35 300 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2020

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE

A

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

3

   

B

BEGROTINGSTOELICHTING

4

 
 

1.

LEESWIJZER

4

 
 

2.

BELEIDSAGENDA

8

 

2.1

Beleidsprioriteiten

11

 

2.2

Belangrijkste beleidsmatige mutaties

24

 

2.3

Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven

26

 

2.4

Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen

26

 

2.5

Overzicht risicoregelingen

28

       
 

3.

BELEIDSARTIKELEN

29

 

3.1

Beleidsartikel 1: Inzet

29

 

3.2

Beleidsartikel 2: Koninklijke Marine

36

 

3.3

Beleidsartikel 3: Koninklijke Landmacht

44

 

3.4

Beleidsartikel 4: Koninklijke Luchtmacht

50

 

3.5

Beleidsartikel 5: Koninklijke Marechaussee

56

 

3.6

Beleidsartikel 6: Investeringen

61

 

3.7

Beleidsartikel 7: Defensie Materieel Organisatie

78

 

3.8

Beleidsartikel 8: Defensie Ondersteuningscommando

81

       
 

4.

NIET-BELEIDSARTIKELEN

84

 

4.1

Niet-beleidsartikel 9: Algemeen

84

 

4.2

Niet-beleidsartikel 10: Apparaat Kerndepartement

87

 

4.3

Niet-beleidsartikel 11: Geheim

89

 

4.4

Niet-beleidsartikel 12: Nog onverdeeld

90

       
 

5.

BEGROTING AGENTSCHAPPEN

91

 

5.1

Paresto

91

       
 

6.

DEPARTEMENT SPECIFIEKE INFORMATIE

95

       
 

7.

BIJLAGEN

100

 

7.1

Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak

100

 

7.2

Verdiepingsbijlage

102

 

7.3

Moties en toezeggingen

114

 

7.4

Subsidieoverzicht

129

 

7.5

Evaluatie- en overig onderzoek

132

 

7.6

Overzicht uitgaven veteranen en uitgaven zorg en nazorg

139

 

7.7

Overzicht uitgaven IT

145

 

7.8

Lijst van afkortingen

146

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat/begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat/begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

Wetsartikel 2

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van het in de staat opgenomen baten-lastenagentschap Paresto voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake het agentschap.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. LEESWIJZER

Hoofdstuk 1 Leeswijzer

De leeswijzer volgt de opbouw van de memorie van toelichting van de begroting. De memorie van toelichting is de uitleg bij het hierboven beschreven wetsvoorstel.

Het Ministerie van Defensie bestaat uit 7 organisatiedelen. De 4 krijgsmachtdelen (Koninklijke Marine, – Landmacht, – Luchtmacht en – Marechaussee) zorgen ervoor dat de militairen en het materieel klaar zijn voor inzet. Het Defensie Ondersteuningscommando en de Defensie Materieel Organisatie ondersteunen door producten en diensten te leveren. De Bestuursstaf – waar onder andere de MIVD onder valt – maakt het beleid.

De Minister en Staatssecretaris zijn verantwoordelijk voor het algehele beleid van Defensie. De ambtelijke leiding ligt in handen van de Secretaris-Generaal. De Commandant der Strijdkrachten is verantwoordelijk voor de uitvoering, is de militaire adviseur van de Minister en stuurt de Koninklijke Marine, – Landmacht, – Luchtmacht, Defensie Materieel Organisatie, Defensie Ondersteuningscommando, NLD Commando Speciale Strijdkrachten en Defensie Cyber Commando aan.

Hoofdstuk 2 Beleidsagenda

De beleidsagenda beschrijft de beleidsprioriteiten van Defensie en sluit af met de onderdelen:

  • de belangrijkste mutaties ten opzichte van vorig jaar;

  • het overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven;

  • de meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen;

  • het overzicht van risicoregelingen.

Hoofdstuk 3 Beleidsartikelen

In beleidsartikel 1 Inzet wordt de inzet van de krijgsmacht begroot. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan door de leden gemeenschappelijk gefinancierde (common funded) NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel bevat ook een overzicht van de structurele inzet die in andere beleidsartikelen is begroot, bijvoorbeeld door de Koninklijke Marechaussee en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie. Het artikel maakt gebruik van het financiële instrument «opdracht Inzet», met daarin de categorieën: 1. Crisisbeheersingsoperaties, 2. Financiering nationale inzet krijgsmacht en 3. Overige inzet.

In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering geraamd voor respectievelijk de Koninklijke Marine, Koninklijke Landmacht, Koninklijke Luchtmacht, Koninklijke Marechaussee en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1 Inzet.

Deze operationele commando’s maken gebruik van de financiële instrumenten «gereedstelling», «instandhouding», «personele uitgaven» en «materiële uitgaven». In aanloop naar het instellen van het defensiematerieelbegrotingsfonds in 2021 (zie hoofdlijnenbrief van april 2019, Kamerstuk 27 830, nr. 281) zijn de assortimenten binnen de financiële instrumenten deels opnieuw ingedeeld. In deze leeswijzer worden de financiële instrumenten toegelicht en worden in het kort de belangrijkste wijzigingen uiteengezet ten opzichte van de ontwerpbegroting 2019:

  • «Gereedstelling» omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft o.a. de operationele rantsoenen, civiele taken, brandstof en smeermiddelen en operationele zaken, waaronder het huren van oefenterreinen. De uitgaven voor oefen- en operationele munitie en voor instandhouding van simulatoren zijn overgegaan naar het financiële instrument «instandhouding materieel». De uitgaven voor onderhoud en ondersteuning van commandovoering zijn overgegaan naar «instandhouding IT».

  • «Instandhouding materieel» omvat de geraamde uitgaven voor instandhouding van het materieel door de logistieke bedrijven. Het instrument is verruimd doordat nu niet alleen de uitgaven worden geraamd voor het onderhoud van de wapensystemen, maar ook het materiaal dat benodigd is voor het in stand houden van het materiaal. Dit betreft o.a. de militaire uitrustingen, werkplaatsinrichting, de brandbestrijdingsmiddelen en de niet-wapensysteem gebonden artikelen en diensten.

  • «Personele uitgaven» bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer en inhuur personeel. De «overige personele exploitatie» bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen, internationale verhuizingen en overige personeelsgebonden uitgaven. De uitgaven voor militaire uitrustingen zijn overgegaan naar het financiële instrument «instandhouding materieel».

  • «Materiële uitgaven» bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals kantoorinrichting en kantoorartikelen, transport en voorlichting, maar ook de uitgaven voor restaurant gerelateerde diensten, de uitgaven voor kennis, technologische ontwikkeling en innovatie, schadevergoedingen en kosten voor betalingsverkeer etc.

    De uitgaven die een relatie hebben met het instandhouden van het materieel, zoals werkplaatsinrichting en militaire artikelen en uitrustingen, zijn overgegaan naar het instrument «instandhouding materieel».

In beleidsartikel 6 zijn de investeringen opgenomen, te weten investeringen voor materieel, infrastructuur, IT, wetenschappelijk onderzoek en bijdragen aan de NAVO-investeringen. Daarnaast zijn de verkoopopbrengsten voor afstoting van materieel en infrastructuur in dit beleidsartikel opgenomen.

In de beleidsartikelen 7 Defensie Materieel Organisatie (DMO) en 8 Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) zijn de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten geraamd voor de ondersteunende en dienstverlenende defensieonderdelen.

De ondersteunende onderdelen werken met dezelfde financiële instrumenten als de operationele commando’s. Bij de DMO zijn de meeste uitgaven voor «instandhouding IT» gecentraliseerd en de uitgaven voor het instandhouden van de infrastructuur worden geraamd bij het DOSCO. De uitgaven voor bewaking en beveiliging, energie, water, schoonmaak, mediadienstverlening en evenementenondersteuning zijn uit «instandhouding infrastructuur» overgegaan naar «overige materiële exploitatie». De uitgaven voor het nationaal fonds ereschulden worden verantwoord op beleidsartikel 8 DOSCO onder het financieel instrument «inkomensoverdrachten».

Hoofdstuk 4 Niet-beleidsartikelen

In het niet-beleidsartikel 9 Algemeen worden de niet specifiek aan een defensieonderdeel toe te wijzen programma-uitgaven opgenomen. Onder dit artikel zijn twee nieuwe financiële instrumenten opgenomen:

  • De bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken: het betreft de bijdragen voor kennisopbouw bij het TNO, NLR en MARIN, die via de begroting van EZK lopen. Voorheen werden de uitgaven verantwoord (binnen het investeringsartikel) onder bekostiging wetenschappelijk onderzoek.

  • De inkomensoverdrachten voor de Regeling Uitkering chroom-6 Defensie die bedoeld is voor claims. Het budget voor potentiële veteranenclaims staat bij artikel 8 in het Nationaal Fonds Ereschuld.

In het niet-beleidsartikel 10 Apparaat kerndepartement worden de uitgaven ten behoeve van het centrale apparaat van Defensie begroot, waaronder de Bestuursstaf met de defensietop, (hoofd)directies, inclusief de Defensiestaf en bijzondere organisatie-eenheden.

Onder het financiële instrument «personele uitgaven» worden onder «uitkeringen» de uitgaven voor SBK, van de pensioenen en wachtgelden verantwoord.

Ten slotte zijn er ramingen voor de niet-beleidsartikelen 11 Geheim en 12 Nog onverdeeld opgenomen.

Hoofdstuk 5 Begroting agentschappen

In hoofdstuk 5 is de baten-lastendienst Paresto opgenomen.

Hoofdstuk 6 Departement specifieke informatie

In dit hoofdstuk bieden wij u inzicht in een aantal defensiespecifieke onderwerpen (o.a. pensioenen en uitkeringen, verdeling apparaatsuitgaven, overzicht formatie defensiepersoneel, cyber en space, chroom-6).

Hoofdstuk 7 Bijlagen

In de bijlagen is informatie opgenomen over de volgende onderwerpen: 7.1 Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (ZBO/RWT’s), 7.2 een verdieping op de mutaties, 7.3 de moties en toezeggingen, 7.4 een subsidieoverzicht, 7.5 het evaluatie- en overig onderzoek, 7.6 een uitgavenoverzicht voor veteranen en de uitgaven voor zorg en nazorg, 7.7 een uitgavenoverzicht IT en tot slot is in 7.8 een lijst met gebruikte afkortingen opgenomen.

Overig

  • Defensieprojectenoverzicht

    Zoals gebruikelijk ontvangt de Kamer tegelijkertijd met deze begroting het Defensieprojectenoverzicht (DPO), de opvolger van het Materieelprojectenoverzicht (MPO). Hierin wordt per project meer gedetailleerde informatie gegeven dan in de begroting. Zo wordt de samenhang met het defensiebeleid en met andere projecten duidelijk gemaakt. Het DPO biedt inzicht in de lopende en de geplande materieel-, wapensysteemgebonden IT- en vastgoedprojecten met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen. Daarnaast wordt ingegaan op af te stoten materieel.

  • Toelichtingsgrens

    In de begroting worden alleen de wijzigingen bij projecten met een omvang van meer dan € 100 miljoen toegelicht.

  • Motie Schouw

    In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen (Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 21 501-20, nr. 537). Deze motie verzoekt dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. Er zijn geen specifieke aanbevelingen die betrekking hebben op de begroting van het Ministerie van Defensie.

Groeiparagraaf

In de begroting 2020 zijn ten opzichte van de begroting 2019 de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  • De benamingen van de artikelen zijn in lijn gebracht met de communicatie-uitingen van Defensie, taakuitvoering zeestrijdkrachten is bv. veranderd in Koninklijke Marine.

  • Ter bevordering van de samenhang wordt in de beleidsagenda bij deze begroting ingegaan op de adaptieve krijgsmacht en de veiligheid zoals bij het jaarverslag over 2018 is aangegeven (Kamerbrief 35 000-X-136). Voor de KPI’s omtrent inzetbaarheid, financiën, veiligheid, personeel en voorzien in materieel worden voor zover mogelijk de verwachtingen ten aanzien van de normen voor 2020 weergegeven.

  • Met ingang van de ontwerpbegroting 2020 zal voor de berekening van het percentage bbp gebruik worden gemaakt van de bruto defensie-uitgaven. Voorheen waren dit de netto defensie-uitgaven (gecorrigeerd voor de ontvangsten); dit was omdat voorheen extra ontvangsten niet automatisch tot extra uitgaven leidden, wat nu wel het geval is. Deze wijze van berekening sluit aan bij de NAVO berekening. Daarnaast wordt een klein deel van de uitgaven op de begroting van Buitenlandse Zaken, die vallen onder de NAVO definitie van defensie-uitgaven, meegenomen in de berekening. Dit betreft:

    • LOTFA (onderdeel van NATO trustfunds)

    • ANA (onderdeel van NATO trustfunds)

    • Afdrachten NAVO

    • Kosten PV NAVO – personeel en huisvesting

    • BIV/BSB.

  • In aanloop naar het instellen van het defensiematerieelbegrotingsfonds in 2021 zijn de assortimenten binnen de financiële instrumenten deels opnieuw ingedeeld. In de paragraaf beleidsartikelen in deze leeswijzer zijn de financiële instrumenten toegelicht en worden in het kort de belangrijkste wijzigingen uiteengezet ten opzichte van de ontwerpbegroting 2019.

  • Met het vervallen van het in 2013 vastgestelde financiële kader is het project Verwerving F-35 een regulier project met groot projectstatus bij Defensie geworden. Daarom is de passage over het project Verwerving F-35 met ingang van de defensiebegroting 2020 vervallen in de defensiebegroting, zodat over alle reguliere projecten op dezelfde wijze gerapporteerd wordt. Gelijktijdig met de defensiebegroting wordt op Prinsjesdag ook de jaarlijkse voortgangsrapportage project Verwerving F-35 aan de Kamer aangeboden waarin deze informatie over het project Verwerving F-35 is opgenomen.

2. BELEIDSAGENDA

Inleiding: stappen vooruit

Nederland start dit jaar met het vieren dat we 75 jaar geleden zijn bevrijd van geweld, onderdrukking en terreur. Amerikanen, Britten, Canadezen, Polen, andere bondgenoten en Nederlanders vochten zich in bijna een jaar tijd een weg van het zuiden van Limburg naar de Waddeneilanden. Zij gaven ons onze vrijheid terug. Iets wat wij vandaag de dag heel gewoon zijn gaan vinden. Bijna te gewoon...

Dat is niet zo vreemd, want Nederland staat er goed voor. Economisch gaat het ons voor de wind, Nederlanders zijn gelukkiger dan ooit en we leven in een van de meest vrije landen ter wereld. Dat is het beschermen meer dan waard. En Defensie beschermt dátgeen wat ons dierbaar is.

Die opdracht is afgeleid uit de Grondwet. Defensie is er voor bescherming van ons (bondgenootschappelijk) grondgebied; het beschermen en bevorderen van de internationale rechtsorde; en het ondersteunen van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp.

Deze opdrachten konden wij de afgelopen jaren steeds lastiger uitvoeren. We moeten van ver komen. We kunnen echter stellen dat het inmiddels weer voorzichtig aan de goede kant op gaat. Vijf jaar na een begrotingsdieptepunt zetten we weer stappen vooruit. We hebben het komende jaar bijna 3 miljard euro meer te besteden dan vijf jaar geleden.

Dat merken we ook in concrete resultaten. Door kort na het aantreden van het kabinet versneld geld vrij te maken voor investeringen en door in maart 2018 koers te zetten voor de komende jaren met de presentatie van de Defensienota. Daarin staan onze mensen centraal, investeren we in middelen en veranderen we manieren van werken.

We zijn voortvarend van start gegaan met soms grote, niet altijd zichtbare veranderingen zoals het verbeteren van de sociale en fysieke veiligheid, de start van meer dan 20 grote investeringsprojecten in materieel en de uitbreiding van ons cybercommando. Maar ook met andere, zichtbare zaken als een hoger loon voor al onze medewerkers door vernieuwde arbeidsvoorwaarden, de komst van draadloos internet op alle legeringen en het opheffen van het uniformverbod.

Bij die voortvarende start moet ook een kanttekening worden geplaatst. We zijn er nog niet. Soms verwachten we meer dan we krijgen. Soms willen we meer dan we kunnen en duurt een verbetering langer dan we wensen. Bij het aandraaien van de grootste moeren, komen we weer kleine, losse moertjes tegen. Onze aandacht verschuift naar zaken die een lagere prioriteit hadden, maar door het oplopend achterstallig onderhoud tot grotere problemen zijn verworden. Onze 11.000 gebouwen, onze verouderde IT-infrastructuur en onze voorraden.

Dit onderhoud vergt tijd, geld en geduld. Tijd omdat tussen het moment van bestellen en uiteindelijk ontvangen van bijvoorbeeld munitie soms wel vijf jaar kan zitten. Geld om niet alleen de grote tekortkomingen weg te werken, maar ook om die vele kleine tekortkomingen te verhelpen. Geduld omdat we ook onze slagkracht moeten versterken om beter te kunnen voldoen aan onze grondwettelijke taken.

Dit doen we natuurlijk niet alleen, maar samen met onze bondgenoten van de NAVO. Met diezelfde bondgenoten die er 75 jaar geleden ook voor óns waren. Samen met hen staan we sterker om ons grondgebied en onze belangen te verdedigen in een wereld met verslechterde veiligheidssituaties. Dat betekent wel dat we afspraken moeten maken en ónze Nederlandse schakel in de aaneengesloten veiligheidsketen die de NAVO is, moeten verstevigen.

We hebben daarom in 2014 afgesproken dat we in de tien daarop volgende jaren richting de 2% van het bruto binnenlands product willen groeien (bbp). Daardoor kunnen we groeien naar een krijgsmacht die een fair share levert aan de NAVO-doelstellingen. Dit groeipad om het fundament onder de NAVO samen met de andere partners te verstevigen, is vastgelegd in het nationaal plan, waarin wij laten zien hoe we de komende jaren tot 2024 de defensie-uitgaven in de richting van de 2% gaan bewegen. In het plan staan de vijf prioriteiten waarin we de komende tijd willen investeren; extra F-35-jachtvliegtuigen, uitbreiding van vuurkracht op land en op zee, versterking van de special forces en van het cyber- en informatiedomein.

Daarom heeft het kabinet, bovenop het geld uit het regeerakkoord, met de voorjaarsnota in mei 2019 extra geld uitgetrokken om een start te maken met de uitvoering van deze prioriteiten uit het Nationaal Plan. Omdat het extra geld onvoldoende was om alles te doen, zijn er keuzes gemaakt. Zo is besloten dat:

  • Er 9 extra F-35’s worden aangeschaft en daarmee een begin wordt gemaakt met een derde squadron van 15 F-35’s;

  • Er extra wordt geïnvesteerd in de ondersteuning en inzetbaarheid van onze special forces;

  • Er extra wordt geïnvesteerd in het cyber- en informatiedomein door het versterken van onze IT-infrastructuur;

  • En een deel wordt geïnvesteerd in ons personeel en de arbeidsvoorwaarden.

De wereld blijft continu in beweging. De onzekerheid neemt toe en daarmee de noodzaak om alert te blijven op onze veiligheid. Daarom volgt er in 2020 een herijking van de Defensienota om vooruit te kijken naar 2035 (conform de motie Stoffer1). We hebben veel in werking gezet de afgelopen twee jaar, maar we willen met de herijking verder vooruit kijken naar toekomstige ontwikkelingen, meerjarige uitdagingen en de doelstellingen van de NAVO. Om tot deze visie te komen zullen we, net als bij de Defensienota, vooraf gesprekken voeren met het defensiepersoneel en met mensen buiten de defensieorganisatie (conform de motie Diks/Belhaj2).

Het jaar 2020 belooft een mooi jaar te worden. We gaan verder aan de slag met de arbeidsvoorwaarden, door vernieuwing van het loongebouw en ons personeelsmodel. We kunnen nieuw materieel tegemoet zien, van nieuwe uitrustingen en helmen tot de MQ-9 Reaper en de F-35. Maar het is ook het jaar waarin we stilstaan bij onze bevrijders van 75 jaar geleden én de bevrijders uit de meer recente conflicten. Wij danken hen jaarlijks op Veteranendag of bij het uitreiken van onderscheidingen, maar dit jaar staan we met de Invictus Games in Den Haag nog eens extra stil bij welke offers zij gebracht hebben.

Offers die zíj hebben gebracht bij het uitvoeren van ónze grondwettelijke taken, voor het beschermen en behouden van ónze vrijheid.

Financiële ontwikkelingen

De veranderde veiligheidsomgeving leidt tot een groter beroep op Defensie in binnen- en buitenland. We moeten sneller, langer en krachtiger kunnen optreden, zowel voor de verdediging van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied als tijdens missies in het buitenland. Onze bondgenoten verwachten dit ook van ons. Dit geldt ook voor de ondersteuning van de civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulpverlening in zowel het binnen- als buitenland. Zoals onderstaande figuur goed illustreert, zijn er de afgelopen tijd belangrijke stappen gezet, maar we zijn er nog niet. Het verwachte bbp-percentage voor 2020 is 1,35.

Defensie-uitgaven als percentage van het bbp

Defensie-uitgaven als percentage van het bbp

In het volgende figuur is de stand van 2019 weergegeven (in blauw) en de stand van 2024 (in paars) zoals door de landen is opgegeven aan de NAVO. Nederland laat een daling zien in de ontwikkeling van het bbp-percentage, in tegenstelling tot veel andere Europese NAVO-lidstaten.

NAVO landen (EU) ontwikkeling bbp-percentage 2019–2024

NAVO landen (EU) ontwikkeling bbp-percentage 2019–2024

Toelichting: Deze figuur toont de ontwikkeling van Defensie-uitgaven als percentage van het bbp tussen 2019 en 2024 van alle NAVO landen binnen de EU op basis van bruto uitgaven. In 2024 zijn er t.o.v. Nederland 22 landen met een hoger bbp-percentage. Verder is Nederland één van de vier landen die een daling in bbp-percentage laat zien t.o.v. 2019.

* Voor België, Denemarken en Noorwegen zijn geen gegevens voor 2024 beschikbaar. Het bbp-percentage voor 2024 van deze landen is daarom gelijk gehouden aan het bbp-percentage van 2019.

2.1 Beleidsprioriteiten: repareren en moderniseren

Verbeteren operationele gereedheid

Voor het herstel van de operationele gereedheid werken we in 2020 verder aan de personele gereedheid, de materiële gereedheid en de geoefendheid. In het bijzonder vergt de personele gereedheid tijd. Maatregelen uit het plan van aanpak Behoud en Werving moeten leiden tot een betere kwantitatieve en kwalitatieve personele vulling. Waar nodig zorgt inhuur voor extra capaciteit, onderzoeken we of meer samenwerking met de civiele sector mogelijk is en sluiten we full service onderhoudscontracten af met de industrie.

De eerste effecten van de uitvoering van het plan van aanpak materiële gereedheid hebben geleid tot een betere beschikbaarheid van reservedelen, maar nog niet tot een structurele verhoging van de totale materiële gereedheid. Het plan van aanpak richt zich momenteel op het verbeteren van de beschikbaarheid van duurdere inzetbaarheidsbepalende en repareerbare reservedelen. Daarnaast besteden we aandacht aan het verder verbeteren van factoren die ook van invloed zijn op de materiële gereedheid zoals personele capaciteit, infrastructuur en datakwaliteit. In de verbeteracties worden deze factoren in samenhang meegenomen. Om de materieel-logistieke capaciteit de komende jaren beter in balans te brengen met de bestaande werklast, worden gerichte mogelijkheden tot uitbesteding van werkpakketten, inhuur, slimme samenwerking met (internationale) partners en uitbreiding van de formatie onderzocht.

Het herstellen van de operationele gereedheid is een weg van lange adem en vraagt om jarenlange aandacht en middelen. Herstel gaat stap voor stap. Uiteraard blijft Defensie zich onverminderd inzetten voor het duurzaam verhogen van de gereedheid ten behoeve van mogelijke inzet.

In 2020 zal Defensie weer een groot aantal uiteenlopende oefeningen organiseren en uitvoeren. De nadruk ligt op het oefenen voor de aangegane verplichtingen voor NAVO en EU Battle Group (EUBG). Belangrijke NAVO-oefeningen zijn de alert- en verplaatsingsoefening Briljant Jump en de Command Post Exercise Steadfast Jupiter / Jackal ter voorbereiding op het Composite Special Operations Component Command. Ter voorbereiding op de EUBG2020-II vindt de oefening European Challenge plaats met Duitsland. Nederland organiseert de grootste Europese multinationale oefening voor jachtvliegtuigen Frisian Flag 2020. Ook in 2020 oefent Defensie grootschalige gevechtsoperaties, gezamenlijk met onze internationale partners. Voorbeelden hiervan zijn de door Nederland georganiseerde tactische landoefening Zebra Sword en de deelname aan maritieme oefening Joint Warrior. In het kader van de tweede hoofdtaak neemt Defensie, onder andere, deel aan door de Verenigde Staten geleide oefeningen in Afrika. De voorziene inzet in 2020 is verder beschreven bij beleidsartikel 1.

Zoals gezegd is de Defensienota in uitvoering: veel maatregelen zijn reeds uitgevoerd of in volle gang. Er is nog veel werk te verzetten, waar we ook in 2020 onze schouders onder blijven zetten. We zijn er nog niet: het kost tijd om de organisatie te moderniseren en repareren. De maatregelen die we in 2020 gaan uitvoeren worden hieronder per onderwerp toegelicht.

We willen een organisatie zijn waar mensen met trots werken. Daarom blijven wij investeren in onze mensen. Dat verdienen ze. Met het arbeidsvoorwaardenakkoord ligt er een stevig arbeidsvoorwaardenpakket dat een hoger inkomen oplevert nu, een goed pensioen later, meer zekerheid als het gaat om de loopbaan en een betere werk/privé-balans voor onze mensen. Maar ook naast arbeidsvoorwaarden zetten we stappen. Het is zaak dat komend jaar de resultaten van deze inspanningen binnen de organisatie zichtbaar worden. Defensie structureert haar activiteiten op het gebied van personeel in vier meerjarige programma’s.

Personeelsmodel

Defensie ontwikkelt de komende jaren een nieuw en toekomstbestendig personeelsmodel. Dit nieuwe model moet de organisatie in staat stellen om zowel de behoeften en ontwikkeling van medewerkers als de ambitie van de organisatie te faciliteren. Daarvoor vervolgen we in 2020 de «proeftuinen», waarin we op kleine schaal en in een testomgeving experimenteren met een betere balans tussen in-, door- en uitstroom van personeel, het creëren van flexibele aanstellingsmogelijkheden en contractvormen (voor (nieuwe) medewerkers, reservisten en zzp’ers) en een welkom terug regeling voor burgermedewerkers die tijdelijk buiten Defensie zijn gaan werken. Deze proeftuinen moeten in het najaar van 2020 de bouwstenen opleveren voor het nieuwe personeelsmodel dat daarop defensiebreed kan worden ingevoerd.

Behoud & Werving

Defensie neemt noodzakelijke maatregelen om de personele vulling te herstellen, de groei ambitie in te vullen en een evenwichtiger personeelsbestand te realiseren. In 2020 doen we dat onder andere door het uitbreiden van het decentraal en regionaal selecteren, werven, keuren en aanstellen, het vergroten van de bevoegdheid van lagere commandanten, het sneller aanstellen van militaire herintreders en het uitbreiden van Defensity College naar hbo-studenten.

Om nog beter te kunnen optreden, in de uitvoering van onze taken én als organisatie waar alle medewerkers zich altijd veilig voelen moeten we diverser en inclusiever worden. Voor het vergroten van diversiteit is onder meer werving en behoud van personeel uit de doelgroepen van belang. Defensie werkt hier aan via verschillende paden3.

Personeelszorg

Voor de zorg en waardering die veteranen verdienen op basis van hun bewezen diensten houdt Defensie doorlopend aandacht. De Invictus Games die in mei 2020 in Nederland plaatsvinden zijn een kans om dit wederom te benadrukken. Naar aanleiding van de aanbevelingen uit de beleidsevaluatie veteranenbeleid wordt een modern stelsel van uitkeringen en compensatiemaatregelen ontwikkeld dat is gericht op betere ondersteuning van de gewonde veteraan bij de re-integratie en maatschappelijke participatie.

Voor reservisten wordt gewerkt aan de verdere harmonisatie van de rechtspositie met de beroepsmilitair. Ook wordt gewerkt aan het vereenvoudigen van de inzet van de reservist door het wegnemen van barrières bij de externe werkgevers.

Verder zijn de eerste stappen gezet voor de invoering van een elektronisch patiëntendossier voor geïntegreerde zorg. In 2020 wordt het programma «Militaire Gezondheidszorg 2020» verder uitgevoerd, een vervolgstap in de modernisering en verbetering van de militaire gezondheidzorg. Zo wordt een start gemaakt met de instroom van kwaliteitszorgmedewerkers voor verdere ontwikkeling van het operationele kwaliteitsmanagementsysteem en met loopbaanbegeleiding voor BIG-geregistreerd militair personeel. Verder worden een nieuw gezondheidscentrum in Ermelo en een tandheelkundig centrum in Badhoevedorp in gebruik genomen.

Beloning

Defensie zet in op de doorontwikkeling van een bezoldigingsstelsel. Dit stelsel moet recht doen aan het bijzondere karakter van de (militaire) taakuitvoering van onze mensen. Het programma Beloning richt zich in 2020 onder andere op de inrichting van een nieuw loongebouw.

Een veilige werkomgeving bij Defensie

Net als ieder ander bedrijf in Nederland streven wij naar een zo veilig mogelijke werkomgeving waarin onze medewerkers professioneel kunnen werken. Echter, door de aard van het werk, die militairen soms in risicovolle omstandigheden brengt waarop zij moeten zijn voorbereid, is er sprake van een gedifferentieerde risicoacceptatie. Zo zijn we tijdens (initiële) opleidingen extra waakzaam om (nog onervaren) personeel in een veilige leeromgeving voor te bereiden op hun toekomstige taken. Maar anders is het bij het trainen en oefenen voor daadwerkelijke inzet. Daar is de inspanning gericht op het verantwoord en voorbereid verkennen van grenzen en het opereren onder wisselende, complexere omstandigheden zodat militairen klaar zijn voor inzet. De risico-acceptatie kan daar dus groter zijn. Om het soepel schakelen tussen verschillende velden, inclusief de daarbij horende risico-acceptatie, mogelijk te maken, wordt geïnvesteerd in de kennis en kunde op het gebied van risicomanagement.

We gaan door met de ingezette maatregelen uit het plan van aanpak «Een veilige defensieorganisatie». In lijn met de bevindingen van de Visitatiecommissie wordt dat plan wel doorontwikkeld en verbreed. Na het nemen van de eerste stap (het opzetten van een veiligheidsorganisatie) is het nu zaak door te stappen. Daarbij zal vooral oog zijn voor het aanpakken van de grondoorzaken waaruit onveiligheid voort kan komen. Denk hierbij aan verouderde infrastructuur, onvoldoende opgeleid en ervaren personeel, stroperige bureaucratie, niet-beschikbaarheid van materieel, te ver doorgevoerde centralisatie, etc. Door onder andere het aanpakken van de grondoorzaken wordt de defensie-organisatie structureel veiliger.

Om de sociale veiligheid te versterken hebben we de aanbevelingen van de commissie-Giebels verwerkt in een plan4. De opgestelde maatregelen sluiten aan op het plan «Een veilige defensieorganisatie». De komende jaren wordt daarbij structureel extra aandacht besteed aan vijf deelgebieden: cultuur, opleiding en training, leidinggevenden, meldingen en meldsysteem en werving en loopbanen. Er zijn inmiddels diverse initiatieven gestart om het gewenste gedrag te bespreken en te reflecteren op de eigen rol. Een voorbeeld hiervan is de theatervoorstelling «Vuurdoop» van de landmacht, welke in enige vorm ook aandacht moet krijgen bij andere defensieonderdelen. Daarnaast wordt er voor de versterking van het middenkader ook in 2020 uitvoering gegeven aan periodieke leiderschapsvorming. Dit allemaal als onderdeel van de tweede fase (de eerste fase is medio 2019 afgerond) die medio 2020 afgerond moet zijn. Hierna zal de derde fase worden gestart met als doel om de effecten te borgen, te evalueren en continu te verbeteren. Sociale en fysieke veiligheid kunnen niet onafhankelijk van elkaar worden beschouwd: ze hebben invloed op elkaar. Daarom zet Defensie in op zowel de fysieke als op de sociale veiligheid.

In 2020 zetten we verder onder andere in op:

  • Het verder versterken van de veiligheidsorganisatie. Beleid, uitvoering en toezicht op het gebied van veiligheid zijn inmiddels in de basis ingericht maar dienen te worden versterkt. Om alle drie de lines of defence zoals beschreven in het plan van aanpak voldoende te laten functioneren wordt de komende jaren ingezet op: (1) betere rolneming van commandanten (eerste lijn) met meer bevoegdheden, (2) versterken van de veiligheidsorganisatie en de expertise centra (tweede lijn), en (3) beter organiseren van de kwaliteitsbewaking en borging door de derde lijn: een sterkere auditcapaciteit;

  • Het verder implementeren van het veiligheidsmanagementsysteem in de bedrijfsvoering van Defensie;

  • In 2020 wordt geïnvesteerd in een informatie-functionaliteit ter ondersteuning van het veiligheidsmanagementsysteem. Met deze functionaliteit moet het mogelijk worden om onderkende risico’s te kunnen vastleggen en te analyseren. Tevens moet het mogelijk worden om de voortgang van maatregelen naar aanleiding van voorvallen en audits te bewaken;

  • In de initiële en vervolgopleidingen worden risicomanagement en sociale en fysieke veiligheid meer dan voorheen onderwezen op basis van aangepaste curricula;

  • Defensie zet een eenvoudig te benaderen meldpunt en een professioneel meldsysteem op, waardoor begeleiding en nazorg beter kunnen worden gefaciliteerd;

  • De pool van onderzoekers van voorvallen van de COID wordt, net als in 2019, verder geprofessionaliseerd en uitgebreid;

  • Het verbeteren van de higher-risk ketens c.q. processen zoals het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht, het schieten, het duiken, de munitieketen, de medische afvoer tijdens inzet en het gebruik van gevaarlijke stoffen zoals chroom-6. De bestaande verbeterplannen zijn in uitvoering en worden verder gerealiseerd in 2020 en daarna.

Investeringen en vervangingen

Met de Defensienota zijn ook voor ons materieel de lijnen uitgezet voor de versterking en modernisering van de krijgsmacht in de komende jaren. In 2020 neemt de vijfjaarsgemiddelde investeringsquote verder toe naar 21%, waarmee wordt voldaan aan de NAVO-norm.

Het duurt een aantal jaar voordat een project resulteert in de instroom van het materieel. Dat neemt niet weg dat ook al in 2020 materieel beschikbaar komt. Het gaat onder andere om:

  • Nieuwe helmen, kleding en gevechtsuitrusting waaronder ballistische bescherming komen beschikbaar voor onze mensen;

  • Het eerste multi role tanker-transporttoestel (MRTT) wordt afgeleverd en gestationeerd op de vliegbasis Eindhoven. België, Duitsland, Luxemburg, Nederland en Noorwegen schaffen samen acht MRTT-toestellen aan, waarbij deze landen zullen beschikken over het aantal vlieguren waarvoor zij hebben ingetekend;

  • Acht F-35 toestellen stromen in. Deze toestellen worden geplaatst op de vliegbasis Leeuwarden, waar het eerste F-35 squadron zich voorbereidt op het bereiken van operationele status in 2021;

  • De eerste van vier LC-fregatten die het instandhoudingsprogramma doorlopen, komt weer beschikbaar. De fregatten worden tijdens het programma voorzien van de nieuwe SMART-L radar met early warning sensorcapaciteit die geschikt is voor ballistische raketverdediging;

  • Ruim 500 vrachtwagens van verschillende grootte en ruim 300 containers stromen in. De containers hebben uiteenlopende functies: magazijn, werkplaats (uitlevering in 2020), kantoor, commandovoering en verbindingen (uitlevering na 2020). Verder ontvangt Defensie de eerste exemplaren van in totaal ruim 200 quads en de eerste exemplaren van ruim 500 tactische lichte voertuigen voor de Luchtmobiele Brigade;

  • Het project voor uitbreiding van de chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) capaciteit wordt eind 2020 voltooid.

Daarnaast werkt Defensie in 2020 verder aan de aanschaf van nieuw materieel, dat in latere jaren zal instromen. We verwachten onder andere de B-brieven van het project «Vervanging M-fregatten» en van het project «Vervanging Close-In Weapon System» voor luchtverdedigingssystemen op de korte afstand van marineschepen naar de Kamer te sturen. Ook de D-brief over de Midlife Update van het CV-90 Infanterie Gevechtsvoertuig en de A-brieven over de vervanging van middelzware landingsvaartuigen, een moderniseringsprogramma (Block Upgrade) van de NH-90 helikopters, en de vervanging van de PC-7 lesvliegtuigen worden naar verwachting in 2020 aan de Kamer gezonden.

Voorraden

Om de beschikbaarheid van voorraden te verbeteren investeren we in eerste instantie vooral om de voorraden voor missies (in het kader van de tweede hoofdtaak) op niveau te brengen. Zo zijn de voorraden van operationele rantsoenen en de geneeskundige verbruiksvoorraden voor de Snel Inzetbare Capaciteiten aangevuld. In 2020 worden er vervolgstappen gezet om ook bijvoorbeeld de munitievoorraden aan te vullen. Bij het aanvullen van de voorraden is nog veel achterstand in te lopen, het zal dus tijd (en geld) kosten.

In het kader van de eerste hoofdtaak (Bescherming van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief het Caribisch deel van het Koninkrijk) wordt het Beleidskader Inzetvoorraden geactualiseerd en worden nieuwe normen vastgesteld. Dit is onderdeel van de lange lijnen naar de toekomst.

Cyber

Er is sprake van een permanente digitale dreiging, waarbij de grootste dreiging uitgaat van staten. Dit gecombineerd met de verslechterde internationale veiligheidssituatie zorgt dat Defensie een grotere rol moet spelen op het gebied van digitale veiligheid. Met het uitkomen van de nieuwe Defensie Cyber Strategie (DCS) geeft Defensie antwoord op en richting aan deze rol. In 2020 worden de doelstellingen van de DCS verder uitgewerkt om de bijdrage van Defensie aan de digitale veiligheid van Nederland en de NAVO te vergroten en om digitaal te winnen in militaire operaties.

Concreet betekent dit dat Defensie onder meer:

  • Een strategisch responskader nader ontwikkelt in het geval van een digitale aanval, met inbegrip van defensiecapaciteiten;

  • De capaciteit van het Defensie Cyber Commando verder uitbreidt om in militaire operaties het overwicht te verkrijgen en te behouden;

  • De capaciteit van de MIVD verder uitbreidt om het inzicht op de intenties en capaciteiten van statelijke actoren verder te vergroten en deze actoren te verstoren wanneer ze optreden tegen belangen die de nationale veiligheid raken;

  • Haar bijdrages vergroot aan interdepartementale structuren gericht op cyber security;

  • Verder zal gaan met de ontwikkeling van cyber mission teams met personeel van MIVD en krijgsmacht.

Het uitbouwen van de digitale slagkracht van Defensie. Dit is noodzakelijk, gelet op de grondwettelijke taken van Defensie.

Vastgoed

Nu de defensiebegroting weer groeit, kunnen achterstanden bij investeringen en instandhouding voor vastgoed en infrastructuur worden ingelopen. Daar zijn we dan ook hard mee aan de slag. De achterstanden zijn vooral urgent bij legeringsgebouwen en keukens en waar de veiligheid en de gezondheid van het personeel in het geding kunnen komen. Daar geven we voorrang aan.

De aanpak vergt veel tijd, omdat de achterstanden zich niet in enkele jaren laten wegwerken. Zowel financieel als qua benodigde personele capaciteit – bij Defensie, het Rijksvastgoedbedrijf en bij marktpartijen – is spreiding van werkzaamheden over vele jaren geboden. Het Strategisch Vastgoedplan5, dat u voor het zomerreces (2019) heeft ontvangen, vormt een eerste stap in een planmatige aanpak van deze problematiek. Het is daarmee ook een belangrijke stap die we deze kabinetsperiode zetten, als onderdeel van onze weg naar een gezonde vastgoedportefeuille.

Duurzaamheid en omgeving

Dit najaar ontvangt u de Defensie Energie en Omgeving Strategie 2019–2022. Daarin geven wij op hoofdlijnen richting aan de manier waarop onze organisatie in de toekomst minder afhankelijk van fossiele brandstoffen willen worden en hoe we met een beperkte footprint kunnen optreden, ook voor langere duur. Dat doen we stap voor stap, afhankelijk van beschikbaar budget, (operationele) haalbaarheid en in aansluiting op het rijksbeleid. Het belangrijkste uitgangspunt is dat we onze grondwettelijke taken kunnen blijven uitvoeren. Te beginnen met het jaarverslag over 2020 ontvangt u gegevens over het energiegebruik bij Defensie. Mede op basis van de verzamelde gegevens wordt een concreet en in de tijd haalbaar pakket aan verduurzamingsmaatregelen uitgewerkt.

Hiernaast werkt Defensie in 2020 door aan de luchthavenbesluiten, die uiterlijk 1 november 2021 gereed moeten zijn. Samen met andere departementen, provincies en gemeenten werkt Defensie aan de stikstofproblematiek die is ontstaan na de uitspraak over het programma aanpak stikstof door de Raad van State. Onder meer wordt bezien wat de consequenties hiervan zijn voor geplande ontwikkelingen bij Defensie.

Vereenvoudigen besturing en processen

Mede in het kader van de beoogde wendbaarheid en het verminderen van bureaucratie zetten we de activiteiten voort om regelgeving en processen te vereenvoudigen. Daarbij kijken we ook of bevoegdheden kunnen worden gemandateerd naar lagere niveaus in de defensieorganisatie. In 2020 richten we ons onder andere op het standaardiseren, vereenvoudigen en digitaliseren van de huidige behoeftestellingsprocessen voor personeel (incl. inhuur van tijdelijk extern burgerpersoneel), materieel en IT.

Defensiematerieelbegrotingsfonds

In de begroting 2019 is de instelling van het defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) aangekondigd waarin de uitgaven aan investeringen en instandhouding worden opgenomen. Het wetsvoorstel dat de basis vormt voor het fonds wordt, samen met een dummybegroting, tegelijk met deze begroting aangeboden. In deze dummybegroting wordt een voorstel gedaan hoe het DMF er in de praktijk uit komt te zien en welke informatie de Kamer in de toekomst in de begroting van het DMF kan vinden.

De instelling van het DMF faciliteert het belang van de lange termijndoelstellingen van Defensie (door het vergroten van de voorspelbaarheid en schokbestendigheid, Kamerstuk 27 830 nr. 281) en bevordert een juiste weging van het belang van langetermijninvesteringsprojecten ten opzichte van uitgaven die al op korte termijn hun effect hebben.

Samenwerking

De veranderende en verslechterende veiligheidsomgeving vraagt om een versterking van de rol van Defensie in het nationale veiligheidsdomein. De Nationale Veiligheidsstrategie (Kamerstuk 30 821, nr. 81) en de herijking van de civiel-militaire samenwerking geven hier veel aanknopingspunten voor. Bij het te ontwikkelen beleid en de uitvoering hiervan worden onder andere de bescherming van vitale processen, CBRN en de weerbaarheid van de samenleving meegenomen. In 2020 wordt verder gewerkt aan de oprichting van het Territoriaal Operatie Centrum (TOC).

We gaan nog intensiever samenwerken met onze bondgenoten, onder andere in het kader van de collectieve verdediging en afschrikking. De meest recente ontwikkeling in dit opzicht is de verwelkoming van het Readiness Initiative tijdens de NAVO-top in 2018. Nederland heeft zowel in het maritieme als in het land- en luchtdomein aan de NAVO capaciteiten aangeboden, maar kan niet geheel voldoen aan wat NAVO graag van Nederland als bijdrage zou zien. Dit heeft onder andere te maken met het herstel van de gereedheid en de inspanningen in missies en operaties.

In het kader van de EU-samenwerking zal Nederland in de tweede helft van 2020 deelnemen aan de door Duitsland geleide EU-Battlegroup. De Nederlandse inzet op het gebied van Europese defensiesamenwerking is gericht op een verdere versterking, die ook bijdraagt aan een sterker Europees aandeel binnen de NAVO. We werken in EU-verband nauw samen met andere lidstaten in negen PESCO-projecten en in diverse projecten in het kader van het European Defence Industrial Development Programme (EDIDP). In 2019 zijn de eerste EDIDP-projecten gefinancierd. Vanaf 2021 zal het EDIDP overgaan in het Europees Defensiefonds (EDF).

Vernieuwend samenwerken

We willen een stevige verankering in de samenleving, waar we onderdeel van zijn. Dat doen we door slim te verbinden en kansen te benutten die ons helpen het voorzettingsvermogen, de inzetbaarheid en de flexibiliteit van de krijgsmacht relatief snel te vergroten waar en wanneer dat nodig is. In de logistiek en transport, bij de genie, in de CIS (Communicatie- en Informatiesystemen)- en HR-domeinen en op het gebied van opleiding, training en cyber zijn nieuwe civiel-militaire samenwerkingsinitiatieven ontstaan, waarin (internationale) militaire en civiele partners gelijkwaardig samenwerken. Dit concept biedt belangrijke voordelen voor zowel Defensie als de partnerorganisaties, zoals mogelijkheden om beter en sneller te anticiperen en reageren op risico’s, dreigingen en piekmomenten, en het op doelmatige wijze voorzien in capaciteiten die niet onafgebroken aanwezig hoeven te zijn.

Hybride dreigingen

Hybride dreiging is domeinoverstijgend en speelt zich vooral af in het grijze gebied tussen vrede en het juridische niveau van oorlog. Ook bij dergelijke scenario’s is Defensie inzetbaar in het kader van de eerste hoofdtaak: het waarborgen van de veiligheid van het eigen grondgebied. Bij Defensie draagt de Counter Hybrid Unit (CHU) op beleidsmatig niveau bij aan de gerichtere inzet tegen deze nieuwe dreiging. Zo voert de CHU in 2020 onder meer een experiment uit om de tactische inzet in het digitale en cognitieve domein te versterken. Het doel daarvan is eenheden beter in staat te stellen alle dimensies van het (hybride) conflict te gebruiken.

Kennis & innovatie

We hebben extra middelen vrijgemaakt voor defensieonderzoek en technologieontwikkeling. In dat kader starten in 2020 onderzoekprogramma’s bij TNO, NLR en Marin op prioritaire terreinen zoals cyber, kunstmatige intelligentie en energiewapens. Verder wordt in 2020 begonnen met de uitvoering van de Kennis- en Innovatie Agenda Veiligheid van het missie gedreven innovatie beleid van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Dat gebeurt in nauwe samenspraak met het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de topsectoren High Tech Materialen en Systemen, Logistiek en Water en Maritiem.

In 2020 gaan we samen met de ministeries van Buitenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid participeren in onderzoek van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) naar Maatschappelijk Verantwoord Innoveren. Defensie draagt in 2020 opnieuw bij aan de Nationale Wetenschapsagenda. Zo participeren we in onderzoek op het terrein van cybersecurity. Met het Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt het gezamenlijke onderzoekprogramma voor strategisch veiligheidsbeleid Progress voortgezet; een van de producten daarvan is de jaarlijkse Strategische Monitor van HCSS en Clingendael.

In Europees verband beginnen we in 2020 met de concrete uitwerking van het Europees Defensiefonds (EDF), waarvoor vanaf 2021 middelen zullen worden ingezet. Daarbij zet Nederland in op betekenisvolle samenwerking tussen de lidstaten op gebied van onderzoek en technologie- en capaciteitenontwikkeling, alsmede het scheppen van kansen voor NL kennisinstellingen en industrie. In NAVO-verband wordt defensieonderzoek en technologieontwikkeling gestimuleerd met de in 2018 vastgestelde NATO Science & Technology Strategy. Daarbij heeft Nederland het voortouw bij het bevorderen van gezamenlijk onderzoek naar kunstmatige intelligentie ten behoeve van militairy decision making.

Vooruit kijken

We kunnen samen weer vooruitkijken. De schappen raken geleidelijk aan weer vol, onze mensen krijgen vernieuwd en verbeterd materieel, onder verbeterde en veiligere (werk)omstandigheden én met betere arbeidsvoorwaarden. Zaken die essentieel zijn voor het uitvoeren van onze grondwettelijke taken zoals het beschermen van ons (bondgenootschappelijk) grondgebied.

We zijn er echter nog niet. Nog lang niet. We willen de basis verder op orde brengen, om daarna de slagkracht te kunnen versterken en uiteindelijk onze gevechtseenheden te kunnen vergroten om zo onze schakel in de NAVO-veiligheidsketting te versterken. Hoe we dit gaan doen werken we uit in de herijking van de Defensienota die in 2020 wordt gepresenteerd. Een herijking die we aan de hand van gesprekken met ons defensiepersoneel en met mensen buiten de organisatie zullen vormgeven in een bijzonder en belangrijk jaar.

Een bijzonder jaar omdat we 75 jaar vrijheid vieren, een belangrijk jaar omdat we in 2020 keuzes moeten maken voor de krijgsmacht van de toekomst. Besluiten die van invloed zijn op het uitvoeren van onze grondwettelijke taken én onze vrijheid in 2045; het jaar waarin wij 100 jaar vrijheid vieren.

KPI’s

In de onderstaande tabel worden de normen voor de KPI’s in 2020 omtrent inzetbaarheid, financiën, veiligheid, personeel en voorzien in materieel toegelicht zoals toegezegd in Kamerbrief 35 000-X-136.

2.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties

TOTAAL DEFENSIE (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Standen ontwerpbegroting 2019

10.477,1

10.933,2

11.122,7

10.729,6

10.502,2

10.422,8

Belangrijkste mutaties

           

1. Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

404,8

298,3

512,7

617,2

660,6

806,8

1.a.Capaciteitsdoelstellingen van de NAVO

10,0

42,0

249,0

358,0

406,0

461,0

1.b MIVD

1,0

5,5

10,5

14,5

14,5

14,5

1.c Grensbewaking Marechaussee

3,0

3,0

3,0

3,0

3,0

3,0

1.d Loonbijstelling

144,0

146,0

146,9

146,2

145,8

145,2

1.e Prijsbijstelling

91,5

99,0

101,6

94,1

89,9

90,1

1.f Eindejaarmarge investeringen

81,6

         

1.g Overige mutaties 1e suppletoire begroting en extrapolatie

73,8

2,8

1,7

1,4

1,5

62,0

Mutaties begroting 2020

– 110,3

– 196,5

– 183,7

440,6

430,6

440,7

2. Interdepartementale Budgetoverhevelingen

7,4

4,3

4,6

18,9

18,9

19,0

3. Maatregelen crisisbeheersing Koninkrijk en versterking maritieme grenzen Aruba, Curaçao en Bonaire

12,6

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

4. Kasschuif investeringen

– 300,0

– 300,0

– 300,0

300,0

300,0

300,0

5. Kasschuif pensioenen en uitkeringen

0,0

– 10,0

0,0

10,0

0,0

0,0

6. Doorwerking ontvangsten / bijstellen opdrachten overige inzet

0,0

– 3,8

– 3,8

– 3,8

– 3,8

– 3,8

7. Restant maatregel uitbreiding slagkracht, cyber en werkgeverschap

110,0

110,0

110,0

110,0

110,0

120,0

8. Bijstellen leningen ABP

– 10,2

– 2,5

       

9. Loonbijstelling tranche 2018 en 2019 over maatregel werkgelegenheid

5,2

5,2

5,2

5,2

5,2

5,2

10. Doorwerking van btw teruggave 2015

19,0

         

11. Doorwerking ontvangsten NAFIN netwerk (opbrengst werken voor derden)

 

6,7

6,7

6,7

6,7

6,7

12. Kasschuif t.b.v. dekking arbeidsvoorwaarden 2019

31,7

– 6,3

– 6,3

– 6,3

– 6,3

– 6,3

13. Doorwerking ontvangsten afdracht surplus eigen vermogen agentschap DMO OPS

14,0

         

Standen ontwerpbegroting 2020

10.771,6

11.035,1

11.451,7

11.787,4

11.593,4

11.639,4

Toelichting

  • 1. Met de 1e suppletoire begroting 2019 zijn de loon- en prijsbijstellingen (de loonbijstelling tranche 2019 van € 144,0 miljoen) en de doorwerking van de eindejaarsmarge 2018 toegevoegd aan de defensiebegroting. Tevens zijn in 2019 extra middelen toegevoegd voor het uitvoeren van het Nationaal Plan voor de NAVO, de MIVD en voor het versterken van de capaciteit voor grensbewaking.

  • 2. Vanuit diverse ministeries is budget naar Defensie overgeheveld voor het uitvoeren van activiteiten. Het betreft met name de uitbreiding van luchtverkenningscapaciteit bij de Kustwacht Nederland, de bijdrage van EZK voor de btw compensatie NLR en de bijdrage voor Brexit.

    Per saldo stijgt de begroting van Defensie met € 4,6 miljoen voor 2020 en 2021, met € 18,9 miljoen voor het jaar 2022 en 2023 en met € 19,0 miljoen voor het jaar 2024. Een volledig overzicht van de interdepartementale budgetoverhevelingen is in verdiepingsbijlage 7.2 opgenomen.

  • 3. Mede gelet op de situatie in Venezuela biedt Nederland in 2019 in respons op bijstandsverzoeken van Aruba en Curaçao op diverse terreinen ondersteuning. Hiervoor besloot de Ministerraad om bij Voorjaarsnota 2019 Rijksbreed een bedrag van € 23,8 miljoen te reserveren. Hiervan is in totaal € 12,6 miljoen toegevoegd aan de begroting van Defensie, ten behoeve van de versterking van de maritieme grenzen van Aruba, Curaçao en Bonaire (2,2 miljoen) en ten behoeve van maatregelen in het kader van crisisbeheersing binnen het Koninkrijk (10,4 miljoen).

  • 4. In de afgelopen periode is de projectportefeuille van Defensie en het verloop van de kasuitgaven geanalyseerd. Hierbij is het risico op onderuitputting verder in kaart gebracht en is bezien welke mogelijkheden voorhanden zijn om programmering, raming en de realisatie van alle projecten te optimaliseren. Hieruit blijkt dat een gewijzigd kasritme nodig is. De investeringsmiddelen zijn op basis van deze analyse daarom in het (op dit moment) meest realistische kasritme gezet. Daarbij worden middelen geschoven uit de jaren 2019–2021 naar latere jaren.

  • 5. De kasschuif binnen de pensioenen leidt tot een betere aansluiting van de uitgaven op de nieuwste pensioenramingen.

  • 6. Binnen het artikel inzet worden lagere ontvangsten voorzien voor de inzet van Vessel Protection Detachments (VPD’s). De lagere ontvangsten werken door op het uitgavenkader van de overige inzet.

  • 7. De reservering op de Aanvullende Post voor Uitbreiding slagkracht, cyber en werkgeverschap is overgeheveld naar de begroting van Defensie. De posten loonbijstelling tranche 2019 en de overgehevelde middelen van de Aanvullende Post vormen een deel van de dekking van het op 30 juli 2019 afgesloten arbeidsvoorwaardenakkoord. Het pakket aan maatregelen van dit akkoord betreft onder meer een structurele en incidentele loonsverhoging, een nieuwe pensioenregeling voor militairen, hogere toelagen en eerste stap naar een nieuw loongebouw.

  • 8. De bijstelling van de leningen ABP betreft tussentijdse aflossingen op de lening van het kapitaaldekkingsstelsel voor de militaire pensioenen

  • 9. Over de reservering op de aanvullende post (zie punt 7) is ook nog loonbijstelling tranche 2018 en 2019 uitgedeeld.

  • 10. De btw terug ontvangsten van 2015 werken door op het uitgavenkader.

  • 11. De opbrengsten van werken voor derden v.w.b. het NAFIN netwerk werken door op het uitgavenkader.

  • 12. Door het afgesloten arbeidsvoorwaardenakkoord is een kasschuif voor 2019 noodzakelijk voor de dekking van het pakket.

  • 13. De afdracht van het surplus van het eigen vermogen van het agentschap werkt door op het uitgavenkader.

2.3 Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven

Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven en bestemming (bedragen x € 1.000)

Art. Nr.

Naam artikel

 

Juridisch verplicht

Niet-juridisch verplichte uitgaven

Bestemming van de niet-juridisch verplichte uitgaven.

1

Inzet

195.247

28.524

166.723

Het betreft de voorziening HGIS voor het aangaan van nieuwe missies en verlengen van bestaande missies.

   

15%

85%

2

Koninklijke Marine

925.904

710.221

215.683

Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor gereedstelling (oefenvaardagen, operationele zaken), instandhouding van de zeesystemen en overige personele en materiële exploitatie.

   

77%

23%

3

Koninklijke Landmacht

1.520.832

1.217.613

303.219

Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor gereedstelling (het inhuren van oefen- en schietterreinen, operationele zaken), instandhouding van de landsystemen en overige personele en materiële exploitatie.

   

80%

20%

4

Koninklijke Luchtmacht

847.316

706.263

141.053

Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor gereedstelling (het inhuren van oefen- en schietterreinen, operationele zaken), instandhouding van de luchtsystemen en overige personele en materiële exploitatie.

   

83%

17%

5

Koninklijke Marechaussee

436.668

374.556

62.112

Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor de overige personele en materiële exploitatie voor alle districten van de KMar.

   

86%

14%

6

Investeringen

2.864.661

2.162.462

702.199

Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor investeringen in nieuw materieel (waaronder kleine (bandbreedte)projecten), voor transport, munitie BKI, Project Evolved Sea Sparrow Missile (ESSM), de midlife update van de Fennek; de upgrade van de SM 2 Luchtdoelraket en de verwerving van het Combat Support Ship. Verder aanpassingen aan infrastructuur, ICT-projecten, wetenschappelijk onderzoek en bijdrage NAVO investeringsprojecten.

   

75%

25%

7

Defensie Materieel Organisatie

1.020.608

729.434

291.174

Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor brandstof, munitie, communicatie verbindingen, militaire uitrusting en informatievoorziening.

   

71%

29%

8

Defensie Ondersteuningscommando

1.335.147

703.220

631.927

Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor transport, gebruik en onderhouden van infrastructuur en de overige personele en materiële exploitatie (opleidingen, werving en selectie, schadevergoedingen, ondersteuning personeel op buitenlandse posten, sociaal beleidskader) en uitkeringen in het kader van ereschulden veteranen.

   

53%

47%

 

Totaal niet verplichte uitgaven

   

2.514.090

 

2.4 Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen

Op verzoek van de Tweede Kamer is de defensiebegroting ingericht naar organisatieonderdelen in plaats van beleidsartikelen. Beleidsartikelen zijn normaal gesproken het aanknopingspunt voor beleidsdoorlichtingen. Beleid heeft bij Defensie vaak betrekking op meerdere organisatieonderdelen. Een beleidsdoorlichting kan derhalve onderdelen van verschillende begrotingsartikelen bevatten. Zo worden per beleidsdoorlichting alle gerelateerde uitgaven van Defensie verantwoord. De programmering van de beleidsdoorlichtingen is ondanks de afwijkende ordening van de begroting – conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) – dekkend. Dat wil zeggen dat beleidsdoorlichtingen voor de beleidsthema’s binnen de gestelde termijn van zeven jaar zijn gepland. In elke beleidsdoorlichting wordt aandacht besteed aan de behaalde (maatschappelijke) effecten. De verantwoording over verrichte activiteiten en geleverde prestaties staat centraal.

Beleidsdoorlichtingen
 

Realisatie

 

Planning

         
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Geheel artikel

Artikel/Operationele doelstelling

               
                 

Artikel 1: Inzet

               
                 

Artikel 2: Koninklijke Marine

               

Flag Officer Sea Training

           

X

 
                 

Artikel 3: Koninklijke Landmacht

               

Omvorming 13de Gemechaniseerde Brigade

 

V

           

Nederlands-Duitse samenwerkingsverbanden gericht op interoperabiliteit in het informatiedomein

         

X

   
                 

Artikel 4: Koninklijke Luchtmacht

               

Vorming joint Defensie Helikopter Commando

 

X

           
                 

Artikel 5: Koninklijke Marechaussee

               

Informatiegestuurd optreden (IGO)

     

X

       
                 

Artikel 6: Investeringen krijgsmacht

               

Nader in te vullen

   

X

         
                 

Artikel 7: Ondersteuning krijgsmacht door DMO

               

Nader in te vullen

   

X

         
                 

Artikel 8: Ondersteuning krijgsmacht door DOSCO

               

Beleidswijzigingen Militaire Gezondheidszorg

       

X

     

V= afgehandeld, X = In uitvoering of in planning

Ten opzichte van de begroting 2019 is de programmering op een aantal punten gewijzigd. De beleidsdoorlichting Omvorming 13de Gemechaniseerde Brigade is in 2019 voltooid en de beleidsdoorlichting Vorming joint Defensie Helikopter Commando is doorgeschoven naar 2019. Het onderwerp voor 2020 is aangepast. Initieel was het IBO Wapensystemen 2015 inclusief professionalisering inkoop voorzien, hier zal een alternatief voor volgen. Bij de begroting zal in een separate brief de opzet en vraagstelling van dit alternatief worden toegelicht.

Toegevoegd is de beleidsdoorlichting Nederlands-Britse samenwerking gericht op de Flag Officer Sea Training (FOST) in 2024. Het betreft een samenwerkingsverband die de gereedstelling van zowel de Nederlandse als Britse marine raakt. Onderzoek naar dit samenwerkingsverband zal leiden tot meer inzicht in de best practices en doelmatigheid van deze samenwerking.

2.5 Overzicht risicoregelingen

Defensie heeft sinds 27 maart 2019 een overeenkomst met de Vereniging Verbond van Verzekeraars over de verzekerbaarheid van defensiepersoneel, in het bijzonder voor personeel dat deelneemt aan vredes- en humanitaire operaties (https://www.verzekeraars.nl/media/6008/vredes-en-humanitaire-operaties-2019-overeenkomst.pdf). De overeenkomst vervangt de overeenkomst van 8 augustus 2003, die op zijn beurt de oorspronkelijke overeenkomst tussen partijen van 8 november 1994 heeft vervangen. De overeenkomst regelt de verhouding tussen het Ministerie van Defensie en de Vereniging. Het doel hiervan is het wegnemen van belemmeringen die defensieambtenaren in het maatschappelijk verkeer ondervinden door uitsluitingsclausules bij levensverzekeringen die zijn gekoppeld aan de financiering van een woning.

Bij het sluiten van levensverzekeringen en de vaststelling van de hoogte van de premie is geen rekening gehouden met het verhoogde risico op overlijden in geval van deelname aan militaire missies. Zodra defensiepersoneel met een dergelijke levensverzekering bij een bij de Vereniging aangesloten verzekeraar tijdens deelname aan vredes- en humanitaire missies komt te overlijden, zal binnen de kaders van de overeenkomst – ondanks een eventuele molestclausule – tot uitkering worden overgegaan. Dit is van toepassing als de aan de woningfinanciering gekoppelde levensverzekering kleiner is dan € 400.000 per situatie. Defensie vergoedt de verzekeraar de helft, zodra die tot uitkering overgaat.

Er wordt een nulraming gehanteerd. De overeenkomst is potentieel van toepassing op een kleine groep, waarvan de omvang vooraf niet te bepalen is. Er wordt geen aanvullende premie gevraagd aan de uitgezonden defensieambtenaren, er bestaat geen begrotingsreserve. Mocht een beroep worden gedaan op de regeling, dan komt dit ten laste van de defensiebegroting.

De overeenkomst geldt voor onbepaalde duur tenzij zij wordt opgezegd met inachtneming van een termijn van tenminste een jaar. De overeenkomst kent geen plafondwaarde.

3. DE BELEIDSARTIKELEN

3.1. Beleidsartikel 1: Inzet

Algemene doelstelling

Defensie beschermt wat ons dierbaar is. Die opdracht is een afgeleide van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden en de Grondwet. Deze leidt tot drie hoofdtaken:

  • 1. Bescherming van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief het Caribisch deel van het Koninkrijk.

  • 2. Bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit.

  • 3. Ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal.

Alle drie de hoofdtaken vergen meer inzet vanwege de toegenomen instabiliteit. Om deze taken te kunnen uitvoeren stelt Defensie militaire eenheden gereed die daarvoor kunnen worden ingezet.

Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie

De Minister is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen en daadwerkelijk inzetten van eenheden om de veiligheid van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied te handhaven. Verder is de Minister in samenwerking met bondgenoten verantwoordelijk voor de uitvoering van bijdragen aan missies voor conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw, wereldwijd. Het Koninkrijk der Nederlanden draagt daarmee bij aan de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. De eenheden kunnen ook worden ingezet voor nationale taken en het verlenen van (internationale) noodhulp.

Onder Beleidsartikel 1 Inzet wordt een overzicht geboden van de inzet van de krijgsmacht. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan common funded NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel is daartoe uitgebreid met een niet-financieel overzicht voor de structurele inzet voor nationale en koninkrijkstaken, bijvoorbeeld door de KMar en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD). In Beleidsartikel 1 is ook de begroting opgenomen van de additionele uitgaven voor inzet onder verantwoordelijkheid van de Commandant der Strijdkrachten. In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering begroot voor marine, landmacht, luchtmacht, de marechaussee en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1.

Beleidswijzigingen

Om de gereedheid van de NAVO te vergroten en een grotere strijdmacht sneller beschikbaar te hebben, heeft de NAVO het NATO Readiness Initiative (NRI) ontwikkeld aanvullend op de huidige enhanced NATO Response Force (eNRF). Dit initiatief voorziet binnen zeer korte tijd in 30 schepen, 30 bataljons en 30 squadrons. In juni 2019 heeft het kabinet de Kamer geïnformeerd over de Nederlandse inspanningen als bijdrage aan de snelle reactiemachten, missies en operaties tot en met 2021 (Kamerstuk 29 521, nr. 381). Nederland stelt vanaf 2020 wederom militaire eenheden gereed voor de snelle reactiemachten van de NAVO en de EU. Zo stelt Nederland in 2020 militaire eenheden gereed voor de enhanced NATO Response Force (eNRF) en het NATO Readines Initiative (NRI) en levert Nederland samen met Duitsland in de tweede helft van 2020 de kern van een EU Battle Group (EUBG). Ook blijft Nederland bijdragen aan de vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in de Baltische staten en Polen (enhanced Forward Presence (eFP)) als geruststellende maatregel voor deze landen en ter afschrikking van Rusland.

In het kader van de nationale veiligheid werkt Defensie op structurele basis samen met civiele autoriteiten. Denk hierbij aan bijstandsverlening, bijvoorbeeld bij het ondersteunen van de rechtshandhaving, het uitvoeren van rampenbestrijding of het verlenen van humanitaire hulp, voert Defensie structurele taken uit zoals het ruimen van explosieven. In dit kader levert Defensie op verzoek van rederijen Vessel Protection Detachements (VPD’s) voor het beschermen van koopvaardijschepen tegen piraterij. Dit wordt begroot en verantwoord onder «Overige inzet».

Overeenkomstig de in de begeleidende artikel-100 brief over de Nederlandse inzet in Afghanistan 2018–2021 van 15 juni 2018 (Kamerstuk 27 925, nr. 630) geschetste meerjarige, geïntegreerde en strategische kaders voor de Nederlandse bijdrage aan de Resolute Support missie, blijft Nederland ook in 2020 bijdragen aan deze missie. Datzelfde geldt voor de Nederlandse veiligheidsinzet in de Sahel, waarover de Kamer is geïnformeerd in de artikel 100-brief over de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA in 2019 en de veiligheidsinzet in de Sahel 2019–2021 van 14 september 2018 (Kamerstuk 29 521, nr. 368). Zoals aan de Kamer is gemeld in de artikel 100-brief van 14 september 2018 (Kamerstuk 27 925, nr. 637) leverde Nederland in 2019 een bijdrage aan de anti-ISIS coalitie en de brede veiligheidsinzet in Irak. De ontwikkelingen in de strijd tegen ISIS onderschrijven het belang van de voortzetting van de Nederlandse bijdragen aan de versterking van de Iraakse veiligheidssector, als onderdeel van de geïntegreerde Nederlandse inzet in Irak. Het kabinet heeft daarom besloten om het mandaat voor de Nederlandse bijdragen aan de veiligheidsinzet in Irak te verlengen tot en met 31 december 2021, met een jaarlijks ijkmoment om ontwikkelingen en behoeftes op de grond in acht te nemen.

In VN verband zal Nederland, zoals aangegeven in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 19 november 2018 en de Evaluatie van de Nederlandse bijdrage aan Missies en Operaties in 2018, bijdragen blijven leveren aan VN-missies in het Midden-Oosten (UNDOF, UNTSO, UNIFIL).

Daarnaast is in 2019 is ook besloten tot een verlenging van de Nederlandse bijdragen aan de volgende missies:

  • European Union Rule of Law Mission in Kosovo (EULEX, Kosovo);

  • European Union Border Assistance Mission Libia (EUBAM, Libië).

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Artikel 1 Inzet (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

220.811

219.220

171.298

171.297

171.298

171.567

171.568

               

Uitgaven

232.001

246.969

195.247

195.246

195.247

195.246

195.247

waarvan juridisch verplicht

   

15%

       
               

Opdrachten

232.001

246.969

195.247

195.246

195.247

195.246

195.247

– Crisisbeheersingsoperaties (BIV/HGIS)

226.651

235.963

187.882

187.882

187.882

187.882

187.882

– Financiering nationale inzet krijgsmacht

1.669

3.206

3.252

3.251

3.252

3.251

3.252

– Overige inzet

3.681

7.800

4.113

4.113

4.113

4.113

4.113

               

Programma ontvangsten

36.119

6.707

2.907

2.907

2.907

2.907

2.907

– Crisisbeheersingsoperaties (BIV/HGIS)

34.614

1.407

1.407

1.407

1.407

1.407

1.407

– Overige inzet

1.505

5.300

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op de uitgaven voor levering van goederen en/of diensten van de lopende missies. Voor 2020 is 15% juridisch verplicht. De voorziening voor de verwachte verlenging van de huidige missies of voor nieuwe missies is juridisch gezien nog niet verplicht.

In beleidsartikel 1 Inzet wordt de inzet van de krijgsmacht begroot. Het financiële instrument «opdracht Inzet» omvat de uitgavencategorieën: 1. Crisisbeheersingsoperaties, 2. Financiering nationale inzet krijgsmacht en 3. Overige inzet.

Overzicht missies

Toelichting uitgaven per missie

Overzicht crisisbeheersingsoperaties (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

Resolute Support Mission (RSM; Afghanistan)

24.000

24.000

10.000

   

United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA)

15.500

1.500

     

Veiligheidsinzet in Irak

PM

PM

PM

   

Enhanced Forward Presence (eFP)

30.000

30.000

10.000

   

Missies Algemeen

9.000

9.000

8.500

8.500

8.500

Snelle Inzetbare Capaciteiten (SIC)

4.461

4.461

     

Contributies

35.500

35.500

35.500

35.500

35.500

Kleinschalige bijdragen (< € 2,5 miljoen per jaar)

5.420

5.080

2.960

2.960

2.960

Totaal

123.881

109.541

66.960

46.960

46.960

Toelichting per missie

Resolute Support Mission (Afghanistan)

De Nederlandse inzet in Afghanistan bedraagt ca. 160 militairen in Kabul en de noordelijke provincie Balkh, in de omgeving van de stad Mazar-e-Sharif, waar Duitsland de leiding heeft. De Nederlandse inzet is gericht op de advisering van de Afghan National Defence and Security Forces, het trainen en begeleiden van een Afghaanse speciale politie-eenheid en het leveren van beveiliging. Ook zijn in Mazar-e-Sharif militairen werkzaam in de nationale ondersteuning en in Kabul op het missie-hoofdkwartier. Voorts levert Nederland politie-adviseurs aan Resolute Support. Het huidige mandaat van de Nederlandse bijdrage aan Resolute Support loopt tot en met 31 december 2021. Het budget van ongeveer € 10 miljoen in 2022 is nodig voor de redeployment en het weer inzetbaar maken van het materieel na terugkeer van de missies.

Veiligheidsinzet in Irak (CBMI en NMI, Irak)

De Nederlandse inzet in Irak bestaat uit trainers die vanuit Erbil in Noord-Irak de Iraakse strijdkrachten trainen, inclusief de Koerdische Peshmerga. Daarnaast zijn in Bagdad militairen werkzaam die het Iraakse Ministerie van Defensie ondersteunen en adviseren. Tevens levert Nederland militaire adviseurs die zich bezighouden met de hervorming van de veiligheidssector van Irak en de Koerdistan Autonome Regio. Het huidige mandaat van de Nederlandse inzet in Irak loopt en met 31 december 2021.

United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission (Mali)

De Nederlandse missie is reeds beëindigd en al het materieel zal ook in 2019 weer terug in Nederland zijn. De financiële reeks is de reset van dit materieel.

Enhanced Forward Presence (Litouwen)

Enhanced Forward Presence bestaat uit vier multinational battlegroups. Deze zijn ontplooid in Estland, Letland, Litouwen en Polen. Nederland wil met het beschikbaar stellen van militaire eenheden aan de multinational battlegroup in Litouwen bijdragen aan de cohesie binnen de NAVO en aan de geloofwaardige afschrikking van de Russische Federatie. De Nederlandse deelname in Litouwen bedraagt ca. 250 militairen. Het huidige mandaat van de Nederlandse bijdrage aan eFP loopt tot en met 31 december 2021.

Contributies

Nederland draagt met contributies bij aan de gemeenschappelijke uitgaven voor crisisbeheersingsoperaties van de NAVO en de EU. Deze contributies staan los van een eventuele Nederlandse deelname aan een specifieke missie van de NAVO of de EU. Onderdeel van de contributies is ook de jaarlijkse bijdrage aan de Strategic Airlift Capability (SAC) C-17, gehuisvest op Papa Air Base te Hongarije. Dit is een internationaal samenwerkingsverband van twaalf landen, waaronder tien NAVO-lidstaten, en voorziet in een deel van de behoefte aan strategic airlift.

Kleinschalige bijdragen

In onderstaand overzicht staan de kleinschalige Nederlandse bijdragen met een financiële omvang van minder dan € 2,5 miljoen per jaar. De personele omvang van de missies varieert in tijd gedurende de missie van 0 tot de maximale omvang. Over de eventuele verlenging van de overige kleinschalige bijdragen in 2020 wordt in het najaar van 2019 een besluit genomen.

Overzicht kleine bijdragen (pax)
 

Max personele omvang1

European Union Rule of Law Mission in Kosovo (EULEX Kosovo)1

5

European Union Border Assistance Mission at the Rafah Crossing Point (EUBAM Rafah)1

(3)

European Union Trainings Mission in Mali (EUTM Mali)

5

European Union Capacity Building Mission in Niger (EUCAP Sahel Niger)1

15

United Nations Disengagement Observer Force (UNDOF)

2

United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL)

1

United Nations Truce Supervision Organisation (UNTSO)

12

Combined Maritime Forces (CMF)

2

Netherlands Liaison Team CENTCOM (NLTC)

2

X Noot
1

personele omvang varieert in tijd gedurende de missie van 0 tot maximale omvang

Opbouw regionale vredeshandhavingscapaciteit

Programma’s voor regionale vredeshandhavingscapaciteit worden door derden (met name door het Ministerie van Buitenlandse Zaken) gefinancierd en mede door Defensie uitgevoerd.

Global Peace Operations Initiative (GPOI, voorheen ACOTA)

Het GPOI-samenwerkingsprogramma draagt bij aan de versterking van de capaciteit van Afrikaanse partnerlanden, zodat zij kunnen deelnemen aan multinationale operaties onder leiding van de VN of Afrikaanse Unie.

Nederland zet enkele tientallen militairen in voor verschillende trainingen. Defensie neemt tot 1 oktober 2020 deel aan dit programma.

Toelichting op nationale inzet

Structurele nationale taken

Defensie voert structurele taken uit ten behoeve van civiele overheden. De financiële middelen van deze structurele taken zijn opgenomen in de verschillende begrotingsartikelen van Defensie. Deze structurele taken zijn vastgelegd in wet- of regelgeving, inclusief ministeriële besluiten, maar ook convenanten of arrangementen. Onder de structurele taken vallen de taken van de Koninklijke Marechaussee, de Kustwachten in Nederland en het Caribisch gebied, luchtruimbewaking, de Bijzondere Bijstandseenheden en de Explosievenopruiming.

Militaire bijstand en steunverlening (Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK))

Defensie verleent militaire bijstand voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid en voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Deze inzet wordt bekostigd vanuit dit artikel via de afspraken die gemaakt zijn in het convenant Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK). Deze bijstand wordt zowel door de Koninklijke Marechaussee geleverd als door andere eenheden van Defensie. Daarnaast wordt bijstand verleend in geval van een ramp of crisis, of de vrees voor het ontstaan daarvan.

De tabel indicatieve inzet voor 2020 geeft de geprognosticeerde nationale inzet weer. In 2020 vinden in Nederland diverse (inter)nationale evenementen plaats, zoals de herdenkingen in het kader van 75 jaar vrijheid en de Invictus Games. Deze leiden tot een verhoogde inspanning v.w.b. bijstand Politiewet Openbare Orde en Veiligheid. Verder is er over de gehele linie een lichte stijging zichtbaar in de aantallen.

Indicatieve inzet in 2020
 

Betreft

Aantal

Artikel

Explosieven opruiming

Aantal ruimingen

2.000

Landmacht/FNIK

Explosieven opruiming Noordzee

Aantal ruimingen

30

Marine

Duikassistentie

Aantal aanvragen

15

Marine/FNIK

Strafrechtelijke handhaving rechtsorde

Aantal aanvragen

10

Marine/FNIK

Onderscheppingen luchtruim

Aantal onderscheppingen

13

Luchtmacht

Strafrechtelijke handhaving rechtsorde

Aantal aanvragen

85

Marechaussee/Landmacht/FNIK

Handhaving openbare orde en veiligheid

Aantal aanvragen

40

Marechaussee/FNIK

Wet veiligheidsregio

Aantal aanvragen

50

Marechaussee/Landmacht/FNIK

Militaire steunverlening in het openbaar belang

Aantal aanvragen

20

Alle krijgsmachtdelen/FNIK

Bijstand Caribisch gebied

Aantal aanvragen

43

Marine/FNIK

Toelichting op ontvangsten

De ontvangsten hebben betrekking op de eventuele vergoedingen van de EU, NAVO en VN-partners voor de door Nederland geleverde diensten of ingezette personele en materiële middelen. Ook wordt de bijdrage van de reders voor de inzet van VPD’s hier geraamd.

3.2. Beleidsartikel 2: Koninklijke Marine

Algemene doelstelling

De marine levert operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit (zowel vloot als mariniers) ter verdediging van de nationale territoriale wateren en ter bescherming van de koopvaardij, en helpt bij crisisbeheersingsoperaties, humanitaire hulpoperaties en rampen. De marine kan zelfstandig operaties uitvoeren en kan ook samen optreden met de landmacht, luchtmacht, marechaussee en buitenlandse bondgenoten.

Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de marine alsmede de (mate van) gereedheid van maritieme eenheden. De marine is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van deze eenheden. De marine is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken.

Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de marine gereed gesteld.

Koninklijke Marine

Capaciteit

Aantal

Inzetbare eenheid

Omschrijving

Maritieme taakgroep van 5 schepen (kortdurend)

1

NLMARFOR staf

Expeditionair maritiem hoofdkwartier inclusief (gevechts)ondersteuning

   

Amfibische taakeenheid

Eenheid van schepen (zoals LPD, HOV, AMBV) en mariniers inclusief (gevechts)ondersteuning (zoals helikopters) voor amfibische operaties

   

of

 
   

SOMTG

Eenheid van schepen (zoals LPD, HOV, AMBV) en mariniers inclusief (gevechts)ondersteuning (zoals helikopters) voor maritieme speciale operaties

   
   

Maritieme taakeenheid

Eenheid van schepen (zoals LCF, MFF, JSS) inclusief (gevechts)ondersteuning (zoals helikopters) voor maritieme operaties

OF

     

Maritieme capaciteit van oppervlakteschepen (langdurig)

2

Maritieme taakeenheid (expeditionair)

Schip (zoals LCF, MFF, JSS) inclusief (gevechts)ondersteuning (zoals helikopters)

IAMD taakeenheid

Schip (LCF)

Bataljon mariniers (kortdurend)

1

Mariniers-eenheid van bataljons-omvang

Infanterie eenheid van bataljonsomvang met eigen organieke CS en CSS

Maritieme logistieke capaciteit (kortdurend)

1

Maritiem logistieke taakeenheid

Schip (zoals JSS of AOR) inclusief (gevechts)ondersteuning (zoals helikopters)

EN ALTIJD

     

Mijnenbestrijdingscapaciteit (langdurig)

1

Mijnbestrijdingstaakeenheid

Schip (AMBV) en Defensie Duikgroep inclusief ondersteuning

Onderzeebootcapaciteit (langdurig)

1

Onderzeeboot

Onderzeeboot

Permanente MARSOF capaciteit tbv kortdurende Speciale Operaties

1

SOMTG

MARSOF-eenheid van pelotonsomvang voor incidentele en onverwachte Speciale Operaties met een korte reactietijd inclusief (gevechts)ondersteuning

MARSOF eenheid tbv Speciale Operaties (langdurig, i.s.m. Koninklijke Landmacht)

1

SOMTG

MARSOF-eenheid voor geplande Speciale operaties inclusief (gevechts)ondersteuning

Permanente capaciteit NLD t.b.v. nationale veiligheid

1

Mijnenbestrijdingstaakeenheid

Schip (AMBV) met mijnbestrijdingstaak MMG

Havenbeveiligingstaakeenheid

Eenheid voor veiligheid in havens (DDG/AMBV)

Hydrografietaakeenheid

Schip (HOV) met hydrografische taak

UIM

Marinierseenheid voor Speciale Interventies

Permanente capaciteit Caribisch gebied

1

CZMCARIB

Eenheid voor taken in het Caribische gebied inclusief ondersteuning

Stationsschip Caribisch gebied

Schip (OPV) voor inzet in Caribisch gebied inclusief (gevechts)ondersteuning (zoals helikopters)

Beleidswijzigingen

Opdrachten

In 2020 zal een Amphibious Taskgroup (ATG) standby staan voor de enhanced Nato Response Force (NRF) met onder andere twee Landing Platform Docks (LPD), een Hydrografisch opnamevaartuig (HOV) en een Marine Combat Group (MCG). NLMARFOR Maritime Battle Staff (MBS) zal optreden als Commander Amphibious Taskgroup (CATG). De onderzeedienst zal een onderzeeboot leveren voor een half jaar Initial Follow On Forces Group (IFFG) en een half jaar Very High Readiness Joint Task Force (Maritime) (VJTF(M)).

Middelen

Het ondersteuningsschip Zr. Ms. Pelikaan en de hydrografische opnemingsvaartuigen Zr. Ms. Snellius en Luymes krijgen een grote opknapbeurt, de zogenaamde Midlife Update. Dit zal zeker heel 2020 duren. Met het onderhoud worden veiligheids- en verouderingsproblemen verholpen. Zo krijgen de schepen een nieuwe zogeheten scheepshuid en worden radars en communicatieapparatuur vernieuwd. Ook volgt groot onderhoud voor scheepssystemen.

Luchtverkenningscapaciteit kustwacht

Vanwege vertraging in het verwervingstraject is het huidige contract voor de luchtverkenningscapaciteit met 2 jaar verlengd. Het aanbestedingstraject voor de vervanging van de luchtverkenningscapaciteit wordt voortgezet.

Eerste slag SOF Ground Enablers ten behoeve van MARSOF

Bij de Voorjaarsnota heeft het kabinet geld beschikbaar gesteld voor de prioriteiten van het Nationaal Plan, waaronder SOF Ground Enablers. Deze enablers versterken de ondersteuning van de Special Operations Forces (SOF) ten behoeve van een effectievere en veiligere uitvoering van gecompliceerde en risicovolle speciale operaties. Met het beschikbaar gestelde budget voor SOF Enabling Ground beschikken de special operations forces van de krijgsmacht over initiële ondersteunende capaciteit (eerste slag) om zogenaamde niet-voorziene operaties te kunnen uitvoeren.

Mobiel werken

In 2018 is besloten om iedere medewerker die bij Defensie werkt een mobiele telefoon uit te reiken. In 2020 is het personeel in het Caribisch gebied aan de beurt voor de uitrol van de telefoons.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Artikel 2 Koninklijke Marine (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

916.861

903.137

925.904

928.659

921.833

924.318

924.091

               

Uitgaven

867.185

919.437

925.904

928.659

921.833

924.318

924.091

waarvan juridisch verplicht

   

77%

       
               

Opdrachten

198.921

198.489

196.006

196.260

185.300

184.627

184.531

– gereedstelling

29.911

32.888

31.479

31.706

34.151

33.592

33.515

– instandhouding materieel

169.010

165.601

164.527

164.554

151.149

151.035

151.016

Personele uitgaven

592.657

691.973

701.294

698.935

704.003

706.115

706.588

– waarvan eigen personeel

585.868

647.961

666.220

664.870

670.254

672.020

672.392

– waarvan externe inhuur

6.789

9.030

770

759

759

759

759

– waarvan overige personele exploitatie1

 

34.982

34.304

33.306

32.990

33.336

33.437

Materiële uitgaven

75.607

28.975

28.604

33.464

32.530

33.576

32.972

– waarvan instandhouding infrastructuur

8.622

6.126

392

392

392

392

392

– waarvan instandhouding IT

1.019

1.276

1.364

1.363

1.363

1.363

1.363

– waarvan overige materiële exploitatie1

65.966

21.573

26.848

31.709

30.775

31.821

31.217

               

Apparaatsontvangsten

22.369

39.429

20.396

20.396

20.396

20.396

20.495

X Noot
1

De uitgaven voor overige personele exploitatie zijn in 2018 verantwoord onder de overige materiële exploitatie

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2020 volledig verplicht is. Voor 2020 is 77% juridisch verplicht t.o.v. het totaal beschikbare budget.

Opdrachten

Gereedstelling

Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft onder andere operationele zaken, zoals voeding aan boord van schepen en voeding voor mariniers, de inhuur van oefenterreinen en schietbanen, uitgaven bij havenbezoeken en uitgaven bij lanceringen. In 2020 oefent de marine grootschalige gevechtsoperaties gezamenlijk met onze internationale partners, zoals de deelname aan de maritieme oefening Joint Warrior.

Instandhouding materieel

De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-) systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door de Directie Maritieme Instandhouding gedaan. Het betreft zowel de uitbesteding van instandhoudingswerk als de aanschaf van materiaal als (reserve-) onderdelen. Ten opzichte van de vorige begroting zijn, vanwege de vorming van het defensiematerieelbegrotingsfonds, meer artikelen rechtstreeks gerelateerd aan de instandhouding en worden deze daarom niet meer op de overige materiële exploitatie verantwoord maar op de instandhouding. Dit betreft o.a. de militaire uitrustingen, de operationele inframiddelen (ten behoeve van legering), werkplaatsinrichting, de brandbestrijdingsmiddelen en de niet-wapensysteem gebonden artikelen en diensten.

Personele uitgaven

De personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer, reservisteninzet en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven.

Materiële uitgaven

Materiële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals kantoorinrichting en kantoorartikelen, transport en voorlichting. Daarnaast worden hier de uitgaven voor restaurant gerelateerde diensten, kennisontwikkeling, technologische ontwikkeling en innovatie, schadevergoedingen en kosten voor betalingsverkeer verantwoord.

De uitgaven die een relatie hebben met het instandhouden van het materieel, zoals werkplaatsinrichting en militaire artikelen en uitrustingen zijn overgegaan naar het instrument «instandhouding materieel».

Groene Draeck

De Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. De uitgaven voor het onderhoud aan de Groene Draeck betreffen met name personele uitgaven en worden daarom onder dit instrument begroot. Naar aanleiding van het second opinion onderzoek bij brief van 2 juni 2016 (Kamerstukken II 2015–2016, 34 300 X, nr. 110) en de motie Van der Burg (Kamerstukken II 2015–2016, 34 300 I, nr. 6) heeft de Minister-President, mede namens de Minister van Defensie, gemeld dat het jaarlijkse onderhoudsbudget naar € 87.000 is bijgesteld. De uitvoering van het onderhoud blijft bij het Ministerie van Defensie zolang Prinses Beatrix gebruik maakt van de Groene Draeck. Daarbij is aangegeven dat de daadwerkelijke uitgaven over de jaren heen fluctueren. Gestuurd wordt op het niet overschrijden van het totale bedrag (€ 435.000 over een periode van vijf jaar (2016 t/m 2020), gemiddeld € 87.000 per jaar). Defensie maakt momenteel een raming van de kosten van het noodzakelijk onderhoud voor de nieuwe onderhoudsperiode (2021 t/m 2025). Ook nu wordt er, net als in 2016, een second opinion onderzoek (externe check voor het noodzakelijke onderhoud) uitgevoerd. De resultaten worden begin 2020 verwacht.

Kustwacht Caribisch gebied

De Kustwacht Caribisch gebied is een Koninkrijk organisatie die is belast met de maritieme rechtshandhaving in het Caribische deel van het Koninkrijk. Bestrijding van de handel in drugs, de bestrijding van vuurwapensmokkel en de bestrijding van mensenhandel, mensensmokkel en illegale immigratie hebben prioriteit. Daarnaast levert de Kustwacht een belangrijke bijdrage aan de veiligheid op het water door het uitvoeren van zoek- en reddingsoperaties en visserij-, scheepvaart- en milieu-inspecties. De Kustwacht functioneert op basis van de Rijkswet Kustwacht. Het jaarplan en jaarverslag doorlopen een separaat besluitvormend (door de Rijksministerraad) en parlementair proces, waarbij inzicht wordt gegeven in taken, middelen en procesindicatoren. Het jaarplan wordt voorbereid door de kustwachtpresidium, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de vier landen en één keer per jaar bijeenkomt. De Rijksministerraad stelt het jaarplan van de Kustwacht vast.

Tot en met 2017 waren de uitgaven en ontvangsten opgenomen in de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In het regeerakkoord is besloten deze budgetten met ingang van 2018 over te hevelen naar de begroting van Defensie. De Kamer ontvangt de specifieke begroting voor de Kustwacht in het «Jaarplan 2020 Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch Gebied» nadat de Rijksministerraad dit jaarplan heeft vastgesteld.

Kustwacht Nederland

De Kustwacht Nederland is een nationale organisatie, waarvan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) het coördinerend ministerie is. Defensie is de beheerder van de Kustwacht en draagt met de Koninklijke Marine, de Koninklijke Marechaussee en de Koninklijke Luchtmacht bij aan de dienstverleningstaken (bijvoorbeeld ruimen van explosieven) en de handhavingstaken (bijvoorbeeld grensbewaking). Tevens levert de Koninklijke Marine de directeur Kustwacht. In bijlage 3 van de begroting van het Infrastructuurfonds is de overzichtsconstructie Kustwacht Nederland opgenomen. Daarin staat hoe de uitgaven met betrekking tot de Kustwacht Nederland worden begroot op de verschillende hoofdstukken van de rijksbegroting. Meer informatie over Kustwacht Nederland is te vinden op: https://www.kustwacht.nl.

Investeringen

Naast de exploitatie uitgaven, die in de tabel budgettaire gevolgen van beleid zijn opgenomen en in dit artikel worden toegelicht, worden voor de marine ook investeringen gedaan. Onderstaande tabellen tonen de investeringsprojecten van de marine voor de planperiode van vijftien jaar, onderverdeeld naar realisatiefase, onderzoeksfase en voorbereidingsfase. Dit betreft de uitgaven voor de investeringsprojecten. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het budget van het betreffende investeringsproject. De investeringsprojecten worden integraal toegelicht bij beleidsartikel 6 Investeringen.

Projecten in realisatiefase

Omschrijving projecten in realisatie

Projectvolume (bedragen x € 1 miljoen)

t/m 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025 e.v.

Koninklijke Marine

Vervanging Mijnenbestrijdingscapaciteit

922,4

0

13,0

28,0

32,2

64,9

53,1

68,3

662,9

ESSM Block 2: Verwerving & Integratie

250–1.000

Commercieel vertrouwelijk

Verwerving Combat Support Ship (CSS)

250–1.000

Commercieel vertrouwelijk

Vervanging MK46 Lightweight Torpedo

223,0

0

5,4

9,6

17,0

22,4

32,8

32,7

103,1

Verbetering MK48 Torpedo

191,5

74,3

16,0

17,6

17,6

16,6

5,2

21,8

22,5

Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LCF)

185,0

78,1

39,3

35,6

13,4

6,6

8,0

4,1

0

Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD)

143,7

115,4

13,2

12,0

1,1

0,9

1,0

0

0

Vervanging maritiem surface-to-surface missile

100–250

Commercieel vertrouwelijk

Vervanging 127 mm kanon Luchtverdedigings- en Commandofregatten

100–250

Commercieel vertrouwelijk

Verwerving Softkill Torpedo Defensiesysteem

100–250

Commercieel vertrouwelijk

Projecten in onderzoeksfase

Omschrijving projecten in onderzoek

Projectvolume (bedragen x € 1 miljoen)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Koninklijke Marine

Vervanging OndeKoninklijke Marinerzeebootcapaciteit

> 2.500

B-brief

         

Vervanging M-fregatten

1.000–2.500

 

B-brief

       

Vervanging Close-in Weapon System

100–250

 

B-brief

       
Projecten in voorbereiding

Omschrijving projecten in voorbereiding

Projectvolume (bedragen x € 1 miljoen)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Koninklijke Marine

Vervanging All Terrain Vehicle (ATV)

250–1.000

A-brief

         

Vervanging Zr. Ms. Rotterdam (LPD-1)

250–1.000

       

A-brief

 

Vervanging Standard Missile 2 Block IIIA (SM2-IIIA)

100–250

       

A-brief

 

Vervanging Middelzwaar Landingsvaartuig (LCVP)

100–250

 

A-brief

       

Vervanging Zr. Ms. Mercuur en Hydrografische Opname Vaartuigen (HOV's)

100–250

 

A-brief

       

Midlife Update Oceangoing Patrol Vessel (OPV)

100–250

 

A-brief

       

Midlife Update Zr. Ms. Karel Doorman (Joint Support Ship, JSS)

100–250

     

A-brief

   

Vervanging MK 48 Torpedo

100–250

         

A-brief

3.3. Beleidsartikel 3: Koninklijke Landmacht

Algemene doelstelling

De Koninklijke Landmacht draagt op de grond bij aan vrede, vrijheid en veiligheid in Nederland en daarbuiten. De landmacht doet dit met professionele en goed getrainde militairen. Zij gaan door waar anderen moeten stoppen. Onder de zwaarste omstandigheden voeren zij gevechtsoperaties uit, bieden humanitaire hulp, ondersteunen bij rampen of ondersteunen dagelijks de civiele autoriteiten in Nederland.

Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de landmacht alsmede de mate van gereedheid van de grondgebonden eenheden. De landmacht is verantwoordelijk voor het operationeel gereed stellen en in stand houden van de eenheden. De landmacht is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken.

Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de landmacht gereed gesteld.

Koninklijke Landmacht

Capaciteit

Aantal

Inzetbare eenheid

Omschrijving

Brigade combat team (kortdurend)

1

HQ

Brigadehoofdkwartier inclusief (gevechts)ondersteuning

Battle groups

Eenheden van bataljons omvang inclusief (gevechts)ondersteuning (zoals helikopters)

NSE

National Support Element voor logistieke ondersteuning van de inzet van het brigade combat team

MTF

Medical Treatment Facility voor medische ondersteuning van de inzet van het brigade combat team

OF

     

Battle group (langdurig)

1

Battle group staff

Bataljonshoofdkwartier inclusief (gevechts)ondersteuning

Manoeuvre compagnieën

Eenheden van compagniesomvang inclusief (gevechts)ondersteuning (zoals helikopters)

NSE

National Support Element voor logistieke ondersteuning van de inzet van het de battle group

MTF

Medical Treatment Facility voor medische ondersteuning van de inzet van de battle group

Bataljon (kortdurend) en kleinere bijdragen (langdurig)

1

Battle group staff

Bataljonshoofdkwartier inclusief (gevechts)ondersteuning

Compagnieën

Eenheden van compagniesomvang inclusief (gevechts)ondersteuning (zoals helikopters)

NSE

National Support Element voor logistieke ondersteuning van de inzet van het bataljon

MTF

Medical Treatment Facility voor medische ondersteuning van de inzet van het bataljon

HQ Brigade (langdurig)

1

HQ Brigade

Brigadehoofdkwartier voor de aansturing van operaties inclusief (gevechts)ondersteuning

EN ALTIJD

     

KCT capaciteit tbv Speciale Operaties (langdurig i.s.m. Koninklijke Marine)

1

SOLTG

KCT-eenheid van compagniesomvang voor Speciale operaties inclusief (gevechts)ondersteuning.

Permanente KCT capaciteit tbv kortdurende Speciale Operaties

1

SOLTG

KCT-eenheid van compagniesomvang voor incidentele en onverwachte Speciale Operaties met een korte reactietijd inclusief (gevechts)ondersteuning

NLD/DEU Corps HQ (kortdurend)

1

NLD/DEU Corps HQ

Nederlands deel van het Hoofdkwartier voor de aansturing van landoperaties als land component command of als corps hoofdkwartier.

HQ (Re)deployment Task Force (kortdurend)

1

HQ (Re)deployment Task Force

Hoofdkwartier voor de aansturing van (re)deployment inclusief (gevechts)ondersteuning

Air Defense task force (kortdurend)

1

Patriot Fire Unit

Patriot- luchtverdedigingseenheid inclusief (gevechts)ondersteuning

Army Ground Based Air Defence System (AGBADS)

Grondgebonden luchtverdedigingseenheid inclusief (gevecht)ondersteuning

Permanente capaciteit NLD t.b.v. nationale veiligheid

1

Bataljons Nationale Reserve

Eenheden van bataljonsomvang als Nationale reserve inclusief (gevechts)ondersteuning

EODD teams

Explosievenopruimingsteams inclusief ondersteuning

CBRN response eenheid

Team voor reactie bij biologische, radiologische en nucleaire dreiging.

Beleidswijzigingen

Opdrachten

De Koninklijke Landmacht levert veelvuldig snelle inzetbare eenheden, zogenaamde standby missies. Dit zijn onder andere de bijdragen aan de Amphibious Task Group 2020 (ondersteuning marine met medische role 2, EOD-ondersteuning en een vuursteuncomponent), Composite Special Operations Component Command 2021, EU Battle group 2020 en de enhanced NATO Response Force (eNRF) in 2020 en van 2022 tot en met 2024.

Eerste slag SOF Ground Enablers ten behoeve van KCT

Bij de Voorjaarsnota heeft het kabinet geld beschikbaar gesteld voor de prioriteiten van het Nationaal Plan, waaronder SOF Ground Enablers. Deze enablers versterken de ondersteuning van de Special Operations Forces (SOF) ten behoeve van een effectievere en veiligere uitvoering van gecompliceerde en risicovolle speciale operaties. Met het beschikbaar gestelde budget voor SOF Enabling Ground beschikken de special operations forces van de krijgsmacht over initiële ondersteunende capaciteit (eerste slag) om zogenaamde niet-voorziene operaties te kunnen uitvoeren.

Vernieuwend Samenwerken

In 2020 wordt het Territoriaal Operatiecentrum operationeel dat in nauwe samenwerking met het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum (LOCC) grondgebonden militaire operaties, waaronder host nation support en militaire bijstand, uit gaat voeren. Met deze capaciteit verkrijgt de Nederlandse krijgsmacht een unieke capaciteit om de samenwerking met de civiele autoriteiten te versterken en bij te dragen aan de veiligheid in Nederland. Ook zal in 2020 de binationale afstemming met Duitsland over de gereedstelling van landgebonden eenheden verder intensiveren waardoor de operationele interoperabiliteit toeneemt.

Invoeren nieuwe operationele vrachtwagens

De landmacht verkrijgt met de nieuwe operationele vrachtwagens middelen die noodzakelijk zijn voor de ondersteuning aan alle krijgsmachtdelen gedurende missies en operaties. De vrachtwagens zorgen voor transport en logistiek, maar dienen ook als platform voor bijvoorbeeld mobiele werkplaatsen en communicatiematerieel voor de battle groups en hoofdkwartieren (HQ’s). Bij de initiële invoer zal de beschikbaarheid van eenheden en vrachtwagens door het omwisselen enigszins beperkt worden waarna de materiële en operationele gereedheid van de vrachtwagens substantieel zal verbeteren. Tevens neemt ook de bescherming voor personeel verder toe met de beschermingsgraad van de nieuwe vrachtwagens.

Verbeterd Operationeel Systeem Soldaat (VOSS)

Indien de testen in 2019 goed verlopen, worden enkele duizenden smart vests afgeleverd. Die zijn bestemd voor te voet optredende militairen.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Artikel 3 Koninklijke Landmacht (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

1.417.516

1.453.155

1.520.832

1.543.335

1.573.940

1.569.537

1.576.763

               

Uitgaven

1.337.845

1.453.155

1.520.832

1.543.335

1.573.940

1.569.537

1.576.763

waarvan juridisch verplicht

   

80%

       
               

Opdrachten

197.620

221.201

272.441

287.512

318.756

312.006

319.312

– gereedstelling

57.527

67.453

74.297

76.214

76.278

76.250

76.252

– instandhouding materieel

140.093

153.748

198.144

211.298

242.478

235.756

243.060

Personele uitgaven

989.070

1.160.179

1.228.896

1.230.485

1.229.288

1.231.638

1.231.558

– waarvan eigen personeel

980.398

1.095.314

1.171.766

1.172.044

1.171.514

1.173.199

1.173.118

– waarvan externe inhuur

8.672

15.482

2.926

3.298

3.394

3.394

3.394

– waarvan overige personele exploitatie1

 

49.383

54.204

55.143

54.380

55.045

55.046

Materiële uitgaven

151.155

71.775

19.495

25.338

25.896

25.893

25.893

– waarvan instandhouding infrastructuur

 

1.799

1.374

1.452

1.553

1.546

1.546

– waarvan overige materiële exploitatie1

151.155

69.976

18.121

23.886

24.343

24.347

24.347

               

Apparaatsontvangsten

5.063

6.432

10.375

10.375

10.375

10.375

10.546

X Noot
1

De uitgaven voor overige personele exploitatie zijn in 2018 verantwoord onder de overige materiële exploitatie

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2020 volledig verplicht is. Voor 2020 is 80% juridisch verplicht t.o.v. het totaal beschikbare budget.

Opdrachten

Gereedstelling

Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft o.a. de operationele rantsoenen, civiele taken, brandstof en smeermiddelen en operationele zaken, waaronder het huren van oefenterreinen. De uitgaven voor oefen- en operationele munitie en instandhouding van simulatoren zijn overgegaan naar het financiële instrument «instandhouding materieel».

In 2020 oefent de landmacht grootschalige gevechtsoperaties gezamenlijk met onze internationale partners. De nadruk ligt op het oefenen voor de aangegane verplichtingen voor de NAVO en de EU-Battlegroup. De landmacht zal veelal samen met de andere Krijgsmachtdelen deelnemen aan onder andere:

  • de door Nederland georganiseerde tactische landoefening Zebra Sword;

  • NAVO-oefeningen als alerteringsoefening Briljant Jump en Command Post Exercise Steadfast Jupiter / Jackal ter voorbereiding op het Composite Special Operations Component Command en het Joint Task Force (Land) Command;

  • de oefening European Challenge samen met Duitsland. Dit ter voorbereiding op de Nederlandse bijdrage aan de EU-Battlegroup in de tweede helft van 2020;

  • in het kader van de tweede hoofdtaak; door de Verenigde Staten geleide oefeningen in Afrika.

Instandhouding materieel

De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-) systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door het Materieel Logistiek Commando gedaan. Het betreft zowel de uitbesteding van instandhoudingswerk als de aanschaf van materiaal als (reserve-) onderdelen. Ten opzichte van de vorige begroting zijn meer artikelen rechtstreeks gerelateerd aan de instandhouding en deze worden daarom niet meer op de overige materiële exploitatie verantwoord maar op de instandhouding. Dit betreft o.a. de militaire uitrustingen, de operationele inframiddelen (t.b.v. legering), werkplaatsinrichting, de brandbestrijdingsmiddelen en de niet-wapensysteemgebonden artikelen en diensten.

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten, uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer, reservisteninzet en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven.

Materiële uitgaven

Materiële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals kantoorinrichting en kantoorartikelen, transport en voorlichting. Daarnaast worden hier de uitgaven voor restaurant gerelateerde diensten, kennisontwikkeling, technologische ontwikkeling en innovatie, schadevergoedingen en kosten voor betalingsverkeer verantwoord.

De uitgaven die een relatie hebben met het in stand houden van het materieel, zoals werkplaatsinrichting en militaire artikelen en uitrustingen, zijn overgegaan naar het instrument «instandhouding materieel».

Investeringen

Naast de exploitatie-uitgaven, die in de tabel budgettaire gevolgen van beleid zijn opgenomen en in dit artikel worden toegelicht, worden er voor de landmacht ook investeringen gedaan. Onderstaande tabellen tonen de investeringsprojecten van de Koninklijke Landmacht voor de planperiode van 15 jaar, onderverdeeld naar realisatiefase, onderzoeksfase en voorbereidingsfase. Dit betreft de uitgaven voor de investeringsprojecten. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het budget van het betreffende investeringsproject. De investeringsprojecten worden integraal toegelicht bij beleidsartikel 6 Investeringen. Er zijn geen projecten in onderzoeksfase.

Projecten in realisatiefase

Omschrijving projecten in realisatie

Projectvolume

(bedragen x € 1 miljoen)

t/m 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025 e.v.

Koninklijke Landmacht

Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer), productie

821,4

788,4

12,8

20,2

         

Midlife Update Fennek

250–1.000

Commercieel vertrouwelijk

Midlife Update Infanterie Gevechtsvoertuig (CV90) incl. CE-pakket

250–1.000

Commercieel vertrouwelijk

C-RAM/Class 1 UAV detectiecapaciteit

166,2

1,4

35,0

39,7

43,4

17,4

17,2

1,1

11,1

Verlenging levensduur Patriot

148,1

12,7

14,7

16,7

22,7

32,3

20,4

13,3

15,5

Vervanging brugleggende tank

101,0

8,1

26,3

34,9

27,0

0,5

0,5

0,5

3,1

Counter Improvised Explosive Devices (C-IED)

101,0

17,3

14,5

13,5

12,7

9,4

2,8

2,8

28,0

Army Ground Based Air Defence System (AGBADS)

100–250

Commercieel vertrouwelijk

Projecten in voorbereidingsfase

Omschrijving projecten in voorbereiding

Projectvolume (bedragen x € 1 miljoen)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Koninklijke Landmacht

Vervanging Medium en Short Range Anti-Tank (MRAT/SRAT)

250–1.000

 

A-brief

       

Verwerving Very Short Range Air Defence (VSHORAD)

100–250

 

A-brief

       

Vervanging Amarok

100–250

   

A-brief

     

3.4. Beleidsartikel 4: Koninklijke Luchtmacht

Algemene doelstelling

De Koninklijke Luchtmacht is een modern en technologisch krijgsmachtdeel dat wereldwijd actief is. De luchtmacht ondersteunt bestrijding van internationale onrust en biedt hulp bij rampen. In Nederland zorgt ze voor veiligheid vanuit de lucht door onder andere bewaking en verdediging van het luchtruim. Hiervoor beschikt het krijgsmachtdeel over hooggekwalificeerd personeel, vliegtuigen, helikopters en andere wapensystemen.

Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en de samenstelling van de luchtmacht en van de mate van gereedheid van de luchtmacht.

De luchtmacht is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de lucht- en grondgebonden capaciteit van de krijgsmacht. De luchtmacht is inzetbaar voor zowel expeditionaire taken als nationale taken.

Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de luchtmacht gereed gesteld.

Koninklijke Luchtmacht

Capaciteit

Aantal

Inzetbare eenheid

Omschrijving

Jachtvliegtuigen (kortdurend)

1

1 x vlucht F-16

Een groep jachtvliegtuigen inclusief (gevechts) ondersteuning

Advanced Target Development

Een team ter ondersteuning van het targeting proces

Tactisch luchttransport (kortdurend)

1

C-130

C-130 inclusief (gevechts)ondersteuning

OF

     

Jachtvliegtuigen (langdurig)

1

1 x vlucht F-16

Een groep jachtvliegtuigen inclusief (gevechts) ondersteuning

Advanced Target Development

Een team ter ondersteuning van het targeting proces

Tactisch luchttransport (langdurig)

1

C-130

C-130 inclusief (gevechts)ondersteuning

EN ALTIJD

     

Dual capable aircraft

1

1 x vlucht dual capable aircraft

Een groep jachtvliegtuigen met dual capable capaciteit inclusief ondersteuning

Strategisch luchttransport (langdurig) of AAR (kortdurend)

1

KDC-10

KDC-10 voor strategisch luchttransport of AAR inclusief (gevechts) ondersteuning

Strategic medevac

1

Aeromedical evacuation team

Medisch team voor evacuatie door de lucht

Onbemande luchtsystemen (langdurig)

1

Processing Exploration Dissemination (PED) Cell

Een team analisten en inlichtingenpersoneel ter ondersteuning van het joint ISR proces

Permanente capaciteit NLD t.b.v. nationale veiligheid

 

Luchtruimbewaking BENELUX

Een groep jachtvliegtuigen voor Quick reaction Alert inclusief (gevechts) ondersteuning

Beleidswijzigingen

Opdrachten

Voor de nationale operaties levert de Koninklijke Luchtmacht, samen met de Belgische luchtmacht, het gehele jaar een bijdrage aan de luchtruimbewaking van de BENELUX, met twee F-16’s ondersteund door de luchtgevechtsleiding (QRA). Daarnaast wordt het gehele jaar een NH-90 aan het Station Schip Caribisch Gebied (SSCG) toegewezen, staan de Chinook en Cougar helikopters gedurende enkele maanden geconsigneerd voor de zogenaamde Fire Bucket Operations en staat een KDC-10 stand-by voor eventuele strategische medische evacuaties.

Ten behoeve van de snelle inzetbare eenheden (SIC) heeft de Koninklijke Luchtmacht het gehele jaar vier F-16’s gereed staan voor de VJTF(A), levert ze het gehele jaar een NH-90 aan de Standing NATO Maritime Group One (SNMG1), staat er het gehele jaar een NH-90 gereed voor het NATO Readiness Initiative (NRI) en embarkeren twee Cougar helikopters aan boord van de Amphibious Task Group (ATG 2020). Gedurende de tweede helft van het jaar wordt tevens een composite squadron, bestaande uit een vlucht Apache en een vlucht Chinook-helikopters, plus een C-130 transportvliegtuig aan de European Battle Group (EUBG 2020-II) geleverd.

Instandhouding van de Cougar-helikopters

Vanuit de Voorjaarsnota 2019 wordt incidenteel geld beschikbaar gesteld om de inzetbaarheid van de Cougar-helikopters tot einde levensduur (2030) te garanderen. Door de investeringen kan veroudering van het wapensysteem worden gemitigeerd en kan tegelijkertijd het wapensysteem worden aangepast om te blijven voldoen aan de geldende wet- en regelgeving (compliancy).

Vervanging jachtvliegtuigen

Met de gelden die voor het Nationaal Plan beschikbaar zijn gesteld voor de aanschaf van 9 F-35 toestellen wordt de basis gelegd voor een derde F-35 squadron. Met extra F-35’s vergroten we de slagkracht in het luchtdomein in het hoogste geweldsspectrum. Vijfde generatie jachtvliegtuigen zijn binnen de NAVO en EU een schaarse capaciteit. Met een volledig derde squadron wordt het mogelijk langdurig vier F-35’s in te zetten of kortdurend acht F-35’s in te zetten op één as. Ook maakt een volledig derde squadron het mogelijk kortdurend met vier F-35’s een tweede as te bedienen.

De transitie van de F-16 naar de F-35 heeft een grote impact op de luchtmacht. Er kunnen in 2020 maar vier F-16’s kortdurend of langdurig ingezet worden voor expeditionaire taken en in 2021 maar vier kortdurend. Tegelijkertijd wordt voor de F-35 gepland om eind 2021 de status Initial Operational Capable te behalen, waarmee de eerste vlucht F-35’s gereed komt voor expeditionaire taken. In de periode naar 2025 wordt de F-16 vloot en de vulling van de bijbehorende organisatie af- dan wel omgebouwd.

Vergroten inzetbaarheid helikopters

De Chinook ondergaat een vervangings- en moderniseringsprogramma en de vloot wordt met drie toestellen uitgebreid, waarbij de Chinook eind 2021 initieel operationeel beschikbaar is. Gedurende de transitieperiode heeft de luchtmacht minimaal één toestel minder ter beschikking voor het operationele gereedstellingsproces en wordt de norm voor de operationele gereedheid gereduceerd tot een vlucht. De Apache ondergaat een modificatieprogramma, waarbij is voorzien dat deze in 2025 weer initieel operationeel beschikbaar is. Tijdens deze transitieperiode heeft de luchtmacht minder toestellen beschikbaar. Dit is nog afhankelijk van het transitieplan dat wordt opgesteld in samenwerking met de fabrikant. De norm voor operationele gereedheid wordt gedurende de transitie gereduceerd tot een vlucht.

Invoeren van de MALE UAV

De Nederlandse krijgsmacht verkrijgt met de Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle (MALE UAV) een capaciteit die langdurig tactische en strategische informatie vanuit de lucht kan vergaren. Hiermee krijgen eigen en bondgenootschappelijke troepen een eerdere en betere informatiepositie en kan politieke en militaire besluitvorming sneller en beter plaatsvinden. De MALE UAV capaciteit wordt middels vier toestellen van het type MQ-9 Reaper ingevuld. In 2020 worden de eerste twee toestellen aan Nederland geleverd en in 2021 de laatste twee toestellen. Naar verwachting beschikt Defensie over een initiële operationele capaciteit vanaf begin 2021, waarmee de kwaliteit van de inlichtingenondersteuning van missies toeneemt.

Vervanging KDC-10

In 2020 beschikt de Koninklijke Luchtmacht over één KDC-10 nadat de andere eind 2019 is uitgefaseerd. Vanaf medio 2020 worden taken van de KDC-10 overgenomen door een opbouwende vloot van acht Multi Role Tanker Transport (MRTT) vliegtuigen, die middels internationale samenwerking wordt aangeschaft. De laatste KDC-10 faseert in 2021 uit zodra de eerste uitzendbare MRTT-capaciteit beschikbaar komt. Tijdens de transitie en opbouw naar een volledige MRTT-capaciteit is er minder eigen capaciteit beschikbaar voor luchttransport. Het tekort aan strategisch luchttransport wordt evenwel zoveel als mogelijk aangevuld met inhuur.

Vernieuwend samenwerken

De luchtmacht richt zich, naast de innovatie rondom fifth generation air, ook op langdurige strategische samenwerking met civiele partijen om oplossingen op het gebied van onderwijs en de uitwisseling van talent binnen de militaire en civiele luchtvaartindustrie mogelijk te maken. Relevante organisaties uit de luchtvaartsector, de techniek, ROC-onderwijsinstellingen, onderhoudsbedrijven, kennisinstituten en overheidsorganisaties werken daarbij samen om talent voor de sector en de regio optimaal te benutten en te behouden. In 2020 wordt ingezet op het borgen van deze werkwijzen en het vermeerderen van dergelijke initiatieven.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Artikel 4 Koninklijke Luchtmacht (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

890.455

843.971

847.316

860.192

845.691

846.341

844.981

               

Uitgaven

771.677

843.971

847.316

860.192

845.691

846.341

844.981

waarvan juridisch verplicht

   

83%

       
               

Opdrachten

230.498

258.450

262.141

270.014

248.932

253.400

253.587

– gereedstelling

18.005

19.857

18.618

19.500

19.416

18.601

18.601

– instandhouding materieel

212.493

238.593

243.523

250.514

229.516

234.799

234.986

Personele uitgaven

436.161

515.536

563.898

566.167

568.140

563.999

564.348

– waarvan eigen personeel

432.225

472.012

473.101

473.560

477.162

479.961

480.310

– waarvan externe inhuur

3.936

8.673

         

– waarvan overige personele exploitatie1

 

34.851

90.797

92.607

90.978

84.038

84.038

Materiële uitgaven

105.018

69.985

21.277

24.011

28.619

28.942

27.046

– waarvan instandhouding infrastructuur

 

1.000

355

355

355

355

355

– waarvan instandhouding IT

   

4.906

6.542

6.547

6.547

6.547

– waarvan overige materiële exploitatie1

105.018

68.985

16.016

17.114

21.717

22.040

20.144

               

Apparaatsontvangsten

20.425

12.043

12.032

12.032

12.032

12.032

12.066

X Noot
1

De uitgaven voor overige personele exploitatie zijn in 2018 verantwoord onder de overige materiële exploitatie

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2020 volledig verplicht is. Voor 2020 is 83% juridisch verplicht t.o.v. het totaal beschikbare budget.

Opdrachten

Gereedstelling

Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten, alsmede de daarbij behorende huur van oefenterreinen en andere operationele zaken, zoals de inhuur van Red Air. Een voorbeeld van een oefening is Frisian Flag 2020. Hiermee organiseert Nederland de grootste Europese multinationale oefening voor jachtvliegtuigen.

Instandhouding materieel

De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-) systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door vooral het Logistiek Centrum in Woensdrecht gedaan. Het betreft zowel de uitbesteding van instandhoudingswerk als de aanschaf van materiaal als (reserve-) onderdelen. Ten opzichte van de vorige begroting zijn, vanwege de vorming van het defensiematerieelbegrotingfonds, meer artikelen rechtstreeks gerelateerd aan de instandhouding en worden daarom niet meer op de overige materiële exploitatie verantwoord maar op de instandhouding. Dit betreft o.a. de militaire uitrustingen, en de niet-wapensysteem gebonden artikelen en diensten.

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten, uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer, reservisteninzet en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen (zowel vliegeropleidingen als andersoortige opleidingen), werving, dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven. De uitgaven voor militaire uitrustingen zijn overgegaan naar het financiële instrument «instandhouding materieel».

Materiële uitgaven

Materiële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals kantoorinrichting en kantoorartikelen, transport en voorlichting. Daarnaast worden hier de uitgaven voor restaurant gerelateerde diensten, kennisontwikkeling, technologische ontwikkeling en innovatie, schadevergoedingen en kosten voor betalingsverkeer verantwoord.

De uitgaven die een relatie hebben met het instandhouden van het materieel, zoals werkplaatsinrichting en militaire artikelen en uitrustingen zijn overgegaan naar het instrument «instandhouding materieel».

Investeringen

Naast de exploitatie-uitgaven, die in de tabel budgettaire gevolgen van beleid zijn opgenomen en in dit artikel worden toegelicht, worden er voor de luchtmacht ook investeringen gedaan. Onderstaande tabellen tonen de investeringsprojecten van de Koninklijke Luchtmacht voor de planperiode van vijftien jaar, onderverdeeld naar realisatiefase en voorbereidingsfase. Er zijn geen projecten in onderzoeksfase. Dit betreft de uitgaven voor de investeringsprojecten. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het budget van het betreffende investeringsproject. De investeringsprojecten worden integraal toegelicht bij beleidsartikel 6 Investeringen.

Projecten in realisatiefase

Omschrijving projecten in realisatie

Projectvolume (bedragen x € 1 miljoen)

t/m 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025 e.v.

Koninklijke Luchtmacht

Verwerving F-35

4.766,5

1.220,3

816,6

709,7

688,7

600,9

343,4

182,7

204,3

NH-90

1.204,6

1.065,1

20,1

51,0

25,5

21,4

21,4

   

Chinook Vervanging en Modernisering

997,3

78,7

285,6

377,5

156,6

98,9

     

Apache Remanufacture

892,5

13,6

5,9

8,0

27,0

131,2

294,4

256,7

155,7

Verwerving Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle (MALE UAV)

384,7

3,0

41,8

44,3

60,6

52,4

15,7

15,2

151,6

Verwerving strategisch luchttransport en AAR (Multi Role Tanker Transport (MRTT))

250–1.000

Commercieel vertrouwelijk

F-35: Verwerving middellange tot lange afstandsraket

123,9

0,6

2,4

1,6

34,9

0

68,4

16,0

 

AH-64D block II upgrade

122,6

66,9

11,7

17,8

8,0

8,1

10,1

   
Projecten in voorbereidingsfase

Omschrijving projecten in voorbereiding

Projectvolume (bedragen x € 1 miljoen)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Koninklijke Luchtmacht

Vervanging C-130

250–1.000

     

A-brief

   

Vervanging PC-7

100–250

 

A-brief

       

Block Upgrade NH-90

100–250

   

A-brief

     

3.5. Beleidsartikel 5: Koninklijke Marechaussee

Algemene doelstelling

De Koninklijke Marechaussee (KMar) waakt over de veiligheid van Nederland en het Caribisch gedeelte van het Koninkrijk der Nederlanden. Wereldwijd wordt de marechaussee ingezet op plaatsen van strategisch belang. Van koninklijke paleizen tot aan de buitengrenzen van Europa. Van luchthavens in Nederland en het Caribisch gebied tot oorlogs- en crisisgebieden overal ter wereld.

De marechaussee heeft 3 hoofdtaken:

  • 1. grenspolitietaak;

  • 2. bewaken en beveiligen;

  • 3. internationale en militaire politietaken.

Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie

De Minister is beheersverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de KMar. De uitvoering is opgedragen aan de KMar. Het gezag over de KMar berust bij meerdere ministeries. Afhankelijk van de betreffende taak zijn dat de ministeries van Justitie en Veiligheid (inclusief de Directoraat-Generaal Migratie, het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid), Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie.

In artikel 4 van de Politiewet 2012 wordt de KMar de onderstaande taken opgedragen:

  • Bewaken en beveiligen van koninklijke paleizen, ambassades in risicogebieden, de Nederlandsche Bank en militaire objecten en personen;

  • De uitvoering van de politietaak ten behoeve van Nederlandse en andere strijdkrachten, alsmede internationale militaire hoofdkwartieren, en ten aanzien van tot die strijdkrachten en hoofdkwartieren behorende personen;

  • De uitvoering van de politietaak op plaatsen onder beheer van Onze Minister van Defensie, op verboden plaatsen die krachtens de Wet bescherming staatsgeheimen ten behoeve van de landsverdediging zijn aangewezen, alsmede op het terrein van de ambtswoning van Onze Minister-President;

  • Politietaken op en beveiliging van burgerluchtvaartterreinen;

  • Bijstand aan en samenwerking met de Nationale Politie (bijvoorbeeld inzet voor de bewaking en beveiliging van hoog risico objecten);

  • De uitvoering van de vanuit de Vreemdelingenwet opgedragen taken, waaronder de grenspolitietaken (ook in Frontex-verband ter ondersteuning van de grensbewaking van Schengen-lidstaten);

  • De bestrijding van mensensmokkel en fraude met reis- en identiteitsdocumenten.

Door de uitvoering van deze taken in binnen- en buitenland levert de KMar continu een bijdrage aan de veiligheid van de Staat.

Geplande inzet

Het takenpakket van de KMar is gericht op de veiligheid van de Staat en kent drie hoofdtaken: de grenspolitietaken, bewaken en beveiligen en (inter)nationale en militaire politie(zorg)taken.

1. Grenspolitietaak

De grenspolitietaken van de KMar worden uitgevoerd op basis van de Politiewet, de Vreemdelingenwet en de Schengengrenscode. Vanuit de grenspolitietaak richt de KMar zich op de bestrijding van illegale migratie, grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme. Naast de grenspolitietaken voert de KMar op de aangewezen luchthavens tegelijkertijd ook de «civiele» politietaak uit.

Deze taken worden (binnen juridische kaders en zo veel mogelijk) informatie- en risico gestuurd verricht door het optimaal benutten van zowel de informatiepositie van de KMar als die van de ketenpartners, in het fysieke en het digitale domein.

Kengetal

Prognose 2020

Aantal geweigerde personen aan de buitengrens door de KMar

2.500

Aantal personen dat aangeeft asiel te willen aanvragen aan de buitengrens en tijdens MTV controles

1.000

Aantal personen dat door tussenkomst van de KMar terugkeert (uitzettingen en verwijderingen)

4.500

Aantal aanhoudingen door de KMar op verdenking van mensensmokkel

150

Aantal onderkende illegalen tijdens MTV controles

600

Aantal gecontroleerde personen tijdens MTV controles

120.000

Aantal inklimmers maritieme grens

900

2. Bewaken en Beveiligen

De KMar draagt zorg voor de bewaking en beveiliging van bepaalde vitale objecten, personen en diensten. De KMar doet dit zelfstandig, in bijstand aan de politie en ook in samenwerking met nationale en internationale publieke en private partners op het gebied van bewaken en beveiligen.

Doelstelling

Norm 2020

Het percentage uitvoering Toezichtprogramma Beveiliging Burgerluchtvaart

100%

Het aantal inzetbare Hoog Risico Beveiligingspelotons voor non-permanente bewaking van hoog risico objecten

6

Het servicepercentage beveiligde waardetransporten voor De Nederlandsche Bank

100%

Beschikbare operationele KMar-eenheden voor expeditionaire persoonsbeveiliging

(zie matrix inzetbaarheidsdoelen)

3. (Inter)nationale en militaire politie(zorg)taken

Om de inzetbaarheidsdoelen ten behoeve van de hoofddoelstellingen van Defensie te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de KMar gereed gesteld.

Koninklijke Marechaussee

Capaciteit

Aantal

Inzetbare eenheid

Omschrijving

(Inter)nationale en militaire politie(zorg)taken

1

Expeditionaire taken (langdurig, gezag: MvD)

Elementen voor diverse vormen van expeditionaire inzet zoals civiele politiemissies, Stability Policing en overige expeditionaire taken.

Crowd & Riot Control taken (kortdurend, gezag: MvD)

Peloton voor crowd & riot control voor Defensie als onderdeel van een missie.

Close protection capaciteit CDS (langdurig, gezag: MvD)

Eenheid met speciale beveiligingsopdracht voor CDS van KMAR.

Binnen de pijler (inter)nationale- en (militaire) politie(zorg)taken valt een onderscheid te maken tussen militaire politiezorgtaken, civiele vredes- en internationale taken (waaronder de NAVO Militaire Politietaken en Stability Policing taken), Defensietaken en de taken van de liaison officieren in het buitenland. In de Politiewet zijn de militaire politiezorgtaken voor Defensie opgedragen aan de KMar. Door het uitvoeren van die taak, onder het gezag van het Openbaar Ministerie, levert de KMar een belangrijke bijdrage aan de integriteit van de Krijgsmacht. De uitoefening van deze taken beperkt zich niet alleen tot het Nederlands grondgebied; de KMar gaat ook mee tijdens uitzendingen, inzet en oefeningen van Nederlandse militaire eenheden buiten Nederland. De KMar kan onder aansturing van de CDS bijvoorbeeld als een «combat support force enabler» internationaal worden ingezet op militaire politietaken-functies, ter ondersteuning van militaire operaties onder bevel van een militaire commandant.

In Caribisch Nederland is de KMar zelfstandig verantwoordelijk voor de taken die de organisatie ook in het Europese deel van het Koninkrijk heeft. Zo is de KMar onder andere verantwoordelijk voor de grensbewaking van de luchthavens en de zeegrenzen op de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Op Bonaire is de KMar verantwoordelijk voor het bewaken van en het toezicht houden op de beveiliging van Flamingo Airport. Op Sint-Eustatius en Saba is de KMar belast met de uitvoering van het vreemdelingentoezicht. De KMar ondersteunt daarnaast het politiekorps Caribisch Nederland.

Kengetal

prognose 2020

Aantal misdrijfdossiers (aangeleverd aan militair parket)

500

Beschikbare operationele KMar-eenheden voor internationale crisis- en humanitaire operaties

(zie matrix inzetbaarheidsdoelen)

Beleidswijzigingen

Grenzen en veiligheid

Op het gebied van grenzen en veiligheid speelt een aantal ontwikkelingen als gevolg van nieuwe EU wetgeving inzake een Europees In- en Uitreissysteem (EES), een Europees Informatie- en Reisautorisatiesysteem (ETIAS), wijzigingen in het Schengen Informatiesysteem (SIS), de voorstellen voor aanpassing van EURODAC, het Visum Informatiesysteem (EUVIS) en inzake de interoperabiliteit tussen deze systemen, die op termijn consequenties hebben voor alle betrokken partijen, waaronder de KMar. De voorbereidingen voor de implementatie van de EU-verordeningen zijn gestart.

Versterking grensbewaking

De KMar heeft in de Voorjaarsnota 2019 structureel extra middelen (€ 3 miljoen) ontvangen ten behoeve van het versterken van de grensbewaking. De KMar zal hiermee innovatieve ontwikkelingen financieren die de digitalisering van het grensproces ondersteunen, alsmede investeren in projectcapaciteit en additionele Brexit-kosten.

Frontex

De Europese grensbewakingsorganisatie Frontex werkt aan het opzetten van een vaste capaciteit ter ondersteuning van lidstaten op gebied van migratie. De consequenties hiervan voor de KMar zijn nog niet volledig inzichtelijk en worden verder uitgewerkt (zodat de uitvoering per 1 januari 2021 voldoet aan de verplichtingen6).

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Artikel 5 Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

410.732

456.895

436.668

433.493

433.346

434.460

435.198

               

Uitgaven

410.737

456.895

436.668

433.493

433.346

434.460

435.198

waarvan juridisch verplicht

   

86%

       
               

Opdrachten

4.907

7.028

6.724

6.724

6.724

6.724

6.724

– gereedstelling

4.905

7.028

6.724

6.724

6.724

6.724

6.724

– instandhouding materieel

2

           

Personele uitgaven

361.209

434.035

412.460

407.534

407.618

408.737

409.375

– waarvan eigen personeel

351.521

411.783

393.985

389.381

389.793

390.734

391.366

– waarvan externe inhuur

9.688

4.146

         

– waarvan overige personele exploitatie1

 

18.106

18.475

18.153

17.825

18.003

18.009

Materiële uitgaven

44.621

15.832

17.484

19.235

19.004

18.999

19.099

– waarvan instandhouding infrastructuur

 

70

         

– waarvan overige materiële exploitatie1

44.621

15.762

17.484

19.235

19.004

18.999

19.099

               

Apparaatsontvangsten

14.529

4.587

4.576

4.376

4.376

4.376

4.408

X Noot
1

De uitgaven voor overige personele exploitatie zijn in 2018 verantwoord onder de overige materiële exploitatie

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2020 volledig verplicht is. Voor 2020 is 86% juridisch verplicht t.o.v. het totaal beschikbare budget.

Opdrachten

Gereedstelling

Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft o.a. de operationele rantsoenen, civiele taken en operationele zaken, waaronder het huren van oefenterreinen. De uitgaven voor oefen- en operationele munitie en instandhouding simulatoren zijn overgegaan naar het financiële instrument «instandhouding materieel». De uitgaven voor onderhoud en ondersteuning van commandovoering zijn overgegaan naar instandhouding IT.

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen, internationale verhuizingen en overige personeelsgebonden uitgaven. De uitgaven voor militaire uitrustingen zijn overgegaan naar het financiële instrument «instandhouding materieel».

Materiële uitgaven

Materiële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals kantoorinrichting en kantoorartikelen, transport, voorlichting. En verder de uitgaven voor restaurant gerelateerde diensten, de uitgaven voor kennis, technologische ontwikkeling en innovatie, schadevergoedingen en kosten voor betalingsverkeer etc.

De uitgaven die een relatie hebben met het instandhouden van het materieel, zoals werkplaatsinrichting en militaire artikelen en uitrustingen zijn overgegaan zijn het instrument «instandhouding materieel».

Investeringen

De KMar kent geen investeringsprojecten boven de € 100 miljoen in de planperiode van 15 jaar. Alle investeringsprojecten worden integraal toegelicht bij beleidsartikel 6 Investeringen.

3.6. Beleidsartikel 6: Investeringen

Algemene doelstelling

Defensie voorziet in nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen en zij verkoopt, indien aan de orde, groot materieel en infrastructuur.

Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie

De Minister is verantwoordelijk voor het tijdig voorzien in van nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen alsmede de afstoting van overtollig groot materieel en infrastructuur. Tot de investeringen worden gerekend alle planbehoeften met een meerjarig karakter. Dit omvat ook de bijdragen aan de NAVO voor het doen van investeringen en wetenschappelijk onderzoek. Tot de investeringen worden ook bijdragen gerekend aan de instandhouding, die direct samenhangen met de betreffende investering.

Beleidswijzigingen

Informatiegestuurd Optreden (IGO)

In de Defensienota is de duidelijke strategische keuze gemaakt dat Defensie in de komende jaren inzet op IGO. De mate waarin informatie kan worden verzameld en verwerkt en de snelheid waarmee geïnformeerde besluiten kunnen worden genomen is essentieel voor de slagvaardigheid van de krijgsmacht. Dit betekent investeren in mensen, manieren en middelen. De komende jaren willen we de eerste stappen maken door te investeren in de benodigde middelen. Diverse toekomstige investeringen op het gebied van IGO moeten kunnen steunen op een moderne en robuuste IT-basisinfrastructuur, die een stevig en betrouwbaar fundament biedt mét voldoende bandbreedte in het operationele domein. Het vernieuwde programma GrIT en het programma Foxtrot dragen bij aan dit fundament en vormen samen met toekomstige IGO-investeringen de benodigde randvoorwaarden voor een informatiegestuurde krijgsmacht. We investeren in beschikbare bandbreedte, beveiliging van onze netwerken en in interoperabiliteit met onze partners.

Middelen

Naast het materieel dat in de beleidsagenda wordt genoemd, komt ook het volgende materieel ter beschikking waarover de Kamer reeds is geïnformeerd:

  • Het kledingpakket wordt uitgebreid met nieuwe artikelen. Deze vormen een flinke kwaliteitsverbetering ten opzichte van de eerdere versies, waarmee het kledingpakket een nog betere basis biedt voor optreden in koude en warme omgevingen;

  • Indien de testen in 2019 goed verlopen, worden enkele duizenden smart vests opgeleverd. Deze zijn bestemd voor te voet optredende militairen;

  • De eerste van vier LC-fregatten die het instandhoudingsprogramma doorlopen, worden voorzien van Goalkeeper-luchtverdedigingssystemen die hun eigen instandhoudingsprogramma hebben doorlopen;

  • Het eerste van de twee hydrografische opnemingsvaartuigen die een midlife update programma doorlopen, wordt opgeleverd. Dit geldt ook voor het ondersteuningsvaartuig in het Caribisch gebied;

  • Eind 2020 zijn een tweede CBRN-verdedigingscompagnie, een CBRN-responseenheid en een multidisciplinaire trainingsfaciliteit ingericht;

  • In 2020 verwachten we de uitlevering van 155 mm precision guided kits & Excalibur, 12,7mm (.50) patronen, rookgranaten en 40mm granaten voor de granaatwerper.

In 2018 en 2019 heeft de Kamer een aanzienlijk aantal A-brieven over behoeftestellingen ontvangen. Deze projecten zijn in uitvoering en van enkele niet-gemandateerde projecten uit deze lijst ontvangt de Kamer naar verwachting in 2020 verdere DMP-brieven. Bovendien ontvangt de Kamer naar verwachting enkele A-brieven over nieuwe materieelprojecten, zoals de vervanging van het middelzwaar landingsvaartuig (LCVP), de Zr.Ms. Mercuur en de hydrografische opnamevaartuigen en het Short Range Anti-Tank systeem.

Vernieuwend samenwerken

We werken op een vernieuwende manier samen in het Programma Vervanging Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en Wielbergingsvoertuigen waarvoor de Kamer nog in 2019 de A-brief zal ontvangen. De operationele wielvoertuigen, inclusief fysieke distributie en C4I-middelen, die worden vervangen, hebben een essentiële rol in de ondersteuning van het joint optreden. In de behoefte is rekening gehouden met slimme oplossingen. Zo wordt een deel van de behoefte op een adaptieve wijze samen met de markt ingevuld, waarbij wordt gestreefd naar «beschikbaarheid boven bezit» voor zowel materieel als personeel. Daarnaast wordt het informatiegestuurd optreden binnen de logistieke keten versterkt volgens de standaarden van Foxtrot / TEN (Tactical Edge Networking). Hierdoor stijgt de efficiency van het logistieke systeem.

In het logistieke ecosysteem verdiepen we de samenwerking met de markt. Zo gaan we het Logistiek Centrum Soesterberg samen met de markt ontwerpen en streven we voor het Technology Centre Land naar een gezamenlijke bouw van duurzame capaciteiten (zoals een motorenproefstand). We maken hierbij steeds de afweging wat we zelf moeten kunnen en waarvoor we met de markt kunnen samenwerken.

Innoveren

Van de investeringsprojecten de komende jaren gaat een extra kennisimpuls uit. Dat geldt eveneens voor relevante beleidsterreinen buiten Defensie. Zo heeft Defensie zich aangesloten bij de Nationale Wetenschapsagenda (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en komen via het missiegedreven innovatiebeleid (van het Ministerie van EZK) extra middelen voor Defensie beschikbaar.

In november 2018 is de Innovatiestrategie Defensie (ISD) gepubliceerd. Met de ISD willen we innovatie versnellen en versterken. Daarbij gaat ook in 2020 uitdrukkelijk aandacht uit naar nieuwe partners, zoals startups en Fieldlabs. Zo steunen we met de ISD dus ook de Defensie Industrie Strategie.

Wetenschappelijk onderzoek/kennis en innovatie

Een deel van de uitgaven aan wetenschappelijk onderzoek is verplaatst naar Niet-beleidsartikel 9 omdat ze minder het karakter van investeringen hebben, maar (conform de definitie in de Rijksbegrotingsvoorschriften) een bijdrage aan een ander begrotingshoofdstuk zijn. Het betreft de programmafinanciering van TNO, NLR en MARIN. Deze bekostiging van kennis en innovatie wordt door Defensie gebruikt om bij MARIN, NLR en TNO een defensiespecifieke kennisbasis in stand te houden voor technologieontwikkeling, kennistoepassing en het faciliteren van innovaties. Op dit beleidsartikel 6 resteren de bijdrage aan grote onderzoeksfaciliteiten en uitgaven voor technologieontwikkeling, kennisgebruik en kort-cyclische innovatie. Deze worden gepresenteerd onder de noemer «bekostiging kennis en innovatie».

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Artikel 6 Investeringen (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

3.799.130

5.948.108

3.255.860

7.019.983

2.184.267

2.991.172

3.865.335

Opdrachten

3.693.634

5.838.419

3.185.857

6.951.259

2.116.009

2.924.651

3.798.715

Investeringen materieel

3.186.241

5.273.044

2.621.457

6.432.132

1.544.099

2.249.437

3.276.011

Investeringen infrastructuur

197.911

234.915

248.006

258.779

295.765

289.418

258.442

Investeringen IT

309.482

330.460

316.394

260.348

276.145

385.796

264.262

Begrotingsreserve

 

0

0

0

0

0

0

Bekostiging

81.971

77.919

37.311

37.343

37.373

37.373

37.373

Bijdrage aan internationale organisaties

23.525

31.770

32.692

31.381

30.885

29.148

29.247

               

Uitgaven

1.736.955

2.624.129

2.864.661

3.158.908

3.487.531

3.321.441

3.386.524

waarvan juridisch verplicht

   

75%

       

Opdrachten

1.643.037

2.514.440

2.794.658

3.090.184

3.419.273

3.254.920

3.319.904

Investeringen materieel

1.112.677

2.011.157

2.191.803

2.532.106

2.710.196

2.546.394

2.762.804

Investeringen infrastructuur

258.273

272.823

286.461

297.730

332.932

322.730

292.838

Investeringen IT

272.087

230.460

316.394

260.348

376.145

385.796

264.262

Begrotingsreserve

0

0

0

0

0

0

0

Reserve valutaschommelingen

 

0

0

0

0

0

0

Bekostiging

67.133

77.919

37.311

37.343

37.373

37.373

37.373

Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten

   

2.400

2.400

2.400

2.400

2.400

Technologieontwikkeling

   

26.511

26.543

26.573

26.573

26.573

Kennisgebruik

   

3.400

3.400

3.400

3.400

3.400

Kort-cyclische innovatie

   

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

Bijdrage aan internationale organisaties

26.785

31.770

32.692

31.381

30.885

29.148

29.247

Investeringen infrastructuur NAVO

26.785

31.770

32.692

31.381

30.885

29.148

29.247

               

Programma ontvangsten

234.122

124.556

75.228

65.128

58.298

95.998

95.998

– Verkoopopbrengsten strategisch materieel

126.714

73.886

34.958

32.358

26.558

61.958

61.958

– Overige ontvangsten materieel

51.671

35.200

30.700

23.700

23.700

23.700

23.700

– Verkoopopbrengsten strategisch infrastructuur

39.371

10.050

5.050

5.000

4.950

7.250

7.250

– Overige ontvangsten infrastructuur

10.785

2.120

1.220

770

1.220

1.220

1.220

– Ontvangsten Internationale organisaties

5.581

3.300

3.300

3.300

1.870

1.870

1.870

Artikel 6 Investeringen (bedragen x € 1.000)
 

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

Verplichtingen

4.665.494

1.617.432

1.299.527

1.817.331

1.623.205

1.094.675

2.315.516

1.702.501

2.266.649

Opdrachten

4.598.921

1.550.843

1.232.938

1.750.742

1.556.616

1.028.086

2.248.926

1.635.912

2.200.060

Investeringen materieel

4.073.485

1.035.316

743.562

1.294.295

1.035.851

614.327

1.759.383

1.146.454

1.710.602

Investeringen infrastructuur

255.834

257.520

264.831

266.838

265.250

223.686

301.000

301.000

301.000

Investeringen IT

269.602

258.007

224.545

189.609

255.515

190.073

188.543

188.458

188.458

Begrotingsreserve

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Bekostiging

37.373

37.373

37.373

37.373

37.373

37.373

37.374

37.373

37.373

Bijdrage aan internationale organisaties

29.200

29.216

29.216

29.216

29.216

29.216

29.216

29.216

29.216

                   

Uitgaven

2.988.701

2.969.262

2.936.994

2.841.603

2.980.836

2.823.600

2.822.456

2.797.022

2.797.335

Opdrachten

2.922.128

2.902.673

2.870.405

2.775.014

2.914.247

2.757.011

2.755.866

2.730.433

2.730.746

Investeringen materieel

2.358.974

2.347.158

2.341.962

2.284.405

2.357.732

2.265.938

2.266.323

2.240.975

2.241.288

Investeringen infrastructuur

293.552

297.508

303.898

301.000

301.000

301.000

301.000

301.000

301.000

Investeringen IT

269.602

258.007

224.545

189.609

255.515

190.073

188.543

188.458

188.458

Begrotingsreserve

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Reserve valutaschommelingen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Bekostiging

37.373

37.373

37.373

37.373

37.373

37.373

37.374

37.373

37.373

Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten

2.400

2.400

2.400

2.400

2.400

2.400

2.400

2.400

2.400

Technologieontwikkeling

26.573

26.573

26.573

26.573

26.573

26.573

26.574

26.573

26.573

Kennisgebruik

3.400

3.400

3.400

3.400

3.400

3.400

3.400

3.400

3.400

Kort-cyclische innovatie

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

Bijdrage aan internationale organisaties

29.200

29.216

29.216

29.216

29.216

29.216

29.216

29.216

29.216

Investeringen infrastructuur NAVO

29.200

29.216

29.216

29.216

29.216

29.216

29.216

29.216

29.216

                   

Programma ontvangsten

95.998

95.998

95.998

95.998

87.098

87.098

87.098

87.098

87.098

– Verkoopopbrengsten strategisch materieel

61.958

61.958

61.958

61.958

53.058

44.158

35.258

26.358

17.458

– Overige ontvangsten materieel

23.700

23.700

23.700

23.700

23.700

32.600

41.500

50.400

59.300

– Verkoopopbrengsten strategisch infrastructuur

7.250

7.250

7.250

7.250

7.250

7.250

7.250

7.250

7.250

– Overige ontvangsten infrastructuur

1.220

1.220

1.220

1.220

1.220

1.220

1.220

1.220

1.220

– Ontvangsten Internationale organisaties

1.870

1.870

1.870

1.870

1.870

1.870

1.870

1.870

1.870

Aan te gane verplichtingen

Met de verplichtingen Voorzien in nieuw materieel wordt inzicht gegeven in de langjarige effecten op de uitgaven. De raming is gebaseerd op het geplande moment dat voor een project een contract getekend wordt. Het moment waarop een contract daadwerkelijk wordt getekend, als eindfase van de verwerving, is afhankelijk van diverse factoren. Definitieve politieke besluitvorming over de scope en fasering van een project, samenwerking met derden en onderhandelingen met leveranciers, kunnen leiden tot een ander moment van het aangaan van de verplichting dan op dit moment is voorzien. Deze raming is daarmee nadrukkelijk een momentopname.

Projecten waarvoor een juridische verplichting groter dan € 100 miljoen wordt aangegaan in 2020 zijn separaat weergegeven in de navolgende tabel.

Verplichtingen voorzien in nieuw materieel (bedragen x € 1 miljoen)
 

Aan te gaan in 2020

Verwerving F-35

250–1.000

Midlife Update Infanterie Gevechtsvoertuig (CV90) inclusief CE-pakket

250–1.000

Midlife Update Fennek

250–1.000

Verdeling investeringsbudget

In de grafiek Verdeling investeringsbudget wordt het investeringsprogramma over vijftien jaar weergegeven, onderverdeeld naar categorieën, met standdatum 15 juli 2019. De rode lijn is het investeringsbudget zoals dat ook is opgenomen in de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» en dat geldt als het budgettaire uitgavenplafond. De gele lijn zijn de reeds aangegane verplichtingen die in deze jaren tot betaling komen. De grafiek maakt zichtbaar dat in de eerste jaren het investeringsprogramma optelt tot een hoger bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering in de eerste jaren. Deze systematiek is bedoeld om onderrealisatie van het beschikbare budget te voorkomen. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Vanaf 2027 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. De onderprogrammering compenseert de overprogrammering in eerdere jaren.

Verdeling investeringsbudget

De grafiek «fasen investeringsprojecten» geeft inzicht in de mate van flexibiliteit van het totale investeringsprogramma van € 45 miljard in de jaren 2020–2034. De investeringsprojecten zijn onderverdeeld naar de volgende fasen:

  • projecten voorbereidingsfase (groen): voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Voor de DMP-plichtige projecten worden de A-brieven naar de Kamer verzonden;

  • projecten onderzoeksfase (oranje): voor deze projecten geldt dat de behoeftestelling is onderkend, maar nog wordt onderzocht hoe invulling gegeven wordt aan de behoefte. Voor DMP-plichtige projecten geldt dat de A-brieven zijn aangeboden aan de Kamer;

  • projecten realisatiefase (blauw): dit betekent dat de realisatiefase is gestart (de opdracht voor verwerving is aan de uitvoeringsorganisaties gegeven).

Er is in de voorbereidingsfase nog sprake van flexibiliteit in de programmering van de projecten; voor de besteding van deze budgetten zijn nog geen bestuurlijke bindende afspraken gemaakt.

Fasen investeringsprojecten

Investeringsquote

Defensie streeft ernaar om op termijn gemiddeld ten minste twintig procent van haar uitgavenbudget te besteden aan investeringen. Ook de NAVO hanteert dit percentage als richtlijn. Dit streven komt voort uit het besef dat een moderne krijgsmacht voldoende investeringsruimte moet hebben om haar inzetbaarheid op langere termijn te garanderen en haar materieel te kunnen moderniseren. Het kengetal hiervoor is de investeringsquote. Voor het bepalen van de (gewenste) investeringsquote voor de begrotingsperiode wordt gebruik gemaakt van een voortschrijdend vijfjaars gemiddelde. Voor het jaar 2020 is dit 21 procent en hiermee wordt voldaan aan de NAVO-norm.

Navolgende figuur toont de gerealiseerde investeringsquote van 2010 tot en met 2018 en het verwachte vijfjaarlijks voortschrijdend gemiddelde vanaf 2019.

Toelichting op de instrumenten

In het Defensieprojectenoverzicht (DPO) worden alle DMP-plichtige investeringsprojecten met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen toegelicht. In dit beleidsartikel worden alle projecten opgenomen met een financiële omvang van meer dan € 100 miljoen, onderverdeeld naar realisatie-, onderzoeks- en voorbereidingsfase. Bij projecten in realisatiefase worden de verwachte uitgaven per jaar gepresenteerd, tenzij dit commercieel vertrouwelijke informatie betreft. Bij projecten in onderzoeksfase worden per project de bandbreedtes volgens het DMP-proces gepresenteerd, met daarbij de planning van de DMP-brieven. Voor projecten in de voorbereidingsfase worden de projecten opgesomd waarvan in deze begrotingsperiode een A-brief verstuurd wordt. Wezenlijke veranderingen ten opzichte van de Defensienota ten aanzien van het budget of de planning worden hierbij toegelicht. Tevens wordt aangegeven wat de verwachte risico’s zijn voor de realisatie van de uitgaven. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het budget van het betreffende investeringsproject. Sommige projecten in onderzoeks- of realisatiefase hebben een licht gewijzigde naam ten opzichte van de vermelding in de vorige begroting(en). De benamingen zijn in lijn gebracht met de naam die is gebruikt in de A-brief waardoor nu in de begroting, het DPO en de DMP-brieven dezelfde benamingen worden gehanteerd.

Voorzien in nieuw materieel

Projecten in realisatiefase

Projecten in realisatie

Projectvolume (bedragen x € 1 miljoen)

t/m 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025 e.v.

Koninklijke Marine

Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit

922,4

0

13,0

28,0

32,2

64,9

53,1

68,3

662,9

ESSM Block 2: Verwerving & Integratie

250–1.000

Commercieel vertrouwelijk

Verwerving Combat Support Ship (CSS)

250–1.000

Commercieel vertrouwelijk

Vervanging MK46 Lightweight Torpedo

223,0

0

5,4

9,6

17,0

22,4

32,8

32,7

103,1

Verbetering MK48 Torpedo

191,5

74,3

16,0

17,6

17,6

16,6

5,2

21,8

22,5

Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LCF)

185,0

78,1

39,3

35,6

13,4

6,6

8,0

4,1

0

Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD)

143,7

115,4

13,2

12,0

1,1

0,9

1,0

0

0

Vervanging maritiem surface-to-surface missile

100–250

Commercieel vertrouwelijk

Vervanging 127 mm kanon Luchtverdedigings- en Commandofregatten

100–250

Commercieel vertrouwelijk

Verwerving Softkill Torpedo Defensiesysteem

100–250

Commercieel vertrouwelijk

Koninklijke Landmacht

Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer), productie

821,4

788,4

12,8

20,2

         

Midlife Update Fennek

250–1.000

Commercieel vertrouwelijk

Midlife Update Infanterie Gevechtsvoertuig (CV90) incl. CE-pakket

250–1.000

Commercieel vertrouwelijk

C-RAM/Class 1 UAV detectiecapaciteit

166,2

1,4

35,0

39,7

43,4

17,4

17,2

1,1

11,1

Verlenging levensduur Patriot

148,1

12,7

14,7

16,7

22,7

32,3

20,4

13,3

15,5

Vervanging brugleggende tank

101,0

8,1

26,3

34,9

27,0

0,5

0,5

0,5

3,1

Counter Improvised Explosive Devices (C-IED)

101,0

17,3

14,5

13,5

12,7

9,4

2,8

2,8

28,0

Army Ground Based Air Defence System (AGBADS)

100–250

Commercieel vertrouwelijk

Koninklijke Luchtmacht

Verwerving F-35

4.766,5

1.220,3

816,6

709,7

688,7

600,9

343,4

182,7

204,3

NH-90

1.204,6

1.065,1

20,1

51,0

25,5

21,4

21,4

   

Chinook Vervanging en Modernisering

997,3

78,7

285,6

377,5

156,6

98,9

     

Apache Remanufacture

892,5

13,6

5,9

8,0

27,0

131,2

294,4

256,7

155,7

Verwerving Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle (MALE UAV)

384,7

3,0

41,8

44,3

60,6

52,4

15,7

15,2

151,6

Verwerving strategisch luchttransport en AAR (Multi Role Tanker Transport (MRTT))

250–1.000

Commercieel vertrouwelijk

F-35: Verwerving middellange tot lange afstandsraket

123,9

0,6

2,4

1,6

34,9

0

68,4

16,0

 

AH-64D block II upgrade

122,6

66,9

11,7

17,8

8,0

8,1

10,1

   

Defensiebreed

Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW)

1.000–2.500

Commercieel vertrouwelijk

Munitie t.b.v. aanvulling inzetvoorraden

113,2

51,6

50,1

11,5

         

Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)

261,7

82,8

61,2

80,0

37,7

       

Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS)

250–1.000

Commercieel vertrouwelijk

Verwerving Defensie Bewaking- en Beveiligingssysteem (DBBS)

225,1

28,5

12,0

80,4

66,0

22,6

15,5

   

Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM)

133,1

124,8

7,8

0,5

         

Nieuw in realisatiefase zijn de projecten:

  • Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit. Dit zijn zes nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen met een toolbox bestaande uit diverse onbemande systemen. Hierdoor kunnen zij op grote afstand van het mijnengevaarlijk gebied, mijnenbestrijding uitvoeren op de Noordzee of geïntegreerd in een maritieme of amfibische taakgroep.

  • ESSM Block 2: Verwerving & Integratie. Dit zijn raketten met geavanceerde geleidingssystemen ten behoeve van de fregatten.

  • Verwerving Combat Support Ship (CSS). Dit is een maritieme bevoorradingscapaciteit die wereldwijd inzetbaar is en geïntegreerd kan opereren in een maritieme of amfibische taakgroep.

  • Vervanging 127 mm kanon Luchtverdedigings- en Commandofregatten. Het 127 mm kanon op de LCF wordt ingezet tegen zeedoelen tot op een afstand van 12,5 zeemijl om te waarschuwen of te neutraliseren. Ook kan het kanon worden ingezet tegen doelen op het land ter ondersteuning van amfibische en landoperaties.

  • Midlife update Infanterie gevechtsvoertuig (CV90) inclusief CE-pakket. Dit wapensysteem is vanaf 2009 in gebruik en deze midlife update heeft als doel om de CV90 technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden. De projecten Verwerving CE-pakketten IGV en Midlife update Infanterie gevechtsvoertuig (CV90) zijn om doelmatigheidsredenen samengevoegd.

  • Counter Improvised Explosive Devices (C-IED). Door het toekennen van prijsbijstelling is het projectvolume van dit project vanaf dit jaar boven € 100 miljoen, waardoor het project vanaf nu ook in de begroting wordt opgenomen.

  • Munitie ten behoeve van aanvulling inzetvoorraden (hoofdtaak 2). Om de inzetbaarheidsdoelen te kunnen realiseren en de tijdige beschikbaarheid van munitie voor inzet te garanderen, zal Defensie de komende jaren gefaseerd munitievoorraden ophogen. Als gevolg van de gewijzigde veiligheidssituatie is voorts een hogere mate van gereedheid noodzakelijk.

Overige wijzigingen in de projecten worden toegelicht in het Defensieprojectenoverzicht, dat tegelijk met deze begroting wordt aangeboden aan de Tweede Kamer.

Verwerving F-35

De 9 extra toestellen die voortkomen uit de gelden die beschikbaar zijn gesteld voor het Nationaal Plan bij de Voorjaarsnota zullen vanaf 2023–2024 instromen als de laatste van de eerder bestelde 37 toestellen worden geleverd. Met de extra toestellen wordt de basis gelegd voor een derde F-35 squadron. Hoewel nog niet wordt voldaan aan de NAVO-doelstelling kan met in totaal 46 toestellen de inzet van vier toestellen langdurig worden uitgevoerd (4-slag) en is er capaciteit om de DCA-taak (Dual Capable Aircraft) uit te kunnen voeren. De voortgang van het F-35 project is zichtbaar in de jaarlijkse voortgangsrapportage project Verwerving F-35 die gelijktijdig met de Defensiebegroting op Prinsjesdag aan de Kamer wordt aangeboden.

Projecten in onderzoeksfase

Projecten in onderzoek

Projectvolume (bedragen x € 1 miljoen)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Koninklijke Marine

Vervanging Onderzeebootcapaciteit

> 2.500

B-brief

         

Vervanging M-fregatten

1.000–2.500

 

B-brief

       

Vervanging Close-in Weapon System

100–250

 

B-Brief

       

Ten opzichte van de begroting voor 2019 zijn de volgende projecten uit de onderzoeksfase overgegaan naar de realisatiefase:

  • Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit.

  • Verwerving Combat Support Ship (CSS).

  • ESSM Block 2: Verwerving & Integratie.

  • Vervanging Kanons Luchtverdedigings- en Commandofregratten (LCF).

De B-brief voor de Vervanging Onderzeebootcapaciteit was voorzien in 2018, maar wordt nu naar verwachting in het najaar van 2019 verstuurd. De B-brieven voor de vervanging van de M-fregatten en het Close-in Weapon System (de Goalkeeper) waren voorzien in 2019, maar worden naar verwachting in 2020 verstuurd.

Projecten in voorbereidingsfase

Projecten in voorbereiding

Projectvolume (bedragen x € 1 miljoen)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Koninklijke Marine

Vervanging All Terrain Vehicle (ATV)

250–1.000

A-brief

         

Vervanging Zr. Ms. Rotterdam (LPD-1)

250–1.000

       

A-brief

 

Vervanging Standard Missile 2 Block IIIA (SM2-IIIA)

100–250

       

A-brief

 

Vervanging Middelzwaar Landingsvaartuig (LCVP)

100–250

 

A-brief

       

Vervanging Zr. Ms. Mercuur en Hydrografische Opname Vaartuigen (HOV's)

100–250

 

A-brief

       

Midlife Update Oceangoing Patrol Vessel (OPV)

100–250

 

A-brief

       

Midlife Update Zr. Ms. Karel Doorman (Joint Support Ship, JSS)

100–250

     

A-brief

   

Vervanging MK 48 Torpedo

100–250

         

A-brief

Koninklijke Landmacht

Vervanging Medium en Short Range Anti-Tank (MRAT/SRAT)

250–1.000

 

A-brief

       

Verwerving Very Short Range Air Defence (VSHORAD)

100–250

 

A-brief

       

Vervanging Amarok

100–250

   

A-brief

     

Koninklijke Luchtmacht

Vervanging C-130

250–1.000

     

A-brief

   

Vervanging PC-7

100–250

 

A-brief

       

Block Upgrade NH-90

100–250

   

A-brief

     

Defensiebreed

Vervanging Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en Wielbergingsvoertuigen (WTB)

250–1.000

A-brief

         

Vervanging Klein Kaliber Wapens

100–250

     

A-brief

   

Ten opzichte van de begroting voor 2019 doen zich wijzigingen voor bij de volgende projecten:

  • Vervanging Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LCF) (incl. studies). Dit project gaat later van start omdat de levensduur van de fregatten is verlengd. De A-brief wordt nu voorzien in 2026.

  • Vervanging Standard Missile 2 Block IIIA (SM2-IIIA). Dit project was ten onrechte in de bracket 250–1.000 geplaatst. Het projectvolume is niet afgenomen.

  • Midlife Update Oceangoing Patrol Vessel (OPV). De A-brief was voorzien in 2020, maar zal naar verwachting in 2021 worden verstuurd.

  • Vervanging MK 48 Torpedo. Dit project is nieuw opgenomen.

  • Vervanging Medium en Short Range Anti-Tank (MRAT/SRAT). De A-brief was voorzien in 2021, maar zal naar verwachting in 2020 worden verstuurd.

  • Verwerving Very Short Range Air Defence (VSHORAD). De A-brief was voorzien in 2019, maar zal naar verwachting in 2020 worden verstuurd.

  • Midlife update Infanterie gevechtsvoertuig (CV90) inclusief CE-pakket. Dit project bevindt zich inmiddels in realisatiefase.

  • Block Upgrade NH-90. De A-brief was voorzien in 2020, maar zal naar verwachting in 2021 worden verstuurd.

  • Vervanging Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en Wielbergingsvoertuigen (WTB). Dit programma is nieuw opgenomen. Dit programma is ontstaan door het samenvoegen van de projecten Vervanging Wissellaadsysteem, Defensiebrede vervanging wielberging en Vervanging Trekker/oplegger-combinaties 400 en 650 KN en vervangt daarmee de vermelding van deze losse projecten.

  • Munitie ten behoeve van aanvulling inzetvoorraden. Dit project bevindt zich inmiddels in realisatiefase.

Risico’s bij Voorzien in nieuw materieel

Aan de uitvoering van projecten zijn diverse risico’s verbonden. Hierdoor kan de realisatie afwijken van de initiële planning. Naast risico’s van meer algemene aard kan bij de uitvoering van projecten sprake zijn van omstandigheden die kunnen leiden tot een verhoogd risicoprofiel. In deze begroting wordt een aantal algemene risico’s benoemd. Specifiekere risico’s per project worden benoemd in het Defensie Projecten Overzicht (DPO) en uiteraard in de Kamerbrieven over de projecten.

Internationale samenwerking/cofinanciering

Sommige projecten worden in samenwerking met andere landen gepland en uitgevoerd. Internationale samenwerking brengt, naast voordelen, risico’s met zich mee. De doorlooptijd van de nationale en internationale besluitvorming kan bijvoorbeeld niet altijd worden beïnvloed en duurt mogelijk langer dan initieel voorzien. Vertraging in het sluiten van (gezamenlijke) contracten kan leiden tot latere levering waardoor later in de behoeften van de deelnemende landen wordt voorzien. Bij projecten met cofinanciering bestaat bovendien een risico op het niet tijdig – door alle partners – zekerstellen van de financiering. Vertraging hierin kan leiden tot vertraging in de realisatie.

Wijziging project/scope

Wanneer tijdens de plannings- of realisatiefase de scope van een project wijzigt, bijvoorbeeld als gevolg van ervaringen tijdens missies, kan dit leiden tot vertragingen of kostenstijging. Herprioriteren binnen het investeringsplan kan nodig zijn om uitvoering mogelijk te blijven maken. Hierdoor kunnen kasuitgaven vertraagd tot realisatie komen.

Vertraging in levering

Het risico bestaat dat zich vertragingen voordoen ten opzichte van het beoogde of overeengekomen leverschema, waardoor budget moet worden doorgeschoven.

Kwaliteit

Als bij een levering blijkt dat niet is voldaan aan de kwaliteitseisen worden betalingen opgeschort. In dat geval zullen geplande budgetten pas tot betaling komen nadat aan de kwaliteitseisen is voldaan.

Juridische procedures

Het risico bestaat dat zich vertraging voordoet doordat, ondanks het volgen van een correct aanbestedingstraject, bezwaar wordt aangetekend, bijvoorbeeld in de Alcatel periode, door andere partijen dan de begunstigde partij.

Voorzien in Infrastructuur

Met de Kamerbrief over het Strategisch Vastgoedplan (SVP, Kamerstukken 2018–2019, 33 763, nr. 151) is de Kamer geïnformeerd over de ambitie van Defensie om de vastgoedportefeuille op lange termijn weer gezond te krijgen. Voor de voorbereiding en uitwerking van het SVP is een eerste bedrag van € 700 miljoen gereserveerd voor de komende 15 jaar. Op basis van het SVP wordt voor een aantal grote objecten, naast het bestaande bouw- en onderhoudsprogramma, een revitaliseringsprogramma ontwikkeld. Wanneer projecten boven de € 100 miljoen voortkomend uit de revitalisering zijn uitgewerkt, worden zij opgenomen in de begroting. Ook wordt op basis van een inventarisatie van de legeringsgebouwen een programma opgesteld waarin vanaf 2020 de eerste fase van de hieruit voortvloeiende investeringsmaatregelen wordt opgepakt.

Projecten in realisatiefase

In realisatiefase

Projectvolume (bedragen x € 1 miljoen)

t/m 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025 e.v.

DBFMO Kromhoutkazerne

623,9

103,7

32,8

33,1

33,5

31,8

28,2

29,1

331,7

Aanpassingen vastgoed agv wijziging regelgeving

304,6

24,8

19,4

22,1

22,1

20,7

20,7

19,8

155,0

Bouwtechnische verbeteringen brandveiligheid

131,9

59,2

35,4

21,7

15,6

DBFMO Nationaal Militair Museum

105,0

15,3

5,1

5,4

5,4

5,3

5,1

5,3

58,0

Projecten in onderzoeksfase

In onderzoeksfase

Projectvolume (bedragen x € 1 miljoen)

t/m 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025 e.v.

Gezamenlijke huisvesting AIVD-MIVD

250–1.0001

 

A/B-brief

           

Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne Zeeland (MARKAZ)

250–1.000

     

D-brief

       
X Noot
1

Betreft alleen MIVD-deel van het project.

Gezamenlijke huisvesting AIVD-MIVD

Dit project voorziet in gezamenlijke huisvesting van de AIVD en MIVD. Met de kamerbrief van 1 juli jl. (Kamerstuk 30 977, nr. 155) is het voornemen van gezamenlijke huisvesting herbevestigd en is de Kamer geïnformeerd over de verschillende ontwikkelingen, waaronder de groei van de diensten, die resulteren in een aangepaste raming van de jaarlijkse gebruiksvergoeding. Naar verwachting wordt de gezamenlijke huisvesting voor de AIVD en de MIVD opgeleverd in 2028 en in gebruik genomen in 2029.

Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne (MARKAZ)

Met de geplande bouw van een geheel nieuwe kazerne te Vlissingen wordt de verhuizing mogelijk gemaakt van het Mariniers Trainingscommando vanuit de Van Braam Houckgeestkazerne te Doorn en het Logistiek Centrum Maartensdijk. Vanwege het lopende overleg met de medezeggenschap, dat mogelijk consequenties heeft voor de behoeftestelling, is, ook op verzoek van de kamer, de gunning van de bouw-voorbereidende werkzaamheden uitgesteld en de dialoog voor PPS-aanbesteding opgeschort.

Risico’s bij Voorzien in infrastructuur

In het algemeen geldt dat projecten een beperkt risico hebben als zij in de realisatiefase zitten en dus aanbesteed zijn en alle benodigde vergunningen zijn verleend. Er is in veel gevallen sprake van een fixed price, behoudens onvoorzien werk. De risico’s in nieuwbouwprojecten zitten met name in het voortraject en de voorbereidingscapaciteit. Voor de nog aan te besteden projecten geldt dat de projectkosten worden beïnvloed door veranderende materiaal- en loonkosten en de marktconjunctuur (vraag versus aanbod). Tevens moet de capaciteit zowel binnen Defensie als bij het Rijksvastgoedbedrijf en de markt voldoende zijn om de grotere vraag van Defensie volledig te realiseren. Het risico bestaat dat deze capaciteit onvoldoende is en niet snel genoeg kan realiseren. Daarnaast kunnen projecten vertragen als gevolg van gewijzigde behoeftes. Ook kan het wijzigen van wet- en regelgeving invloed hebben op de uitvoering van projecten. Een voorbeeld is de uitspraak van de Raad van State op het Programma aanpak Stikstof, maar ook de gevolgen van het Klimaatakkoord.

Voorzien in IT

In onderzoeksfase

Projectvolume (bedragen x € 1 miljoen)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

GrIT

250–1.000

 

Kamerbrief

         

Ten opzichte van de begroting 2019 is het project ERP M&F Fase 2 niet langer opgenomen. Dit project is afgerond.

Risico’s bij Voorzien in IT

Defensie beraadt zich naar aanleiding van het derde advies van het Bureau ICT-toetsing (BIT) op de aanpak van het programma Grensverleggende IT (GrIT) en de wijze waarop Defensie het beste verder kan gaan met de vernieuwing van haar IT-infrastructuur (Kamerbrief 31 125, nr. 104). Als gevolg van de heroverweging zal de vernieuwing van de IT voor Defensie langer gaan duren en worden financiële consequenties opnieuw in beeld gebracht.

Bekostiging kennis en innovatie

Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten

Defensie draagt met deze middelen bij aan de instandhouding van grote onderzoeksfaciliteiten bij TNO, NLR en MARIN.

Technologie ontwikkeling

Het budget voor technologieontwikkeling wordt projectmatig ingezet op die gebieden waar technologie een oplossing kan bieden voor (operationele) tekortkomingen, de (operationele) output van Defensie kan verbeteren of tot besparingen kan leiden. De uitvoering gebeurt vaak binnen de gouden driehoek van overheid, industrie, (inclusief MKB) en kennisinstituten. Dit instrument draagt bij aan de versterking van het innovatief vermogen van de Nederlandse defensie-gerelateerde industrie en daarmee aan de doelstelling van de Defensie Industrie Strategie (DIS; Kamerstukken II 2018–2019, 31 125, nr. 92) en het Rijksbrede topsectorenbeleid. Technologieprojecten worden, indien van toepassing, interdepartementaal (topsectorenbeleid) en internationaal (NATO, European Defence Agency, EDA) afgestemd en ingebed.

Kennisgebruik

De toepassing van (met centrale middelen) opgebouwde kennis wordt primair gefinancierd uit de decentrale budgetten van de defensieonderdelen. Op centraal niveau is een beperkt budget beschikbaar voor acute, onvoorziene kennisondersteuning.

Kort-cyclische innovatie

Onder kort-cyclische innovatie vallen uitgaven die worden gedaan in het kader van centraal gestuurde innovatie, en het faciliteren van decentrale innovatie door de krijgsmachtdelen. Hiervoor kent Defensie een centrale innovatieorganisatie FRONT (Future Relevant Operations with Next Generation Technology & Thinking). Daarnaast organiseert Defensie bijvoorbeeld de jaarlijkse Defensie Innovatie Competitie en investeert in innovatie- en kennisnetwerken.

Bijdrage aan de NAVO

De uitgaven hebben betrekking op de Nederlandse bijdrage in de gemeenschappelijke gefinancierde NAVO-investeringsprogramma’s. Ook de investeringsuitgaven voor AWACS-vliegtuigen zijn hierin opgenomen.

CODEMO

De CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) is een aansprekend instrument dat vooral wordt ingezet voor innovatieve productontwikkeling met het midden- en kleinbedrijf (MKB). Defensie neemt, van goedgekeurde projectvoorstellen, 50 procent van de ontwikkelingskosten voor haar rekening. Eventuele opbrengsten voor Defensie, in de vorm van royalty’s over de verkoop van de ontwikkelde producten, worden beschikbaar gesteld voor de CODEMO-regeling. Ook zijn vanuit de oude CODEMA-regeling, de voorloper van de CODEMO-regeling, royalty’s toegevoegd aan de oorspronkelijke € 10 miljoen, resulterend in een totaal van € 13,3 miljoen. In totaal is voor een bedrag van € 10,3 miljoen aan projectvoorstellen goedgekeurd.

CODEMO

Ingediende voorstellen

89

Gehonoreerde voorstellen

26

Afgewezen voorstellen

63

Afgeronde voorstellen

17

De gehonoreerde voorstellen betreffen drieëntwintig midden- en klein bedrijven en drie grootbedrijven.

Verkoopopbrengsten Groot Materieel

Het volgende materieel is nog beschikbaar om verkocht te worden:

  • Pantserrupsvoertuigen en voorraad wielvoertuigen: dit betreft het afstoten van voertuigen als gevolg van de reguliere vervanging en invoering van nieuwe wielvoertuigen conform het project DVOW;

  • Overtollige voorraden, onderdelen, etc.: dit betreft het doelmatig afstoten van voorraden die de Nederlandse krijgsmacht niet meer nodig heeft, maar die voor andere landen wel bruikbaar zijn.

Overige opbrengsten materieel

Dit betreft de reguliere ontvangstenreeks voor het F-135 motoronderhoud (€ 7,0 miljoen), ontvangsten van materieel door verkoopopbrengsten van civiele dienstauto’s (€ 9,5 miljoen) en ontvangsten voor medische investeringen (€ 1,5 miljoen).

Verkoopopbrengsten Infrastructuur

De Verkoopopbrengsten Infrastructuur hebben betrekking op de opbrengsten van de af te stoten objecten. Er worden nog (rest)opbrengsten verwacht voor het afstoten van onder meer het Binckhorsthof en de Prins Willem-Alexanderkazerne in Gouda. Het overtollig vastgoed wordt in vrijwel alle gevallen eerst op basis van het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV) door het RVB ingekocht. Incidenteel vinden nog verkopen onder de oude werkwijze plaats.

Overige ontvangsten infrastructuur

Dit betreft diverse kleinere ontvangsten ten behoeve van infrastructuur. Bijvoorbeeld als er investeringen gedaan worden waar andere financiering tegenover staat vanuit gedeclareerde zorg of medegebruikers.

3.7. Beleidsartikel 7: Defensie Materieel Organisatie

Algemene doelstelling

De Defensie Materieel Organisatie (DMO) zorgt voor de verwerving van modern, robuust en kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel en de beschikbaarstelling van IT-middelen, brandstof, munitie, kleding en uitrusting aan de defensieonderdelen.

Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie

De Minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en de instandhouding van materieel en de afstoting van overtollig materieel van de krijgsmacht.

Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de DMO gereed gesteld.

Capaciteit

Aantal

Inzetbare eenheid

Omschrijving

Permanent capaciteit t.b.v. informatiesystemen in operaties

1

DefCERT Rapid Reaction Teams

Computer Emergency Response Teams.

Beleidswijzigingen

Dit begrotingsjaar is het eerste jaar na de samenvoeging van het voormalige baten-lastenagentschap Defensie Telematica Organisatie (DTO) en het Joint Informatievoorzieningscommando (JIVC). Alle activiteiten worden daarmee verantwoord op dit begrotingsartikel.

Initiële versterking van het cyber- en informatiedomein

In het kader van nationale veiligheid wordt bijgedragen aan de bescherming van Nederland tegen digitale dreiging (cybersecurity). Door te investeren in cybersecurity is Defensie in staat om langdurige ondersteuning van lopende operaties te realiseren en worden cyberoperaties uitgevoerd. Binnen DMO wordt de cybercapaciteit uitgebreid om een grotere rol te kunnen vervullen bij de bescherming van ons land tegen digitale dreigingen. Daarvoor zijn onder andere een moderne IT-basisinfrastructuur en voldoende bandbreedte nodig. Concreet beogen de huidige maatregelen verdere ontsluiting van data/informatie naar diverse spelers inclusief externe partners. Ook wordt de connectiviteit in het mobiele domein verbeterd en is Defensie beter in staat big data te verwerken en gebruiken. Dit zijn vereiste eerste stappen om door te groeien naar een informatiegestuurde krijgsmacht, waarbij continue investeringen in mensen en techniek benodigd blijven.

Daarbij wordt de Defensie Cyber Strategie in samenhang met de Nationale Cybersecurity Agenda vernieuwd. In 2020 wordt € 16 miljoen geïnvesteerd in cybersecurity, vanaf 2021 is dit structureel € 20 miljoen.

In 2019 is het besluit genomen tot Defensiebrede maatregelen voor het personeel. Hierbij is gekozen voor het aanschaffen van extra I-devices, zodat het Defensiepersoneel in 2020 beschikt over een Defensiesmartphone.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Artikel 7 Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

1.170.733

971.428

1.013.939

1.032.422

1.047.280

1.050.787

1.049.443

               

Uitgaven

919.071

985.428

1.020.608

1.039.091

1.053.949

1.057.456

1.056.112

waarvan juridisch verplicht

   

71%

       

             

Opdrachten

334.300

329.578

381.701

406.950

424.975

439.612

437.465

– gereedstelling

221.543

233.700

141.085

153.872

154.075

154.558

157.850

– instandhouding materieel

112.757

95.878

240.616

253.078

270.900

285.054

279.615

Personele uitgaven

213.900

418.840

394.229

389.548

390.511

387.404

387.415

– waarvan eigen personeel

192.812

333.191

342.863

342.706

343.868

342.829

342.890

– waarvan externe inhuur

21.088

66.684

34.334

29.897

29.771

27.767

27.717

– waarvan overige personele exploitatie1

 

18.965

17.032

16.945

16.872

16.808

16.808

Materiële uitgaven

370.871

237.010

244.678

242.593

238.463

230.440

231.232

– waarvan instandhouding infrastructuur

   

231

115

     

– waarvan instandhouding IT

312.843

181.107

230.825

229.334

225.295

215.222

215.764

– waarvan overige materiële exploitatie1

58.028

55.903

13.622

13.144

13.168

15.218

15.468

               

Apparaatsontvangsten

46.359

57.970

50.074

50.074

50.074

50.074

50.078

X Noot
1

De uitgaven voor overige personele exploitatie zijn in 2018 verantwoord onder de overige materiële exploitatie

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2020 volledig verplicht is. Voor 2020 is 71% juridisch verplicht ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

Gereedstelling

Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft o.a. brandstof en smeermiddelen. Met ingang van deze begroting zijn, vanwege de vorming van het defensiematerieelbegrotingsfonds, de uitgaven voor oefen- en operationele munitie en voor instandhouding van simulatoren overgegaan naar het financiële instrument «instandhouding materieel». De uitgaven voor onderhoud en ondersteuning van commandovoering zijn overgegaan naar «instandhouding IT».

Instandhouding materieel

Instandhouding materieel omvat de geraamde uitgaven voor instandhouding van het materieel door de DMO. De uitgaven voor munitie vielen voorheen onder gereedstelling en de uitgaven voor kleding en personele uitrusting onder overige personele exploitatie.

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer en inhuur van personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven. Tot en met 2019 werden ook de uitgaven voor kleding en personele uitrusting hierop verantwoord.

Materiële uitgaven

Materiële uitgaven bestaan bij de DMO hoofdzakelijk uit de instandhouding van alle IT binnen Defensie. De overige materiële exploitatie bestaat uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering.

3.8. Beleidsartikel 8: Defensie Ondersteuningscommando

Algemene doelstelling

Het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) voorziet in een doelmatige en doeltreffende ondersteuning van de krijgsmacht. Het DOSCO draagt zorg voor de levering van ondersteunende diensten aan de krijgsmacht. Een groot deel van de ondersteuning levert het DOSCO zelf, een deel van de ondersteuning wordt geleverd door organisaties buiten het Ministerie van Defensie. Het DOSCO is daarbij de verbindende schakel tussen vraag en aanbod.

Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie

De Minister is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige ondersteuning van de krijgsmacht.

Beleidswijzigingen

Er zijn geen significante beleidswijzigingen ten opzichte van de begroting 2019. Wel wordt verder ingezet op:

  • investeringen in, met het oog op het verbeteren van de inzetbaarheid, het welzijn van het personeel door het aanbieden van sportprogramma’s, lifestylecoaches en het promoten van gezonde voeding;

  • het weer op orde krijgen van de vastgoedportefeuille, in samenwerking met het RVB, waarvoor een inhaalslag nodig is met een aanpak op de korte en lange termijn (Kamerstuk 33 763, nr. 151 over het strategisch vastgoedplan);

  • modernisering van (medische) infrastructuur, waaronder ingebruikname nieuwbouw gezondheidscentrum Ermelo, tandheelkundig centrum Badhoevedorp en start verbouwing gezondheidscentra Den Helder en Amersfoort;

  • innovatieve oplossingen, bijvoorbeeld op het gebied van werving, selectie en keuring, opleidingen, re-integratie, transport en het opzetten van gezondheidsmonitoring.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

1.296.628

1.376.821

1.335.147

1.303.381

1.290.734

1.292.737

1.291.969

               

Uitgaven

1.315.775

1.376.821

1.335.147

1.303.381

1.290.734

1.292.737

1.291.969

Waarvan juridisch verplicht

   

53%

       
               

Opdrachten

166

           

– gereedstelling

166

           
               

Personele uitgaven

579.465

767.799

746.130

749.588

747.217

748.757

749.686

– waarvan eigen personeel

540.789

613.055

593.251

594.913

595.206

601.147

600.985

– waarvan externe inhuur

26.107

6.765

3.178

2.678

2.678

2.678

2.678

– waarvan overige personele exploitatie1

 

132.991

137.209

139.505

136.841

132.440

133.531

– waarvan attachés

12.569

14.988

12.492

12.492

12.492

12.492

12.492

Materiële uitgaven

692.752

566.916

551.552

531.588

538.318

538.781

537.084

– waarvan instandhouding infrastructuur

366.914

377.335

254.536

234.372

238.625

241.457

239.901

– waarvan overige materiële exploitatie1

319.927

182.261

287.796

289.932

292.409

290.040

289.899

– waarvan attachés

5.911

7.320

9.220

7.284

7.284

7.284

7.284

Inkomensoverdrachten

43.392

42.106

37.465

22.205

5.199

5.199

5.199

Nationaal Fonds Ereschuld

43.392

42.106

37.465

22.205

5.199

5.199

5.199

               

Apparaatsontvangsten

89.243

80.988

81.355

81.355

81.355

81.355

81.364

X Noot
1

De uitgaven voor overige personele exploitatie zijn in 2018 verantwoord onder de overige materiële exploitatie

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2020 en bij inkomensoverdrachten, het nationaal fonds ereschuld volledig verplicht zijn. Voor 2020 is 53% juridisch verplicht t.o.v. het totaal beschikbare budget.

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer en inhuur van het personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen, internationale verhuizingen en overige personeelsgebonden uitgaven. De salarissen van het attaché personeel worden afzonderlijk gepresenteerd omdat deze uitgaven onder de HGIS uitgaven vallen.

Materiële uitgaven

Onder materiële uitgaven worden de geraamde uitgaven voor instandhouding infrastructuur, overige materiële exploitatie en de attachés weergegeven. De uitgaven voor instandhouding infrastructuur bestaan voornamelijk uit instandhouding en huur van vastgoed en inrichting van ruimten. De uitgaven voor de overige materiële exploitatie bestaan onder andere uit catering, facilitaire dienstverlening, mediadienstverlening, gezondheidszorg, beveiliging, energie en water, schoonmaak en wereldwijd transport van personen en goederen.

Inkomensoverdrachten

De uitgaven voor het Nationaal Fonds Ereschulden worden verantwoord bij het DOSCO onder het financieel instrument inkomensoverdrachten. Dit fonds is ingesteld voor militairen die een handicap, trauma of andere aandoening hebben opgelopen tijdens missies naar het buitenland. Hierin zijn de budgetten voor schadevergoedingen en regelingen voor schadevergoedingen voor veteranen ondergebracht.

4. NIET-BELEIDSARTIKELEN

4.1 Niet-beleidsartikel 9: Algemeen

Algemene doelstelling

In dit artikel worden de departementsbrede programma-uitgaven begroot. Het betreft subsidies, bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken, bijdragen aan internationale organisaties, opdrachten, bekostiging, inkomensoverdrachten en overige materiele exploitatie.

Wijzigingen

De bijdragen aan TNO, MARIN en NLR zijn verplaatst naar Niet-beleidsartikel 9 omdat ze minder het karakter van investeringen hebben, maar conform de definitie in de Rijksbegrotingsvoorschriften het karakter van een bijdrage aan ander begrotingshoofdstuk zijn.

Budgettaire gevolgen

Artikel 9 Algemeen (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

90.693

107.917

159.397

150.290

148.526

148.672

148.982

               

Uitgaven

89.598

107.917

159.397

150.290

148.526

148.672

148.982

               

Subsidies

31.545

30.830

30.329

30.430

30.496

30.568

30.567

– subsidies

31.545

30.830

30.329

30.430

30.496

30.568

30.567

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

   

44.506

44.506

44.506

44.506

44.506

– kennisopbouw TNO via EZK

   

42.183

42.183

42.183

42.183

42.183

– kennisopbouw NLR via EZK

   

517

517

517

517

517

– kennisopbouw MARIN via EZK

   

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

– overige bijdragen

   

306

306

306

306

306

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

46.198

47.063

58.993

60.021

60.041

60.099

60.002

– bijdrage aan de NAVO

   

43.571

44.435

44.435

44.433

44.435

– bijdrage aan internationale samenwerking

   

4.579

4.729

4.729

4.809

4.711

– overige bijdragen

   

10.843

10.857

10.877

10.857

10.856

Opdrachten

 

18.845

11.390

11.551

9.701

9.717

10.125

– opdrachten beleid

   

4.019

4.432

4.535

4.433

4.536

– opdrachten milieu beleid

   

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

– overige opdrachten

   

5.371

5.119

3.166

3.284

3.589

Bekostiging

 

3.579

3.579

3.782

3.782

3.782

3.782

– bekostiging diverse instellingen

3.579

3.579

3.782

3.782

3.782

3.782

Inkomensoverdrachten

 

7.600

10.600

       

– Reservering Regeling Uitkering chroom-6 Defensie

 

7.600

10.600

       

Overige materiële exploitatie

11.855

           
               

Programmaontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting op de instrumenten

Subsidies

De subsidies worden verleend aan instellingen die voor Defensie een toegevoegde waarde hebben en die defensiebeleid voor (een) bijzondere doelgroep(en) uitvoeren, omdat zij hiertoe beter geëquipeerd zijn. De defensiesubsidies zijn er op gericht de exploitatie van stichtingen en daarmee de uitvoering van hun doelen, in stand te houden. De subsidies zijn te verdelen in subsidies voor Veteranenzorg, alsmede voor cultureel erfgoed en tradities. Daarnaast worden er subsidies verstrekt op het gebied van onderwijs, kennis en technologie. Een overzicht van de subsidies is opgenomen in bijlage 7.4.

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

Defensie gebruikt het centrale budget voor kennis en innovatie om bij MARIN, NLR en TNO een defensiespecifieke kennisbasis in stand te houden. De instandhouding van de kennisbasis krijgt concreet vorm via programmafinanciering. Via vraagsturing wordt jaarlijks een deel van de defensieonderzoeksprogramma’s vernieuwd. De vernieuwing krijgt deels gestalte in de vorm van risicodragend verkennend onderzoek naar nieuwe technologieën, waaronder kunstmatige intelligentie, 3D-printing en bio- en nanotechnologie. Vanuit de opgebouwde kennis laat Defensie zich vervolgens adviseren en ondersteunen bij de beleidsvorming, verwerving en onderhoud van materieel, opleiding en training, bedrijfsvoering en operationeel optreden. Met de uitvoering van onderzoeksprogramma’s en -projecten krijgt de Strategie-, Kennis- en Innovatieagenda 2016–2020 invulling. Daarnaast voorziet de Defensienota in extra onderzoek op het terrein van cyber, informatiegestuurd optreden, slagkracht in het land-, lucht- en zeedomein en nieuwe technologieën.

De overige bijdragen betreffen de bijdragen aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken inzake de Adviesraad Internationale Vraagstukken en de Atlantische Commissie.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

De bijdragen aan de NAVO hebben betrekking op NAVO-exploitatie uitgaven, waaronder exploitatie uitgaven voor AWACS-vliegtuigen en voor de NAVO-commandostructuur en -programma’s. De Internationale Militaire Samenwerking omvat militaire samenwerkingsactiviteiten die Defensie in internationaal verband uitvoert (bijvoorbeeld VJTF).

Opdrachten

Dit betreft directe bestedingen aan derden ten behoeve van het beleid en rechtspositionele ondersteuning. Overige uitgaven hebben tevens betrekking op de behandeling en uitvoering van schadevergoedingen en de beleidsuitgaven voorafgaand aan energie- en milieuwetgeving van deDefensie organisatie.

Bekostiging

Dit betreft uitgaven voor beleidsuitvoering aan instellingen zoals de Stichting Faciliteiten Centraal Georganiseerd Overleg Militairen, ondersteuning sector defensie en de collectiviteitsregeling Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV).

Inkomstenoverdrachten

Inkomensoverdrachten betreft de uitkeringsregeling voor chroom-6 slachtoffers: de Regeling Uitkering Defensie chroom-6 (zie Kamerstukken vergaderjaar 2018–2019, 35 210 X, nr. 2).

4.2 Niet-beleidsartikel 10: Apparaat Kerndepartement

Algemene doelstelling

Inzet is de kerntaak van Defensie. De Bestuursstaf (BS) geeft hier namens de Minister sturing aan door het formuleren van het defensiebeleid, het toewijzen van middelen aan alle defensieonderdelen, het toezicht houden op de besteding daarvan, het opstellen van kaders voor de Defensiebrede bedrijfsvoering en het bijdragen aan militaire pensioenen en uitkeringen.

Budgettaire gevolgen

Artikel 10 Apparaat Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

1.737.653

1.670.406

1.635.828

1.676.114

1.663.413

1.633.872

1.608.697

               

Uitgaven

1.728.881

1.670.406

1.635.828

1.676.114

1.663.413

1.633.872

1.608.697

               

Personele uitgaven

1.707.908

1.645.832

1.605.512

1.643.594

1.631.159

1.600.662

1.575.225

– waarvan eigen personeel

160.203

201.806

234.676

248.193

254.225

254.045

253.459

– waarvan externe inhuur

3.844

6.414

3.143

       

– waarvan overige personele exploitatie1

 

10.635

11.215

11.864

12.212

12.310

12.311

– waarvan uitkeringen (pensioenen en wachtgelden)

1.543.861

1.426.977

1.356.478

1.383.537

1.364.722

1.334.307

1.309.455

Materiële uitgaven

20.973

24.574

30.316

32.520

32.254

33.210

33.472

– waarvan overige materiële exploitatie1

20.973

24.574

30.316

32.520

32.254

33.210

33.472

               

Apparaatsontvangsten

196.186

7.674

7.674

7.674

7.674

7.674

7.674

X Noot
1

De uitgaven voor overige personele exploitatie zijn in 2018 verantwoord onder de overige materiële exploitatie

Toelichting op de instrumenten

Personele uitgaven

De personele uitgaven bestaan uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, dienstreizen en overige persoonsgebonden uitgaven. De post «waarvan uitkeringen» betreft de militaire pensioenen, AOW-gat compensatie, UKW en verstrekking van uitkeringen in het kader van de sociale zekerheid, waaronder het Sociaal Beleidskader en overige regelingen voor voormalig defensiepersoneel.

Bestuursstaf

De Bestuursstaf (bestaande uit (hoofd)directies, Defensiestaf en bijzondere organisatie eenheden) draagt zorg voor een beheerste uitvoering van het beleidsproces en de bedrijfsvoering van het Ministerie van Defensie. De uitgaven die daarmee gemoeid zijn, betreffen vooral salarissen voor burger- en militair personeel, persoonsgebonden uitgaven, externe inhuur en overige exploitatie. De Bijzondere Organisatie Eenheden van de Bestuursstaf bestaan uit de Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht (IGK), Inspecteur-Generaal Veiligheid (IGV) die aan het hoofd staat van een Inspectie Veiligheid Defensie (IVD), de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA), de Inspectie Militaire Gezondheid (IMG), de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID), het Militair Huis van de Koning (MHK) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD).

Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Als grootste Bijzondere Organisatie Eenheid (BOE) ressorterend onder de Bestuursstaf is de MIVD belast met de ondersteuning van Defensie op het gebied van het leveren van kwalitatief hoogwaardig inlichtingen- en veiligheidsinformatie. Daarmee levert de MIVD een onmisbare bijdrage aan de opbouw, de gereedstelling en de inzet van de krijgsmacht en de informatiepositie van Nederland. De uitgaven die daarmee binnen dit artikel gemoeid zijn, betreffen vooral salarissen voor burger- en militair personeel, persoonsgebonden uitgaven en overige niet gecentraliseerde exploitatie uitgaven.

Overig

Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden (budgettair vallend onder het kerndepartement, aansturing door CDS) gereed gesteld.

NLD Commando Speciale Strijdkrachten

Capaciteit

Aantal

Inzetbare eenheid

Omschrijving

Permanent capaciteit t.b.v. aansturen geheime operaties en operaties speciale eenheden

1

NLD Special Operations Command

Nationaal operationeel hoofdkwartier voor de inzet, aansturing en coördinatie van nationaal en/of internationaal aangestuurde speciale operaties

NLD/BEL/DNK CSOCC (kortdurend)

1

NLD/BEL/DNK CSOCC

Nederlands deel van een hoofdkwartier (i.s.m. Denemarken en België) voor de inzet van Speciale Operaties

Defensie Cyber Commando

Capaciteit

Aantal

Inzetbare eenheid

Omschrijving

Cybercapaciteit

1

Cyberteams

Teams voor operationele militaire cybercapaciteit.

4.3 Niet-beleidsartikel 11: Geheim

Algemeen

Het niet-beleidsartikel Geheim op basis van artikel 2.8 van de Comptabiliteitswet 2016 kent geen artikelonderdelen. Dit niet-beleidsartikel is bestemd voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten waarvoor geldt dat openbaarmaking via toedeling aan een expliciet beleidsartikel niet in het belang van de Staat is.

Budgettaire gevolgen

Artikel 11 Geheim (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

7.155

8.664

9.895

9.895

9.895

9.895

9.895

Uitgaven

7.155

8.664

9.895

9.895

9.895

9.895

9.895

4.4 Niet-beleidsartikel 12: Nog onverdeeld

Algemeen

Het niet-beleidsartikel Nog onverdeeld bestaat uit verplichtingen, uitgaven en ontvangsten. Uitgaven worden onderverdeeld naar loonbijstelling, prijsbijstelling, onvoorzien en een eventuele taakstelling (negatief bedrag).

Budgettaire gevolgen

Artikel 12 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

 

77.771

83.575

153.132

163.267

159.460

160.759

               

Uitgaven

 

77.771

83.575

153.132

163.267

159.460

160.759

               

Loonbijstelling

             

Prijsbijstelling

             

Nog onverdeeld

 

77.771

83.575

153.132

163.267

159.460

160.759

               

Ontvangsten

             

Toelichting

Op de post nog onverdeeld staat een deel van het arbeidsvoorwaardenakkoord geparkeerd, waarvan de effecten voor de salarissen vanaf 2020 gaan wijzigingen. Na toevoegen van loonbijstelling tranche 2020 worden deze in 2020 uitgedeeld naar de defensieonderdelen.

5. BEGROTING AGENTSCHAPPEN

5.1 Paresto

Algemeen

Het baten-lastenagentschap Paresto maakt deel uit van het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO). Paresto is een professionele cateringorganisatie die in opdracht van Defensie een pakket aan cateringondersteuning levert aan haar gehele organisatie en aan (NAVO-)bondgenoten op Nederlands grondgebied. Dit gebeurt met focus op kwaliteit én de wensen van gasten en opdrachtgevers, binnen de financiële en bedrijfsvoeringskaders.

Paresto houdt voor 2020 en verder rekening met de toename in omvang van Defensie, voortkomend uit het pakket van maatregelen uit de Defensienota. De Defensienota heeft onder meer effect op het inperken van voorgenomen sluitingen van kazernes en defensieterreinen, maar ook het repareren van tekortkomingen in mensen en materiaal.

Begroting van baten en lasten

(bedragen x € 1.000)

Realisatie

Vastgestelde begroting

Raming

       
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Baten

             

Omzet

             

– Omzet moederdepartement

47.104

48.999

52.652

53.381

53.458

53.545

53.556

– Omzet overige departementen

471

400

480

480

480

480

480

– Omzet derden

15.718

16.077

15.895

15.930

15.930

15.930

15.930

Vrijval voorzieningen

             

Bijzondere baten

1.086

900

900

900

900

900

900

Rentebaten

             
               
               

Totaal baten

64.378

66.376

69.927

70.691

70.768

70.855

70.866

               

Lasten

             

Apparaatskosten

             

– Personele kosten

41.097

42.173

46.203

46.881

46.957

47.058

47.111

– Waarvan eigen personeel

33.606

36.688

40.281

40.945

41.118

41.217

41.269

– Waarvan inhuur externen

7.035

5.100

5.100

5.100

5.000

5.000

5.000

– Waarvan overige personele kosten

456

385

822

836

839

841

842

– Materiële kosten

24.527

23.964

23.659

23.745

23.745

23.745

23.745

– Waarvan apparaat IT

449

425

– 

– 

– 

– 

– 

– Waarvan bijdrage aan SSO's

826

1.125

– 

– 

– 

– 

– 

– Waarvan overige materiële kosten

931

400

750

750

750

750

750

Afschrijvingskosten

             

– Materieel

23

235

66

66

66

52

10

– Waarvan apparaat IT

9

110

10

10

10

10

10

– Waarvan overige materiële kosten

14

125

56

56

56

42

– 

– Immaterieel

             

Dotaties voorzieningen

             

Overige kosten

             

Bijzondere lasten

138

           

Rentelasten

4

– 

               

Totaal lasten

65.786

66.376

69.927

70.691

70.768

70.855

70.866

               

Saldo van baten en lasten

– 1.408

Toelichting begroting baten en lasten

Medio 2019 werd duidelijk dat Paresto afstevent op een disbalans tussen uitgaven en inkomsten. De oorzaak ligt bij hogere inkoopkosten (indexering contracten) en oplopende inhuurkosten (na verlenging en aanbesteding van het inhuurcontract). Aan het herstellen van deze disbalans wordt de komende periode gewerkt door het treffen van maatregelen aan de inkomsten- en uitgavenkant, waaronder het doorvoeren van de reguliere prijsindexeringen en het minder inhuren van personeel.

Baten

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement bestaat uit de omzet werkgeversbijdragen en de lopende bedrijfsvoering waaronder de cateringkosten van het Militair Revalidatie Centrum. De omzet werkgeversbijdragen bestaat uit de aan de opdrachtgever in rekening gebrachte bedragen ter dekking van de personele en overige kosten die gemaakt worden om de service op locaties te kunnen bieden.

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen betreft de opbrengst die Paresto in rekening brengt voor onder meer de hofmeesters van de Dienst Koninklijk Huis, maar ook uit kleinere opdrachten voor andere rijksdiensten als politie en justitie.

Omzet derden

De omzet derden betreft met name de opbrengst van de bijdragen die Paresto in rekening brengt bij de eigen defensie medewerkers en eventueel andere gasten op kazernes en defensieterreinen die met pin en/of contant betalen.

Bijzondere baten

De bijzondere baten betreffen producentenbonussen en betalingskorting.

Onder de omzet is conform het huidige cateringbeleid een reguliere bijstelling van de prijzen per 1 januari 2020 verwerkt. Dit betreffen een indexering van prijzen aan de kassa met de CBS-index en het verhogen van de uurtarieven voor banqueting om kostendekkend te zijn.

Lasten

Personele kosten

Begin 2020 bestaat de personele sterkte van Paresto uit 731 vte’n. Vanwege natuurlijke uitstroom, de groei van defensie en versterking van de bedrijfsvoering neemt de personele sterkte in 2020 toe tot 747 vte’n wat de stijging in personele kosten verklaart. Op plekken waar dit noodzakelijk is, wordt de weggevallen capaciteit opgevangen met inhuur. Vanwege de schaarste op de (uitzend) markt en de hogere inhuurvergoeding, wordt waar mogelijk op vaste functies aangenomen.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan voor 95 procent uit de kosten van de ingrediënten voor maaltijden en consumpties. De overige materiële kosten bestaan voornamelijk uit exploitatiekosten van de locaties en het servicekantoor.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten over vijf jaar betreft de nieuwe kleding voor medewerkers en de vervanging van klein materieel.

Kasstroomoverzicht

(bedragen x € 1.000)

Realisatie

Begroting

Raming

       
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

1. Rekening courant RHB 1/1

11.403

12.997

12.997

12.997

12.997

12.997

12.997

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

5.034

235

69.927

70.691

70.768

70.855

70.866

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

– 5.775

– 69.927

– 70.691

– 70.768

– 70.855

– 70.866

2. Totaal operationele kasstroom

– 741

235

– 

– 

– 

– 

– 

Totaal investeringen (-/-)

– 382

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+/+)

3. Totaal investeringskasstroom

– 382

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

Eenmalige storting door moederdepartement (+/+)

Aflossingen op leningen (-/-)

– 235

Beroep op leenfaciliteit (+/+)

4. Totaal financieringskasstroom

– 235

5. Rekening courant RHB 31/12

10.280

12.997

12.997

12.997

12.997

12.997

12.997

Toelichting bij het kasstroomoverzicht

In het overzicht van de kasstromen staan de meerjarige verwachting van de omvang en de besteding van de beschikbare investeringsruimte en de liquiditeitsverwachting in het algemeen centraal. In 2020 en verder verwacht Paresto geen mutaties in de investerings- en financieringskasstroom.

Doelmatigheidsparagraaf

Onderstaande tabel is onderverdeeld in een generiek deel en een specifiek deel. Deze indeling vloeit voort uit de aard van de dienstverlening door Paresto en de sturing op de bruto marge van de locaties. De hiermee samenhangende indicatoren zijn daarom als specifiek benoemd.

 

Realisatie

Begroting

Raming

       
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Generiek deel

             
               

Totaal omzet verkopen (x € 1.000)

34.650

35.506

37.254

37.392

37.392

37.392

37.392

vte'n totaal

767

803

816

816

814

816

817

– waarvan in eigen dienst

659

723

747

751

754

755

756

– waarvan inhuur

108

80

69

64

61

61

61

               

Saldo van baten en lasten

– 2,2%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

               

Specifiek deel

             
               

Aantal locaties

76

76

76

76

76

76

76

Productiviteit per medewerker (omzet per vte)

45.177

44.233

45.656

45.841

45.910

45.842

45.786

% Ziekteverzuim

8,5%

8,0%

8,0%

8,0%

8,0%

8,0%

8,0%

% Bruto marge locaties

34,8%

38,0%

37,5%

37,5%

37,5%

37,5%

37,5%

Toelichting

Het overgrote deel van de kosten van Paresto bestaat uit personele en ingrediëntkosten. De doelmatigheid van Paresto komt onder andere tot uitdrukking in een zo doelmatig mogelijke inzet van deze middelen. Twee belangrijke graadmeters daarvoor zijn de productiviteit per vte (omzet / aantal vte) en het percentage bruto marge (verbruik ten opzichte van de omzet).

Door een toename in omzet, laat de productiviteit per vte in 2020 een lichte stijging zien. De jaren daarna stabiliseert de productiviteit per vte, door zowel een stabiele omzet als gelijkblijvend personeelsbestand.

6. DEPARTEMENT SPECIFIEKE INFORMATIE

In dit bieden wij u inzicht in:

  • militaire pensioenen en uitkeringen;

  • verdeling van de apparaatsuitgaven;

  • overzicht formatie defensiepersoneel;

  • invulling cyber & space;

  • chroom-6.

Militaire pensioenen en uitkeringen

Op verzoek van de Kamer is in onderstaande grafiek te zien wat de relatieve verdeling is van de militaire pensioenen en uitkeringen ten opzichte van de absolute begroting:

De pensioenen en uitkeringen zijn als volgt verdeeld:

Verdeling van de apparaatsuitgaven

De apparaatsuitgaven van Defensie zijn als volgt verdeeld over de beleids- en niet beleidsartikelen:

Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten Ministerie van Defensie (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

5.818.000

6.691.367

6.603.290

6.616.805

6.598.219

6.562.352

6.536.192

               

Apparaat Kerndepartement

1.728.881

1.670.406

1.635.828

1.676.114

1.663.413

1.633.872

1.608.697

               

Uitvoeringsorganisaties

4.655.878

5.020.961

4.967.462

4.940.691

4.934.806

4.928.480

4.927.495

               

Koninklijke Marine

668.264

720.948

729.898

732.399

736.533

739.691

739.560

Koninklijke Landmacht

1.140.225

1.231.954

1.248.391

1.255.823

1.255.184

1.257.531

1.257.451

Koninklijke Luchtmacht

541.179

585.521

585.175

590.178

596.759

592.941

591.394

Koninklijke Marechaussee

405.830

449.867

429.944

426.769

426.622

427.736

428.474

Defensie Materieel Organisatie

584.771

655.850

638.907

632.141

628.974

617.844

618.647

Defensie Ondersteuningscommando

1.315.609

1.376.821

1.335.147

1.303.381

1.290.734

1.292.737

1.291.969

               

Totaal apparaatsuitgaven

6.384.759

6.691.367

6.603.290

6.616.805

6.598.219

6.562.352

6.536.192

Grafische weergave van de verhouding apparaatsuitgaven (personele en materiële uitgaven) t.o.v. overige financiële instrumenten (programma)

Overzicht formatie defensiepersoneel
 

Personeel 1 juli 2019

Formatie 2020

Formatie 2024

Burgerpersoneel

     

Schaal 16 t/m 18

26

28

28

Schaal 15

47

40

40

Schaal 14

124

106

108

Schaal 13

417

399

410

Schaal 12

1.127

1.198

1.228

Schaal 11

1.675

1.665

1.685

Schaal 10

1.801

1.846

1.876

Schaal 9

1.236

1.198

1.218

Schaal 8

1.165

1.122

1.140

Schaal 7

1.361

1.379

1.397

Schaal 6

1.495

1.372

1.381

Schaal 5

1.918

1.952

1.951

Schaal 1 t/m 4

2.669

2.867

2.825

Totaal burgerpersoneel

15.061

15.172

15.287

       

Militair personeel

     

GEN

76

73

73

KOL

336

342

342

LKOL

1.410

1.465

1.488

MAJ

2.287

2.497

2.551

KAP

2.856

3.126

3.172

LNT

1.560

2.502

2.545

AOO

2.822

3.170

3.195

SM

4.304

5.138

5.182

SGT (1)

7.752

10.471

10.549

SLD/KPL

10.327

13.806

13.864

Totaal op functie

33.730

42.590

42.961

Initiële opleidingen (NBOF)

4.227

4.019

4.123

Totaal militair personeel (inclusief NBOF)

37.957

46.609

47.084

       

Totaal burger en militair personeel

53.018

61.781

62.371

Cyber & space

De Kamer heeft verzocht in de Defensiebegroting cyber en space duidelijk te specificeren en uit te werken, zodat inzichtelijk wordt welke activiteiten c.q. doelstellingen gesteld worden en welke financiële middelen hiervoor beschikbaar gesteld worden (Kamerstuk 35 000-X, nr. 46). Cyber is inmiddels een onderdeel van de begroting en komt ruim aan bod in de beleidsagenda, beleidsartikel 7 Defensie Materieel Organisatie en niet-beleidsartikel 10 Apparaat Kerndepartement. Space is nog geen onderdeel van de begroting.

Militair gebruik van de ruimte (space) is inmiddels een vaste waarde geworden. Toepassingen van gebruik van de ruimte voor navigatie en communicatie zijn onmisbaar geworden voor het goed functioneren van de krijgsmacht. Defensie heeft er als hoogtechnologische organisatie belang bij de ontwikkelingen in de ruimte op de voet te volgen en voor de modernisering van de krijgsmacht, waaronder het informatiegestuurd optreden, in te zetten. De ontwikkelingen in de ruimte gaan snel. Miniaturisering van satellieten maakt dat de onbemande ruimtevaart ook voor kleinere landen betaalbaar en bereikbaar wordt. Recente incidenten in de ruimte met gevaar voor communicatie en navigatie ten gevolge van activiteiten van andere landen onderstrepen het belang van een goede space situational awareness (SSA).

Defensie is bezig met de uitwerking van een Defensie Space Strategie waarin aandacht is voor de ruimte als operationeel domein (naast Land, Zee, Lucht en Cyber), voor keuzemogelijkheden in te ontwikkelen capaciteiten en de inrichting van de organisatie. Hierbij zal ook aandacht zijn voor het verzoek van de Kamer om de Defensie Cyber Strategie te verbreden met de inzet van cybersoldaten om Nederland te beschermen als cyberaanvallen in de ruimte dreigen de samenleving te ontwrichten en de Kamer daarover te informeren (Kamerstuk 35 000-X, nr. 52).

Chroom-6

Het plan van aanpak «Beheersing chroom-6» is op 4 december 2018 aan de Tweede Kamer aangeboden (35 000 X, nr. 70). Veel van de maatregelen uit het plan zijn volgens schema reeds uitgevoerd, danwel in uitvoering, waarbij wordt samengewerkt met andere partners. Doordat Defensie gedurende de uitvoering meer inzichten en kennis heeft verworven is duidelijk geworden dat op dit moment voor twee maatregelen de opgave groter is dan bij het opstellen van het plan van aanpak was voorzien. Enerzijds blijkt het een enorme inspanning te onderzoeken welk materieel in de Defensieorganisatie chroom-6 bevat. Ondanks dat extra menskracht aan deze klus is toebedeeld, is het door de enorme opgave niet zeker dat dit binnen de gestelde termijn kan worden uitgevoerd. Daarnaast kost het verwerken van de nadere inventarisatie van de zogenoemde carcinogene, mutagene en reproductietoxische (CMR)-stoffen, gezien het grote aantal, meer inspanning dan verwacht. Dit laat onverlet dat Defensie ernaar streeft om de gestelde deadlines van het plan van aanpak te halen. De overige maatregelen liggen op schema. Op de website www.Defensie.nl wordt de voortgang van alle maatregelen uit het plan van aanpak chroom-6 gepubliceerd. Deze informatie wordt twee keer per jaar geactualiseerd. Het zoeken naar alternatieve, minder gevaarlijke stoffen door de Directie Materieel Organisatie (DMO) zal ook in 2020 worden voortgezet, onder andere door meer vliegtuigtypes te voorzien van chroomarme verfsystemen. Samen met de industrie wordt gewerkt aan minder belastende werkwijzen en aan beter gereedschap om het vrijkomen van stof verder te beperken. Het beleid van Defensie om te komen tot «stofvrij werken» leidt tot meer resultaten, ook voor de andere gevaarlijke stoffen. Door het gerichter opleiden van specialisten tot arbeidshygiënist neemt de kennis en de capaciteit toe om commandanten beter te ondersteunen bij hun verantwoordelijkheid voor veilig werken.

7. BIJLAGEN

7.1 ZELFSTANDIGE BESTUURSORGANEN EN RECHTSPERSONEN MET EEN WETTELIJKE TAAK

Overzicht Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak

Naam organisatie

RWT

ZBO

Functie

Begrotingsartikel

Begrotingsraming

Website RWT/ZBO

Stichting Ziektekosten

Verzekering Krijgsmacht

(SZVK)

X

 

De SZVK is namens het ministerie van Defensie belast met de uitvoering van de ministeriële Regeling Ziektekostenverzekering militairen. De activiteiten van de SZVK richten zich uitsluitend op militairen in actieve dienst: militairen vallen niet onder de werking van de Zorgverzekeringswet (ZVW).

Wordt per Defensieonderdeel (artikel 2, 3, 4, 5, 7, 8 en 10) betaald uit de post salarissen en sociale lasten

€ 93,2 miljoen.

Bedrag is gebaseerd op de begroting/ premiestelling 2019. Bedrag omvat de te betalen werknemers en werkgeverspremie.

www.szvk.nl

Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA (SWOON)

X

 

In 2011 is de stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA (SWOON) opgericht. De stichting verzorgt als onderdeel van de officiersopleiding van officieren in de Nederlandse krijgsmacht de wetenschappelijke bachelor en master programma’s, in overeenstemming met de eisen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Verder verleent de stichting graden die behoren bij wetenschappelijk onderwijs, laat opleidingen accrediteren en geaccrediteerd houden en verzorgt het wetenschappelijk onderzoek ter ondersteuning van de wetenschappelijke opleidingen. Defensie ondersteunt de stichting met een jaarlijkse subsidie (zie 6.4 Subsidies). Tevens stelt Defensie «om niet» middelen ter beschikking. Deze middelen bestaan uit uitgaven voor salarissen en sociale lasten, IV/IT, huisvesting en overige ondersteuning. De middelen zijn begroot in artikel 8.

8 Defensie Ondersteuningscommando

€ 16,2 miljoen

Stichting Koninklijke Defensiemusea (SKD)

X

 

Juni 2014 is de Stichting Defensiemusea (SDM) opgericht. De stichting beoogt een eenduidige aansturing van de vier defensiemusea, Nationaal Militair Museum (NMM), Mariniersmuseum, Marinemuseum en Museum der Marechaussee. Eind 2014 is het complex NMM te Soesterberg geopend en werden de subsidies ondergebracht in één subsidie ten gunste van de Stichting (de jaarlijkse subsidie). In 2018 is de naam op verzoek van het kabinet van de Koning gewijzigd in Stichting Koninklijke Defensiemusea (SKD). De SKD draagt zorg voor het beheren van de museale collectie van Defensie. Zij stelt zich daarnaast ten doel de bezoekers aan de hand van een uiteenlopend activiteitenaanbod, met vaste en tijdelijke exposities, inzicht te laten verwerven in de betekenis van de krijgsmacht voor onze samenleving in heden, verleden en toekomst.

Niet-beleidsartikel 9: Algemeen

PM

www.nmm.nl

7.2. VERDIEPINGSBIJLAGE

In het verdiepingshoofdstuk worden de belangrijkste mutaties ten opzichte van de begroting 2019 kort toegelicht.

Toelichting op de mutaties

  • 1. Uitdeling prijsbijstelling

    De toegekende prijsbijstelling is vanuit artikel 12 Nog onverdeeld verder uitgedeeld aan de defensieonderdelen op basis van de financiële instrumenten van de ontwerpbegroting 2019.

  • 2. Kasschuiven

    Met de kasschuif binnen het artikel 6 Investeringen wordt het kasritme van de investeringen in lijn gebracht met de verwachte bestedingen.

    De kasschuif binnen artikel 10 Apparaat Kerndepartement op de pensioenen leidt tot een betere aansluiting van de uitgaven op de nieuwste pensioenramingen. Daarnaast is er in de begroting een kasschuif arbeidsvoorwaarden verwerkt waardoor de begroting aansluit op de verwachte bestedingen.

  • 3. Interdepartementale overboekingen

    Vanuit diverse ministeries is budget naar Defensie overgeheveld voor het uitvoeren van activiteiten. Het betreft met name de uitbreiding van luchtverkenningscapaciteit bij de Kustwacht Nederland (artikel 6 Investeringen), een bijdrage van EZK voor de btw compensatie NLR en de bijdrage voor Brexit (artikel 9 Algemeen).

    Per saldo stijgt de begroting van Defensie met € 7,9 miljoen voor 2020 en met € 18,9 miljoen voor het jaar 2022. Een volledig overzicht van de interdepartementale budgetoverhevelingen is hieronder toegevoegd.

Overzicht interdepartementale overboekingen (bedragen x € 1.000)

No.

Omschrijving

beleidsartikel

2019

2020

2021

2022

2023

2024

3.a

Bijdrage JenV aan budget Brexit

5

2.200

2.300

2.300

2.300

2.300

2.300

3.b

Bijdrage IenW luchtverkenningscapaciteit Kustwacht Nederland

6

     

13.491

13.491

13.491

Bijdrage Douane luchtverkenningscapaciteit Kustwacht Nederland

6

     

539

539

539

Bijdrage LNV luchtverkenningscapaciteit Kustwacht Nederland

6

     

269

269

269

3.c

Bijdrage EZK aan de kosten voor de schietinrichting defensiegebied Petten

6

3.146

         

3.d

Bijdrage aan BZK programma versterking HR ICT rijksdienst

7

 

– 292

       

3.e

Bijdrage aan BZK verwerking archieven

7

 

– 326

– 326

– 326

– 326

– 326

3.f

Bijdrage EZK voor btw compensatie NLR

9

2.683

2.683

2.683

2.683

2.683

2.683

3.g

Bijdrage aan FIN voor categorie management

10

– 70

– 70

– 70

– 70

– 70

 

3.h

Bijdrage aan Koninkrijksrelaties voor incidentele herstelpremies

12

– 17

– 17

– 17

– 17

– 17

 

3.i

Bijdrage aan Koninkrijksrelaties aanschaf software (OSINT)

12

– 524

         
 

Totaal

 

7.418

4.278

4.570

18.869

18.869

18.956

  • 4. Extra aanvullende middelen

    Vanuit de Voorjaarsnota zijn middelen toegevoegd aan de Defensiebegroting, mede gelet op de situatie in Venezuela en in respons op bijstandsverzoeken van Aruba en Curaçao. Deze middelen worden besteed aan de versterking van de maritieme grenzen van Aruba, Curaçao en Bonaire en ten behoeve van maatregelen in het kader van crisisbeheersing binnen het Koninkrijk.

  • 5. Doorwerking bijstelling ontvangsten

    Binnen het artikel 1 Inzet worden lagere ontvangsten voorzien voor de inzet van Vessel Protection Detachments (VPD’s). De lagere ontvangsten werken door op het uitgavenkader van de overige inzet. De extra ontvangsten van het afromen van het eigen vermogen van het agentschap DMO OPS zijn op artikel 7 DMO toegevoegd aan het uitgavenkader.

  • 6. Interne herschikkingen

    DMO (artikel 7) ontvangt extra budget voor brandstof, omdat hier hogere uitgaven worden verwacht. Bij het DOSCO (artikel 8) worden verwachte tekorten in de exploitatie infrastructuur, de materiële schade door chroom-6 en de bijdrage aan Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS) vanwege vertraging opgelost. Ook intensivering van het munitiedomein is bij de defensieonderdelen verwerkt in de budgetten van 2019 en 2020.

  • 7. Overige mutaties

    De financiële instrumenten, zoals instandhouding materieel, personele en materiële uitgaven zijn bijgesteld n.a.v. herschikken van activiteiten tussen de defensieonderdelen met de daarbij behorende financiële middelen. Verder zijn er maatregelen genomen voor de financiële dekking van de Personeelsagenda en voor het nieuwe cao akkoord.

Artikel 1 Inzet (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

199.488

199.488

199.487

199.488

199.487

199.488

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

48.081

         

Stand 1e suppletoire begroting 2019

247.569

199.488

199.487

199.488

199.487

199.488

Nieuwe mutaties

           

Loon en prijsbijstelling naar Attaches

– 600

– 600

– 600

– 600

– 600

– 600

Doorwerking ontvangsten / Bijstellen opdrachten overige inzet

 

– 3.800

– 3.800

– 3.800

– 3.800

– 3.800

Uitdeling prijsbijstelling

 

159

159

159

159

159

Stand ontwerpbegroting 2020

246.969

195.247

195.246

195.247

195.246

195.247

Artikel 2 Koninklijke Marine (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

842.097

864.324

873.722

866.366

867.175

866.520

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

13.491

1.611

2.383

2.006

3.275

3.336

Stand 1e suppletoire begroting 2019

855.588

865.935

876.105

868.372

870.450

869.856

Nieuwe mutaties

           

Bijstelling personele uitgaven (bijstellen formatie en dekking cao en invoering kwaliteitsmedewerkers; bijdrage goed werkgeverschap)

 

7.711

9.107

9.436

9.534

9.518

Bijstelling instandhouding materieel (Joint fires van DMO en delta exploitatie)

376

942

940

932

821

825

Bijstelling materiële uitgaven (P-agenda en internet legering); bijdrage aan goed werkgeverschap; HR model conceptueel en TNO onderzoek MOC ABNL))

– 16

– 297

– 197

     

Uitdeling prijsbijstelling

 

3.699

3.747

3.579

3.592

3.582

Doorwerking ontvangsten/btw teruggave

16.300

         

Intensivering munitiedomein (project obelix)

167

2.000

       

Aftopping maximale pensioenpremie

80

80

80

80

80

80

Cao akkoord 2019

46.942

45.834

38.877

39.434

39.841

40.230

Stand ontwerpbegroting 2020

919.437

925.904

928.659

921.833

924.318

924.091

Artikel 3 Koninklijke Landmacht (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

1.427.287

1.465.734

1.499.013

1.528.201

1.521.673

1.528.177

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

– 48.988

– 23.318

– 19.012

– 17.684

– 15.598

15.683

Stand 1e suppletoire begroting 2019

1.378.299

1.442.416

1.480.001

1.510.517

1.506.075

1.512.494

Nieuwe mutaties

           

Bijstelling personele uitgaven (bijstellen formatie, dekking cao en P-agenda; invoeren kwaliteitsmedewerkers, verbeteren stagebeleid)

– 20.000

– 1.429

– 2.685

– 4.173

– 4.870

– 4.942

Uitdeling prijsbijstelling

 

5.088

5.392

5.830

5.742

5.847

Teruggave verwachte onderrealisatie 2019

16.000

         

Intensivering munitiedomein (project obelix)

33

400

       

Bijstelling gereedstelling (dekking cao)

– 3.000

         

Bijstelling materiële uitgaven (HR model)

– 31

– 125

– 157

     

Bijstelling personele exploitatie (claim MIVD)

 

100

200

350

350

350

Aftopping maximale pensioenpremie

156

156

156

156

156

156

Cao akkoord 2019

81.698

74.226

60.428

61.260

62.084

62.858

Stand ontwerpbegroting 2020

1.453.155

1.520.832

1.543.335

1.573.940

1.569.537

1.576.763

Artikel 4 Koninklijke Luchtmacht (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

799.984

818.442

832.701

818.482

815.479

813.439

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

11.654

91

4.175

5.509

8.734

9.102

Stand 1e suppletoire begroting 2019

811.638

818.533

836.876

823.991

824.213

822.541

Nieuwe mutaties

           

Bijstelling personele uitgaven (bijstellen formatie)

 

– 1.533

– 797

– 2.130

– 2.096

– 2.096

Bijstelling instandhouding materieel (dekking cao en P-agenda; Patriot missiles OPS budget)

 

– 3.803

– 4.206

– 4.799

– 4.322

– 4.328

Uitdeling prijsbijstelling

 

5.442

5.569

5.301

4.702

4.671

Intensivering munitiedomein (project obelix)

100

600

       

Bijstelling materiële uitgaven

   

– 78

– 78

   

Bijstellen overige personele exploitatie (HR model)

– 13

– 51

– 64

     

Aftopping maximale pensioenpremie

51

51

51

51

51

51

Cao akkoord 2019

32.195

28.077

22.841

23.355

23.793

24.142

Stand ontwerpbegroting 2020

843.971

847.316

860.192

845.691

846.341

844.981

Artikel 5 Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

405.344

409.011

410.499

409.775

409.778

409.778

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

16.487

1.208

1.311

1.268

1.906

2.265

Stand 1e suppletoire begroting 2019

421.831

410.219

411.810

411.043

411.684

412.043

Nieuwe mutaties

           

Bijstelling personele uitgaven (bijstellen formatie, dekking cao; P-agenda)

 

– 5.928

– 5.239

– 4.968

– 4.796

– 4.805

Bijstelling materiële uitgaven (Home Base Support; HR model)

– 11

– 143

– 154

– 100

– 100

 

Uitdeling prijsbijstelling

 

562

582

578

580

580

Bijdrage JenV aan budget Brexit

 

1.258

1.258

1.258

1.258

1.258

Versterking grenstoezicht KMar

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

Intensivering munitiedomein (project obelix)

17

150

       

Aftopping maximale pensioenpremie

50

50

50

50

50

50

Cao akkoord 2019

32.008

27.500

22.186

22.485

22.784

23.072

Stand ontwerpbegroting 2020

456.895

436.668

433.493

433.346

434.460

435.198

Artikel 6 Investeringen (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

2.839.964

3.130.724

3.256.135

2.875.688

2.665.766

2.680.867

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

19.273

12.990

9.862

10.763

17.763

13.663

Stand 1e suppletoire begroting 2019

2.859.237

3.143.714

3.265.997

2.886.451

2.683.529

2.694.530

Nieuwe mutaties

           

Opdracht Voorzien in nieuw materieel

– 139.157

– 271.237

– 124.677

421.148

548.910

592.690

Versterking maritieme grenzen Aruba, Curacao en Bonaire

2.190

         

Herschikking kasschuif 2019 OW (vastgoed)

 

– 10.000

– 30.000

– 30.000

– 30.000

– 30.000

Bijdrage IenW luchtverkenningscapaciteit Kustwacht Nederland

     

13.491

13.491

13.491

Bijdrage Douane luchtverkenningscapaciteit Kustwacht Nederland

     

539

539

539

Bijdrage LNV luchtverkenningscapaciteit Kustwacht Nederland

     

269

269

269

Kasschuiven investeringen

– 200.000

– 300.000

– 300.000

200.000

300.000

300.000

Uitdeling prijsbijstelling

 

49.336

53.105

45.732

39.938

43.130

Interne herschikking energiesteigers nieuwe haven

 

1.400

1.400

1.400

1.400

700

herschikking valuta

46.400

4.500

8.400

14.300

26.000

8.000

Bijdrage DBBS tbv bijstellen exploitatie infra a.g.v. vertraging

– 4.500

– 4.900

       

herschikking 1e deel strategisch vastgoedplan

 

– 25.000

– 25.000

– 50.000

– 50.000

– 50.000

Uitdelen delta exploitatie reeksen

– 4.333

– 10.513

– 18.782

– 26.033

– 32.977

– 33.889

herschikking EJM naar valuta reserve

– 43.500

         

Doorverdeling BVM reeks MIVD budget geintegreerde aanwijzing (GA)

250

900

800

650

650

650

Doorverdeling NAVO capaciteitsdoelstelllingen voor F-35, SOF AIR, SOF Ground Enablers

 

30.000

185.400

250.800

279.600

339.800

Doorverdelen eindejaarsmarge 2018

67.500

         

Bijdrage BZK aanschaf software OSINT

– 524

         

Interne herschikking ontsluiting defensienetwerk A145 CNA

– 2.640

– 6.960

       

Opdracht Voorzien in Infrastructuur

5.346

38.915

59.000

84.202

84.000

84.108

Herschikking kasschuif 2019 OW (vastgoed)

 

10.000

30.000

30.000

30.000

30.000

Uitdeling prijsbijjstelling

 

5.315

5.400

5.602

5.400

4.808

Bijdrage Brexit grenstoezicht

2.200

         

Bijdrage EZK aan de herinrichting schietrichting defensiegebied Petten

3.146

         

Interne herschikking energiesteigers Nieuwe Haven

 

– 1.400

– 1.400

– 1.400

– 1.400

– 700

Herschikking 1e deel strategisch vastgoedplan

 

25.000

25.000

50.000

50.000

50.000

Opdracht Voorzien in IT

– 101.080

– 2.922

6.322

149.373

70.380

62.572

Uitdeling prijsbijstelling

 

6.382

5.086

4.581

6.371

4.074

Kasschuiven julibrief 2019

– 100.000

   

100.000

   

Uitdelen delta exploitatie reeksen

– 9.720

– 16.264

– 17.364

– 17.408

– 17.391

– 17.702

Interne herschikking ontsluiting defensienetwerk nieuwbouwpand (A145) op Camp New Amsterdam (CNA)

2.640

6.960

       

Doorverdelen eindejaarsmarge 2018

6.000

         

Doorverdeling NAVO capaciteitsdoelstellingen: IGO defensiebreed

   

18.600

62.200

81.400

76.200

Bekostiging Wetenschappelijk Onderzoek

2.683

– 39.956

– 39.955

– 39.955

– 39.955

– 39.955

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken naar artikel 9 kennis en innovatie

 

– 43.325

– 43.325

– 43.325

– 43.325

– 43.325

Uitdeling prijsbijstelling

 

1.561

1.562

1.562

1.562

1.562

Correctie uitdeling prijsbijstelling (naar artikel 9)

 

– 875

– 875

– 875

– 875

– 875

Bijdrage EZK voor btw compensatie NLR

2.683

2.683

2.683

2.683

2.683

2.683

Bijdrage aan de NAVO

0

647

621

612

577

579

Uitdeling prijsbijstelling

 

647

621

612

577

579

Reserve valutaschommelingen

– 2.900

– 4.500

– 8.400

– 14.300

– 26.000

– 8.000

Herschikking valuta DLP 19.0

 

1.625

5.000

7.393

3.348

2.782

Herschikking valuta

– 46.400

– 6.125

– 13.400

– 21.693

– 29.348

– 10.782

EJM valutareserve

43.500

         

Stand ontwerpbegroting 2020

2.624.129

2.864.661

3.158.908

3.487.531

3.321.441

3.386.524

Artikel 6 Investeringen (bedragen x € 1.000)
 

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

Stand ontwerpbegroting 2019

2.700.210

2.701.001

2.723.821

2.719.647

2.711.350

27.115.154

2.705.550

2.703.959

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

                 

Stand 1e suppletoire begroting 2019

2.700.210

2.701.001

2.723.821

2.719.647

2.711.350

2.711.124

2.705.550

2.703.959

 

Nieuwe mutaties

                 

Opdracht Voorzien in nieuw materieel

213.880

198.167

157.163

102.302

189.964

99.328

103.662

79.905

2.241.288

Bijdrage IenW luchtverkenningscapacitetit Kustwacht Nederland

13.491

13.491

13.491

13.491

13.491

13.491

13.491

   

Bijdrage Douane luchtverkenningscapacitetit Kustwacht Nederland

539

539

539

773

970

970

970

   

Bijdrage LNV luchtverkenningscapacitetit Kustwacht Nederland

269

269

269

387

485

485

485

   

Uitdeling prijsbijstelling

43.024

43.014

43.125

43.187

43.020

43.010

43.041

43.042

43.042

Interne herschikking energiesteigers nieuwe haven

                 

Defensie herschikking

13.703

13.703

13.703

13.703

13.703

13.703

13.703

13.703

13.703

Herschikking valuta

4.100

500

300

1.900

– 324

100

100

100

100

Herschikking 1e deel strategisch vastgoedplan

– 50.000

– 50.000

– 50.000

– 50.000

– 50.000

– 50.000

– 50.000

– 50.000

– 50.000

Uitdelen delta exploitatie reeksen

– 34.296

– 34.399

– 35.614

– 40.889

– 36.931

– 33.481

– 33.278

– 33.490

– 33.499

Bijdrage vanuit DBBS tbv hogere exploitatie infra door vertraging

         

4.500

4.900

   

Extrapolatie

           

3.700

 

2.161.392

Samenvoegen AIVD/MIVD en Frederikkazerne (AMF) op 1 locatie

   

– 7.300

– 7.300

– 7.300

– 7.300

– 7.300

– 7.300

– 7.300

Doorverdeling BVM reeks MIVD budget geïntegreerde aanwijzing (GA)

650

650

650

650

650

650

650

650

650

Doorverdeling NAVO capaciteitsdoelstellingen: IGO defensiebreed

222.400

210.400

178.000

126.400

212.200

113.200

113.200

113.200

113.200

Herschikking valuta

                 

Opdracht Voorzien in Infrastructuur

54.782

54.861

62.287

62.230

62.230

62.230

62.230

62.230

301.000

herschikking 1e deel strategisch vastgoedplan

50.000

50.000

50.000

50.000

50.000

50.000

50.000

50.000

50.000

Samenvoegen AIVD/MIVD en Frederikkazerne (AMF) op 1 locatie

   

7.300

7.300

7.300

7.300

7.300

7.300

7.300

Parkeerplaatsen KMar op airport Rotterdam/Den Haag

– 40

– 40

– 40

– 40

– 40

– 40

– 40

– 40

 

Extrapolatie

               

238.730

Uitdelen prijsbijstelling investeringen tranche 2019

4.822

4.901

5.027

4.970

4.970

4.970

4.970

4.970

4.970

Opdracht Voorzien in IT

63.306

55.110

33.400

– 1.299

56.345

– 9.605

– 9.510

– 9.595

188.458

Uitdelen delta exploitatie reeksen

– 17.461

– 17.588

– 17.461

– 17.755

– 17.478

– 17.438

– 17.311

– 17.396

– 17.396

Extrapolatie

               

198.053

Doorverdeling NAVO capaciteitsdoelstellingen: IGO defensiebreed

76.600

68.600

47.000

12.600

69.800

3.800

3.800

3.800

3.800

Uitdelen prijsbijstelling investeringen tranche 2019

4.167

4.098

3.861

3.856

4.023

4.033

4.001

4.001

4.001

Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek

– 39.955

– 39.955

– 39.955

– 39.955

– 39.955

– 39.955

– 39.954

– 39.955

37.373

Uitdelen prijsbijstelling investeringen tranche 2019

687

687

687

687

687

687

688

687

687

Bijdrages aan ander begrotingshoofdstukken naar artikel 9 kennis en innovatie

– 43.325

– 43.325

– 43.325

– 43.325

– 43.325

– 43.325

– 43.325

– 43.325

– 43.325

Structurele btw compensatie EZK NLR projecten

2.683

2.683

2.683

2.683

2.683

2.683

2.683

2.683

2.683

Extrapolatie

               

77.328

Bijdrage aan de NAVO

578

578

578

578

578

578

578

578

29.216

Uitdeling prijsbijstelling

578

578

578

578

578

578

578

578

578

Extrapolatie

               

28.638

Reserve valutaschommelingen

– 4.100

– 500

– 300

– 1.900

324

– 100

– 100

– 100

0

Extrapolatie

               

100

Intern herschikken valutareserve

– 6.108

– 1.192

– 832

– 3.540

212

– 392

– 197

– 125

– 201

Herschikking valuta DLP 19.0

2.008

692

532

1.640

112

292

97

25

101

Stand ontwerpbegroting 2020

2.988.701

2.969.262

2.936.994

2.841.603

2.980.836

2.823.600

2.822.456

2.797.022

2.797.335

Artikel 7 Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

932.220

969.497

986.801

994.171

1.000.801

993.771

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

– 2.315

2.419

3.008

1.125

– 8.505

– 4.088

Stand 1e suppletoire begroting 2019

929.905

971.916

989.809

995.296

992.296

989.683

Nieuwe mutaties

           

Bijstelling personele uitgaven (bijstellen formatie, dekking cao; P-agenda)

– 8.009

– 3.155

– 7.090

– 5.995

– 6.456

– 6.456

Bijstelling instandhouding infrastructuur (abonnementskosten internet op de legeringskamer)

 

231

115

     

Bijstellen instandhouding materieel

 

– 890

– 510

     

Bijstelling instandhouding IT / IB bijdrage aan BZK verwerken archieven en bijdrage aan categoriemanagement

– 70

– 396

– 396

– 396

– 396

– 326

Bijsteling gereedstelling (project Joint fires naar marine; dekking cao; P-agenda)

 

– 5.616

– 6.096

– 5.849

– 6.096

– 6.076

Uitdeling prijsbijstelling

 

8.957

9.135

9.248

9.382

9.281

Intensivering munitiedomein (project obelix)

1.000

3.750

       

Bijdrage BZK programma versterking HR IT rijksdienst

 

– 292

       

Teruggave bijdrage verwachte onderrealisatie 2019 t.b.v. brandstof

20.000

         

Doorwerking ontvangsten NAFIN netwerk

 

6.669

6.669

6.669

6.669

6.669

Bijdrage Brexit KMar

 

53

53

53

53

53

Doorverdeling BVM reeks MIVD budget geïntegreerde aanwijzing (GA)

 

141

342

503

503

503

Uitdelen delta exploitatie

13.677

25.985

35.356

42.659

49.697

50.916

Aftopping maximale pensioenpremie

85

85

85

85

85

85

Cao akkoord 2019

14.840

13.170

11.619

11.676

11.719

11.780

Doorwerking ontvangsten EV agentschap DMO OPS

14.000

         

Stand ontwerpbegroting 2020

985.428

1.020.608

1.039.091

1.053.949

1.057.456

1.056.112

Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

1.279.776

1.290.764

1.267.012

1.248.789

1.253.313

1.252.076

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

51.183

15.028

8.457

9.437

9.352

8.168

Stand 1e suppletoire begroting 2019

1.330.959

1.305.792

1.275.469

1.258.226

1.262.665

1.260.451

Nieuwe mutaties

           

Bijstelling personele uitgaven (bijstellen formatie, dekking cao; P-agenda en loon en prijscompensatie attaches; interne herschikking verhuiscontract)

600

– 17.234

– 14.619

– 13.608

– 11.973

– 11.994

Bijstelling overige personele exploitatie (HR model; home base support; SIB reïntegratie militair personeel; interne herschikking verhuiscontract)

9

3.015

3.078

9.508

5.111

6.308

Bijstellen materiële uitgaven

 

100

100

100

100

100

Uitdeling prijsbijstelling

 

8.688

8.313

8.132

8.162

8.147

Intensivering munitiedomein (project obelix)

 

200

       

Bijstellen exploitatiebudget infrastructuur

4.500

78

78

78

   

Bijstellen budget materiële schade chroom 6

4.500

         

Bijdrage DBBS tbv bijstellen exploitatie infra a.g.v. vertraging

4.500

4.900

       

Bijdrage Brexit KMar

 

908

908

908

908

908

doorverdeling BVM reeks MIVD budget geïntegreerde aanwijzing (GA)

 

530

1.289

1.896

1.896

1.896

Aftopping maximale pensioenpremie

366

366

366

366

366

366

Cao akkoord 2019

31.387

27.804

28.399

25.128

25.502

25.787

Stand ontwerpbegroting 2020

1.376.821

1.335.147

1.303.381

1.290.734

1.292.737

1.291.969

Artikel 9 Algemeen (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

105.779

100.408

101.934

102.103

102.069

102.076

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

2.138

13.819

3.166

1.239

1.425

1.722

Stand 1e suppletoire begroting 2019

107.917

114.227

105.100

103.342

103.494

103.798

Bijstelling opdrachten (dekking cao en P-agenda)

 

– 515

– 534

– 583

– 699

– 685

Herschikking budget Kennis en Innovatie naar bijdrages aan andere begrotingshoofdstukken

 

43.325

43.325

43.325

43.325

43.325

Uitdeling prijsbijstelling

 

2.328

2.350

2.352

2.352

2.352

Overige mutaties

 

32

49

90

200

192

Stand ontwerpbegroting 2020

107.917

159.397

150.290

148.526

148.672

148.982

Artikel 10 Apparaat Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

1.626.034

1.574.934

1.607.071

1.582.691

1.568.865

1.484.337

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

– 15.613

9.376

8.267

7.538

2.797

62.690

Stand 1e suppletoire begroting 2019

1.610.421

1.584.310

1.615.338

1.590.229

1.571.662

1.547.027

Nieuwe mutaties

           

Bijstelling personele uitgaven (bijstellen formatie; project obelix)

 

– 2.928

– 2.772

– 2.644

– 3.227

– 2.597

Dekking cao en P-agenda

– 9.000

– 9.029

– 9.234

– 9.374

– 9.473

– 9.374

Harmonisatie SIB reïntegratie MP

   

– 100

– 600

– 1.000

– 1.342

Uitdeling BVM-claim MIVD

750

2.829

6.869

10.101

10.101

10.101

Uitdeling prijsbijstelling

 

520

588

615

720

720

Doorwerking ontvangsten vrijval lening en aflossing ivm extra aflossing 2018

 

– 2.500

       

Kasschuif pensioenen en uitkeringen

 

– 10.000

 

10.000

   

Bijstelling uitkeringen (pensioenen)

– 10.200

         

Overige mutaties (HR model)

– 4

– 16

– 20

     

Bijdrage Brexit KMar

 

81

81

81

81

81

Aftopping maximale pensioenpremie

692

692

692

692

692

692

Cao akkoord 2019

77.747

71.869

64.672

64.313

64.316

63.389

Stand ontwerpbegroting 2020

1.670.406

1.635.828

1.676.114

1.663.413

1.633.872

1.608.697

Artikel 11 Geheim (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

7.586

7.585

7.585

7.585

7.585

7.585

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

1.078

1.200

1.200

1.200

1.200

1.200

Stand 1e suppletoire begroting 2019

8.664

8.785

8.785

8.785

8.785

8.785

Prijsbijstelling 2018

 

110

110

110

110

110

Doorverdeling MIVD budget geïntegreerde aanwijzing (GA)

 

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

Stand ontwerpbegroting 2020

8.664

9.895

9.895

9.895

9.895

9.895

Niet-beleidsartikel 12 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

11.494

102.315

80.766

96.212

90.220

84.707

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

308.314

263.890

489.863

594.793

638.247

693.100

Stand 1e suppletoire begroting 2019

319.808

366.205

570.629

691.005

728.467

777.807

Nieuwe mutaties

           

Bijstelling onverdeeld (SIB harmonisatie reïntegratie militair personeel)

 

2.000

2.100

– 3.858

955

 

Uitdeling prijsbijstelling

 

– 97.918

– 100.843

– 93.119

– 88.996

– 89.250

Maatregelen crisisbeheersing Koninkrijk en versterking maritieme grenzen Aruba, Curaçao en Bonaire

10.389

         

Doorwerking van btw teruggave 2015

2.700

         

Dekking project obelix, teruggave onderrealisatie; tekorten infra

– 46.317

– 7.400

       

Bijdrage aan Koninkrijksrelaties voor incidentele herstelpremies

– 17

– 17

– 17

– 17

– 17

 

Extrapolatie goed werkgeverschap

110.000

110.000

110.000

110.000

110.000

120.000

Doorverdelen eindejaarmarge 2018 investeringen

– 73.500

         

Dekking arbeidsvoorwaardenakkoord

40.000

40.000

40.000

40.000

40.000

40.000

Doorverdelen BVM reeks MIVD budget geïntegreerde aanwijzing

– 1.000

– 5.500

– 10.500

– 14.500

– 14.500

– 14.500

P-agenda

75

275

375

     

Doorverdelen reeks grensbewaking marechaussee

– 3.000

– 3.000

– 3.000

– 3.000

– 3.000

– 3.000

Uitdeling prijsbijstelling

           

LPO tranche 2018 en 2019 over aanvullende post

5.230

5.230

5.230

5.230

5.230

5.230

Uitdelen NAVO capaciteitsdoelstellingen

– 10.000

– 42.000

– 249.000

– 358.000

– 406.000

– 461.000

Interne herschikking AV akkoord uitdelen NAVO capaciteitsdoelstellingen

10.000

12.000

45.000

45.000

45.000

45.000

Aftopping maximale pensioenpremie

– 1.480

– 1.480

– 1.480

– 1.480

– 1.480

– 1.480

Cao akkoord 2019

– 316.817

– 288.480

– 249.022

– 247.654

– 249.859

– 251.708

Kasschuif t.b.v. dekking arbeidsvoorwaarden 2019

31.700

– 6.340

– 6.340

– 6.340

– 6.340

– 6.340

Stand ontwerpbegroting 2020

77.771

83.575

153.132

163.267

159.460

160.759

7.3 MOTIES EN TOEZEGGINGEN

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

augustus 2019

Karabulut en Kerstens: verzoekt de regering deze specifieke groep PTSS-patiënten zo spoedig mogelijk in kaart te brengen; verzoekt de regering tevens het gewijzigde PTSS-protocol zo spoedig mogelijk in te voeren.

Notaoverleg Veteranenbeleid

30 139, nr. 214

Afgedaan

30 139, nr. 219 d.d. 2-7-2019

Diks en Stoffer: verzoekt de regering, met de ministeries van Defensie, van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een landelijke campagne te ontwikkelen die leidt tot bredere bewustwording en eerdere herkenning in de samenleving van de symptomen en kenmerken van PTSS en hoe hiermee om te gaan.

Notaoverleg Veteranenbeleid

30 139, nr. 216

In behandeling

 

Kerstens: inzicht in kosten en omvang flexibele schil.

WGO Jaarverslag

35 200-X, nr. 10

In behandeling

 

Belhaj: over voortgang implementatie DAP 1325.

WGO Jaarverslag

35 200-X, nr. 11

In behandeling

 

Kerstens: verzoekt de regering, ingeval Defensie in het gelijk wordt gesteld (bezwaar tegen RVU boetes) de daarmee gepaard gaande bedragen ten goede te laten komen aan de medewerkers van Defensie, bijvoorbeeld in de vorm van arbeidsvoorwaardenruimte.

AO Personeel

35 000-X, nr. 117

Uitspraak op bezwaar afwachten

 

Belhaj: Verzoekt de regering, en specifiek het Ministerie van Defensie, in de afweging tussen chroom-6-houdende verf of gelijkwaardige alternatieven, het financieel-economische aspect de laagste prioriteit te geven binnen budgettaire kaders van Defensie en indien dit een afweging zal zijn hierover expliciet de Kamer te informeren.

AO Chroom-6

35 000-X, nr. 121

Afgedaan

35 000-X, nr. 147 d.d. 4-7-2019

Belhaj: verzoekt de regering, en specifiek het Ministerie van Defensie, om zo spoedig mogelijk actief te stoppen met het werken met chroom-6-houdende verf, het vervangingsproces en certificeringsproces te versnellen en chroomvrije verfsystemen te implementeren.

AO Chroom-6

35 000-X, nr. 120

Afgedaan

35 000-X, nr. 147 d.d. 4-7-2019

Kerstens: verzoekt de regering, voor eens en altijd duidelijk te maken dat het bij het melden van misstanden en calamiteiten onder druk laten ondertekenen van geheimhoudingsverklaringen niet aan de orde is.

AO Personeel

35 000-X, nr. 118

In behandeling

 

Belhaj: verzoekt de regering, alle mogelijke maatregelen te treffen om blootstelling aan en gezondheidsschade veroorzaakt door uitstootgassen van burnpits zo veel als mogelijk te voorkomen.

AO Personeel

35 000-X, nr. 113

In behandeling

 

Belhaj: verzoekt de regering, om de nota Defensie Industrie Strategie en de Innovatiestrategie Defensie aan te vullen met voorstellen die volgen uit het plan van aanpak Defensie Operationele Energiestrategie.

NO DIS

31 125, nr. 98

In behandeling

 

Bruins Slot: verzoekt de regering, op deze voorgaande punten aan de Kamer duidelijkheid te bieden en een ethisch en juridisch kader te ontwikkelen waarbinnen het onderzoek, de ontwikkeling en de toepassing van human enhancement gaan plaatsvinden, en de Kamer hierover voor de zomer van 2019 te informeren.

NO DIS

31 125, nr. 97

Afgedaan

31 125, nr. 105 d.d. 4-7-2019

Bruins Slot: verzoekt het kabinet het ontwerp, de ontwikkeling, bouw, instandhouding en eindregie van onderzeeboten binnen de gouden driehoek te accommoderen.

NO DIS

31 125, nr. 96

In behandeling

 

Belhaj: verzoekt de regering, na één jaar het functioneren van de IVD, het MID en de COID te evalueren, het personeel (burgers en militairen) te betrekken bij deze evaluatie en de onderzoeksopzet van de evaluatie vooraf aan de kamer voor te leggen.

AO Veiligheid en integriteit

35 000-X, nr. 89

In behandeling

 

Belhaj: verzoekt de regering, bij onderzoeken naar en bij de afhandeling van klachten door het MID, de COID en de Inspectie Veiligheid Defensie, de onafhankelijkheid en objectiviteit te waarborgen, door personen (niet zijnde de melder zelf en/of getuigen) die een rol hebben gespeeld waarover de melding gaat, niet te betrekken in het onderzoek en/of bij de afhandeling van klachten; verzoekt de regering, bij gevraagde en ongevraagde onderzoeken van de Inspectie Veiligheid Defensie en de COID, de onafhankelijkheid en objectiviteit te waarborgen door personen die een rol hebben gespeeld in de totstandkoming van het te onderzoeken beleid niet te betrekken in het doen van onderzoek.

AO Veiligheid en integriteit

35 000-X, nr. 90

Afgedaan

35 000-X, nr. 106 d.d. 18-3-2019

Stoffer en Verhoeven: verzoekt de regering, een Ruslandstrategie op te stellen en deze in 2019 aan de Kamer voor te leggen.

Plenair debat Rusland

33 694, nr. 37

In behandeling

 

Verhoeven en Bruins Slot: verzoekt de regering het initiatief te nemen om internationale overeenstemming te bereiken over de praktische toepassing van het bestaande internationale recht op het digitale domein en de Kamer hierover te informeren.

Plenair debat Rusland

33 694, nr. 35

Afgedaan

PM d.d. 5-7-2019

Stoffer: verzoekt de regering, deze samenwerking verder te optimaliseren door meer gebruik te maken van dual-use-innovatie en het waar mogelijk bevorderen van afspraken over reële toegang voor Nederlandse bedrijven tot door Defensie ontwikkelde kennis.

Begrotingsbehandeling

35 000-X, nr. 64

In behandeling

 

Bruins Slot: verzoekt de regering, de Defensie Cyber Strategie te verbreden met de inzet van cybersoldaten om Nederland te beschermen als cyberaanvallen in de ruimte dreigen de samenleving te ontwrichten, en de Kamer daarover te informeren.

Begrotingsbehandeling

35 000-X, nr. 52

In behandeling

 

Bruins Slot: verzoekt de regering, te voorzien in draadloos breedbandinternet van goede kwaliteit, thuiswifi, voor alle legering binnen Defensie, daartoe een plan te maken en de Kamer daarover uiterlijk voorjaar 2019 te informeren.

Begrotingsbehandeling

35 000-X, nr. 51

Afgedaan

34 919, nr. 35 d.d. 25-4-2019

Belhaj: draagt de regering op de Tweede Kamer eerst te informeren over alle financiële implicaties en nut en noodzaak van het voornemen tot de heroverweging van het Marine Etablissement Amsterdam alvorens stappen worden gezet met betrekking tot de heroverweging.

Begrotingsbehandeling

35 000-X, nr. 58

In behandeling

 

Popken: verzoekt de regering, vanaf volgend jaar in de Defensiebegroting cyber en space duidelijk te specificeren en uit te werken, zodat inzichtelijk wordt welke activiteiten c.q. doelstellingen gesteld worden en welke financiële middelen hiervoor beschikbaar gesteld worden.

Begrotingsbehandeling

35 000-X, nr. 46

Afgedaan in deze begroting

 

Bruins Slot en Stoffer: verzoekt de regering, interdepartementaal in overleg te treden om ruimte te creëren voor maatschappelijke diensttijd bij Defensie.

Begrotingsbehandeling

35 000-X, nr. 53

In behandeling

 

Stoffer en Bruins Slot: verzoekt de regering, de Franse en Duitse regering formeel op de hoogte te brengen van de Nederlandse bezwaren tegen een Europees leger, en actief samenwerking te zoeken met de regeringen van andere EU-lidstaten voor een effectief gezamenlijk tegenwicht.

Begrotingsbehandeling

35 000-X, nr. 63

Afgedaan

21 501–28, nr. 185

Kerstens: verzoekt de regering, uiterlijk in de volgende Veteranennota een uitgewerkt plan daartoe te presenteren alsook vertegenwoordigers van het thuisfront bij die uitwerking te betrekken.

Begrotingsbehandeling

35 000-X, nr. 59

Afgedaan

30 139, nr. 218 d.d. 11 juni 2019

Bruins Slot: verzoekt de regering, indien het dit jaar niet tot een arbeidsvoorwaardenakkoord komt, nog voor de jaarwisseling met een aanvullend voorstel te komen, waaruit de waardering voor het Defensiepersoneel concreet blijkt.

Begrotingsbehandeling

35 000-X, nr. 50

Afgedaan

35 000-X, nr. 72 d.d. 17-12-2018

Belhaj en Bosman: verzoekt de regering, op korte termijn de mogelijkheden te verkennen voor het initiatief van een PESCO-project om te komen tot een gezamenlijke Europese Urban Warfare-trainingsfaciliteit ten behoeve van het gezamenlijk opleiden en trainen van militairen.

Begrotingsbehandeling

35 000-X, nr. 57

In behandeling

 

Diks en Belhaj: verzoekt de regering, in aanloop naar de herijking van de Defensievisie in 2020 een inspraaktraject in te zetten om de Kamer, Defensiepersoneel en de samenleving te betrekken bij fundamentele keuzes over de toekomstige inrichting van Defensie.

Begrotingsbehandeling

35 000-X, nr. 47

Afgedaan

34 919, nr. 32

Belhaj: verzoekt de regering om, in de volgende begroting en jaarverslag inzichtelijk te maken wat de financiële middelen zijn van multicultureel netwerk, Vrouw en Defensie, Homoseksualiteit en Krijgsmacht en Jong Defensie.

Begrotingsbehandeling

35 000-X, nr. 56

Afgedaan

34 919, nr. 38 d.d. 16-05-2019

Voordewind: verzoekt de regering, zorg te dragen dat Nederland voor het motoronderhoud van de Nederlandse F-35’s niet afhankelijk wordt van motoronderhoud in Turkije.

Begrotingsbehandeling

35 000-X, nr. 62

In behandeling

 

Kerstens: over gezamenlijk aanbod op de arbeidsmarkt door Defensie, de brandweer en de politie.

WGO Personeel

35 000-X, nr. 30

In behandeling

 

Karabulut en Kerstens: verzoekt de regering om samen met de vakbonden, en gedragen door het Defensiepersoneel, een goede cao overeen te komen.

WGO Personeel

35 000-X, nr. 28

Afgedaan

PM d.d. 30-07-2019

Diks: verzoekt de regering, jaarlijks bij het jaarverslag een integraal inzicht te verschaffen in de actieplannen, programma's en trajecten die tot doel hebben de bedrijfsvoering bij de Defensieorganisatie te verbeteren, de onderlinge samenhang toe te lichten en de geboekte resultaten in kaart te brengen.

WGO Personeel

35 000-X, nr. 27

Afgedaan

35 200-X, nrs. 1, 3 en 4 d.d. 15 mei 2019

Belhaj: verzoekt de regering, om voor het programma Behoud en Werving duidelijke doelstellingen te formuleren, met een tijdsplanning en de daarbij benodigde financiële middelen en over de voortgang voortaan bij het jaarverslag te rapporteren.

WGO Personeel

35 000-X, nr. 31

Afgedaan

34 919, nr. 38 d.d. 16-05-2019

Diks: verzoekt de regering, te onderzoeken of Fast Track Procurement als standaardoptie kan worden overwogen voor het versnellen van het verwerven van uitrusting voor militairen die op korte termijn op missie of oefening gaan, zodat deze spoedverwervingen, als het niet anders kan, buiten de regulier van toepassing zijnde administratieve regels maar binnen de wettelijke kaders kunnen plaatsvinden, en de Kamer hierover te informeren.

WGO Materieel

27 830, nr. 273

In behandeling

 

Belhaj; verzoekt de regering om over de planning en uitvoeringsvoortgang van de centraal te verwerven en te leveren kleding en uitrusting, jaarlijkse naar de Kamer te rapporteren; verzoekt de regering om op hoofdlijnen naar de kamer te rapporteren over de afhandelingen van problemen met kleding en uitrusting gemeld bij het interventieteam.

WGO Materieel

35 000-X, nr. 24

In behandeling

35 200-X, nrs. 1, 3 en 4 d.d. 15 mei 2019

Sienot, Bosman, Belhaj, Diks en Bruins Slot: verzoekt de regering om, duurzaamheid onderdeel te laten zijn van de behoeftestelling voor materieelprojecten; verzoekt de regering tevens, te onderzoeken welke effecten het opnemen van de life cycle cost als uitgangspunt heeft voor de materieelspecificaties van een aanbesteding, en de Kamer hierover te informeren.

NO Energiestrategie

34 895, nr. 4

In behandeling

 

Sienot, Bosman, Belhaj, Diks en Bruins Slot verzoekt de regering, met een plan van aanpak te komen waarin de gouden driehoek een essentiële rol heeft om tot energiereductie te komen, en aan te geven welke middelen voor de realisatie van de Operationele Energiestrategie beschikbaar zijn.

NO Energiestrategie

34 895, nr. 5

In behandeling

 

Van Raan en Kerstens: Verzoekt de regering de militaire luchthavens nadrukkelijk aan te sporen zich op te stellen als goede buur.

Plenair debat luchthavenbesluit

34 932, nr. 6

In behandeling

 

Kerstens: verzoekt het kabinet in het kader van bedoelde zorgvuldigheid in overleg met betrokkenen zoals hiervoor genoemd te bezien op welke wijze tot een gedragen besluit kan worden gekomen en de Kamer hierover te informeren.

Plenair debat luchthavenbesluit

34 932, nr. 9

In behandeling

 

Helvert: verzoekt de regering de toenadering van Turkije tot Rusland en de aanschaf van het S-400 systeem door Turkije in het kader van de NAVO aan de orde te stellen.

VAO NAVO

28 676, nr. 294

Afgedaan

28 676, nr. 303 d.d. 24-09-2018

Kerstens en Karabulut: Verzoekt het kabinet op zo kort mogelijke termijn met vertegenwoordigers van desbetreffende medewerkers in overleg te treden omtrent bovenbedoelde, en bijvoorbeeld in een sociaal plan of sociaal statuut neer te leggen, regelingen.

VAO Materieel

27 830, nr. 256

In behandeling

 

Diks: verzoekt de regering, bij gemandateerde materieelverwervingsprojecten van Defensie met een financiële omvang van meer dan € 100 miljoen de A-brieven ter behandeling aan de Kamer voor te leggen en geen onomkeerbare stappen te zetten voorafgaand aan deze behandeling, voor dergelijke projecten of indien geen B-brief wordt verzonden in de A-brief uitgebreid te informeren over de risico's van het project en het al dan niet voorhanden zijn van verwervingsalternatieven.

VAO Materieel

27 830, nr. 254

Afgedaan

27 830, nrs. 259 d.d. 18-9-2018 en 262 d.d. 11-10-2018

Van den Bosch: verzoekt de regering met concrete voorstellen te komen om de in de veteranenwet vastgelegde zorgplicht volledig in de praktijk te brengen en de Kamer hier binnen een jaar over te informeren.

NO Veteranen

30 139, nr. 187

Afgedaan

30 139, nr. 218 d.d. 11 juni 2019

Van den Bosch: verzoekt de regering, te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de financiering van het Nationaal Fonds Ereschuld ook open te stellen voor derden om additioneel in te investeren, opdat dit een écht nationaal fonds kan worden, en de Kamer hier voor de behandeling van de Defensiebegroting 2019 over te informeren.

NO Veteranen

30 139, nr. 188

Afgedaan

30 139, nr. 203 d.d. 17-9-2018

Bruins Slot en Kerstens: verzoekt de regering om, in overleg met betrokken organisaties zoals de samenwerkende veteranenontmoetingscentra, het vfonds, het Veteraneninstituut en betrokken gemeenten te werken aan een passende ondersteuning van de inloophuizen voor komende jaren en de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren.

NO Veteranen

30 139, nr. 189

Afgedaan

30 139, nr. 207 d.d. 14-12-2018 en 30 139, nr. 211 d.d. 18-6-2019

Belhaj: verzoekt de regering, de mogelijkheid te onderzoeken om het dragen van een militair uniform door niet actief dienende veteranen tijdens veteranenevenementen mogelijk te maken en bestaande regelingen daarvoor aan te passen.

NO Veteranen

30 139, nr. 190

Afgedaan

30 139, nr. 212 d.d. 20-6-2019

Belhaj: verzoekt de regering, spoed te betrachten bij het afhandelen van het aanpassen van het voorzieningenstelsel en maximaal gebruik te maken van de voorlopige voorziening wanneer veteranen in afwachting zijn van een definitieve toekenning.

NO Veteranen

30 139, nr. 191

Afgedaan

30 139, nr. 218 d.d. 11 juni 2019

Belhaj: verzoekt de regering om, onderzoek naar moral injury te stimuleren en moral injury een vast onderdeel van het curriculum van opleidingen van de Nederlandse Defensie Academie te laten gelden.

NO Veteranen

30 139, nr. 192

Afgedaan

30 139, nr. 218 d.d. 11 juni 2019

Belhaj: verzoekt de regering, te onderzoeken in welke mate het noodzakelijk is om externe medische adviseurs te betrekken bij het schaderegelingsproces en te onderzoeken of dit op een andere wijze (intern) georganiseerd kan worden, en hierover de Kamer te informeren voor november 2018.

NO Veteranen

30 139, nr. 193

Afgedaan

30 139, nr. 205 d.d. 7-11-2018

Diks: verzoekt de regering in gesprek te gaan met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten om de mogelijkheden in kaart te brengen voor het verbeteren van de aandacht voor veteranen in gemeenten.

NO Veteranen

30 139, nr. 194

Afgedaan

30 139, nrs. 211 d.d. 18-6-2019 en 2018 d.d. 11-6-2019

Kerstens: verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze andere ministeries en de private sector, daaronder in de eerste plaats begrepen de (Nederlandse) defensie-industrie breder kunnen bijdragen aan het veteranenbeleid en de Kamer hierover te informeren.

NO Veteranen

30 139, nr. 197

Afgedaan

30 139, nr. 203 d.d. 17-9-2018

Van Dijk: verzoekt de regering de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer betreffende de administratie van de munitieopslag over te nemen, en onderzoek te doen of dit probleem ook speelt bij de administratie van de voorraad van explosieven.

WGO Jaarverslag

34 950-X, nr. 9

In behandeling

 

Bruins Slot: verzoekt de regering, de ondertekening van het contract met de te selecteren leverancier voor GrIT te laten voorafgaan door een nieuw BIT-advies, waarbij ook ingegaan wordt op de implementatie van eerdere aanbevelingen door het BIT; verzoekt de regering tevens, de Kamer over dit uitgebrachte BIT-advies te informeren, tijdig voorafgaand aan de contractondertekening.

VAO IT

31 125, nr. 88

Afgedaan

31 125, nr. 104 d.d. 2-7-2019

Bruins Slot: verzoekt de regering, de Kamer tijdig te informeren als het programma GrIT duurder wordt dan de initiële reservering dan wel dat de functionaliteit wordt verminderd of het niveau van IT-dienstverlening naar beneden wordt gesteld, omdat het maximum van de reservering bereikt is.

VAO IT

31 125, nr. 87

In behandeling

 

Stoffer: constaterende dat tijdens de NAVO-top in Wales in 2014 is afgesproken dat het Nederlandse Defensiebudget wordt verhoogd richting 2% van het bbp in 2024; overwegende dat de Defensienota hoofdzakelijk ingaat op de versterking van de krijgsmacht tijdens deze kabinetsperiode, maar onduidelijk is over de periode 2020–2024; verzoekt de regering, conform de NAVO-norm en in lijn met de aangenomen motie-Dijkgraaf over langjarige financieringssystematiek (34 775 X, nr. 57), prioriteit te geven aan een spoedige uitwerking van een perspectief op Defensie na 2020.

NO Defensienota

34 919, nr. 17

In behandeling

 

Bruins Slot: overwegende dat de inzet van drones vaker plaatsvindt en steeds eenvoudiger wordt voor niet-statelijke actoren; overwegende dat Defensie nog niet over voldoende counterdrones-middelen beschikt; verzoekt de Minister, in te zetten op het ontwikkelen van counterdrones-capaciteiten en de Kamer hierover te informeren.

NO Defensienota

34 919, nr. 14

Afgedaan

Aanhangsel van de handelingen 2018–2019 nr. 2248

Diks: overwegende dat gelet op de destabilisering van Venezuela en de daarmee gepaard gaande politieke onvoorspelbaarheid in dat land een robuuste verdediging van de Caribische eilanden noodzakelijk is, en een verder geïntegreerde verdediging met andere westerse mogendheden bovendien kosten kan besparen; verzoekt de regering, te bezien of en hoe een verregaande vorm van geïntegreerde en gezamenlijke verdediging van het Caribisch gebied met andere westerse mogendheden mogelijk en wenselijk is, en daarbij tevens de mogelijkheid van wederzijdse verdediging te onderzoeken.

NO Defensienota

34 919, nr. 13

Afgedaan

33 279, nr. 29 d.d. 19-6-2019

Diks: constaterende dat in de Defensienota een bedrag van 20 miljoen euro structureel voor cyberdefensie wordt vrijgemaakt en hiermee gedurende deze kabinetsperiode slechts één cyberoperatie kan worden uitgevoerd; verzoekt de regering bij de nog uit te werken cyberstrategie expliciet te onderzoeken of de beschikbare capaciteit van het Defensie Cyber Commando voldoende is om cyberdreigingen het hoofd te kunnen bieden, en tevens te onderzoeken of en hoe cyber offensief – indien opportuun en proportioneel – ingezet zou kunnen worden in het kader van het verdedigen van de internationale rechtsorde.

NO Defensienota

34 919, nr. 11

Afgedaan

33 321, nr. 9 d.d. 12-11-2018

Belhaj en Voordewind: verzoekt de regering, wetgeving voor te bereiden voor het instellen van een Defensie Materieel begrotingsfonds.

NO Defensienota

34 919, nr. 19

Afgedaan

27 830, nr. 281 d.d. 5 april 2019

Diks: verzoekt de regering, tijdelijke ontheffingen vanwege operationele noodzaak voortaan altijd te laten vergezellen door een formeel vastgelegde schriftelijke verslaglegging van de uitgevoerde veiligheidschecks waaruit blijkt dat de munitie gedurende deze periode veilig kan worden gebruikt, en na het verstrijken van de tijdelijke ontheffing de typeclassificatie alsnog zo spoedig mogelijk uit te voeren.

AO Veiligheid en integriteit

34 775-X, nr. 132

In behandeling

 

Belhaj: verzoekt de regering, te allen tijde de Kamer actief te informeren, mocht de taak die opgenomen is in een instellingsbesluit voor het oprichten van een (tijdelijke) commissie onverhoopt geheel of gedeeltelijk wijzigen.

VAO Veiligheid en integriteit

34 775-X, nr. 110

In behandeling

 

Karabulut en Ploumen verzoekt de regering, het tijdelijke externe meldpunt open te houden tot de behandeling van de definitieve aanbevelingen van de commissie-Giebels door de Tweede Kamer.

VAO Veiligheid en integriteit

34 775-X, nr. 117

Afgedaan

34 775-X, nr. 130 d.d. 28-6-2018

Van Dijk: verzoekt de regering, alle mogelijke middelen in te zetten om het beantwoorden van de schuldvraag mogelijk te maken en daaraan consequenties te verbinden.

VAO Veiligheid en integriteit

34 775-X, nr. 112

In behandeling

 

Bruins Slot: verzoekt de regering, een onafhankelijke visitatiecommissie in te stellen ten behoeve van de uitvoering van het plan van aanpak integrale veiligheid en integriteit bij Defensie, die jaarlijks over de stand van zaken van het verbetertraject rapporteert aan de bewindslieden van Defensie en de Kamer, en halfjaarlijks aan de Kamer te rapporteren over de voortgang van de uitvoering van het plan van aanpak en de aanbevelingen van deze visitatiecommissie.

VAO Veiligheid en integriteit

34 775-X, nr. 113

Afgedaan

34 919, nr. 24 d.d. 5-7-2018

Belhaj: verzoekt de regering, na het voltooien van het strafrechtelijk onderzoek door het OM, onderzoek te doen naar de mogelijkheid om tot (aanvullende) interne disciplinaire maatregelen over te gaan indien er op enig moment sprake is geweest van nalatig en/of verwijtbaar handelen.

VAO Veiligheid en integriteit

34 775-X, nr. 109

In behandeling

 

Belhaj: verzoekt de regering, de inspecteur-generaal Veiligheid de Kamer jaarlijks te laten informeren middels een jaarverslag.

VAO Veiligheid en integriteit

34 775-X, nr. 111

In behandeling

 

Diks: verzoekt de regering, het contact vanuit Defensie jegens nabestaanden van omgekomen militairen op een meer empathische en ruimhartige manier te organiseren dan nu het geval is, en de Kamer te informeren over de voorgenomen verbeteringen.

VAO Veiligheid en integriteit

34 775-X, nr. 114

In behandeling

 

Diks: verzoekt de regering, er zorg voor te dragen dat slachtoffers van misbruik binnen defensieorganisatie op geen enkele wijze worden beperkt in hun communicatie met externen over de misbruikzaak, anders dan ter voorkoming van onderlinge beïnvloeding hangende het onderzoek.

VAO Veiligheid en integriteit

34 775-X, nr. 115

In behandeling

 

Sjoerdsma: verzoekt de regering, zonder militairen in gevaar te brengen, gedetailleerder te rapporteren over militaire wapeninzet.

VAO ISIS

27 925, nr. 625

Afgedaan

27 925, nr. 629 d.d. 13 april 2018

Van Ojik: overwegende dat klimaatverandering in Mali een bedreiging is voor de voedselproductie en watervoorziening, en daarmee een bron voor conflict; overwegende dat Nederland bij de aanpak van conflicten een integrale aanpak voorstaat waar defensie, diplomatie en ontwikkeling hand in hand gaan; verzoekt de regering om, samen met internationale en Malinese partners te bezien hoe meer kan worden gedaan om klimaatverandering als bron van conflict in Mali tot staan te brengen.

VAO Vredesmissies

29 521, nr. 357

Afgedaan

29 521, nr. 368 d.d. 10-10-2018

Belhaj: verzoekt de regering om, de diversiteit en het diversiteitsbewustzijn in alle geledingen van Defensie te versterken door in te zetten op een inclusieve cultuur wat resulteert in zowel instroom als behoud van medewerkers uit groepen die tot nu toe ondervertegenwoordigd zijn; en hierbij specifiek te kijken naar de regelgeving en (bedrijfsvoerings-)voorschriften die belemmeringen zouden kunnen opwerpen voor de hier voor genoemde groepen en dit te betrekken bij de beleidsnota Diversiteit en Inclusiviteit.

VAO Personeel

34 775-X, nr. 63

Afgedaan

35 000-X, nr. 12 d.d. 15-10-2018

Dijkgraaf: verzoekt de regering, zo mogelijk in de komende Defensienota, te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om tot een langjarige financieringssystematiek te komen.

Begrotingsbehandeling

34 775-X, nr. 57

Afgedaan

2018–2019, nr. 26 item 11 d.d. 21 november 2018

Voordewind: verzoekt de regering, de tweedaagse geestelijkeverzorgingsconferentie ook tot vast onderdeel te maken van de opleiding van de landmachtcadetten en de deelname van militairen aan de geestelijkeverzorgingsconferenties voorafgaande aan uitzendingen te stimuleren.

Begrotingsbehandeling

34 775-X, nr. 51

Afgedaan

34 775-X, nr. 102 d.d. 26-4-2018

Bruins Slot: verzoekt de regering het onderzoek naar het delegeren van personeelsbesluiten te benutten om commandanten meer bevoegdheden en bijbehorende middelen op personeelsgebied te geven en daartoe met concrete maatregelen te komen.

Begrotingsbehandeling

34 775 X, nr. 38

Afgedaan

33 763, nr. 146 d.d. 8-11-2018

Bruins Slot: verzoekt de regering, de effecten van het AOW-pensioengat inzichtelijk te maken, integraal af te wegen en nader te bezien bij de Defensienota.

Begrotingsbehandeling

34 775-X, nr. 39

Afgedaan

34 919, nr. 1 d.d. 26-3-2018

Bruins Slot: verzoekt de regering, te investeren in cyber als volwaardig vijfde militaire domein en daarbij ook in te zetten op een grotere rol van Defensie in het kader van de derde hoofdtaak, om zo samen met civiele veiligheids-partners op te kunnen treden tegen digitale bedreigingen en aanvallen.

Begrotingsbehandeling

34 775-X, nr. 40

Afgedaan

33 321, nr. 9 d.d. 12-11-2018

Belhaj: verzoekt de regering, de Kamer over het groeipad voor uitgaven aan research and development en innovatie te informeren bij het aanbieden van de Defensienota en bij de volgende aanvullende nota van wijziging of de suppletoire begroting (die de verdere verdeling van de extra middelen van Rutte III realiseert) inzichtelijk te maken.

Begrotingsbehandeling

34 775-X, nr. 45

Afgedaan

35 000-X, nrs. 2 d.d. 18-9-2018 en 18 d.d. 1-11-2018

Belhaj: verzoekt de regering om, de mogelijkheden te onderzoeken om de huidige maximalisering van leeftijd bij de aanbieding van betrekkingen te verruimen en daarmee bij te dragen aan de adaptieve krijgsmacht.

Begrotingsbehandeling

34 775-X, nr. 46

Afgedaan

33 763, nr. 146 d.d. 8-11-2018

Ploumen en Voordewind: verzoekt de regering, jaarlijks een thuisfrontcheck uit te voeren waarbij wordt gekeken naar de uitkomsten en leerpunten om de bestaande dienstverlening te laten aansluiten op deze uitkomsten zodat tegemoetgekomen wordt aan de behoefte van het thuisfront.

Begrotingsbehandeling

34 775-X, nr. 48

Afgedaan

30 139, nr. 186 d.d. 15-06-2018

Ploumen en Karabulut: verzoekt de regering, te waarborgen dat er ook na het melden van een incident een mogelijkheid tot nazorg is.

Begrotingsbehandeling

34 775-X, nr. 49

Afgedaan

35 000-X, nrs. 13 d.d. 15 oktober 2018 en 75 d.d. 12 december 2018

Diks en Van de Molen: verzoekt de regering, te bezien hoe Defensie bij kan dragen aan deze Elfwegentocht door bijvoorbeeld experimenten te doen met alternatieve brandstoffen of in die periode geen of veel minder fossiele brandstoffen te gebruiken.

Begrotingsbehandeling

34 665-X, nr. 37

Afgedaan

33 763, nr. 142 d.d. 26-7-2018

Agema en Popken. Regering dient een einde te maken aan de Regeling faciliteiten Turkse dienstplicht defensie-ambtenaren.

Begrotingsbehandeling

34 665-X, nr. 35

Afgedaan

34 775-X, nr. 67 d.d. 20-12-2017

Karabulut et al.: over het verzoek de commissie die onafhankelijk en extern onderzoek gaat doen naar intimidatie en seksueel geweld, voldoende middelen en mogelijkheden te geven om ook de praktijk mede bij de operationele eenheden te onderzoeken.

VAO Personeel

34 775-X, nr. 21

Afgedaan

34 775-X, nr. 61 d.d. 6-12-2017

Motie Eijsink c.s. over de positie van militair personeel in wet- en regelgeving.

Begrotingsbehandeling

34 550-X, nr. 32

In behandeling

 

Motie De Roon over het plaatsen van lange-afstandkruisraketten op nieuwe fregatten.

Begrotingsbehandeling

34 550-X, nr. 34

In behandeling

 

Belhaj: over het versneld aantrekken van cyberreservisten.

Begrotingsbehandeling

34 550-X, nr. 35

In behandeling

 

Günal-Gezer/Vuijk: over een overzicht van de toegekende prijsbijstelling, de verdeling daarvan over de investeringsprojecten en exploitatie-uitgaven en de mate waarin de prijsbijstelling toereikend is.

WGO Materieel

34 300 X, nr. 35

Afgedaan

34 550-X, nr. 2 d.d. 20-09-2016

Knops: over het bij de uitvoering van de motie-Van der Staaij voorzien in een structurele oplossing voor de problematiek van onvoldoende ontvangen prijsbijstelling en stijgende kosten van defensiematerieel.

WGO Jaarverslag

34 200-X, nr. 9

In behandeling

 

Van Tongeren/Smaling over de Kamer op de hoogte houden over de voortgang van de aanplant van compensatiebos.

AO AWACS

33 750-XII, nr. 86

Afgedaan

34 300-XII, nr. 69 d.d. 23-5-2016

Eijsink c.s. over monitoren van geluidscontouren rond vliegbases Volkel en Leeuwarden.

NO Toekomst van de krijgsmacht

33 763, nr. 22

Afgedaan

33 763, nrs. 96 d.d. 22-2-2016 en 121 d.d. 6-12-2016

Door de bewindslieden gedane toezeggingen

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

 

Stand van zaken augustus 2019

 

De Minister stuurt de rapporten van de Raad voor Zorg en Onderzoek weer standaard naar de Kamer.

AO Personeel

33 400-X-94

In behandeling

30 139-185

De Minister zegt toe de Kamer te informeren over nieuwe ontwikkelingen in het UAV-project, indien deze zich voordoen.

AO Drones/UAV

30 806-22

In behandeling

27 830-259 en -27 830-206

De inzet van de Minister is om de toekomstige geannoteerde agenda's en verslagen van NAVO-bijeenkomsten te verbeteren qua informatie over inhoud van de agendapunten en het Nederlandse standpunt.

AO NAVO Defensie ministeriele

28 676-200

In behandeling

28 676-321 en -28 676-320 (onder meer)

De Minister zegt toe de Kamer te informeren over grote tegenvallers, buiten de reguliere informatie-afspraken (dat wil zeggen bovenop de informatievoorziening zoals afgesproken na het combineren van de B, C en D-fase).

AO Materieel

27 830-133

In behandeling

Voorstel tot vervallen, dit is onderdeel van de verantwoordingscyclus en daarmee is deze toezegging overbodig geworden.

In de volgende Personeelsrapportages zal voortaan ook worden ingegaan op problemen en ontevredenheid onder het personeel, die concreet opgelost kunnen worden.

WGO Personeel

34 000-X-42

In behandeling

Voorstel tot vervallen. Dit is reeds 5 jaar opgenomen in de standaard bedrijfsvoering

De Kamer blijft het jaarlijkse rapport van de Amerikaanse Rekenkamer (GAO) toegezonden krijgen, inclusief een appreciatie van het kabinet.

AO F-16 / F-35

26 488-384

Afgedaan

Vervallen in de Uitgangspuntennotitie F-35 van de VCD staat dat Defensie en EZK de relevante rapportages voor de NLD situatie meenemen in de jaarlijkse voortgangsrapportage F-35.

De Kamer zal tijdig worden geïnformeerd over een voorgenomen verkoop van materieel, in lijn met de motie Van den Doel.

AO Materiaal

27 830-152

In behandeling

Voorstel tot vervallen. Dit is reeds 5 jaar opgenomen in de standaard bedrijfsvoering

De Minister van Defensie informeert de Kamer twee keer per jaar met een integrale rapportage (IV, IT en ERP) over de uitvoering van het IT-plan, uitgedrukt in product, tijd en geld. De eerste rapportage is in september 2015 en betreft de eerste verfijning van de uitwerking van het high level IT-ontwerp.

AO GRIT

31 225-60

Afgedaan

35 000-X-136 en 27 830-259

De Minister van Defensie zal de Kamer informeren over de gevolgen voor de nationaliteit van de actief dienende militair, die recent is vertrokken naar Syrië en zich waarschijnlijk heeft aangesloten bij ISIS (betreft vraagstuk van statelijke/niet-statelijke actoren).

AO MIVD

29 924-135

In behandeling

Nog niet voorgekomen sinds de laatste rapportage in januari 2019

De Minister van Defensie zal de Kamer informeren over de resultaten van het onderzoek naar de actief dienende militair die recent is vertrokken naar Syrië en zich waarschijnlijk heeft aangesloten bij ISIS, zodra de vertrouwelijkheid zich daartegen niet meer verzet.

AO MIVD

29 924-135

In behandeling

Nog niet voorgekomen sinds de laatste rapportage in januari 2019

De Minister zal het verloop van de gerealiseerde waarde en nieuwe opdrachten van Fokker separaat aan de Kamer kenbaar maken, dit in aanvulling op de eerder toegezegde informatieverschaffing over alle opdrachten aan Fokker.

AO F-35

26 488-398

In behandeling

31 125-102

De Kamer ontvangt bij de begroting jaarlijks inzicht in de effecten van het wel/niet toekennen van prijscompensatie door Minister van Financiën.

WGO Materieel

34 300-X-68

In behandeling

34 550-X-2 en 34 775-X-2 (onder meer)

De Minister zal in de volgende Materieelprojectenoverzichten nadere toelichting geven op de keuzes die voor bepaalde materieelprojecten gemaakt zijn. Daarbij wordt ingegaan op de overwegingen en de mogelijke gevolgen voor andere materieelprojecten. Dit met als voorbeeld dit jaar om de MALE UAV voor aantal jaar uit te stellen.

WGO Materieel

34 300-X-68

In behandeling

27 830-259 en -27 830-206

De Kamer ontvangt een brief over de lopende onderzoeken naar de EULEX missie in Kosovo, als daar aanleiding toe is.

AO Evaluatie Militaire Operaties

29 521-308

In behandeling

Nog niet voorgekomen sinds de laatste rapportage in januari 2019.

De Minister zegt toe de Kamer, zodra deze informatie met haar gedeeld kan worden, te zullen informeren over eventuele initiatieven van EU-lidstaten voor een Center of Excellence.

AO EU RBZ

21 501-28-141

In behandeling

Nog niet voorgekomen sinds de laatste rapportage in januari 2019.

De Minister stuurt de afgeronde onderzoeken van het RZO meteen naar de Kamer (en niet 1x per jaar).

Notaoverleg Veteranen

30 139-164

In behandeling

30 139-185

De Kamer blijft regulier betrokken en geïnformeerd worden bij/over de uitwerking van alle afspraken van de NAVO-top in Warschau. De manier waarop zal de Minister nog bepalen.

AO NAVO Defensie ministeriele

28 676-257

In behandeling

28 676-310

Minister Defensie zegt toe in oktober 2017, en vervolgens ieder jaar in oktober, een vervolgrapportage m.b.t. het Total Force Concept aan de Kamer te doen toekomen.

AO Personeel

34 550-X-74

Afgedaan

35 000-X-136 en 35 200-X-1

De Minister van Defensie zegt toe in de volgende evaluaties het aantal militairen en het aantal missies te vermelden.

AO Evaluatie Militaire Operaties

29 521-350

In behandeling

29 521-280

De Minister informeert de Kamer over de gevolgen van de nieuwe commandostructuur van de NAVO voor het Joint Forces Command in Brunssum.

AO NAVO Defensie ministeriele

28 676-279

In behandeling

Traject van 3 jaar. Verwachte duidelijkheid rond 2020–2022

De Minister informeert de Kamer over de personele en financiële implicaties van de nieuwe commandostructuur van de NAVO, vóór de verwachte besluitvorming daarover in februari 2018.

AO NAVO Defensie ministeriele

28 676-279

In behandeling

Traject van 3 jaar. Verwachte duidelijkheid rond 2020–2022

De Minister informeert de Kamer over de financiële en personele consequenties van de NAVO commandostructuur vóór de NAVO Defensie Ministeriële van juni 2018.

AO NAVO Defensie ministeriele

28 676-284

In behandeling

Traject van 3 jaar. Verwachte duidelijkheid rond 2020–2022

De Minister zendt een overzicht naar aanleiding van de inventarisatie van grensoverschrijdende militaire mobiliteit aan de Kamer en zij zal de datum waarop deze toezending zal geschieden zo spoedig mogelijk aan de Kamer meedelen.

AO NAVO Defensie ministeriele

28 676-284

In behandeling

 

De Minister zegt toe de Kamer te informeren over alle stappen die worden gezet op het gebied van militaire mobiliteit, inclusief de uitkomsten van de interdepartementale inventarisatie naar de fysieke, procedurele en juridische knelpunten op het gebied van militaire mobiliteit.

AO EU RBZ

21 501-28-174

In behandeling

 

De Staatssecretaris zendt de definitieve business case (vertrouwelijk) aan de Kamer, vóór de ondertekening van de overeenkomst met een leverancier.

AO GRIT

31 125-89

In behandeling

Nog niet voorgekomen sinds de laatste rapportage in januari 2019.

De Minister van Defensie zal in de komende Veteranennota nader inzicht geven in de ontwikkeling van de caseload van de zorgcoördinatoren.

Notaoverleg Veteranen

30 139-201

Afgedaan

30 139-218

De Minister van Defensie zal in samenspraak met de VNG bezien hoe er lokaal kan worden omgegaan met veteranen-vraagstukken, en de Kamer hierover uiterlijk met of bij de komende Veteranennota informeren, inclusief o.a. de situatie m.b.t. de benodigde financiering.

Notaoverleg Veteranen

30 139-201

Afgedaan

30 139-218

De Minister van Defensie zegt toe in de komende Veteranennota meer in te zullen gaan op de langere termijn, en dit tweejaarlijks te zullen herhalen (start 2019).

Notaoverleg Veteranen

30 139-201

In behandeling

30 139-218

De Minister van Defensie zegt toe dat zij de Kamer uiterlijk bij de komende Veteranennota zal informeren over noodzakelijke aanpassing van twee regelingen krachtens de Militaire Ambtenarenwet.

Notaoverleg Veteranen

30 139-201

Afgedaan

30 139-218

De Minister van Defensie zegt toe in de komende voortgangsrapportages en evaluaties van militaire missies nader in te zullen gaan op de effecten van lopende missies op de gereedheid van de Defensie-organisatie in brede zin.

AO Evaluatie Militaire Operaties

29 521-366

In behandeling

29 521-380

In het voorjaar van 2019 ontvangt de Kamer het gevraagde concrete plan van aanpak in het kader van de verduurzamingsstrategie van Defensie.

Notaoverleg Defensie Energiestrategie

34 895-4

In behandeling

 

Begin volgend jaar ontvangt de Kamer een strategisch vastgoedplan waarbij de Staatssecretaris van Defensie samenwerkt met de Staatssecretaris van BZK.

Notaoverleg Defensie Energiestrategie

34 895-4

Afgedaan

33 763-151

In de jaarverslagen zal inzichtelijk worden gemaakt wat de stand van zaken is van de realisatie van doelstellingen op het gebied van de energietransitie; nulmeting 2019, realisatie vanaf 2020.

Notaoverleg Defensie Energiestrategie

34 895-4

In behandeling

 

De Minister van Defensie maakt een analyse van de eventuele aanwezigheid van rechts-extremisme en salafistische gedragingen in de krijgsmacht, waarbij ook de Nederlands-Duitse onderdelen worden betrokken. Zij informeert de Kamer hierover eind 2018 in een aparte brief.

AO MIVD

29 924-176

Afgedaan

35 000-X-83

De Minister van Defensie zegt toe dat de rapporten van de visitatiecommissie direct na ontvangst aan de Kamer zullen worden aangeboden.

WGO-Personeel

35 000-X-40

In behandeling

34 919, nr. 31

De Staatssecretaris van Defensie zegt toe dat het nieuwe plan vastgoed voor 1 juni 2019 aan de Kamer zal worden aangeboden.

WGO-Personeel

35 000-X-40

Afgedaan

33 763-151

De Minister van Defensie zegt toe de uitkomsten van de CARD trial run zo spoedig mogelijk te delen met de Kamer

AO EU Defensieraad

21 501-28-182

Afgedaan

kst-21 501-28-183

De Minister informeert de Kamer dit jaar over het onderzoek inzake vitale infrastructuur. Dit i.r.t. de Cyber strategie

AO verzamel AO

35 000-X-87

In behandeling

 

In de volgende voortgangsrapportage adaptieve krijgsmacht, opgenomen in de Begroting en de halfjaarlijkse P-rapportage, informeert de Minister de Kamer over de aantallen mensen die blijvend binnen Defensie zijn ingestroomd.

AO verzamel AO

35 000-X-87

Afgedaan

35 000-X-136 en 35 200-X-1

De Minister informeert de Kamer over het verloop van de strubbelingen inzake het veteranen-inloophuis in Den Bosch.

AO verzamel AO

35 000-X-87

Afgedaan

30 139-211

De Minister van Defensie zegt toe de door de heer Bosman aangehaalde onderzoeken in het kader van de samenloop van eigen onderzoek en strafrechtelijk onderzoek te zullen bestuderen, en de Kamer rond het zomerreces van 2019 schriftelijk over haar bevindingen te zullen rapporteren.

AO Integrale aanpak Veiligheid en Integriteit

35 000-X-95

In behandeling

 

De Staatssecretaris van Defensie zal in de komende jaarverslagen integriteit het aantal meldingen van misstanden melden, inclusief de daarna genomen maatregelen.

AO Integrale aanpak Veiligheid en Integriteit

35 000-X-95

In behandeling

35 000-X-137

De Staatssecretaris van Defensie zegt toe de stand van zaken van de 29 maatregelen ter verbetering van «Ossendrecht» schriftelijk aan de Kamer te zullen melden

AO Integrale aanpak Veiligheid en Integriteit

35 000-X-95

Afgedaan

34 919-21

De Staatssecretaris van Defensie zegt toe de reactie van de commissie-Giebels op het verzoek om langslepende zaken te gaan beoordelen, uiterlijk 25 januari 2019 schriftelijk aan de Kamer te zullen doorgeven.

AO Integrale aanpak Veiligheid en Integriteit

35 000-X-95

Afgedaan

35 000-X-132

De Minister van Defensie zegt toe de genoemde ongevallenonderzoeken in andere landen te zullen bestuderen op het punt van het vrij kunnen rapporteren van misstanden en de Kamer hierover rond het zomerreces van 2019 te zullen berichten.

AO Integrale aanpak Veiligheid en Integriteit

35 000-X-95

In behandeling

 

De Staatssecretaris van Defensie zegt toe uiterlijk 25 januari 2019 de plannen met betrekking tot de onafhankelijkere ophanging van het COID, inclusief het meldpunt, in een brief aan de Kamer toe te zullen lichten, en hierin ook eventuele externe meldpunten mee te zullen nemen, afgezet tegen het advies van de commissie-Giebels, en daarin ook ingaan op de andere hierover tijdens het AO gestelde vragen.

AO Integrale aanpak Veiligheid en Integriteit

35 000-X-95

Afgedaan

35 000-X-86

De Staatssecretaris van Defensie zegt toe in of bij de begroting 2020 de Kamer te zullen informeren over de stand van zaken met betrekking tot het doel om in elke commissie van onderzoek een onafhankelijk lid van het COID of «de poule» zitting te laten nemen.

AO Integrale aanpak Veiligheid en Integriteit

35 000-X-95

In behandeling

De groei van de onderzoekscapaciteit van de COID zal worden gerealiseerd door een uitbreiding van het aantal vaste onderzoekers van vijf naar tien in 2019, en na een volgende reorganisatie naar in totaal 20 onderzoekers in 2020. Daarnaast is er een pool aan onderzoekers die flexibel kan worden ingezet. Deze pool bestaat uit 20 personen, die tot op heden weinig zijn ingezet (in 2018 bijvoorbeeld maar 1 x gebruik gemaakt van een poule onderzoeker). Ook is het aantal voorzitters van commissie ongewenst gedrag uitgebreid van 5 naar 10, en ook zij kunnen flexibel worden ingezet voor integriteitsonderzoek. Hiertoe worden ze in januari 2020 opgeleid. Mocht deze capaciteit onvoldoende zijn, dan kan externe onderzoekscapaciteit worden betrokken bij een andere overheidsinstelling. Zodoende kan er altijd een onafhankelijk lid zitting nemen.

De Minister zegt toe de Kamer, in het verslag van de informele EU-defensieraad van 30-31 januari 2019, te informeren over het Europees krachtenveld ten aanzien van een Europees leger.

AO EU Defensie Raad

21 501-28-185

Afgedaan

21 501-28-186

De Minister laat uiterlijk eind mei aan de Kamer weten welke uitgaven verder nog kunnen worden toegeschreven aan de inspanningen van Nederland om de 2%-doelstelling te halen, die in de NAVO is afgesproken.

AO NAVO Defensie ministeriele

28 676-316

Afgedaan

28 676-315

De Minister zal voor de volgende NAVO Ministeriële de Kamer informeren over het verzoek voor de Nederlandse inzet in het kader van het NATO Readiness Initiative.

AO NAVO Defensie ministeriele

28 676-316

Afgedaan

28 676-315

De Staatssecretaris onderzoekt wat de mogelijkheden zijn om in de dienstplichtbrief aan 18-jarigen de mogelijkheid om reservist te worden onder de aandacht te brengen en informeert de Kamer hierover vóór het zomerreces.

Notaoverleg Ambitieus Reservistenbeleid

35 059-8

Afgedaan

34 919, nr. 38

De Staatssecretaris onderzoekt, in overleg met de Minister van BZK en de reservistenvakbonden, welke beperkingen er bestaan in het ARAR en informeert de Kamer hierover vóór het zomerreces.

Notaoverleg ambitieus reservistenbeleid

35 059-8

In behandeling

 

De Minister van Defensie zegt toe in een vóór 21 juni 2019 te versturen brief aan de Kamer nader in te zullen gaan op het medisch-ethische kader op het terrein van Defensie-onderzoek.

Notaoverleg Defensie Industrie Strategie

31 125-102

Afgedaan

31 125-105

De Minister van Defensie zal in de brief aan de Kamer ter voorbereiding op de komende RBZ nader ingaan op het voorstel van de Minister van Defensie van Duitsland inzake een gezamenlijk Europees materieel-aanschaffingsbeleid.

Notaoverleg Defensie Industrie Strategie

31 125-102

Afgedaan

28 676-315

De Staatssecretaris van Defensie zegt toe de Kamer in de B-brief over de onderzeeboten (te ontvangen vóór 21 juni 2019) ook nader te zullen informeren over de positie van de zgn. «gouden driehoek» in dit project.

Notaoverleg Defensie Industrie Strategie

31 125-102

In behandeling

 

De Staatssecretaris van Defensie zegt toe de Kamer bij de begrotingen en bij de verantwoordingsstukken te zullen informeren over de experimenten en ervaringen m.b.t. innovatief partnerschap.

Notaoverleg Defensie Industrie Strategie

31 125-102

In behandeling

35 000-X-136

De Minister informeert de Kamer in de begin april te ontvangen brief inzake burnpits of, na ontvangst van de resultaten van de buitenlandse (Amerikaanse, Britse, Australische en Canadese) onderzoeken, een nadere analyse nodig is

AO Personeel

35 000-X-111

Afgedaan

35 000-X-133

In de openbare jaarverslagen van de MIVD wordt de stand van zaken m.b.t. neonazisme en salafisme in de krijgsmacht opgenomen.

AO Personeel

35 000-X-111

Afgedaan

29 924-184

3. De Minister informeert de Kamer uiterlijk bij de Veteranennota over het decoratiebeleid inzake Nederlandse militairen in Litouwen en de bij de hulp n.a.v. orkaan Irma betrokken militairen.

AO Personeel

35 000-X-111

Afgedaan

35 000-X-143

De Staatssecretaris informeert de Kamer vóór het zomerreces over haar duiding van de uitspraak van de CRvB van 28 februari 2019 inzake een slachtoffer van Chroom-6.

AO Personeel

35 000-X-111

Afgedaan

35 000-X-147

M.b.t. Chroom-6 informeert de Staatssecretaris de Kamer bij de begrotingsstukken over de uitvoering van het plan van aanpak.

AO Personeel

35 000-X-111

Afgedaan

35 000-X-147

De Staatssecretaris informeert de Kamer bij brief over de openstaande vacatures. Daarbij gaat zij in op het onderscheid tussen vacante functies en vacatures, alsmede op het effect van gesloten Defensieonderdelen daarop. Tevens vermeld zij daarin haar voorgenomen beleid inzake relatietherapie.

AO Personeel

35 000-X-111

Afgedaan

35 000-X-136, 35 000-X-130

De Staatssecretaris informeert de Kamer binnen drie weken over de bevoegdheden en inrichting van de onafhankelijke commissie Chroom-6

AO Personeel

35 000-X-111

Afgedaan

35 000-X-147

De Minister informeert de Kamer over het verloop van de bezwaarschriftprocedure inzake mijnenbestrijdingsvaartuigen, zodra daarover duidelijkheid is.

AO Materieel

27 830-285

Afgedaan

27 830-283

De Staatssecretaris laat de Kamer bij de B-brief weten in welk jaar de onderzeeboten kunnen worden opgeleverd.

AO Materieel

27 830-285

In behandeling

 

De Minister informeert de Kamer voor de zomer over de uitkomst van de gesprekken met EZK over beperkende wetgeving voor elektronische stoormiddelen (jammers) bij drones.

AO Materieel

27 830-285

Afgedaan

30 806-49

De Staatssecretaris informeert de Kamer bij het volgende Materieel Projectenoverzicht over de inrichting van een evaluatie van internationale aanschaftrajecten van materieel.

AO Materieel

27 830-285

In behandeling

 

De Minister brengt de Kamer bij het volgende jaarverslag Kustwacht op de hoogte van de (uitkomsten van de) werkgroep Caribisch gebied.

AO Materieel

27 830-285

Afgedaan

35 000-X-138

De Minister heeft een technische briefing aangeboden over de procedure ten aanzien van de transparantie bij bombardementen. De commissie voor Defensie zal dit gaan bespreken in de procedurevergadering.

AO Voortgangsrapportage NLD bijdrage anti-ISIS coalitie

27 925-653

In behandeling

 

Na het zomerreces krijgt de Kamer een reactie van de Minister van Defensie op een aantal voorstellen van enkele Kamerleden m.b.t. meer transparantie over de burgerslachtoffers, waarbij zij ook het gevaar van herleidbaarheid richting het thuisfront zal betrekken.

AO Voortgangsrapportage NLD bijdrage aan anti-ISIS coalitie

27 925-653

In behandeling

 

De Staatssecretaris stuurt het Strategisch Vastgoedplan op hoofdlijnen vóór het zomerreces aan de Kamer.

WGO Jaarverslag

35 200-X-13

Afgedaan

33 763-151

De Minister informeert de Kamer binnen enkele weken over de stand van zaken met betrekking tot investeringen in cyber.

WGO Jaarverslag

35 200-X-13

In behandeling

 

De Minister zendt het evaluatierapport inzake keuringen aan de Kamer, zodra dat gereed is.

Notaoverleg Veteranenbeleid

30 139-214

In behandeling

 

De Minister verwerkt de rapportage over de voortgang in de zorg in de volgende Veteranennota.

Notaoverleg Veteranenbeleid

30 139-214

In behandeling

 

De Minister zendt de uitkomst van het onderzoek naar (c.q. de evaluatie van) de klachtenbehandeling, dat in de zomer gereed is, aan de Kamer. Daarbij wordt tevens de mogelijkheid van het indienen van mondelinge klachten betrokken.

Notaoverleg Veteranenbeleid

30 139-214

In behandeling

 

Vóór de komende begrotingsbehandeling informeert de Minister de Kamer over de rol en betrokkenheid van gemeenten bij de inloophuizen Veteranen.

Notaoverleg Veteranenbeleid

30 139-214

Afgedaan

30 139-207 en -30 139-211

Vóór de komende begrotingsbehandeling informeert de Minister de Kamer bij brief over de invulling van het dragen van uniformen door veteranen, waarbij ook het dragen daarvan bij reünies wordt betrokken.

Notaoverleg Veteranenbeleid

30 139-214

In behandeling

 

De Minister gaat in gesprek met de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers (BNMO) en informeert de Kamer over de uitkomst daarvan.

Notaoverleg Veteranenbeleid

30 139-214

In behandeling

 

De Minister zal in het verslag van de NAVO Defensie Ministeriële een uitgebreide terugkoppeling geven van de besprekingen over het INF-verdrag en daarnaast in overleg met de Minister van Buitenlandse Zaken de Kamer informeren over aanvullende diplomatieke inspanningen in de NAVO-Ruslandraad met betrekking tot het INF-verdrag.

AO NAVO

28 676-322

Afgedaan

28 676-321

De Staatssecretaris van Defensie zegt toe in de volgende reguliere voortgangsrapportage (dus bij aanbieding van de begroting 2020, hoofdstuk Defensie) nader in te zullen gaan op de acht samenhangende projecten uit het Programma MGZ 2020.

AO IMG/IGK

35 000-X-151

In behandeling

 

In het volgende jaarverslag informeert de Minister de Kamer nader over rechtsextremisme in de krijgsmacht, inclusief, voor zover dat mogelijk is, de cijfers.

AO MIVD

29 924-187

In behandeling

 

Uiterlijk bij de vaststelling van het voorlopig ontwerp inzake de colocatie voor de MIVD en AIVD informeert de Minister de Kamer over de voortgang van dit project. Daarin geeft zij ook aan welke mogelijkheden tot versnelling er zijn.

AO MIVD

29 924-187

In behandeling

 

De Minister onderzoekt of zij de SG aanwijzing inzake speciale operaties aan de Kamer kan sturen. Indien dit mogelijk is, wordt deze aanwijzing aan de Kamer toegezonden.

AO MIVD

29 924-187

In behandeling

 

7.4 SUBSIDIEOVERZICHT

De subsidies worden verleend aan instellingen die voor Defensie een toegevoegde waarde hebben en die defensiebeleid voor (een) bijzondere doelgroep(en) uitvoeren, omdat zij hiertoe beter geëquipeerd zijn. Verder zijn de subsidiebeschikkingen die Defensie verstrekt alleen bedoeld voor de specifieke subsidieaanvrager en berusten deze niet op wettelijk voorschrift, anders dan gelegen in de begroting en de regeling defensiesubsidies.

Naam

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Laatste evaluatie

Volgende evaluatie

Einddatum

Stichting Protestants Interkerkelijk Thuisfront

15

2017

n.v.t.

20181

Stichting Nationaal Katholiek Thuisfront

10

2017

n.v.t.

20181

Stichting Nederlandse Veteranendag

2.569

2.636

2.636

2.636

2.636

2017

2022

2022

Nationaal Comité Herdenking Capitulatie 1945 Wageningen

25

25

25

2013

20202

2020

Stichting Veteranen Platform

324

2003

2003

2003

2003

2017

2022

2022

Stichting Veteraneninstituut

5.270

5.778

5.774

5.774

5.774

017

2022

2022

Koninklijke Stichting Defensie Musea

16.033

16.300

n.v.t.

2019

20194

Stichting Nationale Taptoe

270

276

276

276

276

2017

2022

2022

Stichting de Basis (Maatschappelijk werk voor veteranen)

3.790

3.850

3.850

3.850

3.850

2017

2022

2022

Universiteit van Amsterdam (leerstoel militair recht)

74

74

74

74

74

2017

2022

2022

Stichting Maritiem Kenniscentrum

23

28

28

28

28

2017

2022

2022

Stichting Phantasy in Blue

11

25

25

25

25

2017

2022

2022

Stichting Historische Vlucht

109

111

111

111

111

2017

2022

2022

SWOON NLDA

15

22

22

22

22

2017

2022

2022

ASL BISL Foundation

39

40

40

40

40

2017

2022

2022

Stichting Vincent van Gogh

534

n.v.t.

2018

20185

Veteranenbegraafplaats Loenen

1.000

Eenmalige subsidie

Stichting Power of Freedom (Invictus Games)

1.000

           

Eenmalige subsidie

Subsidies te verstrekken na evaluatie6

1.159

17.268

17.394

17.460

30.568

30.566

Totaal subsidies

31.111

30.524

30.329

30.430

30.496

30.568

30.566

Toelichting

  • 1 De subsidie is vanaf 2018 beëindigd naar aanleiding van de vijfjaarlijkse evaluatie subsidies diversiteit en inclusiviteit. De ondersteuning is voortgezet als prestatieovereenkomst binnen de begroting van beleidsartikel 8 DOSCO.

  • 2 In 2015 zijn concrete afspraken gemaakt tussen Defensie en de Stichting Nationaal Comité Herdenking Capitulaties voor de periode van 2016–2020.

  • 3 Financiële consequenties inzake nuldelijnsondersteuning. In afwachting van de evaluatie uitkomst, verwacht medio 2019, nog niet opgenomen.

  • 4 Onderliggende verplichtingen, volgend uit o.a. de publieke-private samenwerking die hierbij van toepassing is, lopen echter door tot 2040 (Kamerstuk 33 864, nr. A/1).

  • 5 De subsidierelatie is per 1 september 2018 beëindigd en op alternatieve wijze voortgezet.

  • 6 Wanneer een eventuele verlening nog in afwachting is van een evaluatie wordt het budget onder deze post geplaatst.

In 2017 is er het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) «Subsidies, robuust en proportioneel» uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een aantal aanbevelingen. In deze begroting wordt daarom met een hyperlink naar het jaarverslag 2017 verwezen. Vanaf 2019 publiceert Defensie de, vanaf dat moment uitgevoerde, subsidie-evaluaties op www.rijksbegroting.nl.

De subsidies worden jaarlijks bij Defensie aangevraagd, door Defensie bezien en op risico’s beoordeeld. De grootte en eventuele risico’s zijn medebepalend voor het controle arrangement, waaronder de subsidie valt. De subsidies worden elke vijf jaar apart geëvalueerd. Tijdens de evaluatie wordt het gezamenlijk belang heroverwogen, waarna afhankelijk van de uitkomst, kan worden besloten tot afbouw van de subsidierelatie.

De regeling defensiesubsidies is te vinden op http://wetten.overheid.nl/BWBR0013110/.

7.5 EVALUATIE- EN OVERIG ONDERZOEK

Naast de beleidsdoorlichtingen worden binnen Defensie ook evaluaties en overig onderzoek uitgevoerd. Tot het overige evaluatieonderzoek behoren onder meer de toetsingskaderevaluaties naar lopende en voltooide operaties waaraan Nederlandse militairen deelnemen. Op grond van het Toetsingskader 2014 sturen de Ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken elk jaar op de derde woensdag in mei een tussentijdse evaluatie van lopende operaties naar het parlement. Na beëindiging van de inzet wordt een eindevaluatie opgesteld waarin zowel militaire als politieke aspecten aan de orde komen. Indien dit opportuun is, bijvoorbeeld bij een specifiek verzoek van de Kamer of vanwege de omvang van de Nederlandse bijdrage, wordt de evaluatie afzonderlijk aan het parlement aangeboden. Evaluatie en monitoring van Nederlandse bijdragen aan internationale operaties dienen twee doelen. Ten eerste bieden ze de mogelijkheid tussentijds bij te sturen om de effectiviteit van de inzet verder te vergroten. Ten tweede zijn ze instrumenteel met het oog op de verantwoording van de inzet van Nederlands personeel en materieel in internationale operaties, waarbij sprake is van bijzondere risico’s.

In 2018 is de operatie «Inzicht in Kwaliteit» gestart door de Minister van Financiën. Het doel van de operatie is om meer inzicht in de impact van beleid te krijgen, waarbij maatwerk het uitgangspunt is. Er zijn bij alle departementen in totaal 18 initiatieven gestart om dit inzicht te verwerven. Voor Defensie betreft dit de intensivering van cybersecurity. De Kamer wordt door de Minister van Financiën halfjaarlijks geïnformeerd over de voortgang van de operatie, de eerstvolgende rapportage komt in het derde kwartaal van 2019. Een statusupdate van de initiatieven, waaronder die van Defensie, wordt hier in meegenomen.

Overzicht Evaluatie- en overig onderzoek

Artikel 1 – Inzet

     
 

Titel/onderwerp

Start

Afronding

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

1a. Beleidsdoorlichtingen

     
       

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
 

Evaluatie convenant FNIK

2019

2019

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

2a. MKBA’s

     
       

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
       

3. Overig onderzoek

     
       

Artikel 2 – Koninklijke Marine

     
 

Titel/onderwerp

Start

Afronding

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

1a. Beleidsdoorlichtingen

     
 

Flag Officer Sea Training

2024

2024

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
       

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

2a. MKBA’s

     
       

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
       

3. Overig onderzoek

     
       

Artikel 3 – Koninklijke Landmacht

     
 

Titel/onderwerp

Start

Afronding

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

1a. Beleidsdoorlichtingen

     
 

Omvorming 13de gemechaniseerde brigade

2018

2019

 

Nederlands-Duitse samenwerkingsverbanden gericht op interoperabiliteit in het informatiedomein

2022

2023

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
       

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

2a. MKBA’s

     
       

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
       

3. Overig onderzoek

     
       

Artikel 4 – Koninklijke Luchtmacht

     
 

Titel/onderwerp

Start

Afronding

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

1a. Beleidsdoorlichtingen

     
 

Vorming joint Defensie Helikopter Commando

2017

2019

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
       

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

2a. MKBA’s

     
       

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
       

3. Overig onderzoek

     
       

Artikel 5 – Koninklijke Marechaussee

     
 

Titel/onderwerp

Start

Afronding

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

1a. Beleidsdoorlichtingen

     
 

Informatiegestuurd optreden

2020

2021

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
       

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

2a. MKBA’s

     
       

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
       

3. Overig onderzoek

     
       

Artikel 6 – Investeringen krijgsmacht

     
 

Titel/onderwerp

Start

Afronding

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

1a. Beleidsdoorlichtingen

     
 

Nader in te vullen

2019

2020

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
       

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

2a. MKBA’s

     
       

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
       

3. Overig onderzoek

     
       

Artikel 7 – Ondersteuning krijgsmacht door DMO

     
 

Titel/onderwerp

Start

Afronding

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

1a. Beleidsdoorlichtingen

     
 

Nader in te vullen

2019

2020

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
       

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

2a. MKBA’s

     
       

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
       

3. Overig onderzoek

     
       

Artikel 8 – Ondersteuning krijgsmacht door DOSCO

     
 

Titel/onderwerp

Start

Afronding

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

1a. Beleidsdoorlichtingen

     
 

Beleidswijzigingen Militaire Gezondheidszorg

2021

2022

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
       

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

2a. MKBA’s

     
       

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
       

3. Overig onderzoek

     
       

Artikel 9 – Algemeen

     
 

Titel/onderwerp

Start

Afronding

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

1a. Beleidsdoorlichtingen

     
       

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
 

Subsidie Stichting Nederlandse Veteranendag

2022

2022

 

Subsidie Nat. Comité Herdenking Capitulatie 1945 Wageningen

2020

2020

 

Subsidie Veteranen Platform

2022

2022

 

Subsidie Stichting Veteraneninstituut

2022

2022

 

Subsidie Koninklijke Stichting Defensie Musea

2019

2019

 

Subsidie Stichting Nationale Taptoe

2022

2022

 

Subsidie Stichting de Basis

2022

2022

 

Subsidie UvA leerstoel militair recht

2022

2022

 

Subsidie Stichting Maritiem Kenniscentrum

2022

2022

 

Subsidie Stichting Phantasy in Blue

2022

2022

 

Subsidie Stichting Historische Vlucht

2022

2022

 

Subsidie SWOON NLDA

2022

2022

 

Subsidie ASL BISL Foundation

2022

2022

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

2a. MKBA’s

     
       

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
       

3. Overig onderzoek

     
       

Artikel 10 – Apparaat Kerndepartement

     
 

Titel/onderwerp

Start

Afronding

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

1a. Beleidsdoorlichtingen

     
       

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
       

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

2a. MKBA’s

     
       

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

     
       

3. Overig onderzoek

     
 

Cyber initiatief Operatie inzicht in kwaliteit

2018

2023

7.6 OVERZICHT UITGAVEN VETERANEN EN UITGAVEN ZORG EN NAZORG

Aan de Kamer is toegezegd dat in de begroting een overzicht wordt opgenomen van de begrote uitgaven in het kader van het veteranenbeleid. De uitgaven zijn in de begroting verwerkt in verschillende begrotingsartikelen. In het onderstaande overzicht is dit samengebracht.

Totaaloverzicht van begrote uitgaven voor erkenning en waardering voor veteranen:

Omschrijving

bedragen x € 1.000

Subsidie Stichting het Veteraneninstituut

5.774

Subsidie Stichting Nederlandse Veteranendag

2.636

Subsidie Vereniging Veteranen Platform

2001

Ondersteuning organisatie dag voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers

330

Ondersteunen veteranenzaken door operationele commando’s

871

   

Totaal

9.811

X Noot
1

Exclusief structurele bijdrage nuldelijnsondersteuning

Operationele commando’s

bedragen x € 1.000

Koninklijke Marine

294

Koninklijke Landmacht

400

Koninklijke Luchtmacht

102

Koninklijke Marechaussee

75

   

Totaal

871

Totaaloverzicht van begrote uitgaven voor zorg voor veteranen:

Omschrijving

bedragen x € 1.000

Invaliditeitspensioenen

62.270

Nabestaandenpensioenen

22.332

Volledige Schadevergoedingsregeling voor MOD slachtoffers

9.8001

Veteranenclaims PTSS

25.5001

Ereschulduitkering

0

Sociale Zorg (w.o. de Voorzieningenregeling MOD slachtoffers)

10.273

Inkomensvoorziening in verband met zorg & re-integratie

700

Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV)

1.229

Subsidie Stichting De Basis

3.850

Zorgcoördinatie Veteranenloket

7.088

Subsidie Vereniging Veteranen Platform (t.b.v. Nuldelijnsondersteuning)

1352

Veteranen Intensieve Behandel Unit

125

   

Totaal gecontinueerd.

143.302

X Noot
1

Exclusief prijsbijstelling, onderdeel van het Nationaal Fonds Ereschuld.

X Noot
2

In afwachting van de resultaten van de evaluatie.

Begrote uitgaven overig:

Omschrijving

bedragen x € 1.000

De Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO)

1351

Nationale ombudsman

4002

   

Totaal

535

X Noot
1

Geen input voor 2020 ontvangen, daarom bedrag van 2019 gecontinueerd.

X Noot
2

Jaarlijkse overheveling naar Ministerie van Binnenlandse Zaken.

Begrote uitgaven onderzoek:

Omschrijving

bedragen x € 1.000

Militaire Geestelijke Gezondheidszorg

5001

Overig onderzoek

500

Research & Development LZV

150

Totaal

1.150

X Noot
1

Geen input voor 2020 ontvangen, daarom bedrag van 2019 gecontinueerd.

Uitgaven erkenning en waardering

De uitgaven voor erkenning en waardering zijn begroot in niet-beleidsartikel 9 Algemeen en 10 Apparaat Kerndepartement, met uitzondering van de uitgaven voor reüniefaciliteiten die zijn begroot op de beleidsartikelen van de operationele commando’s.

Stichting het Veteraneninstituut

De Stichting het Veteraneninstituut richt zich primair op de directe dienstverlening aan veteranen en hun thuisfront en versterkt daarmee de erkenning en waardering voor veteranen. De Stichting het Veteraneninstituut vervult met het Veteranenloket tevens de loketfunctie naar de dienstverlening en zorg, en fungeert als kennis- en onderzoekscentrum op veteranengebied.

Stichting Nederlandse Veteranendag (NLVD)

De Stichting NLVD heeft tot doel het bevorderen en bestendigen van de maatschappelijke erkenning en waardering voor Nederlandse veteranen onder regie van het Nationaal Comité Veteranendag. De Stichting NLVD bereikt deze doelstelling door onder meer het jaarlijks organiseren van het dagevenement (de Nederlandse Veteranendag), educatieve activiteiten (in samenwerking met het Veteraneninstituut) en een doorlopende publiciteitscampagne.

Vereniging Veteranen Platform (VP)

De Vereniging Veteranen Platform (VP) behartigt de belangen van de Nederlandse veteranen en militaire oorlogs- en dienstslachtoffers via aangesloten veteranenorganisaties. De afgelopen jaren heeft het VP de positie als gewaardeerd gesprekspartner voor Defensie verworven. Dit houdt in dat Defensie het VP beschouwt als vertegenwoordiger van alle veteranen en in die hoedanigheid het VP betrekt bij beleidsveranderingen. Het VP werkt continu aan het verbeteren van de beeldvorming over veteranen. Ook stimuleert het VP de deelname aan activiteiten door de jonge generatie veteranen. Daarnaast coördineert het VP de landelijke nuldelijnsondersteuning; een netwerk van vrijwilligers dat veteranen kan ondersteunen door bijvoorbeeld het bieden van een luisterend oor of praktische hulp.

Dagen voor Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers (MOD-ers)

Defensie organiseert zes keer per jaar een contactdag voor Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers (MOD-ers). De doelstellingen van deze dagen zijn het bieden van erkenning en waardering aan MOD-ers en hun partners, het bieden van informatie over de (pensioen)regelingen en voorzieningen en het luisteren naar de behoeften van de doelgroep.

Reüniefaciliteiten

Verenigingen voor veteranen, post-actieven en MOD-ers, die geregistreerd zijn in het reünieregister van het Veteraneninstituut, kunnen eenmaal per jaar aanspraak maken op reüniefaciliteiten. De organisatie hiervan ligt in handen van de verenigingen zelf. Daarnaast organiseert elk operationeel commando een eigen veteranendag die, waar mogelijk, wordt gecombineerd met de open dag van het operationeel commando.

Uitgaven zorg

De uitgaven voor zorg en nazorg zijn begroot op beleidsartikel 8 DOSCO en niet-beleidsartikelen 9 Algemeen en 10 Apparaat Kerndepartement.

Kaderwet militaire pensioenen

Deze wetgeving bevat het geheel aan wet- en regelgeving voor veteranen, MOD-ers, militairen buiten dienst en ex-militairen die niet meer (volledig) kunnen werken of aanvullende voorzieningen nodig hebben vanwege arbeidsongeschiktheid.

Voor 2020 zijn de uitgaven aan bijzonder militair invaliditeitspensioen begroot op € 62,3 miljoen. Tevens is het bijzonder militair nabestaandenpensioen onderdeel van deze wetgeving. Voor 2020 zijn de uitgaven begroot op € 22,3 miljoen. De volledige schadevergoedingsregeling voor MOD-ers beoogt finale kwijting te bieden voor alle ten gevolge van een dienstongeval of dienstverbandaandoening veroorzaakte schade. Met deze regeling worden juridische procedures over aansprakelijkheid overbodig en kan Defensie proactief voorzien in materiële zorg. De hiermee gemoeide uitgaven zijn voor 2020 begroot op € 25,5 miljoen aan claims door veteranen die gerelateerd zijn aan PTSS en € 9,8 miljoen voor de Regeling Volledige Schadevergoeding.

Sociale zorg (w.o. Voorzieningenregeling MOD-ers)

Vanuit de wettelijke zorgplicht voor veteranen worden voorzieningen aan veteranen verstrekt met het oog op het verbeteren van de levensomstandigheden in specifieke situaties. Met ingang van 1 januari 2015 is, in het kader van de hervorming langdurige zorg, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (Wmo 2015) van kracht. Voorzieningen die met ingang van 1 januari 2015 niet of niet meer volledig worden toegekend op grond van de Wmo 2015, zullen aanvullend worden vergoed via de Voorzieningenregeling MOD-ers. Deze meerkosten voor Defensie zijn moeilijk vooraf in te schatten. Meerkosten die het gevolg zijn van wijzigingen in de Wmo 2015 worden daarom achteraf op basis van realisatiecijfers vergoed door het Ministerie van VWS. De benodigde ondersteuning blijft daarmee voor de groep veteranen en MOD-ers ongewijzigd op het niveau zoals dat is vastgelegd in de Veteranenwet.

Inkomensvoorziening in verband met zorg en re-integratie

De inkomensvoorziening, zoals opgenomen in artikel 7 van de Veteranenwet, is een laagdrempelige regeling voor veteranen die ziek of arbeidsongeschikt zijn en waarbij sprake is van een vermoeden van een dienstgerelateerde aandoening. Met het aanvragen van de inkomensvoorziening in verband met zorg wordt tegelijkertijd ook de aanvraag militair invaliditeitspensioen (MIP) gestart. Daarnaast worden voor deze veteranen de inspanningen op het gebied van de re-integratie geïntensiveerd en worden de reiskosten van hun partners vergoed wanneer ze deelnemen aan ambulante lotgenotengroepen. De uitvoeringskosten die gemoeid zijn met de re-integratie en het vergoeden van de reiskosten maken onderdeel uit van de raming. In totaal is voor deze voorzieningen een bedrag van € 700.000 geraamd.

Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV)

Het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV) is een civiel-militaire ketenorganisatie met als doel post-actieve veteranen, dienstslachtoffers en hun relaties bij missie gerelateerde psychische en psychosociale problemen overal in Nederland de meest geëigende zorg te bieden. In april 2018 is de samenwerkingsovereenkomst tussen Defensie en de LZV-instellingen opnieuw bekrachtigd met een convenant. Voor 2020 zijn de uitgaven begroot op € 1.229.000.

Maatschappelijke ondersteuning voor veteranen

De eerstelijnszorg voor post-actieve veteranen wordt verzorgd door het gespecialiseerd maatschappelijk werk van Stichting de Basis. Hiermee wordt beoogd te bereiken dat de post-actieve veteraan weer deel kan nemen aan het maatschappelijk verkeer. De subsidie voor het gespecialiseerd maatschappelijk werk voor post-veteranen bedraagt voor 2019 € 3,8 miljoen.

Zorgcoördinatie Veteranenloket (VL)

Zorgcoördinatie maakt deel uit van het Veteranenloket (VL). Het VL faciliteert de toegang tot zowel de materiële als de immateriële zorg en dienstverlening voor Veteranen en MOD’ers en hun relaties. Het VL betreft een samenwerkingsverband tussen het Veteraneninstituut, het ABP, Stichting de Basis en Bedrijfsmaatschappelijk Werk Defensie. De kosten (€ 7,1 miljoen) betreffen de centrale kosten voor het VL en de totale uitvoeringskosten (inclusief zorgcoördinatoren van het ABP) en zijn onderdeel van de raming.

Nuldelijnsondersteuning

Conform het Veteranenbesluit is het VP belast met de integrale coördinatie van de nuldelijnsondersteuning aan post-actieve veteranen en de aansluiting daarvan op de professionele hulpverlening van het LZV. Het VP voert de regie over de inrichting van dit landelijk dekkend systeem van nuldelijnsondersteuning. Conform het convenant draagt Defensie tot en met 2018 draagt jaarlijks bij aan de organisatie-, opleidings- en inzetkosten van de nuldelijnshelpers van het landelijk dekkend en genormeerd nuldelijnsondersteuningssysteem. De uitgaven voor Defensie bedragen € 135.000 per jaar. Voor 2019 is besloten deze bijdrage voort te zetten onder de voorwaarde dat er in 2019 een evaluatie wordt uitgevoerd aangaande de besteding van het budget en de doelmatigheid. Defensie is voornemens de bijdrage ook in 2020 voort te zetten, maar is nog in afwachting van de resultaten van de evaluatie.

Ter versterking hiervan had het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg (vfonds) toegezegd om de regionale nuldelijnsactiviteiten voor dezelfde periode (tot en met 2018) financieel te ondersteunen met een bijdrage van € 100.000 per jaar en heeft deze bijdrage nogmaals verlengd voor één jaar in 2019. Voor 2020 komt deze bijdrage te vervallen.

Uitgaven onderzoek

In de begroting van DOSCO is ruim € 1 miljoen opgenomen ten behoeve van het wetenschappelijk onderzoek. Dit bedrag is verdeeld in twee categorieën onderzoek. Er wordt € 500.000 beschikbaar gesteld ten behoeve van onderzoeken naar de neurobiologische gevolgen van stress en trauma dat vanuit de Wetenschappelijke Onderzoeksgroep van de MGGZ wordt uitgevoerd. Ten behoeve van onderzoek naar de verbetering van de kwaliteit van zorg in het LZV is eveneens € 500.000 toegezegd. € 150.000 is opgenomen ten behoeve van toegepast onderzoek bij het LZV, in navolging van een aanbeveling uit het rapport Duurzame Financiering Veteranenzorg.

Uitgaven overig

Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO)

De onafhankelijke RZO oefent toezicht uit op de ketenzorg aan veteranen die gebruik maken van het LZV en bevordert de gewenste specialisatie van de betrokken (LZV) instanties. De RZO adviseert daarnaast over (de richting van) het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van aandoeningen die verband houden met uitzendingen en draagt zorg voor en bewaakt de noodzakelijke convergentie tussen die onderzoeken. De RZO is door zijn samenstelling in staat om het veteranenzorgsysteem vanuit verschillende perspectieven te beschouwen. Voor 2019 bedragen de begrote uitgaven € 135.000.

Nationale ombudsman

Conform de Veteranenwet heeft de Nationale ombudsman tevens een rol als ombudsman van de veteranen. In die rol behandelt hij klachten van veteranen over overheidsinstanties en over niet-overheidsinstanties die een taak uitvoeren op het gebied van veteranen. Daarnaast onderzoekt hij of er structurele knelpunten zijn. In april 2018 heeft Defensie, op verzoek van de Veteranenombudsman, besloten om het budget te verhogen van € 300.000 naar structureel € 400.000 per jaar.

7.7 OVERZICHT UITGAVEN IT

Aan de Kamer is toegezegd dat in de begroting een integraal overzicht wordt opgenomen van de begrote uitgaven aan IT. De uitgaven zijn in de begroting verwerkt op de begrotingsartikelen Investeringen (investeringen IT), marine, luchtmacht en Defensie Materieel Organisatie (exploitatie IT).

Totaaloverzicht uitgaven aan IT

Omschrijving

Begroting

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Instandhouding IT

Artikel 2

1.019

1.276

1.364

1.363

1.363

1.363

1.363

Instandhouding IT

Artikel 4

0

0

4.906

6.542

6.547

6.547

6.547

Voorzien in IT, investering

Artikel 6

272.087

230.460

316.394

260.348

376.145

385.796

264.262

Instandhouding IT

Artikel 7

312.843

181.107

230.825

229.334

225.295

215.222

215.764

Totaal uitgaven IT

 

585.949

412.843

553.489

497.587

609.350

608.928

487.936

De IT van Defensie is dringend toe aan vernieuwing. Onder meer met het Programma Grensverleggende IT (of kortweg GrIT) geeft Defensie hieraan uitvoering. Het gaat om de vernieuwing van de gehele IT-infrastructuur, bestaande uit datacenters, netwerken, werkplekken en voorzieningen voor beheer en beveiliging. De IT-vernieuwing is noodzakelijk om de ambities van Defensie te kunnen waarmaken. Deze zijn nu in beleidsartikel 6 Investeringen onder Voorzien in IT in deze begroting opgenomen.

Defensie had tot 2019 voor de uitvoering van de IT twee organisaties: het Joint Informatievoorziening Commando en het agentschap DTO (Operations). Deze organisaties zijn samengevoegd tot één IT-bedrijf. Daarbij is het agentschap Operations per 31 december 2018 opgeheven en is overgestapt van het baten-lastenstelsel naar het kas-verplichtingenstelsel. Als gevolg hiervan is de verdeling van de IT uitgaven, zoals zichtbaar in de begroting gewijzigd.

7.8 LIJST VAN AFKORTINGEN

Afkorting

Omschrijving

AAR

After Action Review

ABP

Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds

AGBADS

Army Ground Based Air Defence System

AH-64D

Apache

AIVD

Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

AMBV

Alkmaar-klasse Mijnenbestrijdingsvaartuig

ANA

Afghan National Army

AO

Algemeen Overleg

AOO

Adjudant Onderofficier

AOR

Bevoorradingsschip

AOW

Algemene Ouderdomswet

ARAR

Algemeen Rijksambtenarenreglement

ASL BISL

Application Services Library Business Information Services library

ATB

Amphibious Taskgroup

ATV

All Terrain Vehicle

AWACS

Airborne Warning and Control System

BBP

Bruto Binnenlands Product

BEL

België

BENELUX

België Nederland Luxemburg

BIG

Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg

BIT

Bureau ICT-toetsing

BIV

Budget Internationale Veiligheid

BKI

BeleidsKader Inzet

BNMO

Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers

BOE

Bijzondere Organisatie Eenheid

BS

Bestuursstaf

BSB

Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten

btw

Belasting toegevoegde waarde

BVM

Besluitvormingsmemorandum

BZK

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

C-130

transportvliegtuig

CAO

Collectieve Arbeidsovereenkomst

CATG

Commander Amphibious Taskgroup

CBMI

Capacity Building Mission Iraq

CBRN

Chemisch, Biologisch, Radiologisch en Nucleair

CBS

Centraal Bureau voor de Statistiek

CDS

Commandant der Strijdkrachten

CE-pakket

Chemical Energy beschermingspakket

CHU

Counter Hybrid Unit

CIS

Communicatie- en Informatiesystemen

CMF

Combined Maritime Forces

CMH

Centraal Militair Hospitaal

CMR

Carcinogene, Mutagene en Reproductietoxischestoffen

CNA

Camp New Amsterdam

CODEMA

Commissie Ontwikkeling Defensie Materieel

CODEMO

Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling

COID

Centrale Organisatie Integriteit Defensie

C-RAM

Counter Rockers, Artillery & Mortars

CRvB

Centrale Raad van Beroep

CSOCC

Composite Special Operations Component Command

CSS

Combat Support Ship

CV-90

Infanterie Gevechtsvoertuig

CZMCARIB

Commandement der Zeemacht Caribisch Gebied

DAP

Defensie Afstoot Plan

DBBS

Defensie Bewaking- en Beveiligingssysteem

DBFMO

Design, Build, Finance, Maintain and Operate

DCA

Dual Capable Aircraft

DCC

Defensie Cyber Commando

DCS

Defensie Cyber Strategie

DDG

Defensie Duik Groep

DefCERT

Defensie Computer Emergency Response Team

DEU

Duitsland

DHC

Defensie Helikopter Commando

DIS

Defensie Industrie

DLP

Defensie Lifecycle Plan

DMF

Defensiematerieelbegrotingsfonds

DMO

Defensie Materieel Organisatie

DMP

Defensie Materieel Proces

DNK

Denemarken

DOKS

Defensie Operationeel Kledingsysteem

DOSCO

Defensie Ondersteuningscommando

DPO

Defensieprojectenoverzicht

DTO

Defensie Telematica Organisatie

DVOW

Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen

EDA

European Defence Agency

EDF

Europees Defensiefonds

EDIDP

European Defence Industrial Development Programme

EES

Europees In- en Uitreissysteem

eFP

enhanced Forward Presence

EJM

Eindejaarsmarge

eNRF

enhanced NATO Response Force

EODD

Explosieven Opruimingsdienst Defensie

ERP M&F

Enterprise Resource Planning Materieellogistiek & Financiën

ESSM

Evolved Sea Sparrow Missile

ETIAS

Europees Informatie- en Reisautorisatiesysteem

EU

Europese Unie

EUBAM

European Union Border Assistance Mission

EUBG

European Battle Group

EUCAP

European Union Capacity Building

EULEX

European Union Rule of Law Mission

EURODAC

Databank met vingerafdrukken van asielzoekers

EUTM

European Union Trainings Mission

EUVIS

Europees Visum Informatiesysteem

EV

Eigen Vermogen

EZK

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

F-16

Jachtvliegtuig

F-35

Vijfde generatie jachtvliegtuig

FNIK

Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht

FOST

Flag Officer Sea Training

FOXTROT

Draadloze IT infrastructuur en command- en controlsystemen

FRONT

Future Relevant Operations with Next Generation Technology & Thinking

FRONTDOOR

Toegangspoort voor iedereen die wil samenwerken met Defensie

FRONTEX

Frontières extérieures (agentschap inzake buitengrenzen EU)

GAO

General Accounting Office

GEN

Generaal

GPOI

Global Peace Operations Initiative

GPW

Groot Pantserwielvoertuig

GrIT

Grensverleggende Informatie Technologie

HCFK

Chloorfluorkoolstofverbinding

HCSS

Het Den Haag Centrum voor Strategische Studies

HGIS

Homogene Groep Internationale Samenwerking

HOV

Hydrografisch opnamevaartuig

HQ

Head Quarters (brigade hoofdkwartier)

HR

Human Resources domein

IAMD

Integrated Air & Missile Defence

IB

Informatie Beheer

IBO

Interdepartementaal Beleidsonderzoek

IenW

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

IFFG

Initial Follow On Forces Group

IGK

Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht

IGO

Informatie Gestuurd Optreden

IGV

Inspecteur-Generaal Veiligheid

IMG

Inspectie Militaire Gezondheid

INF

Intermediate-Range Nuclear Forces

ISD

Innovatiestrategie Defensie

ISIS

Islamitische Staat

ISR

Information Storage and Retrieval

IT

Informatietechnologie (incl communicatie)

IV

Informatievoorziening

IVD

Inspectie Veiligheid Defensie

JenV

Ministerie van Justitie Veiligheid

JIVC

Joint Informatievoorzieningscommando

JSS

Joint Support Ship

KAP

Kapitein

KCT

Korps Commando Troepen

KDC-10

Tankvliegtuig

KMar

Koninklijke Marechaussee

KN

Kilo Newton

KOL

Kolonel

KORV

Kader Overname Rijksvastgoed

KPI

Key Performance Indicator

KPL

Korporaal

LCF

Luchtverdedigings- en Commandofregatten

LCVP

Middelzwaar Landingsvaartuig

LKOL

Luitenant-Kolonel

LNT

Luitenant

LNV

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

LOCC

Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum

LOFTA

Law and Order Trust Fund

LPD

Landing Platform Dock

LPO

Loon- en Prijsbijstelling

LZV

Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen

MAJ

Majoor

MALE UAV

Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle

MARIN

Maritime Research Institute Netherlands

MARKAZ

Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne

MARSOF

Marine Special Operations Forces

MBMD

Maritime Ballistic Missile Defence

MBS

Maritime Battle Staff

MCG

Marine Combat Group

MFF

Multipurposefregat

MGGZ

Militaire Geestelijke GezondheidsZorg

MGZ

Militaire Gezondheidzorg

MHK

Militair Huis van de Koning

MID

Militaire Inlichtingendienst

MILSATCOM

Militaire Satelliet Communicatie

MINUSMA

United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission

MIP

Militair Invaliditeits Pensioen

MIVD

Militaire Inlichtingen- en VeiligheidsDienst

MK46

Torpedo

MK48

Torpedo

MKB

Midden- en KleinBedrijf

MKBA

Maatschappelijke Kosten Baten Analyse

MLA

Militaire Luchtvaart Autoriteit

MLU

Midlife Update

MOC ABNL

Maritime Operation Centre Admiraliteit Benelux

MOD

Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers

MPO

Materieelprojectenoverzicht

MQ-9

MALE UAV

MRAT/SRAT

Medium en Short Range Anti-Tank

MRTT

Multi Role Tanker-Transporttoestel

MTF

Medical Treatment Facility

MTV

Mobiel Toezicht Vreemdelingen

MvD

Ministerie van Defensie

NAFIN

Netherlands Armed Forces Integrated Network

NAVO

Noord Atlantische VerdragsOrganisatie

NBOF

Niet Beschikbaar Op Functie

NH-90

Helikopter

NLD

Nederland(se)

NLDA

Nederlandse Defensie Academie

NLMARFOR

Netherlands Maritime Force

NLR

Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum

NLTC

Netherlands Liaison Team CENTCOM

NLVD

Stichting Nederlandse Veteranendag

NMI

Nederlands Meetinstituut

NMM

Nationaal Militair Museum

NO

Nota Overleg

NOW

Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek

NRF

NATO Response Force

NRI

NATO Readiness Initiative

NSE

National Support Element

OCW

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

OM

Openbaar Ministerie

OPS

Operations

OPV

Oceangoing Patrol Vessel

OSINT

Open Source Intelligence

PC-7

Lesvliegtuig

PED

Processing Exploration Dissemination

PESCO

Permanent Structured Cooperation

PPS

Publiek Private Samenwerking

PTSS

Posttraumatische stressstoornis

PV

Permanente Vertegenwoordiging

RBZ

Raad Buitenlandse Zaken

RIVM

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

RPE

Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek

RSM

Resolute Support missie

RVB

Rijksvastgoedbedrijf

RVU

Regeling voor vervroegde uittreding

RWT’s

Rechtspersonen met een Wettelijke Taak

RZO

Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek

S-400

Russisch luchtverdedigingssysteem

SAC

Strategic Airlift Capability

SDM

Stichting Defensiemusea

SGT

Sergeant

SIB

Stuurgroep Informatie Beleid

SIC

Snel Inzetbare Capaciteiten

SIS

Schengen Informatiesysteem

SKD

Stichting Koninklijke Defensiemusea

SLD

Soldaat

SM

Sergeant-Majoor

SM 2

Luchtdoelraket

SM2-IIIA

Standard Missile 2 Block IIIA

SMART-L radar

Signaal Multibeam Acquisition Radar for Targeting, Longrange

SNMG1

Standing NATO Maritime Group One

SOF

Special Operations Forces

SOLTG

Special Operations Land Task Group

SOMTG

Special Operations Maritime Task Group

SSCG

Station Schip Caribisch Gebied

SVP

Strategisch Vastgoedplan

SWOON

Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA

SZVK

Stichting Ziektekosten Verzekering Krijgsmacht

SZW

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

TEN

Tactical Edge Networking

TNO

Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

TOC

Territoriaal Operatie Centrum

UAV

Unmanned Aerial Vehicle

UGM

Uitkeringswet Gewezen Militairen

UIM

Unit Interventie Mariniers

UKW

Uitkeringswet

UNDOF

United Nations Disengagement Observer Force

UNIFIL

United Nations Interim Force in Lebanon

UNTSO

United Nations Truce Supervision Organisation

UvA

Universiteit van Amsterdam

VAO

Voorgezet Algemeen Overleg

vfonds

Veteranenfonds

VJTF(A)

Very High Readiness Joint Task Force (Air)

VJTF(M)

Very High Readiness Joint Task Force (Maritime)

VL

Veteranen Loket

VN

Verenigde Naties

VOSS

Verbeterd Operationeel Systeem Soldaat

VP

Vereniging Veteranen Platform

VPD's

Vessel Protection Detachments

VSHORAD

Very Short Range Air Defence

vte

Voltijdsequivalent

WGO

Wetgevings Overleg

WMO

Wet Maatschappelijke Ondersteuning

WTB

Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en Wielbergingsvoertuigen

ZBO

Zelfstandige Bestuursorganen

ZVW

Zorgverzekeringswet

ZZP

Zelfstandige Zonder Personeel


X Noot
1

Kamerstuk 34 919, nr. 17

X Noot
2

Kamerstuk 35 000-X, nr. 47

X Noot
3

Kamerstuk 35 000 X, nr. 12 – Brief regering; Diversiteit en inclusiviteit bij Defensie – Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2019

X Noot
4

Kamerbrief met beleidsreactie commissie Sociaal Veilige Werkomgeving Defensie Kamerstuk 35 000 X, nr. 75

X Noot
5

Kamerstuk 2018–2019, 33 763, nr. 151

X Noot
6

Tevens het uitvoeren van de EU richtlijn voor EU Border Control and Coastguard oranisaties.

Naar boven