Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 12 juni 2008 over overheveling geneeskundige ggz naar Zvw.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik dien hierover de volgende moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat door de invoering van het dbc-systeem bij de overheveling van de curatieve ggz naar de Zorgverzekeringswet zowel bij de vrijgevestigde ggz-hulpverleners als bij ggz-instellingen structurele financiële problemen zijn ontstaan;

overwegende dat er signalen zijn dat psychotherapeuten stoppen met hun werkzaamheden;

van mening dat dit ongewenst is;

overwegende dat nog onvoldoende vrijgevestigden gebruik kunnen maken van bevoorschotting door zorgverzekeraars doordat zij te strikte voorwaarden stellen;

verzoekt de regering, er zorg voor te dragen dat alle zorgverzekeraars per direct een adequate en soepele vorm van bevoorschotting aanbieden aan zorgverleners,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gerven en Van Miltenburg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 70(25424).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er pas uitbetaling plaatsvindt na sluiting van de dbc;

overwegende dat vrijgevestigden hierdoor in financiële problemen kunnen komen;

verzoekt de regering, het dbc-systeem aan te passen, zodat vergoeding van dbc's in termijnen (deel-dbc's) mogelijk wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 71(25424).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er 84.000 mensen wachten op noodzakelijke ggz, waaronder 22.900 kinderen;

constaterende dat in veel gevallen de acceptabele normen voor wachttijden worden overschreden;

van mening dat dit ongewenst is;

overwegende dat oorzaken kunnen liggen in een tekort aan (gekwalificeerd) personeel;

verzoekt de regering, met een noodplan te komen om de wachtlijsten en wachttijden in de ggz drastisch en structureel te verkorten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 72(25424).

Minister Klink:

Voorzitter. In de motie van de heer Van Gerven en mevrouw Van Miltenburg wordt gevraagd om per direct een adequate en soepele vorm van bevoorschotting aan zorgverleners aan te bieden. Zorgverzekeraars Nederland heeft aangegeven dat over de hele linie aan die bevoorschotting wordt gewerkt en dat er ook een akkoord ligt, althans zo kun je het noemen. Er is dus een noodvoorschot voor vrij gevestigde ggz-hulpverleners. Ik zou daarom aanneming van deze motie willen ontraden.

De heer Van Gerven vraagt in een tweede motie het dbc-systeem zodanig aan te passen, dat de vergoeding van dbc's in termijnen mogelijk wordt, de "knip" waarover wij het hebben gehad. Ik ben daarvan in beginsel geen tegenstander; ik ben daarvan een sterke voorstander. Ik wil het voorstel wel afwegen tegen de administratieve lasten die eruit voortvloeien. Ik vind het in zekere zin dus ondersteuning van de lijn waarvoor ik heb gekozen. Maar, nogmaals, wel tegen de achtergrond van de administratieve lasten die eruit voortvloeien en de nadere afwegingen die in verband daarmee moeten worden gemaakt. In feite komt het neer op een soort consult-dbc. Ik sta daar welwillend tegenover.

In een derde motie wijst de heer Van Gerven erop dat de oorzaken van lange wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg kunnen liggen aan een gebrek aan gekwalificeerd personeel. De zorgverzekeraars hebben de plicht om toereikende zorg aan te bieden en in te kopen. Ik wilde, zeker nu wij net met veranderingen in de geestelijke zorg bezig zijn, dat proces niet verstoren. Om deze reden wil ik aanneming van deze motie ontraden.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Voorzitter...

De voorzitter:

Ik geef geen gelegenheid tot het stellen van vragen, tenzij u iets niet begrepen hebt, maar ik vond het glashelder.

De minister vervolgt zijn oordeel over de ingediende moties.

Minister Klink:

Ik kom nog even terug op de tweede motie. Ik zie deze motie als ondersteuning van wat ik heb toegezegd. Ik wil het verzoek alleen nader afwegen tegen de administratieve lasten die eruit voortvloeien.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Vanavond zal er over de moties worden gestemd.

Naar boven