22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1514 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2012

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij twee fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Richtlijn radioapparatuur

Fiche 2: Wijziging richtlijn hernieuwbare energie en richtlijn Brandstofkwaliteit (Kamerstuk 22 112, nr. 1515)

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Fiche: Richtlijn radioapparatuur

1. Algemene gegevens

Titel voorstel:

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur.

Datum Commissiedocument

17 oktober 2012

Nr. Commissiedocument

COM (2012) 584

Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board :

http://ec.europa.eu/governance/impact/ia_carried_out/cia_2012_en.htm#entr

Behandelingstraject Raad

Raad voor Concurrentievermogen

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Economische Zaken

Rechtsbasis, besluitvormingsprocedure Raad, rol Europees Parlement, gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen

  • a) Rechtsbasis: Artikel 114 (Interne Markt) van het VWEU

  • b) Besluitvormingsprocedure Raad en rol Europees Parlement: Gewone wetgevingsprocedure: gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming in de Raad, medebeslissing in Europees Parlement

  • c) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen: De richtlijn geeft de Commissie de bevoegdheid voor het vaststellen van gedelegeerde en uitvoeringshandelingen (zie onderdeel 4C van het fiche).

2. Samenvatting BNC-fiche

  • Korte inhoud voorstel

    De richtlijn geeft een geharmoniseerd kader voor het in de handel brengen, het vrije verkeer en de ingebruikneming van radioapparatuur (en vervangt de huidige richtlijn voor radio- en randapparatuur). De richtlijn regelt de essentiële eisen waaraan radioapparatuur moet voldoen. De Commissie beoogt met het voorstel het nalevingniveau te verhogen en daarmee het vertrouwen van alle belanghebbenden in het regelgevingkader te vergroten. Daarnaast wil de Commissie met verduidelijking en vereenvoudiging onnodige lasten voor marktdeelnemers en overheidsinstanties wegnemen.

  • Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

    Subsidiariteit en proportionaliteit worden positief beoordeeld

  • Risico’s / implicaties/ kansen

    Met het voorstel van de Commissie om de immuniteitseis van radioapparatuur aan te scherpen, zullen naar verwachting eventuele stoorproblemen in de toekomst beter beheersbaar worden.

  • Nederlandse positie en eventuele acties

    Nederland steunt het doel van de Commissie om het nalevingniveau van de richtlijn te verhogen en door verduidelijking en vereenvoudiging onnodige lasten voor marktdeelnemers en overheidsinstanties weg te nemen. Nederland beoordeelt het voorstel van de Commissie daarom als positief. Ten aanzien van nieuwe bevoegdheden voor de Commissie zal Nederland zich sterk maken om een aantal gedelegeerde handelingen te vervangen door uitvoeringshandelingen.

3. Samenvatting voorstel

  • a) Inhoud voorstel

    De (nieuwe) richtlijn geeft een geharmoniseerd kader voor het in de handel brengen, het vrije verkeer en de in gebruikneming van radioapparatuur. Dit is apparatuur die intentioneel (bedoeld) signalen uitzendt, al dan niet voor communicatiedoeleinden en waarbij gebruik wordt gemaakt van het radiospectrum. Voorbeelden zijn zenders voor televisie of mobiele toepassingen, maar ook kleinere apparatuur zoals garagedeuropeners of apparaten voor industrieel, wetenschappelijk en medisch gebruik waaronder draadloze batterijladers en elektromagnetische verwarmingstoepassingen zoals asfaltsmelters. De richtlijn vervangt de huidige richtlijn voor radio- en randapparatuur (R&TTE richtlijn) en regelt de essentiële eisen voor radioapparatuur inzake de bescherming van de gezondheid en de veiligheid, de bescherming van de elektromagnetische compatibiliteit en de voorkoming van schadelijke interferentie.

    De Commissie beoogt met haar voorstel het nalevingniveau van de richtlijn te verhogen en het vertrouwen van alle belanghebbenden in het regelgevingkader te vergroten. Daarnaast wil de Commissie met verduidelijking en vereenvoudiging, met ondermeer enkele beperkte aanpassingen van het toepassingsgebied, de toepassing van de richtlijn vergemakkelijken en onnodige lasten voor marktdeelnemers en overheidsinstanties wegnemen.

Het voorstel van de Commissie:

  • 1) sluit aan bij andere Europese regelgeving waaronder het gemeenschappelijke kader voor het verhandelen van producten (het Nieuw Wettelijk Kader, NWK) (TK 22 112, nr. 1304);

  • 2) beperkt het werkingsgebied van de richtlijn tot uitsluitend apparatuur die intentioneel (bedoeld) signalen uitzendt waarbij gebruik wordt gemaakt van het radiospectrum; vaste randapparaten die geen gebruik maken van het radiospectrum en pure ontvangers (dat wil zeggen zonder geïntegreerde zender) vallen straks niet meer onder de richtlijn. De richtlijn heeft vanwege die reden ook een nieuwe titel gekregen, «de richtlijn radioapparatuur»;

  • 3) maakt het mogelijk om te eisen dat radioapparatuur interoperabel is met accessoires zoals opladers;

  • 4) maakt het mogelijk om te eisen dat softwaregedefinieerde radioapparatuur garandeert dat alleen richtlijn-conforme combinaties van software en hardware tot stand mogen worden gebracht, alsmede maatregelen te kunnen treffen om belemmeringen, als gevolg van dit voorschrift, voor concurrentie op de markt voor software van derden te voorkomen;

  • 5) voert de mogelijkheid in om te eisen dat producten die behoren tot categorieën met een laag nalevingniveau (ten aanzien van de door de richtlijn gestelde essentiële eisen) worden geregistreerd in een centraal systeem op basis van informatie die lidstaten met betrekking tot de naleving verstrekken;

  • 6) verduidelijkt het verband tussen de richtlijn en de wetgeving van de EU en de lidstaten betreffende het gebruik van het radiospectrum. Lidstaten mogen de ingebruikneming van apparatuur alleen beperken (onverminderd hun verplichtingen op grond van de radiospectrumbeschikking en voorwaarden verbonden aan machtigingen voor het gebruik van frequenties) om redenen die verband houden met het efficiënte gebruik van het radiospectrum, het voorkomen van schadelijke interferentie en de volksgezondheid;

  • 7) bevat verschillende vereenvoudigingen en beperkingen van (administratieve) lasten. De nieuwe definitie van radioapparatuur bakent het toepassingsgebied af ten opzicht van de EMC richtlijn (de richtlijn inzake Elektromagnetische Compatibiliteit): vaste randapparaten en pure ontvangers vallen niet langer onder het toepassingsgebied van de richtlijn. Bovendien kan de Commissie apparaten uitsluiten van de werkingssfeer van de richtlijn met het oog op ontwikkelingen in de technische vooruitgang. Een aantal verplichtingen vervallen, zoals een kennisgeving bij de toezichthouder van apparatuur waarvoor frequentiebanden worden gebruikt die niet in de gehele EU geharmoniseerd zijn, de verplichting om de apparatuurklasse te vermelden op het product en de eis dat de CE markering («het product voldoet aan de vereisten») op de gebruiksaanwijzing wordt aangebracht;

  • 8) regelt de afstemming op het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie en op Verordening 182/2011/EG betreffende de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie.

  • b) Impact assessment Commissie

    De Commissie heeft opties voor aanpassingen van de richtlijn geformuleerd aan de hand van twee hoofddoelen die van toepassing zijn op de huidige richtlijn.

    • A. Het verbeteren van de naleving van de vereisten in de richtlijn

      De Commissie is van mening dat het in lijn brengen met het gemeenschappelijke kader voor het verhandelen van producten (het NWK) de naleving zal laten toenemen, met beperkte administratieve kosten: de verantwoordelijkheden van fabrikanten, importeurs en distributeurs worden verhelderd. De Commissie introduceert daarnaast een productregistratie voor productcategorieën waarvoor een laag nalevingniveau is geconstateerd. Een productregistratie voor alle producten is overwogen maar wordt gezien als een te grote additionele last voor de industrie.

    • B. Het verduidelijken en vereenvoudigen van de richtlijn

      De Commissie opteert om naast het in lijn brengen met het NWK het werkingsgebied van de richtlijn te beperken tot apparatuur die gebruik maakt van het radiospectrum alsmede verplichtingen ten aanzien van de interoperabiliteit van radioapparatuur met accessoires, zoals opladers, op te nemen. Een algemene interoperabiliteitsverplichting tussen radioapparatuur en accessoires wordt gezien als innovatiebeperkend en brengt teveel kosten met zich mee. Een optie om vereisten ten aanzien van pure ontvangers in de richtlijn te behouden is overwogen maar is niet gekozen vanwege de vermeende kosten.

      Daarnaast heeft de Commissie onderzocht of er noodzaak was om belemmeringen voor het in de handel brengen van innovatie radiotoepassingen weg te nemen.

      De Commissie stelt enkele niet regelgevende acties voor, waaronder een actieplan om de samenwerking tussen toezichthouders, notified bodies en standaardisatie-organen te verbeteren. Hiermee wordt bijgedragen aan een snellere «time to market» voor innovatieve apparatuur. De Commissie kiest niet voor het opzetten van een speciale categorie van notified bodies voor innovatieve radioapparatuur vanwege de niet-verwaarloosbare kosten die hiermee gepaard gaan. De oprichting van een centraal EU-orgaan voor het toelaten van radioapparatuur (onder geografische beperkingen en voor een bepaalde tijd) wordt door de Commissie afgewezen vanwege nadelen op het institutionele vlak.

4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

  • a) Bevoegdheid

    De Commissie baseert de bevoegdheid op artikel 114 van het Verdrag betreffende de Werking van de EU (VWEU). Het betreft een met de lidstaten gedeelde bevoegdheid van de EU. Nederland kan zich vinden in de gekozen rechtsbasis.

  • b) Subsidiariteits- en proportionaliteits-oordeel

    Subsidiariteit: positief

    De huidige R&TTE richtlijn was noodzakelijk om een Europese markt tot stand te laten komen voor radio- en randapparatuur. De (nieuwe) richtlijn borduurt hier (met een iets gewijzigd werkingsgebied) op voort en stelt de essentiële voorwaarden waaraan radioapparatuur moet voldoen om op de Europese markt gebracht te worden. Het betreft voorwaarden voor radioapparatuur inzake de bescherming van de gezondheid en de veiligheid, de bescherming van de elektromagnetische compatibiliteit en de voorkoming van schadelijke interferentie. De algemene voorwaarden van de richtlijn worden vervolgens vertaald in technische eisen in geharmoniseerde normen. Actie op EU-niveau is nodig om de regels aan te passen, te verduidelijken, dan wel te vereenvoudigen. Dit kan niet bereikt worden door individuele lidstaten.

    Een mogelijke nieuwe verplichting in het voorstel is het op EU-niveau registreren van radioapparatuur waarvoor een laag nalevingniveau door lidstaten is geconstateerd. Daarnaast stelt de Commissie voor om de aansluitbaarheid van radioapparatuur met accessoires, zoals opladers, als mogelijke essentiële eis in de richtlijn toe te voegen. Bovendien doet de Commissie het voorstel om te kunnen eisen dat softwaregedefinieerde radioapparatuur garandeert dat alleen richtlijn-conforme combinaties van software en hardware tot stand worden gebracht.

    Deze nieuwe verplichtingen zijn mede gezien de reeds bestaande Europese markt voor radioapparatuur het best op Europees niveau te regelen.

    Proportionaliteit: positief

    De Commissie geeft aan dat door de Europese toezichthouders een laag nalevingniveau van de huidige richtlijn is geconstateerd: tussen de 28% en 56% in de naleving van de essentiële eisen en een nog lager nalevingniveau bij de administratieve vereisten. De toezichthouders worden met name belemmerd in de slechte traceerbaarheid van apparatuur en fabrikanten. Dit rechtvaardigt actie op Europees niveau in de vorm van het door de Commissie voorgestelde registratiesysteem. De voorgestelde maatregel gaat niet verder dan nodig om het nalevingniveau te verbeteren. Omdat in het voorstel alleen sprake is van een registratieverplichting in gevallen van slechte naleving wordt de proportionaliteit van de maatregel als positief beoordeeld.

    De mogelijke eis tot aansluitbaarheid van radioapparatuur met accessoires is proportioneel omdat deze niet verder gaat dan een beperkte inspanning om onnodig afval te verminderen en het gebruik voor de consument te vereenvoudigen.

    De mogelijke eisen aan software gedefinieerde radioapparatuur gaan niet verder dan het zekerstellen dat ook innovatieve en flexibel te gebruiken radioapparatuur, net als alle andere radioapparatuur, voldoet aan de essentiële eisen van de richtlijn.

  • c) Nederlands oordeel over de voorstellen op het gebied van gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen

    De voorstellen van de Commissie betreffen geen essentiële onderdelen van beleid en regelgeving. Wel kan de impact van een aantal voorstellen zodanig zijn dat Nederland van mening is dat instemming van de lidstaten bij de uitwerking noodzakelijk is. Onderstaand wordt hierop een toelichting gegeven.

De door de Commissie voorgestelde gedelegeerde handelingen:

  • Art 2(3). Een besluit om bepaalde radioapparatuur uit te sluiten van de richtlijn waardoor bepaalde eisen niet meer van toepassing zijn voor deze apparatuur (bijvoorbeeld het voorkómen van interferentie), kan in de toekomst negatieve consequenties hebben voor de mogelijkheden van efficiënt spectrumgebruik van andere toepassingen. Lidstaten dienen vanwege hun verantwoordelijkheid op het gebied van spectrumgebruik (en vergunningverlening) betrokken te worden bij de totstandkoming van de gedelegeerde handeling. Nederland acht het van belang dat de Commissie experts uit de lidstaten raadpleegt in de voorbereiding. Verder zal de Raad goed moeten toezien op de uitoefening van deze bevoegdheid door de Commissie. De Commissie dient de Raad goed te informeren.

  • art 3(3) Het specificeren op welke categorieën of klassen van radioapparatuur de in de richtlijn opgesomde essentiële eisen onder a) tot en met g) voor radioapparatuur betrekking hebben kan volgens de door de Commissie voorgestelde gedelegeerde handelingen plaatsvinden: Nederland kan zich hierin vinden.

  • art 4(2) Het specificeren van categorieën of klassen van radioapparatuur die zijn voorzien van software en waarvoor geldt dat fabrikanten informatie moeten leveren aan de lidstaten en de Commissie met betrekking tot het voldoen aan de essentiële eisen alsmede het vaststellen welke informatie vereist is en welke operationele voorschriften gelden voor het beschikbaar te stellen van de informatie. Omdat het hier overwegend gaat om het operationaliseren van de uitwisseling van informatie ligt een uitvoeringshandeling (ex artikel 291 VWEU) meer voor de hand.

  • art 5(2) Dit artikel specificeert categorieën radioapparatuur waarvoor fabrikanten verplicht worden om types/producten die binnen deze categorieën vallen te registreren in een centraal systeem alvorens ze op de markt te brengen, alsmede de door fabrikanten aan te leveren informatie en operationele voorschriften. Omdat het hier overwegend gaat om het operationaliseren van de registratie ligt een uitvoeringshandeling (ex artikel 291 VWEU) meer voor de hand.

De door de Commissie voorgestelde uitvoeringshandelingen:

  • art 8(3) Het vaststellen van radioapparatuurklassen, waarbij de Commissie gebruik maakt van door de lidstaten aangeleverde informatie (over radiointerfaces waaraan radioapparatuur in lidstaten dient te voldoen). Hier zijn geen directe Nederlandse belangen aan de orde. Uitvoeringshandelingen volgens de raadplegingsprocedure, zoals de Commissie voorstelt, zijn passend.

  • art 10(9) De wijze waarop informatie op de verpakking van radioapparatuur, betreffende gebruiksbeperkingen van geografische aard of andere voorschriften en beperkingen, vermeld dient te worden. Dit is een maatregel met een sterk uitvoeringskarakter en kan, zoals de Commissie ook voorstelt, middels uitvoeringshandelingen volgens de raadplegingsprocedure plaatsvinden.

5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

  • a) Consequenties EU-begroting

    Er is één specifieke kostenpost als gevolg van het voorstel van de Commissie en die betreft het opzetten van een database voor de registratie van producten (radioapparatuur) die op de markt gebracht worden. Eenmalige kosten zijn € 300 000, de jaarlijkse onderhoudskosten zijn € 30 000.

  • b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden

    Geen. Indien sprake zou zijn van kosten voor Nederland, dan zullen de bestaande begrotingsregels in acht worden genomen en staat voor het Rijk centraal dat het (de) beleidsverantwoordelijke departement(en) de financiële gevolgen moeten opvangen binnen de eigen begroting, conform de regels van de budgetdiscipline.

  • c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger

    Verwaarloosbaar. Verplichtingen die vervallen zijn het aanbrengen van een klasse-identificatie op apparaten en de CE markering («het product voldoet aan de vereisten») op gebruikshandleidingen. De eerstgenoemde verplichting werd in de praktijk nauwelijks nageleefd en levert bij afschaffen dus geen kostenbesparing; het weglaten van de CE-markering uit gebruikershandleidingen levert ook geen kostenbesparing op.

    De registratieplicht voor producten in het centrale systeem van de Commissie betekent voor die producten dat een registratienummer op het apparaat moet worden aangebracht. Een globale schatting levert een kostenpost van 800 € (4 miljoen apparaten (voornamelijk gadgets) voor de Nederlandse markt, met kosten per apparaat van 0,002 € en waarbij in 10 procent van de gevallen een Nederlands bedrijf hiervoor verantwoordelijk is).

  • d) gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger

    De lasten voor de overheid zijn beperkt en hebben betrekking op de toezichtinspanningen van het Agentschap Telecom. Nieuw is een tweejaarlijkse rapportage aan de Commissie over het toezicht en dient informatie te geven over het niveau van naleving van de essentiële vereisten in de richtlijn. De inspanning hiervoor is 50 uur per jaar. NB: de verplichtingen die uit het NWK volgen zijn grotendeels door de toezichthouder al eerder opgenomen in haar werkprogramma. De Commissie wordt al jaarlijks geïnformeerd over de toezichtinspanningen.

    De administratieve lasten voor bedrijven zijn verwaarloosbaar. Een mogelijke nieuwe last betreft de registratie van producten in het centrale systeem bij de Commissie maar als daar al sprake van is zullen de kosten hiervoor gering zijn: € 67 (10 aanmeldingen per jaar, 10 minuten per aanmelding, uurtarief € 40). De verplichting voor het aanmelden bij de toezichthouder van apparatuur die niet van geharmoniseerde frequenties gebruik maakt vervalt, maar levert geen kostenbesparing, omdat de ervaring leert dat aanmelding vrijwel uitsluitend vanuit andere landen plaatsvindt.

    Het voorstel bevat geen administratieve lasten voor burgers.

6. Implicaties juridisch

  • a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusief toepassing van de lex silencio positivo)

    Het voorstel van de richtlijn zal leiden tot aanpassingen in de Telecommunicatiewet, met name hoofdstuk 10 (Uitrusting), het Besluit randapparaten en radioapparaten 2007 en de Regeling randapparaten en radioapparaten.

  • b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. Haalbaarheid

    In het voorstel is een implementatietermijn opgenomen van 18 maanden na inwerkingtreden van de richtlijn. Deze termijn is voor Nederland niet realistisch, de ervaring leert dat 18 maanden te kort is als voor implementatie wetswijziging vereist is. Nederland zal zich inspannen voor een implementatietermijn van 24 maanden.

  • c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling

    De Commissie evalueert de werking van de richtlijn en brengt daarover uiterlijk 4 jaar na inwerkingtreding van de richtlijn en vervolgens om de vijf jaar aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit.

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

  • a) Uitvoerbaarheid

    De voorstellen zijn goed uitvoerbaar. Positief aspect van de richtlijn is dat verschillende verplichtingen duidelijker geworden zijn voor alle partijen, waaronder ook de toezichthouder.

  • b) Handhaafbaarheid

    De voorstellen zijn goed handhaafbaar.

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

n.v.t.

9. Nederlandse positie

  • A. Algemeen

    Nederland steunt het doel van de Commissie om het nalevingniveau van de richtlijn te verhogen en het vertrouwen van alle belanghebbenden in het regelgevingkader te vergroten. Ook is Nederland voor verduidelijking en vereenvoudiging om de toepassing van de richtlijn te vergemakkelijken en onnodige lasten voor marktdeelnemers en overheidsinstanties weg te nemen. Nederland beoordeelt het voorstel van de Commissie daarom als positief.

  • B. Aansluiting bij het NWK (Nieuw Wettelijk Kader)

    Nederland is van oordeel dat de Commissie op de juiste wijze aansluiting heeft gezocht bij het al eerder door de Raad en het Europees Parlement aangenomen gemeenschappelijke kader voor het verhandelen van producten (NWK), zoals ten aanzien van de algemene verplichtingen voor marktdeelnemers, het markttoezicht in de EU, de controle op producten en vrijwaringprocedures (m.b.t. bezwaren tegen de maatregelen die een toezichthouder kan nemen tegen producten die niet aan de vereisten voldoen).

  • C. De beperking van het werkingsgebied

    Nederland kan zich vinden in de voorgestelde beperking van het werkingsgebied van de richtlijn.

    • 1) Vaste randapparaten komen buiten het werkingsgebied van de richtlijn te vallen.

      De vaste randapparaten vallen daardoor onder de EMC richtlijn. Nederland is het eens met de Commissie dat de essentiële eisen ten aanzien van de bescherming van de gezondheid en de veiligheid reeds onder laagspanningsrichtlijn en de bescherming van de elektromagnetische compatibiliteit onder de EMC-richtlijn, adequaat zijn geborgd.

    • 2) Pure ontvangers komen buiten het werkingsgebied van de richtlijn te vallen.

      Nederland kan zich vinden in dit voorstel waardoor er een helder onderscheid komt tussen het regiem van de radiorichtlijn voor zenders (eventueel gecombineerd met een ontvanger) enerzijds en (pure) ontvangers anderzijds (EMC richtlijn).

  • D. Ten aanzien van de essentiële eisen in de richtlijn.

    • Nederland is positief dat de Commissie in haar voorstel het belang onderkent van een goede robuustheid (immuniteit) van ontvangers (in gecombineerde zender/ontvangers) tegen storende signalen. Nederland is het eens met het voorstel van de Commissie om de EMC immuniteitseis te verduidelijken en aan te scherpen (art 3.1(b)). Nederland verwacht dat hiermee eventuele stoorproblemen in de toekomst beter beheersbaar worden.

    • Nederland steunt het voorstel van de Commissie om eisen te kunnen stellen aan de interoperabiliteit van radioapparatuur met accessoires, waaronder opladers. Het is in het belang van de consument dat radioapparatuur eenvoudig (dat wil zeggen met gestandaardiseerde connectoren) aansluitbaar is op andere apparaten (accessoires).

    • Gezien het toenemende gebruik van software in radioapparaten en de mogelijke risico’s voor veiligheid en storingen steunt Nederland het voorstel van de Commissie om eisen aan deze innovatieve apparatuur te kunnen stellen en daarbij rekening te houden met de mededingingsaspecten.

  • E. Het registratiesysteem voor (radio)producten.

    Nederland is licht positief over het registratiesysteem. Er is vanwege het lage nalevingniveau en de mogelijke risico’s van apparatuur die niet aan de vereisten voldoet noodzaak om actie te ondernemen. Het voorstel van het registratiesysteem geeft daar invulling aan, hoewel Nederland van oordeel is dat de aansluiting bij het NWK ook al verbetering in de naleving zal geven. Nederland zal de Commissie om een toelichting vragen over de effectiviteit van de voorgestelde maatregel.

  • F. Het vervallen van verplichtingen in de richtlijn.

    Er is een aantal verplichtingen waarvan de Commissie voorstelt deze te laten vervallen:

    • a) de kennisgeving bij de toezichthouder van apparatuur waarvoor frequentiebanden worden gebruikt die niet in de gehele EU geharmoniseerd zijn,

    • b) de verplichting om de apparatuurklasse te vermelden op het product en

    • c) de eis dat de CE markering («het product voldoet aan de vereisten») op de gebruiksaanwijzing wordt aangebracht.

    Nederland steunt dit voorstel, omdat deze verplichtingen geen praktische bruikbaarheid voor de toezichthouder hebben opgeleverd. Het vervallen van deze beperkingen heeft geen consequenties voor consumenten, omdat de verplichting om de CE-markering op het product zelf of op de verpakking van het product te plaatsen onveranderd blijft. Hieraan kan de consument herkennen dat het om een veilig product gaat.

Naar boven