5 Vastgoed Defensie

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 6 februari 2013 over vastgoed Defensie.

De voorzitter:

Ik heet de minister van Defensie van harte welkom. Er hebben zich slechts twee sprekers gemeld van de zijde van de Kamer dus wij kunnen het kort houden. Het woord is allereerst aan de heer Knops van de CDA-fractie.

De heer Knops (CDA):

Voorzitter. Mijn fractie heeft eerder aangegeven het van belang te vinden dat het vastgoed van Defensie gereorganiseerd wordt zodat er zo veel mogelijk geld wordt vrijgespeeld voor de operationele capaciteiten van Defensie. Die staan toch al onder druk. De CDA-fractie heeft daarbij ook aangegeven dat als er bezuinigd moet worden, er ook rekening moet worden gehouden – analoog aan de motie-Heijnen/De Pater-Van der Meer – met de verschillende regio's. In dat verband constateer ik dat de laatste kazerne in de regio Limburg dreigt te verdwijnen. Dat kan wat ons betreft niet waar zijn, ook niet omdat er eerder toezeggingen zijn gedaan aan de Kamer om de financiële problemen die er waren te kunnen overbruggen.

De voorzitter:

Dat schreeuwt om een motie!

De heer Knops (CDA):

Dat hebben wij inderdaad onderstreept met de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de provincie Limburg en de gemeente Weert met de motie-Bosman/Knops (33000-X, nr. 35) in de gelegenheid zijn gesteld om met initiatieven te komen ter behoud van de KMS in Weert, die tevens bijdragen aan de bezuinigingsdoelstellingen van Defensie op infrastructuur;

constaterende dat de provincie Limburg en de gemeente Weert op basis van deze motie gekomen zijn met een businessplan, alsmede met een aanbod van een "revolving" fonds waarbij zowel Limburg als Weert Defensie de garantie geven dat Defensie de volledige besparing verwezenlijkt die de verplaatsing van de KMS van Weert naar Ermelo op zou moeten leveren;

constaterende dat de exploitatiekosten van de Van Horne Kazerne door Defensie zelf ook gereduceerd kunnen worden door renovatie, onder meer door energiebesparende maatregelen;

overwegende dat door middel van gesprekken met de provincie Limburg en de gemeente Weert tegemoetgekomen kan worden aan de kritiek van Defensie op sommige onderdelen van het businessplan;

verzoekt de regering, een renovatieplan op te stellen voor de Van Horne Kazerne dat voorziet in lagere exploitatiekosten, de KMS te behouden in Weert en daartoe tot een overeenkomst te komen met de provincie Limburg en de gemeente Weert,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Knops en Hachchi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 111 (32733).

Mevrouw Hachchi (D66):

Voorzitter. De minister rekent zich rijk, zegt de Algemene Rekenkamer. Met de steun van de coalitiepartijen kan zij verder met haar vastgoedplan. D66 hoopt dat het allemaal goed uitpakt, want de risico's lijken groot. Wat mijn fractie betreft, moeten wij de onderbouwing en de cijfers scheiden van de politieke keuze. Daarom dien ik de volgende twee moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Algemene Rekenkamer concludeert dat "het besluit om in Vlissingen een nieuwe marinierskazerne te bouwen (financieel) risicovol is";

constaterende dat er volgens de Algemene Rekenkamer "geringe aandacht voor alternatieven" is geweest;

overwegende dat de Algemene Rekenkamer schrijft dat "vanaf het moment dat de minister zijn voorkeur voor Zeeland uitsprak, er niet meer naar alternatieven is gezocht";

spreekt uit dat de keuze voor Vlissingen zonder nadere onderbouwing inclusief een echte vergelijking met alternatieve locaties onverantwoord is;

verzoekt de regering, alsnog een vergelijking te maken tussen Vlissingen en alternatieve locaties voor de marinierskazerne, op basis van actuele inzichten en realistische aannames en daarbij in ieder geval de combinatie van Doorn – Den Helder in kaart te brengen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hachchi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 112 (32733).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vanaf het tijdstip van de politieke keuze voor Vlissingen als locatie voor de marinierskazerne, er volgens de Rekenkamer niet meer naar alternatieven is gezocht, en dat de DMP-procedure slechts beperkt is gevolgd;

van mening dat de DMP-procedure bedoeld is om de Kamer in staat te stellen om inzicht te verkrijgen in de mogelijke alternatieven en de gevolgen daarvan;

verzoekt de regering, bij toekomstige besluiten in het kader van de vastgoedplannen van Defensie van meer dan 25 miljoen euro, de volledige DMP-procedure te doorlopen, de Kamer hierover op dezelfde wijze te informeren als bij materieelprojecten met een vergelijkbare omvang (bijvoorbeeld via het MPO en de A-, B-, C- en D-fasebrieven), en bij toekomstige investeringsbeslissingen over vastgoed met een omvang van meer dan 100 miljoen euro een tijdige maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) uit te laten voeren naar de mogelijke alternatieven en de gevolgen daarvan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hachchi en Knops. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 113 (32733).

Mevrouw Günal-Gezer (PvdA):

Wat is het doel van mevrouw Hachchi met de tweede motie? Wil zij met deze motie de bestaande afspraken met Defensie over de DMP-procedure herbevestigd zien?

Mevrouw Hachchi (D66):

Dat heeft mevrouw Günal-Gezer goed begrepen. Het gaat om bestaande afspraken over het DMP-proces. Zoals ik ook in het dictum heb geformuleerd, gaat het om toekomstige besluiten over vastgoed.

De voorzitter:

Ik begrijp dat de minister in staat is om nu reeds antwoord te geven als zij de moties heeft. Die komen er heel snel aan.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Hennis-Plasschaert:

Voorzitter. De teksten van de moties waren mij nog niet helemaal bekend, dus ik moest even wachten op de finale teksten. De heer Knops en mevrouw Hachchi hebben een motie ingediend over de KMS. Ik heb al eerder aangegeven dat ook ik natuurlijk zeer intensief heb gekeken naar alternatieve mogelijkheden en dat ook ik geraakt ben door de enorme betrokkenheid van de regio. Dat ik defensie in Limburg niet helemaal in de kou laat staan, zoals nu gesuggereerd werd, moet ook voor iedereen duidelijk zijn. Maar ik wil heel graag duidelijkheid scheppen voor alle betrokkenen. Het is hoog tijd dat wij de knoop doorhakken, hoe moeilijk dat soms ook is. Kortom, ik wil de motie ontraden. Wij hebben hierover uitvoerig van gedachten gewisseld tijdens het AO Vastgoed op 6 februari jongstleden.

Ik kom bij de motie op stuk nr. 112 waarin mevrouw Hachchi mij vraagt om alsnog te komen tot een echte vergelijking tussen de locaties voor de marinierskazerne. Ook daarover hebben wij uitvoerig met elkaar van gedachten gewisseld op 6 februari jongstleden. Ik ben toen uitvoerig ingegaan op het onderzoek naar alternatieven, zowel voor Den Helder als voor Doorn. Ik heb gewezen op bijvoorbeeld het onderzoek naar de volledigheid en de financiële onderbouwing van de businesscases. Ik snap dat hier pijn zit, maar ook in dit geval geldt dat duidelijkheid voor alle betrokkenheid van belang is. Ik wil derhalve ook de motie op stuk nr. 112 ontraden.

Mevrouw Hachchi vraagt in haar motie op stuk nr. 113, die is meeondertekend door de heer Knops, om de DMP-procedure volledig te doorlopen. Ik begrijp wat hier aan de orde wordt gesteld. Ik wil mevrouw Hachchi en de heer Knops vragen om hun motie even aan te houden. Wij zijn namelijk bezig met een herziening van het DMP. Ik zal de Kamer hierover per brief informeren, naar ik meen al in maart. Ik ben bereid om deze motie daarin te adresseren.

Mevrouw Hachchi (D66):

Zoals ik net al zei in antwoord op de vraag van mevrouw Günal-Gezer, gaat het om bestaande afspraken, om regels omtrent het Defensie Materieel Proces. Ik snap dat de minister gaat kijken en dat zij misschien het een en ander gaat herzien, maar dat staat los van het feit dat er nu afspraken zijn die ik in deze motie herbevestig.

Minister Hennis-Plasschaert:

De bestaande afspraken zijn mij bekend. Hierover is ook uitvoerig met de Kamer van gedachten gewisseld tijdens zowel een technische briefing als het genoemde AO. Ik herhaal nogmaals mijn vriendelijke verzoek aan mevrouw Hachchi om de motie even aan te houden, zodat ik deze kan adresseren in de brief die ik de Kamer op korte termijn zal doen toekomen.

De voorzitter:

Maar ik heb het idee dat mevrouw Hachchi de motie gewoon aanhoudt. Niet, hoor ik. Zij dient de motie gewoon in. Dan is de vraag aan de minister wat haar oordeel is.

Minister Hennis-Plasschaert:

Dan ontraad ik de motie.

De voorzitter:

Dan is de motie ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dank aan de minister voor haar aanwezigheid. Wij stemmen vandaag nog over de drie moties.

De vergadering wordt van 11.07 uur tot 11.15 uur geschorst.

Naar boven