Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 25 juni 2008 over VWA en diertransporten.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Ik dien de volgende moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het ontbreken van permanente controle door VWA-dierenartsen in kleine en middelgrote slachthuizen leidt tot een verhoogd risico op het niet naleven van dierenwelzijns- en voedselveiligheidseisen met name ten tijde van het aanvoeren, uitladen en selecteren van dieren;

constaterende dat daardoor de kans bestaat dat zieke, gewonde en/of wrakke dieren illegaal op de slachtlijn terechtkomen;

verzoekt de regering, de aanwezigheid van VWA-dierenartsen ook in kleine en middelgrote slachthuizen verplicht te stellen, ten minste ten tijde van het aanleveren, uitladen en selecteren van dieren om zo illegale praktijken op het gebied van dierenwelzijn en voedselveiligheid te voorkomen,Thieme

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 208(26991).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de heer Vanthemsche in zijn rapport over het functioneren van de VWA aangeeft dat veehouders exportverzamelplaatsen gebruiken om op een weinig risicovolle en relatief goedkope manier van hun wrakke dieren af te komen, omdat overheidstoezicht op de aanvoer van dieren op exportverzamelplaatsen en afvoer van dieren voor de Nederlandse markt ontbreekt;

verzoekt de regering, een plan van aanpak op te stellen waarmee de controle, handhaving en sanctionering op dusdanige wijze wordt georganiseerd dat het aanbieden en vervoeren van wrak vee op effectieve wijze wordt tegengegaan en de Kamer hierover binnen twee maanden te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 209(26991).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de heer Vanthemsche in zijn rapport over het functioneren van de VWA aangeeft dat in slachterijen die zijn gespecialiseerd in afgedankte dieren (melkkoeien en zeugen) VWA-dierenartsen geleidelijk hun normen op het gebied van dierenwelzijn naar beneden bijstellen omdat gewenning optreedt;

constaterende dat het ontbreken van heldere richtlijnen en eenduidige criteria op het gebied van dierenwelzijn bijdraagt aan het ontstaan van deze glijdende schaal;

constaterende dat het hierdoor mogelijk is dat dieren die nooit vervoerd hadden mogen worden vanwege lichamelijke gebreken en/of ziekte toch op de slachtlijn terechtkomen;

verzoekt de regering, zo snel mogelijk heldere richtlijnen en eenduidige dierenwelzijnscriteria op te stellen en tevens een roulatiesysteem voor VWA-dierenartsen te ontwikkelen om gewenning tegen te gaan en de Kamer hierover binnen twee maanden te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 210(26991).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de heer Vanthemsche in zijn rapport over het functioneren van de VWA aangeeft dat "duidelijk tegen de beschreven regels en het dierenwelzijn in, in aanwezigheid van een dierenarts" in slachthuizen en exportverzamelplaatsen veelvuldig gebruik wordt gemaakt van de elektrische prikstok;

verzoekt de regering, het gebruik van de elektrische prikstok in slachthuizen, op exportverzamelplaatsen en tijdens het opladen van dieren voor transport te verbieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 211(26991).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Kwaliteitssysteem Dierwaardig Vervoer dat is opgesteld en geïmplementeerd door de veevervoerdersorganisaties, sinds 1 april 2008 de klepkeuring tijdens het opladen van diertransporten vervangt;

constaterende dat de minister van LNV in haar brief van 20 maart jongstleden heeft aangegeven dat zij bij vervanging van de klepkeuring de nadrukkelijke randvoorwaarde heeft gesteld dat het kwaliteitssysteem geaccrediteerd dient te zijn;

constaterende dat accreditatie van dit kwaliteitssysteem ontbreekt waardoor de onafhankelijkheid van de opgestelde kwaliteitseisen alsmede onafhankelijke controle, handhaving en sanctionering ontbreken;

verzoekt de regering, de klepkeuring weer in te voeren voor veetransporteurs die deelnemen aan het kwaliteitssysteem Dierwaardig Vervoer, ten minste totdat de onafhankelijkheid van het systeem is gewaarborgd en het systeem is geaccrediteerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 212(26991).

De heer Waalkens (PvdA):

Ik dien de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister het plan heeft om uiterlijk in 2011 de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA), de Algemene Inspectiedienst (AID) en de Plantenziektenkundige Dienst (PD) te laten fuseren;

overwegende dat Hoekstra aanbeveelt dat het van belang is, alvorens tot een fusie over te gaan, nauwkeurig te bezien welke verbeteringen vooraf moeten zijn gerealiseerd en welke verbeteractiviteiten juist door de voorgenomen fusie een kans krijgen;

overwegende dat de fusie in 2002 tussen de Keuringsdienst van Waren en de Rijksdienst voor de Keuring van Vee en Vlees (RVV) tot de VWA volgens de auditcommissie-Vanthemsche nog niet heeft geleid tot een goede integratie van activiteiten en sprake is van een gebrekkige administratieve organisatie en communicatie;

van mening dat een fusie in 2011 een mogelijkheid is om de werkzaamheden van de drie organisaties in elkaar te schuiven, daarmee efficiencywinst te halen en recht te doen aan de wens van de Kamer om inspecties zo veel mogelijk te bundelen;

van mening dat het momenteel niet wenselijk is voor de kwaliteit van de handhaving door de VWA op het gebied van transport van levende dieren en toezicht in slachthuizen, een nieuwe fusie te starten;

verzoekt de regering, de problemen binnen de VWA inzake het toezicht, de controle en de handhaving van het vervoer van levend vee en in de slachterijen, zoals geconstateerd in het rapport van Vanthemsche, met prioriteit aan te pakken alvorens met de geplande fusie van VWA, AID en PD in 2011 door te gaan;

verzoekt de regering, de Tweede Kamer over de voortgang daarvan periodiek te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Waalkens, Van Velzen en Snijder-Hazelhoff. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 213(26991).

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. De moties over de trophy hunting zullen nog wel uitgebreid aan bod komen. Daarover is het laatste woord nog niet gezegd. Ik dien nu de moties in over de VWA.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, er zorg voor te dragen dat er binnen de AID met een prioriteitenprotocol gewerkt gaat worden waarbij opsporing van en handhaving tegen mishandeling en verwaarlozing van dieren een hoge prioriteit dient te krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 214(26991).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, het nijpend tekort aan goed opgeleide VWA-keuringsartsen op te lossen door in betere scholing te voorzien waaronder postacademisch onderwijs, betere informatievoorziening, werkvoorbereiding, terugkoppeling, nazorg en bescherming van deze bijzondere dierenartsen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 215(26991).

DeGraus Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, ten behoeve van de werkgelegenheidsvoorziening, en in het kader van de, eveneens door de minister gewenste, internationalisering van de AID, het AID-hoofdkantoor voor Zuid-Limburg te behouden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 216(26991).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, te bezien of de voorgenomen fusie tussen de AID en de VWA kan plaatsvinden op het grensoverschrijdende Avantisterrein in Zuid-Limburg,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 217(26991).

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het aantal slachthuizen in Nederland een neerwaartse trend laat zien en dat de spreiding van de slachthuizen over het land daardoor niet evenwichtig is verdeeld;

overwegende dat door deze trend de transportduur voor slachtvee over het algemeen toeneemt en het dierenwelzijn tijdens transport hierdoor kan verminderen;

overwegende dat bij een uitbraak van dierziekte en eventueel daarvoor noodzakelijke compartimentering een goede en voldoende spreiding van slachthuizen van belang is;

overwegende dat intensivering van toezicht en controle en het doorberekenen van kostendekkende tarieven voor toezicht en controle, bij met name kleinere slachterijen, kan leiden tot het verder afnemen van het aantal slachterijen en daarmee de evenwichtige spreiding van slachtlocaties over het land;

verzoekt de regering, de effecten op het voortbestaan van slachthuizen en de spreiding expliciet in overweging te nemen bij het nemen van maatregelen die betrekking hebben op de intensiteit van toezicht en controle en de doorberekening van de kosten van toezicht en controle naar slachthuizen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Snijder-Hazelhoff. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 218(26991).

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie dient twee moties in. De eerste betreft het project Taurus.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat VWA zich verder moet kunnen ontwikkelen tot een dienst, die slank, slagvaardig en transparant invulling geeft aan toezicht;

overwegende dat efficiënte en effectieve inzet van dierenartsen van belang is en dat de inzet op basis van een risicobenadering gewenst is;

constaterende dat de minister aangeeft dat in nauw overleg met het bedrijfsleven de gewenste resultaten moeten worden bereikt;

verzoekt de regering om binnen de EU-kaders het initiatief Taurus verder te ontwikkelen, zodat op basis van een protocol met audits én resultaatverplichtingen voor de pluimveeslachterijen naar een op risico's gericht toezicht kan worden gewerkt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Atsma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 219(26991).

De heer Atsma (CDA):

De tweede motie betreft de afwenteling van kosten.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,Atsma

overwegende dat de minister van LNV in overleg met het bedrijfsleven VWA-dierenartsen op een effectieve en efficiënte wijze inzet teneinde onrendabele uren tot het minimum te beperken;

overwegende dat KDS, zogenaamde "vliegende brigades" en fusie van de diensten VWA, AID en en PD zullen bijdragen aan een efficiëntere werkwijze;

overwegende dat de inkomens binnen de primaire sector door tal van oorzaken onder druk staan;

overwegende dat lastenstijging door regelgeving moet worden tegengegaan en waar mogelijk teruggedrongen moet worden;

roept de regering op, te voorkomen dat de fusiekosten die gepaard gaan met versterking en verbetering van de VWA worden afgewenteld op de primaire sector,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Atsma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 220(26991).

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Verburg:

Voorzitter. In de motie-Thieme op stuk nr. 208 wordt de regering verzocht, de aanwezigheid van VWA-dierenartsen ook in kleine en middelgrote slachthuizen verplicht te stellen, ten minste ten tijde van het aanleveren, uitladen en selecteren van dieren. Permanent toezicht lost het probleem van de illegaliteit niet op. Bovendien is het geen maatregel die Europa voorschrijft en wij werken binnen de Europese richtlijnen. Toch wil ik de kans op fraude zo klein mogelijk houden. Ik heb de AID dan ook de opdracht gegeven verscherpt toezicht te houden op kleine en middelgrote slachterijen via de vliegende brigades. Ik ontraad aanneming van deze motie.

In de motie-Thieme op stuk nr. 209 wordt de regering verzocht, een plan van aanpak op te stellen waarmee de controle, handhaving en sanctionering op dusdanige wijze wordt georganiseerd, dat het aanbieden en vervoeren van wrak vee op effectieve wijze wordt tegengegaan, en de Kamer hierover binnen twee maanden te informeren. In de Transportverordening is bepaald dat alleen dieren die geschikt zijn voor transport mogen worden vervoerd. De controle hierop wordt verricht door de AID. Een plan van aanpak heeft dan ook geen meerwaarde. Ik ontraad aanneming van deze motie.

In de motie-Thieme op stuk nr. 210 wordt de regering verzocht, zo snel mogelijk heldere richtlijnen en eenduidige dierenwelzijnscriteria op te stellen en tevens een roulatiesysteem voor VWA-dierenartsen te ontwikkelen om gewenning tegen te gaan, en de Kamer hierover te informeren. Ik heb de Kamer al eerder gezegd dat ik werk ga maken van de handhaving van de dierenwelzijnscriteria. Het is een onderdeel van het plan van aanpak. Een roulatiesysteem voor VWA-dierenartsen is dat eveneens. Deze motie is overbodig.

In de motie-Thieme op stuk nr. 211 wordt de regering verzocht, het gebruik van elektrische prikstokken in slachthuizen, exportverzamelplaatsen en tijdens het opladen van dieren voor transport te verbieden. In de transportverordening is nauwkeurig omschreven in welke gevallen en situaties de prikstok is toegestaan. De Gezondheids- en welzijnswet voor dieren vormt geen basis om extra eisen te stellen. Ik acht dat ook niet nodig en ontraad de aanneming van deze motie.

In de motie-Thieme op stuk nr. 212 wordt de regering verzocht, de klepkeuringen weer in te voeren voor veetransporteurs, die deelnemen aan het kwaliteitssysteem Dierwaardig Vervoer, tenminste totdat de onafhankelijkheid van het systeem is gewaarborgd en het systeem is geaccrediteerd. Er zijn twee kwaliteitssystemen, het Dierwaardig Vervoer en het NBW-Q. Ik heb ze door de Voedsel en Warenautoriteit laten beoordelen aan de hand van eerder door mij genoemde criteria. Zij moeten voldoen aan de eisen van de Transportverordening en er moet onafhankelijk toezicht zijn. Sanctionering en toezicht moeten worden uitgevoerd door een controle-instelling die is geaccrediteerd. Er moet sprake zijn van toereikende sanctionering. Daarbij komt dat alle bedrijven eerst een entree-audit hebben moeten ondergaan en dat er van tijd tot tijd wordt geaudit. Ik ontraad aanneming van deze motie.

De motie-Waalkens c.s. op stuk nr. 213 probeer ik te duiden. In de motie staat dat de Kamer van mening is dat een fusie in 2011 een mogelijkheid is om de werkzaamheden van de drie organisaties in elkaar te schuiven, daarmee efficiencywinst te behalen en recht te doen aan de wens van de Kamer om inspecties zo veel mogelijk te bundelen. In de motie wordt de regering verzocht, de problemen binnen de VWA inzake toezicht, controle en handhaving van het vervoer van levend vee en in de slachterijen, zoals geconstateerd in het rapport van Vanthemsche, met prioriteit aan te pakken, alvorens de geplande fusie van VWA, AID en PD in 2011 door te laten gaan. Ik ga ervan uit dat ik de motie als volgt mag duiden. Het transport van levend vee en de slachterijen worden aangepakt. Dat betekent een absolute synergie. De mogelijkheden van de AID, de PD en de VWA moeten worden benut. Het fusietraject kan in 2011 worden afgerond. Dat betekent dat ik in september het kaderbesluit ga vaststellen. Als ik dit zo mag duiden, zie ik de motie als ondersteuning van beleid.

Ik kom op de motie op stuk nr. 214 van de heer Graus. Daarin wordt de regering verzocht, er zorg voor te dragen dat er binnen de AID met een prioriteitenprotocol gewerkt gaat worden waarbij opsporing van en handhaving bij mishandeling en verwaarlozing van dieren een hoge prioriteit dient te krijgen. Deze motie is overbodig, omdat jaarlijks een programmering wordt vastgesteld voor de AID die hier precies op ziet.

Dan de motie op stuk nr. 215 van de heer Graus, waarin de regering wordt verzocht, het nijpende tekort aan goed opgeleide VWA-keuringsartsen op te lossen door in betere scholing te voorzien, waaronder postacademisch onderwijs, betere informatievoorziening, werkvoorbereiding, terugkoppeling, nazorg en bescherming van deze bijzondere dierenartsen. Als ik het postacademisch onderwijs zo mag duiden dat het hierbij gaat om maatwerkopleiding, nascholing en begeleiding van deze dierenartsen, dan zie ik de motie als ondersteuning van mijn beleid.

In de motie op stuk nr. 216 wordt de regering verzocht, ten behoeve van de werkgelegenheidsvoorziening en in het kader van de, eveneens door de minister gewenste, internationalisering van de AID het AID-hoofdkantoor voor Zuid-Limburg te behouden. Als ik deze motie zo mag duiden dat het hierbij gaat om een steunpunt in de regio voor inspecteurs, met de bedrijfsvoering centraal, dan laat ik het oordeel over de motie aan de Kamer over.

In de motie op stuk nr. 217 van de heer Graus wordt de regering verzocht, te bezien of de voorgenomen fusie tussen de AID en VWA kan plaatsvinden op het grensoverschrijdende Avantisterrein in Zuid-Limburg. Aanneming van deze motie moet ik ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 218 van mevrouw Snijder. Daarin wordt de regering verzocht, de effecten op het voortbestaan van slachthuizen en de spreiding expliciet in overweging te nemen bij het nemen van maatregelen die betrekking hebben op de intensiteit van toezicht en controle en de doorberekening van kosten van toezicht en controle aan slachthuizen. Deze motie beschouw ik als ondersteuning van mijn beleid, want dat is mijn voornemen. Dat heb ik in het algemeen overleg ook gemeld.

Ik kom op de motie op stuk nr. 219 van de heer Atsma. Daarin wordt de regering verzocht om binnen EU-kaders het initiatief Taurus verder te ontwikkelen, opdat op basis van een protocol met audits en resultaatverplichtingen voor de pluimveeslachterijen naar een op risico's gericht toezicht kan worden gewerkt. De motie wekt de indruk dat er naar het concept Taurus wordt gekeken alsof dat vergelijkbaar zou zijn met KDS, maar dat is niet het geval. Er is bij KDS geen sprake van delegatie van taken en bevoegdheden naar de Voedsel- en Waren Autoriteit. De VWA is en blijft verantwoordelijk. Op dit moment biedt Taurus dus geen oplossing voor het tekort aan dierenartsen in de pluimveekeuring. Een aangepast Taurus-voorstel dat past bij het door mij voorgestane toezicht op controleaanpak wil ik graag in Brussel bepleiten. Als ik de motie zo kan duiden, zie ik die als ondersteuning van mijn beleid.

In de motie op stuk nr. 220 van de heer Atsma wordt de regering verzocht, te voorkomen dat de fusiekosten die gepaard gaan met versterking en verbetering van de VWA, worden afgewenteld op de primaire sector. Ik volg voor het doorbelasten van de kosten de lijn die in het economisch verkeer wordt gehanteerd. De veranderkosten voor de AID, de VWA en Plantenziektenkundige Dienst die rechtstreeks voortvloeien uit de fusie, komen ten laste van de rijksoverheid en worden dus niet afgewenteld op de primaire sector. Met deze duiding zie ik de motie als ondersteuning van mijn beleid.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor haar reactie.

De stemming over de moties vindt hedenavond/nacht plaats.

Naar boven