Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2010
Het LEI heeft naar aanleiding van de opdracht van mijn ministerie een nadere studie verricht naar de mogelijkheden van het
invoeren van toeslagen en aftrekposten in relatie tot de productieomstandigheden en naar het functioneren van de pachtnormen
voor agrarische bedrijfsgebouwen. Bij brief van 29 juni 2010 heeft de toenmalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
u hierover geïnformeerd (Kamerstukken II 2009/10, 27 924, nr. 46). Het LEI heeft die studie recentelijk afgerond en heeft mijn ministerie de rapporten aangeboden. Ik stuur u hierbij die
rapporten, te weten «Toeslagen en aftrekken voor afwijkende productieomstandigheden» (nr. 10-169)1 en «Hoogst toelaatbare pachtprijs van agrarische bedrijfsgebouwen «(nr. 10-170).1
Het LEI komt in zijn rapport «Toeslagen en aftrekken voor afwijkende productieomstandigheden» tot de conclusie dat het weinig
zinvol lijkt om een systeem van aftrekposten en toeslagen aan het vigerende pachtprijzensysteem toe te voegen. Het LEI heeft
geconstateerd dat er slechts in enkele gevallen sprake is van uitschieters naar beneden of naar boven. Voor dergelijke uitzonderingen
kan een beroep worden gedaan op de mogelijkheid van herziening van de pachtprijs door de grondkamer wegens gewijzigde omstandigheden
of redelijkheid en billijkheid (artikel 7:333 BW). Voor zover er uitschieters voorkomen, gaat het vooral om uitschieters naar
boven, wat in geval van een systeem van aftrekposten en toeslagen tot meer toeslagen zou leiden.
In zijn rapport «Hoogst toelaatbare pachtprijs van agrarische bedrijfsgebouwen» concludeert het LEI dat bepaling van de pachtprijs
van agrarische bedrijfsgebouwen op basis van de WOZ-waarde moeilijk toepasbaar is. De WOZ-waarde houdt geen rekening met pachtersinvesteringen;
een correctie daarop leidt tot extra uitvoeringslasten voor de grondkamers. Ook kunnen pachters geen bezwaar maken tegen de
hoogte van de WOZ-waarde, omdat dat recht is voorbehouden aan de eigenaar (verpachter).
Het LEI concludeert verder dat bepaling van de pachtprijs van agrarische bedrijfsgebouwen op basis van modernisering van het
huidige, op de hectarenorm gebaseerde systeem voor de berekening van de pachtprijs soelaas lijkt te bieden en draagvlak heeft
onder de deskundigen. Het LEI geeft in overweging om het voorstel nog nader uit te werken alvorens toe te passen.
Ik deel de conclusies van het LEI. Ik neem de overweging over om het voorstel voor modernisering van de huidige systematiek
voor berekening van de pachtprijzen van agrarische bedrijfsgebouwen nog nader te laten uitwerken. Ik streef ernaar die nadere
uitwerking tijdig gereed te hebben, opdat de uitkomsten daarvan kunnen worden meegenomen bij de eerstvolgende herziening van
de pachtprijzen per 1 juli 2011.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker