9 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus in verband met de implementatie van de Verordening (EU) Nr. 1214/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende professioneel grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg tussen lidstaten van de eurozone (PbEU 2011, L 316) (33420);

  • - het voorstel van wet van de leden Voordewind, Van der Staaij, Bouwmeester en Bruins Slot houdende wijziging van de Drank- en Horecawet teneinde enkele leeftijdsgrenzen te verhogen van 16 naar 18 jaar en de preventie en handhaving te verankeren (33341).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat het lid De Roon is aangewezen tot lid van de NAVO Parlementaire Assemblee in plaats van het lid Bontes.

Ik stel voor, vanmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Van Ojik/Jasper van Dijk (33400-V, nr. 44).

Voorts stel ik voor om na het reces te stemmen over de aangehouden motie-Van Gerven/Geurts (21501-32, nr. 644).

Op verzoek van het lid Ouwehand stel ik voor, de motie op stuk 27858, nr. 127 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Ik stel voor toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

  • - maandag 11 maart van 10.00 uur tot 19.00 uur van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie over het wetsvoorstel Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met verruiming van de bevoegdheden in het kader van het vreemdelingentoezicht (32528) en het wetsvoorstel Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het herschikken van de gronden voor asielverlening (33293);

  • - maandag 8 april van 13.00 uur tot 17.00 uur van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie over de initiatiefnota Maak van een onschuldig kind geen slachtoffer (33177);

  • - maandag 25 maart van 13.00 uur tot 16.00 uur van de vaste commissie voor Economische Zaken over aanhangige ontwerpbesluiten inzake de Wet dieren.

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 21501-33-398; 21501-33-406; 22112-1530; 2013Z02791; 28286-614; 21501-32-685; 21501-32-686; 24095-330; 29515-346; 24095-329; 22112-1560; 24095-332; 22112-1555; 21501-30-303; 22112-1547; 22112-1541; 22112-1564; 22112-1523; 22112-1546; 22112-1542; 22112-1514; 21501-30-301; 21501-20-726; 21501-30-302; 32002-21; 31531-22; 31531-21; 2013Z01404; 32839-5; 29683-141; 28286-615; 33289-3; 33289-2; 26991-337; 27858-136; 26991-336; 28286-612; 32262-9; 32336-8; 27858-120; 33400-XIII-8; 27858-138; 33000-XIII-195; 33289-1; 22112-1527; 32336-10; 30826-29; 33400-XIII-38; 2013Z01176; 33280-XIII-4; 30825-177; 30825-175; 30862-85; 30825-176; 33000-XIII-177; 27924-56; 27924-55; 2012Z14297; 2012Z18349; 30825-181; 33000-XIII-185; 30862-83; 28973-128; 2012Z14980; 28625-147; 30825-184; 30825-179; 32563-27; 30862-81; 32563-28; 29576-87; 29446-83; 20487-40; 33053-5; 29659-96; 29659-95; 30862-82; 21501-32-679; 21501-32-678; 22112-1531; 32201-48; 21501-32-676; 28625-157; 22112-1551; 28625-156; 22112-1526; 29023-139; 33400-IV-22; 33400-IV-21; 33400-IV-19; 31568-123; 2012Z19862; 33189-2; 33400-IV-18; 33000-IV-66; 33000-IV-56; 33000-IV-74; 33400-IV-3; 22112-1469; 33400-XVI-21; 33480-IV-3; 32043-148; 2013Z01877; 32043-147; 32043-149; 2013Z01888; 33400-XV-91; 31322-199; 2013Z02153; 32043-138; 32043-143; 32043-146; 32043-140; 32043-139; 2013Z00676; 32043-145; 32043-144; 33400-XV-8; 24515-241; 27879-45; 33000-IV-76; 24515-240; 24515-243; 24515-244; 22112-1519; 33400-XV-89; 29817-102; 29817-98; 29817-96; 29817-101; 2013Z01157; 24724-104; 24724-103; 33200-6; 32156-43; 33483-2; 33400-VIII-118; 33400-VIII-123; 33223-4; 31293-152; 31482-86; 32640-33; 2013Z02023; 2013Z02713; 2013Z02380; 33260-2; 21501-07-971; 21501-07-996; 21501-07-1005; 22112-1556; 33400-XV-87; 2013Z00701; 22112-1559; 2013Z01288; 21501-07-993; 21501-07-981; 25087-34; 22112-1545; 22112-1563; 30872-131; 28694-108; 2013Z02486; 33400-XII-4; 30523-74; 31409-43; 33400-A-4; 24691-117; 31409-39; 30523-73; 33000-A-87; 26234-130; 2013Z01358; 21501-04-149; 21501-04-146; 22112-1510; 22112-1509; 21501-04-150; 32733-82; 33358-2; 33358-1; 33468-2; 33468-1; 33000-X-82; 33000-X-92; 32733-69; 32733-107; 33358-3; 2013Z02039; 32733-109; 32733-87; 32733-106; 32733-95; 33468-3; 32733-103; 32733-79; 21501-28-91; 21501-28-89; 2013Z01182; 33400-X-57; 33400-X-47; 2012Z22949; 32733-101; 30977-50; 33480-X-3; 2012Z20570; 32317-152; 29279-132; 29279-140; 29270-67; 29893-136; 24170-140; 33400-VI-76; 29279-153; 29279-154; 29628-356; 31839-266; 31575-13; 2013Z01380; 29628-365; 33400-19; 33071-11; 32003-7; 32317-153; 32317-147; 29628-355; 29628-340; 29628-345; 29628-351; 29628-353; 29628-344; 29279-157; 29628-350; 29628-346; 22112-1536; 21501-33-399; 33400-VI-87; 29838-62; 29838-63; 28638-95; 2012Z22475; 33400-VI-84; 32123-VI-121; 32398-24; 29628-352; 33400-VI-85; 33400-VI-83; 33400-VI-78; 2012Z21931; 2012Z20933; 29477-224; 25424-195; 29477-223; 33497-3; 25424-194; 33400-XVI-130; 2013Z00819; 2013Z00831; 2013Z01638; 2013Z01618; 29389-47; 2013Z01420; 2013Z01418; 2013Z01400; 2013Z01402; 31521-67; 2013Z00736; 2013Z00728; 31015-80; 32279-48; 31839-263; 29389-46; 33400-XVI-118; 33400-XVI-127; 33400-XVI-128; 30597-282; 20454-107; 29477-220; 32336-9; 33400-XVI-124; 33400-XVI-119; 33400-XVI-123; 29963-6; 29447-19; 29689-421; 22112-1537; 22112-1528; 27529-121; 2013Z00614; 2013Z00240; 33400-XVI-117; 2012Z22753; 22112-1548; 21109-208; 2013Z02025; 2013Z02258; 21501-20-727; 21501-20-688; 21501-20-687; 21501-20-689; 2013Z00919; 21501-02-1213.

Ik stel voor om toe te voegen aan de agenda:

  • - het VSO inzake het IGZ-rapport Nalevingsniveau reclameregels bij nascholing medisch specialisten voldoende, betere borging nodig (29477, nr. 206);

  • - het VAO Vreemdelingen- en asielbeleid naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 14 februari met als eerste spreker mevrouw Gesthuizen van de SP-fractie.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Gisteren ontving de Kamer de brief van de regering met aanvullende informatie over het MFK-akkoord. We wilden een aantal berekeningen zien, maar we ontvingen een brief zonder één enkele berekening! Er staan in die brief geen lijstjes, ook al betreft het een akkoord over maar liefst 960 miljard. Geen enkele tabel en geen enkel overzicht!

Ik zou graag een nieuwe brief ontvangen waarin die informatie wel staat. Meer specifiek wil ik weten hoeveel geld er in de conclusies is gereserveerd voor wat de regering "specifieke cadeaus" aan de lidstaten noemt, hoe de korting precies is berekend, wat de verwachtingen van de regering zijn voor de gelden voor Nederland en of er wel of niet verantwoording wordt afgelegd over die 960 miljard. Ten slotte wil ik ook het toegezegde lijstje ontvangen over de netto/netto-vergelijking van de ambtenarensalarissen. Dat laatste is des te belangrijker, nu de uitgaven van de Europese Unie voor administratie met 15% blijken te stijgen. Als het kan, zou ik die brief graag voor de eerstvolgende dag dat de Kamer bijeenkomt, ontvangen, te weten de dinsdag na het reces.

De heer Madlener (PVV):

Uiteraard steun ik het verzoek voor deze brief volledig. Wat wij gekregen hebben, is werkelijk te beroerd voor woorden. Het gaat om een zeer belangrijk verdrag. Nederland blijft weer zeven jaar lang de grootste nettobetaler. Polen viert feest; daar hebben ze de champagne al geopend. Ze weten precies wat ze krijgen. Wij krijgen alleen maar een flutbrief van het kabinet. Hier kunnen wij echt niets van maken. Ik steun het verzoek om een brief volledig.

De heer Van Bommel (SP):

Vanzelfsprekend steun ik het verzoek van de heer Omtzigt. Ik uit ook mijn frustratie. De heer Omtzigt en de Kamer hebben bij de vorige regeling van werkzaamheden tamelijk nauwgezet aangegeven om welke informatie het ging. Daaraan voorafgaand, in een eerder debat, is onder aanvoering van de heer Omtzigt ook al invulling gegeven aan dit verzoek. Wij kunnen nu wel weer hetzelfde doen – ik herhaal namens mijn fractie dat wij graag zicht willen op de veranderingen in de btw-afdracht en op de Nederlandse omstandigheden met betrekking tot de landbouwfondsen, de structuur- en de cohesiefondsen, en een vergelijking met andere lidstaten – maar het zijn allemaal heel vanzelfsprekende zaken. De minister moet daarover gewoon helderheid verschaffen aan de Kamer. Ik weet het anders ook niet meer. Als hij dat niet kan of niet wil, dan moeten wij hem maar wegsturen. Ik zou het anders ook niet weten.

De heer Pechtold (D66):

Als men in Polen champagne drinkt, dan worden de landbouwgoederen binnen de Europese Unie in elk geval goed verhandeld. Dat was zo ongeveer het probleem van het akkoord. De D66-fractie steunt in elk geval het verzoek om een brief. Wat wij nu ontvangen hebben, was denk ik een aankondiging van een brief. Nu willen we de echte.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Vanzelfsprekend steun ik het verzoek. Ik denk dat het goed is dat u het gevoelen van de Kamer overbrengt dat het gek is dat na een uitgebreide omschrijving van wat de Kamer wil weten, zij daar opnieuw om moet vragen.

De heer Bisschop (SGP):

Ik steun het verzoek om een echte brief van harte.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik sluit mij bij dat laatste graag aan.

De heer Servaes (PvdA):

Het dreigt eerlijk gezegd een toneelstukje te worden. Het is misschien goed om in de plenaire zaal vast te stellen dat wij hierover al lang met de minister gesproken hebben. De minister heeft open en eerlijk gezegd: zeg me wat jullie nog meer willen want ik weet het niet meer, ik heb alles wat ik heb al op tafel gelegd. Hij heeft voor de volledigheid nog eens het hele akkoord uit Brussel als bijlage toegevoegd en verwezen naar de paragrafen waarin op een aantal van de gestelde vragen antwoord wordt gegeven. Ik voel er dan ook weinig voor om dit toneelstukje voort te zetten door opnieuw om een brief te vragen en vervolgens een vergelijkbare reactie te krijgen. Ik stel voor om snel het debat te gaan voeren. Dat hebben we al aangevraagd. Eventuele vragen kunnen wij dan direct bij de minister en de minister-president neerleggen.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik geloof niet dat dit een toneelstukje is. Ik sluit mij graag aan bij het verzoek van de collega van de CDA-fractie. Er zijn dingen gevraagd van het kabinet die nog niet geleverd zijn. Het lijkt mij evident dat daarom nog eens wordt gevraagd.

De heer Verheijen (VVD):

Wat er niet is, kan het kabinet ook niet leveren. Ik heb ook niets aan voorlopige cijfers, verwachtingen en inschattingen. Ik steun het verzoek om alle cijfers die er zijn en die het kabinet nog niet gegeven heeft alsnog naar de Kamer te sturen. Als dit het echter is, dan is dit het. Ik zie dan heel erg uit naar het debat. Laten wij dat vervolgens op de inhoud gaan voeren in plaats van op de laatste euro te gaan zitten.

De voorzitter:

Mijnheer Omtzigt, u hebt voldoende steun voor uw verzoek om een brief. Ik hoor partijen zeggen dat dat debat snel gepland moet worden. U hebt deze week zelf ook aangegeven dat dat snel moet gebeuren. Ik heb de intentie om dat in de eerste week na het reces te laten plaatsvinden. U kunt dan een combinatie maken tussen het stellen van vragen, zoals de heer Van Bommel heeft aangekondigd, en de brief waar u om hebt gevraagd. Wellicht werpt die nog enig licht op de zaak. Ik zal het gedeelte van het stenogram van alle opmerkingen die zijn geplaatst over dit onderwerp volledig doorsturen naar het kabinet – dat is overigens gebruikelijk – zodat het gevoelen van de Kamer duidelijk wordt.

Het woord is aan de heer Van Dijck van de PVV-fractie.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Het CBS presenteerde vanochtend desastreuze cijfers over de Nederlandse economie. Het vierde kwartaal van vorig jaar is de economie weer gekrompen. Wij zitten nu voor de derde keer in vier jaar tijd in een recessie. Bijna 100.000 banen zijn vorig jaar verdampt. Per dag verliezen meer dan 300 mensen hun baan. Per dag sluiten 35 bedrijven hun deuren. Het consumentenvertrouwen is volledig zoek.

De PVV wil daarom graag een reactie van dit kabinet op deze cijfers en een antwoord op de vraag hoe dit kabinet de binnenlandse bestedingen, de consumptie, gaat stimuleren. Daarna zouden wij graag over deze cijfers willen debatteren.

De voorzitter:

Dus u vraagt zowel een brief als een debat?

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ja, eerst een reactie en dan een debat.

De heer Pechtold (D66):

Een brief kunnen wij altijd steunen. Een debat lijkt mij op zijn plaats wanneer wij de cijfers van het Centraal Planbureau hebben. Dit waren cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Die cijfers van het CPB krijgen wij aan het eind van deze maand. Dan steunt mijn fractie van harte een debat met de minister-president en de minister van Financiën, maar dit lijkt mij nu alleen reden voor een brief.

De voorzitter:

Dus steun voor een brief, geen steun voor een debat.

De heer Harbers (VVD):

De cijfers van vanochtend zijn elementen in het traditionele proces waarin wij de balans opmaken en bepalen waar wij staan. Dat verhaal is wat ons betreft nog niet compleet. Daarom geen steun voor een debat.

De voorzitter:

Tegen een brief hebt u geen bezwaar?

De heer Harbers (VVD):

Een brief kan altijd.

De heer Roemer (SP):

Steun voor de brief. Voor het debat volgen wij de lijn-Pechtold.

De heer Nijboer (PvdA):

Een brief kan altijd. De cijfers worden zeker door het CPB bestudeerd en meegenomen bij de ramingen van 28 februari, waarover wij altijd een debat voeren. Dat zullen wij dat jaar ook weer steunen op dat moment.

De voorzitter:

Steun voor de brief, geen steun voor een debat.

De heer Omtzigt (CDA):

Ook steun voor de brief, met speciale aandacht voor de betekenis voor middeninkomens en ouderen die al behoorlijk veel last van de huidige recessie hebben gehad. Het debat willen wij graag plannen nadat de CPB-cijfers er zijn. Voorzitter, misschien kunt u ervoor zorgen dat een aantal onderwerpen ook in debatten wordt gecombineerd, zodat er een wat groter debat ontstaat over de huidige economische situatie van het land, in plaats van dat wij elke paar weken een apart debat voeren over de btw of over een andere individuele maatregel?

De voorzitter:

Ik probeer even samen te vatten, want u hebt veel gezegd over een debat dat tot nu toe verder niemand heeft gesteund. Steunt u het debat nu wel? Of bent u het ermee eens dat wij als de andere cijfers er zijn met elkaar een debat voeren, zoals wij dat altijd doen en steunt u de brief waarom nu wordt gevraagd wel?

De heer Omtzigt (CDA):

Steun voor de brief, geen steun voor een debat nu. Ik doe u het verzoek of het mogelijk is om een wat uitgebreider debat te voeren dan over ieder aspect van de economie afzonderlijk. Er speelt nogal wat. Dan kan elke partij daarbij zijn eigen accent leggen.

De voorzitter:

Ik stel voor dat u in de procedurevergadering met elkaar bespreekt wat u op de agenda wilt zetten. Ik ben als was in uw handen als u duidelijk aangeeft wat u in het debat aan de orde wilt stellen. Dan zorg ik ervoor dat dat wordt afgedrukt op het schema. Dan weet u wat er allemaal wordt besproken.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Zoals ik al zei, verliezen 300 mensen per dag hun baan en sluiten 35 bedrijven per dag hun deuren. Deze Kamer vindt het niet urgent genoeg om daar snel een debat over te voeren. De collega's wijs ik erop dat de CPB-cijfers pas op 13 maart komen. Dat is pas over een maand. Ik zou graag direct na het reces een reactie willen en ik zou eigenlijk ook zo snel mogelijk een debat willen.

De voorzitter:

Mijnheer Van Dijck, ik stel vast dat u steun hebt voor een brief. Als u snel wilt debatteren, bent u altijd veel sneller af als u dat via de procedurevergadering in een algemeen overleg doet. Ik heb namelijk 24 debatten in portefeuille en ook ongeveer evenveel dertigledendebatten, dus elk debat dat hier wordt aangevraagd, wordt per definitie zelden snel gepland, tenzij de Kamer, zoals bij het Europadebat, in meerderheid aangeeft dat zij dat wil. Dus als u snel een debat wilt, stel ik voor dat u dat gewoon via de procedurevergadering probeert te regelen in de vorm van een algemeen overleg.

Over de brief waarom u zojuist hebt gevraagd, zal ik het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Kan ik dan wel een deadline stellen aan die brief?

De voorzitter:

Dat kunt u zeker!

De heer Tony van Dijck (PVV):

Die deadline is de dinsdag na het reces om 12.00 uur.

De voorzitter:

Dan zal ik dit gedeelte van het stenogram ook doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Klein.

De heer Klein (50PLUS):

Voorzitter. Op de stemmingslijst voor vanmiddag zijn de stemmingen opgenomen over het initiatiefwetsvoorstel raadgevend referendum. Juist omdat dit een heel belangwekkend wetsvoorstel is en de fractie van 50PLUS zich in een week tijd onvoldoende heeft kunnen voorbereiden. Wij hebben de door de jaren durende discussie niet goed kunnen bekijken – ik zag ook allerlei amendementen en moties waarvan ik de consequenties niet ken – en daarom verzoek ik om uitstel van de stemmingen hierover. In een procedurevergadering kunnen wij dan even kortsluiten wanneer wij dit wel plenair kunnen afhandelen.

De voorzitter:

Het verzoek is: steun voor uitstel van de stemmingen over de Wet raadgevend referendum.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Steun voor het verzoek. Het is inderdaad nogal een brij; welke amendementen vervangen welke amendementen? Ik kan mij voorstellen dat de nieuwe fractie van 50PLUS hier even goed naar moet kijken.

De heer Bosma (PVV):

Dat initiatiefwetsvoorstel is, geloof ik, al vier keer van naam veranderd. Ik weet niet eens of de oude initiatiefnemers nog onder ons zijn; zo oud is het. 50PLUS heeft dit de afgelopen jaren prima kunnen volgen. De partij is immers al jaren actief, ook onder andere namen nota bene. Het amendement van mevrouw Van Toorenburg is het oude amendement van de heer Schinkelshoek. Het is al vier jaar oud. Dus laten wij er alsjeblieft over stemmen en straks de historische beslissing nemen dat wij dat referendum gaan houden.

De voorzitter:

U bedoelt dat u geen steun geeft aan het verzoek.

De heer Van Raak (SP):

Fracties moeten voldoende ruimte hebben om zich te kunnen voorbereiden. Ik heb goed gekeken. Er kwamen veel amendementen binnen, maar het was steeds dezelfde tekst van een vorig amendement; alleen de namen waren veranderd. Dat is niet voldoende om de stemmingen uit te stellen. Vorige week is er met een reden gevraagd om vandaag te stemmen. De SP-fractie wil zich daar graag aan houden.

De heer Taverne (VVD):

Ik heb begrip voor het standpunt van 50PLUS. De partij bestond immers nog niet toen de wet voor het eerst werd opgesteld. De VVD-fractie zal zich dan ook niet verzetten tegen uitstel van de stemmingen.

De voorzitter:

Ik vind dat "niet verzetten" een lastig standpunt.

De heer Taverne (VVD):

Ik steun het.

De voorzitter:

U steunt het. Maar een meerderheid van de Kamer heeft het verzoek niet gesteund, dus daarmee wordt het niet gehonoreerd. Dan blijft het op de stemmingslijst staan.

De heer Heijnen (PvdA):

Even voor de goede orde. Ik spreek namens de indieners. Zij hebben het wetsvoorstel nu aan de Kamer voorgelegd. De Kamer besluit in meerderheid, exclusief de indieners, om het verzoek niet te honoreren.

De voorzitter:

Nee, de indiener is de naamgever, maar hij heeft ook een collega die het behandelt en een fractie die erover stemt. Die stemt dus mee. Als u vindt dat de stemmingen uitgesteld mogen worden ... Overigens mag u dat als indiener niet zelf doen; iemand anders uit uw fractie moet dat doen. Gelukkig staat die nu op: mevrouw Vermeij. Sorry, dit is niet om vervelend te doen, maar om het zuiver te houden.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Ik voel hetzelfde als u. Zeker aangezien het bij veel amendementen om naamwisselingen gaat, denken wij dat er heel goed vandaag over gestemd kan worden.

De voorzitter:

Er is geen steun voor het verzoek, mijnheer Klein. Misschien is het wel handig dat u even overlegt met een paar mensen die het zo-even probeerden uit te leggen. Wij kunnen elkaar immers ook helpen. Veel mensen hebben wel begrip voor de situatie waarin u zit.

De heer Klein (50PLUS):

Uiteindelijk komt het neer op voor- of tegenstemmen.

De voorzitter:

Ja, uiteindelijk is het heel makkelijk, dat is waar.

Het woord is aan mevrouw Van Toorenburg.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Wij willen graag een commissieoverstijgende brief, namelijk een reactie van het kabinet op de brief van burgemeester Van der Laan, geschreven op 30 januari aan de ministers van Binnenlandse Zaken en van I&M, over de verhouding tussen de provincie en de vervoersregio. Hierover is onduidelijkheid. Wij willen hierover graag een brief hebben. Ik vraag dit mede namens de heer Schouw en de heer Van Raak.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van dit stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Naar boven