Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 24 juni 2008 over de ov-chipkaart.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Ik kom net uit een algemeen overleg en diverse collega's zijn er nog niet. Desondanks begin ik mijn betoog.

De volgende motie dien ik in met het oog op de toekomst van de ov-chipkaart.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er momenteel een impasse is rondom de vraag wie voor de extra kosten voor de invoering van de ov-chipkaart moet opdraaien;

overwegende dat behalve een inzicht in de te maken kosten, ook inzicht in de verwachte financiële en maatschappelijke baten van groot belang is, zowel om uit deze impasse te komen, als bij de bepaling van nader te nemen stappen op weg naar de invoering van de ov-chipkaart;

constaterende dat er – zowel qua klantacceptatie, qua kosten voor de invoering en qua veiligheid van het systeem – het nodige veranderd is sinds de laatste maatschappelijke kosten- en batenanalyse;

verzoekt de regering, op een zo kort mogelijke termijn een nieuwe MKBA voor de ov-chipkaart te laten uitvoeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Roemer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 226(23645).

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Mijn tweede motie luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat certificering van het betalingssysteem van de ov-chipkaart door De Nederlandsche Bank een betere waarborg voor een veilig betaalsysteem is dan nu het geval is;

overwegende dat het traject voor certificering reeds door Trans Link Systems is ingezet;

verzoekt de regering, in ieder geval tot certificering van dit betaalsysteem door De Nederlandsche Bank is afgegeven, de strippenkaart te laten bestaan als betaalmiddel in het openbaar vervoer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Roemer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 227(23645).Roemer

Wij hebben al gebeld om te informeren waar de andere sprekers blijven. Ik zie dat de heer De Krom zojuist binnenkomt, maar hij blijkt geen motie te willen indienen. In dat geval ga ik er maar van uit dat de andere spreker, de heer Duyvendak, ook geen motie wil indienen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Voorzitter. De eerste motie van de heer Roemer heeft als dictum: "verzoekt de regering, op een zo kort mogelijke termijn een nieuwe MKBA voor de ov-chipkaart te laten uitvoeren". In de overwegingen wordt gesteld dat er op dit moment een impasse is rondom de vraag wie voor de extra kosten moet opdraaien. Deze "impasse" is toch een inkleuring van de opsteller van de motie. Op dit moment brengt de commissie-Kist de eventuele meerkosten in kaart. Over de vraag wat de meerkosten überhaupt zouden zijn, zal helderheid moeten zijn.

In de motie wordt de regering verzocht, op korte termijn een MKBA te laten uitvoeren. Nu is een MKBA iets wat je aan het begin van een project doet, alvorens te besluiten of je start of niet. Daartoe worden de maatschappelijke kosten en baten in beeld gebracht. Dat is ook met dit project gebeurd. In maart 2006 is een MKBA uitgevoerd voor de ov-chipkaart. De bevindingen waren positief. Het zou niet goed zijn om gaande een project nog eens een MKBA uit te voeren, vooral omdat je dan niet meer op het nulpunt staat. Er zijn al kosten gemaakt en je bent al met het project bezig. De toegevoegde waarde van het opnieuw uitvoeren van een MKBA alsof wij aan het begin van het project zouden staan, terwijl wij er al middenin zitten, is volgens mij niet groot. Die is er zelfs niet. Dat is de reden waarom ik aannemen van deze motie ontraad.

De heer Roemer (SP):

Ik wil een toelichting geven, voorzitter. Wat wij gedaan hebben, was alleen een proef. Zoals ik in mijn inleiding al zei, is de MKBA vooral bedoeld om te beoordelen of wij verder zullen gaan om het in heel Nederland te doen. Dat is een heel nieuwe stap. Daarvoor is de MKBA bedoeld.

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Er is in maart 2006 een MKBA gedaan voor het invoeren van de ov-chipkaart in het hele land. Die MKBA was positief.

De tweede motie van de heer Roemer heeft als dictum "verzoekt de regering, in ieder geval tot certificering van dit betaalsysteem door de Nederlandsche Bank is afgegeven, de strippenkaart te laten bestaan als betaalmiddel in het openbaar vervoer". De Nederlandsche Bank heeft besloten dat voor de ov-chipkaart een elektronisch-geldinstellingverklaring zou moeten worden afgegeven. Zonder die egi mag de ov-chipkaart het bedrag van 6 mln. aan in omloop zijnd geld niet te boven gaan. Wanneer de kaart is uitgerold tot boven 6 mln., zal een egi vanzelfsprekend aan de orde moeten zijn. Zolang de 6 mln. nog niet is bereikt, geeft de Nederlandsche Bank een vrijstelling voor deze verplichting. Ik wil mij aan deze regels van de Nederlandsche Bank houden en denk dus dat er geen aanvullende actie van het kabinet nodig is. Deze motie kun je dus ofwel als ondersteuning van beleid beoordelen ofwel overbodig noemen; je kunt kiezen.

De heer Mastwijk (CDA):

Ik ben enigszins in verwarring. Een motie is of ondersteuning van het beleid of overbodig? Ik moet mijn fractie een stemadvies geven. Ik wil dus graag weten welke kant ik op moet.

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

De motie is overbodig.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Stemmingen over de moties zullen vannacht plaatsvinden, neem ik aan.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven