3 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor om het spoeddebat over de arrestatie van Julian Assange en het spoeddebat over het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de fysieke veiligheid van het jonge kind en de aanpak van kindermishandeling van de agenda af te voeren.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 9 november 2009 totstandgekomen Kaderovereenkomst inzake een breed partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar Lid-Staten enerzijds en de Republiek Indonesië, anderzijds (Trb. 2010, 82) (32431);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de vereenvoudiging van en de invoering van een elektronische dienstverlening bij de burgerlijke stand (Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand) (32444);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met nationale visa en enkele andere onderwerpen (31549);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet medezeggenschap op scholen in verband met de versterking van de positie van personeel dat is belast met het geven van onderwijs (32396);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet ter implementatie van Richtlijn 2009/44/EG van het Europees Parlement en de Europese Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft (PbEU L 146/37) (32457).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten

De voorzitter:

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik:

  • - in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Kuiken tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Dijsselbloem;

  • - in de vaste commissie voor Volksgezondheid Welzijn en Sport het lid Kuiken tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Dekken.

Aangezien voor het stuk gedrukt onder nummer 32564 de termijn is verstreken, stel ik vast dat wat deze Kamer betreft, het daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stuk is goedgekeurd.

Aangezien voor het stuk 26991, nr. 294, de termijn is verstreken, stel ik voor dit stuk voor kennisgeving aan te nemen.

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 22112-1121; 32500-XIII-170; 32500-V-129; 31250-75; 32293-9; 32503-4; 29521-154; 30162-18; 32123-X-124; 32344-1; 32123-V-73; 27925-369; 32123-V-74; 32360-V-6; 32500-V-8; 32503-3; 26150-95; 26956-75; 31765-31; 31765-25; 32500-XVI-3; 32123-XVI-137; 32123-XVI-139; 32123-XVI-88; 32123-XVI-75; 25424-106; 2010Z19764; 29248-166; 26447-56; 22894-294; 22894-295; 29248-164; 29477-140; 2010Z19699; 31568-82; 22894-293; 29689-314; 25657-41; 25657-42; 21501-30-193; 21501-30-211; 21501-30-218; 21501-30-220; 21501-30-248; 21501-33-253; 21693-64; 22112-815; 22112-915; 22112-931; 22112-963; 22112-966; 22112-1098; 22112-1119; 24036-349; 24036-355; 24036-363; 24095-259; 24095-260; 24095-262; 24095-263; 24095-264; 24095-265; 24095-266; 25074-158; 25074-159; 25074-161; 25074-163; 25074-164; 26488-92; 26643-126; 26643-129; 26643-131; 26643-137; 26643-163; 27406-121; 27406-124; 27406-166; 27428-126; 27428-173; 27561-39; 27924-40; 27924-42; 27924-43; 27924-44; 27924-45; 27924-46; 27924-47; 27924-48; 28385-182; 28385-183; 28385-186; 28385-188; 28385-189; 28385-190; 28385-191; 28385-192; 28385-193; 28385-194; 28385-195; 28385-196; 28385-200; 28479-35; 28625-107; 28665-98; 28665-99; 28684-238; 28982-64; 28982-88; 29023-58; 29023-59; 29023-66; 29048-46; 29048-47; 29372-73; 29372-75; 29502-20; 29502-43; 29575-21; 29576-85; 29659-64; 29659-65; 31441-13; 2010Z17216; 30545-88; 30536-127 en 29544-272.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van deze week het VAO Landbouw- en Visserijraad, inclusief stemmingen, met als eerste spreker het lid Ouwehand van de Partij voor de Dieren. Dit VAO zal voor morgenochtend worden geagendeerd.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Ormel.

De heer Ormel (CDA):

Voorzitter. Op 8 oktober van het laatste jaar van het vorige decennium heb ik vragen ingediend over roeken in Lochem. Ik heb daarop nog steeds geen antwoord gekregen. Ik vraag hierop een rappel aan.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Koşer Kaya.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. In 70% van onze gebouwen zit asbest. Op veel scholen weet men niet dat er asbest in het schoolgebouw zit. Daarom vraag ik, mede namens de fracties van de PvdA en GroenLinks, een spoeddebat aan met de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.

De voorzitter:

U hebt ruim voldoende steun.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik zou willen toevoegen dat wij het verzoek steunen.

De heer Van den Berge (GroenLinks):

Zoals gezegd, steunen wij het verzoek om een spoeddebat. Wij willen daarvoor graag ook de minister van Binnenlandse Zaken uitnodigen, omdat hij gaat over schoolgebouwen en het binnenklimaat daarin.

Mevrouw Van der Werf (CDA):

Wij steunen het verzoek om een spoeddebat. Wij zouden graag daaraan voorafgaand een brief ontvangen met een reactie van het kabinet.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Een brief is prima, als mijn collega daaraan behoefte heeft. Het is misschien wel goed om wat uitgebreider te kijken naar zowel de uitzending van Zembla als die van de VARA en van de twee bewindslieden te horen wat zij daarvan vinden. Ik vraag mij af of de minister van Binnenlandse Zaken erbij zou moeten zijn, want de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu is de coördinerend bewindsman. Ik heb er echter geen problemen mee.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Is de brief voor u voorwaarde voor het plannen van het debat?

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Nee, maar mijn collega heeft daar wel behoefte aan. Dan vind ik het netjes om dit te accepteren.

De voorzitter:

Bestaat niet de kans dat in de brief zodanige informatie staat dat u geen behoefte meer hebt aan het debat?

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Nee.

De voorzitter:

Dan ga ik het debat plannen en dan moet de brief er maar snel komen. De spreektijd voor het debat is drie minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Van der Burg.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Voorzitter. Ik verzoek om uitstel met twee weken van het voor vanavond geplande debat over de herziening van de maatregelen inzake de kinderbescherming. Dan kan er namelijk een integraal debat plaatsvinden over dit wetsvoorstel en kunnen we daarin ook de kabinetsreactie op het rapport-Van Vollenhove meenemen, evenals de brief van de staatssecretaris over de kwestie "meldcode versus meldplicht", in plaats van dat we drie separate debatten hebben.

De voorzitter:

Heel goed.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Ik doe dit verzoek mede namens de collega's van het CDA, de PVV en de PvdA.

De voorzitter:

Dank u wel. Aldus wordt besloten en ik zal over twee weken een nieuw debat plannen met ruimere spreektijden dan die golden bij het debat dat voor vandaag gepland stond.

Het woord is aan mevrouw Wolbert. Ik neem aan dat zij terugkomt op haar verzoek van gisteren?

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ja, voorzitter, in die zin dat de PvdA-fractie vandaag het spoeddebat door wil laten gaan. Er is nog geen brief van de staatssecretaris, maar er is nog tijd. Het debat staat om 16.00 uur gepland en dat willen we graag handhaven.

De voorzitter:

Ik heb het voornemen om het om 16.00 uur te doen, maar dan gaan we het ook echt om 16.00 uur doen. Desnoods moet u de brief dan maar heel snel lezen.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik stel voor dat de Kamer een uur voorbereidingstijd krijgt. Dat lijkt mij het minste wat we mogen vragen. Het is nu 14.00 uur, dus we hebben nog tijd.

De voorzitter:

Ja, maar ik hoop dat u er begrip voor hebt dat een uur voorbereidingstijd lastig wordt. Dan gaat alles weer schuiven. Ik zou zeggen: laten wij echt proberen om de brief heel snel te lezen en laten we daar verder geen messen over slijpen.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Akkoord.

De voorzitter:

Dank u. Anders kunnen we niet plannen.

Mevrouw Smilde (CDA):

Is een kleine reminder naar het ministerie van deze gedachtewisseling misschien een idee?

De voorzitter:

Absoluut.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik wil vragen of het mogelijk is dat wij een minuut extra spreektijd krijgen.

De voorzitter:

Ik zit daar niet mee, omdat ik vermoed dat u minder elkaar dan de regering gaat bevragen. Als de extra spreektijd maar niet betekent dat het aantal interrupties ten opzichte van elkaar enorm zal toenemen. Dat is eigenlijk de reden dat ik altijd een wat krappe spreektijd in eerste termijn voorstel. Als u die tijd nodig hebt om uw punt te maken ...

Mevrouw Leijten (SP):

Het zou heel goed kunnen dat we, als alles aan bod kan komen in die vier minuten, wellicht geen tweede termijn meer nodig hebben, omdat de staatssecretaris duidelijk op alles ingaat. Dat kan zomaar zijn! Ik maak het wel eens mee in AO's. Echt, het kan! Maar goed, het is een heftig onderwerp en om de spreektijd te beperken tot drie minuten, voelt niet lekker.

De voorzitter:

We gaan gewoon soepel om met de drie minuten. Laten we het zo afspreken.

Het woord is aan mevrouw Thieme.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Jaarlijks worden er duizenden zwijnen op de Veluwe doodgeschoten. De Kamer wil daar een einde aan maken en heeft een motie van mij aangenomen, waarin de regering wordt verzocht om binnen een halfjaar met een onderzoek naar alternatieven te komen. De staatssecretaris heeft daarop gereageerd met een brief, waarin staat dat hij de motie niet zal uitvoeren. Ik neem aan dat de Kamer hiermee niet akkoord kan gaan en daarom wil ik een spoeddebat met de minister voeren.

Mevrouw Dille (PVV):

Steun van de PVV-fractie voor dit spoeddebat.

De heer Ormel (CDA):

Voorzitter. Ik kan net zo goed blijven zitten, want er is voldoende steun voor het debat.

De voorzitter:

Nog niet, 26 nu.

De heer Ormel (CDA):

Dan ben ik nog net op tijd. Ik wil aan mevrouw Thieme vragen waarom wij een brief van de staatssecretaris die op de agenda van de procedurevergadering komt te staan, niet ordentelijk via de agenda van de procedurevergadering behandelen.

De voorzitter:

Dat is een terechte vraag, maar deze valt buiten het bestek van deze regeling. De vraag om het spoeddebat is hier gewoon gesteld.

De heer Ormel (CDA):

Dat weet ik, maar ik hecht er toch aan dat wij ordentelijk omgaan met onze agenda's. Ik weet dat ik de vraag wellicht aan een dove richt. Excuses, mevrouw Thieme.

De voorzitter:

Aan dovemansoren.

De heer Ormel (CDA):

Aan dovemansoren, ja. Ik wil dit toch gevraagd hebben, omdat dit niet alleen voor dit onderwerp geldt, maar ook voor andere. Zo maken we het onszelf erg moeilijk.

De voorzitter:

Misschien wil mevrouw Thieme erop reageren. Ik zie dat mevrouw Leijten het woord wil.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Als de procedures de heer Ormel welgevallig zijn, vindt hij altijd dat ze moeten worden gevolgd, maar er wordt ook wel eens door de leden van de CDA-fractie flink door de procedures gefietst. Als de procedures altijd moeten worden gevolgd, laten we dan zuiver zijn en het nooit meer toestaan dat ze niet worden gevolgd. Mijn fractie steunt het verzoek van mevrouw Thieme. Wij vinden dat wij hierover spoedig moeten spreken. Er is dus voldoende steun voor het spoeddebat.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Mijn fractie wil graag dat hierover op heel korte termijn een algemeen overleg wordt gehouden. Wij zijn dus niet voor een spoeddebat, maar wel voor een spoed-AO. Daarin kunnen alle moties worden meegenomen die op dit moment nog niet zijn uitgevoerd.

De heer Houwers (VVD):

Ook de VVD-fractie heeft geen behoefte aan een spoeddebat hierover. Dit onderzoek kan volgens ons op een andere manier worden besproken. Wij zouden het prima vinden als dit tijdens een algemeen overleg gebeurt.

De heer Van den Berge (GroenLinks):

Mijn fractie wil het er ook graag over hebben, maar onze voorkeur gaat uit naar een spoedig AO.

De voorzitter:

Mevrouw Thieme, u hebt voldoende steun voor het houden van een spoeddebat. Wilt u reageren op de vraag van mijnheer Ormel?

Mevrouw Thieme (PvdD):

Nee, voorzitter, maar ik vraag u of er ruimte is op de agenda om dit op korte termijn plenair te behandelen. Als dat lastig is, kan het ook worden behandeld tijdens een spoed-AO.

De voorzitter:

U hebt altijd meer tijd tijdens een AO dan tijdens een plenair debat. Tijdens een AO kunt u dit onderwerp dus breder behandelen. Die afweging moet u zelf maken. Wij zullen samen even bekijken hoe wij het gaan doen en wat uw voorkeur heeft.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Goed, als het maar zo snel mogelijk kan worden behandeld.

De voorzitter:

Heel goed.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik heb twee verzoeken om een snelle reactie. Het eerste verzoek gaat over het plan van zorgverzekeraar UVIT om spoedeisende hulp fors te verminderen. Daarop zou voor het debat een reactie komen van de regering. Die reactie hebben wij nog steeds niet ontvangen. Ik meen dat er begin november al om is gevraagd. Het lijkt mij daarom een goed idee om het ministerie eens te manen en om een reactie te vragen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Mijn tweede verzoek gaat over een eerdere aanvraag voor een spoeddebat over lobbyactiviteiten in de zorg, die 1 mld. zouden kosten. De minister heeft mij verzocht om het spoeddebat uit te stellen, omdat zij wilde reageren. Natuurlijk, heb ik gezegd, dan stellen wij het uit. Zij heeft indertijd echter gezegd dat zij in december zou reageren. Wij zijn nu alweer in een volgend jaar aanbeland. Ik wil dus dat de reactie snel komt. Anders kan wat mij betreft dit spoeddebat snel worden ingepland.

De voorzitter:

Wij zullen nog een keer bellen. Als dat onvoldoende oplevert, gaan wij het spoeddebat plannen en komen de antwoorden tijdens het debat.

Mevrouw Leijten (SP):

Ja, precies, of we wachten af tot bijvoorbeeld dinsdagmiddag. Wat mij betreft, kan het spoeddebat worden gepland.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Verder zullen wij dit alvast meenemen bij de planning.

Het woord is aan de heer Paulus Jansen. Hij heeft ook nog een rappel.

De heer Paulus Jansen (SP):

Ik heb nog een nader verzoek naar aanleiding van het geplande spoeddebat over asbest. Kan de al negen maanden geleden aangekondigde reactie van de regering op het advies van de Gezondheidsraad nog vóór dit debat naar de Kamer worden gestuurd?

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Naar boven