27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 471 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE, VAN DEFENSIE EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 maart 2013

Zoals aangekondigd in de brief van 17 januari jl. (Kamerstuk 27 925, nr. 469), wordt u in deze brief geïnformeerd over de gevolgen van de Duitse troepenreductie in Afghanistan in 2013 voor de Nederlandse geïntegreerde politietrainingsmissie.

Op 31 januari jl. heeft het Duitse parlement ingestemd met de verlenging van de Duitse missie in Afghanistan met dertien maanden en met een troepenreductie van 4 500 naar 3 300 man in de periode 2013 – 2014. In het kader van dit besluit wordt de Duitse militaire aanwezigheid in Kunduz in de tweede helft van dit jaar beëindigd. Eind 2012 zijn reeds de activiteiten van het Duitse Provincial Reconstruction Team in Kunduz overgedragen aan de Afghaanse autoriteiten en omstreeks 1 juli 2013 zal ook de leiding van het Duitse Police Training Center (PTC) in Kunduz in Afghaanse handen overgaan. Vanaf dat moment is het voor Duitsland niet langer nodig om een basis in Kunduz open te houden; deze zal dan ook omstreeks 1 november 2013 worden gesloten. De Duitse redeployment verloopt via Mazar-e-Sharif.

De overdracht van de taken aan de Afghaanse overheid en de beëindiging van de Duitse militaire aanwezigheid in Kunduz passen bij de voortgang van het transitieproces in de provincie. Zoals aan uw Kamer gemeld in de brief van 17 januari jl. zijn het Afghaanse leger en de politie inmiddels verantwoordelijk voor de veiligheid in de gehele provincie Kunduz. Zij zullen ook de verantwoordelijkheid voor de politieopleidingen overnemen. Op het PTC geven Afghaanse trainers reeds zelf les onder begeleiding van Duitse en Nederlandse trainers en wordt de Afghaanse staf begeleid zodat deze de leiding kan overnemen. Daarnaast worden Afghaanse instructeurs opgeleid en begeleid om op termijn de door Nederland ontwikkelde aanvullende opleiding te kunnen uitvoeren.

Gezien het voorspoedige verloop van de transitie op het gebied van opleidingen in Kunduz en het daarmee samenhangende besluit van Duitsland om uit de provincie te vertrekken heeft de regering besloten de trainingsmissie in Kunduz per 1 juli 2013 te beëindigen. Tot die datum worden de lopende activiteiten op volle sterkte voortgezet, met dien verstande dat het accent verder verschuift naar de overdracht aan de Afghaanse autoriteiten met het oog op verduurzaming van de Nederlandse inspanningen. Vanaf 1 juli 2013 zal de redeployment via Mazar-e-Sharif beginnen en neemt de omvang van het huidige contingent Nederlandse militairen in Afghanistan af. De Nederlandse aanwezigheid op de Duitse basis in Kunduz zal uiterlijk 1 november 2013 zijn beëindigd.

De plannen van Duitsland hebben ook gevolgen voor het Field Office van de EU Politietrainingsmissie (EUPOL) in Kunduz, aangezien ook EUPOL afhankelijk is van Duitsland voor de veiligheid, medische faciliteiten en legering. EUPOL start de redeployment van haar Field Office in Kunduz naar verwachting ook op 1 juli 2013, waardoor de Nederlandse bijdrage aan EUPOL in Kunduz eveneens wordt beëindigd.

Wat blijft Nederland doen tot midden 2014?

De beëindiging van de trainingsmissie in Kunduz betekent niet dat Nederland geheel uit Afghanistan vertrekt.

Het rule of law programma in de provincie Kunduz zal conform de oorspronkelijke planning worden voortgezet tot midden 2014. De projecten worden uitgevoerd door non-gouvernementele organisaties die niet van de Duitse of Nederlandse aanwezigheid afhankelijk zijn. Het toezicht op de projecten zal door de ambassade in Kabul worden overgenomen, waar nodig met hulp van lokale monitoring officers. Ter versterking van de coördinatiecapaciteiten van UNAMA op het gebied van rule of law financiert Nederland de functie van een deskundige bij het UNAMA-kantoor in Kunduz. Daarnaast worden de detacheringen van een Nederlandse politieadviseur bij UNAMA Kunduz en een militair adviseur bij UNAMA Kabul voortgezet. Overigens blijft Afghanistan een OS-partnerland.

De Nederlandse personele bijdrage van ongeveer 25 politiefunctionarissen en tien civiele deskundigen aan EUPOL in Kabul zal eveneens worden voortgezet. Nederland levert hiermee een zinvolle bijdrage aan de inspanningen van de internationale gemeenschap om de politie- en justitiesector in Afghanistan op nationaal niveau verder te versterken in het kader van het transitieproces. Bovendien biedt deze personele bijdrage aan EUPOL de mogelijkheid om ervaringen en trainings- en mentoringconcepten uit Kunduz zowel in Kabul als in de overige Field Offices te delen en te verankeren binnen de Afghaanse overheidsstructuren.

Ook de inzet van de vier F16’s vanaf de militaire basis in Mazar-e-Sharif gaat door onder het huidige mandaat. De F16’s zullen de redeployment van de geïntegreerde politietrainingsmissie ondersteunen en in ISAF-kader bermbommen opsporen, inlichtingen vergaren en Afghaanse en internationale partners in nood te hulp komen.

Als gevolg van de redeployment zal het aantal Nederlandse militaire en civiele staffunctionarissen bij ISAF afnemen.

Het Duits-Nederlandse Legerkorps uit Münster, tenslotte, is volgens het roulatieschema van de NAVO in de periode 15 juli 2013 tot en met 15 januari 2014 weer aan de beurt om militairen te leveren voor staffuncties op het hoofdkwartier van IJC (ISAF Joint Command) in Kabul, zoals voor het laatst in 2009. Dit keer bestaat de bijdrage uit ongeveer 90 Nederlandse militairen.

In de volgende stand van zakenbrief over Afghanistan wordt u nader geïnformeerd over de financiële en personele gevolgen van dit regeringsbesluit.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

De minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

De minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven