en vrij over spreken. Ik zou vinden dat de heer Van der Staaij het aan zijn stand verplicht is om de relatie die hij nu legt met het akkoord en zijn medewerking daaraan, iets nader te verklaren.

De heer Van der Staaij (SGP):

Het is eigenlijk heel eenvoudig. Het was toen precies zoals het nu is, namelijk dat ik helder tegen iedereen die het maar horen wil zeg: als je op ons een beroep doet om te polderen, doe het dan op alle thema's. Als je op de materiële thema's voor het polderen kiest, zoek dan niet de polarisatie op de immateriële thema's. Dat heb ik in het verleden gezegd en dat zeg ik vandaag met hetzelfde enthousiasme.

De heer Slob (ChristenUnie):

Mevrouw de voorzitter. Ik was gisteren een van gelukkige Kamerleden die een cd'tje hebben gekregen van een zekere Hans van Lier & The Sidekicks; ik had nog nooit van de beste man gehoord, maar het blijkt een Groninger blueszanger te zijn. De titel van de song op het cd'tje dat hij ons overhandigde was, Happy song. Bij de aanbieding werd erbij gezegd: het is tijd voor wat meer positivisme. Ik ben het daar eigenlijk wel mee eens. Er zijn soms ook redenen om blij te zijn, om een happy song in te zetten. Vandaag bijvoorbeeld is het zoontje jarig van Carola Schouten, mijn fractiegenote. Happy song!.

De heer Pechtold (D66):

Het mijne ook!

De heer Slob (ChristenUnie):

Volgende week gaat mijn zoon trouwen. Ook reden om een happy song in te zetten. Maar diezelfde zoon die volgende week gaat trouwen, is wel een van degenen die nu in deze tijd – en dat raakt de financieel-economische situatie van ons land – met een diploma in de hand hard op zoek zijn naar een baan. Zo zijn er helaas heel veel. Meer dan 600.000 mensen die werkloos zijn en die misschien nu ook naar dit debat kijken en zich afvragen wat er voor hen gaat gebeuren. Ook is er sprake van een heel hoog percentage jeugdwerkloosheid. Niet echt reden dus voor een happy song. En dan een kabinet en een coalitie die, met alle respect maar dat is toch het beeld dat langzaam maar zeker steeds indringender wordt, met weinig visie en weinig overtuigingskracht bezig zijn.

Ik zie overigens ook lichtpuntjes. Het sociaal akkoord is wat de ChristenUnie betreft een lichtpunt. Dat is een betekenisvol iets wat vorige week donderdag is afgesloten, ook met een inhoud die ons op onderdelen zeer aanspreekt. Het afzien van de verlaging van de WW-duur – ik ben er een paar weken geleden namens de ChristenUnie heel duidelijk over geweest – is een goede zaak. Meer balans tussen flexwerk en vast werk, prima dat daarnaar gekeken wordt. Iets meer ruimte, ook voor werkgevers, om niet makkelijk onder hun quotum uit te komen – dat kunnen ze namelijk afkopen – maar om met veel meer verplichting te zoeken naar arbeidsgehandicapten om ze een plek te geven in onze bedrijven. Even los van het tijdschema dat er aan gekoppeld is, is dat een goede zaak Dat spreekt ons aan. Het is een akkoord dat ook niet zomaar genegeerd kan worden en dat heeft het kabinet ook niet gedaan. Enigszins hysterisch noemde onze minister-president het historisch en de vicepremier was er als de kippen bij om het akkoord in zijn jeugdig enthousiasme gelijk maar in beton te gieten. Je zou haast zeggen: tijd voor een cd met als titel "More than a Happy Song".

Ik moet u zeggen dat mijn fractie ook aarzelingen heeft. Ik laat het gedoe in de coalitie even liggen. Met name van de VVD bereiken ons dagelijks nieuwe berichten over hoe men met het akkoord wil omgaan. Ik laat ook het toch wel onsamenhangende kabinetsbeleid liggen met inmiddels de derde of vierde aanpassing van het regeerakkoord. Het is haast niet meer te volgen. Dat vind ik een beetje Haags gedoe, dat we achter ons moeten laten, omdat deze crisis vraagt om een eensgezinde aanpak. Daarvan hebben de sociale partners ons een voorbeeld gegeven.

Wat nodig is, is een duidelijke koers vanuit de politiek met draagvlak in en buiten het parlement. Het vraagt om een analyse van de crisis die verder gaat dan de indruk te wekken dat wij door maar te gaan consumeren uit de crisis zullen komen. Dat is een veel te platte en magere analyse. Er is meer aan de hand. We hebben op te grote voet geleefd en er is onvoldoende toekomstbestendig beleid gevoerd. Er is nu een aanpak nodig waarbij ook duurzaam geïnvesteerd wordt in de economie en in de samenleving. We moeten de crisis als een kans gebruiken voor innovatie en een meer duurzame aanpak.

Maar er is nog iets nodig, en dat is duidelijkheid. Die duidelijkheid geeft dit kabinet op dit moment niet en dat neem ik het kabinet kwalijk. Er wordt wel een oproep gedaan tot rust en vertrouwen, maar men laat boven de markt hangen of er nog aanvullende maatregelen genomen moeten worden. Daar gaan wij pas na de zomer over beslissen. Mijn fractie vindt dat we daar nu niet omheen moeten draaien. Het zal gewoon nodig zijn. We weten nog niet precies hoeveel, maar om in te zien dat er iets moet gebeuren, hoef je geen economie gestudeerd te hebben. Dat is wel duidelijk.

Een sociaal akkoord, hoe betekenisvol ook, zal dus niet helemaal voldoende zijn. Het is belangrijk dat wij met elkaar bekijken of wij niet eerder duidelijkheid kunnen geven over maatregelen die wij mogelijkerwijs na de zomer zullen moeten inzetten. Mijn fractie pleit ervoor – ik roep het kabinet op dat ook te gaan doen – om bij de Voorjaarsnota na overleg met het parlement met een aanvullend pakket te komen, zodat we in het najaar kunnen beslissen hoeveel wij daarvan zullen inzetten. Mijn fractie is bereid om over een dergelijk pakket in de komende weken overleg te voeren. Doen we dat niet, dan ligt alles tot het najaar stil. Dat is het slechtste wat in een tijd van crisis kan gebeuren.

Ik roep het kabinet ook op om kritisch naar het eigen beleid te kijken, met name naar de werkgelegenheidseffecten van de kabinetsvoorstellen. Ik denk bijvoorbeeld aan het Masterplan Dienst Justitiële Inrichtingen van staatssecretaris Teeven, waarbij als gevolg van het sluiten van de tbs-kliniek Veldzicht in Balkbrug honderden banen in die kwetsbare regio verloren gaan. Geef die regio en die sector ruimte om met alternatieven te komen om die schade voor de werkgelegenheid te voorkomen!

Ik roep het kabinet ook op om de gemeenten nadrukkelijk te betrekken bij het uitvoeren van de plannen. Dat is nodig omdat zij helemaal horendol worden van de beleidswijzigingen die in een razend tempo op hen afkomen. Maar stop dan ook met de plannen van minister Plasterk, die in plaats van draagvlak te creëren bij de gemeenten, de gemeenten de gordijnen injaagt. Geef even prioriteit aan wat op dit moment het belangrijkste is.

Tot slot zal er verder worden gesproken over de pensioenplannen. Zorg er alstublieft voor en bied er ruimte voor dat die generatiebestendig zijn, dat generaties niet tegenover elkaar komen te staan, maar dat de effecten evenwichtig worden verdeeld over de generaties.

Een happy song? Dat kan als we het Haagse gedoe achter ons laten en we het voorbeeld van de polder volgen, als we ook echt samenwerken om uit de crisis te komen. We moeten nu duidelijkheid geven en dat niet doorschuiven. Mijn fractie is bereid om daarover mee te praten, nu het kabinet nog.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. De minister-president ziet een groene waas van herstel. Even dachten we aan het pamflet van een optimist uit 2008, waarin de heer Rutte bekende dat zijn grote ambitie was om de VVD een groenrechtse koers te laten varen. In het akkoord zien we de groene waas waarin ecologie minstens zo'n zwaar accent krijgt als economie en waarin duurzaamheid het uitgangspunt van het beleid zal worden, nog niet echt vorm krijgen. Het lijkt erop dat de groene waas voor de ogen van de minister-president een heel andere lading heeft. We gaan niet samen het Planbureau voor de Leefomgeving volgen, nee, we gaan samen het Centraal Planbureau verslaan. Haal je geld van de bank, koop een auto, koop een huis. De optimist heeft altijd gelijk. Je bent sterker dan je bent, wees blij, wees optimistisch, lach veel en vaak en de depressie verdwijnt als sneeuw voor de zon. Het kabinet kent zichzelf wachtgeld toe zonder demissionair te worden. Regeren wordt vooruitschuiven, vooruitzien naar 1 januari 2016, wanneer het wonder van Wientjes zich zal voltrekken en wanneer de bomen weer tot in de hemel zullen groeien. In your dreams. De groene waas maakt elk denkbeeldig herstel mogelijk, maar veel reden om er echt in te geloven is er niet.

Het regeerakkoord buiten werking stellen en binnen enkele maanden van vruchteloos pogen synergie ontdekken in de combinatie van water en vuur, is wel de simpelste oplossing die je kunt bedenken: na ons de zondvloed en misschien, heel misschien, kunnen we zonder zelf een koers uit te zetten toch ergens komen. Blijven hopen op het wonder van Wientjes. Zo werkt de conjuctuur toch? Als je lang genoeg wacht, komt het altijd weer goed. Uitstelgedrag wordt verheven tot beleid, onmacht gaat voor daadkracht. De hervorming van de arbeidsmarkt komt dan wel een andere keer en de arbeidsgehandicapten zullen heus wel iemand tegenkomen die hun een heitje voor een karweitje wil gunnen. Voorgenomen maatregelen die eerst de oplossing vormden, kunnen nu in de ijskast. De 3%? Dat zien we nog wel.

Geef het volk brood en spelen op 30 april en de kooplust komt vanzelf, samen met het langverwachte voorjaar. Moet je dan eens kijken! Een kapitein die in zwaar weer zijn koers niet bijstelt, maar zijn koersplan overboord zet: dat is wat we zien. Het werk blijft liggen. De overheid ziet het aantal uitkeringsgerechtigden door eigen toedoen snel stijgen, maar doet niets. Zij heeft geen hervormingsagenda om jongeren aan het werk te helpen, maar bezweert weerstand van bestaande belangen. Nu even niet: dat is het Mondriaanakkoord. Vreugde met korte houdbaarheid. Het klinkt heel flink om onder de gegeven omstandigheden te kiezen voor een "geen beleid"-beleid, maar het is geveinsde daadkracht. Economische groei blijft het middel tegen alle kwalen, zoals nieuwe inleg de motor is van elk piramidespel. We lezen holle analyses zoals "economische groei blijft uit door gebrek aan vertrouwen" en "vertrouwen blijft uit bij gebrek aan economische groei". De vertrouwenscrisis, die groter en groter wordt, komt echter door besluiteloze politiek. Dat is het probleem waar wij in dit land mee worstelen.

Het sociaal akkoord ademt de sfeer van terugverlangen naar de goede oude tijd van koeien met gouden horens; een bijna Kamerbrede aanval van nostalgie. Nergens in het akkoord vinden wij iets van het nieuwe denken waar steeds meer wetenschappers en opinieleiders op wijzen. We zullen onze samenleving drastisch anders moeten gaan inrichten. Deze systeemcrisis is niet tijdelijk. Vroeger vroeg de overheid zich af hoe zij de burger meekreeg, maar de vernieuwing komt nu van onderop, van burgers en bedrijven die zich afvragen hoe zij de overheid nog in beweging kunnen krijgen.

Deze week zagen wij in Tegenlicht hoe de zorg van onderop vorm kan krijgen. Thuiszorg zonder managers: 6.500 banen. Ondernemers in de bouw die gericht zijn op energieneutraal maken van gebouwen, die huizen duurzaam renoveren: ideeën genoeg om werk van te maken, gericht op de bestrijding van de echte crisis. We zien dappere boeren die anders willen, die duurzaam voedsel willen produceren, maar te maken hebben met de oneerlijke concurrentie van met overheidsgeld in de benen gehouden intensieve landbouw.

We moeten arbeid goedkoper maken door de belastingen te verlagen. En we moeten de grondstoffen belasten om innovatie en duurzaam ondernemen werkelijk te realiseren. We moeten de buitensporig hoge subsidies op milieuonvriendelijke activiteiten en diensten afschaffen, want die zorgen er nu alleen maar voor dat alle creativiteit bij burgers die samen innovatieve ondernemingen willen beginnen, ontmoedigd wordt. Optimisme en innovatiekracht moeten alle ruimte krijgen. Dat moet ten goede komen aan onze generatie en aan de generatie die na ons komt.

Als dat groen recht zou zijn, kunnen wij dat steunen. Maar nu krijgen wij het angstige gevoel dat de groene waas van de minister-president eerder wazig is dan groen.

Laten we van de crisis een keerpunt maken! Laten de VVD en de PvdA bewijzen dat zij bereid zijn om het onmogelijke dat zij de kiezers beloofd hebben, alsnog waar te maken. Als de heren Rutte en Samsom bij de volgende verkiezingen de kiezer moeten overtuigen met de woorden "wij hebben echt helemaal niks gedaan", is dat wat ons betreft te weinig.

Alles wat nodig is kan, ook onder de moeilijke omstandigheden. Ik praat het kabinet graag bij. Ik wil het graag inspireren met mijn boek dat op 27 mei uitkomt. In dat boek zullen vijftien wetenschappers duurzame oplossingen voor een beter beleid aandragen. Het zijn 190 pagina's met alles wat dit sociaal akkoord zo node mist. Lees het! Daarna zijn wij alle zestien graag tot een nadere toelichting bereid.

Ik ben voorts van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie.

De heer Samsom (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Bijna zes maanden geleden begonnen de Partij van de Arbeid en de VVD aan een coalitie met als belangrijkste opdracht om Nederland sterker en socialer uit deze crisis te laten komen. Voor de arbeidsmarkt betekende dit dat we kozen voor hervormingen langs vier lijnen. We spraken af om de WW activerender te maken. We wilden een eerlijker ontslagroute. Dat betekent dat er een einde moet komen aan de huidige praktijk dat laagbetaalden er zonder geld en hoogbetaalden er met forse vergoedingen uitgaan. We wilden meer zekerheid voor flexwerkers, zodat jongeren niet meer eindeloos baantje aan baantje moeten rijgen zonder perspectief op zekerheid. En we wilden meer dan 100.000 mensen met een arbeidshandicap de toekomst geven die ze verdienen: een baan, gewoon tussen collega's.

We spraken af om met deze hervormingen niet alleen de arbeidsmarkt te versterken, maar ook flink te besparen op overheidsuitgaven, met name door het aan het werk houden van zo veel mogelijk mensen. En we spraken nog iets af. We gingen dit niet alleen doen. We gingen op zoek naar een breed draagvlak, we gingen onder anderen met sociale partners aan de slag. Er werd een aparte passage aan gewijd in het regeerakkoord.

We zijn nu zes maanden verder en het is het kabinet met de sociale partners gelukt. Er ligt een sociaal akkoord. In de ergste economische crisis in 80 jaar tijd, terwijl elders in Europa de arbeidsonrust toeneemt en straten volstromen met protesten, slagen Nederlandse werkgevers en werknemers erin om tot afspraken te komen. Het zijn afspraken die niet alleen rust kunnen creëren, maar die ook taboes doorbreken. Door bruggen te slaan, door elkaar de hand te reiken, realiseren we doorbraken die vele jaren ondenkbaar waren.

Dat is van groot belang. Op de vier hoofdrichtingen die we afspraken, geeft het sociaal akkoord verdere invulling en uitwerking aan het regeerakkoord. De publiek gefinancierde WW wordt 24 maanden, met de mogelijkheid tot aanvullende afspraken op cao-niveau. Werkgevers en werknemers worden meer betrokken bij inspanningen om mensen naar een nieuwe baan te begeleiden. De ontslagroute wordt eerlijker. Voor iedereen geldt dezelfde formule, voor iedereen is er een transitiebudget, zodat de eerste stap na ontslag de eerste stap richting een nieuwe baan kan zijn.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. De sociale partners waren in de eerste lezing heel helder. Er ligt een pakket waarmee het kabinet wellicht iets kan doen, maar één boodschap was heel duidelijk: de bezuinigingen moesten van tafel. De heer Heerts was er heel duidelijk over: de bezuinigingen van 4,3 miljard zijn van tafel. De helft van de VVD-fractie vond dat ook, de andere helft niet. De vraag is nu: waar staat de Partij van de Arbeid? Staat de Partij van de Arbeid nu aan de zijde van de vakbeweging, om die bezuinigingen van tafel te houden en te bouwen aan vertrouwen? Of staat de Partij van de Arbeid aan de zijde van de VVD om die 3% heilig te maken en in augustus die 4,3 miljard gewoon weer op tafel te leggen?

De heer Samsom (PvdA):

Het kabinet heeft met sociale partners een afspraak gemaakt, die ook helder staat verwoord in de brief die de Kamer heeft ontvangen. Het aanvullende pakket is nu van tafel. Als in augustus, op basis van de raming van augustus – de zogenaamde MEV-raming van het CPB – blijkt dat aanvullende maatregelen nodig zijn om het begrotingsdoel in 2014 te halen, zal het kabinet die maatregelen nemen.

De heer Roemer (SP):

Dat maakt voor mij duidelijk dat de Partij van de Arbeid aan de zijde staat van degenen die die 3% heilig verklaren. Iedereen weet dat de groei die nodig is, in augustus nooit zal worden gehaald. De zekerheid en rust die de sociale partners wilden geven, is nu dus gewoon van tafel. Waarvoor dank, zeg ik enigszins cynisch.

Een tweede vraag. Waar staat de heer Samsom als het gaat om de Wajongers? Wij hebben samen gestreden tegen de herkeuring, om te voorkomen dat die Wajongers daarna in het bijstandsregime zouden komen. Staat de heer Samsom aan de zijde van de vakbeweging en de SP? Of staat hij aan de zijde van de VVD om de toekomst van die mensen te verknallen?

De heer Samsom (PvdA):

Ik constateer dat de vakbeweging, samen met werkgevers en het kabinet, in het sociaal akkoord een afspraak heeft gemaakt over het herkeuren van het huidige bestand Wajongers. Dat is inderdaad niet een voorstel uit het verkiezingsprogramma van de PvdA en het stond ook niet in het regeerakkoord, maar de vakbeweging heeft, samen met werkgevers en het kabinet, besloten dat dit een verstandige aanvullende afspraak is op de afspraken die we al hadden gemaakt. Als fractie die het akkoord een zeer belangrijk element vindt in de arbeidsmarkt van de toekomst, accepteren wij dat.

De heer Roemer (SP):

Sterker en socialer geldt dus niet voor de Wajongers? Een laatste vraag. Op het congres van de Partij van de Arbeid is heel duidelijk gezegd dat als het quotum van tafel is, de bezuinigingen op de sociale werkvoorziening ook van tafel zijn. Houdt de Partij van de Arbeid stand? Ligt die eis nu op tafel? Gaat dit ook gebeuren?

De heer Samsom (PvdA):

Het quotum is niet van tafel. Het quotum hangt nog steeds als zwaard van Damocles – en die vergelijking is op andere punten ook weleens gebruikt – boven de afspraken die werkgevers en werknemers hebben gemaakt. Maar weet u wat zo belangrijk is? Ik heb de afgelopen maanden het volgende gemerkt, en u waarschijnlijk ook. In de sociale werkvoorzieningen creëerde dat quotum geen opgelucht gevoel. Waarom? Niemand wist dat precies beet te pakken. Zouden al die werkgevers misschien gewoon de boete gaan betalen? Dan staat iedereen alsnog in de kou. Er komen dan wel boetes binnen en dat is leuk voor de overheid, maar de mensen in de sociale werkvoorziening zijn daar niet mee geholpen. Nu zijn er echte afspraken gemaakt: 2.500 in het eerste jaar voor de particuliere sector, 2.500 voor de overheid zelf. Laten we daar eens aan beginnen. Dat is 5.000, en een jaar eerder dan dat het quotum zou ingaan. Daarna 7.500, daarna 8.500 en 9.500, tot er 125.000 mensen een plek hebben gekregen. Als dat in 2016 niet lukt, hebben we dat quotum gewoon wettelijk vastgelegd, dat dan nog steeds hangt, als zwaard van Damocles. Eerlijk gezegd denk ik dat dit een van de beste afspraken is in dit sociaal akkoord.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. Vóór de verkiezingen hamerde de heer Samsom op één ding: het eerlijke verhaal vertellen. Dat is ook vandaag aan de orde. Daarom vraag ik hem naar het eerlijke verhaal. Verwacht hij dat de bezuinigingen in augustus van tafel zijn, of verwacht hij dat het kabinet dan met aanvullende maatregelen zal komen?

De heer Samsom (PvdA):

Ik hoop het. Ik heb geen onderbouwde verwachtingen, net zo min als u. Niemand weet precies hoe de economie zich in de komende vier weken, vier maanden of vier jaar zal ontwikkelen. Dat is ook de essentie van het verhaal dat mijn partij in de verkiezingscampagne vertelde: niemand weet precies hoe de economie zich in de komende vier weken of vier maanden gaat ontwikkelen. Dat is helaas nog steeds het geval. Ook de heer Teulings begint zijn persconferenties steevast met de zin: "Wat ik nu ga voorspellen, gaat zeker niet gebeuren. Het zal wel weer anders lopen." Ik hoop dat het anders loopt in positieve zin. Ik heb daar geen verwachtingen van, maar de afspraak is helder. Mocht het pakket geheel of gedeeltelijk nodig zijn om het begrotingsdoel in 2014 te halen, dan herleeft het pakket in augustus.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Dit is niet voldoende voor de kwalificatie "het eerlijke verhaal", want er is natuurlijk wel een onderbouwde verwachting mogelijk. Dat is de onderbouwde verwachting die in februari werd gegeven waardoor het kabinet zei: "In mei moeten wij al gaan bezuinigen voor het volgend jaar." Er is geen enkele onderbouwing voor het verhaal dat er als sneeuw voor de zon 1% extra groei komt in 2014. De heer Samsom weet dat. Daarom vraag ik hem nog een keer om het eerlijke verhaal. Verwacht hij dat het kabinet geen extra maatregelen hoeft te nemen? Of verwacht hij, op basis van alles wat tot nu toe is gezegd, dat dit wel nodig zal zijn?

De heer Samsom (PvdA):

De heer Buma zegt iets heel merkwaardigs. Hij zegt: "Het kabinet wist in februari dat het in mei al maatregelen moest gaan nemen." Nee, het kabinet verwachtte op basis van de raming die het Centraal Planbureau in februari aanleverde, dat in 2014, en dat jaar begint op 1 januari, extra maatregelen moeten worden genomen om de begroting voor 2014 binnen de begrotingsdoelstelling van 2014 te houden. Die maatregelen zouden pas in augustus worden omgezet in voorstellen die de Kamer pas op Prinsjesdag zou zien. Dat was ook het plan. Nu is er een afspraak bijgekomen – die de fractie van de Partij van de Arbeid begrijpt en accepteert – dat dit pakket even van tafel wordt gehaald. Er wordt prioriteit gegeven aan bijvoorbeeld de afspraken in dit sociaal akkoord die morgen al kunnen beginnen. In augustus komt het Centraal Planbureau zoals ieder jaar met de macro-economische verkenning. Op basis daarvan zal het kabinet, zoals ieder jaar, zijn begroting opstellen. Mocht daarvoor een aanvullend pakket nodig zijn, dan zal dat gebruikt worden.

De voorzitter:

Mijnheer Buma, tot slot.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Tot slot, voorzitter. De heer Samsom draait er twee keer omheen. Hij vertelt niet het eerlijke verhaal. Laat ik dan duidelijk zijn voor het CDA. Het CDA doet niet aan deze maskerade mee. Als de regering samen met de coalitie in augustus opeens komt met de boodschap: "Hé het is toch nodig.", dan is dat te laat. Ik wil nu duidelijkheid van de heer Samsom. Verwacht hij dat die voorstellen zullen komen? Ik kan hem het antwoord op die vraag geven. Het antwoord is "ja".

De heer Samsom (PvdA):

Mag ik de heer Buma een voorbeeld geven? In het aanvullend pakket is een maatregel opgenomen die voor een vrij groot deel dat pakket ook vult, namelijk de tabelcorrectiefactor op nul. Die maatregel zou op 1 januari 2014 ingaan en staat in het Belastingplan, dat op Prinsjesdag 2013 wordt gepresenteerd aan de Tweede Kamer. De Tweede Kamer stemt daar in november over en de Eerste Kamer in december. Er is geen reden om nu die tabelcorrectiefactor aan te passen. Dat zou zelfs heel raar zijn, want dan zou je nu de lasten verhogen terwijl dat niet nodig is. Mocht het echter nodig zijn, dan doet het kabinet dat, zoals ieder jaar.

Ik vind het jammer dat de heer Buma zegt dat hij hier niet aan mee doet. Dit is een onderdeel van een sociaal akkoord waarvan met name de CDA-fractie de afgelopen weken zo hoog heeft opgegeven. Zo belangrijk was het om met sociale partners tot zo'n akkoord te komen. Dit is een onderdeel van het sociaal akkoord. Het staat erin. Sociale partners hechten aan de afspraak, het kabinet heeft die afspraak gemaakt, en de Partij van de Arbeid begrijpt die afspraak en accepteert die ook, omdat wij het sociaal akkoord zo belangrijk vinden.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Het gaat erom dat ik niet meedoe aan die hele maskerade van auto's en huizen kopen alsof er helemaal geen bezuinigingen meer nodig zijn. De heer Samsom noemt nu de tabelcorrectie, maar hoe gaat het dan met de nullijn? Herleeft die mogelijk ook?

De heer Samsom (PvdA):

Het pakket herleeft mogelijk en alle onderdelen van het pakket herleven dus mogelijk.

De voorzitter:

Nee, nee, nee, nee, nee …

De heer Van Haersma Buma (CDA):

En dus? Spreek het uit.

De heer Samsom (PvdA):

Dus herleeft het hele pakket mogelijk.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

En dan met betrekking tot de nullijn? Kan de heer Samsom aangeven wat er gebeurt? Wees eens een keer eerlijk. Daar hamerde hij voor de verkiezingen ook op.

De heer Samsom (PvdA):

Ik heb mijn antwoord al vele malen gegeven. Het hele pakket – daar zit alles in – herleeft mogelijk, maar wij hopen allemaal …

De voorzitter:

Ik geef nu het woord aan de heer Van Ojik.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Dit debat bewijst tot nu toe al dat de positieve effecten van het sociaal akkoord die de heer Samsom en ik allebei zien, overschaduwd dreigen te worden door onzekerheid over de vraag wat er in augustus wel of niet moet gebeuren. Niemand – of je nu bij het IMF werkt, fractievoorzitter van de VVD bent of wat dan ook – deelt het optimisme van de minister-president op dit punt. Ik wil de heer Samsom vragen wat er nu eigenlijk op tegen is om te zeggen: als straks blijkt dat het optimisme niet gefundeerd is, dan accepteren wij – zoals we dat ook in 2013 hebben gedaan – dat het begrotingstekort wellicht met een paar tienden van een procent oploopt. Wat is daar nu eigenlijk zo erg aan?

De heer Samsom (PvdA):

Daar zijn meerdere redenen voor te geven, maar ik kan het misschien korter houden. In het verkiezingsprogramma van de Partij van de Arbeid, waarmee wij de verkiezingen ingingen, stond: in 2013, in een recessie, is het onverstandig om coûte que coûte vast te houden aan die 3%, maar als de economie in 2014 weer een licht herstel vertoont, is het verstandig om een begin te maken met het herstel van het begrotingstekort, omdat er niets links is aan een heel groot begrotingstekort. Dus beloofde de Partij van de Arbeid al in de verkiezingscampagne dat in 2014 de grens van 3% gehandhaafd zou blijven. Niet omdat die waarde van 3% zo belangrijk is, maar omdat wij hechten aan afspraken die wij met elkaar hebben gemaakt in Europa. Daar mag je van afwijken in zeer bijzondere omstandigheden, en dat doen we in 2013. Daarmee bewijzen we ook dat dit kan en dat die norm niet heilig is. Als je echter met andere landen afspraken maakt over het respecteren van een norm en van een begrotingsdiscipline, dan moet je je daar ook aan houden als dat enigszins kan. Dat is één van de vele redenen om niet zo gemakkelijk om te gaan met de begrotingsdoelstelling.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Niemand wil daar makkelijk mee omgaan. In Europa zullen er straks heel veel landen zijn die, als ze in dezelfde situatie komen te zitten als Nederland, eenzelfde afweging moeten maken. Zij zullen wellicht blij zijn dat landen met een relatief nog zo sterke economie als Nederland en Duitsland ervoor kiezen om de economie een beetje te stimuleren. De heer Samsom legt de vinger op de zere plek. Als er sprake is van een recessie zoals in 2013, dan moet je tijdelijk kunnen accepteren dat het begrotingstekort hoger wordt. Als de economie zich herstelt, dan hoeven die bezuinigingen niet meer. Het gaat erom wat we gaan doen als de recessie tot in 2014 voortduurt. Dan wordt 2014 een kopie van 2013 en dan roep ik de heer Samsom op om voor 2014 dezelfde positie in te nemen als hij heeft gedaan voor 2013.

De heer Samsom (PvdA):

Nu spreidt de heer Van Ojik het spiegelbeeld tentoon van het karakter dat de premier liet zien. Aan overdreven negativisme hebben we in dit land helemaal niets. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat de geraamde groei van 1% ineens verdampt. Het IMK kwam gisteren met 1,1%. Je zou kunnen zeggen: het gaat alweer beter, maar beide vallen natuurlijk binnen dezelfde bandbreedte. Dit debat ging over de vraag of er een mogelijkheid is, of er een denkaar scenario is, waarin de groei dit jaar niet krimpt, maar gelijk blijft, 0%, en waarin de economie in 2014 niet 1% groeit, maar 1,5%. Die kans is niet groot, maar het is wel denkbaar. In dat geval zijn de afspraken die met de sociale partners zijn gemaakt, heel belangrijk. Dit is een van die afspraken. In dat geval is het pakket niet nodig of slechts gedeeltelijk nodig. De afspraak is echter ook dat het kabinet, als het pakket onverhoopt – niemand vind dat leuk – wel helemaal nodig blijkt te zijn, de maatregelen neemt om de begrotingsdoelstelling in 2014 te halen. Dan kunnen we het hebben over de maatregelen die in het akkoord staan en waar de heer Van Ojik het ook zo graag over wil hebben: mensen aan het werk helpen, arbeidsgehandicapten een baan geven, het ontslagrecht eerlijker maken. Laten we dat nu ook in dit debat doen.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter.

De voorzitter:

Mijnheer van Ojik, ik probeer het in drieën te doen. Normaal doen we het in tweeën. De heer Buma deed het in vijven. Dat is dan misschien nu weer de nieuwe norm, maar ik wil toch drie handhaven, want ik weet zeker dat er nog een nieuwe kans komt in het betoog.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik wil dat ook heel graag. Daarom wilde ik van mijn derde mogelijkheid gebruikmaken.

De voorzitter:

Oké, ga uw gang.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik ben het met u eens. Als u het in drieën wilt, dan doe ik het in drieën, maar dan mag ik volgens mij nog reageren op wat de heer Samsom net zei.

Mevrouw de voorzitter. Ik zal het kort houden en tot een conclusie komen. De heer Samsom vond het voor 2013 wenselijk om afstand te houden tot de 3%, maar wat hij voor 2014 zou kunnen doen – het zou deze hele discussie lucht geven en het vertrouwen inderdaad herstellen – die redenering wil hij niet ophangen. En dat vind ik teleurstellend.

De heer Samsom (PvdA):

Omdat er een groot verschil is tussen 2013 en 2014, en ik hoop ook dat dit zo blijft. In 2013 krimpt de economie, er is een recessie en een krimp van 0,5%. In zo'n tijd is het bijna onmogelijk en ook onverstandig om coûte que coûte vast te houden aan die norm van 3%. Dat doet dit kabinet dan ook niet. Maar in 2014 vertoont de economie weer een begin van herstel. Laten we met zijn allen hopen dat die verwachting inderdaad bewaarheid wordt. Bij zo'n begin van herstel is het verstandig en logisch om een begin te maken van herstel van de begroting. Andere partijen hebben dat ook altijd uitgedragen.

De heer Slob (ChristenUnie):

De heer Samsom was de man die het een aantal weken gelden had over een Oranjeakkoord en een Oranjecoalitie. Het woord "oranje" was toen wat ongelukkig gekozen, maar wat hij bedoelde was natuurlijk: we moeten samenwerken, ook in het parlement. Die samenwerking moest zelfs een brede samenwerking zijn. Vindt de heer Samsom dat nog steeds?

De heer Samsom (PvdA):

Jazeker.

De heer Slob (ChristenUnie):

Hij kijkt dus ook naar de oppositie. Een deel van die oppositie zegt: het sociaal akkoord bevat heel goede elementen en we zijn bereid daar ver in te gaan, maar we zijn niet bereid alle aanvullende maatregelen helemaal door te schuiven naar na de zomer. Wat kun je na de zomer nog doen? Na de zomer kun je eigenlijk alleen nog maar kiezen voor lastenverzwaringen en loonmaatregelen. Een deel van de oppositie zegt: we willen eerder duidelijkheid hebben. Wat doet dat de heer Samsom?

De heer Samsom (PvdA):

Dit wordt een interessant gesprek, mevrouw de voorzitter, dus ik hoop dat de heer Slob nog een paar extra interruptiemogelijkheden krijgt. Ik moet namelijk even achterhalen wat hij precies bedoelt. Hij zegt: ik wil graag over de samenstelling van een pakket – dus het pakket dat eventueel en onverhoopt herleeft in augustus – nu al met het kabinet spreken. De heer Slob spreekt daar dan over met het kabinet, maar ikzelf zal daarbij dan waarschijnlijk ook betrokken zijn, omdat ik een van de fractievoorzitters ben. Ik heb daartegen geen enkel bezwaar. Sterker nog, ik denk dat dit een aardige suggestie is. Ik wacht wel even af of het kabinet op deze manier verder wil varen. Het kabinet heeft immers de afspraken met de sociale partners gemaakt. De heer Slob zegt: er ligt nu een pakket dat je voorwaardelijk zou kunnen noemen. Het wordt namelijk eventueel ingezet, als het nodig is. De heer Slob wil graag meepraten over de vraag hoe dat pakket eruit zou moeten zien. Daarvoor heeft hij dan hopelijk ook suggesties. Wat is de omvang van het pakket? Wat is de samenstelling,? Misschien moet ook worden besproken wat de voorwaarden zijn waaronder het wordt ingezet. Is dat wat de heer Slob zegt? Begrijp ik hem zo goed?

De heer Slob (ChristenUnie):

Er was een pakket van het kabinet. Ik vond het een lijstje met wat samengeraapte dingen. Dat pakket is echter inmiddels van tafel. Het zou eventueel weer kunnen gaan herleven in het najaar. Bij de totstandkoming van dat pakket is het parlement echter absoluut niet betrokken geweest. We hebben daarover geen enkel debat gevoerd. Dat pakket is dus helemaal van het kabinet, maar nu is het niet meer van het kabinet. Dat is dus allemaal erg onhelder. Eén ding weten we zeker, namelijk dat er aanvullende maatregelen zullen moeten worden genomen. We weten nog niet om hoeveel geld het daarbij zal moeten gaan. Dat zal inderdaad nog moeten blijken in de komende maanden. We moeten echter niet gewoon de hele discussie doorschuiven. Dan blijft immers ook de onzekerheid nog maanden bestaan. Dan kunnen we bijvoorbeeld ook niet aan de slag met de AWBZ, waarmee iets moet gebeuren. Zulke zaken blijven dan allemaal liggen. Dat is het grootste risico dat we nu lopen. Ik roep via de heer Samsom het kabinet op om er gewoon voor te zorgen dat we in de komende weken kunnen bekijken of er breed draagvlak is voor eventuele aanvullende maatregelen. Uiteraard gaan we dan in het najaar bepalen welke maatregelen worden toegepast. Op die manier ontstaat wel duidelijkheid over de richting en de route waarvoor we moeten kiezen.

De heer Samsom (PvdA):

Ik heb dus de heer Slob heel goed begrepen. Ik heb ook zijn eerste interruptie heel goed begrepen. Ik heb al gezegd dat dit volgens mij een interessante suggestie is. Mijn fractie doet hier graag aan mee. We hebben al één keer over dit pakket gesproken, namelijk toen het net was gepresenteerd. Toen heb ik vanaf deze plek al gezegd dat ik bereid ben te luisteren naar ideeën en suggesties van anderen en dat ik er benieuwd naar ben. Ik hoorde de heer Slob toen ook zeggen dat het pakket een beetje een samengeraapt boeltje was. Ik hoop dat hij met suggesties komt voor het pakket dat eventueel wordt ingezet. Want er is natuurlijk een verschil met het pakket van 1 maart. Dat pakket heeft nu een andere status, want het ligt onder de tafel. Onder de tafel moeten we dan volgens de heer Slob verder onderhandelen, hoewel we vanwege het zitcomfort waarschijnlijk toch maar even aan tafel blijven zitten. Onder tafel onderhandelen we dus verder. Hoe zou dat pakket eruit kunnen zien als het herleeft? Ik heb daar geen bezwaar tegen. Dit zou inderdaad een meerwaarde kunnen hebben. Het zou zekerheid kunnen geven over wat er in augustus eventueel zou kunnen gebeuren. Ik ben benieuwd hoe het kabinet daarmee wil omgaan. Het is de afspraak van het kabinet. Ik ben echter bereid om hieraan mee te doen.

De heer Krol (50PLUS):

Mijn vraag was bijna identiek aan die van de heer Slob. Ik stel mijn vraag toch nog even, om helemaal zeker te zijn van het antwoord. Het huidige pakket maatregelen is dus van tafel. In augustus komt er eventueel een pakket terug, maar dat zal dan niet hetzelfde pakket zijn. Het kan een aangepast pakket zijn. Daar wordt de Kamer bij betrokken.

De heer Samsom (PvdA):

De heer Krol concludeert nu iets wat hij straks met het kabinet moet afstemmen. Ik heb natuurlijk ook in het debat na het pakket van 1 maart al gezegd dat ik graag met andere fracties in gesprek kom, samen met het kabinet, om het een gedragen pakket te maken. Ik heb de bezwaren van de heer Krol gehoord, die buiten het pakket om gingen. Dan wordt het ingewikkeld. De heer Krol wilde de hele pensioenaanpak van tafel. Dat is gewoon een onderdeel van het sociaal akkoord zoals het is afgesloten. Het gaat nu alleen over het aanvullende pakket dat nu van tafel is. Ook voor verbetersuggesties van de heer Krol geldt dat wij op zoek zijn naar een breed draagvlak, zowel in de Kamer als in de samenleving, om de belangrijke maatregelen die dit land nodig heeft, ook te kunnen nemen. Hoe meer draagvlak, des te beter.

De heer Krol (50PLUS):

Ik ben blij dat wij van de PvdA, toch een van de belangrijkste partijen hier in de Kamer als het gaat om de steun aan dit kabinet, de toezegging krijgen dat wij daarover kunnen meedenken. Ik vind het wel jammer dat hieraan geen onderwerpen buiten dit pakket mogen worden toegevoegd. Ik zou ook niet weten waarom dat niet kan. Als wij het consumentenvertrouwen zouden kunnen versterken door juist niet te korten op pensioenen, snap ik niet waarom wij zo'n maatregel, zelfs voorgesteld door een oud-minister, niet zouden kunnen overwegen.

De heer Samsom (PvdA):

Alles kan, alleen stel ik vast dat in het sociaal akkoord met werkgevers en werknemers afspraken zijn gemaakt over onder andere pensioenen. Die afspraken zijn vrij specifiek. Er is 250 miljoen structureel opzij gezet om te bekijken of het pensioensparen op een andere manier, misschien via andere routes, een vorm kan krijgen. Dat is de afspraak. Als de heer Krol daaraan wil tornen, moet hij bij het kabinet zijn en het kabinet weer bij de sociale partners. Dat wordt een ingewikkeld proces. Wij accepteren de afspraak zoals hij er ligt.

De heer Krol (50PLUS):

Ik zal dat zeker doen. Vooral nu ik zie dat er een paar miljoen beschikbaar komt, terwijl met de maatregel miljarden worden bespaard. Dat is een sigaar uit eigen doos.

De heer Van der Staaij (SGP):

Over het punt van het aanvullend pakket heb ik de volgende vraag. Is het niet juist funest voor het herstel van het vertrouwen, ook van consumenten, als er onduidelijkheid blijft bestaan over wat er later in het jaar gaat gebeuren?

De heer Samsom (PvdA):

Er zitten twee kanten aan. Het is een meerwaarde dat er nu een sociaal akkoord is waar sociale partners en het kabinet – ik hoop en proef ook een meerderheid in het parlement – voor willen gaan. Onderdeel van die afspraken is om dit pakket even opzij te zetten en aan deze maatregelen prioriteit te geven en ze ook de kans te geven. Ik vind dat een voordeel. De heer Van der Staaij heeft gelijk dat er ook een nadeel aan vastzit dat het blijft hangen. Daarom was ik ook positief over de suggestie die de heer Slob als eerste deed – de heer Pechtold zei er in zijn bijdrage ook al iets over – om nu al te bekijken of wij een breed draagvlak kunnen vinden voor de samenstelling van dat eventuele pakket. Dat haalt de onzekerheid niet weg, want daarvoor moeten wij toch gewoon tot augustus wachten, maar het zou wel kunnen helpen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Dan blijft de discussie op zichzelf zinvol over wat er zou moeten gebeuren op het moment dat er toch een aanvullend pakket is. Wat betekent dat dan nu voor het sociaal akkoord? Ik hoor aan de ene kant partners vanuit het sociaal akkoord zeggen dat het pakket van tafel is en aan de andere kant de heer Samsom zeggen dat het even van tafel is. Is die onhelderheid uiteindelijk ook niet een gebrek aan consensus?

De heer Samsom (PvdA):

Ik denk van niet, omdat de afspraak die in de brief staat die het kabinet naar de Kamer stuurde, vrij helder is. Het pakket is nu van tafel, maar als op basis van de laatste raming in augustus blijkt dat er maatregelen nodig zijn om het begrotingsdoel voor 2014 te halen, zal het kabinet die maatregelen nemen. Als vanzelf geldt dat de Kamer daaraan dan goedkeuring moet geven. Hoe breder het draagvlak daarvoor is, des te beter.

De heer Pechtold (D66):

Tot vanochtend was bij velen het beeld dat het pakket van 4,3 miljard in ieder geval tot het najaar van tafel was. Dan zou worden gekeken naar een nieuw pakket. Gisteren bleek al dat de nullijn voor onderwijzers als het aan de VVD en de PvdA ligt, als onderdeel van dat pakket doorgaat. Begrijp ik goed dat de nullijn voor de zorg gewoon weer onderdeel kan zijn, sterker nog, onderdeel is van dat pakket?

De heer Samsom (PvdA):

Het is onderdeel van het pakket dat op 1 maart naar de Kamer werd gestuurd. Daar staat het gewoon in: een vrijwillige nullijn in de gehele zorgsector levert 1 miljard op in 2014 en loopt daarna op tot 1,8 miljard. Dat is een groot bedrag. In de brief die vorige week naar de Kamer werd gestuurd over het sociaal akkoord schrijft het kabinet eigenlijk: dit pakket is nu van tafel. Vervolgens komt de formulering over augustus die ik al enkele malen heb mogen herhalen. Dan volgt er nog een alinea waarin staat: intussen blijft het kabinet met de werkgevers en werknemers in de zorg in gesprek om te verkennen hoe de ombuigingen die in het regeerakkoord staan, daadwerkelijk vorm moeten krijgen. En: daarbij kan de loonontwikkeling een rol spelen. Ik ben heel benieuwd wat die gesprekken met werkgevers en werknemers in de zorg op dit moment opleveren en op welke manier de loonontwikkeling daarbij een rol speelt. Ik ga ervan uit dat dit gevolgen heeft voor de samenstelling van het pakket zoals dat er op 1 maart lag.

De heer Pechtold (D66):

Maar dan hangt er toch niet alleen dadelijk een donderwolk boven Prinsjesdag, maar hangt er ook nu al, deze week, een donderwolk boven het akkoord waarmee werkgevers en werknemers in de zorg naar wij vernamen druk doende zijn? Immers, wat voor akkoord sluiten zij met het kabinet als ik de heer Samsom vandaag hoor zeggen: ik hoop dat ze deze week een akkoord sluiten, maar de kans dat een nullijn – en dan niet meer vrijwillig – er later alsnog in komt omdat die nu eenmaal onderdeel van het pakket is, is levensgroot. Wat betekent dit voor de onderhandelingen in de zorg en de gevoelens van stabiliteit hierover? Die nullijn zou per 1 juli ingaan, zo schrijft de minister van Financiën in zijn brief van 1 maart. Wat is dan nog het alternatief als die datum inmiddels al genaderd of verstreken is?

De heer Samsom (PvdA):

Toen het pakket op 1 maart werd gepresenteerd en wij daarna een debat voerden, heb ik, net als anderen, aangegeven dat de vrijwillige nullijn in de zorg wat ons betreft tegenover bijvoorbeeld het verzachten van een paar voorgenomen bezuinigingen zou kunnen staan. De passage die het kabinet in zijn brief van vorige week opnam, vermeldt ongeveer hetzelfde, zij het met andere woorden. Laten wij een en ander afwachten, net zoals wij dat bij het sociaal akkoord deden. Uw kon uw geduld bijna niet bewaren, maar het is gelukt. Laten wij dat nu ook bij het zorgakkoord doen. Mocht daar een vorm van loonontwikkeling in zitten, dan heeft dat natuurlijk gevolgen voor de samenstelling van het pakket zoals dat er op 1 maart lag. Mede daarom – niet alleen daarom – ging ik graag in op de suggestie van de heer Slob om gezamenlijk over dat pakket en de samenstelling ervan te spreken. Ik hoorde de heer Pechtold in zijn termijn ook al zoiets suggereren. Laten wij nu gewoon afwachten – ik denk dat het niet al te lang duurt en dat wordt bevestigd in de brief – wat de afspraken in de zorg opleveren en welke gevolgen dat heeft voor het pakket dat op 1 maart werd gepresenteerd en dat straks naar Brussel gaat. In antwoord op vragen van de heer Pechtold kondigde het kabinet al aan dat het daar volgende week mee zal komen. Laten wij bezien hoe het pakket er dan uitziet en welke invloed wij daarop nog zouden willen hebben.

De heer Pechtold (D66):

Voor mij en ik denk voor velen neemt de onduidelijkheid alleen maar toe. De nullijn in de zorg leek bij het sociaal akkoord van tafel. Ik hoor nu van de heer Samsom: nee, hij kan er nog steeds als alternatief komen, maar hij kan bij een zorgakkoord van tafel gaan, of wij kunnen hem in juni alsnog invoeren, als de oppositie daartoe bereid is. Het pakket van 4,3 miljard bevatte voor de helft lasten. Als het miljard van de nullijn van de zorg afvalt, bij welk akkoord dan ook, hebt u geen enkel alternatief behalve een lastenverzwaring van een miljard. Klopt dat?

De heer Samsom (PvdA):

Nee, er zijn nog wel andere uitgavenverminderingen waar je voor zou kunnen kiezen. Die zijn allemaal niet aantrekkelijk – daarom is er ook niet voor gekozen in het pakket van 1 maart – maar ze zijn wel mogelijk. Ik mag toch hopen dat de heer Pechtold ook van mening is dat de vrijwillige nullijn in de zorg is afgesproken om in goed overleg met elkaar bijvoorbeeld loon-voor-werkmaatregelen te kunnen nemen. Ik neem aan dat de heer Pechtold daar een voorstander van is. Mocht dat op enigerlei wijze lukken, dan komt dat akkoord ook weer hierlangs, want dat heeft gevolgen voor het beleid van onder anderen staatssecretaris Van Rijn. Daarna kunnen wij dan verder kijken op welke manier wij omgaan met de loonmatiging in de zorg – als de heer Pechtold erop staat en alsnog een nullijn in de zorg wil afdwingen, moet hij dat bepleiten – en de gevolgen die dat heeft voor het pakket dat naar Brussel gaat en eventueel in augustus kan "herleven".

De heer Pechtold (D66):

Veel partijen spreken al uit dat je het sociaal akkoord niet in zijn geheel kunt beoordelen. Een belangrijk onderdeel van dit akkoord is de zorg. De heer Heerts zei gisteren duidelijk: de nullijn is voor 2014 van tafel. Over de situatie daarna wil hij het niet hebben. De nullijn was niet mijn idee, niet voor de zorg en zeker niet voor het onderwijs. Omdat er geen duidelijkheid is over het sociaal akkoord en wij nog niet weten wat er uit het zorgakkoord komt, dwingen de heer Samsom en het kabinet de oppositie nu tot steeds minder alternatieven. Ik voorspel dat dit neerkomt op extra belastingen. Daarvan hebben al veel partijen gezegd: dat deel was al te groot en mag zeker niet groter worden.

De heer Samsom (PvdA):

Ik nodig de heer Pechtold uit om zich aan te sluiten bij de constructieve suggestie van de heer Slob om al wat eerder dan augustus met elkaar van gedachten te wisselen over de mogelijkheden om een eventueel pakket dat in augustus weer op tafel zou kunnen komen, vorm te geven. Dan hebben wij de tijd. Dan is er tijd om andere maatregelen dan een lastenverzwaring te bedenken en voor te bereiden. Ik zie de heer Pechtold knikken.

Voorzitter. Ik sprak over de uitwerking van het sociaal akkoord. Daar hebben wij het vandaag vooral over, al snap ik heel goed dat het ook over andere zaken gaat. Flexwerkers krijgen meer zekerheden dankzij de uitwerking van dit akkoord. Vage payrollconstructies in de bouw en in de schoonmaak worden aangepakt. Wij willen geen sluiproutes meer naar ontslag. In de zorg – daar is hij weer – maken wij een einde aan de nulurencontracten. 125.000 mensen met een arbeidshandicap – dat zijn er meer dan de 100.000 die in het regeerakkoord stonden – kunnen gewoon aan de slag tussen collega's tegen een minimumloon of een hoger loon; dat wordt door de werkbedrijven georganiseerd. Als het zonder quotum kan, is dat heel mooi; als het met quotum moet, dan doen wij dat. Het kabinet heeft dit akkoord weten te sluiten binnen de financiële afspraken van het regeerakkoord. Een aantal afspraken kost natuurlijk meer dan in het regeerakkoord was afgesproken, maar daar staan andere afspraken tegenover die structureel evenveel opleveren.

De afspraken in de zorg staan nog wel open. Wij hadden het daar net al even over. Daar wordt nu over gesproken. De Partij van de Arbeid hoopt daarvoor op een heel goed resultaat, want dit is ook een belangrijk onderwerp waar Nederland verder mee moet. De Partij van de Arbeid begrijpt en accepteert vervolgens de afspraak die het kabinet met sociale partners heeft gemaakt om het pakket voor de begroting van 2014 nu van tafel te halen. De begrotingsdoelstelling blijft staan. Als blijkt dat de economie niet voldoende herstelt om dat doel te halen, "herleeft" het pakket geheel of gedeeltelijk en misschien wel geamendeerd na suggesties van de oppositie.

De heer Pechtold (D66):

Ik wil even reageren op het punt van de arbeidsgehandicapten, want anders zijn we weer drie onderwerpen verder. Ik snap werkelijk niet waarom de PvdA-fractie dit punt uit het regeerakkoord zo gemakkelijk heeft laten varen. Het ging om 170.000 banen. De heer Samsom heeft op het Malieveld gestaan, hij noemde al die jongeren en hij zei dit te zullen regelen. Hij brengt dat aantal nu terug naar 125.000 en spreekt over een component die de overheid voor haar rekening moet nemen. We richten ons dus weer niet op de werkgevers. Waar het eerst een resultaatverplichting en een afspraak was, is het nu iets vaags. Als je goed rekent is er, als het kabinet er in 2016 weer een keer naar gaat kijken, een doelstelling van 11.000. Dat is volstrekt onzeker, ook al omdat we al niet weten waar we nu met die regeling staan. Het is ook nog eens stapeling op stapeling. Heeft de heer Samsom gelezen wat een belangrijke wethouder in Den Haag, te weten de heer Kool, hierover vandaag heeft gezegd?

De heer Samsom (PvdA):

In het regeerakkoord spraken we af dat het quotum 100.000 banen ofwel 100.000 plekken zou opleveren. In het buitenland zijn de ervaringen met het quotum niet overal even goed. De ervaringen met het quotum in het buitenland leerden wel dat de helft van de bedrijven bereid en in staat is om het af te kopen met een boete. De afspraak over het quotum in het regeerakkoord zou dus 50.000 banen in het bedrijfsleven opleveren en een bakje geld. Aan dat laatste hebben de mensen in de Wsw niets. Ik heb mannen en vrouwen in de sociale werkvoorziening gesproken en zij waren niet blij met en niet gerustgesteld door het quotum. Ze willen dat werkgevers in de regio zich melden en aangeven dat ze voor hen, tussen de collega's, plaats hebben in hun bedrijf. Die afspraak hebben we nu gemaakt.

De fractie van de Partij van de Arbeid heeft het quotum niet gemakkelijk opgegeven. Sterker nog, we hebben het helemaal niet opgegeven. We hebben vooral geluisterd naar de vakbond, de werknemers en de werkgevers, die gezamenlijk een afspraak hebben gemaakt die meer substantie geeft dan het quotum van 5%.

De heer Pechtold zei tussendoor dat we niet naar de overheid kijken als werkgever. We kijken echter wel degelijk naar de overheid als werkgever, dat deden we ook met het quotum, en ook daarvoor is nu een harde afspraak gemaakt. Ik keek al met angst en beven naar alle creatieve berekeningen die zouden aantonen dat de overheid dat 5%-quotum allang had gehaald. Ik wil onze eigen overheid niet gemakkelijk laten wegkomen met deze afspraak, vandaar dat er 2.500 extra plaatsen zijn opgenomen. Dat staat nu ook in het akkoord: extra plaatsen. Het is dus niet een kwestie van even het bedrijf doorrennen en alvast tellen. Het gaat om het vrijmaken van extra plaatsen. Dat levert voor die mensen, tussen de collega's, extra banen op. Ik ben dan ook juist trots op die afspraak.

De heer Pechtold (D66):

De heer Samsom kan niet rekenen en hij heeft ook nog eens enorme kritiek op wat hij nog geen halfjaar geleden hier stond te verdedigen. Het waren 170.000 banen ofwel 5%. De heer Samsom kan toch wel rekenen? Hij moet dat nu niet terugbrengen naar 100.000, want dat is niet waar.

Voorts gaat de verplichting eraf en wordt het vrijwillig. De heer Samsom weet niet waarover hij het heeft omdat er geen nulmeting is. Is de heer Samsom bereid om het kabinet op te roepen om een goede nulmeting te doen? Zo niet, dan zal ik dat via een motie doen. En wat zegt de heer Samsom nu eigenlijk in zijn tussenzinnetje? Hij zegt: het quotum is van tafel, maar misschien niet. Wanneer komt het dan terug? Is dat in 2016 als blijkt dat we met moeite misschien de 11.000 plekken geregeld hebben?

De heer Samsom stond op het Malieveld en ik prees hem erom dat hij toen tegen jonge arbeidsgehandicapten zei het te zullen regelen. Ik stel vandaag vast dat hij zich met rekensommetjes en met kritiek op het eigen regeerakkoord onder een belangrijke afspraak probeert uit te wurmen.

De heer Samsom (PvdA):

Ik snap de opwinding van de heer Pechtold over deze afspraak absoluut niet. Bij het regeerakkoord spraken we af dat er 100.000 plaatsen zouden komen. Dat aantal staat ook in het regeerakkoord. Later is er een berekening gekomen van het Centraal Planbureau. Soms gaan dingen wel goed bij het Centraal Planbureau in termen van optimisme en meevallers. Het zouden er namelijk 170.000 worden, waarvan nog steeds de helft gedekt zou worden met een boete. Dat laatste blijft staan. Het bakje geld voor de overheid zou dus groter worden. We hebben moties ingediend over wie daarvan gebruik zouden kunnen maken. Het eindresultaat na de herberekening van het CPB is 85.000. Vandaag staat er: 125.000. 125.000 min 85.000 is 40.000 banen meer. Dat over het aantal banen.

Dan over de nulmeting. De uitwerking zal overigens niet zozeer door het kabinet worden gedaan, maar daar waar het hoort, bij de gemeenten, werkgevers en werknemers in de regio's, in de werkbedrijven en in de Werkkamer die wordt opgericht. Ik ga er onverkort van uit dat er iets van een nulmeting – of we vinden nog een andere technocratische term voor zoiets – zal plaatsvinden. Ik wacht met spanning de antwoorden van minister Asscher op dat punt af. Ik ga er echter van uit, en als het nodig is, zullen we hem er nog toe aanzetten.

Dan hebben we dus een hardere afspraak dan in het regeerakkoord stond. Niet alle afspraken in het sociaal akkoord zijn beter dan die van het regeerakkoord, maar deze wel. Het quotum is niet misschien van tafel, het quotum is niet van tafel. Het quotum hangt als het zwaard van Damocles boven de tafel, om in 2016 gewoon van kracht te worden als de eerste inspanningen niet tot resultaat leiden. Dat staat in de wet.

De heer Pechtold (D66):

Ik ben blij dat de heer Samsom met mij de minister van Sociale Zaken vraagt om een nulmeting. Ik ben ook blij dat hij toegeeft dat het om 170.000 banen ging. Hij kan namelijk wel zeggen dat dit van het Centraal Planbureau kwam, maar de inkomsten van de boete had ook de PvdA alvast meegerekend.

Ik ben niet blij met het beeld van 2016. Volgend jaar gaat het om 2.500, daarna om 11.000. Er is jarenlang gedoe geweest met werkgevers om hen het vrijwillig te laten doen. Dat mislukte altijd. Ik vind dus dat we moeten bekijken of deze aanpak eerder, niet aan het einde van dit kabinet, in 2016, geëvalueerd kan worden. De heer Samsom had nog van mij te goed wat zijn eigen PvdA-wethouder van Sociale Zaken in Den Haag erover denkt. Hij zegt: eerlijk gezegd heb ik eigenlijk geen boodschap aan het sociaal akkoord. Waarom zegt hij dit? Hij zegt dit omdat het regeling op regeling, verandering op verandering is.

De heer Samsom (PvdA):

Ik begrijp het chagrijn van de heer Kool, wethouder in Den Haag, wel over verkiezing na verkiezing die wetsvoorstel na wetsvoorstel oplevert. Daar zijn we allemaal bij geweest en we proberen daar nu eindelijk eens een keer een einde aan te maken, met een sociaal akkoord waarin voor het eerst dit type afspraken wordt gemaakt. Dat is in de geschiedenis nog niet vertoond. Dan mag je ook enig vertrouwen hebben.

Het quotum zou pas in 2015 ingaan. Dit gaat al in 2014 in. Hier wordt een afspraak versneld. De heer Pechtold heeft het de hele tijd over het vertragen, maar hier wordt een deel van de afspraken versneld. Ik heb een reden om aan te nemen dat werkgevers en werknemers serieus zijn. Dat zijn ze namelijk over het hele akkoord. Ik heb dus reden om aan te nemen dat je het twee jaar de kans kunt geven. Als het niet lukt, herleeft het quotum, inclusief de boete die daarbij hoort.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Collega Pechtold verwees naar het enthousiasme van de heer Samsom voor het arbeidsquotum een halfjaar geleden. Het is echter veel korter geleden dat de heer Samsom heeft gezegd dat er een samenhang is tussen het quotum en de bezuinigingen op de sociale werkplaatsen. Nu gaan we pas eind 2016 bekijken of we die 11.000 hebben gehaald. We hebben voor de zekerheid de lat al iets lager gelegd zodat de kans dat we het halen groter is. Volgend jaar wordt er – als ik het goed heb – 50 miljoen bezuinigd op de sociale werkplaatsen, het jaar daarna 70 miljoen. Die twee zaken horen bij elkaar, heeft de heer Samsom in het verleden gezegd. Hoe gaat het met die bezuinigingen? Zijn die hiermee nu van tafel?

De heer Samsom (PvdA):

Het quotum is niet van tafel, dus zijn de bezuinigingen ook niet van tafel. Doordat het quotum iets verder weg is geplaatst, zijn er echter minder bezuinigingen op de sociale werkvoorziening. Dat is het verschil. Dat kunt u ook zien in de tabellen die zijn meegestuurd. Er wordt ongeveer 350 miljoen minder bezuinigd op dit hele pakket van de Participatiewet en alles wat daaromheen zit. Het lijkt me een uitgebalanceerde ruil. Het belangrijkste deel van de bezuiniging is overigens dat we mensen niet meer onder het minimumloon zullen betalen, ook niet tijdelijk. Dat vind ik een belangrijke winst in dit sociale akkoord.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Het quotum is inderdaad niet van tafel, maar het gaat op zijn vroegst in 2017 in werking. Dat is nu afgesproken. Tot die tijd is er voor ongeveer 150 miljoen aan bezuinigingen op de sociale werkplaats ingeboekt. Het is belangrijk om te horen en zeker te weten dat die bezuiniging niet kan ingaan als er van dat quotum nog geen sprake is. Dat was de samenhang waar de fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid zelf een maand geleden op heeft gewezen.

De heer Samsom (PvdA):

De samenhang ging over de deur. Als er ergens een deur dichtgaat, gaat er elders een deur open. Dat is overigens ook de bezuiniging. Wij geven niet zomaar minder geld uit aan mensen, die mensen krijgen een baan. Daardoor worden zij door iemand anders betaald, en wel zoals het hoort: door de werkgever.

Wij zijn van plan om tot 2016 iets meer dan 11.000 mensen een baan te geven via de afspraken die werkgevers en werknemers hebben gemaakt. Ook de heer Van Ojik sprak met vertrouwen over het sociaal akkoord, over alle onderdelen van het akkoord, dus ook over dit punt. Wij kunnen er vertrouwen in hebben dat de werkgevers en werknemers daar ook in zullen slagen, ook in een nieuwe structuur die zij daarvoor bedenken van werkbedrijven en werkkamers samen met de gemeenten. Als dat lukt, levert dat vanzelf de bezuiniging op zoals die staat ingeboekt. Mensen krijgen dan namelijk een baan en worden betaald door het bedrijf zelf en niet meer via een uitkering of door de overheid.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik heb nog een heel eenvoudige vraag: is met het uitstellen van het quotum tot op zijn vroegst 2017 ook de voorgenomen bezuiniging op de sociale werkplaatsen van 140 miljoen, als ik dit jaar meereken, van tafel?

De heer Samsom (PvdA):

Nee, want het aan het werk helpen van mensen is niet uitgesteld. Sterker nog, dat is vervroegd ten opzichte van het regeerakkoord. We beginnen eerder met aan mensen een plek geven. Wat mij betreft gebeurt dat meteen, maar de afspraken beginnen in 2014 te tellen.

De heer Roemer (SP):

De heer Samsom probeert met verschrikkelijk veel mooie woorden iets recht te breien wat hartstikke krom is. Naar mijn idee weet hij dat zelf ook. Hij deed op het Malieveld ook andere beloften aan al die mensen. In 1998 hebben we dit ook al een keer meegemaakt met minister Melkert. Ook toen stond in de Wet REA dat het aantal gehandicapten fors vaste werkplekken zouden vinden in het bedrijfsleven. No way, niks, totaal niet waargemaakt! Al die jaren daarna zijn er afspraken gemaakt, maar niets daarvan is gelukt. Vanwaar het vertrouwen dat het nu wel lukt, horende dat Tata Steel meldt dat daar slechts negen leerwerkplekken zijn? Er is daar nog niet eens een baan!

De heer Samsom (PvdA):

Er zijn twee verschillen met de Wet REA en al die probeersels van vroeger. Een: er zit wel degelijk een sanctie aan vast, want het quotum herleeft als dit niet lukt. Dat was toen niet het geval. Twee: werkgevers en vooral ook werknemers hebben deze afspraak vorm gegeven. Dat zou de heer Roemer nog meer moeten overtuigen. Vakbonden hebben deze afspraken samen met werkgeversorganisaties en het kabinet vorm gegeven. Zij hebben het niet alleen opgeschreven, maar ook doorgedacht. De heer Roemer was vol lof over de werknemers en de vakbonden die dit akkoord hebben vastgesteld. Ik meende dat de heer Roemer het ook over dit onderdeel had, omdat hier een keer iets gebeurt wat niet alleen over papier gaat. Er zijn afspraken gemaakt over werkbedrijven, over een werkkamer waarin gemeenten, werkgevers en werknemers samenwerken aan het creëren van plekken in een regio. Het is regionaal maatwerk en daar moeten we het van hebben.

Ook de heer Roemer spreekt de mensen in de sociale werkvoorzieningen. Hij heeft de afgelopen maanden ook gemerkt dat die mensen niet gerustgesteld waren door een quotum, dat zij daadwerkelijke betrokkenheid van werkgevers in een regio wilden zien. Zij wilden weten of zij bij een bedrijf aan de slag konden. Nu kan dat. Misschien niet bij Tata Steel, maar na de oproep van de heer Roemer sturen wij onmiddellijk de heer Wientjes op Tata af en de heer Heerts op de vakbonden in Tata.

De heer Roemer (SP):

Heldere en keiharde afspraken werken. Het vrijblijvende gaat het niet worden, dat hebben we in het verleden gezien. Een quotum zou eventueel op zijn vroegst in 2017 ingaan, terwijl de toestroom in 2015 al een halt wordt toegeroepen. Wij nemen enorme risico's en laten ons weer inperken door de verplichting van tafel te halen. Wij stonden voor de verkiezingen samen op het podium met duizenden mensen die het met ons eens waren. Het is jammer dat u nu afhaakt en dat u dit hebt weggegeven.

De heer Samsom (PvdA):

De heer Roemer weet wat ik daar toen zei, want hij stond naast me. Ik zei: ik blijf strijden om ervoor te zorgen dat u een baan krijgt. Wat we nu doen, is 5.000 plekken creëren in 2014. In 2015 stopt de instroom bij de WSW. Dat betekent dat 5.000 mensen elders een plek gaan zoeken. Die plekken zijn dan al gecreëerd. Verder creëren we – je kunt haast zeggen "ten overvloede", maar er zijn nog meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die een baan zoeken – nog eens 7.500 plekken in 2014. Voor de eerste 5.000 die tegen een dichte deur van de sociale werkvoorziening aanlopen, creëren wij dus bijna 12.500 plekken. Er zijn meer mensen die een baan zoeken, dus het is geen overschot, mochten de getallen dat doen lijken, maar het is wel ruim voldoende. Dat zijn harde afspraken en het is meer dan dat. Er zit commitment achter, van Ton Heerts, van Bernard Wientjes en van Hans Biesheuvel, een van de grootste werkgevers die hiervoor het werk moet gaan leveren via het mkb. Daar gaat de winst vandaan komen. De heer Roemer en ik geloven beiden in de kracht van dat maatschappelijke middenveld. Laten wij dat gebruiken.

De heer Roemer (SP):

De heer Samsom zei: de bezuinigingen gaan van tafel als wij in het kabinet gaan. Dat heeft hij wel gezegd, maar hij heeft het niet waargemaakt. We zouden er samen voor strijden om dat gegarandeerd met een quotum voor elkaar te krijgen. Ook dat heeft hij niet waargemaakt. Laat ik echter ook een compliment geven. Wat de heer Samsom wel heeft waargemaakt, is dat het minimumloon het liefst volgens de cao wordt betaald. Ik ben er blij mee dat dit in het akkoord staat. De genoemde twee harde punten waarvoor wij samen optrokken, heeft hij echter met één pennenstreek weggegeven, zoals wij dat in het verleden ook hebben gezien. Harde afspraken gelden alleen als ze op papier staan, maar niet als door goedwillende bedrijven misschien hier en daar een of twee werkplekken worden gecreëerd. Zie Tata Steel.

De heer Samsom (PvdA):

Voor de mensen in de sociale werkvoorziening is het andersom: zij hebben niks aan afspraken op papier; zij hebben iets aan het commitment van werkgevers en werknemers in de regio om hun een plek te bezorgen tussen de collega's. Ik weet zeker dat, als ik nu terugga naar Gert-Jan in Brabant en hem uitleg wat we nu hebben afgesproken, hij nog steeds niet gerust is. Het moet immers nog allemaal gebeuren, maar hij zal het steviger vinden dan het vage quotum. Dat bleek immers toch vaag te zijn; ik zag hoe de werkgevers eronderuit probeerden te komen, ook bij het betalen van de boete. Daar had hij toen niets aan.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter, ik weet dat ik geen vijf keer meer mag interrumperen, dus ik ga proberen om het korter te doen.

Ik kom even terug op de opmerking van de heer Samsom over de zorg. Hij ging daarbij opmerkelijk gedetailleerd in op een mogelijk zorgakkoord. Dat roept bij mij de vraag op of hij misschien meer weet dan wij. Hij zei: mogelijk is een vrijwillige nullijn in ruil voor werk. Ik wil weten of dat iets is wat op tafel ligt. Weet hij meer dan wij? Ik wil daar graag het eerlijke verhaal over horen.

De heer Samsom (PvdA):

Ik zei dat ongeveer een maand geleden in het debat hier. Daar refereerde ik aan. Dat was in mijn enthousiasme een suggestie. Ik hoop dat ze die suggestie aan die tafel hebben overgenomen. Wat ik nog meer weet, is dat de voorzitter van de Abvakabo er op het congres iets over heeft gezegd, namelijk dat het nu snel moet gaan. Zij wil die het liefst voor zaterdag hebben. Dat vind ik wel heel snel. Ik zal kijken of dat lukt. De heer Van Haersma Buma heeft die uitspraak op het congres ook gehoord. Wat ik verder ken, is de kracht van staatssecretaris Martin van Rijn, die daar ook aan tafel zit en nu probeert om met werkgevers, werknemers en andere spelers in het veld tot een akkoord te komen. Verder hoop ik op het beste, maar ik heb er ook wel enig vertrouwen in, de kracht van Van Rijn kennende.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Dit is mijn laatste vraag, voorzitter. Ik zeg met nadruk: vertel het eerlijke verhaal. Nu spreekt de heer Samsom weer allemaal zinnen uit waardoor ik denk dat er meer aan de hand is dan hij nu vertelt. Als de heer Samsom dat weet als Kamerlid – hij is geen lid van de regering – dan moet hij dat als Kamerlid ook zeggen. Ik wil het gewoon weten: weet de heer Samsom dingen die wij niet weten? Staat in het akkoord iets over een vrijwillige nullijn in relatie tot banen? Dat is relevant, want als er een vrijwillige nullijn in staat, dan wordt het pakket in augustus namelijk totaal anders.

De heer Samsom (PvdA):

Ik weet niet meer dan de heer Buma, op dit punt. Ik weet niet meer dan de heer Buma.

De heer Slob (ChristenUnie):

Daar ben ik even stil van. De heer Samsom weet niet meer dan de heer Buma, op dit punt.

De heer Samsom (PvdA):

Ik ken mijn beperkingen.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik heb een vraag over de langdurige zorg. De heer Samsom prees net staatssecretaris Van Rijn. Hij moet de ombuiging van de AWBZ naar de Wmo gestalte gaan geven. Hij heeft de Kamer al een paar keer om uitstel gevraagd. De laatste keer heeft hij dat heel nadrukkelijk verbonden aan het sociaal akkoord. Het sociaal akkoord ligt er al een paar dagen, maar wij wachten nog steeds op een brief waarin staat wat het nu gaat worden. Ik merk in het land – bij mensen die zorg ontvangen en mensen die zorg geven, maar ook bij gemeenten – dat er grote onhelderheid is over wat er nu gaat gebeuren. Zij weten echter één ding wel zeker: dat wat er in het regeerakkoord op dit punt staat, heel veel mensen zwaar zal treffen en derhalve onverantwoord is. Gaan we er nu ook in de komende weken voor zorgen dat die plannen op een verantwoorde manier worden uitgevoerd? Is er bereidheid om het regeerakkoord op dit punt los te laten?

De heer Samsom (PvdA):

Er is in het kader van het sociaal akkoord waarschijnlijk ook wel een keer over de zorg gesproken, maar er zijn daarover geen afspraken gemaakt. Het kabinet heeft gemeend, in een brief al te kunnen vertellen dat er op dit moment samen met werkgevers en werknemers verkenningen worden verricht naar de hervormingen die men zich had voorgenomen in het regeerakkoord. Ik spreek over het verrichten van verkenningen. Wat daaruit komt, kan niemand voorspellen. Ik weet wel dat een van de belangrijke partners, de Abvakabo, enige haast heeft of zegt te hebben. Ik heb er dus hoop op dat het niet al te lang meer duurt. De afspraken kunnen betrekking hebben op vormen van loonontwikkeling. We moeten afwachten wat dat precies in de praktijk zal betekenen. De heer Slob zegt zojuist met enig ongeduld dat het nu al een paar dagen duurt. Een paar dagen extra, een week extra of een paar weken extra, dat moet toch kunnen!

De heer Slob (ChristenUnie):

Het duurt inderdaad in ieder geval al een paar dagen nadat het sociaal akkoord is afgesproken, maar we zijn al maanden aan het wachten. Er is echt grote onduidelijkheid. Wat hier nu gebeurt, vind ik wel een beetje symptomatisch voor de wijze waarop de heer Samsom toch vaak zijn antwoorden geeft. Hij verwijst altijd naar het kabinet. Hij presenteert zich eigenlijk een beetje als een verlengstuk van het kabinet. Hij is echter fractievoorzitter van één van de grootste partijen in het parlement. Ik vroeg hem: is er ruimte om de plannen rond de AWBZ richting de Wmo echt aan te passen, vooral ook vanwege het feit dat heel kwetsbare groepen, met name ook in de gehandicaptenzorg, het slachtoffer kunnen worden van deze plannen?

De heer Samsom (PvdA):

Ik heb op geen enkele manier bagatelliserend willen doen over de onrust die bestaat. Dat is een van de redenen dat de eerste motie die ik als fractievoorzitter in deze coalitie indiende, een motie was om daar iets aan te doen. Dat betrof de begeleiding in 2014. Het is al bewezen. Daar waar mogelijk en daar waar nodig, zijn wij bereid om die hervormingen van het regeerakkoord zodanig vorm te geven dat ze ook kunnen landen in de samenleving. Ik heb niet voor niets al eerder gesuggereerd dat een vrijwillige nullijn in de zorg zou kunnen leiden tot minder ontslagen in de zorg. Die combinatie heb ik als fractievoorzitter van deze coalitiepartij al eerder gemaakt. Daarna geef ik het kabinet de kans om die opdracht, die suggestie mee te nemen en uit te voeren. Zij regeren immers. Nu moet ik, net zoals de heer Slob, wachten op het resultaat. Ik zeg ook, net zoals de heer Slob, dat ik hoop dat het niet al te lang meer duurt.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik hoop oprecht dat de Partij van de Arbeid bereid is om de plannen en de afspraken die ze heeft gemaakt, ook rond de AWBZ, echt aan te passen. Dat moet gebeuren met het oog op datgene wat er in de samenleving gebeurt, waar heel kwetsbare mensen het slachtoffer kunnen worden van de doorvoering van deze plannen. Dat heeft zij op heel veel andere terreinen inmiddels al gedaan. Hopelijk komen er nog een paar onderwerpen bij. Ik denk aan de strafbaarstelling van de illegaliteit of iets dergelijks. Ik hoop dat de PvdA ook bereid is om te zoeken naar financiële middelen om een en ander mogelijk te maken. Anders moeten we het niet doen!

De heer Samsom (PvdA):

Het antwoord daarop is "ja". Het is op andere terreinen dan de zorg ook al aangetoond. Het regeerakkoord werd gepresenteerd onder de titel "Bruggen slaan", naar de samenleving, naar andere partijen. Het is bewezen met het woonakkoord. De heer Slob kon daar zelfs aan meedoen. Hij toonde ook de verantwoordelijkheid die nodig was en er werden aanpassingen aangebracht. We zien het nu in het sociaal akkoord. Als we dat kunnen uitvoeren met een meerderheid hier, dan worden voornemens die in het regeerakkoord stonden, ook aangepast. Omdat we bruggen willen slaan, omdat we samen met anderen aan de slag willen om Nederland sterker en socialer te maken. Ik tref de heer Slob daarbij overigens tot nu toe elke keer als constructieve partner aan.

Ik heb al gesproken over de financiële afspraken van het regeerakkoord. Daarbinnen is dit sociaal akkoord afgesloten. Dat is een prestatie van formaat. Feitelijk is het een aanpassing van een aantal afspraken, maar de financiële kaders – ook voor onze partij belangrijk – blijven nog gewoon staan. We hopen dus dat er nog afspraken in de zorg volgen. We begrijpen en accepteren de afspraak die gemaakt is over het pakket in 2014.

De sociale partners en het kabinet hebben ook afspraken gemaakt over de verdeling van hun verantwoordelijkheden. Sociale partners krijgen nadrukkelijker een rol bij inspanningen om mensen aan het werk te helpen. Wij zien daar ook een meerwaarde in. Ik vraag het kabinet wel om de lessen uit het verleden daarbij te betrekken en scherp te letten op de uiteindelijke verantwoordelijkheidsverdeling. De collectieve lastendruk is en blijft de verantwoordelijkheid van de overheid.

De voorgenomen sociale agenda die in het regeerakkoord stond, heeft nu vorm gekregen in dit sociaal akkoord. Daarmee is voor enkele plannen in het regeerakkoord een andere invulling gekozen. Soms tot onze blijdschap, de verzachting van het tweede jaar WW; soms tot enige teleurstelling, de herkeuring van de bestaande groep jonggehandicapten; en soms een andere timing, langzamer bij WW en ontslag, sneller zoals de banen bij de Participatiewet.

Dit akkoord is niet op alle punten ideaal voor ons. Het werk is met dit akkoord ook niet af. Maar in de zoektocht naar een breed draagvlak is de consequentie dat niet iedereen volledig zijn zin krijgt. Wat telt is dat Nederland met dit akkoord verder kan. Dit akkoord helpt Nederland zich uit de crisis te werken met een breed draagvlak in de polder en hopelijk dus ook in de politiek. Dit debat kan daar wellicht, en heeft daar al enig inzicht in gegeven.

Voor mijn fractie geldt dat wij volle steun verlenen aan het akkoord en het kabinet aanmoedigen om zich zo snel mogelijk, met iedereen die het aangaat, te zetten aan de uitwerking en vooral de implementatie ervan. Voor al die werknemers die vrezen voor hun baan, voor de werklozen die zoeken naar een baan, voor de arbeidsgehandicapten die een plek wensen in een gewoon bedrijf en voor flexwerkers die meer zekerheid willen, kunnen wij nu aan de slag.

De heer Pechtold (D66):

Ik weet niet of dit nu ook weer zo'n oproep is. Ik wil het met de heer Samsom even hebben over een zin die mij interesseerde, namelijk "wat hebben wij geleerd". Er is een parlementaire enquêtecommissie geweest die heeft gesproken over de uitvoeringsvoorwaarden voor de WW en de controle daarop. Straks krijgen wij 35 werkpleinen. Zegt de heer Samsom nu met mij dat dit dan bij de overheid ligt? Dat is ook een les uit die enquête.

De heer Samsom (PvdA):

"Dat ligt bij de overheid", is een wat lompe formulering. Excuus, het is een wat brede formulering die niet zozeer recht doet aan de lessen van de commissie-Buurmeijer, waar de heer Pechtold over spreekt. De commissie wees wel op de gevaren van het afwentelinggedrag dat kan optreden als de overheid alles uitbesteedt aan de sociale partners, inclusief de regie en de polisvoorwaarden, de controle zoals de heer Pechtold zei. Die les hoeven wij niet te herhalen en die gaan wij ook niet herhalen wat mij betreft. Ik roep het kabinet daartoe op, maar ik verwacht dat dit een overbodige oproep is, want dat beseft het kabinet zich als geen ander.

Wat wij wel doen, en dat is een terechte afspraak, is dat wij, daar wij sommige arbeidsvoorwaarden versoberen – de WW wordt iets korter, het ontslag wordt iets minder ruimhartig – ook meer invloed geven aan werkgevers en werknemers om die versobering op de juiste manier te laten landen bij de mensen om wie het gaat, de mensen op de werkvloer. Die uitruil, die "handshake" om dat woord maar eens te gebruiken, zie ik in dit akkoord terug en die begrijp ik. Tegelijkertijd zie ik gelukkig ook woorden als "lastenneutraal" en dergelijke terug. Ik heb dus geen reden om ongerust te zijn. Niettemin wees ik, net als de heer Pechtold, het kabinet er nog even op dat er ooit in het verleden lessen zijn getrokken en dat wij die wel moeten leren.

De heer Pechtold (D66):

Die lessen zijn geleerd. Ik heb er niet voldoende aan als de heer Samsom zegt dat hij niet ongerust is. Ik ben dat nog wel. Kan de heer Samsom mij garanderen dat, nu hij zegt: "Wij willen de vakbonden invloed geven op de WW omdat die wordt verkort", wij het erover eens zijn dat de belangrijkste les is dat de uitvoering en de controle bij de overheid berusten en dat wij niet terugvallen in de oude fout zodat dadelijk door sociale partners wordt bepaald hoeveel WW via de staatskas moet worden betaald?

De heer Samsom (PvdA):

U formuleert het mooi. Inderdaad moeten we dat laatste voorkomen: dat door hen wordt bepaald hoeveel WW via de staatskas wordt betaald. In het akkoord staat wel – en daar refereerde ik al aan – dat werkgevers en werknemers natuurlijk vrij zijn om onderling afspraken te maken, bijvoorbeeld in cao's. Dat gebeurt nu ook al. Als sociaalliberaal kunt u er geen bezwaar tegen hebben als private partijen dat onderling doen. Dat verandert niet ten opzichte van nu. Over wat wel verandert, verschillen we misschien van mening. U zei dat er lessen zijn geleerd. Ja, maar er zijn dingen ook niet helemaal goed gegaan. UWV bijvoorbeeld is nu een soort veredelde datingsite. Ik denk dat het zou helpen als werkgevers en werknemers op dat terrein meer invloed werd gegeven, omdat mensen daadwerkelijk aan een baan helpen kennelijk meer betrokkenheid vereist. Ik vind het mooi dat dit in het sociaal akkoord is afgesproken. Ik heb er vertrouwen in dat het kabinet dit op de juiste manier vormgeeft, maar ik heb er wel, en misschien ten overvloede, op gewezen dat de collectieve lastendruk inderdaad de verantwoordelijkheid is en blijft van onze overheid.

De heer Pechtold (D66):

Om elkaar zo veel mogelijk te kunnen naderen, het volgende. Wij zijn het eens over de manier waarop het nu bij UWV gaat; al zal ik niet het beeld van de datingsite gebruiken, omwille van het harde werk dat daar waarschijnlijk toch wordt verricht. Maar zoals het nu gaat, is het niet goed. Er leek in de woorden van de heer Samsom even een ruil te zitten: omdat de WW-duur wordt verkort – wat naar mijn gevoel dus nog maar de vraag is – kan het niet zo zijn dat we het gaan herbeleven dat de invloed op de randvoorwaarden van de WW en op zaken rond uitvoering en controle erg ver gaat, maar de rekening uiteindelijk hier komt te liggen. Als wij het daarover eens zijn, ben ik daarover voor dit moment gerustgesteld.

De heer Samsom (PvdA):

Wij zijn het erover eens dat er geen afwenteling mag plaatsvinden en dat we daarom de controle moeten handhaven en verscherpen. Over wie precies wat gaat uitvoeren, heeft het kabinet niet voor niets een SER-advies aangekondigd. Ik ben daar ook wel gelukkig mee. Net als de heer Pechtold ken ik veel details uit de sociale zekerheid, maar ik kan zeker niet alle nieuwe creatieve ideeën meteen doorgronden. Ik wacht dit dus af.

De heer Zijlstra (VVD):

Voorzitter. Er is een sociaal akkoord en dat is goed. Complimenten aan het kabinet en aan de sociale partners, omdat zij daarin zijn geslaagd. Dat mag ook gezegd worden. Zou de VVD alles wat in het sociaal akkoord staat, in haar verkiezingsprogramma hebben opgeschreven? Dat lijkt me duidelijk: nee. Je hebt dit altijd in een situatie waarin werkgevers en werknemers en kabinet iets moeten vormen. Maar het is goed dat het er is. Waarom vindt de VVD dat goed? Omdat werkgevers en werknemers zich middels dit sociaal akkoord verbinden aan de hervormingsagenda van dit kabinet. En ja, het is jammer dat dit leidt tot vertragingen; daar ben ik gewoon reëel in, dat is wel een consequentie. Maar het is goed dat men zich verbindt aan onderwerpen met betrekking tot de WW, het ontslagrecht en de Participatiewet, waarover in dit land jaren, soms decennia, is gesproken. Het verleden van Nederland heeft dat uitgewezen. Ik wijs hiervoor even op de WAO. Wie weet nog wat de invoeringsdatum was van de WAO? 1993? 1992? 1994? Het belangrijkste was dat die hervorming toen werd ingevoerd. Het moet nu gebeuren, met steun van de sociale partners.

Ah, meneer Wilders. Dat duurde langer dan ik had gedacht.

De heer Wilders (PVV):

Maar dan is-ie er wel!

Voorzitter. Wat is er in hemelsnaam gebeurd met de VVD-fractie? Als ik de mediaberichten mag geloven, is die fractie heel laat bij het akkoord betrokken. Vanmorgen lazen we in een ochtendkrant zelfs dat één van de Kamerleden van de VVD had gezegd: het was tekenen bij het kruisje, of naar de koningin. Een ander Kamerlid zei: de heer Rutte luistert naar niemand meer; alleen maar naar zijn topambtenaren van Algemene Zaken, maar dat zijn allemaal D66'ers. En D66 is, als ik het mij goed herinner, de partij die voor het legaliseren van paddo's en spacecake is. Dat verklaart een hele hoop. Mijn vraag aan de heer Zijlstra is: wat is er toch met u aan de hand? De VVD moet toch een partij zijn die voor doorpakken en voor aanpakken is? De VVD is van belastingverlaging en niet van het slikken van al die onzin van de sociale partners in plaats van naar de Koningin te gaan. Voor dat dreigement moet u toch niet gaan?

De heer Zijlstra (VVD):

Volgens mij zijn we helemaal niet op weg naar de Koningin. Ik kan bevestigen dat een aanzienlijk deel van de top van het ministerie van Algemene Zaken van een bepaalde politieke kleur is. Dat kan ik bevestigen. En wat de rest van het verhaal van de heer Wilders betreft: dat het in de krant staat, wil nog niet zeggen dat het waar is.

De heer Wilders (PVV):

De inhoud is wel waar. Het ledencongres, of hoe dat ook moge heten, van de FNV heeft zaterdag een akkoord waar de VVD haar handtekening onder had gezet, met 83% juichend aanvaard. Ze stonden nog net niet te dansen op tafel! Dat was bij de heer Bolkestein of bij de heer Wiegel niet gebeurd. De VVD zet haar handtekening onder een akkoord waar bijna de hele vakbeweging dansend van over straat gaat! Dat is natuurlijk omdat in dat akkoord het woord "belastingverlaging" in de verste verte niet voorkomt. Weet u nog, de VVD was daar vroeger ontzettend blij mee en pleitte daar ook voor. Of het nu gezegd is of niet: de VVD is door de knieën gegaan voor de Partij van de Arbeid, voor de sociale partners, voor de vakbeweging, en de VVD heeft het woord belastingverlaging definitief uit haar vocabulaire geschrapt. Dat is jammer, maar wel helder voor de kiezer in Nederland.

De heer Zijlstra (VVD):

Wij zijn nog steeds voorstander van belastingverlaging. Daarom moeten er ook hervormingen worden doorgevoerd, zodat wij dat kunnen waarmaken. Als je erop vertrouwt dat je lastenverlagingen voor elkaar kunt krijgen door heel veel geld uit te geven bij de overheid, dan werkt dat niet. Vandaar dat wij altijd aansturen op hervormingen en het aanpakken van de grote uitgaven van de overheid. Dat is wat er gaat gebeuren en dat is, zo zeg ik tegen de heer Wilders, ook het goede nieuws van dit sociale akkoord. Daarom kan de VVD haar steun eraan geven: de sociale partners, werkgevers én werknemers, verbinden zich aan vergaande aanpassingen van de WW, van het ontslagrecht, aan de Participatiewet, aan maatregelen op het gebied van pensioenen, noem maar op. Het zijn allemaal zaken die in het regeerakkoord staan en nu ook worden gedekt door het maatschappelijk middenveld. Daar heeft de heer Wilders niets mee, maar wij vinden het heel erg belangrijk dat er brede steun is voor het kabinetsbeleid.

De heer Wilders (PVV):

Ik kan niet anders dan herhalen dat de VVD en ook de heer Zijlstra echt volledig de weg kwijt zijn, volledig. De heer Zijlstra zegt: wij zijn nog steeds voor belastingverlaging. Mag ik even opsommen waar de VVD allemaal haar handtekening onder heeft gezet? Een hoger tarief ...

De heer Zijlstra (VVD):

Dat gaat niet helpen, denk ik.

De heer Wilders (PVV):

Het is niet leuk om het aan te horen, maar laat me dat toch even doen. De huren worden verhoogd. Het eigen risico in de zorg wordt verhoogd. De btw is verhoogd. De accijnzen op alcohol, tabak en frisdrank zijn verhoogd. De energiebelasting is verhoogd. De assurantiebelasting is verhoogd. De loonbelastingtarieven zijn verhoogd. Aan de hypotheekrenteaftrek gaan ze morrelen. U hebt alleen maar getekend voor belastingverhogingen, mijnheer Zijlstra. Noemt u mij eens drie belastingverlagingen die in het sociaal akkoord staan en waar u trots op bent.

De heer Zijlstra (VVD):

In het sociaal akkoord staan geen belastingverlagingen.

De heer Wilders (PVV):

Kijk! Kijk!

De heer Zijlstra (VVD):

Want daar gaan de sociale partners niet over.

De heer Wilders (PVV):

Zo is dat. Noemt u mij nu eens drie belastingverlagingen waar u dit jaar trots op bent als VVD'er.

De heer Zijlstra (VVD):

Even heel simpel ...

De heer Wilders (PVV):

Die zijn er niet, he?

De voorzitter:

Mijnheer Wilders, u hebt een vraag gesteld en de heer Zijlstra probeert antwoord te geven.

De heer Wilders (PVV):

Laat hem het proberen.

De heer Zijlstra (VVD):

Het mooie is dat zelfs een belofte die gemaakt is in de verkiezingscampagne over een vergaande arbeidskorting in het kabinetsbeleid zit. Die komt er gewoon. Ik loop er niet voor weg, laat dat ook helder zijn, dat wij naast fors snijden in de overheid ook gedwongen zijn om inderdaad lasten te verzwaren. Ik kan mij echter vaag herinneren dat ook het kabinet Rutte I, waar de heer Wilders ook iets mee te maken had, met accijnsverhogingen kwam. Dus wat hij hier zegt, is een beetje een rare boodschap. Daar ontkomen we niet aan. Daar kan geen partij aan ontkomen, ook niet in het verkiezingsprogramma. Dat doen we om ervoor te zorgen dat we de overheidsuitgaven onder controle krijgen. We moeten de hervormingen doorvoeren die nodig zijn. We moeten eerst het tekort financieren dat er is. Daarna kunnen we inderdaad eindelijk weer het mandaat bij de burgers neerleggen. Zij kunnen dan zelf kiezen waaraan zij hun geld willen uitgeven. Dan kunnen we de lasten verlichten. We moeten echter wel eerst door die storm heen. Als je net doet of dat niet hoeft, loop je weg voor de realiteit.

De heer Wilders (PVV):

Laat de heer Zijlstra blij zijn dat hij de kiezer nu niet om een mandaat hoeft te vragen, want de VVD is de partij van de lastenverzwaring geworden. De heer Zijlstra kan gewoon geen enkele lastenverlichting noemen. Hij zegt: wij lopen niet weg. Liep hij maar weg! Liep hij maar weg van die socialisten van de Partij van de Arbeid. In plaats daarvan zet hij zijn handtekening bij het kruisje, waarmee hij akkoord gaat met alle lastenverzwaringen. Hij maakt de economie kapot. Hij houdt zijn kiezers voor de gek. De VVD is de partij geworden van de lastenverzwaringen. De kiezer, mijnheer Zijlstra, zal daarmee keihard afrekenen.

(geroffel op de bankjes)

De heer Zijlstra (VVD):

Ik ben niet zo'n wegloper, in tegenstelling tot andere leden van dit parlement. Sommigen hebben daarvan een hobby gemaakt. Wij staan voor de maatregelen die nodig zijn om dit land weer op het goede pad te krijgen en om de overheidsuitgaven omlaag te brengen. Jazeker, daarvoor zijn impopulaire maatregelen nodig. Het gaat er in de politiek niet om, ervoor te zorgen dat je de populariteitsprijs wint door alleen maar maatregelen te nemen waarover de hele bevolking halleluja roept. Dat lijkt me overigens überhaupt heel moeilijk. Daarvoor moet je flink geld uitgeven en hier en daar een cadeautje uitdelen. Daar is de VVD niet van. Mijn fractie zegt: wij gaan dit land hervormen. Daar staan wij voor en wij zijn bereid om de pijn te accepteren die daarmee gepaard gaat. Wij gaan ervoor zorgen dat de overheidsuitgaven naar beneden gaan. Wij nemen daarvoor de verantwoordelijkheid. Daarna gaan wij altijd met een gerust hart naar de kiezer, hoe moeilijk de boodschap ook is.

(geroffel op de bankjes)

De heer Pechtold (D66):

Ik help de heer Zijlstra even. Het goede antwoord was natuurlijk: de btw in de bouw. De heer Zijlstra kwam daar zojuist misschien niet op, omdat dit een idee was van D66, de ChristenUnie en de SGP.

De heer Zijlstra (VVD):

Ja, de arbeidskorting was ook een goed antwoord geweest.

De heer Pechtold (D66):

De goede antwoorden zijn er dus wel.

Nu ik bevestigd heb gekregen dat de adviezen komen van de ambtenaren van mijn politieke kleur, zou ik graag wat namen en rugnummers horen, om nog eens even het verkiezingsprogramma van D66 door te nemen. Dan waren de adviezen aan de premier namelijk waarschijnlijk beter geweest.

Ook mij was opgevallen dat de VVD binnen een paar minuten akkoord is gegaan met dit programma. Kan de heer Zijlstra mij nu eens verklaren hoe hij niet alleen met het sociaal akkoord akkoord kon gaan, maar ook met het feit dat de effecten ervan pas in juni duidelijk worden? Ik doel op effecten ervan op de werkgelegenheid, de belastingen en het gat in de begroting.

De heer Zijlstra (VVD):

Vorig jaar rond deze tijd stonden wij ook in dit huis. Toen lag een akkoord voor dat eerst het Kunduzakkoord en later het Lenteakkoord heette. Het heeft ook nog wat andere namen gehad. Er lag toen een akkoord voor waarin wij begrotingsmaatregelen namen om ervoor te zorgen dat de begroting voor 2013, dus voor dit jaar, op orde zou komen. Ik kan mij herinneren dat D66, mijn partij en wij allemaal vonden dat dit moest gebeuren. Toen dat akkoord hier voorlag, hadden wij ook nog niet de precieze doorrekening van het CPB beschikbaar. Dit moest natuurlijk vervolgens worden doorgerekend. Dat geldt ook voor het sociaal akkoord dat nu voorligt: daarvoor lopen wij niet weg. De heer Pechtold moet echter nu niet net doen of het een heel verkeerde zaak is als er nu geen doorrekening van het CPB beschikbaar is. Dit is hoe de dingen gaan. Er komt een akkoord. Wij beoordelen het akkoord vervolgens in de vorm waarin het voorligt. Zeker, ik zie minpunten, maar ik zie ook heel veel pluspunten in het sociaal akkoord. Die wil ik best straks nog even opnoemen. Daarna volgt de doorrekening van het CPB. Laat de heer Pechtold hierover nu echter niet die flauwe grap maken. Vorig jaar bij het Kunduzakkoord was dit geen enkel probleem, dus het is nu ook geen probleem.

De heer Pechtold (D66):

Die vergelijking gaat niet op. Laat ik alleen maar de begroting noemen. De VVD is traditioneel een bestuurderspartij. Kan de heer Zijlstra de vraag beantwoorden die ik zojuist ook aan het kabinet stelde? Waarmee moet minister Schulz van Infrastructuur nu rekening houden? Er ging 1 miljard af, er kwam 300 miljoen bij. Die 300 miljoen was vervolgens weer van tafel, maar leek maandag weer op tafel te liggen. In september ligt dat bedrag misschien weer op tafel, zoals we misschien een beetje zeker weten. Weet de heer Zijlstra wat de effecten zijn van het sociaal akkoord? Weet hij ook wat de gevolgen zijn voor minister Schulz?

De heer Zijlstra (VVD):

Laten we de begroting er meteen maar even bijpakken. Op de begroting die in september, op Prinsjesdag naar dit huis toe komt, zullen wij moeten wachten. Dat is overigens gebruikelijk. Er ligt een pakket. In dat pakket zitten ook investeringen voor 2014. Daarmee willen wij bijvoorbeeld de werkgelegenheid in de wegenbouw bevorderen. Dat is het pakket dat eind volgende week naar Brussel gaat, want dan naderen we namelijk 1 mei. Dat is het pakket dat op tafel komt op het moment dat de economische cijfers daar aanleiding toe geven. Dit betekent dat wij de doelstelling op weg naar de nul, volgend jaar dus onder de 3%, niet halen. Dat is overigens altijd het geval. Laat ik ook zeggen waarom ik dit op tv gewoon een gekke constructie heb genoemd: dit gebeurt namelijk altijd. Ik ben nooit anders gewend. Als in september, of eigenlijk tijdens de zomerraming, het CPB de MEV presenteert waarin het tekort onder de 3% was gekomen, dan was dit aanvullend pakket van tafel gegaan. Dit zou altijd gebeuren. De naam zegt het al: aanvullend pakket. Het is nu even van tafel, het is pas definitief weer op tafel bij de definitieve cijfers die wij deze zomer zullen kennen. Mijn vraag aan het kabinet is als volgt: Kan het kabinet bevestigen, ook naar aanleiding van vragen van de heer Pechtold en vele anderen, dat het aanvullende pakket weer op tafel ligt als wij in september bijvoorbeeld op 3,4% uitkomen, zoals de laatste raming ook aangaf? Volgens mij is dit helder, maar het lijkt mij handig als het kabinet dit nog een keer onderstreept.

De heer Pechtold (D66):

Nu wordt het nog ingewikkelder. De heer Samsom sprak zojuist over "een" pakket en zei al dat bijvoorbeeld de nullijn voor de zorg eruit kan. De heer Zijlstra spreekt nu over "het" pakket en hij wil van het kabinet zeker weten dat dit pakket, zoals bedacht is, in september in totaal weer terugkomt. Dat is dus inclusief de nullijn voor zorg en voor onderwijs. Ik snap werkelijk niet dat als de VVD-fractie in een paar minuten akkoord is gegaan, zo'n essentiële vraag niet bij de VVD-fractie bekend is. De heer Zijlstra weet kennelijk niet over welk pakket wij nu spreken, of de heer Samsom heeft een andere uitleg.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik waardeer de poging van de heer Pechtold om wat mist te creëren. Het is heel duidelijk. Als de cijfers bij de MEV-raming deze zomer dezelfde zijn als nu, komt dit pakket weer op tafel, waarbij op dat moment natuurlijk ook de realiteit zal intreden. Als de zorgpartners in staat zijn op het gebied van de zorg en de langdurige zorg tot een akkoord te komen waarvan dit een onderdeel is, is dat prima en dan zien wij weer wat de werkelijkheid is. Zij kunnen aanvullende maatregelen willen. Het kan in de lonen zitten zoals in het sociaal akkoord staat, maar het kan ook wat anders zijn. Dat is namelijk hoe de politiek werkt. Dit is wat er nu ligt. De werkelijkheid kan ook zijn dat wij op 3,5% zitten. Dan is dit aanvullend pakket onvoldoende en zullen wij nog iets anders moeten verzinnen. Wij gaan kijken naar de werkelijkheid bij de raming van het CPB. Op het moment dat die werkelijkheid er is, hebben wij dit pakket dat al op tafel ligt. Veranderingen die tot die tijd hebben plaatsgevonden, zullen wij natuurlijk ook meenemen. Regeren is vooruitkijken, vandaar een aanvullend pakket, maar regeren is ook aanpassen aan de omstandigheden zoals die zich hebben voorgedaan.

De heer Pechtold (D66):

Ik heb een heel korte vraag. Als de nullijn in de zorg van tafel gaat, kan dit dan, als het aan de VVD ligt, worden ingevuld door een miljard extra belasting?

De heer Zijlstra (VVD):

Nee. De nullijn is een uitgavenbesparing en die kan alleen worden gecompenseerd door een uitgavenbesparing.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

De heer Van Staaij komt hier naast mij staan, dus heb ik het maar even over de zondagochtend. De heer Zijlstra zat zondagochtend bij Eva Jinek.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik kan mij niet voorstellen dat de heer Van der Staaij heeft gekeken.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Nee, dat zeker niet. Omdat de heer Van der Staaij waarschijnlijk niet weet dat de heer Zijlstra daar zat, zeg ik het maar even. De heer Zijlstra zei daar het volgende: als er aanvullende bezuinigingen nodig zijn, zal de burger daarvan niets merken. De burger kan gewoon doorgaan met uitgeven, want het zullen alleen bezuinigingen op de overheidsuitgaven zijn. Is de heer Zijlstra bereid dit hier te herhalen? De burgers zullen er niets van merken, want het zullen alleen maar bezuinigingen op de overheidsuitgaven zijn.

De heer Zijlstra (VVD):

U gaat nu een beetje creatief met woorden om. Wat het uitgeven van geld betreft, het volgende. Tegen burgers met een baan die overwegen om een huis te kopen en denken "er is op dit moment wel heel veel zwaarmoedigheid in Nederland, laat ik het nog even uitstellen", zou ik willen zeggen: waarom zou je dat doen? Ik heb vorig jaar, middenin de crisis, zelf een huis gekocht. Ik ben er niet slechter van geworden. Dus wat dat soort zaken betreft: prima. Wat de overheidsuitgaven betreft: die zijn te hoog. Die lijn hanteert de VVD volgens mij al een aantal jaren consistent. Dit jaar is er 22 miljard meer uitgegeven dan wij binnen hebben gekregen. Dat is een van de fundamentele veranderingen die dit kabinet tot stand moet brengen. Wij moeten dit onder controle brengen. Wat de VVD betreft, gaat dit kabinet daar gewoon mee door.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

De minister-president zei afgelopen week: geef geld uit, wees positief. U erkent dat met het aanvullende pakket, waarvan u zelf zegt dat het reëel is dat het terugkomt, burgers volgend jaar uiteindelijk nog minder te besteden hebben.

De heer Zijlstra (VVD):

Als de overheid bezuinigt, heeft dat een impact. Immers, als de overheid een subsidie wegstreept, zul je daar als ontvanger van die subsidie ongetwijfeld iets minder gelukkig mee zijn dan de rest van de bevolking. Dit is echter wel snijden in de overheid. Wij zullen dat moeten doen. Het onder controle brengen van de overheidsuitgaven is een van de grote, fundamentele hervormingen van dit kabinet. Uit de brief van het kabinet over het sociaal akkoord blijkt impliciet dat wij daar gewoon mee doorgaan. Dat is voor de VVD een belangrijk gegeven.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

U hebt het nu over het pakket voor 2014, waar ook in staat: meer dan een miljard lastenverzwaring door het niet-indexeren van tarieven. Dat heeft toch negatieve gevolgen voor de koopkracht? Dat klopt toch absoluut niet met het verhaal van "geef nu meer geld uit"? U zegt zelf al over augustus: pech, voor 2014 wordt het weer minder. Dat laatste is toch het eerlijke verhaal?

De heer Zijlstra (VVD):

Deze zomer bekijken wij wat de werkelijkheid is. Toen de CPB-cijfers eind februari verschenen – u kunt dit nakijken, bijvoorbeeld via Uitzending Gemist – heb ik aangegeven dat er in de laatste CPB-raming ook positieve zaken zaten, namelijk aantrekkende bedrijfsinvesteringen en een sterk groeiende export. Dat zijn binnen de historie van de Nederlandse economie traditioneel de voortekenen van een aantrekkende economie. Is het kansloos dat wij in september te maken hebben met een ander tekort dan 3,4%? Zeker niet. Ik vind wel dat je reëel moet zijn. De kans dat wij 4% inlopen, is niet groot. Dan is het mijn taak om namens de VVD aan te geven dat dit niet betekent dat wij die 3% loslaten, maar dat wij een van de belangrijke hervormingen van dit kabinet, namelijk het op orde brengen van de overheidsfinanciën, gewoon zullen doorzetten.

De heer Van der Staaij (SGP):

Tegen de heer Buma zeg ik dat ik hoop dat ook bij de CDA-fractie de kerkgang prioriteit houdt boven Eva Jinek, maar daar heb ik het later nog wel eens met hem over.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ook bij het CDA kennen wij inmiddels Uitzending Gemist.

De heer Van der Staaij (SGP):

Kijk eens aan. Wat het sociaal akkoord betreft: de sociale partners zeggen aan het eind dat ze ervan uitgaan dat realisatie van de afspraken en voorstellen zal leiden tot sociaal en economisch herstel en tot een herstel van vertrouwen bij consumenten en producenten en dat die extra maatregelen helemaal niet meer nodig zullen zijn. Dat was toch eigenlijk de gedachte achter het sociaal akkoord? Deelt de heer Zijlstra dat enthousiasme?

De heer Zijlstra (VVD):

Ik blijf graag bij de feiten. Ik kijk naar de feiten zoals deze zich in de zomer zullen voordoen. Als de feiten dan zijn dat de economie door aantrekkende export, door bedrijfsinvesteringen en door de totstandkoming van een sociaal akkoord beter zijn dan nu, dan hebben wij een aanvullend pakket niet of in mindere mate nodig dan nu begroot. Ik vind wel dat je de boodschap helder moet laten zijn. Wij moeten niet de verwachting wekken dat wij niks doen als de cijfers nog te slecht zijn, dus nog boven 3% zitten. De boodschap die ik gaf, geef en blijf geven luidt dan ook: dit kabinet heeft als een van de belangrijkste hervormingen het onder controle brengen van de overheidsuitgaven en daar gaan wij mee door. De 3% is een soort maximumoverschrijdingsnorm. Daar hebben we het over. Als het echt helemaal uit de hand loopt, dan mag het tekort 3% zijn. Daar zitten we boven. Het eerste stapje op weg naar de 0% zetten we volgend jaar. Het duurt een aantal jaren om door te gaan naar de 0%, maar die stap moet gezet worden. De VVD-fractie zal het kabinet aan die stap houden.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik deel die nuchtere benadering; eerst maar eens zien of het zo inderdaad uitpakt. Intussen is dat echter een veronderstelling van het sociaal akkoord. Sociale partners gaan zelfs verder en zeggen: maatregelen zoals de nullijn staan zelfs herstel in de weg en schaden de economie. Deelt de heer Zijlstra die veronderstelling van de sociale partners niet?

De heer Zijlstra (VVD):

Nee, die deel ik niet. Ik verwijs naar een artikel dat ik onlangs in Het Financieele Dagblad heb geplaatst. De Nederlandse economie heeft een fundamenteel probleem, namelijk te hoge overheidsuitgaven die gebaseerd zijn op een te hoge economische groei. Daarop is van alles gebaseerd, overigens ook de 3% uit het Stabiliteitspact. Als je goed doorrekent, zou de 3% eigenlijk naar beneden moeten, omdat die gebaseerd is op structurele economische groei van 3% over de Europese Unie breed. Dat is achter de rug, helaas. Ik zou die groei graag hebben, maar het is niet reëel om te veronderstellen dat die de komende jaren terugkomt. Daarom is het pleidooi van de VVD om de zaak onder controle te krijgen en om de overheidsuitgaven aan te passen aan het huidige economische klimaat. Dat heeft niets te maken met het wegnemen van vertrouwen, maar juist met het creëren van zekerheid. Burgers zijn immers niet onnozel. Geld dat nu wordt geleend, moet in de toekomst worden verdiend en kan dan niet meer worden uitgegeven omdat het nu al is uitgegeven. Burgers weten dat heel goed. Die hypotheek op onze kinderen en kleinkinderen wil de VVD niet nemen. Ik ben het op dat punt oneens met de sociale partners, want dit moet gebeuren om het vertrouwen in Nederland terug te krijgen.

De voorzitter:

Mijnheer Van der Staaij, tot slot.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik volg de heer Zijlstra in wat hij zegt. Zegt hij daarmee tegen het kabinet: u hebt te makkelijk uw handtekening gezet onder het sociaal akkoord, want het is gebaseerd op veronderstellingen die we eigenlijk helemaal niet delen?

De heer Zijlstra (VVD):

Ik kan mij de persconferentie herinneren, die plaatsvond toen de inkt van het sociaal akkoord nog niet eens droog was. Daarin gaf het kabinet heel helder aan te besluiten op basis van de CPB-cijfers die deze zomer – ik meen in augustus – komen. Als de cijfers tegenvallen, ligt het pakket weer op tafel. Ik herhaal dat iedereen, kranten, politici en heel veel columnisten, daar heel veel van proberen te maken. Ik vind dat prachtig, maar als u de woorden van de premier, het kabinet en mijzelf op dit punt naast elkaar legt, ben ik benieuwd waar u de verschillen ziet.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik kan de heer Zijlstra melden dat op het tweede net op zondag altijd Nederland Zingt wordt uitgezonden. Dat is ook de moeite waard …

De heer Zijlstra (VVD):

Ik zat op een ander net.

De heer Slob (ChristenUnie):

… in plaats van Jinek. Maar even alle gekheid op een stokje. Als ik heel eerlijk ben, erger ik mij een beetje aan uw bijdrage, mijnheer Zijlstra. Ik zal uitleggen waarom. De luchtigheid waarmee u spreekt over de situatie waarin we nu zetten, is een beetje misplaatst. De situatie is volgens mij in de eerste plaats dat u met uw partij behoorlijk in de problemen zit. Dat gun ik u niet, maar het is wel de werkelijkheid. In de tweede plaats zitten we midden in een crisis, waarin gelukkig een sociaal akkoord is afgesloten, maar waarin onvermijdelijk is dat een aantal andere dingen moet gebeuren. Dat gaan we toch niet doorschuiven tot na de zomer?

De heer Zijlstra (VVD):

Ik herinner mij even het debatje dat u met de heer Samsom voerde. Wat ik zeg, heeft niks met luchtigheid te maken. Het laatste wat mij de laatste paar dagen verweten is, is dat ik te luchtig zou zijn geweest, maar dat terzijde. Als de feiten straks uitwijzen dat we aanvullend moeten bezuinigen – ik merk aan u dat u ook de verantwoordelijkheid ziet om de overheidsfinanciën op orde te brengen – is met ons prima het gesprek aan te gaan als u betere alternatieven hebt om een eventueel aanvullend pakket te dekken. Daarvoor staat de deur bij ons altijd open.

De heer Slob (ChristenUnie):

Als ik het heb over "luchtig", ga ik in de herinnering even terug naar vorig jaar. Toen stond namens de VVD de heer Blok op het spreekgestoelte. Hij onderschatte de toenmalige werkelijkheid volledig en had ook de houding dat het allemaal wel goed zou komen en dat we het allemaal later wel zouden zien. Dat proef ik helaas ook een beetje bij de heer Zijlstra. Er zal aanvullend iets moeten gebeuren. Er zal breed draagvlak voor maatregelen moeten worden gezocht, want al zou de heer Zijlstra het willen, de VVD kan het niet samen met de Partij van de Arbeid af. Daarvoor zijn andere fracties nodig. Zeker in een tijd van crisis is het belangrijk dat wij proberen breed een crisisaanpak te formuleren. Het sociaal akkoord is maatgevend. Het is ontzettend belangrijk dat dit gesloten is. Er moeten echter aanvullende maatregelen genomen worden. Misschien moet er nog een aantal scherpe kantjes van het sociaal akkoord afgeveild worden. Daarover heeft de heer Zijlstra ook opvattingen. Dat schuiven wij dan toch niet door naar het moment dat er een keer doorrekeningen en dergelijke liggen? Dan gaan wij daarover toch met elkaar in debat en proberen wij toch tijdig duidelijkheid te geven? Dan komt er pas rust, dan komt er pas stabiliteit; wie weet zelfs in de VVD.

De heer Zijlstra (VVD):

Met alle respect, ik laat mij geen probleem aanpraten binnen de VVD door de heer Slob van de ChristenUnie. Hij spreekt over luchtigheid. Sorry, maar als er geen probleem is, dan is het er niet. De heer Slob kan er dan erg zijn best voor doen om het te creëren, maar dat is niet de werkelijkheid.

Over de economie ben ik helemaal niet luchtig; volgens mij doe ik precies het omgekeerde. Ik zeg heel helder dat de VVD er niet per definitie op vertrouwt dat het in augustus zal meevallen. Dat is de kern van het betoog dat ik de afgelopen dagen consequent heb gehouden. Het heeft juist met het tegenovergestelde te maken. Ga niet dat soort terminologie eraan hangen, want die is echt uit de lucht gegrepen. Wij zijn zeer bereid om samen met de PvdA – de heer Samsom gaf het ook al aan – het gesprek aan te gaan met alle partijen die willen meepraten over de aanvullende maatregelen die wij zouden kunnen nemen als de CPB-cijfers straks tegen blijken te vallen. Daar zijn wij altijd toe bereid. Dat vind ik heel goed. Het mag van mij zo snel mogelijk. Daar hoeven wij niet op te wachten, maar dan moet de heer Slob wel aangeven dat hij niet wil wachten op CPB-cijfers. Dat hoorde ik immers in een aantal betogen. Wij zijn bereid om dat te doen. Als de heer Slob daartoe ook bereid is, gaan wij gewoon om tafel zitten. Ik ben zeer benieuwd welke aanvullende maatregelen andere partijen in gedachten hebben. Ik wacht dat af. De deur staat open.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik zou niet alleen de deur openzetten en afwachten, ik zou ook duidelijk maken wat de VVD-fractie wil, want wij gaan ons niet verschuilen achter een lijstje van het kabinet. Dat lijstje is inmiddels in de prullenbak verdwenen of in ieder geval onder de tafel terechtgekomen. Ik begrijp goed dat de heer Zijlstra zegt: wij gaan de komende tijd met elkaar in gesprek. Ik heb nog een aanvullende vraag: staat dan de inhoud van de maatregelen centraal, of wordt er heel eenzijdig op een percentage gestuurd?

De heer Zijlstra (VVD):

Voor de VVD is het buitengewoon belangrijk dat wij de hervormingen waar dit kabinet voor staat, voor elkaar krijgen. Ze staan in het sociaal akkoord, weliswaar met een vertraging hier en daar, maar ze staan erin. Dat is voor ons essentieel. Wij willen naar 0%. Wij moeten ernaar toe dat wij niet meer lenen van onze kinderen en kleinkinderen. Daar kan de heer Slob het niet mee oneens zijn. De eerste stap daartoe is dat wij volgend jaar onder de 3% komen. Gaat het om het percentage op zich? Nee, ik wil door. Ik wil een perspectief dat gericht is op 0%. Ik word er een beetje moe van dat iedereen steeds over 3% spreekt. Iedereen lijkt het tegenwoordig te beschouwen als een minimumpercentage, maar het is een maximumpercentage. Het is ongeveer het ultieme dat wij kunnen toestaan. Wij moeten een heel andere kant op. Voor iedereen die die route wil volgen, staat de deur open. Sterker nog: als de deur van de heer Slob openstaat, kom ik ook graag naar hem toe.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik probeer enige consistentie te ontdekken in de visie van de VVD, maar dat valt niet mee. Dat is niet alleen omdat verschillende VVD-prominenten verschillende dingen zeggen, maar ook omdat de fractievoorzitter mij in verwarring brengt. Ongeveer een maand geleden heeft de VVD voor 2013 ingestemd met een begrotingstekort dat veel hoger is dan het tekort waarvan de fractievoorzitter van de VVD nu zegt dat het een absoluut minimum is, dat alleen in tijden van heel grote chaos kan worden overschreden. Nu zegt de heer Zijlstra: als het in 2014 weer tegenvalt, zal er extra moeten worden bezuinigd. Dat is precies het omgekeerde van wat hij een maand geleden zei ten aanzien van 2013. Vandaar mijn vraag: wat gebeurt er als het heel erg tegenvalt? We hebben de heer Samsom horen zeggen dat je niet extra moet bezuinigen als er een echte recessie is, omdat dat averechts werkt. Dat zou de heer Zijlstra dan toch ook moeten zeggen, gezien wat hij in 2013 heeft gedaan?

De heer Zijlstra (VVD):

Ik kan de heer Van Ojik helpen, want de consistentie is volledig aanwezig. We praten nu over de begroting 2014, de begroting voor volgend jaar dus, net zoals wij vorig jaar, met de instemming van de partij van de heer Van Ojik, spraken over de begroting 2013. We hebben met stoom en kokendheet water de begroting voor 2013 sluitend gekregen om onder de 3% te blijven, om zo te kunnen voldoen aan de norm. De heer Van Ojik was het daarmee eens. Als hij het dus heeft over consistentie, wil ik die vraag graag bij hem terugleggen.

Vervolgens hebben we het over het begin van dit jaar. Dan is het begrotingsjaar 2013 gaande en hebben we het niet meer over de begroting voor volgend jaar, maar zitten we er middenin. Wij constateren dat de cijfers fors tegenvallen. Op dat moment moet je een afweging maken. Je kunt dan twee dingen doen. Je kunt zeggen: we laten het percentage nu lopen, want het heeft niets meer met de begroting te maken en je kunt ook niet zo veel meer. Het enige wat je verder nog kunt doen, is lastenverzwaring. Dat is misschien populair aan de zijde van de heer van Ojik, maar niet bij ons. Als wij een lastenverzwaring kunnen voorkomen, doen wij dat graag. Bovendien heb je binnen lastenverzwaringen gedurende het lopende jaar nog maar heel weinig smaken over. Je komt dan per definitie uit bij een verhoging van de btw. Ik heb daarvan toen gezegd, en daar blijf ik bij, dat dit jaar te laten gaan, omdat het zo midden in het lopende begrotingsjaar is. Voor een volgend jaar doen we dat natuurlijk niet, want dat zou heel inconsistent zijn. Dat zou inconsistent zijn met de lijn waarvoor in het Lenteakkoord vrij breed in de Kamer is gekozen, maar waarmee bepaalde partijen het ook niet eens waren. Het is echter een lijn die consistent is met veel verkiezingsprogramma's van de hier aanwezige partijen. Het is ook een lijn die binnen de VVD al jarenlang consistent is.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Dat roept de volgende vraag op. Zou de heer Zijlstra, als hij in het najaar voor dezelfde afweging komt te staan, weer kiezen voor 3%? Hij gaf namelijk aan dat hij met de rug tegen de muur voor de keuze stond tussen lastenverzwaring en 3%. Hij wilde niet kiezen voor lastenverzwaring, dus hij koos voor 3,3%. Zou hij dat weer doen? Dan hebben we in ieder geval een basis om over te praten. Of kiest hij de volgende keer voor het omgekeerde van datgene waarvoor hij een maand geleden heeft gekozen?

De heer Zijlstra (VVD):

Nee, want in het najaar praten we nog steeds over de begroting voor volgend jaar en dan kun je nog snijden in de uitgaven. Daar moeten we dat doen. We moeten het, zo veel als kan, halen uit de beperking van de overheidsuitgaven. Daar heb je een begroting voor en, of we dat nu in het voorjaar of in het najaar doen, daar geschiedt het. De VVD-fractie zal dan dus niet kiezen voor extra verhoging van de lasten en niet voor het laten lopen van die 3%. We kiezen voor een gebalanceerd pakket waarbij we proberen de overheidsbestedingen onder controle te krijgen. Ik kreeg net de vraag of de nullijn in de zorg, bijvoorbeeld via een zorgakkoord, zou verdwijnen en of een en ander dan met een lastenverzwaring kan worden ingevuld. Mijn antwoord was heel helder: nee. Dat kan alleen worden ingevuld door beperking van de uitgaven.

Ik moet even kijken wat ik nog niet gehad heb. Er liggen hier belangrijke hervormingen voor, zoals het terugbrengen van de WW-uitkering naar 24 maanden; de opbouw van de WW is dan ook echt stevig aangepakt. We hebben het over het ontslagrecht, inclusief maximale ontslagvergoedingen, en een Wajong-herkeuring die er in het sociaal akkoord is bijgekomen. Ook gaat het over passende arbeid: mensen moeten nu al binnen zes in plaats van twaalf maanden op zoek naar een baan die niet meer als passend wordt beschouwd. Verder hebben we het quotum omgezet naar reële doelstellingen. Ik was het dan ook zeer eens met wat de heer Samsom daarover zei. We willen niet terechtkomen in de situatie waarbij we misschien heel veel geld binnenkrijgen via boetes, we willen echte banen. We willen die mensen uit die situatie halen en midden in de samenleving zetten. Daarbij blijven we binnen de financiële kaders. Er zitten wel vertragingen in. Die vertragingen moeten echter alleen in de invoeringsdatum zitten. Ik vraag het kabinet dan ook om een heldere toezegging te doen. Kan het kabinet aangeven of we alle wetgeving uiterlijk dit najaar in de Kamer aan de orde hebben? En wil het kabinet in die wetgeving dan ook een bundeling van gerelateerde onderwerpen toepassen? Ik noem maar wat: minder flex is minder vast, zoals de heer Pechtold al zei. Zeg ik het goed? Ja. Het kan niet zo zijn dat we wel flex regelen, maar niet het ontslagrecht. Dat moet samen gebeuren. Graag die toezegging, want dan weten we dat we voor de zomer van 2014 al deze wetgeving door de beide Kamers, de Staten-Generaal, kunnen hebben. Dan is er geen sprake van vertraging in de wetgeving en dat is nodig. Ik zie graag een toezegging tegemoet.

Er is natuurlijk ook het nodige gezegd over somberheid, onder anderen door de premier. Laten we eerlijk zijn, daar is niet overal reden toe. Dit land staat er nog steeds goed voor, met een goed opgeleide beroepsbevolking, een goede infrastructuur en een innovatief en concurrerend bedrijfsleven. Daar moet de groei vandaan komen. Die komt niet bij de overheid vandaan, maar van het bedrijfsleven. Daarom gaan we ook het overheidstekort terugbrengen.

Er is al veel gezegd over het bezuinigingspakket. Volgens mij is het helder. Zoals altijd besluiten wij op basis van de cijfers die in de zomer door het CPB worden gestuurd. Als er 3,4 staat, net als nu, dan ligt het pakket gewoon op tafel. Als er 3,5 staat, zullen we nog meer moeten doen. Als er minder staat, zal het pakket kleiner zijn. Als het onder de 3 zit, is het aanvullende pakket van tafel, zoals overigens ook zonder sociaal akkoord het geval zou zijn geweest.

De heer Pechtold (D66):

De heer Zijlstra doet de geschiedenis van begroten toch wel een beetje geweld aan. In het voorjaar namen we namelijk dat besluit, niet in de zomer. Dan is de troonrede al bijna geschreven. De heer Zijlstra zegt heel duidelijk: als het miljard van de nullijn in de zorg weggaat, mag dit niet ingevuld worden door lasten. Helder. Waar mag dat wel?

De heer Zijlstra (VVD):

Er ligt een aanvullend pakket waarover wij begin maart nog hebben gedebatteerd. Namens de VVD-fractie heb ik aangegeven dat het een uitgebalanceerd pakket is. Dat pakket ligt op tafel. Voor ons is dat het pakket dat terugkeert. Als de wereld verandert, bijvoorbeeld omdat u goede suggesties hebt om het anders te doen, sta ik daar voor open. Ik heb echter al eerder mijn steun uitgesproken voor het aanvullende pakket. Dat doe ik nu nogmaals. Ik heb dus niet heel veel behoefte om nieuwe dingen te verzinnen. Dat hebben wij namelijk al gedaan.

De heer Pechtold (D66):

Dat is helder. U spreekt over "dit" pakket, terwijl de heer Samsom over "een" pakket spreekt. Jullie geven echter beiden de ruimte aan de onderhandelaars in de zorg om dat miljard van de nullijn eruit te halen. Oké. U stelt echter terecht de randvoorwaarde van geen extra belastingen. Hoe kan dat miljard dan worden ingevuld? Als je wat aan de zorgpakketten wilt doen, moet je dat voor 1 juli doen. Voor het initiëren van wetgeving heb je weken, maanden nodig. Dat lukt allemaal niet meer. Hoe vult u dat pakket dan in?

De heer Zijlstra (VVD):

Dit is een klassieke als-dansituatie. Als het akkoord er is, dan moet u dit invullen. Ten eerste moet het akkoord er komen. Ten tweede moeten we dan ook nog zien wat erin staat. Tot dat moment ligt dit aanvullende pakket op tafel. Daar ga ik van uit. Als de wereld verandert, bekijken we dan hoe we het akkoord en de realiteit moeten aanpassen. Ik heb er geen behoefte aan, hoezeer de heer Pechtold dat ook zou willen – om als-danscenario's in te vullen.

De heer Pechtold (D66):

De heer Zijlstra zegt: als de wereld verandert. Dat doet ze. Het probleem is dat dit kabinet iedere dag verandert. Het is een zeer terechte vraag en daarom herhaal ik hem: hoe gaat de VVD ten minste dat miljard invullen? De heer Zijlstra zegt dat de overheidsuitgaven worden teruggedrongen. In 2012 kwamen deze op 243 miljard. Weet de heer Zijlstra hoe groot dit bedrag zal zijn in 2017, met zijn kabinet?

De heer Zijlstra (VVD):

Ik ben mij er zeer van bewust dat wij in 2017 nog niet op de nul zullen zitten. Daarom moeten we die stappen ook blijven zetten. Ik ga echter geen als-danscenario's invullen. Wij hebben namelijk al een invulling. Als de situatie door een zorgakkoord verandert, zullen we dat op dat moment bespreken. Ik nodig ook de D66-fractie uit om daarover te spreken. Als zij goede alternatieven heeft, dan is dat toegestaan. Dat geldt overigens ook met betrekking tot dit pakket.

De heer Pechtold schetst, net zoals vele anderen, het beeld dat dit sociaal akkoord iets is wat in één keer, bijna bij verrassing, tot stand gekomen is en dat de regering daar weinig mee van doen heeft. Maar in het regeerakkoord staat al dat we alles zouden proberen om een sociaal akkoord te bewerkstelligen. Het sociaal akkoord is er, voor het eerst sinds heel lange tijd. Nu is het aan de regering: uitvoeren, wetten maken, naar de Tweede Kamer en naar de Eerste Kamer. Wij controleren. Ik heb er alle vertrouwen in dat die wetgeving gewoon door beide Kamers komt.

De heer Pechtold (D66):

Heel kort, voorzitter. Dan zijn we ook klaar met de inbreng van de heer Zijlstra. Er is inderdaad een sociaal akkoord, en dat is goed. Maar de vraag of het een goed akkoord is, is niet te beantwoorden. Dat bewijst de heer Zijlstra hier. We weten niet wat het betekent voor de belastingen. We weten niet wat het betekent voor de werkgelegenheid. En we weten al helemaal niet wat het betekent voor het gat in de begroting. De vraag aan de fractievoorzitter van de VVD is om op zijn minst de kaders te zetten, maar er wordt vooral mist gecreëerd. De heer Zijlstra pleitte vorige week nog voor extra uitgaven voor defensie. Wat zijn dat voor praatjes voor de vaak? Dat kan helemaal niet. De VVD heeft in augustus nog maar één keuze, namelijk visieloos belastingen verhogen.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik snap dat de heer Pechtold wil doorgaan met mist creëren. Dat is immers wat hij hier aan het doen is. Er ligt een regeerakkoord en er ligt een sociaal akkoord. Dat blijft binnen de financiële kaders. Ik wil het nog wel een keer zeggen: binnen de financiële kaders. Met het regeerakkoord en met het aanvullend pakket hebben wij, zoals het er nu uitziet volgens de laatste cijfers, een sluitende begroting, althans het tekort is slechts 3%. Ik zou willen dat de begroting sluitend was. Dit is wat voorligt. Stel dat de situatie verandert door een zorgakkoord. Of stel dat de economische situatie verbetert. Dat zou mooi zijn, maar de economische situatie kan ook verslechteren. Dan moeten we nog aanvullend dingen doen. Op dat moment gaan we dat oppakken.Ik wil niet in een te negatieve stemming eindigen. Af en toe krijg ik in dit debat het idee dat het bijna teleurstellend is dat er een sociaal akkoord tot stand is gekomen. Dat is zeker niet het geval. Ik heb immers aangegeven waarom de inhoud voor de VVD prima is. Dat geldt echter niet voor alle punten. In het sociaal akkoord staan genoeg punten die ik niet uitgevonden zou hebben. Het gaat echter om het geheel. Het akkoord is immers ook een geheel. We kunnen natuurlijk niet een beetje creatief gaan shoppen, want dan valt ook voor werkgevers of voor werknemers of voor het kabinet de balans daarin weg. Dat is waar het om gaat. Er is een sociaal akkoord. De sociale partners hebben zich verbonden aan de hervormingen van dit kabinet. Dat is een prestatie op zichzelf, zowel van de vakbonden als van de werkgevers als van het kabinet.

(geroffel op de bankjes)

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. Het is goed dat de sociale partners, werkgevers en werknemers, een akkoord hebben gesloten. In deze tijden van crisis is het belangrijk dat zij elkaar hebben gevonden. Nederland kenmerkt zich door overleg, en niet door stakingen. We bevinden ons in een crisis die lang is en die diep ingrijpt. Maandelijks verliezen zo'n 20.000 mensen hun baan. Herstel uit deze financiële crisis komt niet van de ene op de andere dag, maar een akkoord als dit kan wel op de langere termijn een bijdrage hieraan leveren.

Het resultaat van het overleg is een akkoord van zo'n 40 pagina's. In wezen is het een nieuw regeerakkoord. Controversiële onderwerpen zijn niet uit de weg gegaan. Ik denk aan de WW, het ontslagrecht en de sociale werkvoorziening, om maar een paar dingen te noemen. Het CDA zal de uitwerking van dit akkoord open tegemoet treden. Veel afspraken moeten immers nog uitgewerkt worden. Veel zal in wetgeving naar de Kamer komen. Daarbij moeten nog veel vragen gesteld en beantwoord worden. Ik noem er nu een paar en begin bij de WW. Hoe wordt de toekomstige rekening van de WW verdeeld over werknemers en werkgevers? Ik heb het over de volle drie jaar. Hoe gaan wij ervoor zorgen dat het lastenneutraal wordt ingevoerd, dus zonder hogere lasten, zoals is toegezegd? De volgende vraag gaat over de pensioenen. De sociale partners krijgen meer tijd om te kiezen uit een aantal opties voor een toekomstig systeem, maar de grote vraag is natuurlijk hoe wij een systeem bouwen dat evenwichtig uitpakt, ook voor jongere generaties. Het CDA zal daar nadrukkelijk naar kijken. Verschillende jongerenorganisaties hebben zich daarover zorgen gemaakt, ook vanochtend weer.

Ik heb ook een vraag over het onderdeel infrastructuur. De minister-president heeft opgeroepen om een auto te kopen, maar zou het niet beter zijn om wegen aan te leggen? De bouw is daar veel meer bij gebaat en dat geldt voor de hele economie. Waarom heeft het kabinet het advies van de sociale partners niet overgenomen om deze bezuiniging van tafel te halen? Het CDA mist in het sociaal akkoord een passage over de product- en bedrijfschappen, een onderwerp voor de polder bij uitstek. Waarom laten we die niet gewoon bestaan? Dat scheelt 34 miljoen euro en geeft ook nog eens meer ruimte aan de sociale partners. Dat was toch de kern van dit overleg?

Dit zijn mijn eerste vragen. Wij zullen de komende tijd over nog veel meer komen te spreken. Pas als het akkoord in de vorm van concrete voorstellen bij de Kamer ligt, zal in de uitwerking blijken wat het waard is. Laat ik duidelijk zijn: het CDA hecht aan een belangrijke rol voor de polder. Maar ik voeg daar iets aan toe: de polder beslist niet!

De afgelopen week hoorde ik vanuit verschillende bronnen rond het kabinet dat het CDA daarvoor allemaal zou tekenen, liefst bij het kruisje. Laat ik duidelijk zijn: dat zal het CDA niet doen. In een democratie heeft dit parlement de verantwoordelijke taak om goedkeuring aan wetsvoorstellen van het kabinet te geven. Als het parlement en dus ook de CDA-fractie delen van het akkoord moet wijzigen of afwijzen, zal dat ook gebeuren. Mijn fractie zal die verantwoordelijkheid serieus nemen. Dat betekent dat wij meer willen zien dan een stapel papier met goede intenties voordat wij ja of nee kunnen zeggen tegen de delen. Wij willen toetsbare afspraken die wij op inhoud kunnen beoordelen. Daarom hechten wij aan de doorrekening van het CPB, zodat wij weten wat de effecten zijn. Effecten voor banen, want een goed akkoord leidt tot meer banen. Effecten op de overheidsfinanciën, want een goed akkoord leidt tot beter houdbare overheidsfinanciën, ook op de langere termijn. Belangrijk is ook dat er geen lastenverzwaring voor de burgers optreedt.

Omdat het akkoord zo belangrijk is, zou je verwachten dat de hoofdrolspelers eensgezindheid zouden laten zien. De werkelijkheid is echter bedroevend. Direct na de euforie van het akkoord is er vooral veel verwarring ontstaan. Het bontst maakte de premier het: "koop een huis, koop een auto", zo smeekte hij bijna bij Nieuwsuur. Maar hoe kan een gewoon gezin voldoen aan die oproep? Een gezin, waarin de zorgen overheersen over het huis waarvan de hypotheek niet meer betaald kan worden, over een baan of over pensioen. In februari benadrukte de premier de ernst van de crisis en kondigde een bezuiniging aan van 4,3 miljard euro. De broekriem aanhalen, was het advies. Nu mag er gegeten, gedronken en gefeest worden: laat de champagnekurken maar knallen! Hervormingen worden vertraagd en bezuinigingen worden uitgesteld. De broekriem mag losser en samen verslaan we zo het CPB. Het was alsof ik Emile Ratelband hoorde spreken. Met geforceerd optimisme alleen krijg je de economie niet aan de praat. Daarvoor hebben we een gefundeerde en eenduidige boodschap nodig, consistentie en geloofwaardigheid in tijden van crisis. Dan zal het herstel niet snel komen, niet in een paar maanden waarin wij met zijn allen uitgaven doen, maar het herstel komt wel. Dan komt het zeker, maar op een langere termijn. Het meest merkwaardige van deze move van de minister-president is dat hier een compleet andere economische gedachte achter zit dan die welke blijkt uit alles waar Mark Rutte, de lijsttrekker, de VVD-leider, tot nog toe voor stond. Dat was immers bezuinigen en hervormen zodat de economie zou worden versterkt. Nu gaat het om uitgeven, uitgeven en uitgeven.

Laat de helderheid die de afgelopen dagen zo is verdwenen, in dit debat terugkomen. Ook de andere woordvoerders hebben al gesproken over wat er wel en wat er niet gebeurt met de bezuiniging voor 2014. Gelooft de premier werkelijk dat deze bezuinigingen als sneeuw voor de zon verdwijnen omdat Nederland massaal naar de autodealer, de woonboulevard of de makelaar stapt? Zijn de bezuinigingen voor 2014 van tafel of herleven ze?

En hoe vertellen wij het Brussel? De voorzitter van de eurogroep is ook in ons midden, maar dan als minister van Financiën. Alles wat Nederland Frankrijk en Griekenland tot nog toe verweet, doet het nu zelf. Voor de Nederlandse markt voorziet de premier een sprookjesachtige economische groei die de bezuinigingen overbodig maakt, maar voor Brussel komt er gewoon een briefje met een bezuinigingspakket van 4,3 miljard euro. Het kan niet dat beide waar zijn. Wie wordt hier voor de gek gehouden? Als Frankrijk, Griekenland of Cyprus dit zou doen, zou het huis te klein zijn. Wat vindt de minister van Financiën, tevens voorzitter van de eurogroep, hier nu van? Zet hij werkelijk zijn handtekening onder een brief waarin het akkoord dat net is gesloten en dat de premier historisch noemde, niet meer is dan een voetnoot?

Ik rond af. Het is een prestatie dat een akkoord is gesloten. Mijn fractie zal het open op inhoud beoordelen, maar het is ongelooflijk hoe het kabinet er in de dagen daarna mee is omgegaan: koop een huis, koop een auto en dan komt het goed. Zo werkt het niet. Je kunt een plant niet harder laten groeien door hard aan de bladeren te trekken. Die plant moet je water geven, en dan komt die groei. Niet snel, maar wel zeker.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Hiermee is een einde gekomen aan de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Ik schors de vergadering voor 45 minuten.

De vergadering wordt van 13.20 uur tot 14.08 uur geschorst.

Naar boven