Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 september 2018
De motie van het lid Van den Bosch c.s. (Kamerstuk 30 139, nr. 188), ingediend tijdens het notaoverleg Veteranen op 26 juni jl., verzoekt de regering
om de mogelijkheden te onderzoeken voor de medefinanciering van het Nationaal Fonds
Ereschuld door derden. Ik vind het belangrijk om de maatschappelijke betrokkenheid
van zowel particulieren als bedrijven bij het veteranenbeleid te vergroten. Door deze
groepen de mogelijkheid te bieden om financieel bij te dragen aan het veteranenbeleid
kan deze betrokkenheid toenemen. Ik heb de mogelijkheden verkend en gekozen voor een
praktische oplossing die snel te realiseren is.
Particulieren en bedrijven kunnen veteranen sinds kort financieel ondersteunen door
een schenking te doen aan de Stichting Ondersteuning Veteranen Activiteiten (OVA).
Deze stichting, die wordt voorzien van een Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI)-status,
is speciaal in het leven geroepen voor schenkingen en is ondergebracht bij het Veteraneninstituut.
De schenkingen die de stichting binnenkrijgt, kunnen worden gebruikt voor onder andere
bijzondere initiatieven voor of door veteranen en hun thuisfront.
Ik heb niet gekozen voor medefinanciering van het Nationaal Fonds Ereschuld door derden
omdat die optie stuit op een aantal praktische bezwaren die op de korte termijn niet
weg te nemen zijn:
-
• Het Nationaal Fonds Ereschuld is bedoeld om schadevergoedingen aan veteranen uit te
betalen voor uitzendgerelateerde aandoeningen: hiermee voldoet Defensie aan haar werkgeversverplichting.
Het Fonds is niet bedoeld voor de algemene (na)zorg aan veteranen of voor andere initiatieven
voor of door veteranen. Het ligt niet voor de hand dat derden bereid zullen zijn bij
te dragen aan schadevergoedingen.
-
• Het Fonds is niet ondergebracht bij een aparte stichting met een ANBI-status. Hierdoor
kunnen derden slechts tot € 2.129,– per jaar belastingvrij aan het Fonds schenken.
-
• Het is wenselijk om de Rijksbegroting en andere financiële middelen van elkaar gescheiden
te houden. Het op de Defensiebegroting ondergebrachte Nationaal Fonds Ereschuld maakt
op dit moment deel uit van de Rijksbegroting. De financiële administratie van het
Fonds is er niet op ingericht om schenkingen apart bij te houden. Dit betekent dat
Defensie niet in staat is om financiële verantwoording af te leggen aan de particuliere
donateurs.
-
• Het Fonds heeft geen ongelimiteerde eindejaarsmarge waardoor bij onderuitputting het
budget mogelijk aan andere zaken wordt besteed of vrijvalt voor het generale beeld.
Er kan daardoor niet worden gegarandeerd dat het geld wordt behouden en besteed aan
het doel dat de schenker voor ogen heeft.
De voornoemde belemmeringen ten aanzien van financiële verantwoording, belastingvoordeel
en eindejaarsmarge zijn bij de stichting OVA niet van toepassing. Conform het plan
van aanpak aanbevelingen evaluatie veteranenbeleid (Kamerstuk 30 139-X-127) worden op dit moment mogelijkheden onderzocht om het besturingsmodel van het veteranenbeleid
te moderniseren. Indien het toekomstige besturingsmodel meer mogelijkheden blijkt
te bieden om particulieren een financiële bijdrage ten behoeve van veteranen te laten
doen, zal ik dit in overweging nemen en u hier te zijner tijd over informeren.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten