6 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op maandag 8 april 2013 van 10.00 – 18.30 uur van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu over het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport Infra.

Ik stel voor, donderdag aanstaande ook te stemmen over de aangehouden motie-Knops c.s. (33400-X, nr. 32), de aangehouden motie-Thieme (33410, nr. 61), de aangehouden moties-Ouwehand (32605, nrs. 78 en 79) en de aangehouden motie-Heerma (33400-XV, nr. 44).

Ook stel ik voor, te stemmen over de brief van de vaste commissie voor Europese Zaken over het werkprogramma van de Europese Commissie voor 2013 en de brief van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie over het opmaken van een voordracht van drie kandidaten ter vervulling van een vacature bij de Belastingkamer van de Hoge Raad (33505, nr. 2).

Ik stel voor, donderdag aanstaande te stemmen over de moties ingediend bij de wetgevingsoverleggen over het onderdeel Sport en Bewegen van de begroting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het jaar 2013, over het onderdeel Cultuur van de begroting van het ministerie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2013 en over de onderdelen Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2013.

Voorts stel ik voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 29984-311; 29665-182; 22026-371; 22026-360; 29984-307; 29984-305; 29984-310; 22026-362; 22112-1494; 22112-1504; 22112-1488; 21501-33-395; 22026-343; 21501-33-396; 29984-313; 29984-318; 32404-62; 29984-308; 22026-367; 29984-335; 29984-333; 22026-372; 29984-334; 22026-373; 33000-XII-126; 21501-33-392; 22026-361; 29984-303; 29984-298; 2012Z14081; 26956-136; 29628-332; 25124-70; 24095-323; 24077-287; 24077-286; 29517-65; 31265-43; 24077-295; 29517-60; 29517-58; 29517-51; 29628-333; 26956-126; 24077-292; 29517-63; 24077-291; 24077-293; 29628-325; 24077-296; 29517-64; 31265-44; 29517-62; 24077-288; 29517-66; 29628-337; 29517-61; 26956-117; 30821-16; 33400-VIII-9; 31524-161; 33400-VIII-28; 33000-VIII-225; 31524-162; 31288-319; 31524-155; 33400-VIII-22; 29247-182; 32279-47; 25424-182; 32279-43; 32279-44; 32279-42; 28325-140; 32847-33; 28325-149; 32757-39; 33000-XIII-154; 33340-1; 31757-42; 32757-43; 32847-14; 32757-47; 28325-150; 33000-VII-125; 26956-113; 30196-179; 32847-36; 32757-46; 32847-29; 28325-145; 32757-41; 28325-146; 30995-92; 28089-26; 32847-35.

Tot slot stel ik voor, toe te voegen aan de agenda na het kerstreces het VAO Biobrandstoffen, naar aanleiding van een algemeen overleg, gehouden op 13 december. De eerste spreker is het lid De Graaf van de PVV.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Voor de medewerkers van het LangeLand Ziekenhuis in Zoetermeer is het een slechte tijd. Zij hebben te horen gekregen dat hun salaris over de maand december niet of maar deels zal worden uitbetaald. Het ziekenhuis verkeert in financiële problemen. Het lost wel de schuldenpositie af bij zorgverzekeraars, maar betaalt niet het personeel uit. Ik vind dat niet kunnen. Ik wil daar graag op korte termijn over spreken met de minister.

De voorzitter:

Mag ik ter verduidelijking vragen wat u bedoelt met "op korte termijn"? Wilt u hierover nog deze week spreken?

Mevrouw Leijten (SP):

Ja.

De voorzitter:

Plenair?

Mevrouw Leijten (SP):

Ik sta hier.

De voorzitter:

Hebt u geprobeerd om dit in een algemeen overleg te doen?

Mevrouw Leijten (SP):

We hebben deze middag een procedurevergadering. Als het voorstel hier nu wordt gesteund, zal ik dat zeker proberen, voorzitter. Ik ken ook uw probleem.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

De vaste commissie voor VWS heeft over vijf minuten een procedurevergadering. Het lijkt mij heel goed om daar de zorgen te bespreken. Misschien kan de minister per brief verduidelijken wat er aan de hand is. Tijdens de procedurevergadering moeten we bepalen hoe we hier verder mee omgaan.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Het is natuurlijk ernstig dat mensen voor de kerst gewoon niet zeker weten of zij hun salaris wel krijgen. Het lijkt mij goed om daarover in de procedurevergadering verder te spreken. Het lijkt mij ook goed dat de minister in ieder geval een brief stuurt met daarin een antwoord op de vraag of dit juridisch überhaupt wel kan. Morgen is er ook nog een algemeen overleg. Misschien kunnen we dus een en ander met elkaar verbinden. Laten wij dat tijdens de procedurevergadering verder met elkaar bespreken.

Mevrouw Klever (PVV):

Ik steun het verzoek van mevrouw Leijten. Het bestuur van het ziekenhuis maakt er een financiële puinhoop van en het personeel kan daarvoor boeten. Dat vindt mijn fractie echt ongekend.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks steunt het verzoek van mevrouw Leijten. Wij kunnen dit inderdaad aansluitend aan het AO van morgen bespreken.

De heer Anne Mulder (VVD):

Dit is vervelend voor het personeel. Toch is dit een zaak die speelt tussen de directie van het ziekenhuis en het personeel. Daar hoort dit thuis, niet in deze Kamer. Ik steun het verzoek van mevrouw Leijten dus niet.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Het lijkt mij goed als wij hierover een brief ontvangen van de minister. Als wij hierover snel moeten spreken, dan is de snelste weg waarschijnlijk via het AO.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik zal proberen om dit via de procedurevergadering te regelen. Het is duidelijk dat er veel steun is voor de wens om hierover snel te spreken. Dat doet mij in ieder geval deugd. Ik zal u laten weten hoe het afloopt.

De voorzitter:

Ik zal dit deel van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet, zodat u in ieder geval op korte termijn een brief kunt verwachten.

Het woord is aan mevrouw Schouten.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter. Vanochtend is de decemberraming van het Centraal Planbureau gekomen, met weer slechte cijfers over de Nederlandse economie. Morgen hebben wij het debat over de Najaarsnota. Ik wil graag vanavond nog een brief ontvangen met daarin een reactie op de cijfers uit de decemberraming. Ik wil deze brief namelijk betrekken bij het debat van morgen.

De heer Wilders (PVV):

Ik wil dit verzoek steunen. Ik wil meteen ook een reactie van het kabinet ontvangen op het interessante interview met de heer Zijlstra, fractievoorzitter van de VVD, in Elsevier. Wat hem betreft moet er extra worden bezuinigd en ook verder genivelleerd. Ik denk dat het goed is om ook daarop voor het debat van morgen een reactie van het kabinet te hebben.

De voorzitter:

Ik stel voor om dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Voortman.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik wil rappelleren op een aantal vragen dat ik op 6 november heb gesteld. Die vragen hebben betrekking op het bericht "Pensioengeld belegd in kernwapens".

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Ojik.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter. Het debat dat de Kamer onlangs met de minister-president had over het personeelsbeleid ten tijde van de formatie naar aanleiding van het vertrek van toenmalig staatssecretaris Verdaas, lijkt een staartje te krijgen. Er lijkt licht te zitten tussen wat de premier zei in het debat en de stukken die gisteren door de Gedeputeerde Staten van Gelderland naar de Provinciale Staten zijn gestuurd. Ik vraag dan ook een brief van de minister-president over de informatie die hem ter beschikking stond ten tijde van het gesprek met de heer Verdaas. In die brief wil ik een antwoord op de volgende vragen.

Heeft de heer Verdaas het dossier dat hij op zijn verzoek van Gedeputeerde Staten heeft gekregen ten behoeve van zijn gesprek met de formateur, inderdaad overhandigd? Zo ja, was dat dossier compleet? Ik verwijs daarvoor naar de bijlage bij de notitie aan Gedeputeerde Staten die Gedeputeerde Staten gisteren naar de Provinciale Staten heeft gestuurd. Als dat dossier compleet was, dan zat daar een quickscan in naar aanleiding van Statenvragen over declaraties van leden van Gedeputeerde Staten. Heeft de minister-president kennisgenomen van die quickscan? Klopt het dat die quickscan ook inzage geeft in de declaraties voor privéautogebruik of andere reiskosten? Kan de minister-president ten slotte aangeven welke stukken hij overhandigd heeft gekregen van de fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid? Is dat het complete dossier dat Gedeputeerde Staten heeft overhandigd aan de heer Verdaas?

Ik wil de brief graag morgen voor 12.00 uur ontvangen met het oog op een mogelijke uitbreiding van het debat dat wij morgenavond nog gaan voeren over de sluiting van belastingkantoren en de brieven van de heer Weekers ter zake.

De voorzitter:

In aanvulling hierop kan ik zeggen dat er een gewijzigd schema komt. Wij zullen het debat naar de middag verschuiven.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Dat verandert niets aan de inhoud van mijn verzoek, behalve dat wij de brief ...

De voorzitter:

Nee, maar hierdoor heb ik meteen deze mededeling kunnen doen.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Wellicht moeten wij de brief dan wat eerder hebben. Ik zou zeggen: om 10.00 uur morgenochtend. Dan kunnen wij een verantwoorde afweging maken.

De voorzitter:

Om 10.00 uur morgenochtend.

De heer Wilders (PVV):

Ik steun het verzoek van de collega van GroenLinks. Misschien kan de heer Rutte in die brief ook reageren op het feit dat hij hier in het debat zei dat het tijdens het debat in de Provinciale Staten hierover vooral ging over het gebruik van de dienstauto van de heer Verdaas. Het ging tijdens dat debat echter ook over de woonplaats van de oud-staatssecretaris: Zwolle of Nijmegen. Ik heb dat ook tijdens het Kamerdebat gezegd. De heer Rutte had dat kunnen weten. Ik verneem hier graag een reactie op. Dit is een serieuze zaak. Wat heeft de minister-president gezegd? Ik stel voor om vanavond voor 18.00 uur al de brief van het kabinet te krijgen en niet pas morgen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik steun het verzoek van de heer Van Oijk en sluit mij aan bij het verzoek van de heer Wilders om de brief vandaag voor 18.00 uur al te ontvangen. Ik wil ook graag antwoord op de volgende vraag. De minister-president heeft tijdens het debat gezegd dat hij geen dossier heeft ontvangen van de provincie Gelderland, terwijl de provincie zegt dat hij dat wel heeft gekregen. Daarop wil ik graag een reactie.

De heer Omtzigt (CDA):

Steun voor het verzoek en voor de aanvullende vragen van de heer Wilders. Wat ons betreft, krijgen we zo snel mogelijk opheldering, als die er maar voor morgenochtend 10.00 uur is.

De heer Krol (50PLUS):

Ook steun voor de brief. We ontvangen die graag zo snel mogelijk.

De heer Roemer (SP):

Steun voor het verzoek. Het lijkt mij verstandig om het verzoek te volgen dat die brief er vandaag om 18.00 uur is.

De heer Schouw (D66):

Het is een uitstekend verzoek. Ik sluit mij ook aan bij degenen die hebben gezegd: vanavond 18.00 uur.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voor de duidelijkheid: ik heb geen enkel bezwaar tegen 18.00 uur, mevrouw de voorzitter. Anders zou u denken dat dit ons verdeeld houdt.

De voorzitter:

Nee hoor, ook dat komt in het stenogram. En nu zeker.

Het woord is aan mevrouw Klever van de PVV.

Mevrouw Klever (PVV):

Voorzitter. Gisteren bleek in Nieuwsuur dat op de afdeling cardiologie van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis patiënten mogelijk onnodig zijn gestorven, niet alleen op de afdeling cardiologie, maar ook op de andere afdelingen. Van de elf verdachte sterfgevallen waren er zes op de longafdeling, de intensive care of de interne geneeskunde. Verschillende deskundigen noemen de uitkomsten van het onderzoeksrapport schokkend. Ik sluit mij daarbij aan. Verder is het onbegrijpelijk dat dit niet eerder bekend is geworden. Waarom moeten wij dit soort misstanden via de media vernemen en niet via het ziekenhuis of de inspectie? Het rapport ligt er al sinds oktober. Daarom wil ik graag direct na het reces een debat met de minister hierover.

Mevrouw Leijten (SP):

Wederom stel ik de vraag waar de inspectie toch was. Wij wachten nog op een rapport van de inspectie over het Ruwaard en de afdeling cardiologie. Ik stel voor dat we daarop wachten, maar dat we wel het ministerie tot spoed manen, wat inhoudt dat de inspectie de termijnen van hoor en wederhoor zo kort mogelijk houdt of misschien doorbreekt door ons gelijkelijk te informeren. Als het bij de media kan liggen, kan het ook bij ons liggen. Het lijkt mij verstandig om dan het debat te voeren. Steun dus voor het debat, maar graag pas nadat het rapport van de inspectie ons bereikt heeft.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

De Partij van de Arbeid wil eerst met spoed een afgerond IGZ-rapport hierover; dan kennen we de feiten. We willen er uitgebreid en goed over spreken. Volgens mij is een lang algemeen overleg meer op zijn plek dan een plenair debat, waarop we een halfjaar moeten wachten. Een AO kan heel snel. Mijn voorstel is om dit te bespreken in de procedurevergadering die op dit moment eigenlijk al begonnen had moeten zijn. De insteek is: snel een debat als we het rapport hebben.

De voorzitter:

Maar geen steun voor het plenaire debat waarom eigenlijk wordt verzocht.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Precies, want een algemeen overleg past beter.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

We ontvangen graag zo snel mogelijk het rapport van de inspectie. We moeten in de procedurevergadering overleg voeren over de vraag hoe we op de snelste manier naar aanleiding van het rapport en de berichtgeving in Nieuwsuur over deze ernstige zaak kunnen debatteren.

De voorzitter:

Ook geen steun voor een debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun van GroenLinks voor het verzoek van mevrouw Klever en de aanvullingen van mevrouw Leijten.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Het lijkt mij uitstekend dat in de procedurevergadering bekeken wordt wanneer dit zo snel mogelijk besproken kan worden.

De voorzitter:

Mevrouw Klever, ik hoor dat er geen steun is voor een plenair debat. Wel zeggen veel mensen: we moeten het er zo meteen in de procedurevergadering over hebben om zo snel mogelijk het onderwerp te bespreken. Misschien kunt u dat het beste doen.

Mevrouw Klever (PVV):

Het gaat over sterfgevallen, dus wij vinden een plenair debat op zijn plaats. Maar ik zal dit punt in de procedurevergadering agenderen.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Schouw van D66.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Wij houden morgen een debat met de minister-president en staatssecretaris Weekers over de keuze voor belastingkantoren en wat al niet meer. De negen niet-regeringsfracties hebben 24 vragen opgesteld over deze kwestie. Met het oog op een goed debat morgen is het belangrijk dat we over alle feitelijke informatie beschikken. Wij stellen die vragen schriftelijk. Ik verzoek de regering om die vragen echt tijdig te beantwoorden. Ik weet niet precies hoe laat het debat morgen is gepland.

De voorzitter:

Het debat is gepland om 14.15 uur.

De heer Schouw (D66):

Om nu te zeggen dat de vragen voor vanavond 18.00 uur beantwoord moeten zijn, lijkt mij iets te haastig, maar het zou fantastisch zijn als het lukt voor morgenochtend 9.30 uur.

De voorzitter:

Zijn dit vragen ter aanvulling op alle vragen die gisteren al geformuleerd zijn?

De heer Schouw (D66):

Ja, dit zijn aanvullende vragen. Door deze opmerking maakt u mij erop attent dat die vragen – volgens mij heeft de heer Omtzigt ze gesteld – vandaag voor 12.00 uur beantwoord zouden zijn, maar dat de antwoorden er nog niet zijn.

De voorzitter:

Het debat is morgen om 14.15 uur gepland. Ik weet niet of het dan echt aanvangt, maar zo staat het op het schema. Ik zal het gedeelte van het stenogram waarin u dit aankondigt, doorgeleiden naar het kabinet, evenals de 24 vragen die schriftelijk worden gesteld en het rappel op de vragen die gisteren zijn gesteld. Ik zal het kabinet verzoeken om deze informatie zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen, zodat u zich goed kunt voorbereiden op het debat.

Het woord is aan de heer Van Bommel.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Turkse media – Turkish Weekly baseert zich hierbij op CNNTürk.com – meldden gisteren dat al op maandag Nederlandse militairen en onderdelen van Patriots in Turkije zijn aangekomen. Ik kan mij dit niet voorstellen omdat wij ons nog in de informerende ronde bevinden. Wij moeten nog een briefing krijgen en er is nog helemaal geen debat met het kabinet geweest over deze uitzending. Ik zou graag heel spoedig van de minister van Buitenlandse Zaken opheldering krijgen over dit bericht. Als het niet juist is, kan hij dat wellicht meteen zeggen, maar als het ook maar een grond van waarheid heeft, wens ik een schriftelijke toelichting nog voordat de Kamer aan de tweede termijn van de begrotingsbehandeling van Buitenlandse Zaken begint. Ik zeg dus niet dat ik die informatie voor de beantwoording wil, maar voordat de Kamer aan de tweede termijn begint.

De heer Omtzigt (CDA):

De CDA-fractie steunt dit verzoek, zeker na de wat rommelige procedure rond deze uitzending. Zij zou graag precies horen hoeveel militairen op welk moment in de planning staan om te worden uitgezonden. Als er nog niemand uitgezonden is, kan de beantwoording bij de feitelijke vragen plaatsvinden. Mochten er militairen onderweg zijn, dan vernemen wij dat graag per ommegaande, openlijk of vertrouwelijk – dat maakt mij niet uit – voor de aanvang van de tweede termijn.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik steun dit verzoek. Als er dan toch een brief aan de Kamer wordt gestuurd, kunnen daarbij ook de laatste berichten worden betrokken dat de landmachtmilitairen mogelijk niet goed uitgerust zijn voor de Patriotsbediening. Dat lijkt mij nogal een aantijging.

De heer Ten Broeke (VVD):

Ik ga eerst in op het laatste punt, van de heer Voordewind. Volgens mij waren die berichten ruimschoots voordat wij vanochtend schriftelijke vragen hebben kunnen indienen, bekend. Ik stel voor dat de heer Van Bommel zijn vragen toevoegt aan de schriftelijke vragen. Die kunnen ook morgen beantwoord worden. Laten wij die vragen betrekken bij de procedureafspraken die wij daarover gisteren gemaakt hebben.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik begrijp de zorgen van de heer Van Bommel, maar wat mij betreft kunnen de antwoorden op die vragen ook vanavond binnen zijn, net als de rest van de antwoorden op de feitelijke vragen.

De heer De Roon (PVV):

Ik steun het verzoek van de heer Van Bommel.

Mevrouw Bonis (PvdA):

Ik ben het eens met de heer Ten Broeke, gesteund door de heer Sjoerdsma. Het is niet nodig om een extra stap in te lassen. Er is een vragenronde en deze vragen kunnen daarin worden opgenomen.

De voorzitter:

De heer Van Bommel wil de brief voor het begin van de begrotingsbehandeling hebben? Deze behandeling staat voor zo meteen gepland. Of wil hij hem voor de tweede termijn hebben?

De heer Van Bommel (SP):

Ik bedoel inderdaad de tweede termijn van de kant van de Kamer. Wij krijgen nu eerst een urenlange beantwoording van de minister van Buitenlandse Zaken. Er zijn veel vragen gesteld, dus dat zal enige tijd in beslag nemen. Daarna is er vermoedelijk nog een schorsing voordat de Kamer aan haar tweede termijn begint. Het lijkt mij dat er voldoende tijd is. Het lijkt me ook niet zo'n moeilijke kwestie om te beantwoorden. Ik denk dat het ambtelijk voorbereid kan zijn en dat de Kamer er kennis van kan nemen voordat haar tweede termijn begint. Ik wijs erop dat van de zijde van het kabinet zelf is gezegd dat deze uitzending zal worden behandeld als ware het een, weliswaar geen formele, artikel 100-procedure.

De voorzitter:

Ik ga u even onderbreken. Het is een procedurele regeling. Ik zal dit gedeelte van het stenogram met uw verzoek doorgeleiden naar het kabinet, maar ik wijs u erop dat er een schriftelijke vragenronde is geweest. Er gaan nu allerlei procedures door elkaar lopen. Ik laat het over aan de wijsheid van de minister en het kabinet. Gezien de steun van de Kamer, is het signaal gegeven dat veel partijen groot belang hechten aan het volgen van een goede procedure. Ik zie echter ook dat de meerderheid van de Kamer graag wil vasthouden aan de afgesproken procedure. Wij kunnen dit het beste op deze manier met elkaar afspreken. Als u een procedurele opmerking hebt, kunt u die maken, maar niet een inhoudelijke. Dan ga ik u echt afkappen, want dat gaat af van de tijd van de minister van Buitenlandse Zaken om überhaupt te antwoorden.

De heer Omtzigt (CDA):

De procedure was onder het voorbehoud dat de militairen niet vertrokken waren. De vraag is heel simpel: zijn de militairen vertrokken of niet? Alle andere vragen kunnen later worden beantwoord.

De voorzitter:

Dat is een verduidelijkende vraag.

De heer Van Bommel (SP):

Hetzelfde geldt voor mij. Ik verwijs naar de artikel 100-procedure, omdat wij dan in derde termijn ja of nee zeggen tegen uitzending. Dat is onzinnig als de militairen al zijn uitgezonden.

De voorzitter:

Ik begrijp u. U hebt uw punt bij uw verzoek duidelijk gemaakt. Ik zal dit gedeelte van het stenogram, met alle opmerkingen die zijn gemaakt, doorgeleiden naar het kabinet.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven