27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 467 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE EN VAN DEFENSIE EN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 oktober 2012

Met deze brief wordt u geïnformeerd over de stand van zaken van de geïntegreerde politietrainingsmissie en de algemene politieke ontwikkelingen in Afghanistan in de maanden juni, juli, augustus en september 2012. Dit is een vervolg op de stand van zakenbrief van 19 juni 2012. (Kamerstuk 27 925, nr. 461). In januari wordt u geïnformeerd over de periode oktober, november en december.

Algemene politieke ontwikkelingen

Alle inspanningen van zowel de Afghaanse overheid als van de internationale gemeenschap in Afghanistan staan in het teken van het voortschrijdende transitieproces, waarbij ISAF geleidelijk de verantwoordelijkheid op het gebied van veiligheid overdraagt aan Afghaanse autoriteiten. Met de start van de derde tranche begin deze zomer zijn de Afghaanse veiligheidstroepen (ANSF) verantwoordelijk voor de veiligheid van 75 procent van de Afghaanse bevolking. In Kunduz vond op 11 juli jl. de overdrachtsceremonie plaats waarmee de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in geheel Kunduz, met uitzondering van het district Khanabad, werd overgedragen van lead nation Duitsland aan de Afghaanse autoriteiten. De vierde en tot slot de vijfde tranche van het transitieproces zullen waarschijnlijk in november 2012, respectievelijk medio 2013 worden afgekondigd. Parallel vindt geleidelijk een reductie van internationale troepen plaats en worden provinciale reconstructie teams afgebouwd.

In het kader van het transitieproces is onder auspiciën van de International Police Coordination Board (IPCB) deze zomer in Kaboel verder gewerkt aan een Afghaanse politie (ANP) die na 2014 zorg kan dragen voor vrede en veiligheid. Binnenkort presenteren drie werkgroepen, onder Afghaans voorzitterschap, hun belangrijkste aanbevelingen t.a.v. de hervorming van het ministerie van Binnenlandse Zaken, professionalisering van de ANP en verbetering van de samenwerking tussen politie en OM. Nederland draagt actief bij aan dit proces en aan de verdere versterking van het IPCB secretariaat.

Ook op het gebied van wederopbouw en versterking van de civiele structuren is de Afghaanse overheid in toenemende mate leidend. Tijdens de Tokio conferentie van 8 juli jl. heeft de internationale gemeenschap de lange termijn betrokkenheid bij de sociaal-economische ontwikkeling herbevestigd, maar onder duidelijke voorwaarden. Er zijn heldere afspraken gemaakt over de te behalen resultaten door de Afghaanse regering, die op dit moment werkt aan verdere uitwerking van de afgesproken hervormingen op het gebied van onder andere goed bestuur, mensenrechten, corruptiebestrijding en financieel beheer. Ook de afspraken die de internationale donorgemeenschap samen heeft gemaakt met betrekking tot het vergroten van de effectiviteit van de hulpgelden worden de komende tijd verder uitgewerkt. Nederland verwelkomt dat Afghanistan voortvarend aan de slag is gegaan met de follow-up van de Tokio conferentie, maar wat telt is het uitvoeren van gemaakte afspraken. Nederland zal hierop nauwlettend blijven toezien.

In het nationale politieke landschap is recent een aantal veranderingen opgetreden. Na moties van wantrouwen tegen de ministers van Binnenlandse Zaken en Defensie heeft het Afghaanse parlement twee nieuwe benoemingen goedgekeurd. De nieuwe minister van Binnenlandse Zaken is Ghulam Mushtaba Patang. Patang was hiervoor onderminister van Binnenlandse Zaken. De nieuwe minister van Defensie is generaal Bismillah Khan Mohammadi. Ook is er een nieuw hoofd van de Veiligheidsdienst benoemd, Assadullah Khalid, voorheen minister van Grenzen en Tribale Zaken. De eerste reacties van de internationale gemeenschap zijn overwegend positief. Beide ministersposten zijn cruciaal voor het verloop van het transitieproces en met de acceptatie van de voorgestelde kandidaten door het parlement is behoud van kennis en ervaring verzekerd.

In het politieke vredesproces is in de afgelopen periode geen zichtbare vooruitgang geboekt. Het re-integratieprogramma APRP gaat door en maakt ook vorderingen, maar het uitblijven van progressie in het overkoepelende politieke proces heeft ook een belemmerend effect op lokale re-integratie. Desondanks blijft de inzet onverminderd gericht op het bevorderen van een politieke oplossing. Ook lokale programma’s kunnen hier indirect positieve invloed op uitoefenen. Zo draagt het door Nederland gefinancierde « Building Peace Locally in Kunduz» project, gericht op het versterken van capaciteit om zelf lokale conflicten op te lossen, bij aan het vooruithelpen van het verzoeningsproces.

Overige ontwikkelingen

Begin augustus heeft de secretaris-generaal van de NAVO de Nederlandse diplomaat Maurits Jochems benoemd tot Senior Civiele Vertegenwoordiger in Afghanistan. In nauwe samenwerking met de militaire commandant van ISAF coördineert ambassadeur Jochems de komende twee jaar het politiek-civiele beleid van de NAVO in Afghanistan. Half oktober neemt hij de taken over van de Brit Simon Gass.

Tijdens de NAVO top op 9 en 10 oktober werd gesproken over de internationale inspanningen in de periode 2013–2014. In dit kader werd stilgestaan bij de troepenafbouw en redeployment van de NAVO missie in Afghanistan. Daarnaast stond het thema insider threats hoog op de agenda. De ministers van Defensie keurden de Nato Initiating Directive (NID) goed welke richting geeft aan de verdere invulling van de NAVO missie na 2014. Zoals afgesproken in Chicago zal deze missie zich richten op «training, advice en assist» van de ANSF en geen gevechtstaken meer uitvoeren.

Ook op financieel gebied zal de internationale gemeenschap de ANSF na 2014 blijven steunen. Nederland heeft voor de periode 2015 – 2017 een bedrag toegezegd van EUR 30 miljoen per jaar, waarvan EUR 5 miljoen voor het leger (non-ODA) en EUR 25 miljoen voor de politie (ODA).

In de vorige stand van zaken brief is melding gemaakt van een onderzoek naar mogelijke fraude binnen het totale aanbestedingsbudget van USD 2,2 mln van het Law and order Trust Fund (LOTFA). Een team van UNDP’s Office of Audit and Investigation (OAI) voert onderzoek uit naar de in de media geuite beschuldigingen van fraude. Het onderzoek dat zich in eerste instantie richtte op het procurement budget van LOTFA van USD 2,2 miljoen in 2011, richt zich nu ook op voorgaande jaren, om absolute duidelijkheid te verkrijgen over de oorzaak en omvang van de fraude. Er komt, mede op verzoek van donoren, eveneens een Management Review, gericht op de interne processen. De ambassade volgt dit onderzoek samen met de EU en andere donoren nauwgezet. Waar nodig zal Nederland samen met partners druk uitoefenen. Een interim rapport van het OAI komt mogelijk in oktober uit. Definitieve OAI rapporten en de Management Review worden in december verwacht.

Veiligheid

De veiligheidssituatie in Afghanistan geeft reden tot zorg, met name het toegenomen aantal incidenten waarbij Afghaanse politiefunctionarissen en militairen hun internationale collega’s aanvallen (insider threats). ISAF heeft extra veiligheidsmaatregelen genomen om meer incidenten te voorkomen. Zo moeten ISAF troepen voorgenomen activiteiten en operaties nader controleren op veiligheidsrisico’s en waar nodig hun plannen aanpassen. Daarnaast heeft ISAF afspraken gemaakt met de Afghaanse autoriteiten over nauwe samenwerking met de NAVO bij het verbeteren van achtergrondonderzoeken, contra-inlichtingen en het vergroten van het culturele bewustzijn bij ISAF militairen.

De leiding van de geïntegreerde politietrainingsmissie is zich zeer bewust van bovengenoemde risico´s. De tijdelijke aanscherping van veiligheidsmaatregelen leidt vooralsnog niet tot beperkingen voor de geïntegreerde politietrainingsmissie.

Verloop van de geïntegreerde politietrainingsmissie

Training en mentoring van civiele politie

De Koninklijke Marechaussee (KMar), politiefunctionarissen, justitie-experts en militairen hebben in het kader van de geïntegreerde politietrainingsmissie meerdere opleidingen verzorgd. In Kaboel ondersteunen Nederlandse politiefunctionarissen bij EUPOL deze werkzaamheden op het nationaal strategisch niveau voor het midden en hoger kader. In de rapportageperiode zijn de mentoringactiviteiten geïntensiveerd en is de eerste specifieke opleiding voor vrouwelijke agenten begonnen. Ook heeft de missie haar trainingsactiviteiten in de provincie Kunduz geografisch kunnen uitbreiden naar Aliabad en Imam Sahib. Na Kunduz en Khanabad is Imam Sahib het dichtstbevolkte gebied van Kunduz provincie en met de aanwezigheid in dit district wordt nu het overgrote deel van de AUP in de provincie begeleid.

Het EUPOL Field Office in Kunduz heeft toestemming verkregen van de EUPOL Head of Mission om buiten het kamp gebruik te maken van de bescherming van de Nederlandse militairen. EUPOL wordt daardoor in staat gesteld om intensiever in Kunduz-stad haar taken te verrichten en analoog aan de Police Mentoring and Liaison Teams (POMLTs) in Aliabad en Khanabad het hoger- en midden kader van de AUP te trainen en te begeleiden.

In lijn met het transitieproces heeft de NAVO het Security Force Assistance model ontwikkeld waarbij de POMLTs worden vervangen door Police Advisory Teams (PATs). De PATs richten zich meer op advisering bij algemene politie-managementtaken, zoals logistiek, verbindingen en personeel. Nederland gaat dit model toepassen en zal met ingang van november 2012 de samenstelling van de eenheid in Kunduz aanpassen. Naast de POMLTs wordt een team van adviseurs geformeerd (PAT), dat in Kunduz district in nauwe samenwerking met EUPOL de AUP zal gaan adviseren.

Voor het eerst sinds de aanvang van de missie heeft het agentvolgsysteem onvolkomenheden in het plaatsingsproces aan het licht gebracht. Vooral onderofficieren en in mindere mate agenten die de Nederlandse basisopleiding hebben gevolgd zijn kennelijk buiten Kunduz geplaatst. De Nederlandse betrokkenheid bij de eerstvolgende onderofficiersopleiding is om die reden opgeschort en de Afghaanse autoriteiten is om opheldering gevraagd. De plaatsing van AUP-rekruten is een taak van de regionale commandant van het Afghaanse ministerie van Binnenlandse Zaken, terwijl de plaatsing van onderofficieren een zaak van het ministerie in Kabul zelf is. Aan Nederlandse zijde zijn de politietrainingsmissie in Kunduz en de ambassade in Kabul druk doende via het agentvolgsysteem en het elektronische salarisbetalingssysteem (EPS) van LOTFA verdere informatie boven tafel te krijgen. Hiermee zal enige tijd zijn gemoeid. De Kamer zal zo spoedig mogelijk nader worden geïnformeerd zodra het beeld volledig is.

Overigens zijn alle agenten die de aanvullende opleiding (APTC) hebben gevolgd nog in Kunduz evenals de agenten die nu de aanvullende opleiding volgen en door POMLT’s worden begeleid. Nederlandse trainers leiden zelf geen nieuwe agenten meer op, want er zijn in Kunduz inmiddels voldoende Afghaanse trainers die de basisopleiding aan agenten kunnen geven. In plaats daarvan richten de Nederlandse trainers zich op het mentoren en begeleiden van Afghaanse trainers die les geven aan AUP-agenten. De gegevens van die agenten worden ook ingevoerd in het agentvolgsysteem.

Rechtsstaatontwikkelingsprogramma

Op het gebied van rechtsstaatontwikkeling is in de afgelopen periode vooruitgang geboekt. De verschillende projecten gericht op het versterken van alle onderdelen van de rechtsketen verlopen naar wens. Het aantal geregistreerde advocaten, onder wie een aantal vrouwelijke advocaten, is toegenomen. Zij worden door training ondersteund om hun cliënten beter bij te staan. Ook is het aantal radioprogramma’s en interactieve evenementen over rule of law onderwerpen uitgebreid en zijn meer justitiemedewerkers getraind om burgers juridisch te adviseren. Eveneens is met Nederlandse financiële steun vanaf oktober in de provinciale gevangenis van Kunduz een gespreksruimte beschikbaar waar vrouwelijke gevangenen met hun advocaat kunnen overleggen. Ook is er een mogelijkheid gecreëerd om, in het kader van veiligheid en rechtsorde, kleinschalige projecten te ondersteunen in de provincie Kunduz. Hiermee wordt voldaan aan de toezegging aan de Kamer tijdens het Algemeen Overleg Afghanistan van 27 juni jl. over eventuele uitbreiding van het ontwikkelingsprogramma in de provincie Kunduz ter ondersteuning van de politietrainingsmissie.

Ook in de afgelopen rapportageperiode heeft Nederland speciale aandacht gehad voor de bescherming van vrouwen en (religieuze) minderheden. Nederland heeft deze onderwerpen in voorkomende gevallen ter sprake gebracht bij de Afghaanse overheid, zowel bilateraal als in EU- verband. Nederland benadrukt hierbij dat het de taak is van de Afghaanse overheid om kwetsbare groepen en minderheden te beschermen. Ook tijdens de Tokio conferentie zijn mensenrechten uitgebreid besproken, waaronder de bescherming van vrouwen(rechten) en minderheden. Opnieuw bleek hierbij de grote gevoeligheid van, met name, het onderwerp religieuze minderheden. Wat dat betreft is het duidelijk dat er nog een lange weg te gaan is. Nederland en de EU blijven, onder andere via de Nederlandse mensenrechtenexperts bij de EU, op de ambassade en in de missie, bij voortduring de Afghaanse regering aanspreken op haar grondwettelijke verantwoordelijkheden en zullen hierbij ook de gevoelige onderwerpen niet vermijden.

De missie krijgt steeds meer erkenning en de samenwerking met de internationale partners verloopt voorspoedig. De goede samenwerking tussen Duitsland en Nederland werd nog eens onderstreept door het gezamenlijk bezoek van staatssecretaris Knapen en zijn Duitse ambtsgenoot Niebel in augustus jl., waarover u bent geïnformeerd per brief (kamerstuk 27 925, nr. 465). Zij hebben gezamenlijk met President Karzai gesproken en de eerste steen van het justitiekantoor in Aliabad gelegd, een van de dertien justitiekantoren die met hulp van Duitsland en Nederland in de districten van Kunduz worden gebouwd. Met dit project wordt de toegang tot justitie voor inwoners in de afgelegen delen van de provincie vergemakkelijkt. Zowel een bezoek aan de vrouwengevangenis in Kunduz als de promotie van vrouwelijke advocaten hebben inmiddels de rol van de vrouw een nadrukkelijk reliëf in ons programma gegeven.

De samenwerking tussen de verschillende onderdelen van de missie is de afgelopen periode hechter geworden en wordt door partners opgemerkt en gewaardeerd. Zo heeft de in augustus nieuw benoemde Head of Mission van EUPOL na een werkbezoek aan Kunduz aangegeven de geïntegreerde manier waarop EUPOL Kunduz samenwerkt met andere partners te zien als een voorbeeld van een effectieve werkwijze die door EUPOL mogelijk breder in Afghanistan kan worden toegepast.

De bijlage van deze brief bestaat uit drie delen. Deel 1 gaat dieper in op de belangrijkste algemene (politieke) ontwikkelingen in Afghanistan. Deel 2 gaat in op de resultaten van de Nederlandse geïntegreerde politietrainingsmissie en deel 3 besteedt aandacht aan de organisatorische aspecten van de missie.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

De minister van Defensie, J. S. J. Hillen

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Bijlage Stand van Zakenbrief politietrainingsmissie Afghanistan

Deel 1: Algemene ontwikkelingen

Veiligheidssituatie

Afghanistan algemeen

Het aantal geweldsincidenten laat na een aanvankelijke daling in de eerste helft van 2012 de afgelopen maanden een lichte stijging zien ten opzichte van 2011. Deze stijging is waarschijnlijk een reactie op de toegenomen snelheid van opereren van ISAF en de Afghan National Security Forces (ANSF) in gebieden waar opstandelingen traditioneel actief zijn. De Taliban lijkt weliswaar verzwakt te zijn, maar de organisatie blijft in staat te rekruteren, aanvallen uit te voeren en de snelheid van opereren van ISAF en ANSF bij te houden.

De transitie leidt tot een wijziging in de keuze van doelwitten van de Taliban. Steeds vaker worden de Afgaanse veiligheidstroepen doelwit van aanvallen door de Taliban. Daarentegen is het aantal vijandige acties (enemy initiated attacks) tegen ISAF met ongeveer een kwart afgenomen ten opzichte van vorig jaar.

Dit jaar is er ten opzichte van vorig jaar landelijk sprake van een lichte afname van het aantal aanslagen met «improvised explosive devices» (IED’s). Tegelijkertijd is er sprake van een toename van het aantal zelfmoordaanslagen. De zelfmoordaanslagen worden steeds complexer en ze worden dikwijls in combinatie met conventionele aanvallen uitgevoerd.

Als gevolg van de incidenten waarbij Afghaanse politiefunctionarissen en militairen hun internationale collega’s aanvallen (insider threats) zijn ook in Kunduz een aantal maatregelen genomen. Zo bieden ISAF militairen extra beveiliging op locaties waar ISAF militairen en Afghaanse militairen en politie agenten samenwerken. Nationaal wordt door de Afghaanse overheid het doorlichtingsproces van nieuwe rekruten opnieuw kritisch beoordeeld.

De veiligheid van alle door Nederland uitgezonden medewerkers, die onder moeilijke omstandigheden belangrijk werk doen in Kaboel, Kunduz en Mazar-e-Sharif, heeft de hoogste prioriteit voor de regering. Alle mogelijke maatregelen worden genomen om veiligheidsincidenten te voorkomen.

Noord-Afghanistan en Kunduz

Het aantal geweldsincidenten in Noord-Afghanistan bedraagt slechts drie tot vier procent van het totaal aantal geweldsincidenten in Afghanistan. Er is een lichte stijging waar te nemen ten opzichte van vorig jaar. Na een aanvankelijke daling in de eerste zes maanden van 2012 is het geweld licht toegenomen ten opzichte van de periode januari tot augustus 2011. Daarbij vallen vooral de provincies Samangan, Baghlan, Sar-e Pol en Takhar in negatieve zin op.

In Kunduz is het aantal geweldsincidenten ten opzichte van vorig jaar beperkt toegenomen. Deze toename wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de groeiende aanwezigheid van lokale veiligheidstroepen, juist in gebieden waar de opstandelingen relatief sterk aanwezig zijn. Hierdoor raken de opstandelingen in hun thuisgebieden steeds meer in het nauw gedreven, hetgeen leidt tot confrontaties.

Lokale veiligheidstroepen hebben door de Amerikaanse strijdkrachten via het Afghaanse Lokale Politie programma (ALP) een formeel kader gekregen. Lokale veiligheidsinitiatieven zijn een springplank gebleken voor individuele Afghanen om zich bij reguliere leger- of politie-eenheden aan te melden. Tegelijkertijd zijn risico’s verbonden aan het opereren van lokale veiligheidstroepen, vooral in de sfeer van rechtmatige inzet en democratische controle. In het oog viel het incident in Kanam nabij de stad Kunduz op 2 september jl. Hierbij doodden lokale veiligheidstroepentien tot twintig burgers uit wraak voor de moord op een militielid door de Taliban de dag ervoor.

UNAMA rapportage bescherming burgers

Uit de halfjaarlijkse rapportage van UNAMA over de bescherming van burgers in conflictgebieden blijkt dat er in de eerste helft van het jaar 2012 1145 mensen zijn gedood en 1954 mensen gewond zijn geraakt door geweld. Hoewel dit een daling van 15 procent is ten opzichte van dezelfde periode in 2011, onderstreept UNAMA in zijn rapport dat er meer moet gebeuren om burgers te beschermen.1Van dit totale aantal doden en gewonden is 80 procent de verantwoordelijkheid van opstandelingen, terwijl 10 procent wordt toegeschreven aan coalitietroepen of het Afghaanse leger en politie. Het resterende percentage kan volgens UNAMA aan geen van de partijen worden toegeschreven. Deze afname in burgerslachtoffers betekent een omkering van de trend van de afgelopen vijf jaar, waarin het aantal slachtoffers ieder jaar toenam. Desondanks is er wel een stijging te ontdekken in het aantal gerichte aanslagen op Afghaanse regeringsmedewerkers en politiecommandanten.

Verzoening en re-integratie

Nederland heeft in het donorcomité van het Afghanistan Peace and Reintegration Program (APRP), zoals toegezegd aan de Tweede Kamer, gepleit voor een onafhankelijke evaluatie van het programma en vond daarvoor ook veel steun bij andere donoren. Het traject voor een dergelijke evaluatie is inmiddels door UNDP ingezet. Een team van onafhankelijke evaluatoren zal voor einde 2012 het programma uitgebreid doorlichten. Donoren worden nauw bij het proces betrokken. De uitkomsten van de evaluatie worden gedeeld met de Tweede Kamer.

Het re-integratieprogramma APRP is nu actief in alle 34 provincies. In de praktijk is merkbaar dat het programma beter loopt in het noorden en westen dan in het zuiden en oosten. De samenwerking tussen het centrale en het provinciale niveau is, na problemen in de opstartfase, verbeterd. Dit is vooral zichtbaar in de activiteiten waarbij re-integranten de instrumenten krijgen om op een andere wijze in hun levensonderhoud te voorzien, door bijvoorbeeld nieuwe vaardigheden op te doen in een beroepsopleiding of in tewerkstellingsprojecten van de ministeries van Landbouw en van Publieke Werken. Het totale aantal re-integranten stond eind juli op 5 019 personen, van wie 4 845 transitieassistentie hebben ontvangen. Daarnaast zijn 1 064 personen nog in onderhandeling.

Het overkoepelende politieke vredesproces heeft in de afgelopen periode geen grote stappen gemaakt en ook gesprekken tussen Afghanistan en Pakistan over het verzoeningsproces die voor augustus gepland waren, vonden geen doorgang vanwege de groeiende spanningen tussen de twee landen. Desondanks waren er wel positieve signalen. Zo waren zowel de Afghaanse minister Stanekzai, als een vertegenwoordiger van de Taliban in juni aanwezig op een forum van de universiteit van Kyoto. Hoewel dit geen onderhandelingen betrof, is het toch een belangrijke stap dat de twee vertegenwoordigers hier gezamenlijk aan deelnamen.

Regionale betrekkingen

Een stijging in het aantal grensoverschrijdende beschietingen vanuit Pakistan heeft de relatie tussen de twee landen opnieuw onder druk gezet. De Pakistaanse autoriteiten ontkennen dat de beschietingen plaatsvinden vanuit Pakistan. Diplomatieke inspanningen hebben tot op heden geen vruchten afgeworpen en de incidenten vormden de directe aanleiding voor het Afghaanse parlement voor de motie van wantrouwen tegen de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Defensie. De inzet van beide landen blijft vooralsnog echter om de geschillen op vreedzame wijze via diplomatieke kanalen op te lossen.

Deel 2: Inhoudelijke rapportage over de doelstellingen van de geïntegreerde politietrainingsmissie

Dit gedeelte gaat over de voortgang van de geïntegreerde politietrainingsmissie per onderdeel van de missie, aan de hand van de thematische indeling van het geïntegreerde missieontwerp.

Thema Civiele politie

De geïntegreerde politietrainingsmissie heeft de afgelopen periode verscheidene achtweekse basisopleidingen, de basisopleiding voor onderofficieren en tienweekse aanvullende opleidingen verzorgd. Daarnaast heeft de missie maatwerkopleidingen verzorgd voor AUP-agenten van de Highway Police en voor een aantal vrouwelijke agenten, toegespitst op in de praktijk geconstateerde behoeften.

Een groot deel van de cursisten is al werkzaam als AUP-agent en krijgt afhankelijk van de vooropleiding een basisopleiding en vervolgopleiding of alleen een vervolgopleiding. Het blijkt voor AUP-leidinggevenden soms lastig te zijn voldoende agenten voor opleidingen vrij te maken, omdat deelname leidt tot tijdelijk minder operationele capaciteit. In de praktijk leidt dit ertoe dat de klassen niet altijd volledig gevuld zijn, wat consequenties heeft voor het tempo waarmee Nederland agenten kan opleiden.

Voorts wordt in samenwerking met onder andere EUPOL onderzocht of een Afghaans Training en Mentoring Team geformeerd kan worden. Dit team zou conform de werkwijze van de Nederlandse POMLTs Afghaanse agenten in de provincie kunnen gaan opleiden.

Basisopleiding

In totaal hebben deze periode 75 agenten de achtweekse basisopleiding met succes gevolgd. 108 onderofficieren zijn de afgelopen periode geslaagd voor de onderofficierenopleiding, een deel heeft voorafgaand daaraan aan de basisopleiding gevolgd. Op verzoek van de geïntegreerde politietrainingsmissie en in overleg met de NAVO Trainingsmissie Afghanistan (NTM-A) en het Afghaanse ministerie van Binnenlandse Zaken is voor Kunduz voor het eerst een groep van vrouwelijke agenten gerekruteerd en geselecteerd voor een achtweekse basisopleiding specifiek voor vrouwen. Tien deelnemers zijn op 25 augustus begonnen met deze opleiding.

Er zijn in Kunduz inmiddels voldoende Afghaanse trainers die zelf de basisopleiding aan agenten kunnen geven. Daarom richten Nederlandse KMar-trainers zich intussen op het mentoren en begeleiden van Afghaanse trainers die les geven aan AUP-agenten voor de provincie Kunduz.

Police Mentoring and Liaison Teams (POMLTs)

Met de recente uitbreiding naar Imam Sahib wordt de AUP op 70 procent van de politiebureaus gementord door de POMLTs. De POMLTs bereiken daarmee het grootste deel van de AUP agenten in de provincie. Op de politiebureaus waar de mentoring loopt wordt een deel van de agenten vrijgemaakt voor de aanvullende tienweekse opleiding. Deze periode hebben 64 agenten uit Kunduz, Khanabad en Aliabad de door POMLTs verzorgde aanvullende tienweekse opleiding voltooid. Momenteel is in Aliabad een tweede opleiding gestart. Eind augustus begon de tienweekse opleiding met 15 studenten in Imam Sahib. Momenteel zijn 45 agenten in opleiding. Daarnaast zijn er voor 68 agenten maatwerkcursussen verzorgd.

De tienweekse opleiding bestaat uit een trainingsperiode met aansluitend een mentoringperiode in het werkgebied. Dat gebeurt in vier blokken, waarna er nog een uitloop is van twee weken om gemiste onderdelen in te halen. In het district Kunduz worden de lessen gegeven op het voormalige ANA kamp. In de districten Khanabad, Aliabad en Imam Sahib is ervoor gekozen om de theorielessen en de mentoring op de werkplek te geven, om de reistijd voor de agenten te beperken en omdat de voortdurende aanwezigheid en oproepbaarheid van de agenten op de eigen werkplek van belang is.

Community policing

Ter uitvoering van het community policing project is uitvoeringspartner Gesellschaft fur Internationale Zusammenarbeit (GIZ) actief in de districten Aliabad, Khanabad, Imam Sahib en Qal’ahye Zal. 281 dorpsoudsten uit de verschillende districten zijn inmiddels verenigd in tien steering committees. Zij bespreken maandelijks de noden van de bevolking met de politie.

Daarnaast worden door GIZ buurtbijeenkomsten georganiseerd, waarbij de bevolking zelf spreekt met de politie. Hier hebben tot nu toe 845 burgers aan deelgenomen, onder wie ruim honderd vrouwen. Ten slotte heeft GIZ een groot aantal korte trainingen verzorgd, specifiek gericht op de positie van de politieagent in de samenleving.

Bij de advisering van het midden- en hoger kader van de AUP wordt door de EUPOL mentoren expliciet ingegaan op de behoeften en wensen van de lokale bevolking. Daarnaast voert EUPOL het Police e Mardume (PeM) project uit, waarbij een team van zes AUP-agenten, onder wie een vrouwelijke agent, wordt opgeleid en begeleid om actief de dialoog aan te gaan met de lokale bevolking in bijvoorbeeld scholen en op lokale markten. Ook in de basisopleiding en tienweekse aanvullende opleiding wordt integraal aandacht besteed aan community policing.

Alfabetisering

GIZ verzorgt alfabetiseringslessen in de provincie Kunduz. De lessen zijn een vast onderdeel van zowel de basisopleiding als de tienweekse aanvullende opleiding, maar lopen ook door als deze opleidingen zijn afgerond. GIZ geeft zes maanden basisalfabetisering, drie maanden postalfabetisering en vervolgens thematisch alfabetiseringsonderwijs waarbij thema’s als mensenrechten, politietaken en gedrag, rechten, milieu en geweld tegen vrouwen worden behandeld. De totale cursus per agent bedraagt 624 uur. Eind augustus 2012 zijn er 1 375 personen die aan de cursus deelnemen of hebben deelgenomen. De lessen vinden plaats in alle districten en leiden tot positieve reacties van politiecommandanten.

Versterking hoger en midden kader politie via EUPOL

De bijdrage aan EUPOL is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse inzet in Afghanistan.

Per 16 oktober 2012 werken 49 Nederlanders in de EUPOL-missie: 42 politiefunctionarissen en zeven civiele experts.

Momenteel wordt in Brussel door lidstaten gesproken over de verlenging van het EUPOL mandaat tot en met 2014. In deze discussies zet Nederland in op een voortzetting van het huidige mandaat, namelijk versterking van de civiele politie binnen de bredere rule of law sector in Afghanistan. Geografisch wordt de voorkeur gegeven aan de actieve aanwezigheid van EUPOL in zowel Kaboel als in een beperkt aantal relevante provincies, waaronder Kunduz. Besluitvorming hierover is nog niet afgerond.

Kaboel/ Afghanistan breed

In de EUPOL Training Component werken Nederlandse politiefunctionarissen en juridische experts aan de ontwikkeling van training curricula en het geven van strategisch management en leiderschapscursussen op het Police Staff College. Daarnaast wordt gewerkt aan Train-the-Trainer cursussen, onder andere via mobiele trainingsteams, en recherche trainingen binnen het Crime Management College. De nadruk ligt hierbij op kwaliteit. De Afghaanse trainingsbehoefte staat voorop en intensieve training, mentoring en coaching worden ingezet om deze kwaliteitsimpuls te generen.

In het EUPOL Field Office Kaboel zijn Nederlanders betrokken bij de versterking van de positie van vrouwelijke politiefunctionarissen in Kaboel. Daarnaast verzorgen zij op het gebied van Anti-Crime trainingen in forensisch onderzoek, Intelligence Led Policing en het opbouwen van Family Response Units. Ook werkt een Nederlander mee aan het opzetten van meldkamers, o.a. door middel van training op het gebied van emergency response en police command, control and communication.

Binnen de rule of law component worden trainingen verzorgd op het gebied van politie-justitie samenwerking en wordt er gewerkt aan projecten rond rechtshulp en legislatieve hervormingen.

In het kader van de transitie wordt binnen de Police Component, waar een Nederlander aan het hoofd staat, geïnvesteerd in institutionele hervorming van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (MOI). Nederland levert onder andere het plaatsvervangend hoofd Police Reform, tevens coördinator van MOI mentoren, en de mentor van de minister van MOI op het gebied van politie expertise. Binnen het Institutional Police & Policy Development (IPPD) wordt gewerkt aan de opbouw van beleidscapaciteit binnen het ambtelijk en politieapparaat. Zowel de institutionele hervormingen als versterking van beleidscapaciteit is van een steeds groter belang nu de Afghanen meer en meer verantwoordelijkheid en initiatief nemen bij de sturing van het beleidsproces.

Kunduz

Het EUPOL Field Office in Kunduz verzorgt verschillende opleidingen voor het midden en hoger kader van de AUP, waarbij drie thema’s centraal staan: Intelligence Led Policing (ILP), Recherche (voor het Criminal Investigations Department, CID) en de Politieleiderschap opleidingen. Daarnaast wordt het midden en hoger kader intensief gementord en geadviseerd.

Intelligence Led Policing (ILP) ofwel informatie gestuurd politiewerk is een belangrijke methode om te komen tot een effectieve en efficiënte inzet van politiemensen en -middelen. EUPOL verzorgt vierweekse ILP opleidingen voor het midden- en hoger kader van de AUP en mentort de politieleiding bij de toepassing in de praktijk. In de periode van mei tot september 2012 zijn twee ILP-cursussen succesvol afgerond. Daarnaast heeft EUPOL een eendaagse workshop georganiseerd voor het management van de politiebureaus over ILP.

Naast het proactieve ILP is recherche/opsporing essentieel voor een civiele politiemacht en de aansluiting met de justitieketen. EUPOL voorziet in een aantal specialistische opleidingen over verschillende aspecten van recherchewerk. Het leidende motief van deze opleidingen is de omschakeling van de AUP van bekentenisgericht onderzoek naar bewijsgericht onderzoek. In juni heeft EUPOL de cursus Capturing & Securing Evidence from Witnesses gegeven, waarin veel nadruk ligt op het belang van mensenrechten en omgang met verdachten en getuigen. In september is een cursus over de basisbeginselen van recherche onderzoek afgerond. Ook is een workshop gegeven over de praktische vaardigheden op het gebied van sporenonderzoek.

De mentoractiviteiten t.b.v. het midden en hoger kader van de politie zijn verder geïntensiveerd. De contacten met de leiding van de politie bureaus zijn constructief. De intensiteit van de continue maatgerichte mentoring en advisering op de verschillende politiebureaus in Kunduz is recentelijk verhoogd. Dit is grotendeels het gevolg van de toestemming van de EUPOL Head of Mission om te werken onder militaire bescherming. EUPOL kan nu ook actief zijn buiten de stad Kunduz wanneer de POMLTs gelijktijdig activiteiten onderneemt. Hierdoor kan ook de AUP-leiding in de districten Khanabad en Aliabad nu worden gementord. Een volgende stap is het aanbieden van specialistische en leiderschapstrainingen in deze districten.

De Nederlandse EUPOL mentor/adviseur van de provinciale politiecommandant heeft in juli afscheid genomen van de missie en zijn opvolgster is half augustus begonnen. Zij zal zich in haar mentortaken vooral richten op het optimaliseren van de relaties tussen de strategische en de tactische leidinggevenden van de AUP in Kunduz om zo de samenhang in de politiezorg tussen de politiedistricten in Kunduz te verbeteren. Een belangrijk instrument hiervoor is de Provincial Management Team-cursus die door EUPOL dit najaar wordt verzorgd voor het AUP-managementteam in Kunduz.

Thema Samenwerking politie – aanklager

Ondanks de verschillende trainingen die zijn gegeven, is duidelijk dat samenwerking tussen politierechercheurs en openbare aanklagers nog steeds geen automatisme is. Door praktische samenwerking in strafzaken te stimuleren probeert de missie dit te verbeteren. Om de samenwerking tussen justitie en politie te bevorderen wordt de nadruk gelegd op bewijsvergaring in het strafproces. Tot nu toe wordt in het strafproces eenzijdig aandacht besteed aan het verkrijgen van bekentenissen. Als de politie meer aan waarheidsvinding gaat doen, kan de aanklager betere strafzaken opbouwen en voor de rechter brengen. Voorwaarde voor deze waarheidsvinding is het opbouwen van de forensische kennis en kunde.

EUPOL heeft voor twaalf officieren van justitie en acht rechercheurs de Justice and Criminal Procedure-training verzorgd. Hierbij gaven Afghaanse trainers de training, onder begeleiding van EUPOL-mentoren. De opleiding heeft tot doel als onderdeel van de ketenbenadering de eerder genoemde samenwerking te verbeteren en de positie van de officier van justitie en politie te verduidelijken. De deelnemers hebben laten weten dat de onderlinge samenwerking sindsdien verbeterd is.

Samen met internationale partners is de werkgroep Forensisch bewijsmateriaal opgericht. Een van de doelen is coördinatie van donoractiviteiten op dit terrein. Door in de praktijk intensief te volgen hoe het geleerde wordt uitgevoerd en bij te sturen als rechercheurs/aanklagers een fout dreigen te maken wordt getracht te komen tot een zogenaamde best practice: een zaak waarbij alle spelers van begin tot eind de juiste stappen hebben genomen in het proces van bewijsgaring en aanklagen. Dit kan dan worden gebruikt als voorbeeld bij volgende trainingen/mentoringsessies.

In de praktijk is het soms moeilijk voor de POMLTs en EUPOL om de AUP en CID te monitoren op de plaats delict. De werkgroep onderzoekt nu hoe POMLTs en EUPOL toch tijdig met de AUP op de plaats delict aanwezig kunnen zijn. Zo wordt tegemoet gekomen aan de Afghaanse behoefte aan meer praktische mentoring.

Thema Justitiesector

Een belangrijk aandachtspunt sinds de start van de missie is de beperkte toegang tot rechtsbijstand voor burgers. Hierin is duidelijk voortgang geboekt. Met Nederlandse steun kreeg Kunduz de eerste provinciale vertegenwoordiging van de Afghaanse Orde van Advocaten. Door deze steun, alsook door aangeboden trainingen en juridische literatuur, is het aantal geregistreerde advocaten in de provincie in het afgelopen jaar meer dan verdubbeld tot 42, onder wie vier vrouwelijke advocaten. Bovendien wordt extra aandacht gegeven aan vrouwelijke rechtenstudenten in Kunduz met aangeboden seminars en workshops. Sinds februari 2012 worden twee advocaten ondersteund die zich specifiek richten op juridisch advies aan vrouwen, onder wie vrouwen die gevangen zitten op grond van «morele misdaden». Zij hebben inmiddels vijfentwintig vrouwen in een rechtszaak verdedigd.

Om de rechtsbijstand van vrouwelijke gevangenen te bevorderen is met Nederlandse steun een gespreksruimte in de provinciale gevangenis van Kunduz geplaatst waar vrouwelijke gevangenen met hun advocaat kunnen overleggen. Bovendien is er nu ruimte in de gevangenis voor kinderopvang.

GIZ bouwt in opdracht van Nederland en Duitsland justitiegebouwen in de provincie Kunduz. Staatssecretaris Knapen legde tijdens zijn bezoek in augustus jl. samen met de Duitse minister van Ontwikkelingssamenwerking Niebel symbolisch de eerste steen van een van de gebouwen. Met dit Duits-Nederlandse project wordt de toegang tot justitie voor inwoners in de afgelegen delen van de provincie vergemakkelijkt. Oplevering van de gebouwen is voorzien voor begin 2013.

In augustus 2012 vond een tweeweekse vraaggestuurde Max Planck training Administratief Recht plaats voor 35 justitiemedewerkers en ambtenaren. Evenals eerdere trainingen was de betrokkenheid en motivatie van de deelnemende cursisten groot.

Thema Verbetering bewustzijn, acceptatie en toegang tot het rechtssysteem

Verbetering bewustzijn

In augustus en september 2012 hebben in Kunduz stad en alle districten korte interactieve evenementen plaatsgevonden over de rechten van vrouwen bij geschillen over erfenis. Deze vonden voor het merendeel plaats in scholen waarbij eveneens de ouders van leerlingen werden uitgenodigd.

Twee lokale radiostations, zijn na training van de medewerkers begonnen met wekelijkse uitzendingen over thema’s zoals huiszoekingen, surveillance en checkpoints. Verschillende Nederlanders die in Kunduz werkzaam zijn, hebben daarnaast deelgenomen aan inbel-radioprogramma’s om uitleg te geven over de Nederlandse inspanningen op het gebied van de verbetering van de rechtsstaat in Kunduz. Ten slotte bezoekt de missie regelmatig scholen om met de leerlingen te discussiëren over allerlei relevante thema’s op het gebied van gender en rule of law.

Toegang tot het rechtssysteem

In het kader van het project «Access to justice for women» heeft The Asia Foundation (TAF) tien mannelijke en negen vrouwelijke Community Dialogue Groups (CDG) ingesteld in verschillende districten in de provincie. Elke CDG wordt tijdelijk opgezet met het doel kennis over de rechten van vrouwen over te dragen. Deze groepen verspreiden hun kennis via scholen, moskeeën, bijeenkomsten voor vrouwen, e.d. Ook worden de CDG’s actief ingezet om te bemiddelen bij conflicten in de huiselijke sfeer.

Deel 3: Organisatie van de missie en overige zaken

Legering

Inmiddels zijn alle vier de legeringsgebouwen in gebruik genomen. Het kantoorgebouw is inmiddels ook opgeleverd en zal naar verwachting in de tweede week van oktober in gebruik worden genomen.

F-16’s

De F16’s hebben de afgelopen periode de geïntegreerde politietrainingsmisie en partners ondersteund bij de opsporing van bermbommen en bijdragen aan het inlichtingenbeeld. Ook zijn ze door ISAF verzocht om partners in nood te ondersteunen. In twee gevallen heeft wapeninzet plaatsgevonden.

Financiën

De actuele raming voor de geïntegreerde politietrainingsmissie in 2012 bedraagt

€ 110 miljoen. Hieronder vallen de kosten voor de inzet van de Police Training Group in Kunduz vanuit de ministeries van Defensie en Veiligheid en Justitie, alsook de kosten voor de inzet van de Air Taskforce (ATF) en voor de Nederlandse bijdrage aan verschillende ISAF-staven. De raming is met € 5 miljoen verlaagd ten opzichte van de die van juni 2012, door lagere kosten voor transport en infrastructuur. In de tweede wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie 2012 wordt u hierover in meer detail geïnformeerd. De additionele uitgaven komen ten laste van de structurele HGIS-voorziening voor de uitvoering van crisisbeheersingsoperaties op de defensiebegroting, beleidsartikel 20 (€ 105,2 miljoen) en de HGIS-voorziening voor civiele crisisbeheersingsmissies/uitzending politiefunctionarissen op de begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie (€ 4,8 miljoen).

De redeployment van het laatste materieel van de ATF en het National Support Element (NSE) uit Kandahar wacht nog steeds op transport, ondanks het feit dat inmiddels de grens tussen Afghanistan en Pakistan is open gesteld. De vertraging bij het transport van materieel naar Nederland en de vertraging bij het afronden van de contracten voor reparatie en herstel hebben tot gevolg dat de afrondende fase van de redeployment doorloopt tot in 2013. De verwachte hersteluitgaven van dit materieel die additioneel van aard zijn (€ 11,2 miljoen) worden doorgeschoven naar 2013. Deze uitgaven komen ten laste van de HGIS-voorziening voor crisisbeheersingsoperaties op de defensiebegroting en zijn meegenomen in de Ontwerpbegroting Defensie 2013 (beleidsartikel 1 «Inzet», ISAF Redeployment).


X Noot
1

«Afghanistan Mid-year Report 2012, Protection of Civilians in Armed Conflict» http://unama.unmissions.org/LinkClick.aspx?fileticket=-_vDVBQY1OA%3d&tabid=12254&language=en-US

Naar boven