31 839 Jeugdzorg

Nr. 276 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 maart 2013

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft per brief van 1 maart 2013 om een stand van zaken brief naar aanleiding van de correspondentie tussen Jeugdzorg Nederland en de Kinderombudsman over beleidsinformatie van het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) verzocht. In deze brief zal ik ingaan op de vragen van de commissie over deze correspondentie.

In het Besluit Beleidsinformatie Jeugdzorg is geregeld welke gegevens geregistreerd moeten worden, wie de gegevens verzamelt en bewerkt en welke gegevens mogen worden verstrekt om tot een samenhangend beleid voor jeugdigen te komen. In het besluit is opgenomen dat het AMK registreert waar een jeugdige na een onderzoek van het AMK naar wordt doorverwezen (artikel 15, lid f). Er wordt door het AMK geregistreerd of een jeugdige wordt overgedragen naar de Raad voor de Kinderbescherming, de toegang van Bureau Jeugdzorg, aan een andere instantie of dat er geen vervolg nodig is. Het AMK sluit dus geen zaak af zonder dat duidelijk is wat het vervolg is. Na enkele maanden gaat het AMK na hoe het met de jeugdige gaat. De informatie over het vervolgtraject van een jeugdige na een AMK onderzoek, wordt vastgelegd in het dossier van de jeugdige en geregistreerd in het registratiesysteem van het AMK (Kits). Jeugdzorg Nederland heeft echter aangegeven dat het registratiesysteem Kits op dit moment geen betrouwbare beleidinformatie kan leveren over het vervolgtraject van een jeugdige, omdat deze informatie niet gestructureerd wordt geregistreerd. Op dit moment is Jeugdzorg Nederland bezig om het registratiesysteem Kits aan te passen zodat op korte termijn deze informatie op geaggregeerd niveau wel kan worden geleverd. Dit zal geen consequenties hebben voor de administratieve lasten van de professionals.

Omdat het registratiesysteem Kits momenteel geen betrouwbare informatie kan geven over het vervolgtraject van een jeugdige, kan momenteel niet worden aangegeven in hoeverre de behandeling in het vervolgtraject overeenkomt met het advies «Behandeling van de gevolgen van kindermishandeling» (2011) dat de Gezondheidsraad heeft uitgebracht.

De Gezondheidsraad adviseert in haar rapport dat de hulpverlening zich meer zou moeten richten op een integrale benadering. Dit advies ligt in lijn met de werkwijze van het AMK. De aard en omvang van de problematiek wordt door het AMK interdisciplinair vastgesteld door een onderzoeker, in samenwerking met een gedragswetenschapper dan wel een vertrouwensarts.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven