21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 679 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 januari 2013

Ik wil u graag informeren over de uitkomst van het op vrijdag 18 januari 2013 bereikte akkoord tussen EU en Noorwegen over de vangstmogelijkheden van de gezamenlijk beheerde bestanden in de Noordzee en de uitruil van quota voor 2013. In de Raad van Visserijministers van 28 januari komen we hierover te spreken. Mijn voorganger heeft u in oktober 2012 geïnformeerd over de Nederlandse inzet (TK 2012–2013 21 501-32, nr. 642).

Dit najaar bleken de onderhandelingen weer erg lastig, er waren 3 ronden van onderhandelingen nodig om tot een akkoord te komen. De Raad heeft in december voorlopige quota vastgesteld voor de EU. Deze zullen dit voorjaar worden bijgesteld, op basis van de uitkomsten.

Waar mogelijk zijn de meerjarenplannen toegepast voor het vaststellen van de totale vangstmogelijkheden (TAC). Dat betekent onder meer dat de TAC voor de schol in de Noordzee is verhoogd met 15% van 84.410 ton tot 97.070 ton. Dit is eveneens overeenkomstig de bepalingen uit het EU-meerjarenplan voor tong en schol. Het verzoek van Nederland (met steun van België en Denemarken) om tussenjaarlijkse flexibiliteit in te voeren werd om onduidelijke redenen niet gehonoreerd door Noorwegen. Hier moeten we in 2013 alsnog een oplossing voor zien te vinden, op basis van wetenschappelijk advies. Verder ben ik teleurgesteld dat ondanks wensen van Noorwegen om discards te reduceren de partijen niet konden instemmen met een pilot voor volledig gedocumenteerde visserij (Fully Documented Fisheries, het «Deense experiment») voor schol, net als voor kabeljauw.

Wat de kabeljauw in de Noordzee betreft werd opnieuw geconcludeerd dat het bestaande herstelplan tekort is geschoten. Het bestand herstelt, maar minder snel dan verwacht. De TAC is overeenkomstig het verzoek van het Verenigd Koninkrijk en Denemarken ongewijzigd gebleven op 26.475 ton, in overeenstemming met het in december aangepaste herstelplan. Het bestand zal desondanks groeien tot boven biologische limiet in 2013. Nederland heeft aangedrongen op technische maatregelen om ongewenste bijvangsten te voorkomen en – in lijn met het statement in december – op het ontwikkelen en implementeren van nationale cod avoidance plannen in 2013.

Verder is afgesproken om in 2013 het bestaande herstelplan aan te passen en zal een EU-NO werkgroep zich buigen over mogelijke aanvullende tuigaanpassingen. De pilot met volledig gedocumenteerde visserij wordt gecontinueerd, onder dezelfde voorwaarden als voor 2012, conform de wens van Nederland.

De EU en Noorwegen waren het er over eens, dat gelet op de nieuwste positieve inzichten over de omvang van het haring bestand in de Noordzee, aanpassing van het beheerplan om sneller MSY te bereiken gerechtvaardigd is. Beide partijen konden het echter uiteindelijk niet eens worden over de aanpassing van de oogstregels in het plan. Er is besloten om in afwijking van het plan de TAC met 18% te verhogen tot 478.000 ton, nog steeds ruimschoots binnen duurzame niveaus. Dit komt tegemoet aan de wens van Nederland. In 2013 zal verder aan het beheerplan worden gewerkt.

Net als in vorige jaren, hebben de EU en Noorwegen vanwege het uitblijven van een akkoord met de Kuststaten Faeröer en IJsland een bilateraal quotum van 489.882 ton afgesproken. Het quotum is vastgesteld volgens dezelfde methode als vorig jaar, dus op basis van het beheerplan en zonder extra inhoudingen vanwege de extra claims van Faeröer en IJsland. Dit was de wens van Noorwegen en overeenkomstig de wens van Verenigd Koninkrijk, Ierland, Spanje en Frankrijk. Hierdoor acht de Commissie de kans uiterst klein dat sanctiemaatregelen mogelijk zijn. Nederland, met steun van Denemarken en Zweden hebben hun zorg hierover geuit omdat zonder effectieve maatregelen de makreel op den duur in de gevarenzone kan geraken.

Wat de balans betreft heeft de EU net als de afgelopen jaren slechts een deel van de door Noorwegen aangeboden Arctische kabeljauw kunnen afnemen, namelijk 18.202 ton. Dit is iets meer dan vorig jaar. De overdracht van blauwe wijting naar Noorwegen is met 45.000 ton relatief laag gebleven, conform de wens van Nederland. De Unie ontvangt 700 ton schol van Noorwegen, maar heeft toch nog 30 ton tong teruggegeven.

Al met al beschouw ik dit als een positief resultaat, maar ik zal wel in de Raad van januari aandringen op een oplossing voor de flexibiliteit van schol. Gelet op de historische hoge omvang van het bestand vertouw ik op een positief wetenschappelijk advies.

Motie Bosman over de aanlandplicht

Op 11 oktober 2012 heeft uw Kamer de motie Bosman c.s. (TK 21 501-32, nr. 647) aangenomen waarmee de regering verzocht wordt het alternatieve voorstel van de visserijsector voor de aanlandplicht te omarmen en in te brengen in de Visserijraad. Voormalig staatssecretaris Bleker heeft uitvoering gegeven aan deze motie door het verzoek onder de aandacht te brengen van Eurocommissaris Damanaki en het Cypriotisch voorzitterschap, minister Aletraris.

Op 17 december 2012 heb ik de reactie ontvangen van Eurocommissaris Damanaki. Deze is bijgevoegd bij deze brief.1 Eurocommissaris Damanaki geeft in haar reactie aan het op prijs te stellen dat de sector meedenkt over oplossingen en dat dit een belangrijke stap voorwaarts is. Daarbij geeft zij echter ook aan dat het voorstel van de Europese Commissie en de algemene oriëntatie van de Visserijraad gebaseerd zijn op een fundamenteel verschillende benadering dan het voorstel van de sector, namelijk een einde maken aan de teruggooi van vis, onafhankelijk van de toestand waarin de bestanden verkeren. Nu op 18 december 2012 is gebleken dat ook de visserijcommissie van het Europese Parlement (EP) een gefaseerde invoer van een verbod op het teruggooien van vis voor alle visserijtakken ondersteunt, lijkt het draagvlak in de EU voor het voorstel van de visserijsector erg klein. Naar verwachting zal het Europese Parlement begin februari plenair een standpunt innemen over onder andere de aanlandplicht. Onder Iers voorzitterschap (eerste helft 2013) komt de aanlandplicht en de positie van het EP hierover weer aan de orde in de Raad.

De staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven