30 139 Veteranenzorg

Nr. 111 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 april 2013

De vaste commissie voor Defensie heeft mij in een brief van 14 maart jl. gevraagd om de Kamer een stand van zaken te geven met betrekking tot het draaginsigne voor militairen naar aanleiding van de gebeurtenissen bij «De Punt» in 1977. Hiermee voldoe ik aan dit verzoek.

In de Veteranennota 2012 heeft mijn ambtsvoorganger aan de Kamer toegezegd om een draaginsigne in te stellen voor militairen die zijn ingezet bij de gijzelingsacties in 1977 (Kamerstuk 30 139, nr. 98). Voorts heeft mijn ambtsvoorganger in november 2012 de Kamer gemeld dat er geen specifieke onderscheiding komt voor deze of gene gebeurtenis, maar meer in het algemeen voor militairen die onder verzwarende omstandigheden binnen de grenzen van het Koninkrijk operaties hebben uitgevoerd (Kamerstuk 30 139, nr. 108).

Zoals in de brief van november 2012 staat vermeld, vraagt de noodzakelijke aanpassing van het decoratiestelsel een zorgvuldige voorbereiding. Deze voorbereidingen zijn in een gevorderd stadium, maar besluitvorming heeft nog niet plaatsgevonden. Ik zal, alvorens te besluiten, binnenkort met alle betrokken partijen afstemmen. Ik verwacht u hier in de Veteranennota 2013 over te kunnen informeren.

De minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven