Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 26 juni 2008 over duurzame veehouderij.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik dien twee moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het proces naar een duurzame veehouderij verbeteringen op het gebied van milieu en klimaat op gespannen voet (kunnen) staan met verbeteringen op het terrein van dierenwelzijn en omgekeerd;

constaterende dat de potentiële spanning tussen milieu-, klimaat- en dierenwelzijnsverbeteringen nog onvoldoende in kaart zijn gebracht en dat een afwegingskader ontbreekt;

van mening dat inzicht in deze potentiële spanningen van belang is en een afwegingskader kan helpen, het beleid naar een duurzame veehouderij verder vorm te geven;

verzoekt de regering, de potentiële conflicten tussen milieu-, klimaat- en dierenwelzijnsverbeteringen in kaart te brengen en een conceptafwegingskader op te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 31(28973).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Algemene Rekenkamer in haar rapport over de duurzaamheid van de intensieve veehouderij aangeeft dat:

  • - wet- en regelgeving op het gebied van dierenwelzijn diverse malen is uitgesteld;

  • - instrumenten om het welzijn van dieren te verbeteren niet volledig worden ingezet;

  • - naleving van dierenwelzijnsregels niet intensief wordt gecontroleerd;

verzoekt de regering, een plan van aanpak op te stellen waarin zij aangeeft hoe bovenstaande omissies in het dierenwelzijnsbeleid worden aangepakt en de Kamer hierover bij de begroting voor 2009 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 32(28973).

Wij wachten tot de minister beschikt over de teksten van de moties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Verburg:

Voorzitter. Mevrouw Ouwehand heeft twee moties ingediend. De motie op stuk nr. 31 verzoekt de regering, de potentiële conflicten tussen milieu-, klimaat- en dierenwelzijnsverbeteringen in kaart te brengen en een conceptafwegingskader op te stellen. Deze motie is volstrekt overbodig, omdat wij begin dit jaar de nota Dierenwelzijn hebben besproken. Daarin is een jaarplan opgenomen en in dat plan kan de Kamer zien wat wij precies gaan doen. Dat hoeft dus niet opnieuw in kaart gebracht te worden. Deze motie is dus overbodig.

De motie op stuk nr. 32 verzoekt de regering, een plan van aanpak op te stellen, waarin zij aangeeft hoe de omissies met betrekking tot dierenwelzijnsbeleid worden aangepakt en de Kamer bij de begroting van 2009 hierover te informeren. Dat wij hebben eind 2007 ook gedaan in de nota Dierenwelzijn en bij de maatschappelijke kosten-batenanalyse duurzame veehouderij. Dat betekent dat ook deze motie volstrekt overbodig is.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik bedank de minister voor haar oordeel over de ingediende moties. Stemmingen over deze moties vinden hedenavond plaats.

Wij wachten even op de minister van OCW voor het VAO over cultuur.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven