28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nr. 147 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2012

Hierbij bied ik u de handreiking «Ondernemen met Landschapdiensten» aan1.

Deze handreiking draagt bij aan het realiseren van landschapsdiensten door middel van een groenblauwe dooradering buiten de natuurgebieden en EHS en daarmee aan vermaatschappelijking van agrarische bedrijven. Het is de invulling van één van de toezeggingen in het uitvoeringsprogramma biodiversiteit (TK 2008–2009, 26 407, nr. 40).

Ik zie deze handreiking als een ondersteuning van mijn streven om de natuurlijke landschapselementen terug te geven aan de streek en aan de burgers. Ik wil de aandacht vestigen op de voordelen die functionele landschapselementen bieden voor verschillende partijen. Een natuurlijk begroeide akkerrand is voor passanten mooi om te zien, draagt bij aan natuurlijke plaagdierbestrijding en biedt ruimte aan verschillende planten- en diersoorten. Een natuurlijke oever vergroot de waterretentie en vermindert de belasting van oppervlakte water met bestrijdingsmiddelen. Een houtwal is mooi om te zien, biedt schaduw aan vee en kan een verbinding zijn met een aangrenzende natuur. Dit zijn voorbeelden uit het landelijk gebied, maar ook in de bebouwde omgeving hebben natuurlijke elementen een functie voor de omgeving. De partijen die voordeel genieten van deze landschapsdiensten zouden ook moeten bijdragen in de kosten. Aangezien het verschillende partijen zijn die de voordelen genieten, is samenwerking nodig tussen deze partijen en de partijen die de groene dienst leveren. Dat laatste kunnen er velen zijn, want iedereen die grond beheert, kan een landschapsdienst leveren. Maar er komt pas iets tot stand als deze partijen elkaar vinden.

Hoe dit bereikt kan worden staat in deze handreiking, die is bedoeld voor iedereen die betrokken is bij de samenwerking voor landschapsdiensten. Het biedt concrete mogelijkheden voor ondernemers in een energieke samenleving. De initiatiefnemer die aanbieders en afnemers van landschapsdiensten bij elkaar brengt heeft een belangrijke rol. De handreiking kan voor deze «marktmeesters» een goede steun zijn.

Met deze handreiking geef ik dus invulling aan één van de toezeggingen in het uitvoeringsprogramma biodiversiteit (TK 2008–2009, 26 407, nr. 40) waarin staat dat er een implementatie plan zal worden opgesteld voor het realiseren van een fijnmazig net van groene en blauwe elementen («groenblauwe dooradering») dat kan bijdragen aan diverse maatschappelijke wensen. In de afgelopen periode is dit uitgewerkt en is deze handleiding opgesteld. Het is geen implementatieplan geworden in letterlijke zin, omdat dit niet passend is bij het uitgangspunt dat de streek zelf zoveel mogelijk verantwoordelijk is voor het landschap.

De mogelijkheden hiertoe zullen groter worden door de vergroening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (2014–2020) en in het bijzonder door de mogelijkheden die de ecological focus area’s kunnen geven. Ook de inzet van collectieven is hierbij van belang. Naast de mogelijkheid voor agrarisch natuurbeheer wordt nu in vier gebiedspilots onderzocht of overeenkomsten met boerencollectieven maatschappelijke meerwaarde kunnen opleveren. Ik heb uw Kamer daar al eerder over geïnformeerd (TK 2010–2011, 28 625, nr. 109) en zal uw Kamer van de ontwikkelingen op de hoogte houden.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven