Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 3 juli 2008 over Anders Betalen voor Mobiliteit.

De voorzitter:

Ik heet beide bewindslieden van harte welkom.

Het woord is aan de heer De Krom.

De heer De Krom (VVD):

Voorzitter. Ik dien twee moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten (TCI, commissie-Duivesteijn) een doorwrochte analyse heeft gemaakt van proces- en procedurefouten en veel aanbevelingen heeft gedaan voor verbeteringen die door de Kamer zijn overgenomen;

overwegende dat op zijn minst valt te betwijfelen in hoeverre de Basisrapportage ABvM, het partieel uitvoeringsbesluit en het verkeer tussen regering en Kamer voldoen aan de aanbevelingen van de TCI;

overwegende dat het op zijn minst twijfelachtig is of de aanbevelingen van de commissie-Duivesteijn zijn opgevolgd;

spreekt uit, niet in te stemmen met de Basisrapportage ABvM en het partieel uitvoeringsbesluit, in ieder geval niet totdat is zeker gesteld dat beide documenten, het proces en de procedures volledig "Duivesteijnproof" zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Krom, Roemer en Duyvendak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 56(31305).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering overweegt, de bpm te vervangen door een CO2-heffing;

overwegende dat het ieder jaar controleren van de bandenspanning al een groter milieueffect heeft;

overwegende dat het draagvlak voor de kilometerheffing enorm belangrijk blijft en dat brancheorganisaties de CO2-heffing niet pruimen;De Krom

overwegende dat het niet voorstelbaar is dat de geplaagde Belastingdienst nog enige speelruimte heeft om zo'n nieuwe ingewikkelde maatregel te verstouwen, en dat het onduidelijk is hoe we dat zouden moeten doen;

verzoekt de regering, van de geplande ombouw af te zien en het over een andere boeg te gooien,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Krom. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 57(31305).

De heer De Krom (VVD):

Voorzitter. De laatste motie is alleen door mijzelf ingediend, maar zij kan ongetwijfeld op brede steun rekenen.

De heer Van der Ham (D66):

Heerlijk om uit de mond van de heer De Krom de woorden "verstouwen" en "pruimen" te horen! Maar meer mag ik niet zeggen. Ik ga over tot het indienen van twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voor de invoering van de kilometerheffing het testen van het systeem van groot belang is om problemen op praktisch en systeemniveau tijdig te kunnen ondervangen en noodzakelijke aanpassingen te doen voorafgaand aan een landelijke invoering;

overwegende dat de regering de deelnemers aan de eerste test met de kilometerheffing op aselecte wijze zal betrekken;

overwegende dat in de testperiode het noodzakelijk is om resultaten te vergelijken met resultaten van testen die op andere wijze tot stand zijn gekomen, mede om te voorkomen dat binnen één testmethode niet alle mogelijke problemen zich zullen openbaren;

verzoekt de regering, bij de voorbereiding van de eerste proef met de kilometerheffing naast de aselecte test meerdere testmethodes te onderzoeken en te benutten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Ham. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 58(31305).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat van de kilometerprijs effecten worden verwacht op het halen van de doelen met betrekking tot CO2-besparing en verbetering van de luchtkwaliteit;

overwegende dat het wenselijk is binnen de overige randvoorwaarden met betrekking tot onder andere lastenneutraliteit de milieuwinst te proberen te optimaliseren;

verzoekt de regering, voorafgaand aan het wetsvoorstel aangaande kilometerbeprijzing te komen met een voorstel voor een gekwantificeerd milieudoel;

verzoekt de regering voorts, te komen met een aantal mogelijke scenario's voor milieudifferentiatie in de kilometerprijs, zowel in tarief als in grondslag, en de daarbij horende milieueffecten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Ham en Duyvendak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 59(31305).

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Ik wil graag de volgende motie indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het huidige voorstel voor de kilometerheffing mensen met een lager inkomen onevenredig hard raakt;

overwegende dat mensen nog onvoldoende alternatieven voorhanden hebben doordat onder andere het openbaar vervoer kwalitatief en kwantitatief beperkt is en veel werknemers nog genoodzaakt zijn om in spitstijden naar hun werk te gaan;

overwegende dat het huidige voorstel voor de kilometerheffing onnodig duur en ingewikkeld is;

verzoekt de regering:

  • - te voorkomen dat mensen met een lager inkomen onevenredig zwaar getroffen worden bij het verschuiven van de vaste autolasten naar de variabele autobelasting;

  • - een kilometerheffing niet eerder in te voeren dan wanneer er voldoende alternatieven voor de mensen zijn om niet meer met de auto te hoeven reizen en de duurdere spits vermeden kan worden;

  • - met voorstellen te komen om over te gaan op een vorm van kilometerbeprijzing die in de uitvoering minder duur en ingewikkeld is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Roemer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 60(31305).

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik denk dat GroenLinks, lang geleden, de eerste voorstander was in deze Kamer van een kilometerheffing. Mij moet echter van het hart dat de manier waarop het proces nu vorm krijgt, ons grote zorgen baart. Ook de inhoud van de heffing die het kabinet nu in gedachten heeft, is niet de heffing die GroenLinks altijd wilde. Ik zou graag de volgende drie moties willen indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de Basisrapportage Anders Betalen voor Mobiliteit onder meer een probleemanalyse, een heldere meerjarige budgettaire overzichtstabel, de beoogde effecten en meetbare doelen ontbreken;

spreekt uit dat de Basisrapportage voor het grote project Anders Betalen voor Mobiliteit, niet voldoet aan de eisen die in artikel 10 van de Regeling Grote Projecten gesteld worden aan een dergelijke basisrapportage,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Duyvendak en De Krom. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 61(31305).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het kader van het project Anders Betalen voor Mobiliteit de provinciale opcenten zullen worden meegenomen in de kilometerprijs;

constaterende dat het kabinet de provincies in de gelegenheid stelt, een nieuwe provinciale belasting te introduceren om de gederfde inkomsten te compenseren;

overwegende dat het niet rechtvaardig is, deze nieuwe belasting (ten dele) af te wentelen op huishoudens zonder auto;

spreekt uit dat een nieuwe provinciale belasting zo moet worden vormgegeven, dat mensen zonder auto er financieel niet op achteruitgaan bij de introductie van een kilometerprijs,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Duyvendak en Van der Ham. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 62(31305).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het uitgangspunt van het kabinet om de eerste cijfers van het kenteken te gebruiken als selectiecriterium voor de ingroei in het regime van de kilometerbeprijzing "niet in beton gegoten is";

constaterende dat de vier grote steden nadrukkelijk hebben laten weten een regionale start met ABvM van groot belang te achten;

overwegende dat het voor de hand ligt te beginnen met kilometerbeprijzing waar de nood het hoogst is, bijvoorbeeld rond de vier grote steden;

overwegende dat een dergelijke regionale ingroei ook eerder resultaten zichtbaar maakt;

spreekt uit dat het kabinet naast een ingroeiscenario via kenteken, een gelijkwaardig scenario voor regionale ingroei uitwerkt en de keuze tussen deze scenario's aan de Kamer voorlegt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Duyvendak en Van der Ham. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 63(31305).

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Mijn collega Van der Ham heeft mede namens mij een motie ingediend om zeker te stellen dat aan de kilometerheffing expliciet milieudoelstellingen worden verbonden. De afloop van het debat daarover zal voor de fractie van GroenLinks heel zwaar wegen bij de finale afweging om al dan niet in te stemmen met de kilometerheffing.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter. Het rekeningrijden was niks, is niks en zal nooit wat worden. Waarom niet? Welnu, dat kunt u opmaken uit de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het rekeningrijden grote nadelige gevolgen heeft voor de mobiliteit en de portemonnee van heel veel mensen;Madlener

overwegende dat de regering zich juist ervoor zou moeten inspannen, de mobiliteit te vergroten en de kosten van mobiliteit te verlagen;

verzoekt de regering, af te zien van het rekeningrijden en de bespaarde invoeringskosten in te zetten om brandstofaccijnzen te verlagen en extra wegen aan te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Madlener. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 64(31305).

Minister Eurlings:

Voorzitter. Dank aan de leden voor hun bijdrage aan dit VAO. Ik ga kort en goed de moties af, behalve de tweede door de heer De Krom ingediende motie, die op stuk nr. 57, over de CO2-grondslag van de bpm en de afbouw naar nul. Die motie zal door de staatssecretaris van Financiën van commentaar worden voorzien.

In de eerste motie van de heer De Krom, op stuk nr. 56, die is medeondertekend door de heren Roemer en Duyvendak, spreekt de Kamer uit niet in te stemmen met de basisrapportage, omdat de procedures niet volledig Duivesteijn-proof zouden zijn. Ik heb niet de gelegenheid gehad de heer Duivesteijn vanavond persoonlijk te spreken, maar ik heb in het algemeen overleg in twee lange termijnen omstandig proberen aan te geven dat wij een elfstedenapproach kiezen, waarin wij stap voor stap doorzetten en waarbij de beslissing van vandaag om een testprogramma te starten op geen enkele manier een point of no return is. Daarmee ben ik van mening dat deze aanpak zeer Duivesteijn-proof is, zeer TCI-proof, en daarom moet ik aanneming van deze motie van de heer De Krom ontraden.

Dan kom ik op de motie van de heer Van der Ham op stuk nr. 58, waarmee de regering wordt verzocht, bij de eerste proef met de kilometerheffing naast de aselecte test andere testmethodes te onderzoeken en te benutten. Ik snap wat de heer Van der Ham hiermee bedoelt te zeggen. Wij hebben hierover ook vandaag uit en te na gediscussieerd. Daarbij heb ik aangegeven dat er verschil is tussen proeven rondom bereikbaarheid in mobiliteitsprojecten en de technische proef en dat er ook verschil is tussen een technische proef en de vraag hoe je perverse effecten voorkomt bij de invoering van dit nieuwe systeem. Ik heb aangegeven dat wij zelf met de markt zouden bekijken hoe wij in die testperiode op verschillende manieren kunnen testen. Als dat begrepen is – en ik zie de heer Van der Ham knikken – en als dat is wat ik kan toevoegen aan deze motie, dan kan ik deze motie kenschetsen als ondersteuning van staand beleid.

De voorzitter:

Kan de minister nog bondiger zijn?

Minister Eurlings:

Ik zal het proberen, maar het valt mij op dit moment van de avond ook niet geheel mee.

De voorzitter:

Nee, maar dan help ik u.

Minister Eurlings:

Dank u wel. Dan de volgende motie van de heer Van der Ham, de motie op stuk nr. 59, medegetekend door de heer Duyvendak. De regering wordt gevraagd om te komen met een aantal mogelijke scenario's voor milieudifferentiatie in de kilometerprijs, zowel in tarief als in grondslag, en de daarbij horende milieueffecten. Wij hebben hier uit en te na over gediscussieerd. Ik heb tegenover de heren Van der Ham en Duyvendak en ook tegenover mevrouw Roefs geprobeerd te benadrukken dat dit echt een milieustelsel is en dat ook het milieu hierbij wint. Ik heb ook geprobeerd te benadrukken dat wij zeer serieus zijn in het bereiken van de milieudoelstellingen die het CPB ons voorspiegelt. Veel van die milieudoelstellingen zijn echter vastgelegd in het NSL, in Schoon en Zuinig en in de Nota Mobiliteit. Vanuit hetgeen de Kamer aanreikt, moet worden bezien hoe wetstechnisch kan worden vastgelegd wat wij met het milieu willen bereiken. Als dat de ruimte is die de indieners mij willen geven, in lijn van wat ik in mijn repliek heb gezegd, wil ik ook de beoordeling van deze motie met een positief advies aan de Kamer overlaten. Ik hecht wel aan die toevoeging, want heel veel is kwantitatief vastgelegd in Schoon en Zuinig en het NSL, en daar wil ik gaarne in de wetstekst naar proberen te verwijzen. Als dat de manier is – ik zie beide indieners knikken – is mijn advies over deze motie positief.

In de motie-Roemer op stuk nr. 60 wordt de regering verzocht om met voorstellen te komen om over te gaan op een vorm van kilometerbeprijzing die in uitvoering minder duur en ingewikkeld is. Ik complimenteer de SP-fractie ermee dat zij een tijdje lang heeft meegedacht. Zij had een ander systeem, namelijk dat burgers zelf op een formulier konden invullen hoeveel kilometer zij hadden gereden en dat konden opsturen. Dit meedenken heeft echter bij ons nog niet geleid tot het idee dat dit stelsel ook fraudebestendig zou zijn en zou kunnen werken. Wij staan altijd open voor ideeën, maar ik vind de conclusie die in deze motie wordt getrokken te bruusk, te negatief en ook ingaan tegen de lijn tegen de regering hebt uitgezet. Ik ontraad daarom het aanvaarden van deze motie. Mensen moeten zelf formuliertjes invullen voor de belasting, mijnheer Roemer. Mijn vertrouwen in de mensheid is groot, maar ik denk dat ook u beseft dat dit een niet echt fraudebestendig systeem is.

De motie op stuk nr. 61 is van de heer Duyvendak en con amore medeondertekend door de heer De Krom. Les extrèmes se touchent. Er wordt in uitgesproken dat de basisrapportage niet voldoet aan de eisen in artikel 10 van de Regeling grote projecten. Ik denk dat ik in twee lange termijnen omstandig heb uitgelegd dat dit niet het geval is en dat wij zorgvuldig zijn. Ik moet derhalve aannemen van deze motie van zowel behoorlijk links als behoorlijk rechts helaas ontraden.

In de motie-Duyvendak/Van der Ham op stuk nr. 63 wordt uitgesproken dat het kabinet na zijn ingroeiscenario via kenteken een gelijkwaardig scenario voor regionale ingroei moet uitwerken en de keuze tussen deze scenario's aan de Kamer moet voorleggen. Ik heb vandaag benadrukt dat wij niet dogmatisch zijn. Als een regionale ingroei mogelijk blijkt te zijn, heb ik daar niets tegen. Ik heb al gezegd dat om tal van redenen op dit moment aselecte ingroei verstandiger lijkt en dat de perverse effecten bij een regionale ingroei niet kleiner, maar misschien wel veel groter lijken dan bij aselecte ingroei. Ik heb toegezegd dat wij dit nogmaals gaan onderzoeken en dat wij bezien of wij niet tot een ander standpunt moeten komen, maar deze motie spreekt mij te zeer uit dat er nog helemaal niets zou zijn gedaan tot nu toe. Wij zullen dus alsnog bekijken of er niet toch argumenten zijn die ons van ons standpunt moeten afhelpen. Maar om nu toe te zeggen dat wij nogmaals alles gaan uitwerken en alles nogmaals vanaf nul tegenover elkaar gaan zetten, gaat enigszins voorbij aan al het werk dat al is gedaan. Daarom dien ik het aanvaarden van deze motie, met enige spijt, toch te ontraden.

Staatssecretaris De Jager:

Voorzitter. Over de ombouw van de BPM naar de CO2-heffing heb ik vanmorgen met de vaste commissie voor Financiën uitgebreid overlegd. Ik heb steun gekregen voor die ombouwoperatie. Uiteraard gaan wij overleggen met de sector. Sterker nog, het kabinet is al in overleg met de sector over deze maatregel. Vorig jaar betoogde de sector zelf nog dat het relatieve labelsysteem dat wij nu kennen, eigenlijk omgezet zou moeten worden in een meer absoluut systeem. Dat is mede aanleiding geweest voor de motie-Cramer die de Kamer vorig jaar heeft aanvaard. Het kabinet heeft nog steeds het voornemen, met steun van een meerderheid van de Kamer, om die over te nemen. Wij zullen dat op een uitvoerbare manier doen. Ik ontraad daarom aannemen van de motie-De Krom op stuk nr. 57.

De voorzitter:

Volgens mij zijn er nog twee moties niet van een oordeel voorzien. Het gaat daarbij om de tweede motie van de heer Duyvendak en de heer Van der Ham en om de motie van de heer Madlener.

Minister Eurlings:

Voorzitter, u hebt gelijk. Alle moties liggen hier wat op een hoop. Ik krijg de juiste motie nu aangereikt van de heer Roemer. In de motie van de heer Duyvendak en de heer Roemer spreekt de Kamer uit dat een nieuwe provinciale belasting zo moet worden vormgegeven dat mensen zonder auto er financieel niet op achteruitgaan bij de introductie van een kilometerprijs. Ik heb de heer Duyvendak zojuist gezegd dat de motie over het ingroeiscenario mij sympathiek is. Ik heb daarbij echter ook gezegd dat het mij iets te ver gaat om alles gelijk weer naast elkaar te zetten. Ik neem dit punt echter wel op, door nadrukkelijk het regionale ingroeiscenario te onderzoeken. Ik heb de heer Duyvendak en de heer Van der Ham bovendien met nadruk toegezegd dat ik op de milieueffecten in zal gaan. Die effecten zijn mij namelijk erg veel waard. De kilometerbeprijzing moet ook leiden tot milieuwinst. Dat is een belangrijk doel van de beprijzing. Ik heb eerder vandaag al tegen de heer Duyvendak gezegd dat voor zijn achterban het milieueffect van dit stelsel een belangrijk pluspunt is. Het programma Schoon en Zuinig kan niet zonder de kilometerheffing. De heer Duyvendak kan mij daarop aanspreken.

Deze motie gaat mij echter te ver, omdat zij aan twee dingen voorbijgaat. In de eerste plaats had de gemiddelde belastingbetaler veel meer voor wegen moeten betalen als de kilometerheffing er niet zou komen. In de tweede plaats kunnen wij ons afvragen of het rechtvaardig is dat de huidige provinciale inkomsten middels de opcenten, een belangrijke inkomstenbron voor de provincies, alleen door autorijders worden opgebracht. Het is de vraag of de autorijder een provinciale melkkoe moet zijn. Het lijkt mij meer reëel als provinciale inkomsten door alle burgers van een provincie worden opgebracht. Ik heb de Kamer toegezegd dat wij de scenario's zullen bezien en dat wij dit najaar zullen onderzoeken hoe de beprijzing op de verschillende groepen neerslaat. Wij hebben dus oog voor al te abrupte effecten. Zeggen dat wij moeten voorkomen dat mensen zonder auto hierdoor geraakt worden, gaat mij echter te ver, omdat ik er zelf problemen mee heb dat tot nu toe de provinciale belasting voor een groot gedeelte alleen door autobezitters wordt betaald. Daarom ontraad ik aannemen van deze motie. Ik hoop echter dat ik de indieners op de andere twee punten afdoende ben tegemoet gekomen. Wat ik daarover heb gezegd, meen ik zeer.

De heer Madlener verzoekt in zijn motie de regering, af te zien van het rekeningrijden. Geachte heer Madlener, wij kennen elkaar lang genoeg om te weten dat wij hierover enigszins verschillend denken. Ik heb uw inbreng zeer gewaardeerd, maar moet aannemen van deze motie helaas ontraden.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Na de warme woorden van de minister kan ik niet anders dan een van mijn drie moties aanhouden, te weten de motie over de scenario's voor zowel een regionale als een aselecte ingroei.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Duyvendak en de heer Van der Ham stel ik voor, hun motie (31305, nr. 63) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister en de staatssecretaris voor de antwoorden. Wij stemmen hedenavond over de ingediende moties.

Naar boven